73,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 Jnni 1932 Derde Blad No. 22158 BINNENLAND. FEUILLETON. Fortinbras' Toovermacht ONTSLAGEN BIJ HET RIJK. Uitvloeisel van het rapport der commissie Weiter. 2ooals men weet, wordt in het rapport Her bezuinigingscomissie Weiter. als mid del tot bezuiniging aangegeven: inkrim- „ins van personeel op de departementen. Naar wij thans vernemen, is aan dezen Toorgestelden maatregel o.a. op het De- oartement van Koloniën reeds een begin „n uitvoering gegeven. Op laatstgenoemd Departement is aan 28 leden van het personeel, met ingang van 1 Januari 1933 ontslag aangezegd. De ontslagenen worden op wachtgeld gesteld, totdat zii den pensioengerechtigden leef tijd zullen hebben bereikt. Bij alle andere Departementen zijn soortgelijke maatregelen in voorbereiding; men is daar echter nog niet zoover, dat de ontslagbesluiten reeds aan de betrokkenen zijn medegedeeld. (Vad.) DE INTERPELLATIE-KUPERS. Demonstratie van de S. D. A. P. te Amsterdam. De arbeiders, aangesloten bij S.D.A.P en Vakbonden te Amsterdam, waren tegen gis teravond opgeroepen om te demonstreeien ter ondersteuning van de interpellatie-Ku- pers tegen het voornemen van de regee ring om steunuitkeeringen te verlagen. Duizenden hadden aan den opgroep ge volg gegeven. Tegen halfnegen vormde zich een stoet met vlaggen en vaandels. Eerst kwamen de afdeelingen van de S.D.A.P. gevolgd door die van de Vakbonden. De lange stoet werd gesloten door Sportbond en A. J. C. Door de straten van buurt Y.Y. werd getrokken naar het Amstelveld. Hier werd de menigte toegesproken door den heer S. R. de Miranda, voorzitter van de Federatie Amsterdam van de S.D.A.P. Deze verheug de zich er over. dat de demonstratie zoo goed geslaagd was en leidde daaruit af dat de ontevredenheid en de ellende van de arbeiders wel groot moet zijn. Vervolgens stelde hij in het licht wat de regeering voor heeft met de werkloozen door de uit- keeringen aan de werkloozen te verlagen. Eenige duizenden bouwvakarbeiders zou den in Amsterdam werk kunnen vinden, wanneer de regeering het niet belette. Door de regeering worden de levensmidde- lenprijzen verhoogd en de loonen gedrukt. Over een en ander zal de heer Kupers in de Kamer spreken. Hij kan. zeide spr. uit deze demonstratie kracht putten. Spr. wekte tenslotte op naar Den Haag te gaan om daar opnieuw te demonstreeren tegen het voornemen van de regeering. De stoet werd daarna ontbonden. DE EERSTE NIEUWE HARING AAN H. M. DE KONINGIN. Gistermorgen werden te Vlaardingen door de VI. 80 (schipper C. v. Oosten van de N V. Vlaardingsche Stoomvisscherij. di rectie IJzermans en Co.i 53 kantjes kol- haring aangevoerd. Van deze partij is de eerste haring aan H. M. de Koningin aan geboden. NED. CHR. BOUW ARBEIDERSBOND. Te Apeldoorn is onder presidium van den heer A. J. Terwey van de Bildt aan gevangen de algemeene vergadering van den Bondsraad van den Ned. Chra Bouw- arbeidersbond. In zijn openingswoord wees de voorzitter op het drukkende van dezen tijd en memoreerde hij den groei van den bond. Het ledental nadert nu de 14000. Spr wees op den omvang van de werk loosheid en den teruggang van de aanbe- stedingscijfers. Spr. noemde het onbillijk, dat de regeering geen crisiswerkloosheid in het bouwvak erkennen wil en besloot met een opwekking om pal te staan voor het goede recht van de Chr. sociale be weging. Vervolgens werden eenige voorstellen af gedaan. Voorsteilen betreffende het werk- loozenkasreglement werden door den bonds penningmeester namens het bondsbestuur uitvoerig verdedigd waarna ze werden aan genomen. Ze beteekenen dat dit jaar de uitkeering uit de werkloozenkas, die op f. 940.000 worden geraamd, verzekerd zijn en dat de uitkeeringsdagen niet tot 25 behoeven te worden ingekrompen. De re serve bedraagt f. 400.000. (Vad.) MR. HEEMSKERK HERDACHT. In de Oosterkerk te 's-Gravenhage werd gisteravond een herdenkingssamenkomst gehouden, gewijd aan de nagedachtenis van wijlen mr. Th. Heemskerk. Deze bij eenkomst was belegd door de Centrale A.