LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 21 Maart 1932
Derde Blad
No. 22087
,%em. vergadering van „Bloembollencultuur".
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Inbreker
JJ,te Jaargang
De Openingsrede van den heer Krelage.
Te Haarlem is hedenmiddag de 168ste
emeene vergadering van „Bloembollen-
altuur" gehouden. Aan de openingsrede
nu den heer Krelage is het volgende ont-
ieend:
Onze gedachten verwijlen heden in de
lerste plaats bij het overlijden van ons
,erelid Jan Hendrik Wentholt, die vele
Tien de vereeniging als voorzitter en al
gemeen secretaris heeft gediend,
'voorzitter van 19011906, algemeen
retaris-pennmgmeester van 1911—1920,
nieuw voorzitter van 19201921, heeft
ïentholt gedurende vele jaren zijn beste
ïrachten aan de vereeniging gegeven en
-ooten invloed gehad op haar werk en
intslkkeling.
Als voorzitter was hij een voortvarend
«I geestdriftig leider, als secretaris pen
ningmeester een voorzichtig en vertrouwd
mlnistrateur, terwijl hij als redacteur
van het orgaan dit met lezenswaardige
bijdragen over actueele vakbelangen heeft
verrijkt.
Na de uitvoerige artikelen, die aan den
tverledene zijn gewijd, moge ik hier vol
staan met de verzekering, dat de Alge-
neene Vereeniging voor Bloembollencul
tuur met diepe erkentelijkheid in Went-
lolt den leider eert, aan wiens initiatief
tijdens zijn eerste voorzitterschap zij
verscheidene maatregelen en instellingen
van blijvende beteekenis dankt.
Van de overige sedert de vorige verga
dering overleden leden der vereeniging
noem ik U Gijsbert Nieuwenhuis en H.
Hulsebosch, twee bekende vakmannen
van erkende bekwaamheid, die respectie
velijk te Lisse en te Hillegom gevestigd
varen. Als bestuurslid en plaatsvervan
gend bestuurslid waren beiden verbonden
aan onze groep: „De Hyacinth".
Dat zij rusten in vrede!
De inkrimping van den bollenteelt.
In de vorige vergadering heb ik uitvoe
rig gesproken over den toestand van het
bloembollenbedrijf in verband met de
wereldcrisis. Het aanwijzen van de alle
perken te buiten gaande uitbreiding van
de bollenteelt als hoofdoorzaak van den
slechten toestand heeft aanleiding gege
ven tot het overwegen van plannen om
aan die overproductie op radicale wijze
een einde te maken, waarbij gedacht
werd aan een teeltbeperking en een rege
ling van de teelt in de toekomst bij de
wet.
Toen deze plannen nog in het eerste
stadium van voorbereiding waren, heeft
iet hoofdbestuur getracht, een indruk te
ontvangen van de meening van het vak.
door in een bijeenkomst van de voorzitters
der afdeelingen of hun plaatsvervangers
ta in de gelegenheid te stellen zich over
>t vraagstuk uit te spreken. Ofschoon in
de bijeenkomst uiteraard geen besluiten
tenomen of moties behandeld konden wor
den. verklaarden zeer velen der aanwezi
gen zich ondubbelzinnig tegen een wette
lijke regeling. Daar de vergadering zeer
druk bezocht was en het geheele vak van
Oost Groningen tot West-Zeeuwsch Vlaan
deren er vertegenwoordigd was, mocht aan
deze uitspraak groote waarde worden toe
gekend. Het hoofdbestuur kon dan ook tot
geen andere slotsom komen, dan dat de
Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur haar medewerking aan een even-
tueele wettelijke regeling tot inkrimping
van de bloembollenteelt niet zou kunnen
verleenen. Hiermede was voor.het Cen
traal Bloembollen Comité, dat het vraag
stuk in behandeling had genomen, de zaak
van de baan.
