«"«•Abdijsiroop
|«te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Maart 1932
Derde Blad
No. 22074
parlementaire Anecdotes
en Incidenten.
FAILLISSEMENTEN.
RUWE
HUID
P8B0L
Steunt met Uw gaven
het Leidsch Crisis-Comité.
HET NIEUWE RAADHUIS TE KATWIJK.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
vt
Stop vlug
dien GRIEPaanval
FEUILLETON.
Ie Geheimzinnige Inbreker
door D. HANS.
JEUGDZONDE.
«artite lezer (als ik uw clementie noo-
Rjeb zij' ge natuurlijk geachter dan
l)-'het is zes en twintig jaar geleden.
L'
at lk u vertellen ga. Namelijk over een
Uonde van me. Een parlementair-
l3listieke jeugdzonde
heb eenmaal (laat ik bescheiden
en daarom zeggen, éénmaal) van
Kamer-overzicht, dat ik in het blad
•el waaraan lk destijds verbonden
'veel plezier gehad, 't Was over de
.rstaatsbegrooting, van ouds een poel
jammer en verveling (het debat er-
althans) en vooral in de dagen, toen
districten-stelsel iederen afgevaardig-
lerplichtte, allereerst zijn eigen district
te hebben en te koesteren. Toen be
lt ik eenmaal (het was in 1906, dus, ik
ial het, zes en twintig jaar geleden)
,n wanhopige bui, m'n overzicht op
te fabriceeren. En zoo verscheen dan
h ochtendblad het volgende minder-
'dize product, dat ik niettemin hier
der curiositeitswille ongewijzigd
ieem:
usannah. 't was alweer de dag,
j ieder lid eens praten mag,
Ieh zijn geluid doen hooren,
Vt stroomen van welsprekendheid,
Jbt hooge zeeën uitgedijd,
|Het parlement doorboren,
isannah, laat nu gaan wat gaat.
dl, heil, het hoofdstuk Waterstaat,
[wanneer de sprekers komen.
.1 vol van geestdrift en van vreugd,
jorstraald van eeuwig frissche jeugd,
[Hun droomen uit te droomen.
ziele leeft, hun harte tikt,
r 't over-dierbare district,
l'Dat op hun tong blijft bouwen.
1st naar hun redevoering smacht,
jst op hun groote gave wacht.
|En daarop blijft vertrouwen.
i vroeg dan Smeenge 't ideaal:
Én nieuwe stroom, een nieuw kanaal,
[Want 't oude gaat bezwijken,
foreest woont bij de Zuiderzee
i vroeg dus: maak wat haast er mee,
[Dat vaartje in te dijken,
leer Jannink smeekte een cadeau,
foor 't nijver, lieflijk Almelo:
Daar moet een spoorlijn komen.
Ipdat een nieuwe welvaarts-bron
,idat een nieuwe voorspoedszon,
('Haar zegen daar doe stroomen.
|sn Kol heeft lang in 't Zuid gewoond,
j Ginneken als vorst getroond,
[zou hij daarvoor niets vragen?
lies kwam de Atjeh-man heel vlug,
Ru smeeken voor een nieuwe brug,
[voor 't goede Prinsenhage;
t heer van Twist komt uit een streek,
laar kabb'lend gaat een kleine beek,
[Met dartel, zacht geklater,
ar veilig is het daar niet meer,
i dus vroeg Steenwijks' opperheer,
[Een brug voor 't Zwarte Water,
als van Twist om zoo iets vraagt,
I 't Cicero, die zélve daagt.
Iven de groene banken,
lij maakt voor kiezers reis op reis,
lij zakt voor visschers door het ijs,
[zou leder hem niet danken?
't Oosterhoutsche koninkrijk
iankeert een flinke polderdijk.
[De koeien gaan er staken,
nis klom van Heemstee op de stoel,
sprak en bad met veel gevoel,
[Een polderdijk te maken,
ut is toch zeker niet iets dols?
i evenmin dat Hugenholz.
