ASPIRIN
Hierop letten!
73*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 Maart 1932
Derde Blad
No. 22093
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Inbreker
INVOERRECHTEN IN
NED.-INDIE.
WETSONTWERP TOT VERHOOGING
DER TIJDELIJKE OPCENTEN.
Een crisisheffing.
Ingediend is een wetsontwerp tot ver
hooging van de tijdelijke opcenten op de
invoerrechten in Ned.-Indië.
Aan de Memorie van Toelichting wordt
het volgende ontleend:
In zijn Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kari#r der Staten-Generaai no
pens de Indische begrooting voor het loo
pend jaar kondigde de minister reeds het
voornemen aan tot invoering van eenige
crisisheffingen, die zouden moeten strek
ken tot gedeeltelijke overbrugging van de
te verwachten aanzienlijke begrootings-
tekorten.
Het terzake met den Gouverneur-Gene
raal gevoerd overleg heeft geleid tot de in
diening bij den Volksraad van een drietal
ontwerp-ordonnanties waarbij evenbedoel-
de noodmaatregelen werden aanhangig
gemaakt en die strekking hebben om:
a. een crisisheffing in te voeren van alle
onder de inkomstenbelasting vallende in
komens boven f. 250.-;
b. den sinds 1 Januari jj. op 9 cents per
liter gestelden accijns op benzine tot 10
cents te verhoogen;
c. ten aanzien van deze heffingen arti
kel 16 der Indische Comptabiliteitswet bui
ten werking te stellen door toepassing van
artikel 93, eerste lid der Indische Staats
regeling.
Deze maatregelen, waarmede de Volks
raad zich inmiddels heeft vereeniHd, zul
len afzonderlijk ter nadere bekrachtiging
door de wet worden voorgedragen.
In de Memorie van Toelichting tot het
onder c. genoemd voorstel werd door den
Gouverneur-Generaal tevens aan den
Volksraad mededeeling gedaan van het
voornemen der Regeering om, in aanslui
ting aan de beide hooger genoemde heffin
gen, bij de Staten-Generaai een wetsvoor-
dracht aanhangig te maken, ten einde
de opcenten op de invoerrechten, welke
ingevolge de wet van 31 December 1931 op
20 werden gebracht, nader tot 50 te ver
hoogen. Daarbij werd ook melding ge
maakt van de omstandigheid, dat met het
oog op het spoedeischend karakter van
dezen noodmaatregel de bedoeling voor
zat het desbetreffend wetsvoorstel, met
toepassing van artikel 71 der Indische
Staatsregeling, niet vooraf in concreten
vorm aan den Volksraad voor te leggen.
De Minister ontveinst zich niet, dat aan
het hiernevens gaand wetsvoorstel, dat be
oogt tot de bovenvermelde verhooging van
het aantal opcenten tot 50 over te gaan,
bezwaren zijn verbonden. Indien hij mat-
temin meent voor deze nmaatregel de
medewerking van de Staten-Generaai te
moeten inroepen, doet hij zulks in de stel
lige overtuiging, dat over die bezwaren
dient te worden heengestapt, wil het der
Regeering mogelijk gemaakt worden om,
in afwachting van den terugkeer tot meer
normale verhoudingen aan den tegen-
woordigen noodtoestand van 's Lands fi
nanciën met eenig uitzicht op succes het
hoofd te bieden.
Uit de bekend gemaakte cijfers blijkt,
dat ook de onderhavige tariefsverhooging,
waarvan de opbrengst op 12'/; millioen
gulden voor een geheel jaar wordt ge
raamd, gevoegd bij de andere hierboven
vermelde crisisheffingen, waarvan de bate
in 1932 op rond 17 millioen gulden wordt
geschat, nog slechts voor een deel in het
tekort voorziet.
Overigens vinde de omstandigheid ver
melding, dat ook ditmaal een nagenoeg
integrale verhooging van het tarief der
invoerrechten wordt voorgesteld op dezen
grond, dat het aanbrengen van differen-
tatie in de rechtenverhooging aan de fis
cale uitkomsten van den maatregel ern
stig afbreuk zou doen. Slechts ligt het in
de bedoeling, dat het invoerrecht op ge
bleekte en ongebleekte katoenen manu
facturen van de thans voorgestelde ver
hooging der opcenten wordt uitgezonderd,
zoodat voor deze goederen de heffing var.
