ZIJN TERUGKOMST LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 Juni 1932 Vierde Blad flit* Jaargang INDIE IN ONS MIDDEN. No. 22154 LAND- EN TUINBOUW. DIT HET NEDERLANDSCHE PARLEMENT (HERINNERINGEN) DOOR D. HANS. VICTOR DE STUERS. jog zie ik hem (het is al lang geleden At hil overleed) in de laatste-jaren zijns Sas de zaal der Tweede Kamer in- ïjuipelenVictor de Stuers. 'Op Z'n krukje. Wart hij werd hevig geplaagd door een jjnliike kwaal, die hem het loopen schier BSWjjls kwam dan een bode. hielp hem „J! z'n plaats, en sloeg daar een dikke, «jllen deken over z'n beenen, zoodat ze -tier-warm werden weggeknuffeld. En Jen lang bleef hij zoo op z'n plaatsje zit- «5 Soms, als hij het woord vroeg, kreeg li van den voorzitter verlof om te blijven riten tijdens zijn rede. is hij het woord vroeg. O, dan, plotse- M. liepen de afgevaardigden toe op z'n tanije, het werd stil, en hij was het mid- delpunt van een dichte drom volksverte- «awoordigers. die naarstig naar 'm luis- (erden. Want hij was het luisteren over bid Om z'n argumenten, èn om de (jze waarop hij ze voordroeg. Naar vorm a inhoud beide, kon men van dezen fijnen jju. dezen aristocraat des geestes, iets aeds verwachten, dat bijna altoos ook iks oorspronkelijks was. Want niets haatte hij meer. de kunstenaar, dan de gemeen- jhats. de banaliteit, Victor de Stuers was een generaals-zoon. Ridder Hubert de Stuers, op het eind zij ner loopbaan, commandant van het Indi sche leger, was z'n vader. Maar Victor lad geen militair. Hij koos de studie in de rechten, en zijn dissertatie over „De verhouding der volksvertegenwoordigers tot tun kiezers", in 1869 geschreven als ant- SDOrd op een prijsvraag der Groningsche Hoogeschool, werd met goud bekroond. Een mderscheiding, die al aanstonds bewees dit hij een man was van bijzondere gees- RECLAME. tes-aanleg. Toch werd de advocatuur niet zijn loopbaan, want al vrij spoedig kwam hii in ambtelijk verband: in 1875 werd hij hoofd van de afdeeling Kunsten en Weten schappen aan het Departement van Bin- nenlandsche Zaken. Dit nu is hij vele jaren gebleven, totdat de kiezers van Weert hem in 1901 naar de Kamer brachten, waar hij tot z'n dood een eigen en blijvende plaats innam. Een generaals-kind. Maar nóch in z'n loopbaan, nóch in z'n hart een militairist. Het militaire was hem sympathiek het militairisme haatte hij. En hij, de zoon van den Indischen opperbevelhebber, werd in z'n parlementaire periode de groote, felle, fanatieke bestrijder van het Indische leger, waar dit daden had verricht, die naar zijn meening niet door den beugel konden. Zijn eerste rede daarover sloeg in als een bliksemstraal, was als een knette rende donderslag. Ik zal het moment niet licht vergeten, toen de Stuers zijn be- faamden aanval deed op de bloeddorstig heden en wreede daden, die, naar zijn meening, ons leger had begaan en waar door het onze reputatie ginds had ge schaad. En meermalen heeft hij in dien geest gesproken. Maar: feitelijk is dit slechts een inter mezzo in z'n leven geweest. De kleur en da glanzende rijkdom er van was: zijn strijd voor kunst en kunstbescherming. In dit opzicht heeft hij zich voor de Neder- landsche cultuur onschatbare verdiensten verworven. De Stuers ik zei het al was een fijne geest. Een man van zeer expressie ven, kunstzinnigen aanleg. Met al het tem perament, waarover deze warm-bloedige beschikte, met al de geestdrift van z'n eerlijke