Wat de vrouw draagt. I ■>1 ÜLAüL L W*±CfiA$hvd CD AT ISS1pboefdakje! 3sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Maart 1932 Vierde Blad No. 22090 VOOR DE HUISVROUW. DE WERELD !N RECHTE LIJNEN. NC OR* iXf EL n_„ z fE nsc 4t> INGEZONDEN. RECHTZAKEN. ac fijne Custard -I PUDD/r/O E NIEUWE MODECREATIES SCHIETEN UIT DEN BODEM n het is een ware vreugde te zien hoe- eel nieuws en fraais er komt, terwijl deze Adruk toch niet bedorven wordt door een ïkere overdaad, welke in het afgeloopen «zoen vaak onaangenaam opviel, hetgeen :ns allen bekend is. Het heeft er alle schijn van, dat de mode ontwerpers eindelijk op een beter denk beeld gekomen zijn en rekening houdend ret den nood der tijden een mode ge- ïhapen hebben, welke de stijl heeft om pmeengoed te worden en dus niet het irivilege van een enkeling behoeft te :!ijven. Bijna iedere vrouw wordt op het oogen- slik in haar uitgaven geremd door allerlei nancieele omstandigheden en ze moet achten de garderobe voor het nieuwe ïzoen met weinig middelen samen te ellen. Niettegenstaande alles mag het effect oral nooit „armoedig" zijn, want juist jeugdige frissche kleeding heeft iets oolijks, dat niet alleen de draagster ten oede komt, doch zich mededeelt aan de eheele omgeving en juist in deze sombere ijden zoo weldadig aandoet. Daarom moet er nu op gelet worden, niet eveel nieuwe dingen aan te schaffen; het weinige echter, dat we ons kunnen per- mitteeren moet uiterst doelmatig zijn om voor alle gelegenheden klaar te zijn. De meeste aandacht wordt momenteel besteed aan den nieuwen mantel: deze wordt elegance en neutraliteit gedachtig recht gesneden, doch heeft, om eenigs- zins van de alledaagsche mode af te wijken, raglan-mouwen; een smal cein tuurtje is op een practischen jas altijd welkom, evenals een onderbreking van de rugbaan. We zien dan ook vaak een rij 'xnoopen in den vorm van een lengteplool aangebracht. De stof voor zoo'n jas moet niet heelemaal effen zijn, omdat zulke mantels veel te teer zouden blijken te zijn; men ziet dus meest stoffen met een of ander patroontje, dat echter niet te op vallend mag zijn. Chique, geruite stoffen zijn weer mode geworden en onze tweede afbeelding ge tuigt van het gunstige effect van zoo'n mantel, die bij alle denkbare gelegenheden gedragen kan worden. Een zeer welkome en eigenlijk „oude ver trouwde noviteit" voor de toekomstige silhouette is de donkerblauwe robe-man- teau, welke practisch en aan geen be paalden tijd gebonden is. Een lichte kraag en manchetgarnituur van pique of fersnhe kant (dat pas in de laatste weken tot een toonaangevende mode geworden is) staat altijd jeugdig en fleurig (laatste model). 't Is prettig, voor iederen dag. te kunnen beschikken over een eenvoudig complet, bat uit een elegant jurkje bestas' c_i een daarbij passend kort jakje of driekwart mantel. Ongetwijfeld is het de beschei denheid van deze toiletten, die hun zooveel enthousiaste aanhangsters bracht. Voor deze complets worden de moderne poreuze stoffen verwerkt - verschill.ndc middeltinten, in hoofdzaak het nieuwe nachtblauw, de aparte zandkleur en het mooie rood, dat weer iets nieuws is in de voorjaarsmode. Onze eerste afbeelding stelt een wandel- complet voor, dat we zooeven besproken hebben. Het bestaat uit een praclische eenvoudige jurk met plooien, een ceintuur en een vierkanten hals. Daarbij een half lange mantel met opgestikte zakken en een klein kraagje. Voor den namiddag komen eveneens complets in de mode, waarvan de jakjes echter heel kort en daardoor juist zoo gracieus en piquant zijn. Het gaat hier om het bolero'tje, dat zoo eenig staat bij het hoog-getailleerde rokje. Een dergelijke creatie is hier afgebeeld. De klokrok met het strakke heupstuk en het jakje met de korte vleugelmouwen moeten we ons van een doffe zijde denken (marokko- ci'êpe of mongool), terwijl het lichte bo- enstuk (dat met den rok één geheel vormt, dus niet afzonderlijk van elkaar, gemaakt mag zijn) uit crepe-georgette be slaat en waarvan de lange lichte mouwen onder de vleugels van het jasje te voor schijn komen. Nu nog enkele woorden over de hoeden- mode, die voor een goed effect van de moderne silhouette, in ieder geval van groot belang, zoo niet beslissend, is. Het ziet er naar uit, dat de kleine hoed zal gaan domineeren, zoodat de breedge rande modellen vermoedelijk beperkt blij ven tot hoogzomer-weer. Deze kleine hoed jes zijn alle heel nlat in den vorm van een bord; veel ook zien we nauwsluitende "kipjes, eigenlijk maar één kant gedragen, die sterk aan de origineele barets cioen denken, welke in het land der Basken ge dragen v/orden; daarnaast de modelletjes, die aan éen kant opgeslagen worden, en tenslotte vallen ook de mutsachtig gedra peerde modellen zeer in den smaak. Nie mand zal nu wel bezwaar hebben legen de veelzijdigheid der hoedenmode. De nieuwe hoeden brengen allerlei garneeririgen, gespen, strikken, veertjes en bloemen- guirlqndes. WILLY UNGAR. DE STROOMAT ONDER HET BORD. Sinds men steeds meer is gaan afzien van groote tafelkleeden en nu kleine Kleedjes legt onder ieder bord a zonderlijk, zoodat iedere gast zijn eigen „kléine af- deeling" heeft, kan de huisvrouw, die zin en gevoel heeft voor binnenarchitectuur, haar fantasie naar hartelust botvieren. Men maakt nu reeds onderscheid tus- schen de ontbijt-, koffie- en dinertafel: 's morgens wordt er heel eenvoudig gedekt, gewild primitief zelfs, 's middags ziet de tafel er niet veel anders uit. Alleen wat meer glaswerk en uitgebreider couverts, 's Avonds prijken op de tafel bloemen in platte schalen en mooie kanten- en gebor duurde kleedjes dienen dan als borden kleedjes. Voor de gewild-zakelijk-gc-dekte tafel schijnen echter de vierkante stroomatten het te zullen winnen, die in hun natuur lijke kleur, origineel en smavelhk staan. Ze zullen zeker veel succes hebben. Op bijgaande schets hebben we een der gelijke stroomat afgebeeld. EEN KORTE ZIJDEN SHAWL ,Neem er moui met sportieve patronen wordt graag bij het mantelcostuum gedragen en we zien hier eer. nieuwe manier van dragen. De kiaag van het jasje wordt opgezet en aan den buitenkant hiervan worden een paar lussen aangebracht, waar de shawl, zooals de schets aangeeft, doorheen getrokken wordt Op deze wijze kan men het eenvoudigste mantelpakje iets origineels geven. Natuurlijk is het niet absoluut noodza kelijk dat de shawl aan beide kanten los neerhangt. Ze kan natuurlijk ook van voren of opzij geknoopt worden, welke manier van dragen altijd inslaat. WILLY UNGAR. RECLAME. do< v« 25. 45 65 c's' 6399 Men vraagt mij om het patroon van een vierkant kleedje over een biocmtafel. Ik vond een aardig ruitje; daar ik niet weet of u het van wol of zijde werken wilt, kan ik ook niet beoordeelen of u aan één ruit genoeg zult hebben, of dat u beter doet er vier te werken en deze aan elkander te naaien. Zet op: 16 lossen en sluit die ronding af; 1ste toer 23 drie voudige stokjes om de ronding; deze 28 worden in 4 groepen van 7 stokjes ge werkt met telkens 7 lossen er tusschen; begin dezen toer met het laatste stokje van een der vier groepen en reken daar voor 6 lossen; aan het eind werkt a dan één halve vaste in de 6 lossen van het begin van den toer; daarna nog 2 halve vasten in de beide naastbijzijnde steken. 