Jwmgty. llW't
ie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 6 Mei 1932
Vierde Blad
No. 22125
BOUWKUNSTIG SCHOON.
nn 1 Uffii
||A
m. ."1
W. VAN IN6EN SCHENAU
LAND- EN TUINBOUW.
"v A ■fr?
IQ'
een klelne nalezing.
Januari, het is al weer veel langer
dan Ut vermoedde, plaatsten we
rtikel over het oude huls Lookhorst,
plaatsten we de copie van een tee-
welke rich bevindt op 't gemeente-
welke teekening hierboven nog-
wordt gereproduceerd. Ze stelt, vol
st onderschrift tenminste, het Huis
chorst voor in 1564.
eb destijds opgemerkt, dat ik deze
ns in verband met de plattegrond-
ig van 1578, welke gereproduceerd
't eerste artikel over Gravensteln,
iheel terecht kon brengen,
srband met dit artikel bereikte mij
een schrijven van den heer P. A.
reeds jarenlang hoofd van de Open
jongensschool voor M.Ul.O., welke
gebouwd is op een deel van het ter-
in 't voormalige slot Lockhorst. De
libma heeft voor Leidens geschiede-
In 't bijzonder voor de historie van
deelte waar zijn werkkring is geves-
roote belangstelling,
ichrijft o.a. „Als ik mijn jongens
„Waar is Floris V geboren?" dan
ze kunnen antwoorden: „Hier!"
fdelijk is onder de kosterwoning van
jopsgezinde Kerk, onder de keuken,
in kelder over van 't oude slot. Des-
gd kunt u die komen bezichtigen.
hoek schijnt stookgelegenheid te
mest." En tenslotte vraagt de heer
„Betreft het plaatje in het blad
tidenavond niet het huls te War
ds
erin met de laatste vraag. Het huis
sond, „Oud Teylingen" later Lock
ing, piamd, toen het in het bezit van
cilie was gekomen, kan het zeker
i Er bestaan tal van teekenineen
751 bi Teylingen" uit de 16de. 17de en
hw, die steeds een groot aaneenge-
gebouwencomplex voorstellen. Ik
bier een. genomen naar een teeke-
it de laatste helft der 16de eeuw.
dingen" was toen nog een groote
eiiwsche burcht, terwijl het oude
lot te Leiden in dien tijd reeds ge-
decadentie verkeerde. Nog in 1663
it front van het kasteel weggebro-
plaats te maken voor een klassi-
front. Dit doet evenwel niets ter
lover de vraag, of het gebouw op
s plaatje afgebeeld een overblijf-
1 het Leidsche Lockhorst zou kun-
i Dat de catalogus van de prent-
keiing en het onderschrift van de
p het vermelden, behoeft inder-
ten overtuigend bewijs te zijn. Met
Utleteekening is de plaats van het
I moeilijk te bepalen. Ziet men op
'ng de ligging der kelders en ver
gelijkt men die met de situatie van den
kelder, die is overgebleven, dan zou het
met het front gekeerd naar de Pieterskerk
hebben gelegen en de voorgevel zou dan
ongeveer hebben gestaan, waar nu de bin
nenplaats is van de kosterswoning. Waar
nu de school staat bevonden zich ook ge
bouwen. waarvan wij indertijd den meest
Zuidelijken gevel hebben geteekend.
Ik moet onmiddellijk toestemmen, dat
een en ander mij niet volkomen duidelijk
is. Misschien heeft de teekenaar de omge
ving van het gebouw te veel gefantaseerd
en was het hem meer te doen om een aar
dig plaatje te maken, dan een volkomen
aan de werkelijkheid getrouwe afbeelding.
Dat doen teekenaars wel eens meer.
De kelder, die in de kosterswoning van
de Doopsgezinde kerk nog aanwezig is. is
zonder twijfel nog uit de Middeleeuwen.
Hü is afgedekt met een tongewelf en de
muren zijn zeer dik. Aan den eenen kant
is nog een vrij diepe rechthoekige r.ls in
den muur.
