PASTILLES DROSTE 735te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 17 Maart 1932 Derde Blad No. 22084 PARLEMENTAIR OVERZICHT INRF7nNnFN. R. S. STOKVIS' NEDERLANDSCHE KROON RIJWIELEN SPREEKCEL. FAILLISSEMENTEN. FEUILLETON. De Geheimzinnige Inbreker EERSTE KAMER. WEGENFONDS. De Senaat heeft gisteren de Begrooting ran het Wegenfonds behandeld en daarbij fljn natuurlijk weer allerlei wenschen en rerlangers geuit. Zoo voerde de heer Westerdijk een plei dooi voor verbetering en aanleg van de tertiaire wegen: wees de heer Molt- nfaker op het voordeel en het belang van tlinkerbestrating boven andere; besprak de heer Van Citters het eeuwige onderwerp der onbewaakte overwegen; wees de heel de Savornin Lohman op de noodzakelijk heid der overbrugging van het Hollandsch Diep. en werden nog eenige plaatselijke onderwerpen „aangesneden", zooals men dat tegenwoordig noemt. Minister Reymer heeft geantwoord dat orer het algemeen de tertiaire wegen nog met aan de beurt zijn, want de andere moeten voorgaan. Wèl voelde de Minister reel voor de argumenten ten voordeele tan de klinkerbestrating en hij deelde dan ook mede, dat hij destijds een groot con tract sloot (levering van 25 mlllioen klin kers per jaar), maar hij wil den prijs er ïoor nog wat naar beneden hebben, alvo rens de zaak ook voor de toekomst tot stand komt. Wat de nieuwe verbinding met het Zuiden betreft, bleef de Minister Toorloopig de voorkeur geven aan een brug bij den Moerdijk. Dit waren de voornaamste punten uit het debat. De Wegen-begrooting werd aangenomen, evenals die van de Staats mijnen. BEGROOTING VAN ONDERWIJS. Bij de Onderwijs-begrooting, die daarna I aan de orde kwam, heeft de heer Nivard en na hem de heer de Veer, gewezen op het groote belang van het Nijverheids onderwijs en de heer Ossendorp de nood- rakelijkheid betoogd, dat in 1936 overal het vak lichamelijke oefening zal zijn in gevoerd. De heer Lohman meende, dat op onze hoogescholen wat meer wijsgeerige scho ling van algemeenen aard moest worden bijgebracht en de heer Steger betoogde, dat de resultaten van ons onderwijs in het algemeen hier en daar verbeterd kunnen worden. Minister Terpstra heeft in zijn ant woord medegedeeld, dgt hi. al zijn best doet om te bevorderen, dat op 1 Januari 1936 inderdaad op alle lagere scholen de lichamelijke opvoeding als vak zal zijn ingevoerd. Aan zijn departement wordt toorts hard gewerkt aan de voorbereiding *an de herziening der wet op het mid delbaar en gymnasiaal onderwijs. De M'nister bleek over het algemeen over de resultaten van het lager onderwijs nogal tevreden. Daarentegen gaf hij toe, dat meer wijsgeerige scholing aan de univer siteiten gewenscht kan zijn, doch tot ver plichte bijwoning van zulke colleges zou hij liever niet willen komen. En aan het oiiverheids-onderwijs wordt zorg besteed. Na dit weinig-belangrijke debat werd de begrootine aangenomen en de vergade-- ing verdaagd. TWEEDE KAMER. DEPARTEMENTALE INDEELING. Bij den aanvang der vergadering werd het wetsontwerp tot wijziging in de indee- !mg der Departementen van Binnenland- sche Zaken en Landbouw en van Arbeid. Handel en Nijverheid met 60 tegen 18 stemmen aangenomen. Te voren had de heer Snoeck Henke- mans verklaard, dat verschillende Chris- i telijk-Historischen tegen het ontwerp zou den stemmen, omdat nog niet vast stond dat er een directeur-generaal van Land