PASTILLES DROSTE
735te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 17 Maart 1932
Derde Blad
No. 22084
PARLEMENTAIR OVERZICHT
INRF7nNnFN.
R. S. STOKVIS'
NEDERLANDSCHE
KROON RIJWIELEN
SPREEKCEL.
FAILLISSEMENTEN.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Inbreker
EERSTE KAMER.
WEGENFONDS.
De Senaat heeft gisteren de Begrooting
ran het Wegenfonds behandeld en daarbij
fljn natuurlijk weer allerlei wenschen en
rerlangers geuit.
Zoo voerde de heer Westerdijk een plei
dooi voor verbetering en aanleg van de
tertiaire wegen: wees de heer Molt-
nfaker op het voordeel en het belang van
tlinkerbestrating boven andere; besprak
de heer Van Citters het eeuwige onderwerp
der onbewaakte overwegen; wees de heel
de Savornin Lohman op de noodzakelijk
heid der overbrugging van het Hollandsch
Diep. en werden nog eenige plaatselijke
onderwerpen „aangesneden", zooals men
dat tegenwoordig noemt.
Minister Reymer heeft geantwoord dat
orer het algemeen de tertiaire wegen nog
met aan de beurt zijn, want de andere
moeten voorgaan. Wèl voelde de Minister
reel voor de argumenten ten voordeele
tan de klinkerbestrating en hij deelde dan
ook mede, dat hij destijds een groot con
tract sloot (levering van 25 mlllioen klin
kers per jaar), maar hij wil den prijs er
ïoor nog wat naar beneden hebben, alvo
rens de zaak ook voor de toekomst tot
stand komt. Wat de nieuwe verbinding
met het Zuiden betreft, bleef de Minister
Toorloopig de voorkeur geven aan een
brug bij den Moerdijk.
Dit waren de voornaamste punten uit
het debat. De Wegen-begrooting werd
aangenomen, evenals die van de Staats
mijnen.
BEGROOTING
VAN ONDERWIJS.
Bij de Onderwijs-begrooting, die daarna
I aan de orde kwam, heeft de heer Nivard
en na hem de heer de Veer, gewezen op
het groote belang van het Nijverheids
onderwijs en de heer Ossendorp de nood-
rakelijkheid betoogd, dat in 1936 overal
het vak lichamelijke oefening zal zijn in
gevoerd.
De heer Lohman meende, dat op onze
hoogescholen wat meer wijsgeerige scho
ling van algemeenen aard moest worden
bijgebracht en de heer Steger betoogde,
dat de resultaten van ons onderwijs in
het algemeen hier en daar verbeterd
kunnen worden.
Minister Terpstra heeft in zijn ant
woord medegedeeld, dgt hi. al zijn best
doet om te bevorderen, dat op 1 Januari
1936 inderdaad op alle lagere scholen de
lichamelijke opvoeding als vak zal zijn
ingevoerd. Aan zijn departement wordt
toorts hard gewerkt aan de voorbereiding
*an de herziening der wet op het mid
delbaar en gymnasiaal onderwijs. De
M'nister bleek over het algemeen over de
resultaten van het lager onderwijs nogal
tevreden. Daarentegen gaf hij toe, dat
meer wijsgeerige scholing aan de univer
siteiten gewenscht kan zijn, doch tot ver
plichte bijwoning van zulke colleges zou
hij liever niet willen komen. En aan het
oiiverheids-onderwijs wordt zorg besteed.
Na dit weinig-belangrijke debat werd
de begrootine aangenomen en de vergade--
ing verdaagd.
TWEEDE KAMER.
DEPARTEMENTALE INDEELING.
Bij den aanvang der vergadering werd
het wetsontwerp tot wijziging in de indee-
!mg der Departementen van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw en van Arbeid.
Handel en Nijverheid met 60 tegen 18
stemmen aangenomen.
Te voren had de heer Snoeck Henke-
mans verklaard, dat verschillende Chris-
i telijk-Historischen tegen het ontwerp zou
den stemmen, omdat nog niet vast stond
dat er een directeur-generaal van Land
bouw zou worden benoemd.
