Jaarvergadering van den Vrijheidsbond. 73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4 April 1932 Derde Blad No. 22097 FAILLISSEMENTEN. BINNENLAND. FEUILLETON. De Geheimzinnige Inbreker Politieke openingsrede van mr. Fock. Mr. P. Rink tot eere-voorzitter benoemd. Te Leeuwarden is de jaarvergadering «houden van de liberale Staatspartij „De ■r heidsbond". De voorzitter, mr. Fock. Wd een per radio uitgezonden rede. waarin hij den heer Treub herdacht, die Ihen jaar geleden met Dresselhuys en KLk zijn schouders zette onder het werk Ivan de oprichting van den Vrijheidsbond. Daarna huldigde hij mr. Rink, die wegens hoo°en leeftijd als hoofd-bestuurslid be dankt had, en die later op voorstel van de aideeling Den Haag door de verga dering tot eere-voorzitter is benoemd. Mr. P. Rink. Mr. Fock wees op den toestand van ver warring, zoowel op politiek als op econo- ;ch gebied, in Europa en in de geheele Iwereld. Steeds meer streven de verschil lende regeeringen er naar om door beper kende bepalingen het internationaal ver keer te belemmeren en zoodoende te trachten den nationalen handel, landbouw |en nijverheid in stand te houden. Eendrachtige samenwerking op econo- Imisch terrein zal noodig zijn om verbete- Iring te brengen en spr. juichte het toe dat in de laatste jaren tusschen onze zui- Iclelijke naburen en ons land een toenade- Iring is tot stand gekomen, die samen- Iwerking op velerlei gebied heeft mogelijk I gemaakt. Dat in de laatste jaren ons land niet Ialleen met de drie Scandinavische rijken Imaar ook met België steeds meer contact Iheeft gekregen en menigmaal in interna tionale vraagstukken één lijn heeft getrok- kne. heeft warme instemming gevonden. Tot de onderhandelingen over een nieuw verdrag met België komend, maakte spre ker gewag van de ongerustheid, ontstaan door de geruchten in zake de Rijn-Schel- deverbinding. Hij meende dat een nieuw verdrag niet aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal mogen worden onder worpen, alvorens ons volk bij de stembus gelegenheid heeft gehad om deze belang rijke kwestie te betrekken bij zijn uit spraak, aan wie het zijn vertrouwen voor de toekomstige wetgevende periode wenscht te schenken. Spr. achtte het ge lukkig, dat uit de rede van minister Bee- laerts in de Eerste Kamer is gebleken, dat in deze parleentaire periode geen trac- taat meer zal worden voorgelegd, althans Wet zal kunnen tot stand komen. Mi-, Fock wees verder op het verschijn- isel, dat niet alleen in ons land, doch ook m verschillende andere nog parlementair geregeerde landen onder het volk de in- I vloed en het aanzien van de volksverte genwoordiging dalende is. Naar zijn mee lang is dit hieraan toe te schrijven dat I wen van het parlement iets verwacht, dat I net niet geven kan en niet geven mag, namelijk het verschaffen of verzekeren I van zoo groot mogelijke voordeelen voor de eigen groep. I Nta ?ewczen te hebben op het toenemend -ectaiisme en de groeiende politieke markt van de vakbeweging met den stijgenden invloed van liaar leiders wees spreker er op. dat de liberale partij in verschillende gemeenteraden meer en meer in de oppo sitie wordt gedrongen tegen de dictatuur der vakvereenigingspoiitiek. Dat dit echter geen oppositie tegen de regeering betee- kent hebben de leden der Staten-Generaal herhaaldelijk bewezen. In de naaste toe komst zullen de liberalen nog meer dan tot nu toe genoopt zijn om principieel stelling te nemen ten einde zoo duidelijk mogelijk te doen uitkomen, dat