LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 Juli 1932 Derde Blad No. 22176
73sle Jaargang
UIT DE RAADZAAL
H. M. PIERROT
GEMEENTEZAKEN.
SCHOORSTEENKLOKKEN
PARLEMENTAIR OVERZICHT
S FEUILLETON.
Fortinbras' Toovermacht
40)
LAND- EN TUINBOUW.
VRAGENRUBRIEK.
SCHEEPSTIJDINGEN.
Een slot, dat geen slot mag heetcn -
Groote uitgaaf goedgekeurd. -
Klachten over de politie.
Het derde bedrijf over de kwestie Maat
schappelijk Hulpbetoon mevr. Brag-
gaarde Does is geëindigd. Het was ge
rekt en bijkans zonder eenige spanning.
Het bracht slechts herhaling behoudens
een enkel nieuw geluid. En zelfs het slot
kon moeilijk anders dan als hoogst onbe
vredigend worden geschetst.Neen, dit
drama is wel een volslagen fiasco gewor
den, mede tengevolge van het slechte
spel der acteurs!
Beziet men zakelijk de ellenlange debat
ten. dan kan moeilijk anders worden ge
constateerd, dan dat, behoudens de wet
houder en de voorzitter, feitelijk niemand
het ruiterlijk voor M. H. heeft opgeno
men. Zelfs niet de heer Wilmer. die nog
het verste ging in verdediging van deze
instelling, al was het alleen al door bij
wijze van verstoppertje-spelen geen woord
te uiten over het adres van M. H. dat
overigens bij niemand waardeering vond,
al werd een schuchtere poging gedaan het
althans eenigszins te verklaren. Dit was
tenminste een lichtpunt!
M. H. heeft door dit adres zijn zaak niet
bevorderd
Verder ook weinig anders dan meer ol
minder welwillend geuite critiek. De heer
Eikerbout voegde bij de gevallen van mevr.
Braggaar nog eenige nieuwe die vooral
niet minder waren van gehalte en daar
nevens hoorde men algemeen erkenning
van ,dat er natuurlijk fouten waren ge
blaakt" en dergelijke weinig-zeggende
verklaringen die tenslotte uiting vonden
in een motie Wilmer, Wilbrink en Beeken
kamp om de gansche werkwijze van M. H.
nog eens na te gaan en te onderzoeken.
Zelfs die motie kon, op zijn zachtst geno
men, voor M. H. weinig gunstig worden
geoordeeld en bepaald onverklaarbaar is
Ons de draai van den wethouder, dat deze
motie waardeering voor M. H. moest be-
t66k6116n
Zooals gezegd, alleen van de tafel van
B. en W. werd M. H. volkomen gedekt,
doch overtuigend was de verdediging na
alles, wat tegen M. H. was aangevoerd,
geenzins. Dat was ook onmogelijk, want
zij moest in de ruimte worden gehouden,
terwijl de aanval zich had toegespitst tot
bepaalde gevallen als voorbeelden van de
gedragingen van M. H. Kern van de ver
dediging van den wethouder was dan ook
slechts inhoud en toon van het lang
zamerhand berucht geworden adres en
dat moest den indruk zeer verzwakken.
Dat adres is en blijft nu eenmaal een
ongelukige greep.
De voorzitter ging zoover als maar
eenigszins mogelijk was om mevr. Brag
gaar tevreden te stellen inzake de uit
drukking „verdachtmaking", ten opzichte
van haar beschuldigingen, tegen M. H.
geuit, vooropgesteld, dat het woord zelf
gehandhaafd werd.
Het is o. i. in hoofdzaak juist dit woord
geweest, dat aanleiding heeft gegeven tot
dit drama. Was dit niet gebezigd, mevr.
Braggaar zou geen commissie van onder
zoek hebben gevraagd met alles, wat
daarop gevolgd is. Geen raadslid kan toch
zich laten beschuldigen van verdachtma
kingen en men mag het recht niet ont
zeggen, de gelegenheid te bieden de be
schuldigingen dan te bewijzen. Waarbij
natuurlijk de beschuldigde het recht heeft
van verdediging, dat spreekt. Maar is te
eischen, wanneer in eerste instantie reeds
de commissie van onderzoek is geweigerd,
dat de beschuldiger in het openbaar be
schuldigde en petit comité alles voorlegt
en daarover laat oordelen?