bouw zou worden benoemd. INDISCHE BEGROOTING. Hierna werd voortgegaan met de be handeling der afdeeling Binnenlandsch Bestuur van de Indische Begrooting. waar bij tevens aan de orde kwam de reorgani satie van den bestuursdienst in de Buiten gewesten. De heer Cramer, zijn den vorigen dag afgebroken rede voortzettend, heeft hier bij de reorganisatie-plannen breedvoerig besproken en als zijn indruk te kennen gegeven, dat zij niet alleen op een ver keerd tijdstip komen, maar bovendien meer een administratief dan een staat kundig hervormend karakter dragen. Hij zeide een voorstander te zijn van bestuurs- hervorming in de Buitengewesten, maar op dit oogenblik moesten meende hij andere zaken voorgaan. Ook de heer Joekes heeft in een zeer uitvoerig betoog allerlei bezwaren tegen de nieuwe plannen ontwikkeld en betoogd, dat zij niet in overeenstemming zijn met de hoofdgedachte, welke bij de groote be- stuurshervorming in 1921 heeft voorge zeten. Over deze bestuurs-hervorming in de buitengewesten hebben vooral nog de heeren Feber, Moller, Knottenbelt en Beumer het woord gevoerd. Van groote instemming was over het algemeen niet veel te bemerken, al verklaarden enkele heeren steun aan het ontwerp niet te zullen onthouden. DE PORTEFEUIILE-KWESTIE GESTELD. Minister De Graaff. En daarna heeft Minister de Graaff de voorgestelde plannen verdedigd. De hoofd bedoeling er van is: het centraal bestuur in Indië te ontlasten, en daarbij aan de bevolking meer zeggenschap te geven, en deze beginselen zullen nader worden uit gewerkt, zoodra de financieele toestand verbeterd is. De landvoogd behoudt de be voegdheid. aan hoogere ambtenaren be paalde opdrachten te geven. Tegen de op richting van groeps-gemeenschappen be staan bepaalde bezwaren en de provinciale huishoudingen, die werden voorgesteld, zullen voorloopig zeer beperkt zijn. Het scheppen van zelfstandig bestuur voor verschillende gebieddeelen blijft het doel en van de vroeger vastgestelde beginselen zal niet worden afgeweken. De Minister verzekerde herhaaldelijk, dat met de uitvoering niet verder zal wor den gegaan, alvorens de financieele toe stand dit mogelijk zou maken. Wat thans geschiedt is alleen het vaststellen van plannen en richtlijnen en beoogt zoowel een staatkundige als een ambtelijke her vorming. Hierop is de Minister nog nader op de onderdeden van het wetsontwerp inge gaan, waarop in tweeden termijn nog eenig debat is gevolgd. De behandeling werd echter niet ten einde gebracht door een verklaring van den minister dat hij bij verwerping de verantwoordelijkheid voor zijn departement niet zal kumien handhaven. De voorzitter schorste toen de besprekingen. Uit de mededeelingen van den Minister is tevens gebleken dat zelfs bij aanneming van het ontwerp de uitvoering er van zal moeten wachten, tot de financieele crisis voorbij is. HAGENAAR. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. DE VENT-VERGUNNING. Mijnheer de Redacteur. De Markt-koopliedenbond „Leidens Be lang" alhier, zou u beleefd eenige plaats ruimte willen verzoeken, voor onderstaande als gevolg van het ingezonden stuk van uw abonnee H. K.. in uw blad van Zater dag j.l. H. K. verbaast zich, dater bij een over treding boete of hechtenis opgelegd wordt; waarom is dat zoo vreemd? ons inziens niet, wel is het vreemd (en daar verbazen wij ons over), dat H. K (denkelijk zelf geen koopman, anders