(JA*1 DE ONTWAPENINGS-CONFERENTIE. „ARNHEM" ASPIRIN lie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 2 Maart 1932 Derde Blad No. 22071 Er bestaat slechts één Aspirin! AFSCHEID l/N DEN HEER G. LUBBE. FEUILLETON. )e Geheimzinnige Inbreker DE HEER C. F. W. RIETVELD LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ FAILLISSEMENTEN. VRAGENRUBRIEK. RECLAME. Wel is er veel namaak. Dat bewijst, hoe goed Aspirin is. Hef bewijst echler nog lang niet, dat namaak even goed is. Integendeel, alleen de origineele Aspirin-Tabletten met het ingestempeU de Bayer-kruis kunnen U de onaantast bare kwaliteit, zuiverheid en on schadelijkheid gararideeren. eenig op de wereld Let op den oranje band. Prijs 75 cfs. Ook de vierde week gaf reden tot tevredenheid. Commissiebesprekingen „binnen het kader" van het ontwerp-conventie der commissie-Loudon. De nieuwbenoemde politieke commissie - Waarom geen onmiddellijke totale ontwapening? Genève, Februari 1932. Ook de vierde week der Ontwapenings conferentie heeft geen ongelukken ge bracht. Nadat na verloop van de eerste helft dezer week kon worden vastgesteld, dat de algemeene beschouwingen, waar aan de woordvoerders van 50 staten heb ben deelgenomen, wel het voortbestaan van diepgaande meeningsverschillen had den aangetoond, doch toch oók de moge lijkheid van een accoord hadden openge laten. heeft de conferentie in de tweede helft der vierde week een tweede klip ge lukkig omzeild, de klip der procedure kwesties. Eenstemmig zijn de besluiten getroffen, die de verdere werkwijze der Ontwapeningsconferentie geregeld heb ben. De welwillende, iederen aanstoot ver mijdende toon der algemeene discussies en de eenstemmigheid, waarmede de be slissingen over de kwesties van procedure genomen zijn, mogen ons natuurlijk niet in de illusie doen vervallen, dat eenzelfde geest van tegemoetkomendheid steeds heerschen zal, wanneer straks in princi- pieele zakelijke kwesties belangrijke be sluiten omtrent de toekomstige bewape ning zullen moeten genomen worden. Doch de inschikkelijkheid, waarmede over de groote kwesties van procedure gesproken is bevestigt den door de algemeene beschou wingen gewekten indruk, dat alle delega ties zich bewust zijn van het groote alge meene belang voor alle staten gemeen schappelijk, dat thans op het spel staat. Uit dit besef zal in de volgende weken en maanden de bereidwilligheid tot het doen van wederzijdsche concessies moeten ge boren worden, zonder welke bereidwillig heid een slagen der conferentie niet mo gelijk is. In dezen zin kan men van de vierde week verklaren, dat ook zij een be vredigend verloop heeft gehad. De eerste moeilijkheid, die de conferen tie (dit wil zeggen de „algemeene Com missie", die nu verder de leiding in han den heeft en waarin alle 59 aan de confe rentie deelnemende staten, zooals lk nog maals meen te moeten herhalen, vertegen woordigd zijn) na afloop der algemeene beschouwingen te overwinnen had. was de volgende. Er bestond een ontwerp-con ventie van de voorbereidingscommissie- Loudon, dat bestemd was geweest als „grondslag" der verdere besprekingen te dienen. Er bestonden de bekende Fransche en Duitsche voorstellen, er bestonden voorstellen van de Sovjetregeering en van Turkije, en een groot aantal delegaties hadden op verzoek van het bureau der conferentie de voornaamste wenschen, door haar woordvoerder tijdens de alge meene beschouwingen uitgesproken, nog eens in korten preciesen vorm schriftelijk geformuleerd. De vraag was nu, hoe de commissies ai die verschillende denkbeel den zouden gaan behandelen. De Franschen hadden gewild, dat het ontwerp-conventie der commissie-Loudon de „grondslag" der