ZIJN TERUGKOMST
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 Juni 1932 Vierde Blad
flit* Jaargang
INDIE IN ONS MIDDEN.
No. 22154
LAND- EN TUINBOUW.
DIT HET NEDERLANDSCHE
PARLEMENT
(HERINNERINGEN)
DOOR D. HANS.
VICTOR DE STUERS.
jog zie ik hem (het is al lang geleden
At hil overleed) in de laatste-jaren zijns
Sas de zaal der Tweede Kamer in-
ïjuipelenVictor de Stuers.
'Op Z'n krukje.
Wart hij werd hevig geplaagd door een
jjnliike kwaal, die hem het loopen schier
BSWjjls kwam dan een bode. hielp hem
„J! z'n plaats, en sloeg daar een dikke,
«jllen deken over z'n beenen, zoodat ze
-tier-warm werden weggeknuffeld. En
Jen lang bleef hij zoo op z'n plaatsje zit-
«5 Soms, als hij het woord vroeg, kreeg
li van den voorzitter verlof om te blijven
riten tijdens zijn rede.
is hij het woord vroeg. O, dan, plotse-
M. liepen de afgevaardigden toe op z'n
tanije, het werd stil, en hij was het mid-
delpunt van een dichte drom volksverte-
«awoordigers. die naarstig naar 'm luis-
(erden. Want hij was het luisteren over
bid Om z'n argumenten, èn om de
(jze waarop hij ze voordroeg. Naar vorm
a inhoud beide, kon men van dezen fijnen
jju. dezen aristocraat des geestes, iets
aeds verwachten, dat bijna altoos ook
iks oorspronkelijks was. Want niets haatte
hij meer. de kunstenaar, dan de gemeen-
jhats. de banaliteit,
Victor de Stuers was een generaals-zoon.
Ridder Hubert de Stuers, op het eind zij
ner loopbaan, commandant van het Indi
sche leger, was z'n vader. Maar Victor
lad geen militair. Hij koos de studie in
de rechten, en zijn dissertatie over „De
verhouding der volksvertegenwoordigers tot
tun kiezers", in 1869 geschreven als ant-
SDOrd op een prijsvraag der Groningsche
Hoogeschool, werd met goud bekroond. Een
mderscheiding, die al aanstonds bewees
dit hij een man was van bijzondere gees-
RECLAME.
tes-aanleg. Toch werd de advocatuur niet
zijn loopbaan, want al vrij spoedig kwam
hii in ambtelijk verband: in 1875 werd hij
hoofd van de afdeeling Kunsten en Weten
schappen aan het Departement van Bin-
nenlandsche Zaken.
Dit nu is hij vele jaren gebleven, totdat
de kiezers van Weert hem in 1901 naar de
Kamer brachten, waar hij tot z'n dood een
eigen en blijvende plaats innam.
Een generaals-kind. Maar nóch in z'n
loopbaan, nóch in z'n hart een militairist.
Het militaire was hem sympathiek het
militairisme haatte hij. En hij, de zoon
van den Indischen opperbevelhebber, werd
in z'n parlementaire periode de groote,
felle, fanatieke bestrijder van het Indische
leger, waar dit daden had verricht, die
naar zijn meening niet door den beugel
konden. Zijn eerste rede daarover sloeg in
als een bliksemstraal, was als een knette
rende donderslag. Ik zal het moment niet
licht vergeten, toen de Stuers zijn be-
faamden aanval deed op de bloeddorstig
heden en wreede daden, die, naar zijn
meening, ons leger had begaan en waar
door het onze reputatie ginds had ge
schaad. En meermalen heeft hij in dien
geest gesproken.
Maar: feitelijk is dit slechts een inter
mezzo in z'n leven geweest. De kleur en
da glanzende rijkdom er van was: zijn
strijd voor kunst en kunstbescherming. In
dit opzicht heeft hij zich voor de Neder-
landsche cultuur onschatbare verdiensten
verworven.
