73«te Jaargang
VRIJDAG 10 JUNI 1932
No. 22153
KOOS' BELOFTE.
GOEDE OPLOSSINGEN.
BROERTJE EN ZUSJE.
ANEKDOTE.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.il
H.t was tien minuten vóór twee. Haastig
Koos Helmas zijn lekker warme
Krias aan, greep zijn tasch met Doe-
en witóe met een luid: „nu daag", de
^Mevrouw'Helmas was in de huiskamer
den koffieboel op te ruimen. Eerst
Side ze den laatsten groet van haar
jongen met een vroolijk „daag beant-
jroorden. Maar plotseling scheen haar iets
m te vallen.
Koos, kom nog eens even hier", nep ze,
tfrwlil ze de kamerdeur opendeed.
Haastig kwam Koos terughollen, ,,'t Is
,1 zoo laat, moeder. Wat blieft u?"
Koos, kijk me eens even goed aan,
mneen" Verwonderd, maar openhartig,
lloeg Koos Helmas zijn donkerblauwe
'ooeen tot zijn moeder op.
Koos" zei mevrouw Helmas ernstig,
terwijl ze hem de hand op den schouder
legde „Koos, je hebt gevraagd op het Ijs
te mógen gaan en vader heeft het ver
boden omdat het ijs nog niet sterk genoeg
is Kan ik je vertrouwen, Koos. of moet
ik' je om vier uur komen halen?"
De donkerblauwe oogen werden niet
neergeslagen.
kunt mij vertrouwen moeder. Ik zal
niét op het ijs gaan. Mag ik nu weg, anders
kom Ik heusch te laat."
Even streek mevrouw Helmas haar hand
door de blonde haren van haar grooten
jongen.
Ja maak maar dat je wegkomt", lachte
te" „nu ben ik gerust."
De school die Koos Helmas bezocht,
stond eenigszins aan den buitenkant van
de stad. Niet ver van de school was de
Buitensingel. Langs dien singel liep een
aardig breed water. Naar dat water had
den de jongens van de school, zich de
laatste dagen dikwijls begeven, om te
onderzoeken hoe sterk het ijs was. O, wat
terlangden ze er naar, dat het hen zou
kunnen dragen.
Eerst toen het ijs nog maar een dik vlies
tcheen hadden ze er kleine steentjes
over gekeild. En natuurlijk, die zakten er
dadelijk door Maar langzamerhand was
het beter geworden want het vriezen hield
aan 't Waren nu geen kleine steentjes
meer, waarmee ze het ijs probeerden. Nee
uit alle macht wierpen ze er nu wel een
keisteen op en't ijs brak er niet van.
Dit was den vorigen dag geweest en de
longens hadden tegen elkander gezegd:
Je zult het zien, morgen wordt er op den
Singel gereden". Maar dit viel tegen De
singel was een ijsbaan, waarop gemeente
lijk toezicht was. En toen de jongens den
volgenden dag gingen kijken, zagen ze tot
hun teleurstelling, dat het bord waarop
stond: „De toegang tot den ijsbaan is ver
boden", niet was weggenomen
Na schooltijd spoedden dan ook de
meeste jongens zich gauw huiswaarts.
Sommigen zeiden: „Je mag toch niet in
den Singel op het ijs", en anderen: „Bij
ons in de buurt zijn kleine slootjes, daar
is het ijs sterk genoeg.
De weg van Koos Helmas en nog een
paar jongens uit zijn klas ging echter juist
langs den Singel.
Langzaam slenterden de drie jongens
voort, natuurlijk druk redeneerend over 't
ijs. „Wat ziet zoo'n baan er ongezellig uit,
hè, als er niemand op is", zei Koos Helmas.
,,'t Is tenminste wat moois", pruttelde
Freek Damen, ,,'t ijs ls allang sterk ge
noeg en nog mogen we er maar niet op".
.Bat geloof lk niet" zei Kooc. „Mijn
vader zegt ook dat het niet sterk genoeg
b lk mag er niet op."