Intusschen zijn we den heer Hibma
dankbaar voor zijn opmerkingen. Het is te
hopen, dat er nog eens verborgen bronnen
aan 't licht komen, die aan deze zaak
meer klaarheid kunnen geven.
In verband met het huis Nleuwstraat 49,
genaamd Alans hand boven" ontving ik
mondeling en schriftelijk nog eenige aan
wijzingen, die alle ongeveer op 't zelfde
neerkomen.
De heer Bijleveld verwees mij naar de
bonboeken. waarin de eigenaar kan wor
den opgespoord in 1650 toen volgens het
jaartal op de pilasterbasementen het huis
werd gebouwd. Nu geeft het Bonboek van
Burgsteeg en Kerkvierendeel als eigenaar
van dit en het naastgelegen pand op den
heer Jan Wouters van Swieten. Verder
blijkt het, dat zijn dochter Emma van
Swieten, die in 1653 huwde er heeft ge
woond. Deze Emma van Swieten moet vol
gens haar handschrift, nog al een flinke
tante zijn geweest, een .mannetjesputter".
Volgens het jaartal in 't pllasterbase-
ment zou. zooals we reeds opmerkten het
huis in 1650 zijn gebouwd, dus vóór de be
wuste Emma in het huwelijk trad. Nu is
het alleen maar de vraag, of het jaartal
1650 wel juist is en of dit later niet is ver
anderd. Deze mogelijkheid grond ik op het
volgende
Jan le Franck van Berkhey vertelt in
zijn „Ernstige en Boertige vertellingen
mijner jeugd", in 1804 te Leiden uitgege
ven. dat het jaartal 1658 op de steenen
staat vermeld. Ik hecht hieraan wel eeni
ge waarde. Le Franck van Berkhey was
geen Leidenaar per occasie. HU is hier ge
boren op 23 Januari 1729, studeerde hier
aan de universiteit, werd hier later lector
in de Natuurlijke Historie. Van dat ambt
werd hU ontzet door de patriotten, doch h'ii
bleef Leidenaar en stierf hier in hoogen
ouderdom in 1812. Slechts enkele jaren
woonde hU als tolmeester te Warmond.
Berkhey was niet de eerste de beste Hij
schreef een groote .Natuurlijke Historie
van Holland" in 9 deelen; hij vervaardigde
tallooze dichtbundels, die geen sterveling
thans meer leest. Toch kunnen we ons
voorstellen, dat die in de 18de eeuw veel
werden gelezen, want tusschen de Arcadi
sche rompslomp, en dras en wier van zin
loos pathos komen plotseling passages voor,
die treffen door eenvoud, humor en rake
zeggingskracht. HU schreef historische stu
dies, hield redevoeringen op de Oranje
vorsten. en vocht hartstochtelUk met de
Patriotten. Hij schreef pamfletten en gaf
langen tUd op eigen houtje een militant
weekblad uit getiteld: „De Leidsche Ste
demaagd" waarin heel wat oudheidkennis,
wetskennis en historie is verwerkt. HU was
een man van enorme kennis en een zeer
groote algemeene belangstelling voor alles
wat Leiden betrof.
Nu vraag ik mU af, of een man met zoo
groote belangstelling voor de stad. die zijn
11.1 t' i.a.
leven lang bUna dagelhks het jaartal op
den steen heeft kunnen lezen zich hierin
moet hebben vergist Het is ten slotte mo-
gelUk. dat de 8 een drukfout is maar onze
solide vaderen waren met de correctie nog
al secuur. Wanneer het jaartal nu eens
niet 1650 doch in werkelijkheid 1658 zou
moeten zijn dan wisten we meteen, dat
Emma van Swieten er in dien tijd den
schepter zwaaide en dat ..'t Wijfshoofd"
haar beeltenis zou moeten zUn.