De Stuers ik zei het al was een
fijne geest. Een man van zeer expressie
ven, kunstzinnigen aanleg. Met al het tem
perament, waarover deze warm-bloedige
beschikte, met al de geestdrift van z'n
eerlijke natuur, die nooit iets half deed,
heeft hij eenerzijds tegen wansmaak en
bederf in de kunst gestreden, met name
in de bouwkunst, anderzijds als een tijger
gevochten voor het behoud van natuur
monumenten, die men wilde schaden of
sloopen.
Hij deed dat zonder aanzien des per-
soons. Als het om z'n geliefde kunst ging,
kende hij geen politiek, geen fractie, geen
kerk, geen vrienden, geen geestverwanten,
de kunst alleen kende hij. Bekend is
slechts dit eene voorbeeld releveer ik hier.
omdat het van zoo groote beteekenis is,
maar er zouden er al heel wat bij te voe
gen zijn het zeer overwegende aandeel,
dat hij gehad heeft in het behoud en de
restauratie van het Binnenhof, waaraan
de naam van Victor de Stuers voorgoed
verbonden zal blijven.
Och, ons vaderland heeft wakers als hij
zoo hard noodig, en het was dan ook een
geweldig verlies, dat de kunstbescherming
leed, toen hij heenging. Want er was en
er is in onze volksvertegenwoordiging nie
mand meer, die over zaken van kunst
spreken en oordeelen mocht en mag. met
zijn deskundigheid. De meeste Hollanders
zijn op dit gebied een beetje radicaal. Ze
vinden kunst een overbodige luxe. Op z'n
hoogst iets voor zon- en algemeen erkende
christelijke feestdagen, maar zelfs dan
liever nog niet eens. Als hier geen wakers
zijn, mannen van energie en karakter en
gezag, breekt men voor onze oogen de
mooiste en meest karakteristieke schoon
heden af.
Zoo'n waker was Victor de Stuers. Met
een nobelen hartstocht heeft hij zich aan
deze taak gegeven.
Bouwer
Breker
Bouwer van het mooie, het kunstzinnige,
het goede breker van het leelijke, het
grove, het nagemaakte.
Inkrimping van de tabaksteelt in Deli.
Dat ae ongunst van dezen tijd meewerkt
aan het herstel van redelijke verhoudingen
tusschen oplevering en markt, is een ge
lukkig feit, dat wij niet minder in het
oog behooren te houden dan de vele on
aangename gevolgen voor instellingen en
personen. Deli, Langkat en een deel van
Serdang hebben na 1860 bewezen in de
vlakte en in de lage heuvelen een grond
en een klimaat te bezitten, dat in zeer
hoe ge mate de teelt begunstigt van dek
blad: een natuurlijk monopolie, dat men
elders wel eens heeft getracht te verstoren,
echter tevergeefs.
De fraaie uitkomsten in de genoemde
sultanaten van het gewest Oostkust van
Sumatra met de teelt van dekblad behaald
rampspoedige jaren heeft men er evenwel
ook gekend hebben bij herhaling geleid
tot uitbreidingen van de tabaksteelt in
armere streken van het groote gewest,
waar de begunstiging door de natuur veel
geringer was of zelfs nagenoeg ontbrak.
Het kostelijke dekblad is een uiterst ge
voelig gewas, dat zijn droogte en zijn
regen juist op tijd verlangt. En aan die
voorwaarde voldoet eigenlijk alleen de
streek tusschen de rivieren Wampoe (in
Langkat) en Bloemei (in Serdang) in de
vlakte en de lage heuvelen. Na 1880 kwam
veel kapitaal naar Oostkust van Sumatra,
aangelokt door de uitkomsten van de oudere
ondernemers, uitkomsten die zij met over
winning van groote moeilijkheden hadden
verkregen. Het kapitaal was internationaal.
Intusschen waren de lagere gronden in
Deli, Langkat en Serdang reeds door de
oudere concessies bezet en de nieuwe
ondernemers moesten nu buiten het ge
noemde gebied gronden kiezen. Zij vroe
gen terreinen aan in Zuid Serdang, in
De sterkste factor in de welsprekend
heid van De Stuers. als hij het over deze
en andere dingen had, was zijn sarcasme.