20 opcenten gehandhaafd blijft. Deze uit
zondering is in overeenstemming met het
door den Volksraad bij de behandeling van
deze aangelegenheid bij motie te kennen
gegeven verlangen.
Van deze gelegenheid wordt gebruik ge
maakt om ook het vastrecht van f. 30.-
per H.L. op reuk- en dergelijke waters aan
de volle verhooging met 50 opcenten te
onderwerpen.
Evenals de huidige opcentenheffing zal
ook de thans voorgestelde verhoogtng
voorshands tot het eind van het loopend
jaar werken. Of en in hoever handhaving
van deze crisisheffing ook na dien datum
noodig zal zijn. zal bij de ontwerp-begroo-
ting voor 1933 dienen te worden beoor
deeld.
DE NEDERLANDSCH—BELGISCHE
BESPREKINGEN.
Op het doode punt?
De „Msb." schrijft:
„Zooals men weet. wordt sinds maan
den besprekingen gehouden tusschen de
meest vooraanstaande Belgische en Neder-
landsche persoonlijkheden om te komen
tot een accoord tusschen beide landen over
de hangende kwestie, namelijk de herzie
ning van de verdragen van 1839 en in het
bijzonder betreffende de Antwerpen-Rijn-
verbinding. De leiders van deze onder
handelingen zijn, gelijk bekend, eenerzijds
oud-minister Colijn, anderzijds staats
minister dr. Frans van Cauwelaert. twee
staatslieden die zeker, meer dan wie ook,
in staat zijn, de geschillen uit den weg te
ruimen.
In de afgeloopen week hebben beide on
derhandelaars weer gedurende drie dagen
te Antwerpen en te Brussel met elkaar
onderhandeld. Het waren de laatste be
sprekingen om tot een definitief accoord
te geraken.
Alhoewel men van beide zijden met den
besten wil bezield was, kon men, naar wij
uit welingelichte bron vernemen, niet tot
een besliste overeenstemming geraken. De
twee standpunten waren zeer dicht tot
elkaar genaderd, aldus onze zegsman en
vandaar, dat de onderhandelingen alhoe
wel zij thans op een dood punt staan, niet
afgebroken werden. De besprekingen zijn
geschorst, er zal een rustpoos intreden,
doch beiderzijds heerscht het volle ver
trouwen, dat gedurende deze periode den
bodem zal kunnen voorbereid worden,
waarlangs die weg tot een definitief ac
coord zal kunnen gebaand worden
Het behoeft niet gezegd, dat de moei
lijkheid nog steeds ligt in de Antwerpen-
Rijnverbinding. Men wanhoopt echter
geenszins, dat beider standpunten ook in
deze eenmaal geheel tot elkander zullen
komen.
Alhoewel de besprekingen tusschen beide
staatslieden op dit terrein dus voorloopig
gestaakt werden, zullen zij toch steeds met
elkaar in contact blijven, dat zij besloten
hebben onderwijl krachtdadig mede te
werken aan de economische toenadering
tusschen Nederland en België. Zooals men
weet worden op dit gebied tusschen de de
partementen reeds onderhandelingen ge
voerd. De staatslieden in kwestie zullen
daaraan hun vollen steun verleenen, daar
zij overtuigd zijn, aldus onze zegsman, dat
wanneer beide landen in de huidige om
standigheden op economisch terrein geen
toenadering zoeken, zulks noodlottig zou
worden voor beiden.
De leiders zijn de meening toegedaan,
dat een nauwere samenwerking op dit ge
bied allernoodzakelijkst is voor België en
Nederland en zij hebben dan ook het volle
vertrouwen, dat men hierin spoedig tot
verheugende resultaten zal geraken
Het ,,Vad." verwacht dat de minister
van Buitenlandsche Zaken heden in de
Eerste Kamer een verklaring zal afleggen
omtrent de onderhandelingen met België.
DE ONAFHANKELIJK SOCIALISTISCHE
PARTIJ.
INTERNATIONALE
ARBEIDSREGELINGEN.
Ter vervulling van de vacature, ontstaan
door het overlijden van mgr. Nolens, is als
door Nederland aangewezen bijzitter voor
geschillen inzake internationale arbeids
regelingen, bedoeld in art. 26 van het Sta
tuut van het Permanente Hof van Inter
nationale Justitie aangewezen mi\ dr D.