-R. Kiesvereeniging Nederland en Oranje. Onder de talrijke aanwezigen, welke dezen herdenkingsdienst bijwoonden, wa ren de ministers de Geer en Dormer en de Tweede Kamerleden J. J. C. van Dijk, Schouten, Zijlstra en v. d. Heuvel. Er is gesproken door mr. J. A. de Wilde, dr. H. Colijn. en dr. C. Bouma. DE ZEPPELINLANDING TE ROTTERDAM Naar men ons mededeelde zal waar schijnlijk (Ie La Cierva met zijn auto-giro vliegtuig het vliegfeest dat Zaterdag a.s. op Waalhaven plaats vindt ter gelegenheid van de landing van de „Graf Zeppelin" opluisteren. Hoewel nog .geenszins vaststaand is het zeer wel mogelijk, dat Dr. Eckener per soonlijk de vlucht zal medeinaken. In dit geval zal hij na aankomst op Waalhaven te Rotterdam gehuldigd worden. Onder de reizigers die de vlucht Rot terdam— Friedrichsbafen zullen medemaken is ook Generaal Snijders. Naar schatting worden ongeveer 7000 auto's en autobussen met bezoekers ver wacht. Voor goede parkeering van al deze wagens is zorggedragen. Op het vlieg veld zelf zullen ongeveer 100 000 personen de landing kunnen gadeslaan. Er wordt nog op gewezen, dat op den dag van de lan ding alle toegangswegen tot het vliegveld Waalhaven zullen zijn afgesloten voor alle verkeer en dat slechts zij mogen passeeren die in het bezit zijn van toegangs- of doorlatingsbewijzen. NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING. Aan het 26e jaarverslag van de Neder- landsche Reisvereeniging over 1931 ontlee- nen wij. dat het aantal leden op 1 Januari van dat jaar bedroeg 70.009 en op 1 Ja nuari 1932 teruggeloopen was tot f. 65.756. Het aantal afdeelingen bleef onveranderd op 33. Er werden in dat jaar 549 reizen gemaakt met 19.827 deelnemers (in 1930 resp. 553 en 18.874'. Het netto verreisde bedrag was f. 1.707.589 (v. j. f. 1.683.047). Het financieel verslag geeft een voor- öeelig saldo aan van f. 42.070. De lasten en batenrekening geeft, vergeleken met. 1930, een stijging der baten aan van f. 45.530 en een daling der lasten van f. 29.060. waardoor het jaar 1931 niet min der dan f. 74.590 gunstiger voor de ver- eeniging was dan het jaar tevoren. Aan contributies werd ontvangen f99.210 (f.6000 hooger dan in 1930), aan inkom sten uit reizen f. 106.738. Het kapitaal der vereeniging steeg door het groote, voordee- lige saldo tot f. 47.562. DE POSTVLUCHTEN. De „Duif" (uitreis) vertrok gisteren om 9.25 van Calcutta en kwam na een tus- schenlanding te Akyab om 16 56 te Ran goon aan. De „Ijsvogel" 'thuisreis' vertrok giste ren om 4.19 uit Djask en kwam na een tusschenlanding te Boesjir om 15.52 te Bagdad aan. HET BEZUINIGINGSRAPPORT. Op een vraag van het Tweede Kamerlid van der Waerden: Acht de regeering het niet gewenscht, teneinde een oeverlooze discussie te voor komen. dat de publicatie van het rapport- Weiter onverwijld gevolgd wordt door mededeeling van de beschouwingen en voorstellen der regeering ter zake? heeft de minister van binnèhlandsche zaken, voorzitter van den raad van minis ters. geantwoord: Deze vraag wordt ontkennend beant woord. Het is regel, dat het rapport van een Staetscommissie gepubliceerd wordt geruimen tijd vóórdat de regeering van haar beschouwingen en voorstellen doet blijken. Ditmaal zal de tusschenruimte zelfs korter zijn dan gewoonlijk. Van dis cussie over het rapport kan wie de opge wektheid daartoe mist, zich onthouden. VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen, zal op Maandag 20 Juni e.k. niet plaats hebben. UIT NED. OOST-INDIE. OPENING VAN DEN VOLKSRAAD. OOK IN INDIË NIJPT DE CRISIS. BATAVIA, 15 Juni. 