Een vlijmende spot en wanneer hij van
den slechten kunstzin onder zijn landge-
nooten gewaagde een bitere ironie,
Maar het was immer een sarcasme van
hooge allure. Zelfs in de buien van z'n
felste verontwaardiging (en die had hij),
als z'n stem zich uit-zette dat ze daverde
door de zaal, bleef z'n spot altijd van
hoog karaat en verloochende zich z'n ka
rakter van edelman niet. En een seconde
later kon hij geestig zijn, dat alles in een
gullen schaterlach uitbarstte.
Hij was een persoonlijkheid met een
eigen merk. In niets „cliché". Oorspron
kelijk en rijk gevarieerd. En ofschoon hij
niemand spaarde, was niemand hem
kwaad gezind. Hij genoot de grootste ach
ting. Onze volksvertegenwoordigers, ook
die van minder allooi, zien in dergelijke
figuren altijd het voorbeeld van de goede
afgevaardigde, den man met een prin
cipe, maar ruim genoeg om desnoods over
partij-grenzen heen te zien. En ze hebben
er respect voor.
Voor wie hem gekend hebben in z'n
staatkundige loopbaan, zal Victor de
Stuers immer één der meest karakteris
tieke persoonlijkheden blijven uit de
latere parlementaire geschiedenis.
Hij is trouw op z'n post gebleven. In het
harrenas gestorven. En tot heden is z'n
taak op kunstgebied in het parlement nog
niet overgenomen. Het vaandel ontviel
hem de hand, die het even vast, met
evenveel hartstochtelijke genegenheid en
even groot talent en gezag zal kunnen
omklemmen, is daarna in de volksverte
genwoordiging nog niet gevonden.
Batoe Bahra, in Asahan, Bila en Panei
ja zelfs in Siak. De marktverschijnselen
waren zoo opwekkend geweest en de be
langstelling van Amerika voor het dekblad
was zoo sterk, dat de nieuwe ondernemers
al te tuk werden op vlak terrein en niet
genoegzaam letten op de eischen van
klimaat en grond, die het vermaarde ta
baksblad bepaald stelt.
Hoe krachtig de uitbreiding was, moge
blijken uit enkele cijfers. In 1886 waren er
104 ondernemingen, die ruim 23 millioen
pond tabak op de markt brachten; in 1889
waren er 153 ondernemingen, die bijna
34 millioen pond ter markt brachten. Wel
mocht de oogst zijn vermeerderd, de mid-
üenprijs daarentegen daalde tot op de helft
van dien der vroegere jaren, een gevolg
niet zoozeer van het ruimere aanbod als
wel van de hoeveelheid minder fraai pro
duct. Zoo kreeg de tabaksteelt van Oost
kust van Sumatra in 1890 een crisis te
verauren: geldelijke verliezen voor velen,
sluiting van ondernemingen, terugzending
van koelies, inkrimping van vennootschap
pen en ontbinding. De crisis bleef eenige
jaren aanhouden; het cijfer van de onder
nemingen daalde van 170 in 1891 op 133
in 1882, op 124 in 1893 op 111 in 1894.
Langzaam aan verhelderde het uitzicht
en de prijzen verbeterden met het gevolg,
dat het aantal ondernemingen in 1899 tot
129 was gestegen. In de eerste jaren van
onze eeuw trad een langzame maar ge
stadige vermindering in van het aantal,
zoodat het in onzen tijd op 75 op 80 kwam.
Daartoe heeft bijgedragen de opkomst van
de rubberteelt omstreeks 1910, die vele
voormalige tabaksterreinen in beslag nam.
Maar tot verklaring van het verschijnsel
moet men bovenal letten op de tucht,
waaraan de leden van de Deli-Plantersver-
eeniging zich onderling hadden gewend,
een vereeniging met groote innerlijke
kracht en een uitnemende centrale leiding.
Zij bestaat van 1879 en beschikt over uit
gebreide ervaring in alles wat de cultuur en
de markt betreft.