zou hij zulks niet willen, wat hij aan het Gemeentebestuur vraagt) aan de vroede vaderen in Leiden een aansporing wil geven, om ventvergun ningen in te voeren tegen betaling van f. 1 per dag en f. 5 per week. Daar zit iets anders achter H. K.; uw medelijden met de Gemeentekas. Burgerlijk Armbestuur de Leidsche groenten-hande laren en winkeliers (uitgezonderd de Visch winkels?) is maar een doekje voor het bloeden; eerder zoeken wij er brood-nijd achter, en dan moet u koooman zijn! Is u werkelijk koopman dan zouden wij u willen vragen, wat helDt het u. wanneer de kooDlieden. onverschillig met welk ar tikel hier een gulden per dag moeten be talen? Verlicht dat iets voor u, denkt u. b.v. dat een haringkoopman uit Katwijk weg zal blijven wanneer hij hier een ver gunning moet koopen voor f. 1 en is dat dan de weg dien wij uit moeten? Neen immers, doch aangenomen dat die man weg blijft, dan krijgt een haringkoopman hier ter stede, (die zijn haring van een ander plaats betrekt) het monopolie, en dat is toch ook niet goed. Neen H. K„ de weg dien wij gaan moe ten is deze; bent u koopman, wordt dan lid van bovengenoemden bond; deze bond tracht op die plaatsen waar voor een vent vergunning betaald moet worden, gedaan te krijgen, dat deze vergunningen aan bona-fide kooplui verstrekt worden zonder kosten; dat brengt verlichting, uw sy steem niet! M. de Redacteur wij twijfelen niet, of de Leidsche vroede vaderên zullen een be tere kijk op de gemeente-belangen hebben, dan H. K„ en verwachten van H K.. dat zoo hij koopman is. hij lid zal worden van onzen bond orii gezamenlijk te trachten, de omliggende plaatsen vrij te maken van betalende vent-vergunningen. Met beleefden dank voor plaatsing. Hoogachtend. JOH. v. d. NIEUWENDIJK, voorzitter. J. v. d. BOS, secr.. Sieboldtstraat 46 VOOR DE VEILIGHEID. Geachte Redactie, Gaarne zag ik onderstaand bericht op genomen onder ingezonden mededee'ingen: Eiken dag passeer ik even over 12 uur den Stationsweg richting Oegst'?e st en ben dan zeer dikwijls toeschouwer van aan rijdingen op 't punt Rijnsb.singel-Stations- weg. Het is daar een ware chaos. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de vele meisjes welke werkzaam zijn aan het Acad. Ziekenhuis en d.e ter hoogte van huize „Zarse" hun linkerhand uitsteken en onverschillig wat er ook van de stad naar buiten aankomt maar steeds doorrijden. Is er dan een aanrijding dan zijn deze meis jes hoogst beleedigd en wordt er een taaltje uitgebrald die ik hier maar niet zal herhalen. Genoemde meisjes kennen in.i. de verkeersregelen niet, anders zouden zij toch weten dat't verkeer van den hoofdweg voorgaat. Het is hoog noodig dat daar eens RECLAME. 5875 Orurttrtrxi&n. SmaaAea "y!jusa£iiail: ALTUD WEIKOMI politietoezicht is en er eens strenger wordt opgetreden tegen overtreders, of moet hier eerst het spreekwoord te pas komen (wanneer het kalf verdronken is dempt men de put). Wat van vele fietsers ook een onhebbe lijkheid is, is het blijven rijden van 2 of 3 naast elkaar op rijwielpaden bijv. Rijnsb.weg maar vooral bij het uitgaan van de H.B.S. op den Hooge Rijndijk. Werkelijk de politie ziet, wat het verkeer betreft, vaak nog te veel door de vingers en zouden wat meer procesverbalen w.s. meer helpen. Het is in belang van de menschen zelf. Hartelijk dank voor de verleende plaats ruimte Hoogachtend, A. G. N. B. A. S. UND KEIN ENDE Geachte Redaktie, Het is een waagstuk, dat ik ga onderne men. wanneer ik U dit stukje kopie in zend. Immérs. men heeft mij verzekerd, dat de polemiek over de N. B. A. S.