de tegenwoordige crisis, voorzoover daarop de politiek van invloed is en het is vaak meer dan men denkt ongetwijfeld verscherpt is. door dat van alle zijden, door rechts, rose en rood. de waarschuwingen van de liberalen in den wind zijn geslagen en van de libe rale politiek is afgeweken. Wat betreft de loon-politiek, wees spr. op de macht van de vakvereenigingen. waar door de vrije prijsvorming werd verbroken. Mr. Fock besloot zijn rede met een be roep te doen op alle Nederlanders tot samenwerking tot versterking van het saamhoorigheidsgevoel, om gezamelijk te trachten aan de moeilijke omstandigheden van het oogenblik het hoofd te bieden. Nadat de jaarverslagen van den secreta ris en den penningmeester waren uitge bracht, werd een drietal inleidingen ge houden. Prof. dl'. G. M. Verrijn Stuai-t te Rotter dam sprak over „Economische tegenstel lingen tusschen liberalisme en socialisme", mr. Joh. J. Belinfante over de Encycliek „Quadragesimo Anno" en mr. H. F. van Leeuwen over het bankwezen en het be drijfsleven. Nadat mededeeling was gedaan van een dankbetuiging van mr. Rink, voor zijn be noeming tot eere-voorzitter en van dienst beste wenschen voor de partij, verkreeg mr. H. Smeenge het woord in verband met het volgende punt van de agenda: De ver kiezing van een voorzitter in de vacature ontstaan door het reglementaire aftre den van mr. D. Fock. Mr. Smeenge stelde kort en goed voor den aftredenden voorzitter bij acclamatie te herkiezen. Hij behoefde niet lang op antwoord te wachten, want als één man verrees de vergadering van haar zetel en gaf door zeer luide toejuichingen en een hartelijk „lang zal hij leven" van haar groote instemming met zijn voorstel blijk. Nadat de storm bedaard was, richtte mr Smeenge zien tot den herkozen voorzitter Mr. Fock. en voegde hem den wensch toe, dat het hem gegeven mocht zijn nog lang de be langen van het vaderland, ook van de broeders over zee, in de Eerste Kamer te blijven dienen en de vrijheid te blijven voorstaan, waaraan op het oogenblik ons vaderland zoo dubbel en dwars behoefte heeft. Getroffen antwoordde mr. Fock, dat hij reeds 3 jaar omgaat met de gedachte zich, met het oog op zijn leeftijd en de wen- schelijkheid plaats te maken voor een jongere kracht, uit het voorzitterschap terug te trekken, maar dat hij zich door de geestdriftige wijze, waarop de vergade ring hem van haar gevoelen had doen blij ken, wilde laten bewegen de herbenoeming tot voorzitter van de partij te aanvaarden, al kon hij niet beloven, dat hij zijn functie de volle 4 jaar zou blijven uitoefenen. Aan de orde was nu de verkiezing van 6 hoofdbestuursleden ter vervanging van de periodiek aftredende heeren S. van den Bergh Jr. en mr. G. A. Boon (beiden her kiesbaar) en mr. C. H. Guépin, mevr. A. RomkesNijhoff en de heer C. G. Roos (deze drie niet herkiesbaar). Tevens moest, worden voorzien in de tusschentijdsche vacature ontstaan door het bedanken van mr. P. Rink. De uitslag van de stemming- was, dat gekozen werden de heeren S. van den Ëergh Jr., mr. G. A. Boon en mr. J. Drost en mr. W. C. Wendelaar. Voor de overige plaatsen moest herstemming plaats heb ben tusschen mevr. I. van der Griend, mr. F. Hollander, prof. dr. B. D. Eerdmans en jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn. Gekozen werden toen prof. dr. B. D. Eerdmans en mevr. J. van der Griendt Bunk. Hierna had een bespreking plaats over het beleid der Kamerfractie. Het voorstel van het hoofdbestuur tot wijziging van art. 10 van het