Dat mevr. Braggaar, na eerst haar
klachten als lid van M. H. daar te hebben
gebracht, tenslotte daarmede in den raad
kwam, toen M. H. doof bleef, dat is niet
kwalijk te nemen en is ook niet gedaan.
Wel echter haar weigering om in M. H.
al haar beschuldigingen ter tafel te bren
gen. doch zooals gezegd, te eischen was
dit niet al zou een voldoen aan het ver
zoek van M. H. de positie van mevr. Brag
gaar hebben verstevigd.
Achter die weigering heeft de raads-
meerderheid zich verborgen en heeft op
nieuw een commissie van onderzoek ver
worpen. De heer Eikerbout deed nog een
lofwaardige poging om de moties Wilmer
en Van Eek te doen samensmelten, doch
zijn zoo goed bedoeld en verstandig stre
ven kon evenmin een meerderheid ver
werven, al had het de gansche kwestie
tot de meest gewenschte oplossing ge
bracht. Opnieuw heeft de raadsmeerder-
heid geen zekerheid willen brengen. De
beschuldigingen van mevr. Braggaar heb
ben opzien gebaard, officieel zijn ze ont
kend, doch tot een bepaald oordeel kan
men niet komen. Daarvoor zou een onder
zoek noodig zijndat nu definitief is
afgestemd.
Een oordeel zal nu echter geveld wor
den naar aanleiding van de debatten en
alles, wat daarbij is voorgevallen; dit zal
grootendeels voor M. H. niet gunstig kun
nen zijn.
M. H. zelf is door de raadsmeerderheid
geen dienst bewezen door het achter de
dekkingsmotie Wilmer c.s. weg-kruipertje
spelen na de geuite beschuldigingen.
Want dat ook volgens de motie-Wilmer
de beschuldigingen van mevr Braggaar
evenzeer zullen behandeld worden, is wel
bijzonder naief. Die zijn weggeschoven.
De commissie, die er nu komt, zal echter
toch nog goed werk kunnen doen, in al-
gemeenen zin, dat zij erkend, en dat is
althans een troost in het onverkwikkelijk
verloop van deze geschiedenis, die den
raad zooveel tijd heeft gekost.
Dat deze commissie meer naar deskun
digheid dan naar politieke kleur zal wor
den samengesteld, verdient o.i. alleszins
waardeering. Niet alleen de politiek spreekt
hier het eenig juist woord, al zij erkend,
dat ook zij niet geheel zal kunnen worden
genegeerd. Maar evenmin de deskundig
heid!
De reorganisatie van den Reinigings- en
Ontsmettingsdienst is met groote meerder
heid aanvaard, zooals B. en W. voorstelden
en na de nadere toelichtingen verwondert
ons dat niet.
Op het eerste gezicht lijkt het inderdaad
vreemd f. 120.000 uit te geven in deze tij
den van benauwenis, waarvan men het
einde nog niet kan zien. zonder besliste
noodzakelijkheid. Men kan toch niet weten
hoe het geld noodiger zal zijn.
Maar als bijkans hetzelfde uitgegeven
worden moet voor instandhouding van den
dienst, die geheel ontredderd is.... dan
wordt het anders en zou het eerder goed
geld naar kwaad geld gooien zijn, om in
dat geval te volstaan met noodwendige
aanvullingen in plaats van over te gaan
tot een afdoende nieuwe regeling, die toch
komen moet.
Helaas schijnt Leiden zich te bevinden
in dit laatfte geval en daaruit laat zich
de groote meerderheid voor B. en W. ver
klaren Duurkoop belooft hier inderdaad
goedkoop te zullen zijn.
De semi-officieele interpellaties over
het optreden der politie hebben, zooals
steeds, slechts geleid tot een gedachten-
wisseling over het al of niet juiste van dit
optreden en bleven dus onvruchtbaar.