-kwestie reeds gesloten is, en dat U al één uitzon dering gemaakt hebt. Echter, ten eerste omdat nu eenmaal de uitzondering de re gel bevestigt, en dus een noodzakelik on derdeel van die regel is, en ten twede, om dat m het stukje van dr Schalkwijk, dat geplaatst werd in Uw blad van Zaterdag j.l. enkele onjuistheden voorkomen, heb ik de moed, nog éénmaal Uw gastvrijheid in te roepen ,nu hopelik voor de aller, aller laatste keer!! Dr. Schalkwijk dan haalt een drietal fragmenten aan uit een artiekel. dat door ondergetekende geschreven is in het Week blad voor Gymnasiaal en Middelbaar On derwijs, welk artiekel de kwalifikatie „ver standig" mocht verwerven, een kwalifika tie, waarvoor ik niet kan nalaten, mijn warme dank uit te spreken. Vreugdevol is het, te konstateren, dat de jeugd nog niet geheel van verstand gespeend veronder steld wordt. Het drietal fragmenten is het volgende: Er wordt betoogd (in mijn artiekel, R.H.) dat: 1) het gewraakte blaadje een kijk tracht te geven, die zeer zeker eenzijdig te noe men is; 2) de verspreiding van het geschriftje stop gezet is; 3) het hier nergens en nooit gaat tegen personen of scholen, maar alleen en uit sluitend gericht is tegen de algehele men taliteit. die voor het grootste deel zetelt onder de leerlingen zelf. Nu moet het me van het hart, dat deze drie fragmenten op waarlik knappe wijze uit hun verband zijn gerukt; toch wil ik pogen, ze weer in dit verband te zetten, zedat. dan zal blijken, welk een tenden tieuze manier van aanhalen dr. Schalkwijk toepaste. Er staat in mijn bewuste artiekel: een kijk tracht te geven, die zeer zeker eenzijdig te noemen is. Het is dan ook daarom, dat het tegenwoordige Hoofdbe stuur van N. B. A S. besloten heeft, de verspreiding van dit geschriftje stop te zetten, om te voorkomen, dat nog meer misverstand zal worden gewekt. Dit wil dus zeggen: We hebben hier maar één zijde van het schoolleven naar voren gebracht, die we niet terugnemen, vast en zeker niet; wat er in het. nu zo langzamerhand berucht geworden ge schriftje van Sierk Riemens staat, kun nen ook wij. als Hoofdbestuur van N. B. A. S., volkomen verantwoorden. Maar er is nog een andere kant ook aan het school leven, en die hebben we niet genoeg tot uiting laten komen; dit is dus de eenzij digheid. En, om nu elk misverstand hier omtrent op te heffen, hebben we de uit gave verder stopgezet. Zo zit de vork in de steel, en iedere andere voorstellingswijze geeft niet juist onze bedoelingen weer. Wat er staat sub 3 is een zinsfragment, dat helemaal uit een ander deel van het artiekel, waar het n.b. niet ging over het geschriftje van Riemens, maar over de enquête, door enkele jeugdbonden gehou den onder middelbare scholieren, gerequi- reerd werd. om een waarheid te verkon digen, die in de kolommen van dit blad al enige keren van N. B. A. S.