De mededeelingen welke ik omtrent den
bouw van dit huis ontving o.a. een brief
van G. van Rhijn. kloppen met het gedicht
dat Le Francq van Berkhey er aan wUdde.
Dit gedicht ir 1804 uitgegeven, was zeer
zeker reeds in 1799 geschreven en wellicht
nog wel vroeger. Le Franck van Berkhey
had in ieder geval de gegevens reeds in
zUn jeugd vernomen toen het huis dus nog
maar een kleine honderd Jaren oud was.
Het verhaal komt hierop neer.
Vóór de verbouwing woonde in het be
wuste pand een echtpaar, waarvan de
vrouw een ongemakkelijke feeks was. ZU
beroemde er zich danig op. dat zü de baas
in huis was, een omstandigheid waarmee
zii diverse dameskennissen voortdurend op
de hoogte hield. ZU was een gezeten bur
geres. Haar vader en grootvader hadden
steeds in het bewuste pand gewoond en
waren er ryk geworden. Doch het huis
was oud en moest verbouwd worden. Haar
man stelde voor een nieuw pand er bU te
voegen en een grooter huis te zetten. Doch
daar wilde de lieftallige ega niets van we
ten. Het smalle, langgerekte grondplan
moest behouden blijven
De man lei er zich, als altUd, bij neer,
doch verzon een list. Het nieuwe huis
werd gebouwd en boven de puibalk werd
met het onderschrift ,,'t WUfshoofd" de
bekende gebeeldhouwde vrotiwenkop ge
plaatst. Toen het huis tot de oorspron
kelijke hoogte van 't vorige gereed was,
liet de man het nog wat hooger optrekken.
De vrouw was hierover zeer vertoornd,
doch de man antwoordde: Je wou het
huis niet breeder maken dan het vroeger
was, doch omtrent de hoogte was niets
bepaald. De lucht is vrU."
En toen de topgevel voltooid was. liet
hij daarin den bekenden sluitsteen plaat
sen met de gebeeldhouwde mannenrech-
terhand, waaronder geschreven stond
..Manshand boven", van welk onderschrift
thans, althans vanaf de straat, niets meer
is te zien.
Toen de vrouw het ontdekte, was zij
natuurlijk woedend, doch de man bekom
merde zich daar weinig om en merkte op,
dat de hand te hoog zat, om ze weg te
kunnen schuren. „JU beneden de baas, ik
boven", beweerde hU-
En dan zegt de dichter:
„Het wUf wou vitten en beginnen
'thalr te kloven.
Zwijg WUfshoofd! sprak de man,
'tzal blUven Manshand boven.
Kortom, wanneer zij keef
en bitse woorden sprak,
Dan wees haar mans hand
straks maar naar het geveldak,
Zoodat zU door den tijd
wierd zagtis in haar kuren.
Want mans hand was te hoog
om uit den steen te schuren.
En toonde zU haar hoofd,
zU lien tot spot der buren,
't Gevolg was, dat de man
sinds meerder rust genoot.
Zij leefden vergenoegd
en vreedzaam tot den dood."
Le Francq van Berkhey geeft ook van
andere destijds nog bestaande gebouwen
te Leiden soms nog aardige bijzonder
heden, waarop wij misschien later nog wel
eens terugkomen.
RECLAME.
OuS cEeij Li
RfcUK AFKMS-OMJKKiNfclMSG
IIOOGEWOEKD KL TEL. 075
9235
HET SNOEIEN VAN HEESTERS.
Om verschillende heesters aan hun doel
te laten voldoen moeten zU doelmatig ge
snoeid worden. Het karakter, de sier-
waarde en de bloemrijkheid zullen bij een
goeden snoei het meest tot hun recht ko
men. Het is dan ook beter niet te snoeien
dan verkeerd te snoeien, want juist hier
mee worden de meeste fouten gemaakt.