■Bah", zei Freek, „wat ben jij een
flauwerd dat je dat gelooft. Dat zeggen
natuurlijk alle vaders. Heeft de jouwe dat
ook niet gezegd, Bram?"
Aarzelend keek Bram even naar Koos.
Dj hield eigenlijk niet erg van Freekr
Veel meer trok hem Koos Helmas aan, die
altijd even openhartig was en zooals de
jongens zeiden: „op wlen je aan kon" ter
wijl het van Freek bekend was, dat hij
voor een valsche streek niet terugdeinsde.
„Ja", zei hij tenslotte, „mijn vader heeft
het ook gezegd en lk geloof het wel ook".
Maar Freek die wel zag, dat Bram toch
W1 een beetje naar hem wilde luisteren
el Ijverig in: „Onzin jö. Dat zegt je vader
alleen om je van het ijs af te houden".
Juist waren ze aan een punt van den
SMgel gekomen, waar langs den watcr-
m? 'ooruitstekend bankje was.
jWacnt nu eens even", zei Freek, terwijl
m) de belde anderen tegenhield, „wacht nu
aven lk zal hier van dat bankje af,
«5J J i)E sPr'ngen en je zult zien dat het
nog niet eens kraakt."
De daad bij het woord voegend, liep
Freek naar het bankje toe en sprong toen
met een flinken zwaai op het ijs. Hij had
gelijk, het ijs kraakte niét.
„Zie je nu wel", riep hij overmoedig, „zie
je nu wel, dat het niet kraakt? Nu jij
Bram".
„Maar je mag immers niet", waagde
Bram, „als er een agent aankomt, worden
we bekeurd".
„Toe jo, laat naar je kijken" riep Freek.
Er is in geen velden of wegen een agent
te zien. En als er een komt. dan gaan we
aan den haal, dat spreekt vanzelf. Of
durf je soms niet? Daar kon Bram niet
tégen en hoewel Koos nog zei: „Jö, wees
toch wijzer, doe het niet", na een kleine
aarzeling stapte hij heel voorzichtig op
het ijs.
„Wat doe je toch bang" lachte Freek,
terwijl hij weer eenige malen over het ijs
sprong „je ziet toch wel aan mij dat het
ijs je best kan dragen? Nu jij Koos."
Nog altijd stond Koos op den kant naai
de twee anderen te kijken. O, wat had hij
toch een zin om ook op het ijs te gaan.
Hij geloofde nu toch, dat vader zich ver
gist had. Op deze plek althans was het
ijs sterk genoeg, anders had het nooit de
dolle sprongen van Freek kunnen verdra
gen. Ook Bram begon zich meer op zijn
gemak te voelen. Lachend en stoeiend
gleden de twee jongens over het ijs.
„He jó, kom dan" riep Freek/ongeduldig.
„Blijf daar toch niet langer staan".
Maar hoe grooten lust Koos ook had die
uitnoodiging op te volgen, toch dacht hij
er niet aan, het werkelijk te doen.
„Nee Freek, ik kom niet", riep hij hem
toe. „Ik heb mijn moeder beloofd niet op
het ijs te zullen gaan".
Een luid gelach van Freek was het ant
woord. „Och, wat een brave Hendrik!"
riep hij terug. „Zal ik je eens wat zeg
gen? Ik geloof er niets van jongetje, maar
je durft niet".
„Ik durf best antwoordde Koos, maar
ik heb het mijn moeder stellig beloofd".
„Nou je bent een echte flauwerd,
schreeuwde Freek weer. Ik dacht niet dat
je zoo laf was, Koosje. En dan ons nog
wijs te maken dat hij het niet doet, omdat
hij het thuis beloofd heeft. Bah, wat laf".
Freek en Bram begonnen weer lachend
over het ijs te glijden.
Een hoogrood kleurde de wangen van
Koos' Voor laf te worden uitgescholden,
was meer dan hij verdragen kon. Zou hij
ook op het ijs gaan, even maar? Alleen om
te laten zien dat hij wel durfde? En dan
er meteen weer af?