De Deli-Plantervereeniging heeft geleerd,
hoezeer een minderwaardig product het
bedrijf zelf aantast en den voet verzwakt
waarop het zich ontwikkelde. Zij weet het
best, hoe wisselvallig de uitslag is van
de teelt door de afhankelijkheid van regen
val op zekere tijdstippen en hoezeer die
wisselvalligheid wordt verhoogd zoodra
men plant buiten het gebied tusschen Wam
poe en Bloemei. Door samentrekking van
ondernemingen en maatschappijen heeft zij
allengs de cultuur teruggevoerd binnen de
grenzen, die het welslagen eenigszins waar
borgen. Eenigszins, want de tegenvallers
door klimaat, ziekte en plagen komen ook
daar. In 1912 telde de Deli-Plantersver-
eeniging 16 leden met 74 ondernemingen,
terwijl toen 16 maatschappijen met 18
ondernemingen niet lid waren. Na den
oorlog kor er een sterke samentrekking
worden tot stand gebracht, zoodat de ver
eeniging toen 9 leden telde met 76 onder
nemingen, terwijl er nog 5 kleinere maat
schappijen, elk met één onderneming niet
lid waren.
Volgens de jongste berichten worden de
ondernemingen voor tabak van de Mij.
Oostkust na den oogst van 1932 gesloten,
omdat de uitkomsten daar t»e wenschen
overlaten. Welnu, die ondernemingen liggen
geheel buiten de goede tabakstreek. Zij
behoorden vroeger aan de Rotterdam-Deli-
Mij., een lichaam dat na den oorlog er
het bijltje bij neerlegde. Toen hebben de
4 groote maatschappijen haar ondernemin
gen overgenomen en daar deels de rubber
deels de tabak voortgezet met het voor
nemen de tabaksteelt er te staken, wan
neer dat volkomen raadzaam mocht blijken.
En dat staat nu te gebeuren.
VOOR KLEINE TUINEN.
Bestrijding van ziekten in vruchtboomen.
De jonge vruchtjes van appels en peren
zijn nu gezet en nu kunnen we een voor
behoedsmiddel tegen schurft of Fusicla-
dium aanwenden. Door deze ziekte worden
vooral peren aangetast. Op de bladeren
ontstaan dan zwarte plekken en vooral de
uiteinden der jonge scheuten hebben veel
te lijden en sterven gewoonlijk af. Ook de
jonge vruchten worden aangetast en ver-
toonen zwarte vlekken. Soms vallen de
jonge vruchtjes of anders ontstaan op de
aangetaste plekken, door ongelijke groei,
scheuren en barsten.
We bespuiten nu den boom met een 1%>
oplossing van Bordeausche pap, wat we bij
droog en winstil weer met een pulverisa-
teur met fijne verstuiver op de boomen
spuiten. Vooral voor de bespuiting van
appels kan men inplaats daarvan ook
gebruik maken van Californische pap,
waarvan we een oplossing van 1 op 40
gebruiken .Niet alleen tqgen schurft maar
ook tegen meeldauw Podosphaera leuco-
tricha, is dit voorbehoedsmiddel werk
zaam. Om de stammen van appelboomen
brengen we nu vangbanden aan tegen de
appelbloesemsnuitkever, Anthonomus po-
morum. De larven van dit kevertje doen
vaak veel schade aan de bloemknoppen
onzer appelboomen. De vangbanden blij
ven aan de boomen tot Januari, waarna
ze worden weggenomen en, met de vangst,
verbrand. Ondanks onze bespuiting met
een 10 pet. oplossing van boomcarboleum
in den nawinter, zien we aan onze appel
boomen dikwijls nog bloedluizenkolonies,
Schizoneura lanigera; deze is kenbaar aan
de witwollige plekjes op de takken en
takjes. Dergelijke bloedluizenkolonies stip
pen we, direct wanneer we ze zien, aan
met afgewerkte machineolie. Doen we dit
zorgvuldig dan raken we de bloedluis ge
heel kwijt; letten we er niet op dan komt
de boom er geheel onder en gaat op den
duur ten gronde. Bij onze Frambozen gaan
we nu weer letten op het Frambozenkever-
tje, Byturus tomentosus. Deze kevertjes
vreten de knopjes aan. De wijfjes leggen
eitjes in de pas gezette vruchtjes, waaruit
de bekende frambozenwormpjes ontstaan.