2de toer: 3 lossen voor 1 stokje; 1 stokje in den volgenden steek; 5 stokjes in den naastbij zij nden steek; 2 stokjes in cie beide volgende steken; A 5 lossen voor een picotje; 1 vaste steek; 3 lossen; I vaste steek in het middelste der 7 naast bijzijnde dubbele stokjes; dan 5 lossen, 9 stokjes in de 5 middelste der 7 naastbij- zijnde lossen: van A af nog 2-maal her halen, dan 5 lossen, I picotje, 5 lossen als hiervoor, 1 halve vaste steek in den 3den der drie eerste lossen: 2 halve vaste steken in de beide volgende steken. Derde tot den zevenden toer: als de vorige toer, doch het aantal picotjes vermeerdert telkens met één; ze worden telkens van elkaar geseheiden door 5 los sen en gewerkt in de middelste der 5 naastbijzijnde lossen uit een vorlgen toer; achtste toer: bij den laatsten halven vasten steek, aan het eind van den 7den toer gewerkt, haakt men nog 2 halve vaste steken; dan 4 lossen voor een dubbel stokje en nog 7 lossen met een dubbel- stokje in den steek, waarin de laatste halve vaste werd gewerkt; A 8 lossen, I vaste steek in den middelste der 5 naast bijzijnde lossen; 7 lossen: 5 maal afwis selend: 1 stokje in den middelste der 5 volgende lossen; 7 lossen; dan: 1 vaste steek in den middelste der 5 naastbij zijnde lossen; 8 lossen; 2 door 7 lossen gescheiden dubbele stokjes in den mid delste der 9 naastbijzijnde stokjes; van A af nog 3 maal herhalen; doch bij de laatste herhaling werkt men, in plaats van 2 door 7 lossen gescheiden dubbele stokjes: 1 halve vaste in den 4den der vier voor 1 dubbel stokje gerekende lossen, dan nog 4 halve vaste steken in de 4 volgende steken. 9de toer: 4 lossen voor A een dubbel - stokje. 5 picotjes (gewerkt door 5 lossen, 1 vaste steek in den eersten hiervan), 1 dubbelstokje in den middelste der 7 hoek- steken; 3 lossen; 1 drievoudig picotje: dat zijn 3 picotjes, waarvan de laatste door 1 halven vasten steek aan den eer sten wordt verbonden; 3 lossen, 1 vaste steek in den 4den der 8 naastbijzijnde los sen: 6 maal afwisselend: 3 lossen, 1 drie voudig picotje, 3 lossen, 1 vaste steek in den middelste der 7 volgende lossen, dan: 3 lossen, ,1 drievoudig picotje, 3 lossen, 1 vaste steek in den 5den der 8 naastbijzijnde lossen; 3 lossen, 1 drievoudig picotje, 3 lossen; van A af nog driemaal herhalen; aan net eind een halve vaste steek in den 4den der vier voor 1 dubbel stokje gerekende los sen. - Hiermee is het kleedje af. Ik zou u aanraden: maak even een klein proefkieedje van gewoon haakkatoen. om over het patroon té oordeelen; en beslis dan zelf van wat voor materiaal en hoe groot u het wilt maken. Nog werd mij gevraagd of men witte wollen kleedingstukken zelf verven kan en zoo Ja: hoe! Ik kan hier moeilijk op antwoorden; wol verven en drogen ver- eischt kennis van de wolvezels en van de kleurstoffen, handigheid in het aanmaken der verf en in het drogen. Er zijn pakjes verfpoeder in den handel; ik kan u hierin niet raden; waarom zoudt u het verven niet liever door een vakman laten doen? Ten slotte een patroon voor een mutsje voor kleine kinderen: u breit eerst den rand: zet 144 steken in de rondte op; brei den lsien en 2den toer: 2 recht, 2 ave recht; de 3de en 4de afwisselend: 2 ave recht en 2 recht. Aldus worden in het geheel 18 toeren gebreid; dan 5 toeren recht en weer 8 toeren van het eerste ver zette patroon; daarmee is de rand afge werkt.; deze wordt later omgeslagen, zoo dat de verkeerde kant boven komt. U breit nu aan den rand (dus niet athech- ten) 40 toeren recht; daarna begint u te minderen: 1 steek op iedere naald, waarna 2 maal wordt overgebreul. tot op iedere naald 26 steken over blijven. Vervolgens wordt met 1 maal overbreien geminderd tot op iedere naald 13 steken over zijn. In de nu volgende 8 toeren moet op iedere naald zonder overbreien worden gemin derd; daarna worden steeds twee steken tezamen gebreid; het mutsje van boven dichtgehaald en met een wollen kwastje afgewerkt. Tot besluit haakt u den om geslagen rand om met een schulpje van 7 stokjes en 1 vaste. En nog een andere muts voor een iets grooter meisje; zet voor den boord 112 steken op; brei 18 naalden: 1 recht, l averecht; en het