INDISCHE BEGROOTING.
Hierna werd voortgegaan met de be
handeling der afdeeling Binnenlandsch
Bestuur van de Indische Begrooting. waar
bij tevens aan de orde kwam de reorgani
satie van den bestuursdienst in de Buiten
gewesten.
De heer Cramer, zijn den vorigen dag
afgebroken rede voortzettend, heeft hier
bij de reorganisatie-plannen breedvoerig
besproken en als zijn indruk te kennen
gegeven, dat zij niet alleen op een ver
keerd tijdstip komen, maar bovendien
meer een administratief dan een staat
kundig hervormend karakter dragen. Hij
zeide een voorstander te zijn van bestuurs-
hervorming in de Buitengewesten, maar
op dit oogenblik moesten meende hij
andere zaken voorgaan.
Ook de heer Joekes heeft in een zeer
uitvoerig betoog allerlei bezwaren tegen
de nieuwe plannen ontwikkeld en betoogd,
dat zij niet in overeenstemming zijn met
de hoofdgedachte, welke bij de groote be-
stuurshervorming in 1921 heeft voorge
zeten.
Over deze bestuurs-hervorming in de
buitengewesten hebben vooral nog de
heeren Feber, Moller, Knottenbelt en
Beumer het woord gevoerd. Van groote
instemming was over het algemeen niet
veel te bemerken, al verklaarden enkele
heeren steun aan het ontwerp niet te
zullen onthouden.
DE PORTEFEUIILE-KWESTIE
GESTELD.
Minister De Graaff.
En daarna heeft Minister de Graaff de
voorgestelde plannen verdedigd. De hoofd
bedoeling er van is: het centraal bestuur
in Indië te ontlasten, en daarbij aan de
bevolking meer zeggenschap te geven, en
deze beginselen zullen nader worden uit
gewerkt, zoodra de financieele toestand
verbeterd is. De landvoogd behoudt de be
voegdheid. aan hoogere ambtenaren be
paalde opdrachten te geven. Tegen de op
richting van groeps-gemeenschappen be
staan bepaalde bezwaren en de provinciale
huishoudingen, die werden voorgesteld,
zullen voorloopig zeer beperkt zijn. Het
scheppen van zelfstandig bestuur voor
verschillende gebieddeelen blijft het doel
en van de vroeger vastgestelde beginselen
zal niet worden afgeweken.
De Minister verzekerde herhaaldelijk,
dat met de uitvoering niet verder zal wor
den gegaan, alvorens de financieele toe
stand dit mogelijk zou maken. Wat thans
geschiedt is alleen het vaststellen van
plannen en richtlijnen en beoogt zoowel
een staatkundige als een ambtelijke her
vorming.
Hierop is de Minister nog nader op de
onderdeden van het wetsontwerp inge
gaan, waarop in tweeden termijn nog
eenig debat is gevolgd. De behandeling
werd echter niet ten einde gebracht door
een verklaring van den minister dat hij
bij verwerping de verantwoordelijkheid
voor zijn departement niet zal kumien
handhaven. De voorzitter schorste toen de
besprekingen.
Uit de mededeelingen van den Minister
is tevens gebleken dat zelfs bij aanneming
van het ontwerp de uitvoering er van zal
moeten wachten, tot de financieele crisis
voorbij is.
HAGENAAR.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
DE VENT-VERGUNNING.
Mijnheer de Redacteur.
De Markt-koopliedenbond „Leidens Be
lang" alhier, zou u beleefd eenige plaats
ruimte willen verzoeken, voor onderstaande
als gevolg van het ingezonden stuk van
uw abonnee H. K.. in uw blad van Zater
dag j.l.
H. K. verbaast zich, dater bij een over
treding boete of hechtenis opgelegd wordt;
waarom is dat zoo vreemd? ons inziens
niet, wel is het vreemd (en daar verbazen
wij ons over), dat H. K (denkelijk zelf
geen koopman, anders zou hij zulks niet
willen, wat hij aan het Gemeentebestuur
vraagt) aan de vroede vaderen in Leiden
een aansporing wil geven, om ventvergun
ningen in te voeren tegen betaling van
f. 1 per dag en f. 5 per week.