Over het algemeen dan ook laat het
snoeien der heesters veel te wenschen
over. Vaak is veel schoons, veel losheid,
veel bevalligheid onzer heesters door on
kundig snoeien, verloren gegaan. Niet al
leen in den zomer, maar ook in den win
ter moeten we waarnemen, teneinde hen
zoowel zonder als met bladeren te kunnen
herkennen.
Onze bloem- en sierheesters dragen
bloemen. In den winter moeten we op
passen niet meedogenloos alle jonge takjes
af te knippen, die bloem zouden kunnen
dragen. Alle groeien en bloeien niet op
dezelfde wüze, ook niet op den zelfden
tijd. Hieruit volgt, dat ook niet alle hees
ters in den zelfden tijd worden gesnoeid.
Kennis der heesters is dus een eerste ver-
eischte.
Nimmer mag men een heggeschaar ge
bruiken. Alleen om hagen van beuken,
meidoom, ligustrum, coniferen gelUk of in
den vorm te knippen. We hebben noodig
een goed scherp mes, een snoeischaar, en
een zaagje. Alleen met dit gereedschap
kunnen we onze heesters goed snoeien.
Men onderscheidt winter- en zomersnoei.
en dit wel in verband met hun bloeitijd,
waarom men ook van voorjaars-, zomer
en herfstbloeiers spreekt. De maanden
Februari en Maart, ook nog wel April
zUn het meest geschikt voor de winter-
snoei, ofschoon de sterkste heesters, be
halve bU strenge vorst, den geheelen win
ter mogen worden gesnoeid. De zomer
snoei heeft plaats einde Mei—Juni.
Ten opzichte van hun snoei, deelen we
als volgt in:
I. Heesters die bloeien op eenjarig hout
en meerjarig hout, zooals Sering, Mei
doorn, Magnolia, Ribes, Deutzia, Cydinia
Weigelia, enz. Bij deze heesters zitten de
bloemen al voor het voorjaar in de
knoppen.
2 Heesters, die op het jonge hout, de
scheuten, waarop de bloem komt, ontwik
kelen, die bloemen sluiten als het ware
den groei af, zooals bij de Spira eacal-
losa, Hydrangea paniculata enz.
3. Heesters, die om hun gekleurde of wel
fraai gevormde bladeren worden ge
kweekt.
4. Heesters, waarbij geen scherpe af
scheiding te maken is, en wel op het
oude hout en op het jonge hout bloeien,
zooals Calycanthu6, Loincera Ledebouri.
Dergelijke kunnen we in den winter ten
deele kort. ten deele lang snoeien, waar
door een langere bloeitijd wordt verkre
gen. Bij het aanplanten van heesters,
zorge men voor voldoende afstand onder
ling en voor licht in de struiken. Onze
heesters mogen niet bossig zijn, niet te
veel hout bevatten, zij moeten een lossen,
bevalligen aanzien hebben en toch min
of meer gevuld blijven. Zoo noodig neme
men de oudere takken weg. welke ver
vangen worden door jongere.
Waarom snoeien we?
1. Om licht en lucht in de struiken te
doen treden, opdat alle blijvende deelen
daarvan zooveel mogelijk kunnen profi-
teeren.
2. Om hen de gewenschten vorm te ge
ven of te doen behouden; een en ander
met in achtneming van hun groeiwijze en
het doel waarvoor men ze plantte.
3. Om in groepbeplantingen te voorko
men, dat de zwakkere door de sterkere
worden verdrukt en om te maken, dab
elke soort of heester tot zijn recht komt.
De keuze der heesters en de wijze van
planten is hierop van grooten invloed.
4. Om sommige heesters door een sterke
inkorting te verjongen, ze tot het voort
brengen van nieuwe, sterke scheuten op te
wekken.