'Aneta). Hedenmor gen heeft Z. E. de gouverneur-generaal van Ned.-Indië, mr. dr. R. C. de Jonge, de zitting van den Volksraad geopend. Z. K. memoreerde dat het slechts negen maan den geleden is dat hij in deze zaal aanwe zig was ter aanvaarding van zijn ambt. Dit is een korte spanne tijds, maar een periode vol van gebeuren van klemmende beteekenis en groote moeilijkheden. Spr. memoreerde dat hij allerwege loyale me dewerking ondervond van goede krachten, welke zich met onvolprezen ijver en toe wijding aan de behartiging van de zaken des lands wijden, zoodat zijn kennisma king met de bestuursvoering niet de groote moeilijkheid vormde. Deze lag in bizon- dere omstandigheden. Het bestaan van een ernstige crisis was bekend, maar hoe ernstig die crisis worden zou. werd slechts door enkelen voorzien. Spreker memo reerde de oorlogsschulden, de herstelbe talingen, de tariefmuren en den politieken toestand van sommige landen, waardoor honderden millioenen buiten normale pro ductie en consumptie bleven, terwijl ook de toestand van Nederland allerminst tee kenen van beterschap vertoont. Wat wij van Nederland hooren wijst op een noodtoestand van handel, industrie, land- en tuinbouw. Het gevoel van saam- hoorigheid doet ons daarom dubbel be langstellen en meeleven. Bovendien kun nen wij voortaan den steun van het moe derland bij de financiering van onze geld behoeften niet missen, zoodat het niet alleen een pakkende uiting van eenheid is maar ook van practische politiek is, te doen wat gedaan kan worden ter behar tiging van de belangen van het moeder land. zonder die van Nederlandsch-Indië schade te doen. Ook in Ned. Indië is beter schap nog niet ingetreden, hetgeen op zeer pijnlijke wijze wordt gevoeld bij de beschouwing van onze Europeesche en in- heemsche exportbedrijven. De goede oog sten doen de voedingsvoorziening voor het land geen gevaar loopen. doch de markt waarde van alle producten verzwakt de economische kracht van de bevolking. Spr. memoreert de werkloosheid onder alle groepen van de bevolking. De regeering is natuurlijk volledig bereid het noodige en mogelijke te doen, doch particulier initia tief en onderling hulpbetoon verdient verre de voorkeur boven ambtelijke be moeiingen. Spr. doet .een beroep op aller medewerking. Wees sprekers ambtsvoorganger verle den jaar op een terugvallen van de lands- middelen tot 416 millioen gulden, thans wordt op grond van de uitkomsten van verleden jaar en de verstreken maanden van het ïoopende jaar erop gerekend, dat deze ruim nog 100 millioen te hoog is. Spr. staat stil bij de inkrimping der formaties, de ontslagen en de afvloeiing en spreekt zijn oprechte sympathie en medegevoel met de slachtoffers uit. „Ik gevoel dit misschien meer dan iemand anders, omdat ik mij er voortdu rend van bewust ben, dat mijn paraaf hier beteekent een aantal werkloozen, daar een gebroken carrière en elders een ontwricht gezin. In de meeste gevallen teleurstelling leed en ellende". Spr, wijst verwijten van partijdigheid af en beroept zich hierbij op het feit, dat de afvloeiing in de jaren 1931 en 1932 bij het personeel met een maandelijksche be zoldiging van minder dan f. 800 Th pet. en bij het personeel met een hoogere be zoldiging dan f. 800 per maand 11 pet. bedroeg. Zijn wij, zooals de regeering hoopt, aan het einde van dit jaar door de grootste bezwaren heen. dan zal niet al leen een aanzienlijke bezuiniging worden verkregen, doch ook de basis zijn gelegd voor een stelselmatig economischer en doeltreffender verderen uitbouw van het onderwijs, zoodra de omstandigheden dat weer toelaten. Inzake de vraag politie- REGENDROPJE, REGENDROPJE, VAL MAAR OP MIJN BLOOTE KOPJE. leger of defensie-leger, zegt de gouverneur- generaal, dat afgescheiden van de defen- sietaak