verdere besprekingen zou blijven. Natuurlijk zouden hierop aan vullingen en wijzigingsamendementen kunnen worden voorgesteld, doch de con ferentie zou dan toch door het ontwerp- Loudon tot „grondslag" te verklaren een zekere sympathie voor de grondgedachten van dit ontwerp uitspreken. Hiervan wil den de Duitschers, die steeds het ontwerp- conventie voor onaannemelijk hadden verklaard, niets weten. Vooral niet, omdat het ontwerp-conventie een artikel 53 be vat, volgens hetwelk alle ontwapenings bepalingen van bestaande verdragen, dus ook van het verdrag van Versailles, in stand blijven, 4oodat Duitschland door onderteekening der nieuwe Geneefsche conventie nogmaals zijn toestemming tot de eenzijdige Duitsche ontwapening van Versailles geven zou. Men verwachtte daarom een harden Fransch-Duitschen strijd over dit punt in de „algemeene" commissie. Voor dit doel zou Tardieu dan ook met een extra-trein naar Genève zijn gekomen! Hij moest zijn rede echter onuitgesproken laten. Want het was Sir John Simon gelukt de Duit schers ertoe te bewegen goed te vinden, dat de komende besprekingen althans „binnen het kader" van het ontwerp- Loudon zouden plaats vinden, een ietwat zachteren vorm dan het door de Fran schen gewilde „op den grondslag". En daar Simon ook Tardieu overreed had met deze uitdrukking genoegen te nemen, kwam van het verwachte gevecht Tardieu- Nadolny niets en bleef alles dien dag pays en vree. Den volgenden dag dreigde nu een nieuwe moeilijkheid. Men moest nu vast stellen. welke commissies de verdere besprekingen van alle ter sprake gebrachte denkbeelden omtrent den inhoud der con ventie „binnen het kader" van het ontwerp-Loudon zouden voeren. Men was het spoedig eens. dat bijzondere commis sies zouden worden geschapen voor kwes ties van de landmacht, de zeemacht, de luchtmacht en de militaire uitgaven. Doch Tardieu wenschte ook een bijzondere commissie voor „politieke" vraagstukken, zooals df Fransche voorstellen. De andere leden der algemeene commissie keken elkander wat verbluft aan. Wat kon Tar- dieu's bedoeling met dit voorstel zijn? Was deze „algemeene" commissie, waarin alle delegaties door hun kopstukken vertegen woordigd zijn. niet het aangewezen lichaam voor zulke politieke besprekingen? Zij uitten dus hun twijfel over het nut van zulk een nieuwe commissie. Sir John Simon, Nadolny, Grandi, Gibson, professor Rutgers spraken zich achtereenvolgens allen In dien zin uit.'Doch Tardieu hield voet bij stuk. Hij bleef een afzonderlijke commissie voor de Fransche voorstellen wenschen. Deze aandrang van den Fran schen minister-president was begrijpelijk. Hij kon toch niet na zijn reis per extra- trein naar Genève in de Fransche hoofd stad terugkeeren met alleen een onuit gesproken redevoering in zijn zak? De anderen zagen dit blijkbaar ten slotte ook in en gunden Tardieu zijn bijzondere poli tieke commissie. Doch toen deze vanoch tend haar bureau moest kiezen, koos zij precies dezelfden, die het bureau der aige- meene commissie vormen: Henderson als voorzitter, Politis onder-voorzitter. Benes rapporteur. Zoo gelijken nu de „alge meene" en de „politieke" commissie op elkander als twee druppels water. Formeel was de overwinning bij Tardieu, in werke lijkheid bij de anderen. Ach, konden alle meeningsverschillen op zoo elegante wijze tot bevrediging van alle partijen worden uit den weg geruimd! De eenige, die totdusverre niet aan een nederlaag ontsnappen kon, was Litvinow. Zijn voorstel, dat de conferentie een con ventie voor onmiddellijke totale ontwape ning zou sluiten, werd met algemeene stemmen, op die van Soyjetrusland en Turkije na, verworpen. Litvinow