De kevertjes zijn vooral 's morgens niet
erg beweeglijk en kan men dan uit de
struiken schudden en opvangen op een
kleed of in een omgekeerde regenscherm.
Wie slechts weinig planten heeft kan
de knoppen inspecteeren en de kevertjes
met de hand wegvangen. Tal van gewas
sen worden aangetast door verschillende
soorten van bladluizen Aphis. Een uitste
kend bestrijdingsmiddel hiertegen is: een
oplossing van 2 K.G. groene zeep en 1 liter
spiritus op 100 liter water.
A .G.
Voor allen, die er werkzaam waren, is
het een triest geval. Ook voor de streek,
waarvan Tebing Tinggi het oentrum is, zal
de inkrimping van bedrijf (de rubber blijft
er voorshands gehandhaafd) een verlies
beteekenen. Maar de Deli-tabaksteelt wordt
er sterker door en in een grooter verband
gezien, is de inkrimping van heden ver
moedelijk een voordeel voor de komende
jaren. Voor het bedrijf in zijn geheel is
de crisis van heden een zeef, waar door
heen het zwakke deel wegvalt. De Deli-
tabak keert terug tot de grenzen van
ongeveer 1885.
DENGAN HORMAT.
Vlein, maar belangrijk is dat beursje
van de huisvrouw, dat dagelijks
door de handen gaat, want de uit
gaven staan niet stil. De zuinige huis
vrouw ziet nauwlettend toe, voor
welke doeleinden ze haar geld be
steedt en wanneer zij haar Kruide
nierswaren van „DE VELUWE betrekt,
heeft zij het rustige gevoel, door er
varing gekregen, dat het is: welbesteed
Want nietwaar: zindelijke, meest in
blik of carton verpakte kruideniers
waren, prima kwaliteiten en dan nog
de bekende voordeelen van hooge kor
ting of spaarbons voor luxe- en huis
houdelijke artikelen. 1312
N'.V. HANDEL MIJ. „DE VELUWE"
'S-GRAVENHAGE
Scheepmakerstraat - Tel. No. 771850
inhoud. Ik zal u de geschiedenis vertel
len
Lucie Englisch en ik zijn twee filmfigu
ranten, die eindelijk ook eens geluk hebben
en zich een kleine rol zien toebedeeld. Ik
speel de „Gravin van Monte Christo" en
Lucie is mijn kamermeisje. Mijn rol be
staat daarin dat ik in hoogst elegant toilet
in een overeenkomstige auto voor een
groot hotel moet stoppen. Nadat de scène
herhaalde malen geprobeerd is, geef ik
eindelijk gehoor aan de inblazingen van
mijn „kamermeisje", dat er telkens weer
op aandringt, deze prachtige kans te be
nutten en mijn rol als Gravin van Monte
Christo in het dagelij ksche leven door te
spelen. Inplaats van de stoppen voor het
hotel (zooals het regieboek voorschrijft)
geef ik op het critieke moment vol gas en
voort vliegen wij de wijde wereld in
weg van Weenen (waar de opnamen
plaats vonden) kilometer na kilometer tot
weeindelijk op den Semmering stop
pen.
De visitekaarjes van de gravin, die tot
mijn fiim-requisieten behooren, verrichten
wonderen en
Neen, meer verraad ik niet, als ik u alles
zou vertellen, zou de spanning gebroken
zijn. Alleen wil ik nog vertellen, dat wij
allen (Lucie Englisch. Rudolf Forster, Ma-
thias Wieman, Gustav Gründgens, Oskar
Sima en ik) onder voortreffelijke en zake
lijke leiding van den jongen regisseur Karl
Hartl prettig hebben gewerkt.. Maar het
belangrijkste: ik was nog nooit zoo ver
langend naar de première van een film als
dit keer. En waarom? Omdat ik in deze
film voor den eersten keer geen vamp uit
beeld, zooals in al mijn vroegere films,
doch een rol, waarin ik kan lachen en uit
gelaten zijn en die ook den toeschouwer
in een vroolijke stemming brengt, terwijl
ik tot nu toe steeds „demonisch" op hem
I werkte.