natuur, die nooit iets half deed, heeft hij eenerzijds tegen wansmaak en bederf in de kunst gestreden, met name in de bouwkunst, anderzijds als een tijger gevochten voor het behoud van natuur monumenten, die men wilde schaden of sloopen. Hij deed dat zonder aanzien des per- soons. Als het om z'n geliefde kunst ging, kende hij geen politiek, geen fractie, geen kerk, geen vrienden, geen geestverwanten, de kunst alleen kende hij. Bekend is slechts dit eene voorbeeld releveer ik hier. omdat het van zoo groote beteekenis is, maar er zouden er al heel wat bij te voe gen zijn het zeer overwegende aandeel, dat hij gehad heeft in het behoud en de restauratie van het Binnenhof, waaraan de naam van Victor de Stuers voorgoed verbonden zal blijven. Och, ons vaderland heeft wakers als hij zoo hard noodig, en het was dan ook een geweldig verlies, dat de kunstbescherming leed, toen hij heenging. Want er was en er is in onze volksvertegenwoordiging nie mand meer, die over zaken van kunst spreken en oordeelen mocht en mag. met zijn deskundigheid. De meeste Hollanders zijn op dit gebied een beetje radicaal. Ze vinden kunst een overbodige luxe. Op z'n hoogst iets voor zon- en algemeen erkende christelijke feestdagen, maar zelfs dan liever nog niet eens. Als hier geen wakers zijn, mannen van energie en karakter en gezag, breekt men voor onze oogen de mooiste en meest karakteristieke schoon heden af. Zoo'n waker was Victor de Stuers. Met een nobelen hartstocht heeft hij zich aan deze taak gegeven. Bouwer Breker Bouwer van het mooie, het kunstzinnige, het goede breker van het leelijke, het grove, het nagemaakte. Inkrimping van de tabaksteelt in Deli. Dat ae ongunst van dezen tijd meewerkt aan het herstel van redelijke verhoudingen tusschen oplevering en markt, is een ge lukkig feit, dat wij niet minder in het oog behooren te houden dan de vele on aangename gevolgen voor instellingen en personen. Deli, Langkat en een deel van Serdang hebben na 1860 bewezen in de vlakte en in de lage heuvelen een grond en een klimaat te bezitten, dat in zeer hoe ge mate de teelt begunstigt van dek blad: een natuurlijk monopolie, dat men elders wel eens heeft getracht te verstoren, echter tevergeefs. De fraaie uitkomsten in de genoemde sultanaten van het gewest Oostkust van Sumatra met de teelt van dekblad behaald rampspoedige jaren heeft men er evenwel ook gekend hebben bij herhaling geleid tot uitbreidingen van de tabaksteelt in armere streken van het groote gewest, waar de begunstiging door de natuur veel geringer was of zelfs nagenoeg ontbrak. Het kostelijke dekblad is een uiterst ge voelig gewas, dat zijn droogte en zijn regen juist op tijd verlangt. En aan die voorwaarde voldoet eigenlijk alleen de streek tusschen de rivieren Wampoe (in Langkat) en Bloemei (in Serdang) in de vlakte en de lage heuvelen. Na 1880 kwam veel kapitaal naar Oostkust van Sumatra, aangelokt door de uitkomsten van de oudere ondernemers, uitkomsten die zij met over winning van groote moeilijkheden hadden verkregen. Het kapitaal was internationaal. Intusschen waren de lagere gronden in Deli, Langkat en Serdang reeds door de oudere concessies bezet en de nieuwe ondernemers moesten nu buiten het ge noemde gebied gronden kiezen. Zij vroe gen terreinen aan in Zuid Serdang, in De sterkste factor in de welsprekend heid van De Stuers. als hij het over deze en andere dingen had, was zijn sarcasme. Een