RAADSELS. ZOMERAVOND OPLOSSING. PRIJZEN. Gretha's fout en Liesje'sh - RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN. DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. I. Ingezonden door Coba Dexel. Een plaats in Zuid-Holland van 8 letters, neem de 4 eerste letters weg, dan krijg je een plaats in Noord-Holland, bekend om de lekkere kaas. n. Ingezonden door Mlentje Breyer. Wat vindt men altijd in China, wat men nooit in Japan zal vinden? Hl. Ingezonden door Willy en Freddy v Wijk. Ik ben een meisjesnaam van niet veel letters. Verander je mijn laatste letter, dan word ik een platte schuit. IV. Ingezonden door Marius van den Anker. In school van hout. in huis van steen. Ben ik bekend bij iedereen. 4 V. Ingezonden door Johan en Hendrik Mulder. Welke overeenkomst is er tusschen een eiland en de letter t? VI. Ingezonden door Vincent Rijnbende, x x x x xxxxxxxxx x x x x de 8e letter van het a. b. c. een grappig handig dier, doet men met een boor. een lekkere vrucht in dezen tijd. de gevraagde plaats in Gelderland, een geldstukje. zit wel eens onder aan koekjes, is niet arm. de 11e letter van het a. b. c. Op de kruisjes van boven naar beneden en van links naar rechts dezelfde plaats In Gelderland. VH. Ingezonden door .Bram Wijnnobel. Verborgen bloemennamen. Jan je rekensom is al weer fout. De ezel begon la. ia te balken. Ha ha! lachten de kinderen. Piet is er ingeloooen. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. 't Is zomeravond Muggen dansen Zoo lustig steeds weer heen en weer. De vogels zingen nog voor 't slapen. Dan strijken z'üi hun nestje neer. De kikkers kwaken in het slootje; Dat is nu eenmaal zoo hun zang. De krekels piepen met hun allen, Nog nooit viel hun een dag te lang! Zij alleen zingen blij hun liedje: 't Wordt morgen stellig weer mooi weer En ocht, die kleine, blijde zangers Vergissen zich geen enk'len keer. Mijn kleuter gaat nu zoet naar bed toe, Mag morgen weer met Moeder uit: Naar 't park, den vijver met de eendjes, Slaap dus maar lekker, kleine guit! (Nadruk verboden.) OPLOSSING VAN HET PRIJSRAADSEL. „DE PAPEGAAI." Neef Frits betrad weer Hollands rêe Het was een beste vent; Hij bracht voor iedereen wat mee. Elk kreeg een goed present, Neef kwam uit de Oost won schat bij schat Dus elk geschenk was fraai. Nicht schonk hij iets dat leven had Zij kreeg een papegaai. 't Mensch was er wel niet op gesteld, 't Was nooit haar wensch geweest Want zulke gasten kosten geld: Maar 't was een heerllik beest. Hij sprak heel aardig: ..Koppiekraauw". Of: Lorretje is zoo ziek!" Hij deed de kat na. riep: .Mlaauw!" Of lachte magnifiek. Hij leerde op 't schip, beleefde taal; 't Scheen we! geen enkle vloek. Men gaf hem plaats dus in de zaal; Nu kreeg nicht eens bezoek. Een deftig heer trad in 't vertrek Met een stijf pruikje op. Daar klonk het uit de kooi heel gek: „Wat wou jij, kattekop?" Mijnheer was eerst verbaasd, ontsteld. Hij dacht: ..Wie durft dat daar!" Doch hij werd spoedig, door 't geweld De papegaal gewaar. Of hii al vleide: koppiekraauw! Het beest dat hield niet op Maar riep luid lachend uit: „miaauw! Wat wou jij. kattekop?" Nicht nam nu Lorre ook uit de zaal Hij werd apart gezet. Het beest versierde, na dit maal Nichts heilig slaapsalet. Om te laten zien hoe het verhaal afloopt, laten wij hier ook het laatste deel van het gedicht volgen (Red. ,.L. D.") 't Gebeurde eens. midden in den nacht Dat 't bevend nichtjelief Iets hoorde, op dit uur niet verwacht; Want weet. het was een dief. Daar klinkt op eens een schelle stem: ..Wat wou jij kattenkop!" De dief de vrees vermeestert hem Vliegt heen op een galop. Nu kwam voor nichtjes lorrelief De goede tijd pas aan. Hii werd ook een dief een hartedief Voor wat hij had gedaan. Nicht prees hem vond hem eens zoo mooi, Terwijl zij veel verdroeg; Voortaan lag in haar lorre's kooi Nooit suikerbrood genoeg. Eer ik dit vers nu enden zal. Dient, tot uw aller nut Uit dit vreemd papegaai geval Een goede les geput Ik weet er geen. Of lieve jeugd Neemt gij het zoo voor lief? „Wat voor een eerlijk mensch niet deugt, Is soms goed voor een dief!" De 6 prijzen onder alle getrouwen ver loot. zijn