I Die zit voor 't Hooge Noorden,
faar ook een klein riviertje deint.
Waarlangs geen jagerspaardje lijnt,
[Een pad vroeg langs die boorden?
uch neen daar gaat een juichkreet op,
pijn borstbeeld, reine marmerkop,
I Zal Stellingwerf eens sieren,
fijn naam zal klinken in het rond,
En elke Noordsche kindermond
1 Zal dominee steeds vieren.
iok kwam heer Smeenge zwoegend aan,
Pm, met den steun van K. ter Laan,
[Posities goed te maken,
foor hulp daarbij was aanstonds klaar,
pinneken'e eedle burgervaêr.
Hij stond van vuur te blaken,
lemosthenes was niets er bij,
moog1 de held nog, lang en blij
In 't parlement verblijven;
Pc. tot 'n grijns vertrok de lach
|van Zoethout, die een Kort Verslag
Der smeekbee zat te schrijven,
[van Nispen, de oudste, uit Den Haag,
Zit met den Rijnmond in z'n maag:
Dien fluks verlepten bloesem.
Hij gaat er 's avonds mee naar bed.
En 's morgens heeft hij, wat een pret,
Den Rijnmond aan z'n boezem.
„Verbetert u?" vroeg hij met vuur,
„Neen," zei Minister, ,,'t is te duur.
,,'t Strijdt met het grenstractaatje."
„Wat moet ik." vroeg de kampioen,
„Dan men m'n brave kiezers doen,
„Die hoopen op papaatje?"
Foreest! z'n levensideaal
Is een motorboot voor de Waal,
Die moet heer Bevers koopen.
Ook vroeg hij, of 't niet lijen kon.
Strandhoofd te maken van beton,
Dan kan z'n kleinkind loopen.
Van Dedem zit voor 't schoone Zwol,
Dus moet de IJsel daar meer hol,
Men moet er in gaan graven.
En Lieftinck riep toen ook, wat vlug:
..Weg met de Doesburg-IJselbrug."
Hij 'sZutphen's heer, de brave!
Voor 't haventje van Ooltgensplaat.
Stond pal, met marm'ren ruggegraat,
Het Kamerlid van Brielle.
Hij riep, vol pure, bitt're smart.
En met een bloedend Unie-hart,
„Die haven gaat ter ziele."
Zoo ging het door. den ganschen stond,
Ieder district sprak met z'n mond.
En :i*ier kwam wat smeeken.
Hier moest een telefoonpaal staan,
Daar was een sloot failliet gegaan,
Of ging een koestal breken
O, veelgeliefde moedergrond,
Waar eens heer Reijne's wieg op stond,
Gij kunt gerust nu wezen.
Grijp, dierbaar, zalig vaderland,
Met grage handen naar de krant:
Gij zult het sidd'rend lezen.
Er is gesproken, duur en trouw.
De tongen zagen bont en blauw:
De longen moesten zweeten.
Wien Neerlands bloed door d'aadren
vloeit,
Wie voor z'n lid van liefde gloeit.
Die moet dit alles weten.
Maar eindig nu, m'n pen, op tijd!
Want anders komt ge licht in strijd.
Met 't Reglement van Orde.
Heil Smeenge, Schokking, Duymaer, Ferf
Uw naam prijz' ieder boeren-er'
Gij zult herkozen worden!
Ziedaar!
Nog eens: ik was nog een onschuldig
jongeling toen ik deze zonde bedreef, en
het vaers is ongetwijfeld een doorloopende
steen des aanstoots:
maar:
ik heb er een razend plezier van gehad.
Want m'n krant ging van hand tot hand
in de Kamer, van bank tot bank, ze werd
naar de regeeringstafel en naar het voor
zitters-bureau gedragen Geenszins, na
tuurlijk, teiwille van het wanstaltige ge
dicht zélf, maar alleen uit een oogpunt
van curiositeit
En nu ik het. na zes en twintig jaar.
nog eens heb opgediept uit m'n archief,
en de namen er in las van zoovele afge
vaardigden die niet meer in leven zijn. nu
bekruipt mij nog zelfs een tikje weemoed.