In dit verband mag o.i. wel eens gewe
zen worden op de moeilijke taak der politie
in tijden als wij thans beleven. De tijds
omstandigheden nopen, nu er zooveel nood
wordt geleden en verbittering dientengevol
ge heerscht, tot dubbele voorzichtigheid
doch aan de andere zijde eveneens tot vol-
ledigen steun aan het wettelijk gezag, dat
niet onnoodig mag worden belemmerd in
zijn uitoefening. Zwaar en verantwoorde
lijk is daarbij de taak der politie en zij
heeft recht op waardeerende medewerking
van allen, die meenen, dat het gezag ge
handhaafd dient te worden. Of dit laatste
wel eens niet te veel over het hoofd wordt
gezien, zij het wellicht zonder opzet?
Overigens werden nog enkele kleine
punten afgedaan, waarbij één nederlaag-
voor B. en W.. die eens ten aanzien van
een ambtenaar royaler wilden zijn dan de
raad. Gewoonlijk is het andersom
Intusschen is trots de warmte vrijwel
schoone lei gemaakt en kunnen wij Maan
dag met frisschen moed weer eens begin
nen aan het Stadhuis-vraagstuk.
RECLAME.
HORLOGEMAKER
MAARSMANSSTEEG 14 - TELEF. No. 1293
BURGERLIJKE STAND.
Tengevolge van het aan de heeren Jhr.
A. J. B. Six en A L. Reimerlnger verleend
eervol ontslag als onbezoldigd Ambtenaar
van den Burgerlijken Stand, uitsluitend
belast met het sluiten van huwelijken,
zal tot de benoeming van twee nieuwe
functionarissen moeten worden overge
gaan.
Aangezien bij het voltrekken van huwe
lijken meermalen moeilijkheden worden
ondervonden wegens uitstedigheid, ziekte
of verhindering van deze ambtenaren,
zouden B en W. het getal hunner weder
willen zien uitgebreid tot negen.
B. en W. bieden de volgende aanbeve
lingen aan:
lo a. H. P. H. Würtz; b. R van Eecke.
2o. a. J. Hemmes; b. Mr. C. Beekenkamp
3o. a. J. Bots; J. H. A. Manders.
PENSIONNEERING
De uitgaven van pensionneering. ver
zekering tegen ongevallen, invaliditeit en
ziekte van de gemeente ambtenaren en
werklieden, welke voor 1931 in totaal wa
ren geraamd op f. 673 203.hebben be
dragen f. 672.522.76 en zijn dus f. 680.24
beneden de raming gebleven. De ontvang
sten, in totaal geraamd op f. 344.570.—,
hebben bedragen f. 339 999 15 of f. 4.570.85
minder.
De over 1931 ten laste van de gemeente
gekomen pensioen en verzekeringskosten
hebben derhalve f. 4.570.85f 680.24
f. 3.890.61 meer bedragen dan geraamd is.
Ingevolge de begrootingsvoorschriften
moeten de bovenstaande kosten, alsmede
de daartegenover staande ontvangsten,
nadat zij op de daarvoor bestemde verza
melposten zijn geraamd, over de verschil
lende hoofdstukken cn paragrafen der be
grooting worden verdeeld.
Profiteert van de enorme prijsdaling onser
Alles met schriftelijke garantie. 2734
EERSTE KAMER.
DE ECONOMISCHE RAAD
Nadat de Kamer een aantal kleinere
ontwerpen had aangenomen
(waaronder dat inzake de onderhand
overdracht door ruiling van gronden on
der Leiden aan de gemeente Leiden i
heeft zij het ontwerp tot instelling van
een Economischen Raad behandeld en
goedgekeurd.
Van het debat valt weinig te zeggen. De
heeren Westerdijk, Gelderman en Wibaut
voerden het woord, allen om te verklaren
dat zij voor het wetsontwerp zouden
stemmen. Minister Verschuur beloofde al
lerlei wenken in overweging te zullen ne
men en verklaarde dat de Regeering zich
van de adviezen, die de Raad geven zal,
veel voorstelt, te meer, waar deze de be
voegdheid krijgt om zoo noodig sociale
commissies in te stellen- In de Raad zul
len slechts besturen van algemeene eco
nomische vorming worden benoemd.
Met algemeene stemmen is het wets
ontwerp daarna aangenomen.
VLEESCH-CONTINGENTEERING
Op dezelfde wijze ging het bij het wets
ontwerp inzake de vleesch-contingentee-
ring. (3-x.'