-zijde gede biteerd werd. Er is nu eenmaal niets nieuws onder de zon Namens het N. B. A. S. Hoofdbestuur, RU HOLTHUIS. Overveen, Maart '32. HUURVERLAGING EISCH. Mijnheer de redacteur, Vergun mii eenige plaatsruimte voor het volgende Naar aanleiding van het verslag van den Verhuurdersbond voorkomende In het Leid sche Dagblad van Zaterdagavond j.l. In genoemd verslag wordt verm°ld, dat een lid is geroyeerd wegens ongemotiveerde huurverhooging in afwijking van het ad vies van genoemden bond. Bij mii is de vraag opgekomen of het niet beter ware geweest, dat genoemd lid met name voluit ware genoemd, daar het toch schandelijk is in deze tijden, nu alles om bezuiniging schreeuwt de huren te verhoogen; juist in een tijd nu de huren omlaag moeten en kunnen gaan; nu ook de bouwmaterialen zeer veel in prijs zijn ge daald en wij zeker een prijsdaling in de huizen hier ter stede (elders is dit reeds) kunnen verwachten. Zelfs ons gemeentebestuur is bang voor prijs of buurdaling der huizen; anders had het zeker eenige weken geleden geen verordening laten goedkeuren (waarbij ver moedelijk de geheele Gemeenteraad heeft zitten slapen) om bij de in exploitatie- brenging van bouwterrein f. 1.50 in 'n fonds te doen storten: waardoor de bouwgrond te dezer stede weer duurder wordt en er vermoedelijk concurrentie kan komen tegen de bestaande woningbouwver eHn- gen waarvan zeer zeker de huurprijzen veel te hoog zijn opgedreven. Vooral d.e kleine arbeiders en midden standswoningen hadden m i. van deze ver ordening vrijgesteld moeten worden. Waarom hebben de woningbouwvereni gingen tegen deze verordening niet tijdig geageerd? Jerwiil in volksvertegenwoordiging en Gemeenteraden drastische maatregelen wor den goedgekeurd inzake verlaging van salarissen en loonen, moet men daartegen over door huurverlaging althans trachten eenige compensatie te geven. De overheid moest in deze het voor beeld geven, en geen tegenmaatregelen nemen. Dat is tenminste mijn standpunt. Hoogachtend, J. J. DE CLER. RECLAME. Waarom zoudt U met een onbekend merk genoegen nemen, nu U overal voor f 53.50 een echte Nederlandsche Kroon fiets koopen kunt? 5880 RADIOKLACHT. De bewoners der Lijsterstraat ondervin den den laatsten tijd ontzettende radio storing, die waarschijnlijk veroorzaakt wordt door een electro motor of een of ander electrisch apparaat. Het begint zoo ongeveer 's avonds 9 uur, dan na 20 min. onderbreking 10 u. weer, zoodat ontvangst onmogelijk is. Misschien wil de schuldige, als hij dit leest, maatregelen nemen deze overlast te doen verdwijnen. Uitgesproken: A. F. van Kerkhof f, koop man, Lisse, Heerenw. bij de 3e Poellaan. R.-c. mr. S. J. Pit, cur. mr. J. v. Gelderen. Conr. Roozen, bloembollenkweeker, Hille- gom, Leidschestraat. R.-o. als voren, cur. mej. mr, H. J. Deenik. Uit het Engelsch door A. TREUB. 20) De vreemde verhouding, die tusschen sir Beter en zijn dochter bestond, en Eric zeer kerkelijke onrust over zijn eigen vader, wiens financieele daden wat onrustbarend Seworden waren, was geëindigd in een sa menzwering tusschen de twee jongelieden, me tot doel had hun weerspannige vaders tt het oog te houden en dat zulk een om- wering in den natuurlijken staat van za ten eenigszins vreemd was, kwam bij geen J*an beiden op. Evenmin kwam het bij «en op over de mogelijke gevolgen te den ten, indien de oudere heeren ooit de Soed bedoelde samenzwering zouden ont dekken of over de sociale beletselen, die bun eigen vertrouwelijkheid zouden kun nen verbieden. Heb je quaestie met hem gehad, kindje? vroeg Eric zacht. Oh, Eric al haar opgekropte aan doening klonk in de stem van het meisje 5°® zij beide handen op zijn arm legde w is in deze week iets met hem gebeurd, ik hoopte, dat hij tevreden zou