had het natuurlijk niet anders verwacht. Maar hij was wel gedwongen dit voorstel te doen, alvorens met de anderen te gaan samen werken voor beperking en vermindering van bewapening. Bovendien heeft de ver werping van zijn voorstel voor de commu nisten het propagandistische voordeel, dat zij thans tegen de kapitalistische re geeringen nieuwe verwijten kunnen richten. Waarom wilde, behalve Turkije, niemand Litvinow's voorstel, dat knap en zakelijk verdedigd werd, aanvaarden? In theorie was Litvinow's betoog, dat algeheele ont wapening de grootste veiligheidwaarborg is, overtuigend. Maar kan men b.v. den Polen kwalijk nemen, dat zij bevreesd zijn voor Duitschen druk, om Dantzig en Opper-Silezië terug te krijgen, wanneer Frankrijk en Polen geheel ontwapend zouden zijn? En dan is er nog het gevaar van de wereldrevolutie. Litvinow praat thans heel gematigd, ontkent dat de Sovjetregeering zich in de binnenlandsche aangelegenheden der andere staten zou willen mengen. Doch de Madariaga's fabel van de ontwapeningsconferentie der die ren was toch den meesten toehoorders naar het hart gesproken. Hij vertelde, hoe de leeuw wenschte, dat de adelaar zijn vleugels zou prijs geven, hoe de adelaar erop aandrong, dat de buffel afstand van zijn hoorns zou doen. hoe de buffel eischte dat de klauwen van den tijger zouden ver dwijnen en hoe de beer, dit alles verne mend. blijmoedig tot de anderen sprak: „Prachtig, ontwapent U allen, dan zal ik U allen liefdevol omarmen!" En de gees tige Spanjaard maakte een beweging, die allen in herinnering bracht, hoe doodelijk zulk een omarming van den sterken Rus- sischen beer zou kunnen zijn! ALS GEMEENTE-ONTVANGER VAN OEGSTGEEST, I De heer G. Lubbe. Lieren werden B. en W. ten huize van [scheidenden gemeente-ontvanger van Ltgeest. den heer G. Lubbe, ontvan- om aldaar geheel in intiemen kring beid te nemen. I burgemeester, de heer A. J. van Ger- tc sprak daarbij ongeveer het vol te: Seals wel te begrijpen, is door ons col- overwogen op welke wijze wij van u, Sheer Lubbe, afscheid zouden nemen [het einde van uw taak als gemeente- [anger zou aanbreken. Wij hebben, in Inerkmg nemende uw gezondheidstoe- hd. gemeend dit niet in een openbare Edering van den Gemeenteraad te [ten doen, maar u daartoe een intiem fcs te brengen. I in herinnering gebracht te hebben fenoeming tot gemeente-ontvanger den k April 1883. schetste spr. de beteeke- pan dit ambt in die dagen. In betrek- |i korten tijd echter is onze gemeente [een gewoon plattelandsdorpje in een k villadorp herschapen. Evenals deze [hike verandering onderging ook de Sente-administratie ln gelijken tred [roering. Het ambt van gemeente-ont- «er, is dan ook een functie van betee- geworden. [hebt zich in de bijna 49 jaren van uw kenaarsloopbaan aan die geweldige [tderingen in de administratie op een pdere wijze weten aan te passen, k. schetste dan den oud-ontvanger als tript eerlijk plichtsgetrouw ambtenaar, [steeds correct jegens superieuren en lllend tegen het publiek is geweest, kr.s de gemeente brengen wij u daar- oprechten dank. k. feliciteerde den heer Lubbe op de- eersten dag van zijn ambteloos leven brak de hoop uit dat hij nog lang van welverdiende rust zal mogen genieten. Uit het Engelsch door A. TREUB. had al gauw de liefde van j® Chinees voor de pikante kamenier Mdekt, en twee jaren de vreemde vrijage Kemerkt. Nina genoot er van scheid- worden te gebruiken voor den grinni- SMen Hemeling, die hij aannam alsof S grootste loftuitingen waren, en Lee "atig beantwoordde ze met vreemde en jtkelijke schotels, die hij voor haar al- - bereidde. Nu en dan, zooals dezen otgen, luchtte Lee Wang zijn jaloesie r achter Spencer te kruipen, en achter n rug van den butler griezelige bewegrn- en met het leelijkste mes uit het keuken- Partement te maken. Ongelukkig voor zelf, deed hij zijn schijnbewegingen "geteld gaan van er bij behoorende, nde Chineesche vloeken, en Spencer .