Maar plotseling keerde hij zich vastbe
raden om. „Ik ga naar huis hoor, adieu".
En hoewel hij achter zich gelach hoorde
en zijn oor het woord „lafaard" opving,
hij keerde zich niet meer om maar liep
regelrecht door.
Toen hij thuiskwam was zijn boosheid
nog niet gezakt.
„Je bent laat Koos" groette zijn moeder
hem vriendelijk, ik zal je gauw een kopje#
thee geven jongen".
Natuurlijk zag ze wel, dat er iets aan
scheelde, maar ze vroeg niets. Koos zou
het haar zelf wel vertellen, 't Kwam zelfs
in haar gedachten niet op, te vragen:
„Koos, je bent toch niet op het ijs ge
wéést?" Ze kende haar jongen goed. Hij
had nog nooit zijn woord gebroken.
Toen 't kopje thee op was en moeders
oogen hem onderzoekend aankeken, kwam
Koos al gauw los.
Alles vertelde hij aan zijn moeder, ook
dat Freek hem voor laf had gescholden.
Weer streek moeders hand door zijn
zijn haar juist zooals dien middag.
„Weet je wat laf is, Koos?" vroeg ze „Als
jij op het ijs was gegaan en je woord aan
mij gehroken had. dan was je laf ge
weest. Nu heb je je echter dapDerder be
toond dan Freek en Bram. Een ferme jon
gen breekt zijn eens gegeven woord niet,
vergeet dat nooit". Toen stond moeder op
en liep naar de kast. Even later kwam ze
terug met een pakie en gaf het aan Koos.
„Is dat voor mij, moeder?" vroeg hij.
„Ja Koos dat is vor jou. Pak maar eens
uit". Haastig deed Koos het. Er kwam een
mooie wollen muts en trui voor den dag.
Zoo groot als Koos was, bij deze verras
sing vloog hij zijn moeder lachend om den
hals.
„Morgen mag je ze op het ijs dragen
Koos", heeft vader gezeed. 'k Hoop dat het
nog een flinke poos blijft vriezen, dan kun
je er nog veel plezier van hebben?
TOANCINA.
iden per 3 maanden f. 2.35; per week t. 0.18
Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
per post f. 2.35 portokosten.
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
ONTVANGEN VAN:
Adrie Struik, Mar janna van den Anker,
Marius van den Anker, Corry van Driel,
Jan van Driel, Jo Beumer, Willy Heyl,
Wim Kruit, Henk Boom, Hendrik West,
Karei West, Reinier den Hertog, Annie
den Hertog, Jo de Wekker, Anje de Gelder
Adri Bavelaar, Bram Bavelaar Ploon de
Kort, Liedia Neuteboom, Jo van der Lin
den, Tieleman van der Linden, Dirkje
Hopman, Adrie van Nood, Johan van Nood
Maurits van Nood, Willy C. Mulder, Hester
Lancel, Marietje van der Mey, Johan
Mulder, Hendrik Mulder, Marietje Later-
veer, Cornelis Arbouw, Johanna Gulde-
mond. Eva Schelvis, Greet van der Biezen,
Stientje Griffioen, Corrie Wit, Tonnie
Wit, Annie Boot. Sander Boot, Jannie van
Groeningen. Nellie van Groeningen, Annie
van der Biezen, Corry van den Kerkhof,
Jannie Ramp, Annie Guldemond Tom
Nieboer Koos Nieboer, Juiie Franke Jo
hannes Jacobus Planie. Gerharda Eggink,
Christiaan Eggink. Willv van Wiik, Freddy
van Wijk. Tara van der Vliet Pranrina de
Wit. Paultje Burgerjon. BeD van der
Hoogt. Anneke Caro. Maartie Zaalberg,
Gerard de Geus, Dorus de Geus. Keesie de
Geus, Riet van Berkel Een hrief zonder
naam, ik geloof van Nellv Waeeman. kan
dat? ze schrijft dat ze er 's zomers niet
zoo toe komt om te scbriiven. Nien Kret,
Celia Kret, Hans Kret. Retsv Philirno,
Lvda Philippo, Jan Wassenaar. Eemnien
Wassenaar. Jopie Wassenaar. Jannie de
Water, Frans de Water Marietie Riins-
burger. Sonhie de Roode Willv van der
Riet. Geertie Brussen. Willv Rehiln, Lena
Schiln, Aaltie Nieuwenhnis 'dat denk ik
tenminste naar het schrift te nnrdeoien
maar er stond geen naam onder den
brief). Miesje van der Bent. Krijn Haas
noot. Kootje de Wit.