Men behoeft zich overigens niet ongerust
te maken dat de inkrimping van den teelt
achterwege zal blijven. Behalve dat de
prijzen een prikkel zullen zijn om geen
bollen te blijven telen, die den productie-
Wijs niet kunnen opbrengen, zal de bol-
lentrekkerijin het Westland, Rijnsburg en
elders, die ook als gevolg van de overpro
ductie van bollen zich abnormaal en zon
der kans op voldoenden afzet heeft uitge
breid. zich niet kunnen handhaven, we
gens de thans op het artikel drukkende
'ouitenlandsche invoerrechten.
Er zijn dus genoeg factoren, om aan te
nemen, dat in den loop van dit jaar de
bollenproductie zich weer beter en norma
ler zal regelen naar de buitenlandsche
vraag, die verleden jaar zij het ook bij
lage prijzen de stoutste verwachtingen
overtroffen heeft. Ook thans blijft het bui
tenland koopen. zij 't ook in sommige lan
den beter dan in andere.
Zeer pijnlijk is het bloembollenbedrijf
getroffen door de gevolgen van de contin-
genteering van het Deensche vleesch. die
het zakendoen met Denemarken wegens de
daar (te recht of ten onrechte) gewekte
ontstemming in hooge mate bemoeilijken
en in bepaalde gevallen zelfs onmogelijk
maken.
Ook door de Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur is krachtig bij de Re
geering aangedrongen op het nemen van
de noodige maatregelen om in de handels
betrekkingen tusschen Denemarken en Ne
derland verbetering te brengen en om bij
volgende contingenteeringen angstvallig
rekening te houden met de eventueel daar
door bedreigde Nederlandsche exportbe
langen.
Niemand heeft zich uit beginsel tegen
het contmgenteeringswetje willen verzet
ten, omdat ook door principieele tegen
standers van dergelijke maatregelen er
kend werd, dat ze in sommige gevallen in
dezen abnormalen tijd een gewenschten
steun aan noodlijdende takken van land
bouw of nijverheid zouden kunnen geven.
Het is misschien een voordeel, dat de
eerste de beste contingenteeringsmaatre-
gel zulke funeste gevolgen heeft gehad
en bij handhaving in de toekomst r.og
hebben kan voor den Nederlandschen
export naar Denemarken, waarheen onze
bloembollenuitvoer van zooveel belang is.
Want deze eerste harde les kan de Re
geering niet ongestraft in den wind slaan.
Zij zal niet een tweede maal de belangen
van den Nederlandschen export kunnen
opofferen aan die van een andere groep
van belanghebbenden, hoe groot hun nood
ook zij en hoe hard zij ook schreeuwen,
maar moeten trachten deze laatsten op
andere wijze te helpen, zonder anderer
belangen te schaden.
Een langdurig tijdperk van
magere jaren te wachten.
Intusschen is ook deze maatregel een
blijk van het nog steeds heerschen der
meest abnormale denkbeelden op handels
politiek gebied. Ieder land doet zelf pre
cies datgene, wat het in andere landen
afkeurt, onder de leuze: „everybody is
doing it". Bezinning schijnt eerst dan te
verwachten, wanneer het internationaal
ruilverkeer zóó hopeloos is vastgeloopen,
dat het besef algemeen wordt, dat alleen
een algemeene opruiming van alle belem
meringen uitkomst zal kunnen brengen.
En zoover schijnen wij nog lang niet
te zijn.
Wy moeten dus rekening houden met de
zeer groote kans op een langdurig tydvak
van magere jaren. Terecht begint men al-
lerwege in te zien. dat een der eerste ver-
eischten om dezen toestand weerstand te
kunnen bieden bestaat in verlaging der
productiekosten, waartoe de loonen be-
hooren.
In de bloembollenstreek hebben de ar
beiders zich een aanzienlyke loonsverla
ging moeten getroosten. Het pleit voor
hun begrip van den algemeenen toestand,
dat deze voor hen hoogst onwelkome ver
mindering van inkomsten tot stand is
kunnen komen zonder schokken of bot
singen. Ik vertrouw dat de werkgevers in
het bloembollenbedrijf daarin aanleiding
zullen kunnen vinden om de gevolgen van
de crisis voor hun personeel, zooveel in
hun vermogen ligt, te verzachten.