verdere patroon m den tricotsteek. dus afwisselend: 1 naald recht, 1 naald averecht; eerst 24 naalden; dan een andere kleur aanhechten om liet ribbetje te breien: 1 naald everecht, 1 naald recht; 1 naald averecht, 1 naald recht; vervolgens weer de eerste kleur aanmaken en 12 naalden breien 'tricot steek) dan weer een ribbeltje in de tweede kleur: 12 naalden in de 1ste; nog een ribbeltje. Nu 6 naalden in de 1ste kleur; 7ae naald: 1 steek recht, 1 minderen, 13 recht; 1 minderen; 1 recht, 1 minderen; 18 recht, 1 minderen; 1 recht, 1 minderen: 18 recht, 1 minderen; 1 recht, 1 minderen; 18 recht, 1 minderen; 1 recht, 1 minderen; en 17 recht, 1 naald averecht over- bfeien. De volgende naald als de 7de, doch in plaats van 18 nu 16 steken tusschen- breien; 1 naald averecht overbreien; vol gende naald als de 7de, doch 14 steken tusschenbreien; op 't einde 15 steken; 1 naald averecht overbreien: de volgende naald als de 7dé, doch 12 steken tusschen breien; op 't einde 12. Naald averecht overbreien; nu het 4de ribbeltje in de 2de kleur: 1 naald averecht, als de 7de min deren, doch 10 steken tusschenbreien; 2de naald recht terugbreien; 3de naald ave recht minderen, als de 7de, doch 8 steken tusschenbreien; 4de naald recht terug. Nu nog 9 naalden, doch gelijkelijk cn sterk afminderen, zoodat er nog 12 steken overblijven om af te kanten. Dan naait u de muts dicht en zet één knoop op de muts en één op den omgeslagen rand; bevestig een koord tusschen de beide knoopen en trek het stevig aan, zoodat de muts naar dien éénen kant een paar vlot afkleedende plooien krijgt. De heer D. E. Zuidhof, oud-onderwijzer bij het lager onderwijs, ook in Ned.-Indié, heeft een aantal kaarten ontworpen waar bij de grenzen der landen door rechte lijnen worden voorgesteld. Wat hem hier toe bracht? Volgens den heer Z. in het voorbericht van zijn atlas „wordt er her haaldelijk over geklaagd, dat de jongelui geen zuiver begrip hebben van b.v. lig- „ging, grenzen en grootte van landen, „richting, afstand aantal inwoners, dicht heid van bevolking enz." De heer Z. is van meening, „dat de lagere school, die verzuimde den grondslag te leggen" in deze de schuldige is. „Wel wor- „den verschillende dezer onderwerpen ter loops besproken, maar de noodige zorg „wordt er niet aan besteed." De heer Z. wil nu met zijn kaartwerk een zoo aan schouwelijke voorstelling geven, dat de in drukken op de kinderziel blijvend zijn. Van practischen zin getuigt een kaart van Europa met die van Ned.-Indië daarop afgedrukt en wel zóó, dat Amsterdam en Batavia samen vallen. Men ziet dan. dal een reis van Batavia naar Soerabaya even ver is als een dito in Europa van Amster dam naar Berlijn, dat Sumatra grooter is dan Engeland, Schotland en Ierland samen enz. De diagrammen van Europa en Java zijn minder geslaagd. De heer Z. wil hierop te veel geven met het gevolg, dat het vele netwerk, de verschillende areeerlngen en de verscheiden kleuren onduidelijkheid en bontheid veroorzaken. In het werk van den heer Z. schuilt zeker veel goeds. Toch zou het niet goed zijn, wanneer de atlas van den heer Z. de bestaande verving of daaraan werd toege voegd. In de school is nl. geen behoefte aan meerdere atlassen, maar aan één atlas, die de leerling in handen krijgt als het NE SER LAMEJ ifeïA# -n 1 i i. 1 Toegegeven moet worden, dat een aantal zijner kaarten werkelijk tot den beschou wer spreken. Men zie b.v. zijn 3e diagram „Nederland en Omgeving", waarvan wij hier een afdruk geven. De onderlinge lig ging en grootte der landen vallen direct op. België als Nederland. Frankrijk 4x4 ruitjes dus 16 maal ons land enz. Om een indruk te geven van afstanden neemt de heer Z. naast zijn kaartje met rechte lijnen er een op met echte grenzen (men zie ons 2de kaartje). Op dit kaartje brengt hij met Amsterdam ais middelpunt een aantal concentrische cirkels aan. De straal van den eersten cirkel is 25 uren gaans, die van den tweeden 50 enz. Men ziet nu met een oogopslag, dat ons land 25 uur gaans breed is, dat Parijs 75 uur en Berlijn 100 uur gaans hier vandaan is. Opvallend door duidelijke voorstelling is ook de kaart, die de route naar Ned.