Een aantal redevoeringen. Niets nieuws
na het uitvoerige debat in de Tweede
Kamer. Een speech van den Minister. En
tot slot aanneming zonder hoofdelijke
stemming.
Aan het debat namen deel de heeren
Koster, van Lanschot, Westerdijk en Wi
baut, laatstgenoemde bestreed het ont
werp. eerstgenoemde vond dat het niet
aan de verwachtingen had beantwoord.
De Minister heeft, evenals hij in de
Tweede Kamer deed, betoogd, dat de Re
geering met de uiterste soberheid de con-
tingenteering toepast. Dit ontwerp is niet
het beste voorbeeld van uitvoering der
wet, omdat hierbij de verhouding tot De
nemarken in het geding kwam. Men had
meende de Minister in Denemarken
beter onze nationale belangen kunnen be
grijpen. In ieder geval is door het ontwerp
naar de resultaten uitwijzen een
verdere daling der prijzen voorkomen. Met
15 Juli echter zal een nieuw contingen-
teerings-besluit noodig zijn; de Minister
verwachtte dat daarop vlot de goedkeu
ring der Staten-Generaal zal worden ver
kregen.
Ook dit ontwerp ging er tenslotte
zooals gezegd zonder hoofdelijke stem
ming door-
HAGENAAR
II
let
1
i
ct naar het Engelsch van WILLIAM LOCKE
door J. E. d. B. K.
lUs En toen ze de flesch boven hadden ge-
tj bracht, gingen ze ieder aan een kant van
het vuur zitten, Yh armstoelen met hoogen
rug en een gevuld glas naast zich.
k' - Beste jongen, zei Bigourdin, ik ben
£m niet tevreden met den gang van zaken op
de wereld. Ik heb vandaag een onderhoud
gehad met Monsieur Viriot. dat me vrij
verdrietig maakt. Onze twee families
)U' waren zeer bevriend en de Viriot's hebben
ons wijn geleverd tegen billijke condities
ngedurende opeenvolgende geslachten, maar
ct dat was zuivel' handel en bracht niet
j,s mede het offer van een jong meisje. Vader
Viriot vindt dit wel. Ik deelde hem Félise's
weigering mede en het verbod van haar
l vader. Hij gooide dit naar alle windstre-
o; ken en gedroeg zich, alsof hij niet goed bij
het hoofd was. Men moet oppassen voor
de koppigheid van een man met een plat
VC hoofd.
bö' En wat is het eind van de bespreking
vroeg Martin.
Wij hadden een hevigen twist en zijn
als vijanden gescheiden. Hij zond zijn
n? kantoorbediende vandaag met de rekening
die ik dadelijk betaald heb. En nu moet ik
IS; mij wenden tot Maison Prunier in Péri-
geux, dat lang niet zulke goede waar
levert, en dat zal de gasten afschrikken.
>K\; Onverschillig dronk hij zijn glas leeg.
Mon brave, vervolgde hij na eenige
(11 oogenblikken, mijn geest is vol proble-
e, 1 men. die ik niet op kan lossen, en ik kan
er met niemand over spreken dan met jou.
J1.. Dat stel ik op hoogen prijs, antwoord-
atö de Martin, maar waarom raadpleegt u niet
eens onzen verstandigen vriend Fortin
bras, die zooveel ondervinding heeft?
Voila, riep Bigourdin, mót een zwaai
van zijn groote hand. Hij is zelf het groot
ste probleem. Waarom denk je, liet ik
Félise weggaan met dien bekoorlijken wer
velwind van een Amerikaansche?
Martin, niet wetende of dit kleineerend
was voor Lucilla. was een beetje geërgerd.
Maar Bigourdin vervolgde: 't Is omdat ze
zoo ongelukkig is en geen menschelijke
macht haar troosten kan: Jij bent een
gentleman en een man van eer. Ik zal je
in vertrouwen iets vertellen, maar je moét
zweren, dat je er nooit met iemand over
spreken zult.
Martin gaf hem zijn woord van eer en
Bigourdin, zonder over geleden verdriet te
spreken, vertelde hem Félise's bezoek aan
de Rue Maugrabine.