™e zich kalm om en gaf Lee Wang een slaag, alsof deze een ondeugend kind i, wat inderdaad het geval was. zoo- •7. W) steeds zeide, wanneer miss Enid -n over zijn veiligheid ongerust maakte, .berispte Lee Wang verwijtend, en de ees, vroeg vol berouw, vergiffenis, met en in zijn slimme oogen, en beloofde "hooit weer te doen. -Jj= chauffeur, een jonge man, die in een kamertje woonde achter den alleen garage, welke aan het einde van oprijlaan stond, die van het hek langs j. nuu liep en aan een hoek van het kJ* grasveld aan de achterzijde ein- Sh ^te dikwijls den vromen wensch Si ®t de Chinees de brutale Fransche ïï?,,Wu trouwen en haar den hals zou C™®! Maar Spencer zei hem, dat «loop te gelukkig was, om op te Als blijk van waardeering werd hem een zilveren sigarenkist met als Inscriptie het wapen van Oegstgeest en de data 27 April 18831 Maart 1932 ter hand gesteld. Zichtbaar bewogen dankte de heer Lubbe voor de van zoo groote waardeering getui gende woorden en het prachtige bewijs van erkentelijkheid. Er is nu eenmaal eer. tijd van komen en van gaan, en hoewel het gaan altijd tot weemoed stemt, dankt hij toch God die hem kracht gaf zijn ambt van ontvanger bijna een halve eeuw te vervullen. Het was hem wel zeer aangenaam op deze wijze dank te worden gezegd, maar zeker was het hem dubbel aangenaam dit te mogen hooren uit den mond van burge meester Van Gerrevink. die wel het meest bevoegd is. het werk aan dit ambt ver bonden. te kunnen beoordeelen. Een zoo grooten lof echter, vervolgde spr. komt mij niet toe. Want ik heb slechts mijn plicht gedaan, hetgeen ik bij de aan vaarding onder eede heb bevestigd. Na in welgekozen woorden het college van B. en W. bedankt te hebben voor de betoonde welwillendheid en ondervonden vriendschap, richtte spr. zich tot den se cretaris, den heer R, Reitsma voor zijn betoonde belangstelling en hulp tijdens zijn ziekte. Hij hoopte nog eenigen tijd als ambteloos burger van den groei en bloei te mogen genieten van de gemeente Oegst geest, welke hem zoo lief is. Aanvankelijk was het .plan vastgesteld, dat een deputatie van het ambtenaren corps een afscheidsbezoek zoude brengen, maar de heer Lubbe had de wensch te kennen gegeven het geheele corps, van den iioogsten tot den laagsten ambtenaar voor dit doel te willen ontvangen. In den namiddag dan. kwamen alle ambtenaren ton huize van den heer Lubbe om afscheid te nemen. De heer Reitsma sprak hier namens allen als volgt: Deze dag mocht volgens ons ambtenaren in geen geval onopgemerkt voorbijgaan. Wij stellen uw gevoelen op prijs om van ons allen afscheid te willen nemen. U, immers werd door ons beschouwd, als de nestor van het ambtenarencorps en in den waren zin als den bewaarder van de schatkist. Uw staat van dienst is lang durig geweest maar ook eervol, want 49 jaar is bijna een menschenleven. Uw ontvangerschap heeft met den groei van de gemeente Oegstgeest gelijken tred gehouden, hetgeen spr. aantoonde aan den omzet p. m. (6 millioen). U hebt thans den leeftijd der sterken overtreden (70 jaar). Wij ambtenaren mo gen u dien leeftijd benijden, want het per centage ambtenaren dat den pensioenge rechtigden leeftijd bereikt is zeer gering. Wij begrijpen dat het nemen van dit besluit u veel moeite heeft gekost en heb ben dit noode tegemoet gezien. Juist dit is het, dat de achting, bij ons ambtenaren doet stijgen. Wat thans in u gebeurd, zal