Toen ik mij ln de showroom in deze
ivoor mijzelf nieuwe soort rol zag en hoor-
ide. was ik verbaasd en ik heb om deze
I „nieuwe" Brigitte Helm hartelijk moeten
lachen. En misschien breekt met deze
1 .'.Gravin van Monte Christo" voor mij een
nieuwe tijd aan en is mijn traditioneele
vamp-rol voorloopig uitgespeeld.
TOONEELSPEL,
DAT GEEN TOONEELSPEL IS.
Het is het aangeboren talent, dat een
mensch tot een echten tooneelspeler
maakt. Ervaring en techniek kunnen nooit
dat talent vervangen. Het is bovendien
een vereischte, dat het aangeboren talent
niet vervormd en misvormd is. Dat is de
reden, dat kinderen zoo goed tooneel-
spelen. Zij zijn nog in staat om voor de
camera te spelen alsof het alles werke
lijkheid was. Het komt er niet op aan, of
zij met een van hun vriendjes spelen oi
met een volwassen tooneelspeler; zij
spelen slechts en vergeten hun omgeving,
de lampen, de regisseurs, de tooneel-
knechts. Zij spelen slechts en beleven
werkelijk, wat men hen van tevoren heeft
verteld.
In elk kind zit iets van een tooneel
speler. Als een jongen zich een trommel
omhangt en soldaatje speelt, is hij voor
zijn eigen besef inderdaad een soldaat. HjJ
bekommert zich niet om zijn omgeving;
hij doorleeft slechts wat hij in zijn fan
tasie voor zich ziet. Wat mij dan ook bij
mijn nieuwe film „The Camp" bijzonder
verheugt is het feit. dat de hoofdrol ge
speeld wordt door een kind, den acht
jarigen Jackie Cooper. Hij filmt niet, hij
speelt hij beleeft, wat hij hoort. Wan
neer hij bij rijke menschen gevraagd is en
op een balcon moet wachten, zooals een
der scènes voorschrijft, dan speelt hij niet
voor de camera, maar beleeft zelf. dat hij
een arme jongen is. Dingen, waar ik als
regisseur nog niet eens op gekomen was,
speelt hij vanzelf, zonder verlegenheid,
zonder terughouding. Het is eenvoudig iets
vanzelfsprekend voor hem. De camera kan
slechts waar-nemen en elke beweging van
het kind tot zijn recht laten komen; de
commando's zijn niet noodig, want Jackie
gaat op in zijn rol. Als 's avonds de op
namen beëindigd worden, leeft hij nog
eenige oogenblikken voort in deze werela
van schijn, maar alleen, totdat hij zich
weer ingesteld heeft op de werkelijkheid.
Dan is hij weer Jackie Cooper, doch den-
volgenden morgen wacht hem. als werk
iets, wat voor hem geen werk is. doch een
blij, onophoudelijk spelen.
METRO GOLDWYN KONDIGT AAN:
In het komend seizoen zal in Holland
een aantal zeer belangrijke films door
Metro Gpldwyn Mayer worden uitgebracht.
Allereerst noemen wij de verfilming van
het bekende boek van Vicky Baum „Men
schen in het hotel". Nooit tevoren werd in
een film een zoo groot aantal stars teza
men gezien: Greta Garbo, Joan Crawford.
John en Lionel Barrymore, Wallace Beery,
Lewis Stone en nog vele andere bekenden
treden hierin op.
In Holland i: de naam „Mata Hari"
reeds algemeen bekend. De film met Greta
Garbo en Ramon Novarro in de hoofd
rollen wordt thans door de Metro uitge
bracht. Bovendien wordt aangekondigd
DE GRAVIN VAN MONTE CHRISTO.
Tusschen uw twaalfde en twintigste jaar
«tt u toch allen zeker wel den beroemden
roman „De Graaf van Monte Christo" van
Alexander Dumas gelezen! Maar dan kent
a ook reeds de geschiedenis van de Gravin
ran....