Het was mijn zuster, zei hij, die sinds
vele jaren een prooi is van den drank
iets zeldzaams bij Fransche vrouwen
het is krankzinnigheid, als je wilt. Ze is
dikwijls weg geweest om er van te gene
zen, zonder succes. Ik heb mijn zwager
aangeraden, om haar in een sanatorium te
laten opnemen, maar hij wil niet. Hij was
,het, zoo houdt hij vol, die in voorbij ge-
gane, ongelukkige jaren, door zelf veel te
drinken, haar leerde van alcohol te gaan
houden. En daarom behandelt hij haar
met heuschheid, met teederheid zelfs Dat
is mooi en hij zelf drinkt de laatste jaren
niets dan water.
Natuurlijk, zei Martin, en zijn ge
dachten gingen terug naar zijn eerste ont
moeting met Fortinbras in de Petit Corni-
chon, waar deze zooveel frambozenlimo
nade had gedronken. Wat leek dat lang
geleden!
.En nb. zei Bigourdin, zie je de onge
lukkige verhouding, die Fortinbras als een
echte Don Quixote tusschen zich en Félise
heeft doen ontstaan. Zij heeft dezelfde
verheven denkbeelden omtrent haar moe
der behouden, maar ze verafschuwt den
vader, dien ze altijd verafgood heeft En
dat hee.t een wond geslagen in haar on
schuldige kleine ziel.
Martin was aangedaan door al de treu
righeid, die hij vernam.
Arme, kleine Félise, wat zal ze geleden
hebbenl
Zou het niet beter zijn, vroeg hij, om
het fantasie-beeld, dat de moeder is. op
te offeren ter wille van den levenden
vader?
Bigourdin stemde dit toe, maar Fortin
bras wilde dit niet.
Bigourdin was niet gelukkig met zijn
zusters. Hij had een somberen kijk op de
familie, waarvan hij de eenige mannelijke
vertegenwoordiger was.
Martin trachtte hem wat op te beuren,
maar tevergeefs. Het vertrek van Félise, de
breuk met de Viriots. dit alles vervulde
zijn ziel met droefheid en wanhoop.
Mon brave ami. zei hij. als ik sterf,
en bij die woorden kreeg zijn forsch ge
zicht een diep treurige uitdrukking, en
hij sprak alsof hij zeventig was, wat moet
er dan worden van het Hotel des Grottes?
Félise vaart goed bij mijn testament, dat
spreekt van zelf, maar zij zal wel trouwen
en haar man volgen en die zal wel geen
lust hebben om hotelhouder te zijn.
Onderzoekend sloeg hij Martin gade, die
hem kalm en onbewogen aanzag.
't Zou mijn hart breken te weten,
dat het hotel verkocht zou worden; ik kan
niet sterven met die ontknooping voor
oogen.
Maar mijn beste Bigourdin, zei Mar
tin, waar denkt geover? U bent nog een
jonge man, u bent niet ziek. U gaat niet
dood. maar u hebt nog twintig, dertig,
wellicht veertig levensjaren vóór u, waarin
van alles kan gebeuren.
Bigourdin leunde voorover en zijn lan
gen arm uitstekende, tot hij de knie van
Martin, die aan de andere zijde van den
haard zat, met zijn vingers aanraakte, zei
hij: Weet je wat gebeuren gaat? We krij
gen oorlog, 't Volgend jaar of het jaar
daarop of over vijf jaar, weet ik het, maar
het komt. En als de krijgstrompet gebla
zen wordt, trek ik mijn oude uniform aan
en marcheer mede, zooals mijif vaderen
voor mij hebben gedaan. En waarom zou
ik dan niet sneuvelen evenals mijn broe
der in Marocco? Zeg me dat eens?
En niettegenstaande Martin zich zeer
vertrouwd had gemaakt met den wakkeren
geest, dia ln de Fransche provincie
DUITSCHLAND CONTINGENTEERT DEN
t INVOER VAN AARDAPPELEN.
De Duitsche regeering heeft besloten, in
verband met den grooten invoer van
vroege aardappelen, die den verkoop van
Duitsche vroege aardappelen bemoeilijkt,
den invoer van vroege aardappelen te
contingenteeren. Dit is het eerste contin-
genteeringsbesluit der Duitsche regeering.