vlijmende spot en wanneer hij van den slechten kunstzin onder zijn landge- nooten gewaagde een bitere ironie, Maar het was immer een sarcasme van hooge allure. Zelfs in de buien van z'n felste verontwaardiging (en die had hij), als z'n stem zich uit-zette dat ze daverde door de zaal, bleef z'n spot altijd van hoog karaat en verloochende zich z'n ka rakter van edelman niet. En een seconde later kon hij geestig zijn, dat alles in een gullen schaterlach uitbarstte. Hij was een persoonlijkheid met een eigen merk. In niets „cliché". Oorspron kelijk en rijk gevarieerd. En ofschoon hij niemand spaarde, was niemand hem kwaad gezind. Hij genoot de grootste ach ting. Onze volksvertegenwoordigers, ook die van minder allooi, zien in dergelijke figuren altijd het voorbeeld van de goede afgevaardigde, den man met een prin cipe, maar ruim genoeg om desnoods over partij-grenzen heen te zien. En ze hebben er respect voor. Voor wie hem gekend hebben in z'n staatkundige loopbaan, zal Victor de Stuers immer één der meest karakteris tieke persoonlijkheden blijven uit de latere parlementaire geschiedenis. Hij is trouw op z'n post gebleven. In het harrenas gestorven. En tot heden is z'n taak op kunstgebied in het parlement nog niet overgenomen. Het vaandel ontviel hem de hand, die het even vast, met evenveel hartstochtelijke genegenheid en even groot talent en gezag zal kunnen omklemmen, is daarna in de volksverte genwoordiging nog niet gevonden. Batoe Bahra, in Asahan, Bila en Panei ja zelfs in Siak. De marktverschijnselen waren zoo opwekkend geweest en de be langstelling van Amerika voor het dekblad was zoo sterk, dat de nieuwe ondernemers al te tuk werden op vlak terrein en niet genoegzaam letten op de eischen van klimaat en grond, die het vermaarde ta baksblad bepaald stelt. Hoe krachtig de uitbreiding was, moge blijken uit enkele cijfers. In 1886 waren er 104 ondernemingen, die ruim 23 millioen pond tabak op de markt brachten; in 1889 waren er 153 ondernemingen, die bijna 34 millioen pond ter markt brachten. Wel mocht de oogst zijn vermeerderd, de mid- üenprijs daarentegen daalde tot op de helft van dien der vroegere jaren, een gevolg niet zoozeer van het ruimere aanbod als wel van de hoeveelheid minder fraai pro duct. Zoo kreeg de tabaksteelt van Oost kust van Sumatra in 1890 een crisis te verauren: geldelijke verliezen voor velen, sluiting van ondernemingen, terugzending van koelies, inkrimping van vennootschap pen en ontbinding. De crisis bleef eenige jaren aanhouden; het cijfer van de onder nemingen daalde van 170 in 1891 op 133 in 1882, op 124 in 1893 op 111 in 1894. Langzaam aan verhelderde het uitzicht en de prijzen verbeterden met het gevolg, dat het aantal ondernemingen in 1899 tot 129 was gestegen. In de eerste jaren van onze eeuw trad een langzame maar ge stadige vermindering in van het aantal, zoodat het in onzen tijd op 75 op 80 kwam. Daartoe heeft bijgedragen de opkomst van de rubberteelt omstreeks 1910, die vele voormalige tabaksterreinen in beslag nam. Maar tot verklaring van het verschijnsel moet men bovenal letten op de tucht, waaraan de leden van de Deli-Plantersver- eeniging zich onderling hadden gewend, een vereeniging met groote innerlijke kracht en een uitnemende centrale leiding. Zij bestaat van 1879 en beschikt over uit gebreide ervaring in alles wat de cultuur en de markt betreft. De Deli-Plantervereeniging heeft