A. P. N. Kooien lid van den Raad van
State, oud-minister van Arbeid Handel en
Nijverheid.
Het eerste manifest.
De nieuw opgerichte Onafhankelijk So
cialistische Partij heeft haar eerste mani
fest uitgevaardigd aan de arbeiders en
kleine boeren. Zij verklaart dat zij geboren
is uit de noodzaak van den strijd voor het
socialisme, die door de S.D.A P. langen tijd
is verwaarloosd en nu, op het jongste par
tijcongres voor den duur van de crisis de
finitief is afgezegd De SD.A.P. heeft ver
zuimd de massa der arbeiders in actie te
brengen. Aan den nood der boeren werd
onvoldoende aandacht geschonken, terwijl
parlementair slechts opgetreden werd voor
door den tijd achterhaalde eischen. Terwijl
de boeren worstelen om de lippen boven
water te houden, studeert de S.D.A.P. hoe
ze gered moeten worden. In den breede
worden in het manifest de op het Paasch-
congres reeds genoemde fouten van de
S.D.A.P.-leiding geschetst.
De linkervleugel, die het anders wil, die
liet socialisme nu aan de orde wil stellen
is uitgestooten en de Partij, de S.D.A.P.,
heeft daarmede openlijk haar socialisti
sche basis prijs gegeven en zich aangeslo
ten bij die buitenlandsche partijen, die
zich reeds lang bij de rol van burgerlijke
hervormingspartij hebben aangepast.
De zaak van het Socialisme aldus het
manifest zullen wij dus voortaan bui
ten de S.D.A.P. hebben te propageeren.
In het volle bewustzijn van de ontzagge
lijk moeilijke, maar noodzakelijke, histori
sche taak, die wij in de toekomst te ver
vullen hebben, treden wij uit de S.D.AP.
voor de vorming van een nieuwe, revolu-
tionnair-socialistische partij: de Onafhan
kelijke Socialistische Partij
Wij weten, dat onze strijdxoep: „Het
Socialisme nu", verstaan wordt door dui
zenden arbeiders, mannen, vrouwen, jon
geren, die er naar hunkeren de revolution-
nair-socialistische politiek onder de massa
te brengen, in de steden en op het land.
Het manifest is onderteekend door de
leden van de orgaan-commissie van ..De
Fakkel".
UITBREIDING LUCHTVERKEER.
Op 1 April ondergaat het luchtverkeer
op Nederland een belangrijke uitbreiding
In de eerste plaats heropent de K. L. M.
haar lijn op Hamburg. Zooals bekend,
exploiteert zij reeds sedert 1 Maart j.l. een
sneldienst op Scandinavië, waarin geen
landing te Hamburg is opgenomen, zoodat
deze plaats van een rechtstreeksche ver
binding op Nederland verstoken is. Voor
Bremen is een facultatieve landing voor
reizigers van en voor Nederland inge
steld, zulks in afwijking van het oorspron
kelijke besluit, dat te Bremen niet geland
zou worden.
Naar en van Rotterdam wordt op Schip-
hol een fraaie, onmiddellijke aansluiting
verkregen.
j De tweede belangrijke verbinding, welke
heropend wordt, is de lijn Amsterdam-
Essen. Muehlheim Dortmund Frank
furt Stuttgart Zurich van de Deut
sche Lufthansa A.G. en de Zwitsersche
Maatschappij „Swissair". Zijtakken van
deze lijn geven aansluiting naar en van
Halle. Leipzig. Breslau. Neurenberg en
Muenchen. Bovendien bestaat een aanslui
ting uit Gleiwitz.
Tenslotte vat de Tsjechische Lucht
vaart Mij. den dienst AmsterdamRot
terdam. Muehlheim-Halle. Leipzig-Praag
weder op.
Door de heropening dezer diensten zijn
met ingang van 1 April e.k. zoowel het
Roergebied als Midden- en Zuid-Duitsch-
land en Zwitserland dagelijks, behalve des
Zondags, per vliegtuig bereikbaar. De rei-
zigerstarieven hebben voor verschillende
bestemmingen verlaging ondergaan.
RECLAME.
f,794
EEN EIGENAARDIG GESCHENK VOOR
HET SPOORWEGMUSEUM.
Hel spoorwegmuseum der Ned. Spoorwe
gen te Utrecht heeft een eigenaardig ge
schenk gekregen n.l. het reservoir van de
oude watertoren van station Simpelveld.