Een jeugdzonde Hoe lang geleden al. En
hoe ernstig ben ik tegenwoordig. Maar de
Waterstaatsbegrooting is nog even verve
lend Ik zou zelfs in staat zijn nogmaals...
Nee. nee!
Uitgesproken
W. van Dam. te Zwammerdam, Straat
weg B. 30. R.c. mr. J. H. van Laer; cur.
mr. W. de Clercq. te Leiden.
Opgeheven
G. van Nobelen, te Sassenheim.
RECLAME.
Schrale Lippen
Gesprongen Handen
5133
Een kijkje op het nieuwe Raadhuis te Katwijk, dat zijn voltooiing nadert.
EERSTE KAMER.
ALGEMEEN DEBAT.
In de Eerste Kamer is de Regeering aan
het woord geweest ter beantwoording van
de sprekers bij het algemeen debat over
de Rijksbegrooting.
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft
het algemeen regeerings-beleid verdedigd,
hetgeen beteekende dat hij 'het voortdu
rend over de crisis-politiek moest hebben.
In de eerste plaats verdedigde hij daarbij
de werkloozenzorg, hetgeen dezer dagen
ook uitvoerig door Minister Verschuur in
de Tweede Kamer gedaan is, zoodat het
onnoodig is hierop nader in te gaan. Ver
volgens had hij het zooals hij zelf deze
week ook in de Tweede Kamer deed
over den regeerings-steun aan den land
bouw, in verband waarmee hij verklaarde,
dat de Regeering ook op andere volksbe
langen te letten heeft. Overal waar de
Regeering haar blikken wendt, ziet ze ach
teruitgang, verarming, inzinking, maar
haar eigen macht is beperkt Men vraagt
zoo ging de Minister voort tientallen
ingrijpende maatregelen, maar de Regee
ring moet alle belangen tegen elkander af
wegen. en daarom uiterst voorzichtig zijn.
Met kracht wees de Minister het verwijt
af. als zou er voor de bezitloozen niets
worden gedaan, en hij wees op het cijfer,
dezer dagen door Minister Verschuur in de
Tweede Kamer genoemd: dat er aan ge-
zamenlijken steun 300 millioen gulden per
jaar wordt uitgegeven
Maar:
als alle eischen werden ingewilligd, zou
morgen de gulden kelderen tot vijftig cent,
en wat dan?
Wat de loonsverlaging betreft: de Ne-
derlandsche industrie kan alleen dan met
eenig succes concurreeren. wanneer het
loonpeil zich aan var. andere staten
aansluit: vandaar de loonsverlaging.
Dat de Regeering te laat zou zijn geko
men met verschillende maatregelen op
economisch gebied, ontkende de Minister.
Hoe die maatregelen er op het oogenblik
ook mogen uitzien terugkeer tot het vrije
ruilverkeer blijft het eind-doel. Speciaal
met de contingenteering moet groote
voorzichtigheid worden betracht. En wat
de klachten van den heer Lohman be
trof inzake de handhaving van het gezag
verklaarde de Minister, dat de Regeering
van de noodzakelijkheid hiervan over
tuigd is, doch dat er geen reden bestaat
tot wijziging van de tot dusverre gevolgde
politiek.
Vervolgens heeft Minister De Geer nog
eens in het bijzonder de financieele poli
tiek der Regeering verdedigd. Hij lichtte op
de bekende gronden het salaris-beleid der
Regeering toe en voorspelde dat in het
volgend jaar nog duidelijker de gevolgen
van de crisis zullen blijken, in de eerste
plaats uit de mindere opbrengst der in
komsten-belasting. Overigens bepaalde de
Minister zich bij de Uiteenzettingen, reeds'
vroeger door hem gegeven.
Daarna heeft nog eenige gedachtenwis-
seling met verschillende sprekers plaats
gehad.