"AARHEID OVER GRETA GARBO
Hierbij laten wij den Engelsrhen
tumspeler John Loder, aan het
woord over de geruchten, welke
oeu laatsten tijd de ronde doen
omtrent het huwelijk van Greta
Garoo.
week nadat ik te Ho'lyv/ood aan-
ik Greta Garbo Dat
Li l 5°erensen met wlen zij, I
"te de loopende geruchten welke
0 gefantaseerd zijn, zich zou gaan
™_nad ik vijf jaar geleden te Ber-
™>oet tijdens mijn samenwerken
"S'if Helm. In het naastgelegen
m, Joor een Zweedsche maat-
L ,-Zwecdsche gemaakt en
m 1'e e zich steeds levendig voor
e trü?rress€°rde, was uit Stockholm
is ik naar Herlijn overgekomen,
n. ,n,:e. goed uitziende Zweed
u1 de Adlon-bar na
timoet£nWerk met d® andere Zwe"
.fiQlet kwam ik in Hollywood en
fjjJfE,een uitnoodiging van Dou-
lir hitu ,voor een dansavondje in
're van Doug en Mary, dat
Drincl, verblijf van den Engel-
v,.... C0,rSc, die met zijn kruiser te
veiüii? werd gegeven. Greta
Giihil k,11 ei' in gezelschap van
mcW was de tijd dat er over-
resft,iLPn?en °ver een roman-
li bleef i?enis tusschen deze twee.
.°)en avond niet lang. Ik her-
1 ome 2e eenmaal danste met
inJL „ea eenmaal met John. Gil-
igen tii!i ae- had slechts een
tlitóeós Tan haar zeer bijzondere
i Garbn'e eekregen. Het was gedu-
I ia ZWy.; vacantie in 1928—"29 welk
Tseti tmL do°rbracht, dat Greta
-.isteld (Weüe- H'i werd aan haar
"t 4e»i/rins Sigvard. den 2den
^eedschen kroonprins. Zij
bezocht in dien tijd zeer veel soirees daar
bij trouw vergezeld door Soerensen. Zij
waren zeer goede vrienden en werden bij
verschillende gelegenheden geregeld te
zamen opgemerkt. Van een idylle tusschen
deze beide menschen was evenwel geen
sprake.
Na haar vacantie keerde Greta naar
Hollywood terug.
Op een middag, dat ik bij Ernst Lubitsch
thuis zat, kwamen, geheel onverwacht,
Soerensen en Greta Garbo binnenvallen.
Wij wisten slechts dat Garbo een tele
gram van hem had ontvangen, waarin hij I
zijn overkomst aankondigde.
Ik voel me voor hem verantwoordelijk,
zei Greta, want hü is een landsman en ik
weet werkelijk niet, wat ik voor hem
moet doen om het hem hier zoo gemakke-
Ujk mogelük te maken. Jacques Feyder, de
Fransche regisseur, die in dien tijd juist
uit Europa was overgestoken, had aan
Emil Jannings medegedeeld, dat hü zoo
heel graag eens een onderhoud met Garbo
wilde hebben om haar oordeel te vragen
over een scenario, dat hü geschreven had
en waarover hij gaarne haar oordeel zou
vernemen. Emil slaagde erin ergens een
samenkomst tusschen Garbo en Feyder te
arrangeeren. Het gevolg van dit onder
houd was, dat Feyder de film „De Kus"
met Garbo in de hoofdrol te regisseeren
kreeg.
Inmiddels had Soerensen een baantje
gekregen bü Feyder's volgende film. En
iederen dag bracht hü Greta in een zeer
oude en welhaast afgedankte auto naar
de studio.
Het grootste deel van onzen vrijen tijd
brachten wij tezamen zwemmend, tennis
send en golfend door.
Greta is een sterke en athletische jonge
vrouw. Wellicht kent u het spelletje waar-
bü twee personen elkaar met een hand
duwend uit hun evenwicht trachten te
krijgen. Probeer da* maar eens bij Greta
Ik heb het gedaan. Maar al ben ik 1.80
meter lang, gemakkelük gaat het niet.