toegekend aan: Jannie de Water 11 jaar. Henk Boom 12 jaar. Johan Mulder 13 jaar. Jan de Graaff 7 jaar. Hans Kret 9 jaar. Anje de Gelder 15 jaar. De 5 boeken onder alle grooteren verloot, zijn toegekend aan: Marjanna van den Anker 13 jaar. Annie Zaalberg 11 jaar. Marijtje Wassink 12 jaar. Christiaan Eggink 12 jaar. Willy van Wijk 11 jaar. De 5 boeken onder alle kleineren verloot, zijn toegekend aan: Hendrina de Ren 8 jaar. Miesje van der Bent 8 jaar. Annie van Dijk 9 jaar. Stientje Griffioen 10 jaar. Koos Nieboer 10 jaar. De prijzen kunnen aan ons Bureau wor den afgehaald a.s. Woensdagmiddag tus schen 12 uur en halfeen of tusschen 4 en 5 uur. Red. „L. D." i) „Hoe laat is 't Liesje?" vroeg Grethj Bruin aan haar zusje. „Al kwart voor negen, Gre Je mag opschieten, anders kom je nog te laai school. Hè. 'k wou, dat ik met je mocht." „Konden we maar ruilen," lachte tha, „ik zou best zin hebben in een dag. Als je ziek bent is 't natuurlijk prettig. Maai- zooals jij is 't wel fijn, scheelt eigenlijk niets. Moeder is maar bang, dat Je kou zult vatten daarom ben je nu al een paar dagen Verveel je je niet erg?" „Welnee," antwoordde Lies. ,,'k immers toch de opgaven, die de juli je voor me meegeeft, en als ik klaar lees ik een beetje of stop wat kousen moeder." .Bah, kousen stoppen, nu, jij liever ik," lachte Gretha. „Maar kom, nu ik toch wel voortmaken, anders heb vanmiddag nog' strafwerk ook." Liesje en Greta waren de twee e kinderen in het gezin De Bruin. Maa> twee zusjes leken niets op elkander, alleen uiterlijk niet (Gretha was een stevig propje en Liesje lang en te maar ook de karakters verschilden wat van elkaar. Liesje was een a zacht meisje; altijd er op bedacht neer ze iemand ergens genoegen mee doen. Was ze ongehoorzaam gewees had ze iets verkeerd gedaan, dan ze spoedig berouw en kon eerst vroolijk wezen als vader of moeder vergeven hadden. Gretha daaren was een juffertje zonder zorg. Bij ging het het eene oor in. het andere zei vader De Bruin dikwijls. Heel vaak deed ze de dingen, die opgedragen werden, half, of, wat oo gebeurde, heelemaal niet Nam vader of moeder haar da dan onderhanden, dan probeerde ze er met een grapje af te maken en. dat heelemaal niet. dan verontschul ze zich met een: „Nu ja, ik was het geten", of: „ik wist het niet." „Kind, kind," zei moeder soms. moet het met jou toch naar toe. Je al dertien jaar en 'k zou zoo'n steun aan je kunnen hebben, als je wilde. Doch je geeft je nergens nu voor. Liesje is pas elf. maar als ik b iets zeg, gaat het veel beter dan met j En 'k zou toch zoo graag wat hulp van willen hebben." Nu 'twas waar, een beetje hulp 1 moeder De Bruin best gebruiken. Vader De Bruin was bakker. Van vroegen morgen tot den laten at werkte hij in de bakkerij. En moeder deelde haar tijd tusschen den winkel de huishouding, dus was 't geen woo dat ze het volhandig had. „Als eerst mijn meisjes maar gr" worden, dan zal ik het wel wat ma lijker krijgen," troostte moeder zfchso. Liesje was een tenger, zwak meisje vorigen winter had ze een hevige 1 ontsteking gehad. O, wat waren dat b' dagen geweest, 't Meisje had op den van het graf gelegen, maar, gelukkig, had het gebed willen verhooren en tr dierbaar leven gespaard. Tengevolge die ziekte was ze echter heel lang en vatbaar gebleven. Dokter had dan streng voorgeschreven, dat ze bij een den Noordenwind volstrekt niet naar ten mocht. Dit was dus de rede, v om Liesie een paar vrije dagen had. si om ze door haar zusje werd benijd. Terwijl Gretha in de kamer bezit® haar hoed en mantel aan te tr#®; kwam moeder uit den winkel eveud* binnen. „Gretha," zei ze, „hier zijn de klew» die je mee moet nemen om uitgestW» te worden, 'k Heb het je twee dagen leden al gevraagd, maar je hebt het niet gedaan. Hier 'k zal ze nu vlak bi) r tasch leggen, dan zul je er toch we! denken. Je gaat er bil na langs, dus kunl ze best om twaalf uur even afgeven.' Nauwelijks was moeder uitgesproken juist ging de electrische winkelbel aWS „Nu Gretha, denk 1e er om." zei na*0 nog eens voor ze de kamer verliet. „Ja moeder." antwoordde Gretha, (Wordt vervolgd) ■o-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 14