huishoudelijk reglement werd niet algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens werden twee voorstellen van de afdeeling Rotterdam aangenomen. In het eerste wordt het hoofdbestuur ver zocht het onderwerp referendum of eenig ander zoodanig tegenwicht tegen groeps egoïsme in studie te nemen of te doen ne men en vóór den a.s. winter hierover een rapport te doen verschijnen. In het tweede voorstel wordt verzocht te rapporteeren over de concrete maatrege len tot ontwikkeling der sociale mentali teit, ais. 1. Vrijstelling van de verplichte, van staatswege beheerde ouderdoms- en inva liditeitsverzekering voor loonarbeiders in die bedrijven, welke aan te stellen eischen beantwoorden, bedrijfspensioenfondsen in stand te houden: 2. Mogelijkheid van aantasting van diep in het economische en sociale leven in grijpende en met het algemeen belang strijdende burgerrechtelijke verhoudingen. Aan het einde der vergadering werd bij acclamatie de volgende motie aangeno men: De vergadering, kennis genomen heb bende van het rapport en de conclusies van de landbouwcommissie. de oogen niet sluitende voo de moeilijkheden in ver schillende bedrijfstakken, verklaart diep overtuigd te zijn van den noodtoestand, waarin de Nederlandsche landbouw verkeert. dringt er bij de Kamercommissie oo aan om in den geest van het concentwerkpro- gram al het mogelijke in het. werk te stellen en te steunen, wat een verlichting in deze zal kunnen te weeg brengen. Uitgesproken: G. v. d. Leede, kastelein. Wassenaar, Langstr. 27. R.-c. jhr. mr. H. O. Feith, cur. mr. J. J. Schokking. HET EINDE VAN HET TEXTIEL-CONFLICT. ALLE .ARBEIDERSBONDEN HEBBEN TOT ARBEIDSHERVATTING BESLOTEN. RECLAME. VAN ZENUW- EN HOOFDPIJNEN, migraine bevrijdt men zich snel en zeker door middel van eenige Togal-Tabletten. Onschadelijk voor maag, hart en nieren. Duizenden, die door pijnen geplaagd wer den, verkregen door Togal weer het genot van een goede gezondheid! Neemt in,Uw eigen belang een proef, maar sta erop, dat U Togal krijgt. Er bestaat niets beters! In alle apoth. en drogist, reeds vanaf 80 ets. verkrijgb. 7105 Tumult op een vergadering van „De Eendracht." Zooals wij Zaterdag nog hebben medege deeld heeft in de dien morgen gehouden vergadering het hoofdbestuur van den modernen bond „De Eendracht" haar leden geadviseerd as. Dinsdag het werk te her vatten. Genoemd bestuur heeft omtrent die vergadering het volgende communiqué uitgegeven. Op de Zondagmorgen in Neede en Borne gehouden stakersvergaderingen is bij ac clamatie besloten de staking op te heffen, terwijl hetzelfde in Losser geschiedde met groote meerderheid van stemmen. Op deze vergaderingen kwam tot uiting de wrevel tegen het optreden der christe lijke en r.-k. organisaties, die door hun houding dit einde der staking hebben ver oorzaakt. terwijl daarnaast tegen het hoofd bestuur der eigen organisaties klachten over diens optreden tot uiting kwamen. Toch meende men dat, waar de zaak zoo geloopen was. een doorstaken alleen van „De Eendracht" absoluut onmogelijk was. Ditzelfde gold ook voor de eerste verga: dering. die Zaterdagmorgen in Enschedé werd gehouden. Ook daar werden scherpe woorden gesproken aan het adres der r.-k. en christelijke organisaties en ook kwam tot uiting, dat men van oordeel was, dat het hoofdbestuur van ..De Eendracht" krachtiger maatregelen had moeten nemen om de christelijke en katholieke arbeiders aan de zijde der modernen te krijgen. Het hoofdbestuur van „De Eendracht" had op alle vergaderingen het standpunt verdedigd om, gezien de omstandigheden, niet alleen den strijd voort te zetten. Het was niet voldoende dat men een grooter of kleiner deel van de r.