zijn met geld, dat hij reeds verdiend heeft, dat. nij zich uit deze ellendige zaken zou te rugtrekken en tevreden zou zijn met altijd m ml groene land te wonen. Ik had kun- nen zweren dat zijn dwaze eerzucht om Jtti roem der Braces te herstellen, einde- Uk verdwenen was, maar nu l Is mijn geëerde vader er tusschen ge- wmen en heeft die weer opgewekt, ein- ti ETic met kalme overtuiging. Sir Pe- tt rujht veel geld voor de boeg, en ik ben n Plan hem te vragen wat voor zaken j hij met Vader heeft. Ik heb recht dat te weten en ik zal het weten. Daar ligt de zaak, antwoordde Enid hartstochtelijk, terwijl zij rechtop ging zitten en naar de enveloppe op de tafel wees Dat is wat sir Peter noemt: de laat ste steen van het herstelde Huis Brace. Oh, ik haat het Huis Brace! Eric drukte haar troostend tegen zich aan en stond toen langzaam op. Hij liep naar de tafel en keek neer op de enve loppe, maar maakte geen beweging om die aan te raken. Kijk het in? vroeg Enid bitter, haar oogen met haar zakdoek bettend. De wet der gastvrijheid wordt in dit huis te dikwijls met den voet vertreden, dan dat wij ons zouden bekommeren over zulk een kleinen inbreuk er op. Eric nam de enveloppe aarzelend op en woog ze even weifelend in zijn hand. Toen opende nij ze met een vastberaden bewe ging en haalde den inhoud er uit. Hij keek die snel door. en wist dadelijk dat het geen deel uitmaakte van de activa van Aimsbury en Zoon. Hij fronste nadenkend het voorhoofd. Het is zeker, kindje, zei hij langzaam, dat de intrigue ingewikkelder wordt. Deze stukken zijn. De mijne! Enid uitte een angstigen gil en Eric ver schrikte hevig, toen sir Peter die twee woorden uitstiet. De baronet liep snel van het raam, greep het pak uit Eric's hand, die geen weerstand bood en keek den jongen man woedend aan. Ze zijn van mij! zei hij woest en hij zwaaide het pak voor de oogen van den ander heen en weer met een hand, die merkbaar beefde., Van mij! Ga door met je hofmakerij en bemoei je niet met de zaken! En hij wendde zich naar de fijn bewerkte muurbrandkast boven de schrijf tafel. Hij regelde de combinatie en sloeg de zware deur open, waarbij hij moeilijk hijgde tengevolge van zijn haastigen terugkeer naar het huis. Hij was boos op zich zelf, dat hij zulk een gedachtelooze was geweest om die stukken zelfs maar een oogenblik onbeschermd te laten lig gen. Het was mijn eigen schuld geweest als ik ze verloren had. mompelde hij, de papieren zorgvuldig natellend. Als ik een oogenblik later was gekomen, zou dat zeker het geval zijn geweest, voegde hij er sarcastisch bij. Enid sprong op. Vader! riep zij toornig. Nu? Sir Peter keerde zich om en keek haar met zulk een uitdrukking van dierlijke wreedheid aan, dat Eric instinctmatig tusschen hen ging staan. Het komt er niet op aan, Enid, stelde Eric haar snel gerust; toen zich tot sir Peter wendend, vroeg hij: Mag ik vragen, mijnheer, of mijn vader zijn aandeel in die obligaties ver kocht heeft? En wie zegt je, dat het obligaties waren? Zooals U zag, heb ik ze gezien. Sir Peter kreeg zijn zelfbeheersching terug met een inspanning, die hem bleeker dan gewoonlijk maakte. Het zou dwaas zijn iets anders van den zoon van een biscuitfabrikant te ver wachten, smaalde hij, terwijl hij zich om draaide. Ieder ander had ze kunnen stelen, zei Enid opgewonden, haar vader uitda gend aanziende. Toch zeker niet in de