LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 7 Juni 1932 Tweede Blad No. 22150 HEORIE EN PRAKTIJK. Jaargang lijk uit den booze! Voor geneesmiddelen behoort feitelijk niet te worden geadver teerd, het doét slechts schade aan de volksgezondheid! Elke poging om die openlijke aankondiging van geneesmiddelen zoo krachtig mogelijk te bestrijden werd dan ook in het Pharmaceutisch Weekblad door de Hoofdredactie ten zeerste toege juicht. De bestaande Commissie van controle op de aanprijzing van geneesmiddelen, uit het particulier initiatiel voortgekomen werd van meer dan ééne zijde dan ook verdacht gemaakt. Zij deed geen goed werk, zij liet veel te veel advertenties toe, het was slechts de arbeid van eene Com missie, die immers door de belangheb bende fabrikanten en Importeurs was op gericht! In het Pharmaceutisch Weekblad van 28 Mei 1932 No. 22 wordt ons medegedeeld dat binnenkort zeer waarschijnlijk een courant „De Volksgezondheid" zal ver schijnen, welke aan alle apothekers zal worden toegezonden en welke ten doel heeft (mirabile dictu) propaganda te ma ken voor de apotheek. Aan het artikel, dat beoogt, bedoelde courant te introdu- ceeren, ontleenen we het volgende: 1. „De idee, aan de klanten een courant of tijdschrift in handen te geven, waarin reclame gemaakt wordt voor de zaak van den uitgever, is tegenwoordig in de zaken wereld algemeen verbreid. Wij apothekers moeten thans overwegen, dit machtige middel ter hand te nemen, waarbij wij zelfs een tweeledig doel kunnen nastre ven, n.l. ten eerste om door middel van een gezonde voorlichting een vriend schapsband te scheppen tusschen apo theek en de clientele en ten tweede te trachten, de apotheek weer in het middel punt der belangstelling te brengen." 2. „Wij zullen thans eens nagaan, hoe een courant, die als propagandamiddel voor de apotheek moet dienen, er uit moet zien en hoe de apotheker daarvan ge bruik moet maken, om den handverkoop weer zooveel mogelijk naar de apotheek terug te brengen." (Let vooral op het woord handverkoop d. w. z. dus de handverkoop uitsluitend door den apotheker en niet meer door den drogist, want de drogist is immers geen wetenschappelijk man! v. W.) 3. „De propagandacourant voor de apo theek moet natuurlijk in zeer beperkten vorm bevatten: berichten van allerlei aard, conversatie en propaganda betref fende de apotheek." 4. „Alhoewel propaganda hoofddoel van de courant is, zouden wij willen waar schuwen tegen overdrijving, die veelal hierin gelegen is, dat vele collega's mee- nen, dat de propaganda er vuistdik moet opliggen, want zoo redeneeren zij, dat is ten slotte toch de opzet van het geld, dat er in gestoken wordt. In tegenstelling met deze opvatting zouden wij willen voorop zetten, dat de propaganda niet mag op vallen, dat ze zeer bescheiden, haast on merkbaar op den achtergrond moet tre den. Zeer zeker, de courant moet bij pas sende gelegenheden nu en dan de aan dacht vestigen op de apotheek, maar steeds in bescheiden vorm." 5. „Nog wensch ik de aandacht erop te vestigen, dat deze courant vooral regel matig verspreid wordt, waardoor op den duur vaste lezers ontstaan en uit deze vaste lezers komt de vaste clientèle voort. Wij zij ervan overtuigd, dat op den duur de handverkoop weer naar de apotheek zal terugvloeien en slaan vooral dit propa- gandaminddel zeer hoog aan." 6. „Wij apothekers moeten er voor alles voor zorgen, dat de gedachten van de clien tèle, die in de apotheek wacht, uitsluitend door de apotheek in beslag genomen wor den en trachten, aanknoopingspunten te vinden voor verdere propaganda." 7. „Hoe bereiken we echter al diegenen, die niet ziek zijn en die vaak jarenlang niet in de apotheek komen, m.a.w. hoe kan ik nieuwe cliënten verwerven, want voor hen is de propaganda in de allereerste plaats bestemd. Om hen te bereiken blijft ons geen ander middel over dan ze te be naderen in hun woningen en juist hier voor is de courant een bij uitstek geschikt propagandamiddel. De courant vindt overal een open deur en zelfs daar, waar de deur gesloten is, vindt zij haar weg, onder de deur doorl" 8. „Wanneer in den beginne ook slechts een klein percentage der couranten ge lezen wordt, de kring der lezers en belang stellenden zal zich langzaam uitbreiden. Men zal zelfs hier en daar al eens over den inhoud van de courant praten en sommi gen zullen zelfs tot de overtuiging komen, dat het regelmatig lezen van de courant in het belang van eigen gezondheid en die hunner familie is. Deze draden tusschen familie en courant zullen langzamerhand verder gesponnen worden en ten slotte eindigen in de apotheek." 