Daar zit iets anders achter H. K.; uw
medelijden met de Gemeentekas. Burgerlijk
Armbestuur de Leidsche groenten-hande
laren en winkeliers (uitgezonderd de Visch
winkels?) is maar een doekje voor het
bloeden; eerder zoeken wij er brood-nijd
achter, en dan moet u koooman zijn!
Is u werkelijk koopman dan zouden wij
u willen vragen, wat helDt het u. wanneer
de kooDlieden. onverschillig met welk ar
tikel hier een gulden per dag moeten be
talen? Verlicht dat iets voor u, denkt u.
b.v. dat een haringkoopman uit Katwijk
weg zal blijven wanneer hij hier een ver
gunning moet koopen voor f. 1 en is dat
dan de weg dien wij uit moeten? Neen
immers, doch aangenomen dat die man
weg blijft, dan krijgt een haringkoopman
hier ter stede, (die zijn haring van een
ander plaats betrekt) het monopolie, en
dat is toch ook niet goed.
Neen H. K„ de weg dien wij gaan moe
ten is deze; bent u koopman, wordt dan
lid van bovengenoemden bond; deze bond
tracht op die plaatsen waar voor een vent
vergunning betaald moet worden, gedaan
te krijgen, dat deze vergunningen aan
bona-fide kooplui verstrekt worden zonder
kosten; dat brengt verlichting, uw sy
steem niet!
M. de Redacteur wij twijfelen niet, of
de Leidsche vroede vaderên zullen een be
tere kijk op de gemeente-belangen hebben,
dan H. K„ en verwachten van H K.. dat
zoo hij koopman is. hij lid zal worden van
onzen bond orii gezamenlijk te trachten, de
omliggende plaatsen vrij te maken van
betalende vent-vergunningen.
Met beleefden dank voor plaatsing.
Hoogachtend.
JOH. v. d. NIEUWENDIJK, voorzitter.
J. v. d. BOS, secr.. Sieboldtstraat 46
VOOR DE VEILIGHEID.
Geachte Redactie,
Gaarne zag ik onderstaand bericht op
genomen onder ingezonden mededee'ingen:
Eiken dag passeer ik even over 12 uur
den Stationsweg richting Oegst'?e st en ben
dan zeer dikwijls toeschouwer van aan
rijdingen op 't punt Rijnsb.singel-Stations-
weg. Het is daar een ware chaos. Dit
wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de
vele meisjes welke werkzaam zijn aan het
Acad. Ziekenhuis en d.e ter hoogte van
huize „Zarse" hun linkerhand uitsteken en
onverschillig wat er ook van de stad naar
buiten aankomt maar steeds doorrijden. Is
er dan een aanrijding dan zijn deze meis
jes hoogst beleedigd en wordt er een
taaltje uitgebrald die ik hier maar niet
zal herhalen. Genoemde meisjes kennen in.i.
de verkeersregelen niet, anders zouden zij
toch weten dat't verkeer van den hoofdweg
voorgaat. Het is hoog noodig dat daar eens
RECLAME.
5875
Orurttrtrxi&n. SmaaAea "y!jusa£iiail:
ALTUD WEIKOMI
politietoezicht is en er eens strenger wordt
opgetreden tegen overtreders, of moet hier
eerst het spreekwoord te pas komen
(wanneer het kalf verdronken is dempt
men de put).
Wat van vele fietsers ook een onhebbe
lijkheid is, is het blijven rijden van 2
of 3 naast elkaar op rijwielpaden bijv.
Rijnsb.weg maar vooral bij het uitgaan van
de H.B.S. op den Hooge Rijndijk. Werkelijk
de politie ziet, wat het verkeer betreft,
vaak nog te veel door de vingers en zouden
wat meer procesverbalen w.s. meer helpen.
Het is in belang van de menschen zelf.
