Wat de vrouw draagt. De mode in vroegere tijden. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Mei 1932 Vijfde Blad No. 22125 VOOR DE HUISVROUW. TUIMELT JE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND IllNNlSSEIZOEN BEGINT Inlen wachten daarom met onge- 1 warmer weer. want het tennisspel lier zooals vroeger, de sport voor Ier-ten", doch mag zich heden ten Teen ongekende populariteit ver- lledere minuut van den dag, of dit liends of 's avonds is, wordt door (tien met tennissen zoek gebracht I de werkende vrouw, blijkt voor teen ware hartstocht te hebben. niemand zal verwonderen, want ag in de frissche lucht voor [de het grootste gedeelte van den a besloten ruimte moet doorbren- btuurlijk voor de gezondheid van [tui eigenlijk pas heelemaal een f«n. als men voor den bepaalden i op de juiste wijze gekleed is hw is op dit punt al heel gevoe- ft er liever heelemaal van af, dan kite mosten hebben bij haar part- lit steken. li ziin de eischen die de tennis- de garderobe stelt, zeer gering, t is bekend dat het eenvoudigste I best op zijn plaats is. [bet op aankomt is dat de jurken makkelijk te wasschen moeten fc'rzljds volkomen beweglngsvrij- arborgen daar een ongemakkelijk |knmsiurk niet alleen ongemakke- t ook hoogst gevaarlijk is. |aie mode brengt een groote keuze een ook niet al te dure stoffen, ■het tennisveld uitstekend geschikt lie-eerste plaats de ve'e poreuze van zichzelf al decoratief zijn 1 de verwerking ervan beter tot l kan komen dan bij de ver- trove waschbare stoffen (zooals t linnen en verschillende andere, [door de opzettelijke eenvoud zoo Ihan. lïttoneefë kleur voor het tennls- >t en na wit. alhoewel men hierin pa tijd wel tracht verandering te I door ook verschillende pasteltin ten. nieker mogelijk zijn op deze wiize Pt van de tennisbaan op slag te hnderen doch deze zachte tinten ■meestal het nadeel niet volkomen T>t en llchtecht te zijn. zoodat de Wge tennislurken naar alle waar- Jjheld wel tot een enkele benerkt W'en De elegante vrouw probeert JCtte tennisjurk door een of ander ■attribuut on te fleuren b.v. door FH een schouderdoek, een origi- Jtttnir en gekleurde sportieve amn io vest enz. leuke vlotte en bijzonder mak- Imaken jurken voor het tennisveld en de schets afgebeeld, pnvoudlg en misschien juist daar- lelltfd zijn de verschillende om de .nauwsluitende sportjurken die I- uitlooDen. Het sportieve figuur pus in att en ze waarborgen een jo vrijheid van bewegen. (Voorlaat- pngt op deze modellen graag een jouwloos vest aan dat we het liefst walrood. groen, geel of hardblauw. ™ik U hetzelfde effect te bereiken pats van een japon, alleen een k nemen, waarop dan 'n wasch- hiervoor besproken vest ge- lïordt. 1 onderweg heeft men. speciaal op Jr?eh wn wollig omhulsel noodig. L"' otaa* hier altijd erg leuk en ■jw ook veel gekozen om later ge- ,;e' '«blijf ln een badplaats of dienst te kunnen doen. De ■wf i0e' "Wtette plissébanen staat I, J* oraetisch. een diagonaal ge- is voor het tennisveld een vi»»? 'an hetzelfde gestreep- b. j®0"5' er cen shawl bügedra- niv Jï 8,0 'uist besproken mantel fh^f'taat (Afb. 1). - ®'Men geknoopte princes-rok i 5S* 'tooi ln 't midden is onge- -tli in verbinding met een Pj.Bhbl-kraaele en pofmouw- Boet e pt het »t «IV een heheel. dat iedereen r1 inden. i Jii -°lel ls wel het meest tradi- t en S, i2n Tierkanten hals korte i jji ™™saniezette plooien zeker ltd»!».?- Een fechte shawl die hu !L gehaald wordt geeft thivoudlgste jurkje iets per- mouwen en witte pullover (zoo mogelijk handgebreid en met opzet stevig wat be treft de techiek hiervan l. De shawl, die onontbeerlijk is en het eenige persoonlijke attribuut is. dat in aan merking komt. moet natuurlijk weer kleu rig zijn. SPEELPAKJES VOOR HET KIND. moeten onder alle omstandigheden zoo pri mitief mogelijk zijn. want het is enkel en alleen van belang, dat het kind zich er heelemaal prettig ln voelt en er naar har telust in kan ravotten. Verder most het makkelijk te wasschen zijn. zoodat zoo'n pakje zoo noodig van den eenen dag op den anderen weer in orde gebracht kan worden. Enkele markante typen ziet u hier ge- teekend. Voor heel warme dagen is een enkel broekje met elastiek (niet te strak gespan nen) voldoende: voor 't spelen op de wei en in het park wordt een dun bloesje met korte