tegenwoordig heid van mijn dochter? vroeg sir Peter spottend over zijn schouder heen. Hij legde de enveloppe met eerbiedige zorg in een actedoos, na zich ten volle overtuigd te hebben dat de inhoud intact was. en zette de doos zorgvuldig afgezon derd van den anderen inhoud der brand kast. Toen sloot hij de deur er van en schoof het bewerkte paneel, dat ze verborg, op zijn plaats. Maar Eric liet zich niet zoo gemakkelijk het zwijgen opleggen. Als U mij verontschuldigen wilt, mijn heer, begon hij krachtig. Niets is verder uit mijn gedachten, viel sir Peter in, terwijl hij naar de bridge tafel liep, die bij het open raam stond. Hij keerde zich om toen hij die bereikt had. Als je plan mocht hebben bij het hek te blijven staan als je afscheid neemt, ging hij met een gedwongen lachje voort, denk er dan aan, dat het pas geverfd is. En hij ging weer in het duister. Hij bleef staan, toen hij van de waranda naar het grasveld ging en luisterde scherp. Hij fronste even. toen hij Enid's tranenrijke verontschuldigingen tegen Eric hoorde, en onderzocht toen wat hij in zijn hand hield, en dat, zelfs meer dan de veiligheid der obligaties, hem zoo juist op tijd naar de studeerkamer had terug gezonden. Het was een pak kaarten. Overtuigd, dat het jonge paar in de stu deerkamer niet opgemerkt had, dat hij ze heimelijk had weggenomen, spreidde hij de kaarten behendig in zijn handen uit en zocht er bij het flauwe maanlicht met zorg één kaart uit. Toen stak hij het pak in zijn jaszak en liep zacht den hoek van het huis om. Gedreven door een oprechte liefde voor de natuur en een even oprechten afkeer van Nina's aanhaligheid, leunde Spencer tegen een zuil van de portiek aan de voorzijde van het huis en genoot plechtig van één der uitstekende sigaren van sir Peter. Hij ,rok zich vlug in de schaduw van den ingang terug, sloeg zijn lapellen over zijn wit overhemd verborg de gloeien de sigaar achter zich en keek met aan dacht toen sir Peter langs het huis kwam, voorzichtig over den rand van het gras veld liep en naar het hek ging, waar hij eenige oogenblikken over heen leunde. Spencaire fluisterde een zachte, smeekende stem aan zijn elleboog, juist toen sir Peter scherp floot en een naar huis keerende taxi opeens stil stond. St! siste Spencer woedend. HOOFDSTUK XI. Het spijt me zoo, Eric, zei Enid, met een prop in haar keel, toen de voetstap pen van sir Peter niet meer op de waranda gehoord werden. Tob er maar niet over, meisje, ant woordde Eric vroolijk, naar haai- toegaan de en haar kin zachtjes opheffend. Mijn ruggegraat is nogal stevig. Oh, maar Erichijhij is als een beest! Dat is een brullende leeuw ook. lie veling, zeer beestig zelfs. Maar, hij is toch een leeuw. Ik ga twijfelen aan de leeuwachtige hoedanigheden van mijn vader, Eric, ant woordde Enid met een droevig hoofdschud den. Vanavond lijkt hij meer op iets. iets dat steekt. Kleintje, wat steekt, brult niet. Ik herinner mij tenminste niet ooit een wesp te hebben hooren brullen. Dingen, die ste ken, kunnen in den regel verpletterd wor den, maar iets, dat brult, kan men niet verpletteren. En sir Peter brult bepaald. Maar wat brult, kan gestoken worden Wees als het je belieft ernstig Eric. Lieveling, ik ben ernstig en logisch, zei hij plechtig, toen hij naast haar ging zitten en zijn arm troostend om haar heen sloeg. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9