Brigitte Helm.
'jsn, u kent haar niet! Dat is het juist,
tsasHtverrassend is- wat mii deed ver-
staan toen ik voor de eerste maal
nieuwe rol in de UFA-film .D
5-J® jan Monte Christo" hoorde, aldr
fcui lDeltende actrice Brigitte Hein
'f-v i wee'c me' den grooten Weer.sche
r Jac. Kiepura in „De Zingende Stad
tv ls-
-„ dof is uiterst modern en heeft mets
ïann n oud.en Dumas te maken, want het
jj. jShi is geschreven door den beken-
j^cA-dramaturg Walter Reisch.
ten v hier dus niet den hekenden
Ül alt roman betreft, bent u natuur-
au?n hoogst nieuwsgierig naar den
een derde film met Greta Garbo getiteld
„Susan Lenox", waarin haar tegenspeler
de succesvolle jonge acteur Clark Gable is.
Deze film is gebaseerd op het in Amerika
veel gelezen boek van David Graham
Philips.
De Amerikaansche Marine Luchtvaart
stelde het vliegtuigmoederschip Saratoga
beschikbaar voor de opnamen van „Tita
nen der lucht" een aangrijpende uitbeel
ding van het leven der militaire vliege
niers, die ook in vredestijd, gebonden door
een sterke kameraadschap, hun leven voor
elkaar in de waagschaal stellen. De hoofd
rollen in deze film worden vervuld door
Wallace Beery en Clark Gable.
De bekende jonge acteur Jackie Cooper
zal in het komend seizoen gezien worden
tezamen met Wallace Beery in een film
getiteld „De kampioen", een geschiedenis
van een jongen, die, zonder de zorgen van
een moeder, door zijn vader wordt opge
voed, een vader, die verslaafd aan drank
en spel, zich ten laatste wee' op te heffen
om de toekomst van zijn zoon te ver
zekeren.
De regisseur van „Trader Horn", ver
vaardigde een nieuwe rolprent van het
donkere werelddeel met een groot aantal
opnamen van wilde dieren getiteld „Tar-
zan", waarin de hoofdrol vervuld wordt
door Johnny Weismuiler, den wereldkam
pioen zwemmer.
Twee nieuwe films van Buster Keaton
zullen worden uitgebracht. „De philan-
throop", een geschiedenis van een mil-
lionnair, die zich tot levensdoel stelt de
New-Yorksche straatjeugd op te voeden
en „De verliefde loodgieter", een film vol
onverwachte complicaties.
De bekende film „De groote parade" met
John Gilbert en Renée Adorée zal dit jaar
als geluidsfilm worden uitgebracht.
Twee nieuwe films van Ramon Novarro
worden aangekondigd. „De zoon van den
Radjah", een romantische film, die speelt
in Britsch-Indië en een andere film, waar
van de Nederlandsche titel nog niet be
kend is.
De twee Barrymore's zal men ook zien
in de film „Arsene Lupin" gebaseerd op
het tooneeistuk en de detectiveverhalen
van Maurice Leblanc, waarin John Barry
more de gentFman-oplichter en zijn broer
de detective speelt.
Ook van Jackie Cooper zal nog een
tweede film worden uitgebracht, waarvan
de Hollandsche titel nog niet bekend is.
Het is een aaneriinende geschiedenis van
een kreupel jongetje.
Hierboven: Janet Gaynor en Charles Farrell in de film „Zijn terugkomst" („The
Man, who came back"), naar den bekenden roman van twee jonge menschen, die
door het noodlot gescheiden en door liefde weer bijeengebracht werden. Kleurrijk
wordt in dit verhaal, dat deze week hier gevolgd kan worden, het verhaal geschil
derd van twee menschenkinderen. die zich van de diepste diepten weten op te
werken tot het hoogste geluk. Janet Gaynor en Charles Farrell wekten in den tijd
der stille film onze sympathie in „Twee menschen", daarna in „De Straatengel" en
„Gelukskinderen". Janet Gaynor verrukte o.a. ook in „Vadertje Langbeen".