van 't leger hoe beperkt ook opge vat het legerbestuur ook voor handhaving van rust en orde aan een kleiner defensie- leger de voorkeur geeft boven een grooter politie-leger. Spr. verklaart dat de finan- cieele nota een vollediger overzicht bevat, waaruit blijkt, dat een benadering van het uitgaven-niveau ad 400 millioen gulden niet gemakkelijk zal zijn, doch hiermede is nog niet genoeg gedaan. Als de inkomsten niet beter worden, zullen wij verder terug moeten. Een vast plan voor die verdere maatregelen kan spreker niet geven. „Al kon ik het, dan zou ik u dat toch niet voorleggen". BATAVIA. 15 Juni. (Aneta). De eind cijfers van den geheeleri gewonen en bui tengewonen dienst van de begrooting voor het dienstjaar 1933 zijn als volgt; Ont vangsten f. 561.148.399, uitgav. f. 659.811.612 De cijfers van den gewonen dienst zijn hiervan: Ontvangsten f. 520.395.846, uitga ven f. 620.390.075. De buitengewone dienst laat dus een overschot van f. 1.331.016. Uit de berekening van de saldi over de jaren 1922/1933 blijkt, dat ultimo 1932 f246.200.000 ongedekt zal zijn, aangezien het totaal-tekort over deze reeks van dienstjaren f.482 600 000 bedraagt, waar voor uit de opbrengst van de verschillende leeningen een bedrag van f236 400 000 in mindering kan worden gebracht. VEROORDEELD WEGENS MOORD. BATAVIA. 15 Juni. (Aneta). De Land raad alhier veroordeelde den inlander die een Chineesche familie woonachtig in de Prinsenlaan te Batavia aanviel en den heer des huizes en zijn echtgenoote vermoordde tot 20 jaar gevangenisstraf, zonder aftrek van den tijd in preventieve hechtenis doorgebracht. SCHADE DOOR EEN SPRINGVLOED. Ongekend hooge waterstanden. CHERIBON. 15 Ju.ni. (Aneta). Een springvloed welke een half uur duurde, was oorzaak dat een laaggelegen goedang, waarin suiker was opgeslagen, en welke goedang toebehoorde aan de Internationale Crediet- en Handels-Vereeniging „Rotter dam" onderliep Hierdoor werden 1000 zak ken suiker onbruikbaar. Het waterpeil be reikte een hoogte welke sinds menschen- heugenis niet voorkwam. TEGAL. 15 Juni. (Aneta). De zelfregis- treerende peilschaal is onklaar geworden bij het maximum van 155 cM. boven den laagsten waterstand. De normale, maande lijksche springvloed te Tegal en Pekalon- gar bereikte een hoogte van 130 c.M. Te Tegal en Pekalongar is geen schade gele den. Er zijn geen goedangs ondergeloopen, echter wordt een herhaling van den springvloed verwacht hedenmiddag om 4 uur 50 minuten. SEMARANG. 15 Juni. (Aneta). Alhier werd de sinds jaren niet voorgekomen hooge waterstand van 125 cJti. boven het Semarang-peil geconstateerd, terwtil nor maal hoog water te Semarang is 90 c.M. boven het Semarangpeil. Hierdoor werden aan den havenkant overstroomingen ver oorzaakt. welke schade toebracht aan het kantoor van het Semarang-orauwen-veer en dat der havenpolitie, welke onderliepen. In een half uur tijds steeg het water on geveer 40 c.M. Het gegraven droogdok van 's lands bag gerbedrijf waarin 2 booten waren opgeno men. is volgeloopen. Een tank. toebehoo- rend aan de Pure Casie Motasse Company met een inhoud van 30 ton molasse is vol geloopen. Andere tanks welke rondom het water zijn gelegen alsmede talrijke goe dangs zijn overstroomd. "sar het Engelsch van WILLIAM LOCKE door J. E. d. B. K. 221 HOOFDSTUK VIII. Corinna, opgekwikt door in allerijl ont boden voedsel, stak een cigaret op en ver- Klaarde zich op sarcastischen toon bereid baar het Orakel te luisteren. Het wakel boog met zijn gewone welwillend heid en sprak lang en vloeiend in ter- roeit, die niets dubbelzinnigs hadden, om- Jent zijn bedoeling. Om nu te zeggen, dat j'Onnna verrast was over zijn voorstel, zou I?ar gevoel van verontwaardigde verba zing slecht weergeven. Doodstil zat ze "iet vuurroode wagen en samenge perste lippen