Gelukkig hebben de bezwaren, die het
bloembollenbedrijf in zoo menig opzicht
ondervindt, nog geen afbreuk kunnen
doen aan de liefhebberij der vakmannen
om zich toe te leggen op het vervroegen
en om hun nieuwigheden in den besten
vorm aan het publiek te toonen.
De Kersttentoonstelling en de Mendel-
tulpenkeurmg konden dan ook beide op
een onbetwist succes bogen, ondanks den
ongunst der tijden.
Ook enkele afdeelingen bewegen zich
geregeld of een enkele maal op tentoon-
stellingsgebied. De welgeslaagde jaarlijk-
sche tentoonstelling der afdeeling Oegst-
geest ligt reeds weder achter ons. en
E NIEUWE RIJKSWEG OVER
SASSENHEIM.
Een project, dat in de toekomst niet zal
voldoen?
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
onteigening voor aanleg van het in Noord-
Holland gelegen gedeelte van den Rijks
weg Gan Amsterdam in de richting van
Sassenheim.
Betreurd werd vooreerst, dat, terwijl het
vraagstuk van de snelverbinding Amster
dam—'s Gravenhage reeds zooveel jaren
aan de orde is en in dezen reeds zooveel
partieele beslissingen van de kamer zijn
gevraagd, dit wetsontwerp wederom geen
definitief plan in het vooruitzicht stelt.
De hier aan het woord zijnde leden
achtten het niet gewenscht tot den aan
leg van een kostbaar weggedeelte te be
sluiten, terwyi terzelfder tyd nieuwe ver
keersverbindingen worden overwogen, in-,
dien de voorgestelde verbinding niet aan
de gestelde eischen mocht voldoen.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat door den voorgestelden aanleg van
wegen practisch beslist wordt over de ver
binding voor snelverkeer tusschen Amster
dam en Den Haag. Zij achtten deze ver
binding echter, daar zy goeddeels door
bebouwde kommen is geprojecteerd, te
eenenmale ongeschikt.
Andere leden waren niet overtuigd van
de noodzakelykheid van den voorgestelden
aanleg ter ontlasting van het verkeer op
den weg Haarlem-Sassenheim.
Met verwondering had men kennis ge
nomen van de beschouwing van den mi
nister om eventueel een nieuwen weg aan
te leggen door de duinstreek of langs de
spoorlyn Leiden's Gravenhage, indien
de thans bestaande weg van Oegstgeest
naar 's Gravenhage mocht bhjken. niet ge
schikt te zyn het verkeer te bedienen in
de richting Amsterdam en Haarlem.
De hier aan het woord zijnde leden
merkten op, dat hier eigenlijk stilzwijgend
wordt toegegeven, dat de nieuwe ver
keersweg AmsterdamDen Haag, zooals
die thans geprojecteerd is. vermoedelijk
niet aan de gestelde eischen zal voldoen.
De hier aan het woord zijr.de leden
achtten het daarom, met vele andere le
den, gewenscht, dat de Ryksweg A'dam
Sassenheim langs de Slotertocht getra
ceerde weg zou moeten loopen tot den
zuideiyken rigndük en dan, in plaats van
af te buigen naar Sassenheim, de richting
zou moeten volgen naar het Zuiden. Op
die wüze zou een weg tot stand komen
beoosten Leiden, welke Amsterdam met
's Gravenhage zou verbinden.
TANDHEELKUNDIGE EN TANDARTS.
Gelijkstelling in bevoegdheid voorgesteld.
Ingediend is een wetsontwerp, waarin
wordt bepaald dat zy, die bevoegd zijn
tot toepassing van de volledige tandpro
these, de bevoegdheid verkrijgen, welke
aan tandartsen is toegekend.