geleerd, hoezeer een minderwaardig product het bedrijf zelf aantast en den voet verzwakt waarop het zich ontwikkelde. Zij weet het best, hoe wisselvallig de uitslag is van de teelt door de afhankelijkheid van regen val op zekere tijdstippen en hoezeer die wisselvalligheid wordt verhoogd zoodra men plant buiten het gebied tusschen Wam poe en Bloemei. Door samentrekking van ondernemingen en maatschappijen heeft zij allengs de cultuur teruggevoerd binnen de grenzen, die het welslagen eenigszins waar borgen. Eenigszins, want de tegenvallers door klimaat, ziekte en plagen komen ook daar. In 1912 telde de Deli-Plantersver- eeniging 16 leden met 74 ondernemingen, terwijl toen 16 maatschappijen met 18 ondernemingen niet lid waren. Na den oorlog kor er een sterke samentrekking worden tot stand gebracht, zoodat de ver eeniging toen 9 leden telde met 76 onder nemingen, terwijl er nog 5 kleinere maat schappijen, elk met één onderneming niet lid waren. Volgens de jongste berichten worden de ondernemingen voor tabak van de Mij. Oostkust na den oogst van 1932 gesloten, omdat de uitkomsten daar t»e wenschen overlaten. Welnu, die ondernemingen liggen geheel buiten de goede tabakstreek. Zij behoorden vroeger aan de Rotterdam-Deli- Mij., een lichaam dat na den oorlog er het bijltje bij neerlegde. Toen hebben de 4 groote maatschappijen haar ondernemin gen overgenomen en daar deels de rubber deels de tabak voortgezet met het voor nemen de tabaksteelt er te staken, wan neer dat volkomen raadzaam mocht blijken. En dat staat nu te gebeuren. VOOR KLEINE TUINEN. Bestrijding van ziekten in vruchtboomen. De jonge vruchtjes van appels en peren zijn nu gezet en nu kunnen we een voor behoedsmiddel tegen schurft of Fusicla- dium aanwenden. Door deze ziekte worden vooral peren aangetast. Op de bladeren ontstaan dan zwarte plekken en vooral de uiteinden der jonge scheuten hebben veel te lijden en sterven gewoonlijk af. Ook de jonge vruchten worden aangetast en ver- toonen zwarte vlekken. Soms vallen de jonge vruchtjes of anders ontstaan op de aangetaste plekken, door ongelijke groei, scheuren en barsten. We bespuiten nu den boom met een 1%> oplossing van Bordeausche pap, wat we bij droog en winstil weer met een pulverisa- teur met fijne verstuiver op de boomen spuiten. Vooral voor de bespuiting van appels kan men inplaats daarvan ook gebruik maken van Californische pap, waarvan we een oplossing van 1 op 40 gebruiken .Niet alleen tqgen schurft maar ook tegen meeldauw Podosphaera leuco- tricha, is dit voorbehoedsmiddel werk zaam. Om de stammen van appelboomen brengen we nu vangbanden aan tegen de appelbloesemsnuitkever, Anthonomus po- morum. De larven van dit kevertje doen vaak veel schade aan de bloemknoppen onzer appelboomen. De vangbanden blij ven aan de boomen tot Januari, waarna ze worden weggenomen en, met de vangst, verbrand. Ondanks onze bespuiting met een 10 pet. oplossing van boomcarboleum in den nawinter, zien we aan onze appel boomen dikwijls nog bloedluizenkolonies, Schizoneura lanigera; deze is kenbaar aan de witwollige plekjes op de takken en takjes. Dergelijke bloedluizenkolonies stip pen we, direct wanneer we ze zien, aan met afgewerkte machineolie. Doen we dit zorgvuldig dan raken we de bloedluis ge heel kwijt; letten we er niet op dan komt de boom er geheel onder en gaat op den duur ten gronde. Bij onze Frambozen gaan we nu weer letten op het