Weinig belangrijk.
De Kamer heeft Hoofdstuk II (Hooge
Colleges) en verschillende bedrijfs-begroo-
tingen (Tiendwet. Leeningsfonds. Pensioen
fonds, Staatsmuntbedrijf) aangenomen,
waarna de vergadering werd verdaagd.
TWEEDE KAMER.
INTERPELLATIE-HIEMSTRA.
De Kamer moest allereerst stemmen over
de bij de interpellatie-Hiemstra inge
diende moties.
Welnu:
twee van de drie werden aangenomen.
De eerste motie, van den heer Hiemstra
(inzake de tarieven bij de van Rijkswege
gesubsidieerde werkverschaffingen) werd
met 53 tegen 22 stemmen verworpen; de
tweede, van dezelfde (betreffende de van
Rijkswege te verleenen steun aan de werk-
loozen-kassen) zonder stemming aange
nomen; tenslotte werd die van den heer
Joekes (inzake het toepasselijk verklaren
van de crisisregeling op de werkloozen-
kassen van bouwvak-arbeiders) met 51
tegen 24 stemmen aangenomen.
En nadat een aantal kleine ontwerpen
zonder debat of stemming onder den ha
mer waren doorgegaan, ging de Kamer
over tot de behandeling der
INDISCHE BEGROOTING.
waarmee we» voorloopig zoet zijn.
Reeds de eerste spreker, de heer Cramer,
erkende dat de financieele toestand van
Indië hoogst zorgelijk is, maar dat men
geen paniek-stemming moet aankweeken.
Inderdaad.
Indië zoo zei hij is een land met
groote mogelijkheden en na de crisis kan
het zich weer spoedig herstellen. Hij oefen
de critiek op verschillende bezuinigings
middelen. vooral waar deze de inlanders
betreffen, en vroeg den Minister of deze
niet eens met een afgerond bezuinigings
plan zou kunnen komen. Er dient aan
merkelijk bezuinigd te worden op de .de
fensie en zoolang dit niet gebeurt, zou
den de sociaal-democraten de overige be
zuinigingen blijven bestrijden. Hij diende
een motie in, om op de militaire uitgaven
van Indië 25°te bezuinigen. En voorts
dienden de kosten van de vloot ten laste
van Nederland te komen.
De afgevaardigde, verzette zich voorts
tegen de salaris-korting en tegen het op
drijven van de invoerrechten en verklaar
de de voorkeur te gever, aan een flinke
belasting op de hoogere inkomens.
Wat de politieke situatie betreft betoog
de de heer Cramer, dat er wel rust
heerscht, maar die rust is schijn, want de
nationalisten blijven zich stellig roeren,
te meer, waar de huiszoekingen en het op
treden tegen Soekarno het Nederlandsche
gezag veel kwaad hebben gedaan. De so
ciaal-democraten zoo besloot hij
blijven in hun politiek het oog gericht hou
den op een onafhankelijk Indonesië.
En:
hierna heeft de heer Van Boetselaer van
Dubbeldam als zijn meening te kennen ge
geven, dat al kan natuurlijk niemand
nog een oordeel vellen over het nieuwe
beleid in Buitenzorg er toch blijkbaar
een vaste hand aan het roer is gekomen
Hij hoopte dat met die kracht wijsheid ge
paard zou gaan. Den ernstigen financieelen
toestand van Indië erkennend, sprak hij
als zijn meening uit dat daarvan niet al
leen de crisis schuld is, maar ook het
beleid van den vorigen landvoogd, die de
uitgaven te hoog liet oploopen. De salaris-
korting rechtmatig achtend, sprak de af
gevaardigde de hoop uit. dat er geen pen
sioen-korting zou plaats hebben. Elke ver
dere bezuiniging op de defensie wees hij af
en begrijpelijk wilde hij dan ook van de
motie-Cramer niets weten,
Echter:
eenigszins verrassend was, dat hij advi
seerde den luchtdienst op Indië voorloo-
pig met het oog op de kosten stop te
zetten.