-k. en christelijk ge organiseerde arbeiders aan de zijde kreeg, dat had de voortzetting van den strijd in 1924 bewezen. Wilde men den strijd op een behoorlijken grondslag voortzetten, d'an zou daarvoor volgens de overtuiging van het hoofdbestuur ook de medewerking der con- fessioneele besturen noodig zijn, waar an ders een afbrokkeling van de staking bin nen zeer korten tijd te verwachten was. Deze vergadering, die van 10 tot 2 uur duurde, verliep op het laatst (ongeveer de helft der bezoekers had de zaal reeds ver laten), zoodat van het houden van een stemming moest worden afgezien. De middagvergadering met een ander deel der stakers, leverde eenzelfde resul taat op. Algemeen heerschte de overtuiging dat de meeste leden zich weer zouden aan melden. Toen de vergadering wegens voortdurend rumoer gesloten was. ontstond een gewel dig rumoer, grootendëels door jeugdige personen veroorzaakt. Een opgeschoten jongen sprong op het tooneel en wilde het woord voeren. Dit werd hem door een dei- bestuursleden verboden, waarop een hevig tumult ontstond. Een aantal jongens greep stoelen en wierp die naar het tooneel. dat door de bestuurders werd verlaten. Een groot deel der aanwezigen spoedde zich in paniekstemming naar den uitgang, waarbij een man een verkeerde deur open de en in een diepen kelder stortte. Hij liep bloedende hoofdwonden op, die naar later bleek niet van zorgwekkenden aard waren. In korten tijd was de zaal grootendeels ontruimd. Een aantal stoelen bleek ver nield te zijn. evenals eenige lampen en een ruit. Toen eenige hoofdbestuursleden van „De Eendracht" zich ongeveer een uur later naar het station wilden begeven, werden zij door 'n groot aantal personen gevolgd. Dé voorzitter van „De Eendracht", de heer Rengeling. kreeg een klap op het hoofd. De politie had heel wat moeite om de orde te herstellen. Zaterdagmiddag hebben ook de Neutrale Organisatie en de Landelijke Federatie be sloten den arbeid te hervatten, zoodat het conflict, dat half November begonnen is, thans dra tot het verleden zal behooren. Dc aanmelding voor het werk is zeer groot. Het heet dat slechts 60 pCt. der arbeiders geplaatst kan worden. HET BELEID VAN DE NEDERL. BANK. Voorloopig verslag der Tweede Kamer. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot dekking van het verlies van de Nederland sche Bank geleden in het boekjaar 1 April 193131 Maart 1932 meenden verscheidene leden dat de door de Nederlandsche Bank gevoerde politiek alles bijeengenomen niet nadeeldg gebleken is. Zij ontkenden niet te eenenmale de juistheid van de op de directie der Bank uitgeoefende critiek, maar zij wenschten er toch op te wijzen, dat in ieder geval tot op heden toe de lei ding zoodanig is geweest, dat aan de zware stormen, die ook de financieele wereld hef tig in beroering hebben gebracht, met suc ces weerstand is geboden. Andere leden meenden de houding der directie met eenige reserve te moeten be- oordeelen. Sommige leden stelden de vraag of het niet billijk zou zijn, de personen, die in de jaren van voorspoed uit dien hoofde fabel achtige sommen hebben getoucheerd, te la ten meedragen in het verlies. Zij zouden gaarne vernemen, hoe de regeering daar over denkt. Een aantal leden vestigden de aandacht op de hooge onkosten der Nederlandsche Bank die f.5 a f.6 milüoen per jaar