Biykens het eenig artikel van dit ont
werp treedt voor het bewijs van bevoegd
heid in de plaats het ten tweede male
i geviseerd bewys van vestiging of het di
ploma. afgegeven krachtens art. 2 van de
wet van 18 Mei 1929.
HET HERSTELLINGSOORD VAN DEN
BOND VAN NED. ONDERWIJZERS.
Tot wederopbouw besloten.
Naar wij vernemen heeft het hoofdbe
stuur van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers in zyn gisteren gehouden
vergadering met algemeene stemmen be
sloten tot onmiddellijken wederopbouw
van het door brand vernielde Herstel
lingsoord te Lunteren.
Als architect is aangewezen de heer
Grypsma te Oosterbeek.
Noordwük zal dit voorjaar voor de derde
maal een vollegrondstentoonstelling ope
nen. die stellig den goeden roep zal be
vestigen, dien de afdeeling op dit gebied
bezit.
Ofschoon het karakter der afdeelingen
in 't algemeen en haar taak in den loop
der jaren zich eenigszins hebben gewy-
zigd. bhjkt toch ook in onzen tijd nog
telkens, dat de atdeelingen de steunpila
ren onzer vereeniging zijn en dat van
haar groote kracht een goede invloed
kan uitgaan. Moge dit ook in de toekomst
zoo blijven!
DE CONTINGENTEERING
VAN VLEESCH.
VOORLOOPIG VERSLAG DER
TWEEDE KAMER.
Verschenen is het voorloopig verslag
der Tweede Kamer inzake de contingen-
teering van vleesch.
Tegen de wijze van behandeling van de
contingenteering van rundvleesch heb
ben verschillende Tweede Kamerleden be
denkingen geuit. Na de uitvaardiging van
het K.B. tot contingenteering van den
vleeschuitvoer toch moet, ingevolge arti
kel 3 van de Crisisinvoerwet. onverwijld
een voorstel van wet tot regeling van deze
aangelegenheid aan de Staten-Generaal
worden gedaan. Het contingenteeringsbe-
sluit is gedateerd 23 Januari 1932 en ge
wijzigd bij K. B. van 30 Januari 1932; het
wetsontwerp is ingediend op 1 Maart 1932.
De hier aan het woord zijnde leden nu
vroegen zich af. of hier nog van „onver
wijld" sprake kan zijn.
Verscheidene andere leden meenden,
dat deze zwarigheden moeten bezien wor
den in een eenigszins ander licht en dat
zy het gevolg waren van den korten ter
mijn in het K.B. voor de contingenteering
gesteld.
Hi. is de regeering in dit geval wegens
dien korten termyn niet te laken, aan
gezien het van voorzichtigheid van de
zyde der regeering getuigt, dat zij een
proef met de contingenteering met een
korten termijn is begonnen.
Ten aanzien van de wijze van voorbe
reiding bestond by verschillende leden
groote bezwaren. Men heeft den indruk,
dat alleen degenen, wier belangen bü de
contingenteering gebaat zijn, zyn gehoord
Verscheidene leden waren noch van de
wenschelijkheid, noch van de nuttigheid
van deze contingenteering overtuigd. Deze
leden gaven toe, dat de invoer van
Deensch vleesch wel is waar is toegeno
men en dat onze uitvoer is gedaald, doch
dit is zeer wel te verklaren.
Het is begrijpelijk, dat Denemarken een.
uitweg zoekt voor zijn uitvoer naar Ne
derland. Contingenteering beteekent in
dit geval dus voor Denemarken voor een
groot deel stilleggen van zyn export, een
maatregel, welke naar het oordeel dezer
leden in vele opzichten niet gewenscht is.
Daartegenover staat, dat de invoer van
Argentijnsch bevroren vleesch de laatste
jaren is afgenomen.
Men wees er ook op, dat de contingen
teering de vleeschprijzen niet heeft doen
stijgen.
Verscheidene leden vreesden voor de
gevolgen, welke deze contingenteering zal
hebben voor onzen export naar Dene
marken.