De heer Feber, de derde en laatste spre
ker van den dag. heeft ook het financieel
beleid van den gouverneur-generaal Van
Limburg Stirum gecritiseerdhij heeft de
uitgaven veel te hoog opgevoerd en de
productiviteit der uitheemsche bedrijven
overschat. Ook is het ambtelijke element
veel te breed uitgezet. In het algemeen
heeft men veel te veel gedacht aan tijden
van hoog-conjunctuur. Door dit alles
zoo betoogde de heer Feber is Indië
zwak, noodeloos zwak, de crisis ingegaan
en thans is een uiterst-voorzichtige poli
tiek noodig, met bezuiniging op verschil
lend gebied. Maar de motie-Cramer be
streed hij: op de defensie kan niet zooveel
worden bezuinigd. Hij heeft nog eens ge
wezen op het gewicht van een goede ver
houding tusschen moederland en kolonie.
Veel nieuws bracht dit debat weer niet:
het leverde de oude klachten en de oude
beschouwingen op. met de oude argu
menten.
Dinsdag voortzetting.
HAGENAAR.
RECLAME.
Griep Is een ziektetoestand, die door
Abdijsiroop op een bijzondere wijze wordt
bestreden. Abdijsiroop houdt de ontwikke
ling en het verder razen van een
griep-aanval tegen, door de taaie slijm
bezwangerd met ziektekiemen uit te
drijven Abdijsiroop kalmeert het hoesten,
verzacht de plekken, die ruw en rauw
zijn in Uw keet. en Uw gestel ondervindt
den gunstlgen invloed. Onovertroffen bij
Hoest - Griep - Bronchitis Asthma.
..Voor de Borst
Alom verkrijgbaar. Prijs Fl 1.50. Ft 2.75. Fl. 4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 cl). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop)
5098
fit het Engelsch door A. TREUB.
I- Zoo? vroeg hij zacht. Maar je ver-
Fa] toch zeker niet, dat ik beleefd te-
pf de bedienden ben?
r- Ht verwacht niet meer dat U tegen
™nd beleefd is, antwoordde Enld, wat
i 5 £ver het sarcasme in zijn stem.
- Zoo?
Pettr rolde zijn sigaar tusschen zijn
FBers, en glimlachte spottend.
i~- Verwaandheid is Uw voornaamste
Pode, vader!
[ri' Peter wachtte lang, voordat hij ant-
,_dde. Hij wist, dat zij waarheid had
«proken. Hij wist. dat de meeste men-
El™ aeai onverdragelijk pedant vonden,
tmenwas de eerste keer> dat iemand
Stor i zi^n §ez'cht had durven zeggen:
sdmlach verdween van zijn lippen.
iKi-h moet leeren onderscheid te maken
«enen verwaandheid en familietrots,
zei hij eindelijk, met moeite zijn
irn bedwingend.
lp... en Brace huwt met iemand uit
km» stand- Hij vindt ook niet, dat be-
'i „n rnenschelijke wezens zijn, voegde
zijn hoofd oplichtend en Enid
- s* uitdagend aanziend.
Ba a wist' dat hij overdreef, maar zij
"e ultdagiAg met graagte aan.
rkif cer 's tenminste menschelijk,
"aarde zij nadrukkelijk,
ri hij dat? vroeg sir Peter met ge-
verbazing. Dat heb ik me dikwijls
let u"fu' En zelfs, toegegeven dat hij
hij nog geen recht op mijn
tot SvÜf 111 hetaal hem loon. Ik koop
"«als ik ieder andere bezitting zou
kunnen koopen Vierhonderd jaar geleden
zou ik hem met heel iets anders gekocht
hebben.de zweep! De zweep! herhaal
de hij met welgevallen. De betaling is te
genwoordig anders, mijn beste, maar de
verhouding blijft dezelfde. Je ziet dus, dat
ik alle recht heb om tot Spencer of ieder
anderen bediende, dien ik betaal, te spre
ken zooals, wanneer, en waar ik wil.