-Indië aangeeft: a. die Cornelis Houtman in 1596 met zijn zeilschip volgde; b. die van een moderne mailstoomer, en c. die van luitenant-vliegenier Koppen met zijn „Postduif". De diagrammen van Nederland en de Werelddeelen achten wij ook goed ge slaagd. voorbereidend onderwijs in aardrijkskunde is afgeloopen, die hij leert bekijken en ge bruiken zoo lang hij op school is en die hij meeneemt als hij „het groote leven" in gaat. Die atlas moet sterk en niet te duur zijn, ze moet de hoofdzaken duidelijk aan geven en toch moeten de kaarten vrij vol ledig zijn, ze moet een alphabetisch register hebben, opdat ze steeds als opzoek-atlas kan worden gebruikt. Van zoo'n atlas zijn onderlinge richting, grootte en afstanden ook gemakkelijk af te lezen. Ze zal mis schien niet de dichtheid der bevolking aangeven, maar ls dit ook wel noodig? Vol doende is toch zeker wanneer men b.v. van ons land weet, dat de beide Hollanden het dichtst bevolkt zijn en Drente het dunst. Met cijfers vermoeie men zijn leerlingen in deze niet. Van een aantal diagrammen in de atlas van den heer Z. zijn ook wandkaarten ver vaardigd. Bij goede keuze kunnen die in de school uitstekend dienst doen (formaat 90 x 70 cM„ prijs f.2.75 per stuk). Den uitgever, Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem, komt een woord van lof toe voor de keurige uitvoering. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Copie van al ot niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. „LEIDSCHE SPEELTUIN-CENTRALE". Gaarne neemt ondergeteekende langs dezen weg de vrijheid om aan alle leden der Le:dsche Speeltuinvereenigingen een kort woord te mogen richten, waarvoor mijn hartelijken dank. Het Bestuur der Speeltuin-Centrale heeft in samenwerking met de Besturen der Speeltuinvereenigingen gemeend, om op de Speeltuinen ook het Spel onder Lei ding ter hand te nemen, om te trachten de Jeugd door middel daarvan, nog meer als vorigen zomer, dit jaar van de mooie Speeltuinen te laten proïiteeren, om zoo doende de kinderen minder aan het ge vaar van de straat bloot te stellen. Reeds heeft het Bestuur den heer A. Metz. bereid gevonden, de leiding van een dergelijken cursus op zich te nemen. Waar nu de gelegenheid zich voor doet, zoo vragen wij, aan die mannen en vrou wen, die zich daar geschikt voor voelen, en over eenigen vrijen tijd beschikken, om dezen in te stellen cursus voor opleiding leidster of leider te volgen, en het aan hen geleerde spel, dezen zomer in de Speeltui nen aan de jeugd over te brengen. Men kan zich opgeven bij één der ge noemde adressen, per advertentie bekend gemaakt in dit Blad. Hopende dat velen uwer gevolg zullen geven, aan deze oproeping, tot het mooier en grooter maken van het Speeltuinwerk. Namens het Centrale Bestuur C. F. L. VRIJGESPROKEN. De rechtbank te Middelburg heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen den 63-jarigen J. A. W. v. R.. den 68-jarigen J. W. en den 50-jarigen W. A. P. L. v. B„ de eerste directeur, de beide andere pro curatiehouders van de N.V. de Kanter en Hordij k's Bank te Goes, die in staat van faillissement verkeert. Tegen ieder hunner was wegens verduistering van obligaties van cliënten 2 jaar en tegen v. R. en v. B. bovendien wegens valschheid in ge schrifte één jaar gevangenisstraf gevor derd. De rechtbank heeft alle drie verdach ten vrijgesproken. RECLAME. bSSbij a pakjeö f RECLAME •3-POJAH-GRONINGEN 6444

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9