In 1929 maakte Greta „Anne Christie",
haar eerste geluidsfilm. Soerensen ver
beuzelde zün tüd in Hollywood, voelde
zich verlaten en eenzaam en zocht meer
vrienden. Toen kwam er plotseling in de
vriendschap tusschen Soerensen en Garbo,
eigenlijk door mün toedoen, een breuk.
Want door mj had Soerensen kennis ge
maakt met een journaliste, die juist bezig
was met een boek over Garbo. In den loop
van het gesprek met haar vertelde Soeren
sen verschillende büzonderheden over
Garbo, hetgeen niets bijzonders is, want
in Hollywood vormt Garbo steeds een
onderwerp van gesprek. Verschillende door
hem ter sprake gebrachte gebeurtenissen
werden door de schrüfster evenwel in
haar boek verwerkt en Greta die inmid
dels haar werk voor „Anna Christie" had
beëindigd afkeerig van alle geschrijf
was woedend. Zij liet Soerensen bü zich
komen en vertelde hem precies waar het
op stond.
Dit alles gebeurde in den zomer van
1930. Soerensen ging terug naar Stock
holm.
Het verhaal dat Garbo nu in Zweden
haar vacantie wil gaan doorbrengen, is
een gevolg van deze geschiedenis, doch
is in alle opzichten uit de lucht gegrepen.
Wat nu verder betreft Greta's bezoeken
aan de Zweedsche schepen in de haven,
waaruit men meent te moeten concludee-
ren, dat zij voornemens is naar Zweden te
gaan, ook dit berust op pure fantasie.
Slechts gelden haar bezoeken enkele oude
zee-robben, die zij uit Stockholm kent.
BABY LINDBERGH EN DE FILMPERS.
De ontvoering van de kleine baby Lind
bergh, die al sinds verscheidene weken de
wereld in rep en roer gebracht heeft, is
natuurlük een aantrekkelijk onderwerp
voor de wekehjksche filmjournaals. Het
Paramount Sound News is er op voorbe
reid om alle gebeurtenissen die zich in
verband met deze brutale misdaad zouden
kunnen voordoen onmiddellük op het cel
luloid vast te leggen, ten einde de auto
riteiten zooveel mogelijk behulpzaam te
zijn bü het opsporen van het vermiste
kind en het publiek over de geheele we
reld in te lichten.
Tot dit doel heeft Paramount reeds on
middellük na het gebeurde speciale af
drukken laten maken van de qenige film-
Greta Garbo, die met den Zweed Soerensen in het huwelük zou treden. Men kan
haar hier deze week zien spelen in de film „Inspiration".
opnamen die ooit van de baby gemaakt
zijn, en die in alle theaters van Amerika
en ook in 't buitenland vertoond worden.
Een netwerk van cameraposten is om
het huis van colonel Lindbergh gelegd,
ieder bestaande uit een operateur, een ge
luidstechnicus en een monteur, die de op
dracht hebben ten nauwste samen te wer
ken met de politieautoriteiten. Zü zü"
voorzien van apparaten en lampen om het
filmen zoowel bij dag als bij nacht mo
gelük te maken. De posten zijn opgesteld
te Newark, Trenton en in het hoofdbu
reau van politie te New York en te Phi
ladelphia. in het New Yorksche kantoor
van de Paramount Sound New6 en in het
huis van wijlen Dwigt J. Morrow tc I
Englewood. 1
Hoewel fotografen en verslaggevers het
betreden van het terrein van Lindbergh's
huis te Hopewell verboden is om onder
handelingen met de ontvoerders moge
lük te maken is een zevende cameragroep
in de onmiddellüke nabüheid geposteerd.
Deze beschikt over een zeer snelle vracht
wagen, waarop alle apparaten gemonteerd
zün. A! deze posten zullen gehandhaafd
blijven totdat het kind gevonden is.
De mannen werken in drie ploegen,
zoodat voortdurend één van hen wakker
blijft om het laatste nieuws te kunnen
vernemen om de anderen te waarschuwen
ingeval zich nieuwe gebeurtenissen voor
doen.