Andere leden daarentegen waren van
meening. dat de moeiiykheden, welke de
Nederlandsche export thans in Denemar
ken ondervindt, zeker niet uitsluitend op
rekening van deze contingenteering mo
gen worden geschoven.
Men wenschte aan de regeering de
vraag te stellen, welke voordeelen de con
tingenteering reeds heeft afgeworpen
voor de producenten en tevens, of van
meer verbruik van binnenlandsch vleesch
gebleken is. wanneer er minder buiten-
landsch vleesch wordt ingevoerd.
Andere leden verklaarden zich even
eens met het voorstel te kunnen vereeni
gen. al was het moeilijk zich nu reeds een
juist oordeel over de economische werking
van den voorgestelden maatregel te vor
men. Daarvoor dient de maatregel langer
te hebben gewerkt.
Enkele leden gingen nog verder en
achtten de contingenteering niet alleen
gewenscht, maar zij waren van oordeel,
dat een nog strengere toepassing van de
contingenteering noodzakelijk was. Naar
het oordeel van deze leden mist de voor
gestelde maatregel zijn doel, omdat hij
niet ver genoeg gaat.
Wat de mogelykheid betreft, dat Dene
marken eventueel tot tegenmaatregelen
zal overgaan of zelfs reeds is overgegaan,
merkten verscheidene leden op, dat Dene
marken geeneriei reden heeft om ont
stemd te zijn. Het overstroomt ons land
met zijn producten, zoodat eerder Neder
land reden tot ontstemming heeft.
Intusschen werd van meer zijden de
wenschelijkheid betoogd, dat de regee
ring nauwkeurige mededeelingen ver-
strekke omtrent de vraag, of in Denemar
ken inderdaad represaille-maatregelen te
onzen opzichte genomen of te verwach
ten zijn, en zoo ja, welke.
HET OPTREDEN VAN PROF. UDE
IN ONS LAND.
Zijn terugroeping door den bisschop
van Graz bevolen.
Naar wij vernemen heeft de Oosten
rijker. prof. Ude. die gelijk bekend
op het oogenblik een tournée maakt door
ons land, door bemiddeling van den Bis
schop van Utrecht een telegram ontvangen
van den Bisschop van Graz, waarin deze
het verder optreden van prof. Ude in Ne
derland verbiedt. Dit is het eerste schrif
telijke verbod, dat prof. Ude heeft ont
vangen. Hem is direct gelast Nederland te
verlaten. In het telegram wordt erop ge
wezen, dat de werkzaamheid van prof. Ude
niet gewenscht is in den zin van het Can-
nonieke recht art. 144.
Het betreffende telegram is aan orof.
Ude in de vergadering van de afdeeling
Hilversum van de R.-K. Volkspartij, waar
hij als spreker optrad, door den Deken
van Hilversum. Mgr. Van Hengel overhan
digd.
Voor den aanvang van de vergadering
liepen er reeds geruchten, dat prof. Ude
van de zyde der politie moeiiykheden bij
het spreken zou ondervinden. Voordat hij
de vergadenng verliet, zeide prof. Ude, dat
hij in het vervolg zijn denkbeelden betref
fende sociale vraagstukken zou kenbaar
maken in het weekblad der R.-K. Volks
partij „Onze Vaan".
JOODSCHE WINKELIERS EN DE
SLUITINGSWET.
Het Tweede Kamerlid, de heer I. H. J.
Vos, heeft aan den Minister van Arbejd,
Handel en Nyverheid de volgende vragen
gesteld
Is het juist, de de Minister bezwaar
heeft gemaakt tegen de bepalingen vpn
gemeentely ke winkelsluitingsverordenin
gen, die een van de Winkelsluitingswet af
wijkende regeling inhouden voor wat be
treft de sluiting van zaken, door joodsche
winkeliers gedreven?