ook ons een maal gebeuren n.l. het plaats maken voor een opvolger. De gemeente verliest in u als ambtenaar iemand van welk soort er slechts weinigen zijn te vinden, n.l. een voorbeeld van nauwe plichtsbetrachting en getrouwheid. God geve u nog menig jaar van rustig leven, aldus eindigde spr. Namens alle ambtenaren bood de heer Reitsma den scheidenden ambtenaar als aandenken een prachtig olieverf-schilderij in gouden lijst aan. Zijn dochter, mej. Lubbe ontving een vaas met bloemen. Zeer onder den indruk dankte de heer Lubbe. waarmede deze intieme plechtig heid beëindigd was. 4835 hopen, en de chauffeur moest het met tegenzin toegeven. Niet lang geleden had Spencer overwo gen of het niet raadzaam was sir Peter op de hoogte te brengen van zijn afstraffings maatregelen tegenover Lee Wang, maar het was niet zoozeer de stem van zijn ge weten, als wel zijn nieuwsgierigheid, die hem dien avond hierover met sir Peter deed spreken. En in de manier, waarop sir Peter zijn bericht ontvangen had, vond Spencer veel om te overpeinzen, zoodat hij. toen hij enkele oogenblikken niets te doen had, in een afgezonderd hoekje van de hall ging zitten en zijn gedachten over een nieuw vermoeden liet gaan. Na uit de studeerkamer weggestuurd te zijn, was Nina naar de keuken gegaan en keek kwaad toe hoe Lee Wang zijn pas opgedane kwetsuren met vet insmeerde, terwijl hij het geheele blanke ras met uit roeiing bedreigde. Hij keek op, toen zij binnenkwam, en zag den toorn in haar oogen. Hallo, riep hij uit. Waarom? Nina gaf geen antwoord. Lee Wang haalde diep adem. Waar Spencer? vroeg hij achter dochtig. Waarom moet ik dat weten? ant woordde het meisje boos. Lee Wang hield even op met wrijven en zijn trekken trokken zich in wreeden toorn samen. Alles leugen, zei hij dreigend. Je ziet Spencer op alle tijden. Nu zal ik hem zien! En hij knikte met het hoofd, terwijl hij extra gauw ging wrijven. Nina keek minachtend, naar Lee Wang, en toen naar den gootsteen, die vol met vuile schalen stond. Wasch jij de schalen maar, beval ze kortaf. Lee Wang waschte de schalen. En toen hij daarmede klaar was, zocht hij een mooi tafelmes uit den voorraad en stak dat te zijn mouw. Nina zag hem met een zeker genoegen de keuken uit gaan. Zij voelde, dat zij op dat oogenblik ook moordlustig was, maar zij begreep, dat het meeste wat zij kon verwachten was, dat Lee Wang dien dag voor den tweeden keer afgeranseld zou worden. HOOFDSTUK IV. Sir Peter ging ir. zijn stoel zitten, na eenige malen ongeduldig aan het kussen in zijn rug getrokken te hebben. Spencer's vechtlustige moed hinderde hem, en het kussen scheen dientengevolge onhandel baarder dan gewoonlijk. Niet dat hij er den butler van verdacht plannen tegen zijn persoon te koesteren zoo iets was ondenkbaar! maar het vertrouwen, dat hij uitgedrukt had, in Lee Wang's be kwaamheid, om voor zich zelf te zorgen, had slechts een zwakken grond. En Lee Wang had aanspraken op sir Peter's zorg. die niet goed ontkend konden worden. Sir Peter was geen forsch man. Hij was onder gemiddelde lengte, en had geen bij zonder gedistingeerd voorkomen, ondanks zijn aristocratische afkomst. Men kon zelfs wel zeggen, dat hij slungelig liep Zijn karakteristieke houding was die van be studeerde onverschilligheid en minachting vcv de openbare meening. Met zijn han- d diep in zijn zakken, kromme schou ders, voorover gebogen hoofd, de volle lippen vooruit gestoken, zijn lang, grijs haar onbelemmerd over zijn voorhoofd vallend, en zijn diep liggende oogen don ker door zijn pince-nez kijkend, die altijd wat schuin stond, was hij het beeld van norsche macht. Hij was nooit zelfs dragelijk knap ge