Hij streek een lucifer af en stak zijn
sigaar aan. zijn dochter door den rook
heen met een boosaardigen glimlach
aanziend.
Enid keek hem aan met iets van min
achting in haar oogen.
Het verbaast me. dat hij het ver
draagt, zei ze bitter.
Dat hij het doet is een bewijs van
mijn bewering, dat bedienden geen men
schen zijn, antwoordde hij onverschillig.
Werkelijk, mijn beste kind, Spencer, en al
zijn vrienden zullen alles verdragen als
zij gekocht worden. Ik zou kunnen geloo-
ven, dat Spencer inderdaad trotsch er op
is de butler van sir Peter Brace te zijn.
En dat behoort hij ook te zijn! De hemel
weet dat ik een hoogen prijs voor slaven
bctsiEl
Ja. stemde Enid dadelijk na zijn
laatste woorden toe. U koopt slaven ter
wille van Uw ijdelheid. Oudat U de feudale
heer in een ontaarden tijd zoudt kunnen
spelen.
Zij liep doelbewust over het haardkleed,
terwijl haar vader de aangestoken lucifer
uit blies en geurige wolken uit een hoek
van zijn mond blies.
Zij legde een hand op de tafel by zyn
stoel en leunde er even op, en toen sir
Peter naar haar keek, zag hij met schrik
hoe zij leek op de vrouw, wier karakte
ristieke houding zij onbewust had aange
nomen, en die al de jaren van Enid's leven
ln een Engelsch graf rustte. Maar toen
Enid sprak, was er in haar stem niets van
de zachtheid van haar moeder. Zij klonk
koud en hard.
Zeg me eens. vader, vroeg zij. heeft U
altijd uw zm gehad?
Het was een wonderlijke en tamelijk
moeilijke vraag, en sir Peter aarzelde even
voordat hij antwoordde,
Ieder man, die een man is, krijgt al
tijd zijn zin. Enid, antwoorde hij brommig.
Zelfs de man wiens behoefte hem
dwingt voor zijn dagelijksch brood te wer
ken?
Sir Peter kon redeneeren met kolommen
van cijfers, maar hij leed schipbreuk in
zijn pogingen om den gedachtengang van
een vrouw te volgen. Hij keek op en fron
ste verwonderd het voorhoofd.
Werk ik niet voor mijn dagelijksch
brood? vroeg hij.
Enid keek hem recht ln de oogen.
U steelt! antwoordde zij.
Sir Peter was een oogenblik verstomd.
Zijn mond viel open. en zijn sigaar viel op
zijn overhemd en rolde op zijn schoot, en
hij keek zijn dochter aan alsof hij aan
haar verstand' twijfelde. Toen maakte de
lucht van brandend laken hem wakker en
hij sprong op.
Wat doe ik? schreeuwde hij onge-
loovig.
U steelt!
Sir Peter's lippen trilden, zijn oogen
knipperden en het toornige bloed stroom
de hem naar het hoofd. Hij kwam met zijn
gezicht vlak bij dat van zijn dochter, en
zocht in zijn geest naar de verklaring van
haar zonderlinge uitbarsting,
Probeer je mij de wet te stellen?
vroeg hij hartstochtelijk.
Ik probeer U te zeggen, dat ik mij
schaam over Uw houding en over Uw za
ken vader antwoordde Enid koelbloedig.
Maar je je noemt me een dief!
En wat is een man anders, die geld
krijgt zonder er voor te werken?
Zonder er voor te werken? Maar
maar, hij stotterde onbeholDen en hield op.
Hij bewoog zijn hand snel met een wel
sprekend gebaar van volslagen onmacht,
opende en sloot zijn mond in een vergeef-
sche poging om te spreken, schudde toen
ongeduldig met zijn hoofd en keerde zich
af. Hij redeneerde, dat het meisje ten
slotte niet veel meer dan een kind. dat
haar logica natuurlijk onrijp en zwak was.
