LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 Juli 1932 Derde Blad No. 22176 73sle Jaargang UIT DE RAADZAAL H. M. PIERROT GEMEENTEZAKEN. SCHOORSTEENKLOKKEN PARLEMENTAIR OVERZICHT S FEUILLETON. Fortinbras' Toovermacht 40) LAND- EN TUINBOUW. VRAGENRUBRIEK. SCHEEPSTIJDINGEN. Een slot, dat geen slot mag heetcn - Groote uitgaaf goedgekeurd. - Klachten over de politie. Het derde bedrijf over de kwestie Maat schappelijk Hulpbetoon mevr. Brag- gaarde Does is geëindigd. Het was ge rekt en bijkans zonder eenige spanning. Het bracht slechts herhaling behoudens een enkel nieuw geluid. En zelfs het slot kon moeilijk anders dan als hoogst onbe vredigend worden geschetst.Neen, dit drama is wel een volslagen fiasco gewor den, mede tengevolge van het slechte spel der acteurs! Beziet men zakelijk de ellenlange debat ten. dan kan moeilijk anders worden ge constateerd, dan dat, behoudens de wet houder en de voorzitter, feitelijk niemand het ruiterlijk voor M. H. heeft opgeno men. Zelfs niet de heer Wilmer. die nog het verste ging in verdediging van deze instelling, al was het alleen al door bij wijze van verstoppertje-spelen geen woord te uiten over het adres van M. H. dat overigens bij niemand waardeering vond, al werd een schuchtere poging gedaan het althans eenigszins te verklaren. Dit was tenminste een lichtpunt! M. H. heeft door dit adres zijn zaak niet bevorderd Verder ook weinig anders dan meer ol minder welwillend geuite critiek. De heer Eikerbout voegde bij de gevallen van mevr. Braggaar nog eenige nieuwe die vooral niet minder waren van gehalte en daar nevens hoorde men algemeen erkenning van ,dat er natuurlijk fouten waren ge blaakt" en dergelijke weinig-zeggende verklaringen die tenslotte uiting vonden in een motie Wilmer, Wilbrink en Beeken kamp om de gansche werkwijze van M. H. nog eens na te gaan en te onderzoeken. Zelfs die motie kon, op zijn zachtst geno men, voor M. H. weinig gunstig worden geoordeeld en bepaald onverklaarbaar is Ons de draai van den wethouder, dat deze motie waardeering voor M. H. moest be- t66k6116n Zooals gezegd, alleen van de tafel van B. en W. werd M. H. volkomen gedekt, doch overtuigend was de verdediging na alles, wat tegen M. H. was aangevoerd, geenzins. Dat was ook onmogelijk, want zij moest in de ruimte worden gehouden, terwijl de aanval zich had toegespitst tot bepaalde gevallen als voorbeelden van de gedragingen van M. H. Kern van de ver dediging van den wethouder was dan ook slechts inhoud en toon van het lang zamerhand berucht geworden adres en dat moest den indruk zeer verzwakken. Dat adres is en blijft nu eenmaal een ongelukige greep. De voorzitter ging zoover als maar eenigszins mogelijk was om mevr. Brag gaar tevreden te stellen inzake de uit drukking „verdachtmaking", ten opzichte van haar beschuldigingen, tegen M. H. geuit, vooropgesteld, dat het woord zelf gehandhaafd werd. Het is o. i. in hoofdzaak juist dit woord geweest, dat aanleiding heeft gegeven tot dit drama. Was dit niet gebezigd, mevr. Braggaar zou geen commissie van onder zoek hebben gevraagd met alles, wat daarop gevolgd is. Geen raadslid kan toch zich laten beschuldigen van verdachtma kingen en men mag het recht niet ont zeggen, de gelegenheid te bieden de be schuldigingen dan te bewijzen. Waarbij natuurlijk de beschuldigde het recht heeft van verdediging, dat spreekt. Maar is te eischen, wanneer in eerste instantie