en liet den ellendigen kerel him Ult?praak voleindigen, voordat zij geheel ging vernietigen. Hij sprak J?' toen Bigourdin aan de deur ver steen Midden in zijn zin brak Fortin- ,,en rieP ^em toe, binnen te komen, p. ™yn beste Gaspard, zei hij in het f.ntii .want Bigourdin kende weinig ik ga mademoiselle Corinna een zal hl voorleggen- dat zeei naar geluk or(ieren en waar jij ook wel je a»m luri,ng aan 2ult Beven. Ga zitten en "wm deel aan onze vergadering. tnm.J vmd ir'i voorbaat alles goed. zei de rorsche man glimlachend. ni~ "an,bent u zeker al van dit prachtige -ü r£ ?e ho°gie? vroeg zij. onbemf1 1 geheel niet maar ik heb een «perkt vertrouwen in mijn zwager, ttwir .1. idée is' dat ik in uw fabriek kou vinden als opzichteres. bit met13 Prachtig, riep Bigourdin v schitterende oogen. Zoo iets kan alleen maar in zijn wijs hoofd opkomen. De zaak groeit Félise en mij boven het hoofd. Vroeger of later moet ik een vrouw aanstellen bij de fabricage. Ik heb Daniel mijn moeilijkheden vertelt en nu komt hij met deze prachtige oplossing, het is werkelijk prachtig. Zijn heele eer lijke gezicht straalde. Je zoudt van meet af aan moeten be ginnen om er alles van te leeren, voegde Fortinbras er vlug aan toe. Dat zou ge makkelijk gaan, want zij, die je moeten onderrichten, zijn van goeden wille en je hebt een flinke dosis gezond verstand. Je zoudt iederen dag meer gevoel van eigen waarde krijgen omdat je een werkzaam deel neemt in het sociale organisme. Dus, zei Corinna, ter wille van Bi- gourdin's tegenwoordigheid een heftige uitbarsting bedwingend, hoewel ze trilde van woede, u zoudt willen, dat ik het leven, dat God mij gegeven heeft, ge bruikte om paté de foie gras te maken Dat is beter dan je als een dwaas aan te stellen door slechte schilderijen te maken. Ik heb het schilderen opgegeven, zei Corinna. En iedere vrouw stelt zich als een dwaas aan. Van daar het voortbestaan van het menschdom. In jouw geval, mijn lieve Corinna. zou dat prijzenswaardige dwaasheid zijn. U beleedigt me, riep ze, haar wangen vuurrood. Stil, stil, zei Bigourdin en hij legde zijn forsche hand op de arm van zijn zwager Maar Fortinbras streek zijn witte manen naar achter en zag beiden aan met den rustigen blik van een ouden kalmen leeuw. Het kan niet ais een beleediging be schouwd worden, als men een cynischen grap beantwoordt met het gezegde dat én huwelijk èn moederschap het prijzens- I waardige lot van de vrouw zijn. Hoonend vroeg Corinna: Hoe speelt u dat klaar om zoo te doen? Wat te doen? Zoo te praten. Omdat ik onderwijs heb gehad, dat verder ging dan gewoon lager onderwijs. Maai' je hebt niet geantwoord op mijn voorstel. Eens heb je gezegd, dat je het leven bij de keel zou grijpen om er iets groots uit te schudden. Dat wil je nog, maar je kunt het niet En je weet dat je het niet kunt, lieve Corinna. Zelfs zij, die het wel kunnen, valt toch weinig geluk ten deel. Geluk komt tot ons door de fijn ste kanaaltjes! En ik geloof dat het voor jou zou komen door de lever van een vet- gemesten gans. Na Corinna's uitval was er een schaduw gevallen over het zonnig gezicht van Bigourdin Mademoiselle Corinna. zei hij op ero- stigen toon ,als u deze positie zoudt willen aanvaarden, deze positie, die niets oneer vol is. dan verzeker ik u uit den gTond van mijn hart, dat u met groote achting en waardeering behandeld zoudt worden. De volmaakte hoffelijkheid van Bigour din ontwapende haar. Ze was natuurlijk nog verontwaardigd op Fortinbras. Dat hij haar. Corinna Hastings, het laatste type van de geëmancipeerde, jonge, Engelsche vrouw, er zeer op gesteld haar persoonlijk heid te laten gelden, zou aanraden om zich te begraven in een duf, klein. Fransch stadje en een soort van huishoudster te worden in een klein Fransch hotelletje! Dat voorstel