Frambozenkever- tje, Byturus tomentosus. Deze kevertjes vreten de knopjes aan. De wijfjes leggen eitjes in de pas gezette vruchtjes, waaruit de bekende frambozenwormpjes ontstaan. De kevertjes zijn vooral 's morgens niet erg beweeglijk en kan men dan uit de struiken schudden en opvangen op een kleed of in een omgekeerde regenscherm. Wie slechts weinig planten heeft kan de knoppen inspecteeren en de kevertjes met de hand wegvangen. Tal van gewas sen worden aangetast door verschillende soorten van bladluizen Aphis. Een uitste kend bestrijdingsmiddel hiertegen is: een oplossing van 2 K.G. groene zeep en 1 liter spiritus op 100 liter water. A .G. Voor allen, die er werkzaam waren, is het een triest geval. Ook voor de streek, waarvan Tebing Tinggi het oentrum is, zal de inkrimping van bedrijf (de rubber blijft er voorshands gehandhaafd) een verlies beteekenen. Maar de Deli-tabaksteelt wordt er sterker door en in een grooter verband gezien, is de inkrimping van heden ver moedelijk een voordeel voor de komende jaren. Voor het bedrijf in zijn geheel is de crisis van heden een zeef, waar door heen het zwakke deel wegvalt. De Deli- tabak keert terug tot de grenzen van ongeveer 1885. DENGAN HORMAT. Vlein, maar belangrijk is dat beursje van de huisvrouw, dat dagelijks door de handen gaat, want de uit gaven staan niet stil. De zuinige huis vrouw ziet nauwlettend toe, voor welke doeleinden ze haar geld be steedt en wanneer zij haar Kruide nierswaren van „DE VELUWE betrekt, heeft zij het rustige gevoel, door er varing gekregen, dat het is: welbesteed Want nietwaar: zindelijke, meest in blik of carton verpakte kruideniers waren, prima kwaliteiten en dan nog de bekende voordeelen van hooge kor ting of spaarbons voor luxe- en huis houdelijke artikelen. 1312 N'.V. HANDEL MIJ. „DE VELUWE" 'S-GRAVENHAGE Scheepmakerstraat - Tel. No. 771850 inhoud. Ik zal u de geschiedenis vertel len Lucie Englisch en ik zijn twee filmfigu ranten, die eindelijk ook eens geluk hebben en zich een kleine rol zien toebedeeld. Ik speel de „Gravin van Monte Christo" en Lucie is mijn kamermeisje. Mijn rol be staat daarin dat ik in hoogst elegant toilet in een overeenkomstige auto voor een groot hotel moet stoppen. Nadat de scène herhaalde malen geprobeerd is, geef ik eindelijk gehoor aan de inblazingen van mijn „kamermeisje", dat er telkens weer op aandringt, deze prachtige kans te be nutten en mijn rol als Gravin van Monte Christo in het dagelij ksche leven door te spelen. Inplaats van de stoppen voor het hotel (zooals het regieboek voorschrijft) geef ik op het critieke moment vol gas en voort vliegen wij de wijde wereld in weg van Weenen (waar de opnamen plaats vonden) kilometer na kilometer tot weeindelijk op den Semmering stop pen. De visitekaarjes van de gravin, die tot mijn fiim-requisieten behooren, verrichten wonderen en Neen, meer verraad ik niet, als ik u alles zou vertellen, zou de spanning gebroken zijn. Alleen wil ik nog vertellen, dat wij allen (Lucie Englisch. Rudolf Forster, Ma- thias Wieman, Gustav Gründgens, Oskar Sima en ik) onder voortreffelijke en zake lijke leiding van den jongen regisseur Karl Hartl prettig hebben gewerkt.. Maar het belangrijkste: ik was nog nooit zoo ver langend naar de première van een film als dit keer. En waarom? Omdat ik in deze film voor den eersten keer geen vamp uit beeld, zooals in al mijn vroegere films, doch een rol, waarin ik kan lachen en uit gelaten zijn en die ook den toeschouwer in een vroolijke stemming brengt, terwijl ik tot nu toe steeds „demonisch" op hem I werkte. Toen ik mij ln de showroom in deze ivoor mijzelf nieuwe soort rol zag en hoor- ide. was ik verbaasd en ik heb om deze I „nieuwe" Brigitte Helm hartelijk moeten lachen. En misschien breekt met deze 1 .'