reeds de commissie van onderzoek is geweigerd, dat de beschuldiger in het openbaar be schuldigde en petit comité alles voorlegt en daarover laat oordelen? Dat mevr. Braggaar, na eerst haar klachten als lid van M. H. daar te hebben gebracht, tenslotte daarmede in den raad kwam, toen M. H. doof bleef, dat is niet kwalijk te nemen en is ook niet gedaan. Wel echter haar weigering om in M. H. al haar beschuldigingen ter tafel te bren gen. doch zooals gezegd, te eischen was dit niet al zou een voldoen aan het ver zoek van M. H. de positie van mevr. Brag gaar hebben verstevigd. Achter die weigering heeft de raads- meerderheid zich verborgen en heeft op nieuw een commissie van onderzoek ver worpen. De heer Eikerbout deed nog een lofwaardige poging om de moties Wilmer en Van Eek te doen samensmelten, doch zijn zoo goed bedoeld en verstandig stre ven kon evenmin een meerderheid ver werven, al had het de gansche kwestie tot de meest gewenschte oplossing ge bracht. Opnieuw heeft de raadsmeerder- heid geen zekerheid willen brengen. De beschuldigingen van mevr. Braggaar heb ben opzien gebaard, officieel zijn ze ont kend, doch tot een bepaald oordeel kan men niet komen. Daarvoor zou een onder zoek noodig zijndat nu definitief is afgestemd. Een oordeel zal nu echter geveld wor den naar aanleiding van de debatten en alles, wat daarbij is voorgevallen; dit zal grootendeels voor M. H. niet gunstig kun nen zijn. M. H. zelf is door de raadsmeerderheid geen dienst bewezen door het achter de dekkingsmotie Wilmer c.s. weg-kruipertje spelen na de geuite beschuldigingen. Want dat ook volgens de motie-Wilmer de beschuldigingen van mevr Braggaar evenzeer zullen behandeld worden, is wel bijzonder naief. Die zijn weggeschoven. De commissie, die er nu komt, zal echter toch nog goed werk kunnen doen, in al- gemeenen zin, dat zij erkend, en dat is althans een troost in het onverkwikkelijk verloop van deze geschiedenis, die den raad zooveel tijd heeft gekost. Dat deze commissie meer naar deskun digheid dan naar politieke kleur zal wor den samengesteld, verdient o.i. alleszins waardeering. Niet alleen de politiek spreekt hier het eenig juist woord, al zij erkend, dat ook zij niet geheel zal kunnen worden genegeerd. Maar evenmin de deskundig heid! De reorganisatie van den Reinigings- en Ontsmettingsdienst is met groote meerder heid aanvaard, zooals B. en W. voorstelden en na de nadere toelichtingen verwondert ons dat niet. Op het eerste gezicht lijkt het inderdaad vreemd f. 120.000 uit te geven in deze tij den van benauwenis, waarvan men het einde nog niet kan zien. zonder besliste noodzakelijkheid. Men kan toch niet weten hoe het geld noodiger zal zijn. Maar als bijkans hetzelfde uitgegeven worden moet voor instandhouding van den dienst, die geheel ontredderd is.... dan wordt het anders en zou het eerder goed geld naar kwaad geld gooien zijn, om in dat geval te volstaan met noodwendige aanvullingen in plaats van over te gaan tot een afdoende nieuwe regeling, die toch komen moet. Helaas schijnt Leiden zich te bevinden in dit laatfte geval en daaruit laat zich de groote meerderheid voor B. en W. ver klaren Duurkoop belooft hier inderdaad goedkoop te zullen zijn. De semi-officieele interpellaties over het optreden der politie hebben, zooals steeds, slechts geleid tot een gedachten- wisseling over het al of niet juiste van dit optreden en bleven dus