mouwtjes gecombineerd met een aangeknoopt linnen broekje; (midden) voor het strand daarentegen is de juiste dracht een door kruisbanden opgehouden pyamabroek, daar het kind op deze wijze volkomen blootgesteld is aan de zonnestra len en het gevaar voor kouvatten zooveel mogelijk voorkomen wordt. (Laatste mo del) EEN STUK ZIJDE alle onine" echter hou- «w.jJ'tandlebeflpn vast aan ti» ?TI gakelllk?" witte "«as hemd met opgerolde op de juiste wijze te verwerken, eischt wel eenige vindingrilkheid en velen weten vaak niet wat ze met een rest beginnen moeten, die blijkt voor ..iets ln sn geheel' te klein te zijn. Nu de groote mode der shawls gekomen is. zullen veel dames zich nog verschillende resten zijde herinneren, die zij voor dit doel uitstekend kunnen gebruiken. Daarom laten wij u hier een creatie zien, die om zoo te zeggen „met een enkelen handgreep" te voorschijn getooverd kan worden. Men heeft n.l. niets anders te doen dan het stuk zijde tot op 3/4 der lengte door te knippen. Het stuk dat niet doorgeknipt ls, wordt nu als een vest op de ia non gelegd en door middel van een ceintuur vastge houden terwijl de door het lnknippen ont stane smalle gedeelten als shawl om d-n hals gedraoeerd of geknoopt kunnen worden Op deze wijze hebben we voor een wan deltoilet een elegante garneering gescha pen. die door haar eenvoud en wiize van maken werkelijk verbluffend is. WILLY ÜNGAR. Een „Friezin", die me haar naam niet verklapt, is zoo vriendelijk geweest voor mij Wét patroon van een gebreide bad- cape over te schrijven. Langs dezen weg betuig ik haar hiervoor mijn hartelijken dank. De cape wordt gebreid in 2 kleu ren breikatoen met aluminium naalden. Het patroon is als volgt: 1ste naald: 12 recht, 2 averecht; op het einde 6 recht. 2de naald: 12 recht, 2 averecht; op hei einde 6 recht. U maakt de cape in een grondkleur: doch begint eerst met den onderrand in een afstekende kleur; hiervoor zet u 300 steken op en werkt 36 ribbels ln het pa troon; daarna hecht u de grondkleur aan en werkt tot aan den hals 98 ribbels. Vervolgens voor de kraag weer de afste kende kleur aanmaken en 37 ribbels breien. Voor den zijrand zèt u 48 steken op in de afstekende kleur en breit dan 171 ribbels (dus evenveel als voor cape. rand en kraag samen); dan de 2de zij rand net zoo; naai nu de randen aan de cape en maak tenslotte nog een randje voor de schuif om de hals. Hiervoor zet u 348 steken op en breit 6 ribbels. Naai dit randje op den kraag tegen de cape en rijg er een gehaakt koord in de 2 kleu ren doorheen. Daar ik hoegenaamd niet weet welke maat u noodig heeft, moet u dat dus zelf even passen en zoo noodig meer of minder steken opzetten. Een lezeres vraagt mij hoe zij licht beige waschbare nappa handschoenen wasschen moet. Het beste is, wanneer u dit even informeert in den winkel, waar u ze gekocht heeft. Tegenwoordig verkoopen de meeste handschoenenzaken ook de verschillende zeepen met gebruiksaanwij zing, die voor de handschoenen het meest geschikt zijn. Als u met Nappa glacé bedoeld, dan is dit te reinigen in tetra of benzine; doch wees voorzichtig met benzine bij vuur en licht: groot brandgevaar. Tetra is on brandbaar; daarom prefereeren veelmen- schen het boven benzine. Met tetra moet u echter weer voorzichtig zijn, omdat het een beetje verdoovend werkt; reinigt u iets met tetra, doe het dan bij een open raam. Benzine en tetra tasten de kleu ren niet aan, doch wel lossen zij gummi op; pas op met sousbras, regenjassen, rubbertaschjes, rubberhandschoenen e.d. Glacé, peau de suède en andere hand schoenen moet u eerst 5 a 10 minuten in tetra of benzine te weeken zetten, liefst buiten of in een open raam. Sluit het bakje met de weekende handschoenen af (anders verdampt de vloeistof). Na het weeken wascht u ze tusschen de han den in dezelfde vloeistof, wasch vooral vingertoppen, naden enz. Spoel ze dan in schoone tetra of benzine na en droog ze door ze plat neer te leggen en er meteen zachte, gladden doek over te wrijven. U moet de natte handschoen snel wrijven, want alleen als hij nat is, lost 't vuil op en kunt u 't er dus met de vloeistof af wrijven. Is de vloeistof reeds verdampt vóór u wrijft, dan krijgt u de vuile plek ken niet meer schóón. U kunt ook de handschoen nat aantrekken en zoo droog wrijven: let dan