.Gravin van Monte Christo" voor mij een nieuwe tijd aan en is mijn traditioneele vamp-rol voorloopig uitgespeeld. TOONEELSPEL, DAT GEEN TOONEELSPEL IS. Het is het aangeboren talent, dat een mensch tot een echten tooneelspeler maakt. Ervaring en techniek kunnen nooit dat talent vervangen. Het is bovendien een vereischte, dat het aangeboren talent niet vervormd en misvormd is. Dat is de reden, dat kinderen zoo goed tooneel- spelen. Zij zijn nog in staat om voor de camera te spelen alsof het alles werke lijkheid was. Het komt er niet op aan, of zij met een van hun vriendjes spelen oi met een volwassen tooneelspeler; zij spelen slechts en vergeten hun omgeving, de lampen, de regisseurs, de tooneel- knechts. Zij spelen slechts en beleven werkelijk, wat men hen van tevoren heeft verteld. In elk kind zit iets van een tooneel speler. Als een jongen zich een trommel omhangt en soldaatje speelt, is hij voor zijn eigen besef inderdaad een soldaat. HjJ bekommert zich niet om zijn omgeving; hij doorleeft slechts wat hij in zijn fan tasie voor zich ziet. Wat mij dan ook bij mijn nieuwe film „The Camp" bijzonder verheugt is het feit. dat de hoofdrol ge speeld wordt door een kind, den acht jarigen Jackie Cooper. Hij filmt niet, hij speelt hij beleeft, wat hij hoort. Wan neer hij bij rijke menschen gevraagd is en op een balcon moet wachten, zooals een der scènes voorschrijft, dan speelt hij niet voor de camera, maar beleeft zelf. dat hij een arme jongen is. Dingen, waar ik als regisseur nog niet eens op gekomen was, speelt hij vanzelf, zonder verlegenheid, zonder terughouding. Het is eenvoudig iets vanzelfsprekend voor hem. De camera kan slechts waar-nemen en elke beweging van het kind tot zijn recht laten komen; de commando's zijn niet noodig, want Jackie gaat op in zijn rol. Als 's avonds de op namen beëindigd worden, leeft hij nog eenige oogenblikken voort in deze werela van schijn, maar alleen, totdat hij zich weer ingesteld heeft op de werkelijkheid. Dan is hij weer Jackie Cooper, doch den- volgenden morgen wacht hem. als werk iets, wat voor hem geen werk is. doch een blij, onophoudelijk spelen. METRO GOLDWYN KONDIGT AAN: In het komend seizoen zal in Holland een aantal zeer belangrijke films door Metro Gpldwyn Mayer worden uitgebracht. Allereerst noemen wij de verfilming van het bekende boek van Vicky Baum „Men schen in het hotel". Nooit tevoren werd in een film een zoo groot aantal stars teza men gezien: Greta Garbo, Joan Crawford. John en Lionel Barrymore, Wallace Beery, Lewis Stone en nog vele andere bekenden treden hierin op. In Holland i: de naam „Mata Hari" reeds algemeen bekend. De film met Greta Garbo en Ramon Novarro in de hoofd rollen wordt thans door de Metro uitge bracht. Bovendien wordt aangekondigd DE GRAVIN VAN MONTE CHRISTO. Tusschen uw twaalfde en twintigste jaar «tt u toch allen zeker wel den beroemden roman „De Graaf van Monte Christo" van Alexander Dumas gelezen! Maar dan kent a ook reeds de geschiedenis van de Gravin ran.... Brigitte Helm. 