onvruchtbaar. In dit verband mag o.i. wel eens gewe zen worden op de moeilijke taak der politie in tijden als wij thans beleven. De tijds omstandigheden nopen, nu er zooveel nood wordt geleden en verbittering dientengevol ge heerscht, tot dubbele voorzichtigheid doch aan de andere zijde eveneens tot vol- ledigen steun aan het wettelijk gezag, dat niet onnoodig mag worden belemmerd in zijn uitoefening. Zwaar en verantwoorde lijk is daarbij de taak der politie en zij heeft recht op waardeerende medewerking van allen, die meenen, dat het gezag ge handhaafd dient te worden. Of dit laatste wel eens niet te veel over het hoofd wordt gezien, zij het wellicht zonder opzet? Overigens werden nog enkele kleine punten afgedaan, waarbij één nederlaag- voor B. en W.. die eens ten aanzien van een ambtenaar royaler wilden zijn dan de raad. Gewoonlijk is het andersom Intusschen is trots de warmte vrijwel schoone lei gemaakt en kunnen wij Maan dag met frisschen moed weer eens begin nen aan het Stadhuis-vraagstuk. RECLAME. HORLOGEMAKER MAARSMANSSTEEG 14 - TELEF. No. 1293 BURGERLIJKE STAND. Tengevolge van het aan de heeren Jhr. A. J. B. Six en A L. Reimerlnger verleend eervol ontslag als onbezoldigd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, uitsluitend belast met het sluiten van huwelijken, zal tot de benoeming van twee nieuwe functionarissen moeten worden overge gaan. Aangezien bij het voltrekken van huwe lijken meermalen moeilijkheden worden ondervonden wegens uitstedigheid, ziekte of verhindering van deze ambtenaren, zouden B en W. het getal hunner weder willen zien uitgebreid tot negen. B. en W. bieden de volgende aanbeve lingen aan: lo a. H. P. H. Würtz; b. R van Eecke. 2o. a. J. Hemmes; b. Mr. C. Beekenkamp 3o. a. J. Bots; J. H. A. Manders. PENSIONNEERING De uitgaven van pensionneering. ver zekering tegen ongevallen, invaliditeit en ziekte van de gemeente ambtenaren en werklieden, welke voor 1931 in totaal wa ren geraamd op f. 673 203.hebben be dragen f. 672.522.76 en zijn dus f. 680.24 beneden de raming gebleven. De ontvang sten, in totaal geraamd op f. 344.570.—, hebben bedragen f. 339 999 15 of f. 4.570.85 minder. De over 1931 ten laste van de gemeente gekomen pensioen en verzekeringskosten hebben derhalve f. 4.570.85f 680.24 f. 3.890.61 meer bedragen dan geraamd is. Ingevolge de begrootingsvoorschriften moeten de bovenstaande kosten, alsmede de daartegenover staande ontvangsten, nadat zij op de daarvoor bestemde verza melposten zijn geraamd, over de verschil lende hoofdstukken cn paragrafen der be grooting worden verdeeld. Profiteert van de enorme prijsdaling onser Alles met schriftelijke garantie. 2734 EERSTE KAMER. DE ECONOMISCHE RAAD Nadat de Kamer een aantal kleinere ontwerpen had aangenomen (waaronder dat inzake de onderhand overdracht door ruiling van gronden on der Leiden aan de gemeente Leiden i heeft zij het ontwerp tot instelling van een Economischen Raad behandeld en goedgekeurd. Van het debat valt weinig te zeggen. De heeren Westerdijk, Gelderman en Wibaut voerden het woord, allen om te verklaren dat zij voor het wetsontwerp zouden stemmen. Minister Verschuur beloofde al lerlei wenken in overweging te zullen ne men en verklaarde dat de Regeering zich van de adviezen, die de Raad geven zal, veel voorstelt, te meer, waar deze de be voegdheid krijgt om zoo noodig sociale commissies in te stellen- In de Raad zul len