Ongetwijfeld waren haar gedachten om
trent geldleenen beïnvloed door haar stu
die van Shakespeare en zij meende, dat
hij leefde van ponden menschenvleesch.
Deze gedachte maakte zijn toornig ge
moed opeens kalm en hij richtte zich weer
tot Enid met een fietsen glimlach op zijn
gelaat.
Ik vrees, dat ik je in den Iaatsten tijd
niet begrijp, Enid begon hij veront
schuldigend.
Hoe zou U dat kunnen? barstte zij
uit, terwijl de ware Brace-aard heftig voor
den dag kwam.
U denkt, dat ik geld verlang en de
dingen, die men met Uw geld kan koopen.
U denkt, dat ik pochen wii over de groot
heid van ons Huis: dat ik trotsch van een
hardvochtig, aanmatigend schrapend man,
die zijn fortuin hersteld heeft door woe
ker noem het interest als U wil en
twijfelachtige speculaties zal zeggen: dit
is mijn vader:
En voortgaande: Oh. ik verlang niet
naar die dingen, neen! Ik verlang naar
den vader, dien ik eenvoudig kende als
sir Peter Brace, den verarmden landedel
man. Toen was U tenminste beleefd tegen
bedienden en de „gewone menschen". al
bemoeide U zich niet met hen. Nu, omdat
ijdelheid en ingebeelde armoede U in za
ken gedreven hebben, heeft U de beleedi-
ging aan een lange reeks van nietsdoende
voorouders gewroken door een trotsche
verwaandheid en een gebrek aan mede
gevoel. die U niets dan haat brengen! U
verdient, dat U impooulair is, ging zij
voort, terwijl haar toorn steeg toen zij den
opkomenden sarcastischen glimlach van
sir Peter zag. en ik hoop, dat Ryan U doet
springen en U neer dwingen zal tot den
rang van menschen, die U veracht!
Zij was wit tot in haar lippen, en haar
oogen vulden zichmet toornige tranen.
Zij was niet van plan geweest zooveel te
zeggen, maar de woorden, die zoo lang in
haar hart gevangen hadden gezeten, wa
ren onweerstaanbaar over haar lippen
gekomen.
Sir Peter keek zijn dochter aan, alsof hij
haar voor het eerst zag. Zijn toorn daalde,
naarmate die van zijn dochter steeg, en
hij begreep, dat Enid oud genoeg was ge
worden om een geduchte tegenstandster
te zijn. Zij was niet langer een klein
meisje, voor wie hij dwaze cadeautjes
moest koopen, maar een volwassen vrouw,
met wie hij kon probeeren te praten. En
daar was hij blij om.
Nu, zei hij luchtig, zulk een lange
redevoering moet veel adem gekost heb
ben, zoo al niet veel nadenken.
Enid keerde hem haar rug toe en weende
bittere tranen.
Ik vermoed, dat het vergeefsch is te
herhalen, dat de B.F.I. een groot handels
huis is, mijn beste, ging hij voort, maar
heb je er bij stil gezeten om te bedenken,
wat er met jou zou gebeuren, indien Ryan
mij liet springen!
Enid draaide zich om, en haar oogen
fonkelden door haar tranen heen.
Ik zou gelukkiger zijn als U op de
plaats van Spencer stond, zeide zij, en heel
wat trotscher op mijn geslacht!
Dit was zuivere ketterij, maar sir Peter
kon er een verontschuldiging voor vinden.
Je bent romantisch. Enid. Dat ligt
aan je leeftijd en je sexe. Maar ik vrees,
dat Ryan niet in staat zal zijn mij te doen
springen, en daarom moet je de vruchten
van mijn oneerlijke sDeculaties blijven ge
nieten, zei hij toegeeflijk,
Vader, antwoordde Enid heftig, er
zijn tijden dat ik denk dat ik U haat.
En zii keerde zich om en liep naar het
open raam.
(Wordt vervolgd).
I