(Een liedje van de Vacantie-kolonies.)
Broertje werd naar 't strand gestuwd
En zus naar dennengeur
Wel, Jantje! zei de wijde zee
Je valt me heelemaal niet mee,
Wat is dat nu voor kleur!
Kom. pak mij maar eens dapper aan,
Ik wil met jou aan 't vechten gaan!
Broertje werd naar 't strand gestuurd
En zus naar dennengeur....
Wel, Klaartje! zong 't vrij en blijd! -
Wat is dat voor een Jonge meid
Een klagen en gezeur!
Hoor gij nu eens mijn sprookjes aan,
Dan zul je gauw weer lachen gaan!
Broertje werd naar 't strand gestuurd
En vocht daar met de zee.
Die pakte hem geweldig aan,
Maar Jan begon terug te slaan.
Al viel hem dat niet mee!
Hij werd er bruin en stevig van.
Compleet een echte varensman!
Zusje werd naar 't bosch gestuurd
En hoorde sprookjes graag...
Maar eindlijk wilde zij niet meer,
Dat ging langs heuvels op en neer
En rolde naar omlaag.
En lachen dat daar zusje deo
Wel ieder gierde met haar mee!
Broertje kwam van 't strand terug
En zus van dennengeur.
Nu hadden zij de pret gehad
En keerden weder naar de stad,
Gezond en frisch van kleur.
En als men hen vertellen laat,
Dan komen zij niet uitgepraat.
Ingezonden door Jo Beumer.
„Zeg Jan, heb je vanmoreen de electri-
sche voordeurbel bit mevrouw 0 gemaakt?"
„Nee baas. ik kon niet. ik heb driemaal
gebeld maar er werd niet opengedaan!"
JJ'tósingen:
tan Sche ExPloitatie Maatschappij
L^iJen nu™"36 Goederen. Stationsweg 18
Witbm? procuratiehouder: A. C. M.
toen) Haag (Beperkende Bepa-
0MMriÏ5renleenbank te Oude-Wetering
tod lid I??? A 199- AIkemade. Uittre-
WA-1' Toezicht: P- Roos. Haar-
lemmprmo T J. ivuus, naai-
toSchLi Ui'tredend voorzitter Raad v.
NiPi,™ Rodewijk. Roelofarends-
K «elmuTdet Va" T°eZlCht:
'onnet), In de Woensdagavond
RrwjfVe om'rent: Gebrs. Van der
"toen tvT-, oerd B- 91 te een zetfout
?ai: G«b„ TT°D°a'e betreft de handels-
Koudekerk! Sluys, Hoogewaard
De wethouder van fabricage, is ver
hinderd morgen spreekuur te- houden.
Bij garnizoensorde van 7 Juni 1932 ls
bepaald dat de Burgerwachten te Leiden,
Katwijk. Rijnsburg, Leiderdorp, Valken
burg, Voorschoten. Wassenaar, Oegst-
geest en Zoeterwoude ,hun schietoefenin
gen weder kunnen houden als aanvanke
lijk was bepaald.
Gistermiddag is een begin van brand
ontstaan in de keuken van de bovenver
dieping van perceel Aalmarkt 13, doordat
de vlam van een gasstel in de gummislang
sloeg.