slechts besturen van algemeene eco nomische vorming worden benoemd. Met algemeene stemmen is het wets ontwerp daarna aangenomen. VLEESCH-CONTINGENTEERING Op dezelfde wijze ging het bij het wets ontwerp inzake de vleesch-contingentee- ring. (3-x.' Een aantal redevoeringen. Niets nieuws na het uitvoerige debat in de Tweede Kamer. Een speech van den Minister. En tot slot aanneming zonder hoofdelijke stemming. Aan het debat namen deel de heeren Koster, van Lanschot, Westerdijk en Wi baut, laatstgenoemde bestreed het ont werp. eerstgenoemde vond dat het niet aan de verwachtingen had beantwoord. De Minister heeft, evenals hij in de Tweede Kamer deed, betoogd, dat de Re geering met de uiterste soberheid de con- tingenteering toepast. Dit ontwerp is niet het beste voorbeeld van uitvoering der wet, omdat hierbij de verhouding tot De nemarken in het geding kwam. Men had meende de Minister in Denemarken beter onze nationale belangen kunnen be grijpen. In ieder geval is door het ontwerp naar de resultaten uitwijzen een verdere daling der prijzen voorkomen. Met 15 Juli echter zal een nieuw contingen- teerings-besluit noodig zijn; de Minister verwachtte dat daarop vlot de goedkeu ring der Staten-Generaal zal worden ver kregen. Ook dit ontwerp ging er tenslotte zooals gezegd zonder hoofdelijke stem ming door- HAGENAAR II let 1 i ct naar het Engelsch van WILLIAM LOCKE door J. E. d. B. K. lUs En toen ze de flesch boven hadden ge- tj bracht, gingen ze ieder aan een kant van het vuur zitten, Yh armstoelen met hoogen rug en een gevuld glas naast zich. k' - Beste jongen, zei Bigourdin, ik ben £m niet tevreden met den gang van zaken op de wereld. Ik heb vandaag een onderhoud gehad met Monsieur Viriot. dat me vrij verdrietig maakt. Onze twee families )U' waren zeer bevriend en de Viriot's hebben ons wijn geleverd tegen billijke condities ngedurende opeenvolgende geslachten, maar ct dat was zuivel' handel en bracht niet j,s mede het offer van een jong meisje. Vader Viriot vindt dit wel. Ik deelde hem Félise's weigering mede en het verbod van haar l vader. Hij gooide dit naar alle windstre- o; ken en gedroeg zich, alsof hij niet goed bij het hoofd was. Men moet oppassen voor de koppigheid van een man met een plat VC hoofd. bö' En wat is het eind van de bespreking vroeg Martin. Wij hadden een hevigen twist en zijn als vijanden gescheiden. Hij zond zijn n? kantoorbediende vandaag met de rekening die ik dadelijk betaald heb. En nu moet ik IS; mij wenden tot Maison Prunier in Péri- geux, dat lang niet zulke goede waar levert, en dat zal de gasten afschrikken. >K\; Onverschillig dronk hij zijn glas leeg. Mon brave, vervolgde hij na eenige (11 oogenblikken, mijn geest is vol proble- e, 1 men. die ik niet op kan lossen, en ik kan er met niemand over spreken dan met jou. J1.. Dat stel ik op hoogen prijs, antwoord- atö de Martin, maar waarom raadpleegt u niet eens onzen verstandigen vriend Fortin bras, die zooveel ondervinding heeft? Voila, riep Bigourdin, mót een zwaai van zijn groote hand. Hij is zelf het groot ste probleem. Waarom denk je, liet ik Félise weggaan met dien bekoorlijken wer velwind van een Amerikaansche? Martin, niet wetende of dit kleineerend was voor Lucilla. was een beetje geërgerd. Maar Bigourdin vervolgde: 't Is omdat ze zoo ongelukkig is en geen menschelijke macht haar troosten kan: Jij bent een gentleman en een man van eer. Ik zal