Het Hbld. teekent hierbij aan. dat
Duitschland onze grootste afnemer is van
vroege aardappelen.
In 1926 en 1927 gingen resp. 90 en 80
millioen K.G naar Duitschland van de
130 en 105 millioen K.G. totaal, dus 70 a
80°,o! En in 1928 en 1929 gingen naar
Duitschland 59 en 54 van de 94 en 93 mil
lioen KG., dus 60 a 65°van het totaal.
TARWE-ORGANISATIES NOORD- EN
ZUID-HOLLAND.
De besturen der Tarwe-Organisaties
voor Noord- en Zuid-Holland brengen ter
kennis van belanghebbenden, dat er in de
laatste weken nog enkele tarwetelers zijn
geweest, welke zich niet tijdig met den te
velde staanden oogst hadden aangemeld
en alsnog aansluiting hebben verzocht.
Tot heden zijn deze nakomers aangeno
men, doch de besturen vestigen er de aan
dacht op, dat thans de controle te velde
zal beginnen en perceelen tarwe, welke
niet mochten worden gecontroleerd, omdat
zij niet op de lijsten voorkomen, moeilijk
later alsnog kunnen worden aanvaard.
Daar het vooral kleine telers zijn, welke
nog steeds niets van de tarwewet schijnen
te weten, zouden de besturen het zeer op
prijs stellen, indien aangeslotenen, ieder
in eigen omgeving vorenstaande waar
schuwing bekend maken.
Thans is ook weder de tijd aangebroken,
dat in sommige streken van Noord- en
Zuid-Holland tarwe te velde wordt ver
kocht. De besturen vestigen er de aan
dacht op. dat geen tarwe door de Organi
satie zal worden aanvaard, welke te velde
is gekocht, tenzij de verkooper zoowel als
de kooper Jid is of erkend handelaar en
de koop ter kennis van het district wordt
gebracht. Men kan hiervoor formulieren
bij den districts-secretaris bekomen. Bij
verkoop via den notaris kan de notaris
zijn bemiddeling tot het vervullen van
eenige formaliteiten verleenen.
Men verzuime niet zich vóór den koop
of verkoop tot den districts-secretaris om
nadere inlichtingen te wenden.
T. v. Z„ te A. Onder inkomen wordt
verstaan de som, van hetgeen in geld of
geldswaarde zuiver genoten wordt als op
brengst voor: le. onroerende goederen; 2e.
roerend kapitaal; 3e. onderneming en ar
beid; 4e. rechten op periodieke uitkeering
van het ieven afhankelijk.
De opbrengst van een bron van inkomen
mag worden verminderd mei de kosten tot
verwerving, inning en behoud der op
brengst. Hij, die alleen om persoonlijke re
denen elders woont dan ter plaatse, waar
hij zijn beroep uitoefent, mag voor de be
paling van zijn belastbaar inkomen, de
kosten voor het heen en weer reizen niet
als beroepskosten in mindering brengen.
Aftrek van kosten voor gebruik van een
rijwiel zullen alleen dan in mindering kun
nen worden gebracht, indien deze kosten
uit den aard van het beroep voortvloeien
zooals b.v. het geval kan zijn bij arbeiders,
die gewoonlijk slechts korten tijd achter
een bij denzelfden werkgever in dienst zijn.
Alleen zakelijke belastingen als grondbe
lasting. straatbelasting, waterschap- en pol
derlasten. kunnen worden afgetrokken.
Voor zoover de personeele belasting als een
zakelijke belasting is aan te merken, b.v.
voor een café. wmkel of gemeub. kamers,
kan ook deze in mindering worden ge
bracht Aftrek van inkomstenbelasting is
niet toegelaten. Premies, vrijwillige ouder-
domsverz.. levensverz. en begrafenisfonds
mogen worden afgetrokken
Deze aftrek mag te zamen niet meer be
dragen dan vijf ten honderd, voor het In
komen, niet meer dan f 100 en in geen
geval meer dan het werkelijk verschuldigde
jaarlijksche bedrag. Ondersteuning aan be
hoeftige ouders en grootouders kan in min-
heerschte; zoo begreep hij toch niet. hoe
het vage dreigende oorlogsgevaar zóó het
persoonlijk leven van de Franschen
beïnvloeden kon
Maar dat doet er niet toe, zei Bigour-
din, na eenig heen en weer praten. Op den
een of anderen dag moet ik toch sterven.