be dragen. Naar hun meening zal er terdege versoberd moeten worden. De noodzaak van dit wetsontwerp werd door een aantal leden niet ingezien. Huns inziens was er geen reden om zich in het bijzonder de belangen van de aandeelhou ders aan te trekken, aan wie in de laatste zes jaren een dividend werd uitgekeerd van gemiddeld 9.9 pCt. Waarom moet, zoo vroegen zij, de Staat nu dit verlies voor zijn rekening nemen? Hiertegenover werd aangevoerd, dat het wetsontwerp niet bedoelt, de aandeelhou ders tegemoet te komen, maar een te ver gaande depreciatie der aandeelen te voor komen. omdat deze ongewensch is met het oog op de publieke functie der Bank en haar prestige tegenover het buitenland. JAARVERGADERING NATIONALE DIERENZORG. Zaterdag heeft de'vereeniging Nationale Dierenzorg te 's-Gravenhage haar jaar vergadering gehouden onder leiding van den heer v. Poelgeest (Leiderdorp). De secretaresse bracht het jaarverslag uit. Het is bemoedigend, want het bouw fonds ging aardig vooruit, dank zij voor stellingen, wandelingen, bridge-drive. De wandelingen brachten f. 480 op. Het le dental ging met 120 vooruit. De vereeni- ging heeft thans een ontvangst uit contri buties van f. 2647. De burgemeester van Den Haag heeft het voorzitterschap van den Beschermraad aanvaard. De penningmeester bracht het finan cieel verslag uit: de ontvangsten zijn ge weest f. 8059 en de uitgaven f. 6917. Het bouwfonds is f. 45.476. De middelen zijn toegenomen met f. 5128. De rekening wordt goedgekeurd, nadat zij door de commissie is accoord bevonden. In het bestuur werden herkozen: baro nesse van Lyndenvon Schmidt auf Al- tenstadt en den heer Johan Speelman. De voorzitter deed eenige mededeelingen over het land. Dit najaar zal men met be planting beginnen. Daarna heeft mevr. v. Poelgeest—Brand een en ander over asylwerk medegedeeld, meerendeels betrekking hebbende op het Leidsch asyl. Daarna werd de vergadering gesloten. (Vad.) JUBILEUM H. F. VAN DEK WOLK. Zaterdag was het 25 jaar geleden dat de heer H. F. van der Wolk tot directeur benoemd werd van de N.V. de Rutten's Bierbrouwerij „De Zwarte Ruiter" (thans mede-omvattende de Mij. tot Exploitatie van Heck's Lunchrooms), voor welke ge beurtenis deze dag een receptie is gehou den in een der zalen van Bristol (Coo- mans), te Rotterdam. De heer A. Th. Bloem, president-com missaris der Vennootschap heeft daar het woord gevoerd en een geschenk aangebo den namens den Raad van Commis sarissen. De heer E. Hacfoort sprak na mens een commissie, gevormd uit het ca. 1000 personen tellend personeel en bood een waardevol herinneringsalbum aan, waartoe al het personeel, van hoog tot laag, had bijgedragen. Dit gedenkboek met oorkonde werd ontworpen door den bekenden sierkunstenaar Machiel Wil mink. Verschillende andere personen hebben daarna nog gesproken. Tallooze bloemstukken, telegrammen en schriftelijke felicitaties waren uit alle oorden des lands en van ver daar buiten, binnengekomen. Uit het Engelsch door A. TREUB. 