Is de mededeeling. door den Minister ge
daan bij de behandeling van de wet in de
Tweede Kamer, dat een belangrijke con
glomeratie van joden in sommige steden
als een bijzondere omstandigheid zou kun
nen gelden in den zin van art. 9 der Wet,
richtsnoer geweest by de bepaling van het
standpunt terzake'
Wanneer dit niet het geval is geweest,
wil de minister dan nog eens, met het oog
op de sociale en godsdienstige belangen,
die met deze kwestie zijn verbonden, over
wegen. om zijn goedkeuring aan de be
doelde gemeentelijke bepalingen te ver
leenen?
o—
oe postvluchten.
Gistermiddag te 12.25 uur is het retour
vliegtuig „Uil" vlot op Schiphol geland. De
bemanning bestond uit de piloten Beek
man. Laak, den mécanicien Grosfeld en
den marconist Pronk.
Aan boord bevonden zich niet minder
dan drie passagiers.
UITBREIDING VAN BUURTVERKEER.
Met den as. zomerdienst der Nederland
sche Spoorwegen zal de Directie der Ned.
Spoorwegen het buurtverkeer over langere
afstanden belangrijk uitbreiden.
VEREENIGING TOT BEHOUD VAN
NATUURMONUMENTEN IN NEDERLAND.
Onder leiding van mr. P. G. van Tien
hoven werd in het Kol. Instituut te Am
sterdam de jaarvergadering gehouden van
de Vereeniging tot behoud van Natuur
monumenten in Nederland. Het jaarver
slag van dr. Jac. P. Thysse vermeldt o.m.,
dat het ledental bedraagt 12.549. Het be
drag aan jaarlijksche contributie bedraagt
1.56.980.
De aftredende bestuursleden werden
herkozen en aan het algempen bestuur
werden toegevoegd mr. R. H. de Vos van
Steenwijk, Commissaris der Koningin in
Drenthe en prof. dr. J. Jeswiet, hoogiee-
raar te Wageningen. Hierna hield prof. J.
Jeswiet een lezing over: „De wetenschap
pelijke beteekenis van natuurbescher
ming".
UIT NED. OOST-INDIE.
INTERNEERINGSKAMPEN.
BUITENZORG, 21 Maart (Aneta). De
overweging van het vraagstuk ter ver
plaatsing van de interneeringskampen in
Boven-Digoel leidde de regeering tot de
slotsom, dat van de oprichting van een
kamp elders behoort te worden afgezien.
Uit het Engelsch door A. TREUB.
23)
Een gedwongen glimlach, vertoonde zich
aan de hoeken van sir Peter's mond, ter-
vijl hij naar zijn sigarenkist keek.
Enid keek haar vader in spanning aan.
Zij wist, dat zijn eerstvolgende woorden
een machtige mogelükheid voor Spencer
zouden inhouden en zij wachtte in doode-
lijke angst op het gewone bevel om heen
te gaan.
Maar het kwam niet.
Sir Peter draaide zich in zijn stoel om,
keek fronsend naar de gesloten deur en
snauwde een bevel in vlug en vloeiend.
Chineesch. Er was een oogenblik van ge
spannen stilte; toen ging de deur lang
zaam open, en Lee Wang kwam de kamer
binnen. Zijn zwarte oogen wierpen een
vragenden blik op Spencer, en hij deed de
deur dicht met zijn hiel. Hij vouwde zijn
handen in zijn wijde mouwen en zyn ge
zicht werd zonder uitdrukking.
Kom hier, gele schurk, riep de baro
net, opstaande en naar een plek op het
haardkleed wijzend.
Lee Wang gehoorzaamde met groote
onderdanigheid.
Enld deinsde terug, toen hij haar na
derde, en trok zich naar een plek van be
trekkelijke veiligheid achter den Ches
terfield terug.
Wat beteekent dit? vroeg sir Peter,
niet een plotselingen slag op zijn polsen,
vaardoor het mes te voorschijn kwam.