Hartelijk dank voor de verleende plaats
ruimte
Hoogachtend,
A. G.
N. B. A. S. UND KEIN ENDE
Geachte Redaktie,
Het is een waagstuk, dat ik ga onderne
men. wanneer ik U dit stukje kopie in
zend. Immérs. men heeft mij verzekerd,
dat de polemiek over de N. B. A. S.-kwestie
reeds gesloten is, en dat U al één uitzon
dering gemaakt hebt. Echter, ten eerste
omdat nu eenmaal de uitzondering de re
gel bevestigt, en dus een noodzakelik on
derdeel van die regel is, en ten twede, om
dat m het stukje van dr Schalkwijk, dat
geplaatst werd in Uw blad van Zaterdag
j.l. enkele onjuistheden voorkomen, heb ik
de moed, nog éénmaal Uw gastvrijheid in
te roepen ,nu hopelik voor de aller, aller
laatste keer!!
Dr. Schalkwijk dan haalt een drietal
fragmenten aan uit een artiekel. dat door
ondergetekende geschreven is in het Week
blad voor Gymnasiaal en Middelbaar On
derwijs, welk artiekel de kwalifikatie „ver
standig" mocht verwerven, een kwalifika
tie, waarvoor ik niet kan nalaten, mijn
warme dank uit te spreken. Vreugdevol is
het, te konstateren, dat de jeugd nog niet
geheel van verstand gespeend veronder
steld wordt.
Het drietal fragmenten is het volgende:
Er wordt betoogd (in mijn artiekel, R.H.)
dat:
1) het gewraakte blaadje een kijk tracht
te geven, die zeer zeker eenzijdig te noe
men is;
2) de verspreiding van het geschriftje
stop gezet is;
3) het hier nergens en nooit gaat tegen
personen of scholen, maar alleen en uit
sluitend gericht is tegen de algehele men
taliteit. die voor het grootste deel zetelt
onder de leerlingen zelf.
Nu moet het me van het hart, dat deze
drie fragmenten op waarlik knappe wijze
uit hun verband zijn gerukt; toch wil ik
pogen, ze weer in dit verband te zetten,
zedat. dan zal blijken, welk een tenden
tieuze manier van aanhalen dr. Schalkwijk
toepaste.
Er staat in mijn bewuste artiekel:
een kijk tracht te geven, die zeer zeker
eenzijdig te noemen is. Het is dan ook
daarom, dat het tegenwoordige Hoofdbe
stuur van N. B. A S. besloten heeft, de
verspreiding van dit geschriftje stop te
zetten, om te voorkomen, dat nog meer
misverstand zal worden gewekt.
Dit wil dus zeggen: We hebben hier
maar één zijde van het schoolleven naar
voren gebracht, die we niet terugnemen,
vast en zeker niet; wat er in het. nu zo
langzamerhand berucht geworden ge
schriftje van Sierk Riemens staat, kun
nen ook wij. als Hoofdbestuur van N. B.
A. S., volkomen verantwoorden. Maar er is
nog een andere kant ook aan het school
leven, en die hebben we niet genoeg tot
uiting laten komen; dit is dus de eenzij
digheid. En, om nu elk misverstand hier
omtrent op te heffen, hebben we de uit
gave verder stopgezet. Zo zit de vork in de
steel, en iedere andere voorstellingswijze
geeft niet juist onze bedoelingen weer.
Wat er staat sub 3 is een zinsfragment,
dat helemaal uit een ander deel van het
artiekel, waar het n.b. niet ging over het
geschriftje van Riemens, maar over de
enquête, door enkele jeugdbonden gehou
den onder middelbare scholieren, gerequi-
reerd werd. om een waarheid te verkon
digen, die in de kolommen van dit blad
al enige keren van N. B. A. S.-zijde gede
biteerd werd. Er is nu eenmaal niets
nieuws onder de zon
Namens het N. B. A. S. Hoofdbestuur,
RU HOLTHUIS.
Overveen, Maart '32.
HUURVERLAGING EISCH.
Mijnheer de redacteur,
Vergun mii eenige plaatsruimte voor het
volgende
Naar aanleiding van het verslag van den
Verhuurdersbond voorkomende In het Leid
sche Dagblad van Zaterdagavond j.l.