Bij den aanleg van de lijn Aken-Maas
tricht is deze James Watt-ketel in 1853
I daar reeds opgesteld maar heeft thans
voor een betonnen bak het veld moeten
ruimen. Deze ketel is de oudste stoomketel
in Nederland en was van de destijds be
roemde fabriek in Engeland van James
Watt afkomstig. De ketel zal achter het
spoorwegmuseum opgesteld worden.
SCHILDERIJEN VAN HM. DE KONINGIN.
Ook een tentoonstelling in Ncd.-Intjië.
Men meldt ons, dat Hare Majesteit de
Koningin voornemens is in het begin van
het volgend jaar een beperkte verzameling
van haar schilderijen en teekeningen naar
Nederlandsch-Indië te zenden, om aldaar
ten toon gesteld te worden ten bate van
een liefdadig doel voor de bevolking van
Nederlandsch-Indië.
Dit werk, waaraan Hare Majesteit reeds
sedert enkele maanden begonnen is, wordt
door H.M. speciaal voor dit doel vervaar
digd en kan daarom eerst begin 1933 ver
zonden worden. Het zal in verband met
de eigenaardige moeilijkheden op het ge
bied van transport en beschikbare expo
sitie-ruimten uit een beperkt aantal
stukken bestaan, waarmede een normaal
Indisch vertrek van flinke afmetingen zal
zijn te vullen.
Hun, die voor het onderbrengen van
deze verzameling in aanmerking wenschen
te komen, alsmede allen, die op eenige
andere wijze willen medewerken tot het
welslagen van dit plan. wordt verzocht
zich in verbinding te stellen met Hr. Ms.
adjudant, kapitein van den Generalen Staf
van het Nefierlandsch-Indisch leger C O.
van Resteren. Kon. Paleis 's-Gravenhage
(Het Looi.
o
ZIEKTEVERZEKERING BIJ DE
ONTGINNINGSMAATSCHAPPIJEN.
De heer Polak heeft den Minister van
Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw de volgende vragen gesteld:
In antwoord op vragen, gesteld door het
lid der Tweede Kamer den heer Hiemstra,
heeft de Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw medegedeeld, dat Zijne
Excellentie bij nadere overweging tot de
slotsom was gekomen, dat het juister was.
de ontginningmaatschappijen in de gele
genheid te stellen, om aan de Bedrijfsver-
eeniging L. O. II de hoogere premies voor
de ziekteverzekering te betalen. In verband
hiermede zou ondergeteekende gaarne ver
nemen
lo. Is het den Minister bekend, of de
ontginningsmaatschappijen thans de hoo
gere premies hebben betaald en dus het
tekort hebben vergoed, dat de Bedrijfsver-
eeniging L. O. II op de ziekteverzekering
der bij werkverschaffing te werk gestelden
heeft geleden?
2o. Indien het antwoord op de eerste
vraag bevestigend mocht luiden, is de Mi
nister dan bereid mede te deelen, hoe groot
dit tekort was en of het Rijk deze bedra
gen aan de betrokken ontginningsmaat
schappijen heeft gerestitueerd, zoodat het
tekort dus in feite ten laste van het Rijk
is gekomen?
INVALIDITEITS- EN
OUDERDOMSVERZEKERING.
Door den heer Kupers zijn aan de Minis
ters van Buitenlandsche Zaken en van Ar
beid, Handel en Nijverheid de volgende
vragen gesteld:
1. Is het juist, dat op 16 October 1931
tusschen Nederland en België een verdrag
is geteekend betreffende de wederkeerige
toepassing van de invaliditeits- en ouder-
domsverzekering
2. Zoo ja. zijn de Minister bereid den
tekst van dit verdrag mede te deelen?
3. Is het juist, dat de Belgische Regee
ring reeds in December 1931 bij de Belgi
sche Kamer een wetsontwerp heeft inge
diend tot ratificatie van het genoemde ver
drag?
4. Zoo ja. zijn de Ministers dan niet van
oordeel, dat het zoowel voor werkgevers
als arbeiders in beide landen van groot be
lang is, dat een eventueel verdrag zoo
spoedig mogelijk in werking treedt?
5. Zijn de Ministers bereid door spoedige
indiening van een wetsontwerp daartoe
mede te werken?
DE LOONSVERLAGING TE ALMELO.