je in vertrouwen iets vertellen, maar je moét zweren, dat je er nooit met iemand over spreken zult. Martin gaf hem zijn woord van eer en Bigourdin, zonder over geleden verdriet te spreken, vertelde hem Félise's bezoek aan de Rue Maugrabine. Het was mijn zuster, zei hij, die sinds vele jaren een prooi is van den drank iets zeldzaams bij Fransche vrouwen het is krankzinnigheid, als je wilt. Ze is dikwijls weg geweest om er van te gene zen, zonder succes. Ik heb mijn zwager aangeraden, om haar in een sanatorium te laten opnemen, maar hij wil niet. Hij was ,het, zoo houdt hij vol, die in voorbij ge- gane, ongelukkige jaren, door zelf veel te drinken, haar leerde van alcohol te gaan houden. En daarom behandelt hij haar met heuschheid, met teederheid zelfs Dat is mooi en hij zelf drinkt de laatste jaren niets dan water. Natuurlijk, zei Martin, en zijn ge dachten gingen terug naar zijn eerste ont moeting met Fortinbras in de Petit Corni- chon, waar deze zooveel frambozenlimo nade had gedronken. Wat leek dat lang geleden! .En nb. zei Bigourdin, zie je de onge lukkige verhouding, die Fortinbras als een echte Don Quixote tusschen zich en Félise heeft doen ontstaan. Zij heeft dezelfde verheven denkbeelden omtrent haar moe der behouden, maar ze verafschuwt den vader, dien ze altijd verafgood heeft En dat hee.t een wond geslagen in haar on schuldige kleine ziel. Martin was aangedaan door al de treu righeid, die hij vernam. Arme, kleine Félise, wat zal ze geleden hebbenl Zou het niet beter zijn, vroeg hij, om het fantasie-beeld, dat de moeder is. op te offeren ter wille van den levenden vader? Bigourdin stemde dit toe, maar Fortin bras wilde dit niet. Bigourdin was niet gelukkig met zijn zusters. Hij had een somberen kijk op de familie, waarvan hij de eenige mannelijke vertegenwoordiger was. Martin trachtte hem wat op te beuren, maar tevergeefs. Het vertrek van Félise, de breuk met de Viriots. dit alles vervulde zijn ziel met droefheid en wanhoop. Mon brave ami. zei hij. als ik sterf, en bij die woorden kreeg zijn forsch ge zicht een diep treurige uitdrukking, en hij sprak alsof hij zeventig was, wat moet er dan worden van het Hotel des Grottes? Félise vaart goed bij mijn testament, dat spreekt van zelf, maar zij zal wel trouwen en haar man volgen en die zal wel geen lust hebben om hotelhouder te zijn. Onderzoekend sloeg hij Martin gade, die hem kalm en onbewogen aanzag. 't Zou mijn hart breken te weten, dat het hotel verkocht zou worden; ik kan niet sterven met die ontknooping voor oogen. Maar mijn beste Bigourdin, zei Mar tin, waar denkt geover? U bent nog een jonge man, u bent niet ziek. U gaat niet dood. maar u hebt nog twintig, dertig, wellicht veertig levensjaren vóór u, waarin van alles kan gebeuren. Bigourdin leunde voorover en zijn lan gen arm uitstekende, tot hij de knie van Martin, die aan de andere zijde van den haard zat, met zijn vingers aanraakte, zei hij: Weet je wat gebeuren gaat? We krij gen oorlog, 't Volgend jaar of het jaar daarop of over vijf jaar, weet ik het, maar het komt. En als de krijgstrompet gebla zen wordt, trek ik mijn oude uniform aan en marcheer mede, zooals mijif vaderen voor mij hebben gedaan. En waarom zou ik dan niet sneuvelen evenals mijn broe der in Marocco? Zeg me dat eens? En niettegenstaande Martin zich zeer vertrouwd had gemaakt met den wakkeren geest, dia ln de Fransche provincie DUITSCHLAND