9. „Men moet nu echter ook niet ver wachten, dat het een-, twee- of driemaal verspreiden van de courant in zijn rayon een goudregen op de apotheek zal doen neerdalen, zoodat na verloop van enkele weken reeds een verdubbeling van den handverkoop zal worden geconstateerd. Wie zoo denke, beginne er liever heele- maal niet mee." 10. „Ten slotte zouden wij nog den raad willen geven, van tijd tot tijd een inleg velletje bij de courant te voegen, waarin men de aandacht vestigt op de speciale preparaten der apotheek." Propaganda-Commissie 1931 van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie. Het is eerlijk van het Pharmaceutisch Weekblad, dat het, vóór de behandeling van het Wetsontwerp, hewelk beoogt, den apohekersstand te beschermen, o.a. ook door de openlijke aankondiging van ge neesmiddelen onder strenger controle te plaatsen, aan de tegenstanders van het Wetsontwerp bovenstaand materiaal heeft verschaft. Het is, alsof een veldtochtplan reeds vóór den slag wordt gepubliceerd. Men zal goed doen bij de behandeling van meergenoemd Wetsontwerp de noodige aandacht te schenken aan de binnenkort te verschijnen courant „De Volksgezond heid", speciale uitgave van den Apothe- kersstand. v. W. EEN FRAAIE 17e EEUWSCHE HOUTEN KAST MET VAZEN, een der stukken, welke van 1416 Juni a.s. bij den kunsthandel Mak te Am sterdam geveild zullen worden uit de collectie' van ir. F. W. de Marez Oyens te Baarn. HET EERSTE GEZICHT zoudt U niet wat deze foto voorstelt. Het is de Nieuwmarkt te Amsterdam, van boven gezien. enkort zal het Wetsontwerp, .Me regeling omtrent de uitoefening Msesijbereidkunst door de Tweede m openbare behandeling worden «n, en zijn wij goed ingelicht, zelfs spoedig. meerderheid van de Commissie, uit 'weede Kamer samengesteld, teneinde dit Wetsontwerp te rapporteeren, l°t de conclusie, de aanneming te moeten ontraden. minderheid der Commissie verklaart ™or dit nieuwe Ontwerp. De hoofd- ™8 van deze Wet is blijkens de 'an Toelichting gericht op het •erschaffen van de noodige zekerheid, 'c,r?aardiging en de Verkoop van 3? j ook 'n verpakten vorm hÏTr n ^oor bevoegden en in rhk door apothekers, want de tersstand is tengevolge van de Irfi'd, dat de vervaardiging van édelen en de verkoop hoe langer I kanc*en der apothekers zijn m een moeilijke economische gemaakt. ;«inorie van Toelichting zegt immers jJSjï het navolgende: Kneeskundige wetenschap ging dë cn verlaten; de toediening van ddelen begon in de algemeene j^hhg der geneeskundigen achteruit en wat werd voorgeschreven werd ™er en voor den omvang der eden van minder beteekenis. De roei en fabrieken gingen steeds r" werk overnemen. Langzamer- vam het bereiden van recepten, 'Onwetenschappelijke en ethische meer op den achtergrond apotheker voor een deel de ej® of ander geneesmiddel, het ontvangen had, af te v p 'ndustrialiseering vermin- v decorum van den apothe- 116 oogen van het publiek langer de onmisbare persoon, name apothekers-adslstenten en drogisten drongen hem terzijde, met steun van het publiek, dat gansch anders had leeren denken. De aard van het be drijf veranderde en de bestaanszekerheid van menigen apotheker begon in gevaar te komen." Het spreekt vanzelf, dat, om dit doel van het Wetsontwerp te bereiken (en dit doel is, gelijk we reeds opmerkten, terwille van de volksgezondheid aan den apotheker in hoofdzaak het monopolie te verschaffen van den verkoop van zoo goed als alle geneesmiddelen) ook maatregelen moesten worden genomen om 'zooveel mogelijk de openlijke aankondiging van verpakte ge neesmiddelen of verpakte artsenijen aan een strenge controle te onderwerpen en op deze wijze te bestrijden. Art. 8 van het Wetsontwerp laat in deze een duldelijken klank hooren. Wij lezen immers: „Wij behouden ons voor, in het belang van de gezondheid, bij algemeenen maat regel van bestuur te verbieden of voor waardelijk toe te staan de openlijke aan kondiging van verpakte geneesmiddelen of verpakte artsenijen, hetzij op de verpak king, hetzij op eenige andere wijze, indien die aankondiging den indruk kan wekken als ware deze geschikt ter genezing, leni ging of voorkoming van door Ons te noe men besmettelijke ziekten. Wij behouden Ons voor, in het belang van de gezondheid bij algemeenen maat regel van bestuur te verbieden de open lijke aankodiging van, met name of op grond van hun samenstelling algemeen, aan te duiden verpakte geneesmiddelen of verpakte artsenijen, hetzij op de verpak king, hetzij op eenige andere wijze, als waren deze geschikt voor genezing, leni ging of voorkoming van ziekte, kwaal of gebrek bij den mënsch, indien Wij van oordeel zijn, dat het middel schadelijk is voor de gezondheid". In apothekerskringen heeft men ge juicht over dit artikel. Die richting moest het uit. Menige loftuiting op dit nieuwe Wetsontwerp werd opgenomen in het Pharmaceutisch Weekblad', men achtte Immers de propaganda en de openlijke aankondiging van geneesmiddelen eigen- Links: DE HAVENDIJK TE ENKHUIZEN, over de demping waarvan veel gesproken is. Uit historisch-oudheidkundig oogpunt wordt tegen deze demping bezwaar gemaakt INGENIEURS van den FRANSCHEN RIJKSWATERSTAAT brachten gisteren 'n bezoek aan de waterstaatswerken in Gelderland, waar ir. L. R. Wentholt hen rondleidde. - Het gezelschap bij de betonbrug over het in aanbouw zijnde Twenthe-Rijn-kanaal. PROF. DR. H. M. VAN NES, hoogleeraar in de godgeleerdheid vanwege de Ned. Herv. Kerk te Leiden, heeft gisteren zijn afscheidscollege gegeven. In het midden, zittend, de scheidende hoogleeraar met echtgenoote. ROBIJNS heeft te Vichy (Fr.) het wereldkampioenschap biljart drie banden gewonnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5