Gisteren is bij de fabrieken, aangesloten
bij de Almelosche Fabrikantenvereeniging.
de reeds eerder gemelde loonsverlaging
ingegaan, welke door de betrokken textiel
arbeiders is aanvaard.
Door leden van de Land. Fed van
Textiel-arbeiders en van dé Rev. Vakver-
eeniging-oppositie werden voor de poorten
eenige relletjes veroorzaakt.
Belangrijke incidenten deden zich echter
niet voor.
RECLAME.
jNgen
de wereld
L*t op den oranje band en het Bayerkruis. Prijs 75 cis.
6770
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
Te Utrecht hield de Nederlandsche Bond
tot het redden van Drenkelingen zijn 14e
jaarvergadering onder voorzitterschap van
den heer A. A. Bierlee.
Van 19 Reddingsbrigades waren afge
vaardigden aanwezig.
De verlies- en winstrekening sluit met
een nadeelig saldo van f. 242.
De begrooting voor 1932 werd tot een
totaal bedrag van f. 2400 goedgekeurd.
De Bond bestond thans uit 41 Brigades
en breidt zich regelmatig uit.
In de vacature ontstaan wegens bedan
ken van den heer dr. H. K. Knip Jr. werd
de heer H. W. E. Struve Jr. gekozen als
bestuurslid.
Na eenige besprekingen werd de kwestie
bondsorgaan .De Brigade" en benoeming
administrateur aangehouden en in handen
gesteld van het bondsbestuur ter nadere
bestudeering.
Als plaats voor de volgende jaarverga
dering werd 's-Hertogenbosch aangewezen.
DE POSTVLUCHTEN.
De „Lkster" (heenreis) is gisterenmor
gen om 5.42 uur uit Djask vertrokken en
na een tusschenlanding te Karachi om
16.22 uur te Jodhpur aangekomen.
De „Duif" (thuisreis) vertrok gisteren
om 5.45 uur uit Jodhpur en arriveerde na
een tusschenlanding van 10 uur tot 11.03
uur in Karachi om 14.35 uur te Djask.
/ERSPREIDE BERICHTEN.
Prinses Juliana heeft gisteren een
aantal Fransche Gymnasiasten ontvangen,
die een bezoek brengen aan ons land als
bekroning voor een opstel over Nederland,
naar aanleiding van de wereldtentoon
stelling te Parijs.
Door de Ver. voor Volkenbond en
Vrede wordt een prijsvraag uitgeschreven,
die zich ten doel stelt om de belangstelling
voor dén Volkenbond en zijn problemen te
versterken, en die tot prijs heeft een reis
naar en een verblijf gedurende enkele
dagen te Genève.
De Minister van Waterstaat zal deze
week met buitenlandse!) verlof afwezig
zijn.
UIT NED. OOST-IND1E.
GODSDIENSTSTRIJD OP .AMBON.
SOERABAJA. 29 Maart. (Aneta). Het
„Soerabajaasch Handelsblad" meldt in ver
band met den Godsdienststrijd op Ambon,
dat achter de ageerende Ambonneesche
Christenen twee Westerlingen staan, na
melijk de Geelkerkiaan-predikant Volger
en de hulp-prediker Hessing.
De heer Hessing die tevens eigenaar is
van den Ambonneeschen boekhandel, wei
gert verantwoording van het financieel
beheer van den predikant te Ambon, Het
kerkbestuur riep hem op naar Batavia.
RECLAME.
Poeders en tabletten zijn alléén echt, als
de verpakking voorzien is van den naam
Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal
op, want dit alleen garandeert U de
echtheid.
6768
Uit het Engelsch door A. TREUB.
29)
De detective lachte kortaf.
Nu, deze is het niet, zei hij, over zijn
schouder sir Peter aankijkende. Deze man
heeft niets met den Decker te maken, sir
Peter. Dit is de jonge Aimsbury, van Aims-
bury en Zoon.
Dat weet ik, antwoordde sir Pe
ter bits.
Volgens mijn theorie zal de Decker U
niet voor na een paar dagen een bezoek
brengen
Ik weet niets van je theorieën, Clin
ton, viel sir Peter met minachting in. Maar
ik weet, dat deze jonge man hier van
avond op inbrekersmanier binnen kwam
en dat hij mijn brandkast geplunderd
heeft. Ik weet ook dat ik de gewone kaart
ontvangen heb
Maar u ontving niet de gewone kaart,
als mijn theorieën zijn
Wij hebben niet te doen met theo
rieën, maar met feiten, Clinton! Fouilleer
hem maar eens.