Ik wou Spencer's nek afsnyden, zei
ni) kalm, met zijn donkere oogen vast op
den baronet gericht. Ik houd niet van
Spencer.
Sir Peter glimlachte grimmig.
Waarom?
Hy slaat Lee Wang altyd. De Chinees
weet niet waarom?
Spencer slaat je niet, tenzij je het
verdient, Lee Wang, zei sir Peter gestreng,
en Enid uitte even een kreet van verras
sing over deze zeldzame verdediging van
een dienaar, dien haar vader beweerde
meer dan alle andere bedienden te min
achten. Zij keek naar Spencer, die in zijn
plechtige houding bij de deur bleef staan
en zag daardoor niet den blik van ver
standhouding tusschen haar vader en zijn
knecht. Sir Peter wendde zich naar den
butler met vragend opgetrokken wenk
brauwen.
Hy noemde mij een dief, sir Peter,
zei Spencer.
Lee Wang werd opeens woordenrijk en
maakte driftige gebaren.
Hy neemt biscuit, die ik maak! Eén,
twee, drie
Biscuits? Loop naar den duivel met
je biscuits! viel sir Peter boos in! Hij
scheen zich vanavond in een atmosfeer
van biscuits te bewegen.
Hij keerde zich tot Spencer.
Ik laat geen diefstallen hier in huis
toe. Spencer, snauwde hij.
Ik ben geen dief, sir Peter, antwoord
de Spencer kalm.
Hè? Dat verbaast me! Misschien kan
je Lee Wang er van overtuigen.
Sir Peter liep in de richting van de deur
naar den salon.
Vecht het maar onder elkaar uit, be
val hij, zich op den drempel omkeerend.
En, Lee Wang. De Chinees boog eerbiedig
het hoofd, geen gevecht hier in de kamer.
Probeer liever het grasveld. Daar is meer
plaats.
Vader!
Enld liep vlug de kamer door naar hem
toe en greep met drilt zijn mouw vast.
Vader! Begrijpt U niet wat U zegt?
smeekte zij. U kan niet van Lee Wang ver
wachten dat hij begrijpt, dat U niet in
ernst spreekt.
Lee Wang begrijpt me uitstekend,
antwoordde hij koel, terwijl hij zich knor
rig losrukte.
Maar Spencer!
Denk je, dat ik tusschenbeide kom in
de vulgaire kibbelarijen van bedienden?
vroeg hy ruw. Laten ze het uitvechten,
buiten, waar zy hooren!
Hij draaide zich boos om en verliet de
kamer.
Enid's oogen flikkerden, haar lippen
klemden zich opeen, en zy sloeg de deur
met een slag dicht.
HOOFDSTUK XIII
Maak U niet bezorgd over mijn veilig-"
heid, miss Enid, zei Spencer, Lee Wang in
het oog houdend. Ik kan het wel klaar
spelen met Lee Wang.
Het meisje hijgde toen Lee Wang zijn
tanden liet zien, zonderling siste en den
rand van zijn mes veelbeteekenend over
zijn duim trok. Toen, denkend aan haar
positie in de huishouding en haar geloof
in een vastberaden blik. werd zij weer boos
over haar trillende knieën en ging lang
zaam naar hem toe.
Houd je fatsoen, Lee Wang! beval zij
scherp met zenuwachtige hooge stem.
Geef mij dat mes!
Spencer bracht hulde aan dien hoogen
moed door een onnoodige waarschuwing.
Pas op, miss Enid1
Ik ben niet bang voor hem, loog zij
dapper, met haar oogen in angst gericht
op het gezicht van den valsch grinniken
den Chinees. Geef mij dat mes. Lee Wang!
Lee Wang schudde plechtig het hoofd.
Neen miss, sir Peter zegt, ik moet
Spencer dooden buiten. Dat doe ik. Het
spijt me.
Hij vouwde zijn handen in zijn mouwen
en zijn gezicht werd een ondoorgrondelijk
Oostersch masker. Zyn afschuwelijke
woorden verhoogden den angst van het
meisje en haar vingers gingen onzeker
naar haar lippen. Spencer kwam eerbiedig
nader en stelde zijn athletische gestalte
tusschen hen met een gemompel van ver
ontschuldiging.