In genoemd verslag wordt verm°ld, dat
een lid is geroyeerd wegens ongemotiveerde
huurverhooging in afwijking van het ad
vies van genoemden bond.
Bij mii is de vraag opgekomen of het
niet beter ware geweest, dat genoemd lid
met name voluit ware genoemd, daar het
toch schandelijk is in deze tijden, nu alles
om bezuiniging schreeuwt de huren te
verhoogen; juist in een tijd nu de huren
omlaag moeten en kunnen gaan; nu ook de
bouwmaterialen zeer veel in prijs zijn ge
daald en wij zeker een prijsdaling in de
huizen hier ter stede (elders is dit reeds)
kunnen verwachten.
Zelfs ons gemeentebestuur is bang voor
prijs of buurdaling der huizen; anders
had het zeker eenige weken geleden geen
verordening laten goedkeuren (waarbij ver
moedelijk de geheele Gemeenteraad heeft
zitten slapen) om bij de in exploitatie-
brenging van bouwterrein f. 1.50 in 'n fonds
te doen storten: waardoor de bouwgrond
te dezer stede weer duurder wordt en
er vermoedelijk concurrentie kan komen
tegen de bestaande woningbouwver eHn-
gen waarvan zeer zeker de huurprijzen
veel te hoog zijn opgedreven.
Vooral d.e kleine arbeiders en midden
standswoningen hadden m i. van deze ver
ordening vrijgesteld moeten worden.
Waarom hebben de woningbouwvereni
gingen tegen deze verordening niet tijdig
geageerd?
Jerwiil in volksvertegenwoordiging en
Gemeenteraden drastische maatregelen wor
den goedgekeurd inzake verlaging van
salarissen en loonen, moet men daartegen
over door huurverlaging althans trachten
eenige compensatie te geven.
De overheid moest in deze het voor
beeld geven, en geen tegenmaatregelen
nemen.
Dat is tenminste mijn standpunt.
Hoogachtend,
J. J. DE CLER.
RECLAME.
Waarom zoudt U met
een onbekend merk
genoegen nemen, nu U
overal voor f 53.50 een
echte Nederlandsche
Kroon fiets koopen kunt?
5880
RADIOKLACHT.
De bewoners der Lijsterstraat ondervin
den den laatsten tijd ontzettende radio
storing, die waarschijnlijk veroorzaakt
wordt door een electro motor of een of
ander electrisch apparaat. Het begint zoo
ongeveer 's avonds 9 uur, dan na 20 min.
onderbreking 10 u. weer, zoodat ontvangst
onmogelijk is. Misschien wil de schuldige,
als hij dit leest, maatregelen nemen deze
overlast te doen verdwijnen.
Uitgesproken: A. F. van Kerkhof f, koop
man, Lisse, Heerenw. bij de 3e Poellaan.
R.-c. mr. S. J. Pit, cur. mr. J. v. Gelderen.
Conr. Roozen, bloembollenkweeker, Hille-
gom, Leidschestraat. R.-o. als voren, cur.
mej. mr, H. J. Deenik.
Uit het Engelsch door A. TREUB.
20)
De vreemde verhouding, die tusschen sir
Beter en zijn dochter bestond, en Eric zeer
kerkelijke onrust over zijn eigen vader,
wiens financieele daden wat onrustbarend
Seworden waren, was geëindigd in een sa
menzwering tusschen de twee jongelieden,
me tot doel had hun weerspannige vaders
tt het oog te houden en dat zulk een om-
wering in den natuurlijken staat van za
ten eenigszins vreemd was, kwam bij geen
J*an beiden op. Evenmin kwam het bij
«en op over de mogelijke gevolgen te den
ten, indien de oudere heeren ooit de
Soed bedoelde samenzwering zouden ont
dekken of over de sociale beletselen, die
bun eigen vertrouwelijkheid zouden kun
nen verbieden.
Heb je quaestie met hem gehad,
kindje? vroeg Eric zacht.