Clinton ging voor het oogenblik niet ver
der in op het punt van zijn theorieën,
maar steunde luide, boog zich over Eric,
zette hem op zijn beenen met een zware
hand op zijn kraag en hielp hem niet on
vriendelijk op een stoel.
Eric zonk kreunend achterover en bracht
zijn hand onzeker naar zijn gezicht. Hij
kermde toen Clinton de wond in zijn slaap
met een reusachtigen, maar zachten vin
ger onderzocht.
H'm. Licht geraakt, zei de detective.
Heeft je een paar minuten buiten kennis
gemaakt, hè?
Eric schudde langzaam zijn hoofd heen
en weer en Clinton wachtte enkele oogen-
blikken in stilte, tot de jonge man zijn
dwalende geestvermogens weer bijeen had
Enid lette onrustig van achter een stoel
op en haar oogen gingen van haar gewon
den geliefde naar het reusachtige wezen,
die de majesteit der wet voor haar ver
tegenwoordigde. Spencer wachtte op den
achtergrond met bleek gelaat en de lan
taarn zachtjes zwaaiend in zijn hand. Sir
Peter fronsde ongeduldig het voorhoofd
en draaide den revolver rond, dien hij
niet geneigd was weg te leggen.
Nu, Aimsbury. wat beteekent dit al
les? vroeg de detective, toen Eric teekenen
van beter begrip vertoonde.
Eric keek op en glimlachte.
Vraag het sir Peter, stelde hij voor.
Het is beter, dat je een duidelijke ver
klaring geeft, Aimsbury, zei de detective
streng. De zaken zien er niet al te gunstig
voor je uit. Wat deed je hier?
Ik oefende blijkbaar mijn natuurlijk
genie om in moeilijkheden te geraken,
antwoordde Eric luchthartig.
Ik heb je gezegd, wat hij hier deed,
Clinton, viel sir Peter ruw in. Hij heeft
mijn brandkast leeggehaald en stukken
van aanzienlijke waarde gestolen.
Heb ik dat gedaan? vroeg Eric met
oprechte verbazing. Dat is groot nieuws
voor me! voegde hij er met enthousiasme
bij. Ik kon mij niet herinneren of ik in
mijn wreede zending geslaagd was, of een
te vroegen en Ieelijken val had gedaan.
Clinton glimlachte.
Laten we nu tot de zaken komen, zei
hij vriendelijk. Waarom heb je de lichten
uitgedraaid, Aimsbury?
Heb ik dat ook gedaan?
Nu, je weet toch wel dat je het ge
daan hebt? Waarom heb je het gedaan?
Och. gewoonte, antwoordde Eric kalm.
Gewoonte. Een vervelende gewoonte, dat
geef ik toe, maar aan de Academie is men
gewoon zulk soort dingen te doen. Ik kreeg
er altijd vaii langs, omdat ik het licht
uit deed.
Nu, nu! zei Clinton met een vriende
lijken glimlach en een wenk van zijn hand.
Je hebt de lichten uitgedaan en bent
door het raam binnengekomen, nietwaar?
Nogal behendig van me, vind je niet?
antwoordde Eric, den glimlach beant
woordend. Het maakt zooveel meer indruk
dan het in het volle daglicht of maanlicht
te doen.
Je kwam om de obligaties te stelen,
beweerde sir Beter.
Neen, antwoordde Eric, in naden
ken. Niet bepaald om ze te stelen, sir Pe
ter. Dat laat ik aan meer gewetenlooze
menschen over. Om ze tijdelijk te leenen,
ja. Maar niet om ze te stelen. Daarvoor
ben ik veel te eerlijk.
Maar je hebt ze gestolen! zei de ba
ronet toornig.
Dit is de tweede of derde maal, dat U
dit zegt, sir Peter, zei Eric ernstig. Ik weet
niet of ik U geen proces zou kunnen aan
doen wegens laster of optimisme.
Ba! Fouilleer hem, Clinton!
Waarom? vroeg de detective zacht.
Omdat hij mijn brandkast geplun
derd heeft! riep sir Peter verbitterd uit.
Zoo? Hoe weet U dat? Waar is de
brandkast?