Voorbijgangers wisten het brandje met
eenige emmers water te blusschen. zoodat
de uitgerukte motorspuit naar de kazerne
kon terugkeeren. De schade ls gering.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
VALSCHE MUNTERIJ OP GROOTE
SCHAAL.
In de stad Mainz en omgeving werden
in den laatsten tijd talrijke valsche 5, 3
en 2 M. stukken m omloop gebracht. De
cnmineele politie is er in geslaagd de val
sche munters op te sporen» In totaal
werden 14 personen gearresteerd en naar
de gevangenis overgebracht.
Alle werktuigen, welke gebruikt werden
bij de vervaardiging van het valsche geld,
konden in beslag worden genomen. De ge
arresteerden hebben bekend. Waarschijn
lijk zullen nog meerdere arrestaties plaats
hebben.
kllC gcouvi.
bij de politie aangemeld.
ESTAND,
ote politieke
•;en heerscht
ideling van
he leiders
a Be-
on Gayl
a meer
de voorstel-
.ral Anzeiger
laatste on-
oresident en
•sproken. De
ling op de
i en noch
e" noch van
gesproken,
int dr. Bril-
ereenigings-
t de regee-
lotte ls het
(jkspresident
n woord of
ook later ln
romen heeft
r onder be-
nlijke hoog-
staatsprest-
Wurtemberg
uebben ver-
elegram ge-
on Hinden-
sr-preslden-
anden Bele-
rzoeken den
willen ont.-
conferentie
a.s. Zater-
'd. dr. Bolz.
den Inhoud
gesteld.
ELEFELD.
fvier is een
le slaapka-
34-jarigen
wonende ln
Desselhaus
ilagen doo-
werd door
•nd. Ook de
tegen den
isje, dat op
bracht den
ng toe. Het
d van geest
uig te ont-
kans gezien
ie vlucht te
IOTHEEK.
ir den Lln-
i bericht ln
rijke diet-
een amb-
len Duitsch
jn voor een
rken, groo-
taatsbiblio-
ambtenaar
zijn ver
erken ont-
ELERS.
he tooneel-
is de pen-
in tooneel-
>eden naam
■,s een on-
lden) in de
-,ich tot het
te Boeda-
in de ver-
n om langs
De politie
H.
'd, heeft de
lischer, die
irzoek naar
van Lind-
werd. zich
DAME VAN 75.000 FRS. BEROOFD.
Aan het loket van een groote bank te
Zurich werd aan een dame. aan wie een
bedrag van 75.000 francs was uitbetaald,
dit bedrag door een onbekend gebleven
dief ontroofd.
o
REVOLVERGEVECHT
TE SAN FRANCISCO.
Bij een revolvergevecht tusschen politie
en bandieten werden te San Francisco drie
personen gedood en drie zóó ernstig ge
wond, dat voor hun leven wordt jevreesd.
BINNENLAND.
Het wetsontwerp tot steun aan de melk
veehouderij door de Eerste Kamer goedge
keurd (Parlementair Overzicht, 3e Blad),
Het bezuinigingsrapport-Weiter zal in
den loop dezer maand worden gepubliceerd
(Binnenland, 2de Blad).
De steun aan de scheepvaart: voorloopig
verslag der Tweede Kamer (Binnenland,
2de Blad).
Een wetsontwerp tot steun aan de
varkenshouderij heeft het departement
verlaten (Binnenland, 2e Blad).
BUITENLAND.
Een verklaring van den Duitschen
minister van binnenl. zaken von Gayl.
(Buitenl., 1ste Blad).
Rapport van de goud-delegatie over den
gouden standaard. (Buitenl. 1ste Blad).
Tardieu richt een eigen partij op
(Buitenl., 1ste Blad).
De vroegere keizer van Abessynië is ont
vlucht. (Buitenl., le Blad).