Oh, Eric al haar opgekropte aan
doening klonk in de stem van het meisje
5°® zij beide handen op zijn arm legde
w is in deze week iets met hem gebeurd,
ik hoopte, dat hij tevreden zou zijn met
geld, dat hij reeds verdiend heeft, dat.
nij zich uit deze ellendige zaken zou te
rugtrekken en tevreden zou zijn met altijd
m ml groene land te wonen. Ik had kun-
nen zweren dat zijn dwaze eerzucht om
Jtti roem der Braces te herstellen, einde-
Uk verdwenen was, maar nu
l Is mijn geëerde vader er tusschen ge-
wmen en heeft die weer opgewekt, ein-
ti ETic met kalme overtuiging. Sir Pe-
tt rujht veel geld voor de boeg, en ik ben
n Plan hem te vragen wat voor zaken j
hij met Vader heeft. Ik heb recht dat te
weten en ik zal het weten.
Daar ligt de zaak, antwoordde Enid
hartstochtelijk, terwijl zij rechtop ging
zitten en naar de enveloppe op de tafel
wees Dat is wat sir Peter noemt: de laat
ste steen van het herstelde Huis Brace.
Oh, ik haat het Huis Brace!
Eric drukte haar troostend tegen zich
aan en stond toen langzaam op. Hij liep
naar de tafel en keek neer op de enve
loppe, maar maakte geen beweging om die
aan te raken.
Kijk het in? vroeg Enid bitter, haar
oogen met haar zakdoek bettend.
De wet der gastvrijheid wordt in dit
huis te dikwijls met den voet vertreden,
dan dat wij ons zouden bekommeren over
zulk een kleinen inbreuk er op.
Eric nam de enveloppe aarzelend op en
woog ze even weifelend in zijn hand. Toen
opende nij ze met een vastberaden bewe
ging en haalde den inhoud er uit. Hij keek
die snel door. en wist dadelijk dat het
geen deel uitmaakte van de activa van
Aimsbury en Zoon. Hij fronste nadenkend
het voorhoofd.
Het is zeker, kindje, zei hij langzaam,
dat de intrigue ingewikkelder wordt. Deze
stukken zijn.
De mijne!
Enid uitte een angstigen gil en Eric ver
schrikte hevig, toen sir Peter die twee
woorden uitstiet.
De baronet liep snel van het raam,
greep het pak uit Eric's hand, die geen
weerstand bood en keek den jongen man
woedend aan.
Ze zijn van mij! zei hij woest en hij
zwaaide het pak voor de oogen van den
ander heen en weer met een hand, die
merkbaar beefde., Van mij! Ga door met
je hofmakerij en bemoei je niet met de
zaken! En hij wendde zich naar de fijn
bewerkte muurbrandkast boven de schrijf
tafel.
Hij regelde de combinatie en sloeg de
zware deur open, waarbij hij moeilijk
hijgde tengevolge van zijn haastigen
terugkeer naar het huis. Hij was boos op
zich zelf, dat hij zulk een gedachtelooze
was geweest om die stukken zelfs maar
een oogenblik onbeschermd te laten lig
gen.
Het was mijn eigen schuld geweest
als ik ze verloren had. mompelde hij, de
papieren zorgvuldig natellend. Als ik een
oogenblik later was gekomen, zou dat
zeker het geval zijn geweest, voegde hij
er sarcastisch bij.
Enid sprong op.
Vader! riep zij toornig.
Nu?
Sir Peter keerde zich om en keek haar
met zulk een uitdrukking van dierlijke
wreedheid aan, dat Eric instinctmatig
tusschen hen ging staan.
Het komt er niet op aan, Enid, stelde
Eric haar snel gerust; toen zich tot sir
Peter wendend, vroeg hij:
Mag ik vragen, mijnheer, of mijn
vader zijn aandeel in die obligaties ver
kocht heeft?
En wie zegt je, dat het obligaties
waren?
Zooals U zag, heb ik ze gezien.
Sir Peter kreeg zijn zelfbeheersching
terug met een inspanning, die hem bleeker
dan gewoonlijk maakte.
Het zou dwaas zijn iets anders van
den zoon van een biscuitfabrikant te ver
wachten, smaalde hij, terwijl hij zich om
draaide.
Ieder ander had ze kunnen stelen,
zei Enid opgewonden, haar vader uitda
gend aanziende.