Clinton liet zijn lantaarn lichten over
den muur, dien sir Peter met zijn vinger
aanwees, en de baronet was stom van ver
bazing toen hij zag, dat het gebeeldhouw
de paneel zijn rol weer vervulde en de deur
van de brandkast verborg.
Waar? herhaalde Clinton.
Sir Peter wankelde door de kamer en
schoof met onzekere vingers het paneel
weer weg.
Op slot! riep hij uit, toen hij de deur
der brandkast probeerde.
U moet ze maar open maken, sir
Peter, zei Clinton droogjes. Het zou leelijk
voor U kunnen zijn als er niets vermist
wordt.
Sir Peter kreeg een kleur toen hij de be-
teekenis van die woorden begreep en hij
regelde langzaam de combinatie. Hij wist
dat, wat de brandkast bevatte of niet be
vatte, de gevolgen voor hem zelf niet
anders dan ernstig konden zijn.
Hij wierp de deur open met een gebed
aan zijn goden en vond het inwendige van
de brandkast zooals hij die gelaten had
tenminste schijnbaar. Hij kreeg de doos
met documenten van haar plaats. Hij
lichtte den deksel langzaam op en met
vrees, terwijl de anderen hem met de
grootste belangstelling gadesloegen.
Zijn gezicht werd aschgrauw.
Weg! zei hij met zachte stem. en
alsof hij eerst nu in de verdwijning der
obligaties geloofde.
Wat is weg? gromde Clinton.
De obligaties. Ze zijn verdwenen.
Sir Peter keek den detective wezenloos
aan en zijn dikke onderlip trilde zichtbaar.
Waren zij daar in? vroeg Clinton in
twijfel.
Hè?
Waren de obligaties daar in?
Sir Peter herstelde zich een weinig.
Natuurlijk waren zij daar in, snauw
de hij. Ik heb ze er zelf nog geen half uur
geleden ingelegd.
En zij zijn vlak onder Uw neus weg
gehaald?
Fouilleer hem, Clinton! Fouilleer
hem! schreeuwde sir Peter woest, met een
trillenden vinger naar Eric wijzend.
Het lijkt wel veel op den Decker, gaf
Clinton weifelend toe. en zich tot Eric
wendend, klopte hij hem gebiedend op den
schouder. Nu. jongmensch, gromde hij,
maar toch met een zekeren eerbied.
Fouilleer me, als het je belieft, Clin
ton, zei Eric, onvast op zijn beenen ko
mend, en zijn armen boven het hoofd hou
dend. Ik heb evenveel belang bij de uit
komst als sir Peter.
Clinton ging met ervaren handen o var
zijn kleeren en legde snel een stapeltje
van allerlei artikelen op de tafel.
Zijn zij er? vroeg sir Peter in angst.
Zijn ze daar? vroeg de detective, naar
de tafel wijzend.
Sir Peter wierp een blik op het mengel
moes en bromde:
Obligaties, man! Obligaties! riep hij.
Certificaten! Documenten!
Papieren? vroeg de practische
Clinton.
Ja, papieren! Een pakket van deze
grootte. En sir Peter duidde ongeveer den
omvang aan met snelle bewegingen.
Niets er van, antwoordde Clinton
kortaf. Dit is alles wat hij heeft.
Hij keerde zich tot Eric.
Zeg me nu, waar je ze gelegd hebt,
Aimsbury? vroeg hij op de vaderlijke wijze,
die hij aanwendde, als hij een misdadiger
op het spoor was .Je moet weten, waar je
ze gelegd hebt.
Als je mij kunt zeggen, waar zij zijn,
Clinton, antwoordde Eric openhartig, zal
ik levenslang je vriend zijn.
Dat is een mooi aanbod, zei Clinton.
Hij ging plotseling naar de gevallen
gordijnen, lichtte ze met groot vertrou
wen op en schudde ze heen en weer. Maar
niets viel uit de plooien en zijn gezicht
sprak van teleurstelling.
Een groot raadsel, bromde hij en hij
keerde naar Eric terug. Kom, Aimsbury,
wees nu verstandig en zeg de waarheid.
Dat zal ik, Clinton, antwoordde Eric
oprecht, en hij glimlachte toen de detec
tive hem blijkbaar ongeloovig aankeek.
Na vanavond het huis verlaten te
hebben, liep ik, op mijn gewone onver
schillige manier, naar het lidht aan het
einde der straat aan de linkerzijde als
men naar het Noorden ziet.
(Wordt vervolgd).