was belachelijk, een belee diging van haar persoonlijkheid, die zij zelve toch zoo belangrijk vond en die hij van nul en geener waarde scheen te ach ten. Waarom maar niet dadelijk kamer meisje of ganzenhoedster worden? Zijn minachtende aanmatiging maakte haar razend. Ze was woedend op Fortinbras. Maar Bigourdin, die de zaak behandelde als iemand, die een gunst vroeg, verdien de een beleefd antwoord. Monsieur Bigourdin, zei ze met veel waardigheid, iets getemperd door een medelijdend glimlachje, ik weet dat u allervriendelijkst bent en ik dank u op recht voor uw aanbod, maar om persoon lijke redenen kan ik er niet op ingaan u moet me vergeven, dat ik naar Engeland terug ga. waar mijn plicht mij roept. Je plicht? Tegenover wie? vroeg For tinbras. Ze wierp hem een vernietigenden blik toe Tegenover mij zelf. antwoordde ze. In dat geval valt er niets meer te 2eggen, merkte Bigourdin mistroostig op. Daar valt nog van alles te zeggen, zei Fortinbras, maar het is de moeite niet waard om het te doen. Corinna stond op en nam haar hand schoenen. Ik ben blij, dat u dat inziet. Bigourdin stond ook op en hield haar een oogenbiik tegen: Als u ons, met fijnen tact doelde hij ook op Félise als gastvrouw, de eer wilt aandoen eenige dagen onze gast te zijn, om het aanbod nog eens te overwegen, zoudt u misschien een ander besluit nemen. Maar ze was niet tot andere gedachten te brengen, zelfs niet door Martin, die ge durende het geheele onderhoud gezwegen had. maar haar nu voorstelde haar ver trek uit te stellen. Wacht dan tenminste af wat onze goede raadgever mij aanraadt. We zijn toch samen op reis gegaan; dus is dit billijk. Ja, zei Corinna, laat ons dat eens hooren wat voor Ordonnance de Bonheur u voor Martin hebt. Wil je dat zoo graag hooren? vroeg Fortinbras. Natuurlijk, zei Martin in het Engelsch, want hij geneerde zich een beetje om zijn gevoelens bloot te leggen voor Bigourdin: Corinna kan u vertellen, dat ik u altijd volmaakt trouw ben gebleven. Ik had in u een blind vertrouwen. Ik heb alles over boord gegooid. Maar nu is mijn geld bijna op en er dient iets te gebeuren. Zonder twijfel zei Fortinbras en om Bigourdin er ook weer in te betrekken, vervolgde hij in het Fransch: Om je te zeggen, wat er gebeuren gaat, wel dat is een van de redenen dat ik hier ben. Vertelt u ons dat dan eens, zei Co rinna, ik kan hier niet den heelen dag blijven staan. Wilt u niet gaan zitten, mademoi selle? vroeg Bigourdin. Corinna viel neer op een stoel. Gaat u nu nooit beginnen? Ik had een volledige analyse willen maken, zei Fortinbras vriendelijk, van den financieelen, moreelen en geestelijken toestand van onzen jongen vriend. Maar daar je ongeduldig bent, zal ik afzien van het genoegen om deze heilzame mededee ling te doen. En ik begin dus dadelijk met de hoofdzaak. Hij bezit geen cent. Hij wil zijn geestdoodend beroep niet meer op vatten. Maar hij moet zooals andere ge wone stervelingen zijn levensonderhoud verdienen. Deze drie maanden hebben zijn ziel volkomen tot rust gebracht. Ze moet nu weer aangezet worden tot arbeid, die beter voor hem is. Mijn geluksvoorschrift, zooals jij Corinna het zoo aardig hebt uit gedrukt. is dat Martin de plaats inneemt van den viezen Polydore, die, zooals ik hoorde, zoo smadelijk is weggejaagd. Zijn drie hoorders waren allen op hun wijze onthutst. Oudje, dat is idioot, riep Bigourdin. Wat een betrekking! lachte Corinna. Dat is nooit bij me opgekomen, zei Martin, op de tafel slaande. Fortinbras wreef zich de handen. Ik kom nooit met zulke doodgewone din gen aan. Mon vieux, je houdt ons voor het lapje, zei Bigourdin. Monsieur Martin, een mijnheer, een geleerde, een leeraar. Een klompje nietig stof, dat een ziel zoekt, zei Fortinbras. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9