CONTINGENTEERT DEN t INVOER VAN AARDAPPELEN. De Duitsche regeering heeft besloten, in verband met den grooten invoer van vroege aardappelen, die den verkoop van Duitsche vroege aardappelen bemoeilijkt, den invoer van vroege aardappelen te contingenteeren. Dit is het eerste contin- genteeringsbesluit der Duitsche regeering. Het Hbld. teekent hierbij aan. dat Duitschland onze grootste afnemer is van vroege aardappelen. In 1926 en 1927 gingen resp. 90 en 80 millioen K.G naar Duitschland van de 130 en 105 millioen K.G. totaal, dus 70 a 80°,o! En in 1928 en 1929 gingen naar Duitschland 59 en 54 van de 94 en 93 mil lioen KG., dus 60 a 65°van het totaal. TARWE-ORGANISATIES NOORD- EN ZUID-HOLLAND. De besturen der Tarwe-Organisaties voor Noord- en Zuid-Holland brengen ter kennis van belanghebbenden, dat er in de laatste weken nog enkele tarwetelers zijn geweest, welke zich niet tijdig met den te velde staanden oogst hadden aangemeld en alsnog aansluiting hebben verzocht. Tot heden zijn deze nakomers aangeno men, doch de besturen vestigen er de aan dacht op, dat thans de controle te velde zal beginnen en perceelen tarwe, welke niet mochten worden gecontroleerd, omdat zij niet op de lijsten voorkomen, moeilijk later alsnog kunnen worden aanvaard. Daar het vooral kleine telers zijn, welke nog steeds niets van de tarwewet schijnen te weten, zouden de besturen het zeer op prijs stellen, indien aangeslotenen, ieder in eigen omgeving vorenstaande waar schuwing bekend maken. Thans is ook weder de tijd aangebroken, dat in sommige streken van Noord- en Zuid-Holland tarwe te velde wordt ver kocht. De besturen vestigen er de aan dacht op. dat geen tarwe door de Organi satie zal worden aanvaard, welke te velde is gekocht, tenzij de verkooper zoowel als de kooper Jid is of erkend handelaar en de koop ter kennis van het district wordt gebracht. Men kan hiervoor formulieren bij den districts-secretaris bekomen. Bij verkoop via den notaris kan de notaris zijn bemiddeling tot het vervullen van eenige formaliteiten verleenen. Men verzuime niet zich vóór den koop of verkoop tot den districts-secretaris om nadere inlichtingen te wenden. T. v. Z„ te A. Onder inkomen wordt verstaan de som, van hetgeen in geld of geldswaarde zuiver genoten wordt als op brengst voor: le. onroerende goederen; 2e. roerend kapitaal; 3e. onderneming en ar beid; 4e. rechten op periodieke uitkeering van het ieven afhankelijk. De opbrengst van een bron van inkomen mag worden verminderd mei de kosten tot verwerving, inning en behoud der op brengst. Hij, die alleen om persoonlijke re denen elders woont dan ter plaatse, waar hij zijn beroep uitoefent, mag voor de be paling van zijn belastbaar inkomen, de kosten voor het heen en weer reizen niet als beroepskosten in mindering brengen. Aftrek van kosten voor gebruik van een rijwiel zullen alleen dan in mindering kun nen worden gebracht, indien deze kosten uit den aard van het beroep voortvloeien zooals b.v. het geval kan zijn bij arbeiders, die gewoonlijk slechts korten tijd achter een bij denzelfden werkgever in dienst zijn. Alleen zakelijke belastingen als grondbe lasting. straatbelasting, waterschap- en pol derlasten. kunnen worden afgetrokken. Voor zoover de personeele belasting als een zakelijke belasting is aan te merken, b.v. voor een café. wmkel of gemeub. kamers, kan ook deze in mindering worden ge bracht Aftrek van