33) wet wanneer ik tijd verknoei, viel Alrn.t ve scherp in. En ik weet dat U ™tebury zag u heeft hem al sedert lan- Ll!Id gezien. U zei zelf dat hij een ge- tir?..bezoeker was en ik wed dat miss Waag 231 bevestisen als ik het haar WMM,,.Ulilnlachte en trok vragend zijn om !Suwen °P> toen hÜ zich omdraaide bethooM ^n-ktelti'iken diC bevestigend met haldmatlis ,dus zo°' ging hij voort' z«n •wen beteekenisvol uitspreidend. WaL™ wii dat zeggen? vroeg sir Peter, huis? op bÜ "f het donker om het naTr m het niet. Misschien zocht hij Sir D°rwormen. het i»j sno°f verachtelijk en liep naar of hii rtÜT?'nd der kamei'- waar hij deed bestudeerde ^er boehen °P he Planken aëü uLza'..u eens laten zien, hoe zeker bied S? ziP? van zaken op inbrekersge- den'rwr nton voort, zich wendend tot net Liii t den verontwaardigden baro- zich tnt ij maar eens even. Hij keerde salondeur .Peicer. die eerbiedig naast de Speneer S^°nd Kom eens hier. ,t.aa„ kwam ernstig vooruit en ging a's reusachtige staan on Ar""?1?1 ernstig vooruit en ging vinzer p'e'c' Uie Clinton's reusachtige ker dwees- Behalve dat hij wat blee- Eewoomuf k lets stijver houding dan de kwets,V„ liet hij niets merken van teil minctï1 le hii gekregen had en Enid schreef de kleine verandering in zijn houding toe aan een natuurlijke zenuwachtigheid in tegenwoordigheid van een man van het gerecht. Nu. Spencer, begon Clinton op zijn strengsten toon, zijn woorden afbijtend en den butler scherp en achterdochtig aan kijkend. Je naam is immers Spencer, hè? Voor zoover ik weet, ja, antwoordde Spencer eerbiedig. Clinton trok één oog op. Niet Troggy Bowers of Basher For- sythe van Surrey Hills? vroeg hij. Spencer hief zijn hoofd een weinig op. Neen mijn heer. antwoordde hij trotsch. Ik ben een rechte afstammeling van den dichter van de Faerie Queene. Enid's oogen gingen wijd open en zij hield met moeite een glimlach tegen. Sir Peter keek over zijn schouder alsof hij opgeschrikt was, toen keerde hij, zijn schouder ophalend weer terug tot het be kijken van boekentitels. Clinton wist niet of er eenige humor in het antwoord lag of dat de butler inderdaad letterkundige voorvaderen had; maar daar hij nooit van de Faerie Queene gehoord had, liet hij het antivoord onopgemerkt voorbijgaan. Nu Spencer, vroeg hij op eens, waar om heb je gisteravond de draden van het electrische licht doorgesneden? Waren die doorgesneden? vroeg Spencer met schijnbaar echte verbazing. Ik had begrepen dat een van de voor naamste zekeringen los gelaten had. Wie heeft je dat gezegd? De electricien, die het herstelde, mijnheer. Zoo, zij Clinton sarcastisch. Nu, je weet even goed als ik, Spencer, dat de draden doorgesneden waren. Ik verzeker U. dat ik het niet wist voor nu, mijnheer, zei Spencer ernstig. Ik klom de trap op naar mijn kamer gisterenavond, toen de lichten uitgingen en ik sir Peter hoorde bellen. Toen Clinton maakte op eens een beweging met zijn hand, Nu, wat deed deze vouwtang in je kamer? snauwde hij. Spencer keek naar de tang die de detec tive hem voorhield en bleef volmaakt rustig. Ik denk dat zij niets deed. toen U ze vond. mijnheer, antwoordde hij met een spottenden glimlach. Ik bewaar ze ge woonlijk in de rechter bovenlade van de kast. Zoo, zei Clinton, met een vertrouwen den en gedwongen glimlach. Zoo? Waar om? Waarvoor gebruik je ze? Om draad voor vogelkooien te buigen en door te snijden, mijnheer. Mijn liefheb berij is mooie vogelkooien te maken. Vogelkooien! Waarvoor' Om..kanaries in te zetten, mijnheer. Ditmaal was Clinton bijna zeker dat de butler probeerde, grappig te zijn, want met een snellen blik ter zijde, merkte hij een flauwen glimlach op Enid's gezicht. Je bent knap, hè? vroeg hij scherp, Spencer zijn sterke tanden toonend. Is dat waar, sir Peter? voegde hij er bij, den ba ronet boos aankijkend. Sir Peter keerde zich brommig om. Hoe kan ik dat weten? gromde hij. Ik stel geen belang in de stokpaardjes van den kerel. Goed, antwoordde Clinton, zich weer tot den butler wendend. We zullen