'jsn, u kent haar niet! Dat is het juist, tsasHtverrassend is- wat mii deed ver- staan toen ik voor de eerste maal nieuwe rol in de UFA-film .D 5-J® jan Monte Christo" hoorde, aldr fcui lDeltende actrice Brigitte Hein 'f-v i wee'c me' den grooten Weer.sche r Jac. Kiepura in „De Zingende Stad tv ls- -„ dof is uiterst modern en heeft mets ïann n oud.en Dumas te maken, want het jj. jShi is geschreven door den beken- j^cA-dramaturg Walter Reisch. ten v hier dus niet den hekenden Ül alt roman betreft, bent u natuur- au?n hoogst nieuwsgierig naar den een derde film met Greta Garbo getiteld „Susan Lenox", waarin haar tegenspeler de succesvolle jonge acteur Clark Gable is. Deze film is gebaseerd op het in Amerika veel gelezen boek van David Graham Philips. De Amerikaansche Marine Luchtvaart stelde het vliegtuigmoederschip Saratoga beschikbaar voor de opnamen van „Tita nen der lucht" een aangrijpende uitbeel ding van het leven der militaire vliege niers, die ook in vredestijd, gebonden door een sterke kameraadschap, hun leven voor elkaar in de waagschaal stellen. De hoofd rollen in deze film worden vervuld door Wallace Beery en Clark Gable. De bekende jonge acteur Jackie Cooper zal in het komend seizoen gezien worden tezamen met Wallace Beery in een film getiteld „De kampioen", een geschiedenis van een jongen, die, zonder de zorgen van een moeder, door zijn vader wordt opge voed, een vader, die verslaafd aan drank en spel, zich ten laatste wee' op te heffen om de toekomst van zijn zoon te ver zekeren. De regisseur van „Trader Horn", ver vaardigde een nieuwe rolprent van het donkere werelddeel met een groot aantal opnamen van wilde dieren getiteld „Tar- zan", waarin de hoofdrol vervuld wordt door Johnny Weismuiler, den wereldkam pioen zwemmer. Twee nieuwe films van Buster Keaton zullen worden uitgebracht. „De philan- throop", een geschiedenis van een mil- lionnair, die zich tot levensdoel stelt de New-Yorksche straatjeugd op te voeden en „De verliefde loodgieter", een film vol onverwachte complicaties. De bekende film „De groote parade" met John Gilbert en Renée Adorée zal dit jaar als geluidsfilm worden uitgebracht. Twee nieuwe films van Ramon Novarro worden aangekondigd. „De zoon van den Radjah", een romantische film, die speelt in Britsch-Indië en een andere film, waar van de Nederlandsche titel nog niet be kend is. De twee Barrymore's zal men ook zien in de film „Arsene Lupin" gebaseerd op het tooneeistuk en de detectiveverhalen van Maurice Leblanc, waarin John Barry more de gentFman-oplichter en zijn broer de detective speelt. Ook van Jackie Cooper zal nog een tweede film worden uitgebracht, waarvan de Hollandsche titel nog niet bekend is. Het is een aaneriinende geschiedenis van een kreupel jongetje. Hierboven: Janet Gaynor en Charles Farrell in de film „Zijn terugkomst" („The Man, who came back"), naar den bekenden roman van twee jonge menschen, die door het noodlot gescheiden en door liefde weer bijeengebracht werden. Kleurrijk wordt in dit verhaal, dat deze week hier gevolgd kan worden, het verhaal geschil derd van twee menschenkinderen. die zich van de diepste diepten weten op te werken tot het hoogste geluk. Janet Gaynor en Charles Farrell wekten in den tijd der stille film onze sympathie in „Twee menschen", daarna in „De Straatengel" en „Gelukskinderen". Janet Gaynor verrukte o.a. ook in „Vadertje Langbeen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13