inkomstenbelasting is niet toegelaten. Premies, vrijwillige ouder- domsverz.. levensverz. en begrafenisfonds mogen worden afgetrokken Deze aftrek mag te zamen niet meer be dragen dan vijf ten honderd, voor het In komen, niet meer dan f 100 en in geen geval meer dan het werkelijk verschuldigde jaarlijksche bedrag. Ondersteuning aan be hoeftige ouders en grootouders kan in min- heerschte; zoo begreep hij toch niet. hoe het vage dreigende oorlogsgevaar zóó het persoonlijk leven van de Franschen beïnvloeden kon Maar dat doet er niet toe, zei Bigour- din, na eenig heen en weer praten. Op den een of anderen dag moet ik toch sterven. Maar ik heb je niet in mijn vertrouwen genomen, opdat we daarover zouden dis puteeren. Ik heb je expres verteld, welke motieven mij beheerschen. En dat is, op dat je zult begrijpen, waarom ik je een zakelijk voorstel wensch te doen. Een zakelijk voorstel? herhaalde Martin. Qui, mon ami. Hij vulde Martin's glas en zijn eigen en ging voort: Op de goede verstandhouding tus schen de landen en tusschen ons beiden. Een zakelijk voorstel, herhaalde Bi gourdin, en hij begon dadelijk zijn bedoe ling uit te leggen. 't Was het eenvoudigste voorstel, dat men zich denken kon. Waarom zou Martin niet het geld van de nalatenschap zijner moeder in de een eeuw oude, welvarende zaak van het Hotel des Grottes steken en een compagnon worden van Bigourdin? Een rechtsgeleerde zou de zaak goed voor elkaar krijgen tot in de kleinste détails. En dan zou hij, Bigourdin, als zijn uur sloeg, over een paar jaar of over een kwart eeuw, niet bezwaard behoeven te zijn over het voortbestaan van het Hötel der Grottes. En toen begreep Mar tm het plechtige van het oogenblik; de pétit salon met het vlammend haardvuur, de fijne flesch wijn en de intieme mededeelingen van Bigour din. Maar het onverwachte van het voor stel deed hem duizelen. Beleefd zei hij: Mijn beste vriend, uw voorstel, dat ik mij met u zou verbinden in deze zaak, is een compliment, dat ik ten hoogste op prijs stel. Maar Maar wat? Ik moet er over denken. Natuurlijk, zei Bigourdin. Je moest jvel een leeghoofd zijn en geen man, om HALCYON LIJN. STAD AMSTERDAM, Vlaardingen n. Lulea pass. 2 Juli Hammershus. VREDENBURG, N. Aires n. R'dam, pass. 29 Juni St. Vincent. STAD DORDRECHT, 7 Juli van Huelva te Rotterdam verwacht. STAD ZALTBOMMEL, 5 Juli van Oran n. Huil. STAD ARNHEM, 5 Juli van Constanza n. Rotterdam. STAD HAARLEM. 5 Juli van R'dam te Bagnoli. ROZENBURG, 5 Juli van Ceuta te Huelva. MAASBURG, 5 Juli van San Lorenzo te Rosario. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LJIN. ALPHERAT, thuisr., 6 Juli v. Rio Janeiro. KON. NED. STOOMB.-MIJ. TRAJANUS, thuisrwas 4 Juli 3 u. 30 n.m. 400 mijlen W.Z.W. van Valentia. VENEZUELA, uitr was 5 Juli 1 u. 35 v.m. 400 mijlen Z W van Valentia. BOSKOOP. 4 Juli van Talcahuano naar San Antonio. FAUNA, Amst. n. Midd. Zee, pass, 6 Juli v.m. 10 uur Oitavos. GANYMEDES. Midd. Zee n. Amst., pass. 5 Juli Gibraltar'. NEREUS. 5 Juli van Danzig n, Stettin. VAN RENSSELAER, uitr., 6 Juli van Dover. HOLLAND—AMERIKA LIJN. BEEMSTERDIJK, R'dam n Boston, was 5 Juli 9 u. 30 v.m. 85 mijlen O. van Niton. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. KLIPFONTEIN. uitr., was 5 Juli 10 uur 5 v m. 120 mijlen van Lands End. NIJKERK, 6 Juli van Hamburg te Amst. SILVER—JAVA—PACIFIC-UJN. BENGKALIS, 5 Juli' van Belawan naar Vancouver. JAVA-CHINA-JAPAN LIJN. TJIMANOEK, 4 Juli van Manilla n, Hong kong. MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. MARNIX VAN ST. ALDEGONDE, uitr., 6 Juli van Algiers. JOIIAN VAN OLDENBARNEVELT, thuisr., 6 Juli van Colombo. ROTT. LLOYD. INDRAPOERA, thuisr., 8 Juli van Mar seille. o DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. JONGE JACOBUS. Carthagena n. Londen, pass. 5 Juli Gibraltar. BOEKELO, Londen n. Trangsund, pass. 3 Juli Southend. MERWEDE, 4 Juli van Sunderland naar Peterhead. GOOTE, 5 Juli van R'dam te Cardiff. MARK, 2 Juli van Sundswall n. R'dam. SCOPAS, 5 Juli van R'dam te Port Said. MACUBA, 4 Juli van Hamb. n. St. Kitts v.o. MIRZA, naar Rouaan. was 5 Juli 12 u. 35 nam. 70 mijlen O. van Niton. dering worden gebracht. Verder is aftrek toegestaan van rente van hypothecaire en andere schulden. Geen aflossing van schul den. B. J. Sch., te L. De successierechten bedragen resp. f. 260 en f. 400. N. A. B„ te Kinderaftrek wordt ver leend voor minderjarige eigen of aange huwde kinderen of pleegkinderen, welke niet zelf In de Inkomstenbelasting worden aangeslagen. Bestaat ten opzichte voor een meerder jarig kind de verplichting tot alimentatie dan kan deswege een zeker bedrag voor het inkomen worden afgetrokken. In de gemeente Leiden bedraagt de be lasting. berekend naar een inkomen van f. 1260 In totaal f. 26.40. Mevr. C. F. en H. N. te L. U kunt het probeeren door een spons in suikerwater te drenken en deze spons te leggen op de plaats, waar de mieren geregeld komen. Door de spons af en toe in schoon water te dompelen doodt u de inzittende lastige diertjes. Misschien kunt u het nest vinden en dit doen uitgraven? Mej. J. B. te L. Wendt U tot een veearts. zoo'n stap te doen zonder er goed over nagedacht te hebben. Maar het idee is je niet onaangenaam? Natuurlijk niet, antwoordde Martin. Maar de vraag is, hoe kom ik aan 't geld? Je kleine erfenis parbleu. Je kunt haar te gelde maken, zei hij tegen Martin, toen hij begreep, dat deze hieraan niet dacht, door zijn onwetendheid, waar het geldzaken betrof. En als ik niet overtuigd was, dat het hier even goed bewaard was als in de Engelsche Bank, zou ik het niet aanraden. Mijn beste vriend, zei Martin, op springende uit zijn stoel, hevig verschrikt door de gedachte, dat Bigourdin hem ver dacht argwaan te koesteren, hoe zou zoo'n gedachte bij mij opkomen. En je zoudt met langer in dat pak be hoeven te loopen, zei Bigourdin glim lachend, naar Martin's rok kijkende. Dat sporen vertoont van veel gedra gen te zijn, merkte Martin op. De vreeselijke vetvlek trok weer zijn oog en hij zag Lucilla weer voor zich en hoor de haar mooie, diepe stem zeggen: Wij zien elkaar in Egypte. Maar hoe kon hij naar Egypte gaan of naar welke plek ook, waar Lucilla was, ais hij een hotel ging houden met Bigour din en zich voor het leven had vastgezet in Brantóme. Een rilling liep langs zijn rug. Eh bien? zei Bigourdin, hem weer tot de petit salon terugroepende, In zijn wanhoop kreeg Martin een inval. Ik zou er graag met Fortinbras over spreken, zei hij. Dat zou ik je ook raden, zei Bigourdin hartelijk. Je kunt naar Parijs gaan wan neer je wilt. En nu praten we er niet lan ger over. Ik voel me veel opgewekter dan in het begin van den avond. Laten we de flesch opdrinken op de zielerust van den dapperen ouden brigadier. Hij zou niets liever willen. (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9