De nieuwe minister van blnnenlandsche
zaken von Gayl heeft gisteren voor het
eerst den rijksraad gepresideerd. HIJ
hield daarbij een rede, waaraan het vol
gende ls ontleend:
Indien ik niet te midden van de poli
tieke, economische en cultureele brand
punten van ons openbare leven zou heb
ben gestaan en niet een hoogeschool van
politiek leven zou hebben doorloopen, zou
lk geen gevolg hebben gegeven, aan den
oproep van den Rijkspresident. Ik zou
hem verzocht hebben ln mijn plaats een
ander te benoemen. Het feit, dat lk Jaren
lang behoord heb tot den Rijksraad even
wel, heeft mij den moed gegeven de func
tie van minister van blnnenlandsche za
ken op mij te nemen. Ik heb dit niet ge
daan om een machtshonger te bevredigen,
doch alleen uit een gevoel van plicht ln
dezen tijd van nood gehoor te geven aan
den roep van den door ons allen vereer
den Rijkspresident.
De Rijksminister vervolgde: Hoe nood
zakelijk het ook ls tot hervorming van de
Rijksinrichting over te gaan en hoezeer
deze ook tezamen hangt met de noodlge
maatregelen ter vereenvoudiging V3n het
ooenbaar bestuur, zoo wacht ons thans
tóch een nog dringender taak, welker
oplossing op dit uur gebiedend wordt ge-
elscht. Dit beteekent geen afschuiven op
de lange baan.
Ook de Rijksgrondwet van Welmar zal
moeten worden herzien. De redeneering,
dat voorgenomen zou worden de Grond
wet te wijzigen in de richting van een
herstel der monarchie, ls dwaas. Ik ben
er ten volle van overtuigd, dat ln deze
tijden van strijd om „zijn of let zijn" de
kwestie van staatsvorm, republiek of mo
narchie, geen kwestie is. Hooger dan die
vorm staat het Rijk der Duitschers. Dit
te redden, is onze hoogste plicht. Ik denk
er niet aan als constitutioneel minister
ons volk, door het aan de orde brengen
van de kwestie van den staatsvorm, op
nieuw in verwarring te brengen en zal
trouw blijven aan den Grondwet, zooals
ik den Rijkspresident heb gezworen.
Spreker kwam op tegen de zienswijze,
dat het kabinet en zijn persoon reactio
nair zouden zijn. Wij weten, dat wij ons
volk slechts kunnen in stand houden door
or.s opofferingen te getroosten. Daarbij
nemen wij op den koop toe, dat in den
beginne menige maatregel weinig populair
zal kunnen zijn en verkeerd beoordeeld
zal worden. Dat kan ons evenwel niet ver
hinderen onzen plicht te doen.
Gelijkmatige rechtvaardigheid tegenover
alle politieke stroomingen, aldus von Gayl,
welke zich houden binnen het kader van
Grondwet en wetgeving, is onze voornaam
ste taak. In dezen zin zal dezer dagen een
nieuwe verordening worden uitgevaardigd
inzake de handhaving van rust en veilig
heid Hierbij zullen de bepalingen worden
vastgelegd, welke zullen gelden voer ver
gaderingen, optochten, de pers en op mi
litaire leest geschoeide organisaties. De
bestaande ter zake geldende verordening
zal worden verzacht. Het kabinet gaat
daarbij uit van de idee, dat de den 31en
Juli te houden Rijksdagverkiezingen op
deze wijze ondubbelzinnig den waren
volkswil naar voren zullen kunnen bren
gen. Als minister van blnnenlandsche
zaken wensch ik u echter de verzekering
te geven, dat ik in ieder geval den vasten
wil heb en voldoende sterke zenuwen om
de orde te handhaven.
Verders prak de minister over de nood
zakelijkheid om het Duitsche volkswezen
vooral in het grensgebied te beschermen
en te versterken. In dit verband ls ook
het vraagstuk van de blnnenlandsche ko
lonisatie, in het bijzonder in Oost-Pruisen
van het allergrootste gewicht. Sinds vele
jaren heb ik - aldus de minister mijn
beste krachten aan dit werk gegeven. Wij
hebben tal van dorpen gesticht en hon
derden hectaren land ontgonnen. Daarbij