goed op, dat er geen kreukels of vouwties in zitten, want dat geeft later strepen. Tenslotte moet u cl" lucht er even laten uitwaaien door de handschoenen ergens buiten in den wind te hangen of in den tocht. Zijn uw handschoenen géén glacé doch zeemleer, dan moet u ze eerst in koud water weeken en ze daarna wasschen in een goed vet koud zeepsop. Het is wel verstandig om ze aan te trekken en aan de hand te wasschen. anders gaat het model er uit; doch wees voorzichtig: als ze nat zijn scheuren ze gauw. En denk er ook om' ze mogen niet in warm wa ter, want daarvan krimpt zeemleer in. Wasch ze daarna in een 2de zéér vet sopje, daar blijft het leer zacht van. Knijp de handschoenen aan de handen uit: witte mag u niet naspoelen, doch moet u laten drogen met het zeepsop er in; het mooist wordt zeemleer als u het tusschen doeken te drogen legt: hang de hand schoenen niet in den zon of bij een kachel; dat maakt ze hard. Rek ze nu en dan tijdens het drogen in het goede model. Gekleurde zeemleeren handschoe nen moeten wel nagespoeld worden; an ders geeft de zeep vlekken in de kleur. Nu ik het toch over handschoenen heb, moet ik u even waarschuwen, dat u ze niet bewaren moet in een gesloten doos; door de uitwaseming der handen krijgen ze dan een nare lucht. Daarom is het beter, om ze net als kousen over een roetje of in een hoepel op te hangen tegen een kastdeur b.v.. zoódat ze kun nen uitluchten Ook kunt u ze best be waren in een la, die dikwills open gaat; de hoofdzaak is, dat er lucht bij kan komen. Ik hoorde laatst van Iemand, die gems- No. VniL No. 42) 1876. Dit majestueuze avondtoilet was spe ciaal georeerd door het modelhuis Fladry te Parijs voor Madame la Pnncesse d. 1. Mdat zij droeg op een gala avond der opera in 1876! Van roode atlas- zijde gemaakt is vooral de rug merk waardig door de ingewikkelde coupe. O. G. V. en wildleeren handschoenen altijd gewoon onder de kraan waschte met water en zeep. Ze mogen niet al te vuil worden, want dan is het reinigen erg bewerke lijk. Ook zijn er menschen. die dergelijke handschoenen schoon maken met wat melk op een schoteltje; zij doopen een schoon wit lapje flanel ln de melk, wrij ven daarmee over een stuk witte zeep en bestrijken er dan de handschoen mee. Is het lapje wat vuil. dan nemen zij een ander punt, want anders wrijven zij het i vuil juist in de handschoen! Er is nog een liandschoencnkwaaltje waar velen het slachtoffer van worden: n.l. als er „het weer" ln komt. U kunt dat voorkomen, door de handschoenen in zijdepapier gewikkeld op te bergen en op een absoluut droge plaats te bewaren, b.v. in een goed sluitende cacaobus of een biscuitblik, als het maar goed afge sloten kan worden; doe dan een paar stukjes zout van hertshoorn bij de hand schoenen en zelfs, indien zij reeds ge vlekt zijn, zult u op deze manier de weer- vlekjes kwijt raken; maar natuurlijk ls voorkomen beter dan genezen! Er is nog een middeltje om de weer- vlekken weg te maken; giet een kopje geest van salmiak (ammonia) in een diepe kom. plaats daarin een kleinere kom en leg in deze laatste de handschoe nen. Bedek nu de groote kom met een goed sluitend deksel en bindt er ten slotte een stevig papier overheen. Na een paar dagen zijn dan door de inwerking van de ammonia-dampen alle vlekken verdwenen. De beide patronen, die mij gevraagd zijn, komen ln den volgenden brief. 95. Doe ze de voetketting om en laat ze meegaan beval de kabouterbaas. Het was duidelijk te zien dat hij erg kwaad was en hij liep zelf voorop naar het kasteel Toen ze daar aankwamen zei de kabouterbaas: Naar de gevangenis met die boeven: we zullen ze wel eens anders leeren Nou. dat was lets_wat niet gauw gebeurde en nu kreeg Tulmeltje toch erg veel berouw. 96. Meneer de Opperbaas, begon Tuimeltje, ik zal het nooit meer doen. Geen smoesjes meer, ik wil niets meer hooren, zei de oude kabouter. En zoo werden Tuimeltje en Kruimeltje ieder in een gevangenis gezet. De bordjes met opschriften, die er hingen, maakten hem nog be droefder en hij had ook al zoo'n maagpijn van de honger. Maar er kwam iemand die hem hielp. Door het gat dat in de muur van de gevangenis zat. kwam een vriendelijk muisje hem wat annelbollen brengen. Hier, zei het diertje, eet dat maar lekker op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 17