Toch zeker niet in de tegenwoordig
heid van mijn dochter? vroeg sir Peter
spottend over zijn schouder heen.
Hij legde de enveloppe met eerbiedige
zorg in een actedoos, na zich ten volle
overtuigd te hebben dat de inhoud intact
was. en zette de doos zorgvuldig afgezon
derd van den anderen inhoud der brand
kast. Toen sloot hij de deur er van en
schoof het bewerkte paneel, dat ze verborg,
op zijn plaats.
Maar Eric liet zich niet zoo gemakkelijk
het zwijgen opleggen.
Als U mij verontschuldigen wilt, mijn
heer, begon hij krachtig.
Niets is verder uit mijn gedachten,
viel sir Peter in, terwijl hij naar de bridge
tafel liep, die bij het open raam stond. Hij
keerde zich om toen hij die bereikt had.
Als je plan mocht hebben bij het hek
te blijven staan als je afscheid neemt, ging
hij met een gedwongen lachje voort, denk
er dan aan, dat het pas geverfd is. En hij
ging weer in het duister.
Hij bleef staan, toen hij van de waranda
naar het grasveld ging en luisterde
scherp. Hij fronste even. toen hij Enid's
tranenrijke verontschuldigingen tegen
Eric hoorde, en onderzocht toen wat hij in
zijn hand hield, en dat, zelfs meer dan de
veiligheid der obligaties, hem zoo juist
op tijd naar de studeerkamer had terug
gezonden.
Het was een pak kaarten.
Overtuigd, dat het jonge paar in de stu
deerkamer niet opgemerkt had, dat hij ze
heimelijk had weggenomen, spreidde hij
de kaarten behendig in zijn handen uit
en zocht er bij het flauwe maanlicht met
zorg één kaart uit. Toen stak hij het pak
in zijn jaszak en liep zacht den hoek van
het huis om.
Gedreven door een oprechte liefde voor
de natuur en een even oprechten afkeer
van Nina's aanhaligheid, leunde Spencer
tegen een zuil van de portiek aan de
voorzijde van het huis en genoot plechtig
van één der uitstekende sigaren van sir
Peter. Hij ,rok zich vlug in de schaduw
van den ingang terug, sloeg zijn lapellen
over zijn wit overhemd verborg de gloeien
de sigaar achter zich en keek met aan
dacht toen sir Peter langs het huis kwam,
voorzichtig over den rand van het gras
veld liep en naar het hek ging, waar hij
eenige oogenblikken over heen leunde.
Spencaire fluisterde een zachte,
smeekende stem aan zijn elleboog, juist
toen sir Peter scherp floot en een naar
huis keerende taxi opeens stil stond.
St! siste Spencer woedend.
HOOFDSTUK XI.
Het spijt me zoo, Eric, zei Enid, met
een prop in haar keel, toen de voetstap
pen van sir Peter niet meer op de waranda
gehoord werden.
Tob er maar niet over, meisje, ant
woordde Eric vroolijk, naar haai- toegaan
de en haar kin zachtjes opheffend. Mijn
ruggegraat is nogal stevig.
Oh, maar Erichijhij is als
een beest!
Dat is een brullende leeuw ook. lie
veling, zeer beestig zelfs. Maar, hij is toch
een leeuw.
Ik ga twijfelen aan de leeuwachtige
hoedanigheden van mijn vader, Eric, ant
woordde Enid met een droevig hoofdschud
den. Vanavond lijkt hij meer op iets.
iets dat steekt.
Kleintje, wat steekt, brult niet. Ik
herinner mij tenminste niet ooit een wesp
te hebben hooren brullen. Dingen, die ste
ken, kunnen in den regel verpletterd wor
den, maar iets, dat brult, kan men niet
verpletteren. En sir Peter brult bepaald.
Maar wat brult, kan gestoken worden
Wees als het je belieft ernstig Eric.
Lieveling, ik ben ernstig en logisch,
zei hij plechtig, toen hij naast haar ging
zitten en zijn arm troostend om haar heen
sloeg.
(Wordt vervolgd).