Maar ik heb je niet in mijn vertrouwen
genomen, opdat we daarover zouden dis
puteeren. Ik heb je expres verteld, welke
motieven mij beheerschen. En dat is, op
dat je zult begrijpen, waarom ik je een
zakelijk voorstel wensch te doen.
Een zakelijk voorstel? herhaalde
Martin.
Qui, mon ami.
Hij vulde Martin's glas en zijn eigen en
ging voort:
Op de goede verstandhouding tus
schen de landen en tusschen ons beiden.
Een zakelijk voorstel, herhaalde Bi
gourdin, en hij begon dadelijk zijn bedoe
ling uit te leggen.
't Was het eenvoudigste voorstel, dat
men zich denken kon. Waarom zou Martin
niet het geld van de nalatenschap zijner
moeder in de een eeuw oude, welvarende
zaak van het Hotel des Grottes steken en
een compagnon worden van Bigourdin?
Een rechtsgeleerde zou de zaak goed voor
elkaar krijgen tot in de kleinste détails.
En dan zou hij, Bigourdin, als zijn uur
sloeg, over een paar jaar of over een kwart
eeuw, niet bezwaard behoeven te zijn over
het voortbestaan van het Hötel der
Grottes.
En toen begreep Mar tm het plechtige
van het oogenblik; de pétit salon met het
vlammend haardvuur, de fijne flesch wijn
en de intieme mededeelingen van Bigour
din. Maar het onverwachte van het voor
stel deed hem duizelen.
Beleefd zei hij:
Mijn beste vriend, uw voorstel, dat ik
mij met u zou verbinden in deze zaak, is
een compliment, dat ik ten hoogste op
prijs stel. Maar
Maar wat?
Ik moet er over denken.
Natuurlijk, zei Bigourdin. Je moest
jvel een leeghoofd zijn en geen man, om
HALCYON LIJN.
STAD AMSTERDAM, Vlaardingen n. Lulea
pass. 2 Juli Hammershus.
VREDENBURG, N. Aires n. R'dam, pass.
29 Juni St. Vincent.
STAD DORDRECHT, 7 Juli van Huelva te
Rotterdam verwacht.
STAD ZALTBOMMEL, 5 Juli van Oran n.
Huil.
STAD ARNHEM, 5 Juli van Constanza n.
Rotterdam.
STAD HAARLEM. 5 Juli van R'dam te
Bagnoli.
ROZENBURG, 5 Juli van Ceuta te Huelva.
MAASBURG, 5 Juli van San Lorenzo te
Rosario.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LJIN.
ALPHERAT, thuisr., 6 Juli v. Rio Janeiro.
KON. NED. STOOMB.-MIJ.
TRAJANUS, thuisrwas 4 Juli 3 u. 30 n.m.
400 mijlen W.Z.W. van Valentia.
VENEZUELA, uitr was 5 Juli 1 u. 35 v.m.
400 mijlen Z W van Valentia.
BOSKOOP. 4 Juli van Talcahuano naar
San Antonio.
FAUNA, Amst. n. Midd. Zee, pass, 6 Juli
v.m. 10 uur Oitavos.
GANYMEDES. Midd. Zee n. Amst., pass. 5
Juli Gibraltar'.
NEREUS. 5 Juli van Danzig n, Stettin.
VAN RENSSELAER, uitr., 6 Juli van Dover.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
BEEMSTERDIJK, R'dam n Boston, was 5
Juli 9 u. 30 v.m. 85 mijlen O. van Niton.
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
KLIPFONTEIN. uitr., was 5 Juli 10 uur 5
v m. 120 mijlen van Lands End.
NIJKERK, 6 Juli van Hamburg te Amst.
SILVER—JAVA—PACIFIC-UJN.
BENGKALIS, 5 Juli' van Belawan naar
Vancouver.
JAVA-CHINA-JAPAN LIJN.
TJIMANOEK, 4 Juli van Manilla n, Hong
kong.
MAATSCHAPPIJ NEDERLAND.