Laat mij het met hem afdoen, miss
Enid, vroeg hij. Ik ben er aan gewend.
Enid ging gehoorzaam achteruit en
Spencer nam een verdedigende houding
aan. zyn handen open met de palmen
naar boven, een weinig hooger dan zijn
middel, zijn lichaam licht gebogen de
houding van een geoefend worstelaar.
Ondanks Lee Wang's vreeselijke bedrei
gingen en sir Peter's voorgewende onver
schilligheid omtrent den afloop, geloofde
Spencer geen oogenblik. dat de Chinees
zyn onmiddellijke vernietiging op het oog
had, evenmin dat sir Peter daar onver
schillig voor zou zyn. Hij had inderdaad
alle redenen om te gelooven, dat Lee Wang
wenschte, dat hy in leven zou blijven, doch
misschien niet zoo krachtig en gezond als
hij thans was, en hij redeneerde, dat, als
sir Peter hem werkelijk kwijt wilde zijn,
hij hem slechts behoefde te ontslaan. Mis
schien was de bedoeling, hem zoo bang te
maken, dat hij vrijwillig heen ging, maal
ais dit zoo was, dan zouden hun verwach
tingen teleurgesteld worden. Geen Chi
nees zou hem bang maken. Daarenboven
zou het eenvoudig zijn de politie te roepen
als Lee Wang werkelyk gevaarlijk werd,
maar tot dusver wilde hij liever den Chi
nees op zijn eigen manier behandelen. De
politie zou gauw genoeg in het huis zyn,
als zijn vermoedens juist bleken te zijn.
Maar toch zag hij een ernstiger gevaar
dan gewoonlijk in den haat. die schitterde
in de smalle oogen van den Chinees en
het heimelijk te voorschyn halen van het
mes uit de gebloemde mouw. Misschien
was Lee Wang's jaloesie van Nina ditmaal
sterker geweest dan zjjn voorzichtigheid,
of misschien geloofde hij in ernst, dat
Spencer de dief van zijn biscuits was en
daarom in aanmerking kwam voor de
straf, die hem van zijn wijsvingers zou be-
rooven, volgens de zede van Hoang-Pi.
Naar buiten! beval Lee Wang, zijn
hoofd schuddend in de richting van het
open raam en boosaardig grinnikend.
Spencer gehoorzaamde zonder verzet en
bewoog zich voorzichtig achterwaarts naar
het raam, terwijl de Chinees stap voor stap
volgde. Hij maakte plotseling een schijn
beweging naar rechts en Lee Wang schoot
op hem af met het scherpe sissen van een
booze kat, het mes stijf tegen zijn rechter-
zyde gedrukt en zijn linkerhand even
vooruit gestoken met vingers als gekromde
klauwen.
Enkele oogenblikken stonden zij adem
loos elkander in de oogen te zien, toen
lachte Spencer even, richtte zich onver
schillig weer op en keerde zich half naar
het raam.
Het is niet goed bij deze gelegenheid
zoo te sissen, Lee Wang, zei hij luchtig.
Enid geruststellend aankijkend, die op de
tafel leunde met doodsbleek gelaat en
zenuwachtig starende oogen. Dat beneemt
den adem.
Ondanks al de geroemde slimheid van
den Mongool, kon Lee Wang spitsvondig
heid niet begrijpen. Zijn oogen flikkerden
onzeker, en zyn aandacht dwaalde even af
van Spencer's rechterhand die bliksem
snel uitschoot en het middenrif van den
Chinees hevig raakte Lee Wang kreunde
pijnlijk sloeg dubbel als een kniomes en
bonsde op den grond neer. Het mes viel
onschadelyk uit zijn hand; hij sloeg op
zyn borst en hijgde pyniijk naar adem.
.(Wordt vervolgd), j