zien hoe je het vindt om gevangen te zitten als je niet oppast. Spencer. Hij haalde uit zijn jaszak een paar zwarte gummihand schoenen. Zijn deze ook van jou, Spencer, vroeg hij. Spencer boog toestemmend. Oh. Die gebruik je zeker ook bij het maken var. vogelkooien? Neen, mijnheer Die gebruik ik als ik het zilver en andere dingen poets. Welke andere dingen? snauwde Clinton. Och,... deurknoppen en zoo, Poetsen butlers gewoonlijk de deur knoppen, Spencer? Neen, mijnheer. Ik doe het omdat ik niet veel anders te doen heb. Clinton geloofde het blijkbaar niet. Je hebt zeker een goed baantje, Spen cer, zei hij sarcastisch. Zeker, mijnheer, antwoordde Spencer onmiddellijk en met een dankbaren blik naar sir Peter, die zich plotseling om draaide om woedend naar de boekenplan ken te kijkon. Clinton hield de handschoenen een oogenblik tegen zijn neus; toen liep hij naar de deur der brandkast en rook er aan. Hij kon den geur van metaal-poets- goed, die aan de handschoenen merkbaar was. er niet aan ontdekken en hij gromde teleurgesteld. Maar U verdenkt mij toch niet van inbraak? riep Spencer op verdrietigen toon. Het zou me niets verwonderen, ant woordde Clinton droogweg. Dit is pure dwaasheid, Clinton, barstte sir Peter woedend uit, toen hij zich omkeerde en den detective toornig aanzag. Ik weet precies waar Spencer op het oogenblik van den diefstal was. Zoo, antwoordde Clinton in twijfel. Hij keek Spencer een oogenblik vast aan, toen stak hij de handschoenen en de tang in zijn zak en keerde weer naar het haard kleed terug. Ga de Fransche kamenier roepen, be val hij den butler. En houd je mond dicht. Spencer boog stijf en verliet de kamer met een uitdrukking van beleedigde waar digheid. U zal binnen enkele minuten zien hoeveel onzin er in deze zaak is, sir Peter, beloofde Clinton vol vertrouwen. Ik heb geen reden de bedienden te verdenken, Clinton. Nu, ik zal er U eenige geven, sir Peter. Men kan niemand in deze wereld ver trouwen. HOOFDSTUK XIX. Er heerschte een pijnlijke stilte, terwijl zij op Nina wachtten, en Clinton wreef nadenkend zijn rechter oor. Enid kneep zenuwachtig haar handen samen in haar schoot en keek naar de zwaaiende hoo rnen, die zij door het open raam zien kon. Eindelijk ging Clinton ongeduldig weer naar den belknop, maar voordat hij dien drukken kon, vroeg een harde vrouwen stem, die zonder succes trachtte lief to klinken Heeft U mij geroepen, mam'selle? Mijnheer Clinton wenscht je te spre ken. Nina, antwoordde Enid. Clinton keerde zich om en bekeek Nina met een koelen, kritischen blik. Hij fronste even het voorhoofd, alsof hij trachtte zich iets te herinneren, knikte toen alsof hij daarin geslaagd was en ging weer terug naar zijn plaats op den rand van het haardkleed. Wat is het, dat ik m'sieur kan vertel len? vroeg Nina, zijn blik brutaal beant woordend. Kom hierheen, als het je belieft, vroeg Clinton kortaf. Nina liep de kamer door met wiegende heupen en een verleidelijken glimlach. Sir Peter keek haar een oogenblik aan. keerde haar toen zijn rug toe rnet een on beschrijfelijk geluid, dat zijn afkeer moest aanduiden. Clinton keek naar haar, klemde zijn lippen samen en knikte. Probeer maar niet van die nonsens- kunstjes met mij waarschuwde hij. Daar is mijn huid te dik voor Nina bleef een paar voet bij hem van daan staan en keek hem uit den hoek van haar oogen aan Maar Clinton sloeg geen acht op de uitnoodiglng. Laat mij je handen zien, beval hij. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9