MARNIX VAN ST. ALDEGONDE, uitr., 6
Juli van Algiers.
JOIIAN VAN OLDENBARNEVELT, thuisr.,
6 Juli van Colombo.
ROTT. LLOYD.
INDRAPOERA, thuisr., 8 Juli van Mar
seille.
o
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN.
JONGE JACOBUS. Carthagena n. Londen,
pass. 5 Juli Gibraltar.
BOEKELO, Londen n. Trangsund, pass. 3
Juli Southend.
MERWEDE, 4 Juli van Sunderland naar
Peterhead.
GOOTE, 5 Juli van R'dam te Cardiff.
MARK, 2 Juli van Sundswall n. R'dam.
SCOPAS, 5 Juli van R'dam te Port Said.
MACUBA, 4 Juli van Hamb. n. St. Kitts v.o.
MIRZA, naar Rouaan. was 5 Juli 12 u. 35
nam. 70 mijlen O. van Niton.
dering worden gebracht. Verder is aftrek
toegestaan van rente van hypothecaire en
andere schulden. Geen aflossing van schul
den.
B. J. Sch., te L. De successierechten
bedragen resp. f. 260 en f. 400.
N. A. B„ te Kinderaftrek wordt ver
leend voor minderjarige eigen of aange
huwde kinderen of pleegkinderen, welke
niet zelf In de Inkomstenbelasting worden
aangeslagen.
Bestaat ten opzichte voor een meerder
jarig kind de verplichting tot alimentatie
dan kan deswege een zeker bedrag voor
het inkomen worden afgetrokken.
In de gemeente Leiden bedraagt de be
lasting. berekend naar een inkomen van
f. 1260 In totaal f. 26.40.
Mevr. C. F. en H. N. te L. U kunt het
probeeren door een spons in suikerwater
te drenken en deze spons te leggen op de
plaats, waar de mieren geregeld komen.
Door de spons af en toe in schoon water
te dompelen doodt u de inzittende lastige
diertjes. Misschien kunt u het nest vinden
en dit doen uitgraven?
Mej. J. B. te L. Wendt U tot een
veearts.
zoo'n stap te doen zonder er goed over
nagedacht te hebben. Maar het idee is je
niet onaangenaam?
Natuurlijk niet, antwoordde Martin.
Maar de vraag is, hoe kom ik aan 't geld?
Je kleine erfenis parbleu. Je kunt
haar te gelde maken, zei hij tegen Martin,
toen hij begreep, dat deze hieraan niet
dacht, door zijn onwetendheid, waar het
geldzaken betrof.
En als ik niet overtuigd was, dat het
hier even goed bewaard was als in de
Engelsche Bank, zou ik het niet aanraden.
Mijn beste vriend, zei Martin, op
springende uit zijn stoel, hevig verschrikt
door de gedachte, dat Bigourdin hem ver
dacht argwaan te koesteren, hoe zou zoo'n
gedachte bij mij opkomen.
En je zoudt met langer in dat pak be
hoeven te loopen, zei Bigourdin glim
lachend, naar Martin's rok kijkende.
Dat sporen vertoont van veel gedra
gen te zijn, merkte Martin op.
De vreeselijke vetvlek trok weer zijn oog
en hij zag Lucilla weer voor zich en hoor
de haar mooie, diepe stem zeggen: Wij
zien elkaar in Egypte.
Maar hoe kon hij naar Egypte gaan of
naar welke plek ook, waar Lucilla was,
ais hij een hotel ging houden met Bigour
din en zich voor het leven had vastgezet
in Brantóme. Een rilling liep langs
zijn rug.
Eh bien? zei Bigourdin, hem weer tot
de petit salon terugroepende,
In zijn wanhoop kreeg Martin een inval.
Ik zou er graag met Fortinbras over
spreken, zei hij.
Dat zou ik je ook raden, zei Bigourdin
hartelijk. Je kunt naar Parijs gaan wan
neer je wilt. En nu praten we er niet lan
ger over. Ik voel me veel opgewekter dan
in het begin van den avond. Laten we de
flesch opdrinken op de zielerust van den
dapperen ouden brigadier. Hij zou niets
liever willen.
(Wordt vervolgd.).