weest, maar het is twijfelachtig of hij dit ooit begrepen heeft. Lang geleden had een kennis hem gezegd, dat hij geleek op de af beeldingen van Beethoven, maar de po ging tot vleierij was door sir Peter als een opzettelijke beleedigtng opgevat en sinds dien had hij den sterks ten afkeer van alle muziek getoond. Zijn gemoedstoestand verbood hem op iemand anders te lijken dan de laatste van zijn geslacht, den eenigen mannelijken vertegenwoordiger van het oude Huis Brace! De menschen, vooral zij, die zaken met hem te doen hadden, zeiden dat sir Peter Brace geen hart had. Zij hadden het mis. Zijn hart was in zijn familie, en de glorie rijke dagen van zijn machtige voorouders was de krachtige polsslag, die het levend hield. Het eenige doel van zijn leven was, zijn verarmd huis weer in zijn vroegere grootheid te herstellen, zijn eenige eer zucht was, de familiegoederen weer in zijn 'oezit te krijgen, en naar dat doel streefde hij onophoudelijk, hard, en scherp. Waarom hij zoo zijn best hiervoor deed. terwijl hij geen erfgenaam had om de tradities der grootheid voort te zetten, was een geheim, dat hij in zijn borst be sloten hield, en zij, die hem het minst kenden, spotten als zij spraken over een linker balk, die eenmaal het wapenschild van Brace zou sieren; maar hij sloeg geen acht op zijn lasteraars, evenals hij geen acht sloeg op de rest van „het gewone volk", en hij vervolgde den weg, dien hij gekozen had, niet weerhouden door het gemompel van diegenen, welke niet de volle beteekenis kenden van de woorden „Onze familie-eer!" Intusschen achtte hij zich ongelukkig, dat hij in dezen tijd geboren was. Als hij geboren was. toen het huis Brace een macht in Engeland was, toen de mannen hun wapenrusting droegen en de vrouwen zich bezig hielden met borduurramen en spinnewielen, zou hij buiten twijfel zijn geslacht eer hebben aangedaan. Nu was hij niets dan een belachelijk overblijfsel var. een verloren macht een anachronisme, waarover de wereld lachte! Nu. laat ze lachen! mompelde hij, wanneer hij dit punt in zijn gedachten bereikte. Laat ze lachen! De tijd zal komen....,I DE NIEUWE GEMEENTE-OPZICHTER VAN OEGSTGEEST. De heer C. F. W. Rietveld. Met Ingang van 1 April 1932 is benoemd tot gemeente-opzichter van Oegstgeest en commandant van de brandweer aldaar, de heer C F. W. Rietveld. De heer Rietveld is geboren 9 Juni 1905 te Utrecht en dus 26 jaar oud. Na in Utrecht het M.U.L.O. diploma B behaald te hebben, trad hij in Augustus 1921 ln dienst der gemeente Soest, als volontair op het architectenbureau aldaar. De Nijverheidsavondschool telde hem spoedig tot haar leerlingen. Schriftelijk daartoe opgeleid, behaalde hij in 1926 het diploma voorbereidend examen bouwkun dig opzichter B.N.A., terwijl hij in 1930 voor bouwkundig opzichter B.N.A. slaagde. De heer Rietveld werd met ingang van 1 Februari 1924 benoemd tot teekenaar op het architectenbureau te Soest. In 1920 (October) volgde zijn aanstelling als tee kenaar voor het uitbreidingplan, gas- en grondbedrijf aldaar. Met ingang van 1 Januari 1929 zag hij zich als opzichter- teekenaar belast met den algemeen tech- nischen dienst bij het grondbedrijf en den nieuwbouw in die gemeente. Oegstgeest kent den nieuwen functiona ris van 1 December 1930 af, op welk tijd stip hij aldaar als tijdelijk adjunct-ge- meenteopzichter in functie trad. Met in gang van 1 Januari 1932 volgde de vaste aanstelling en thans de benoeming tot gemeente-opzichter, in de plaats van den heer J. van der Voet. Een prachtige pro motie. die den jongen energieken ambte naar. waarvan in de toekomst nog veel verwacht mag worden, van harte wordt gegund! RECLAME. Een polls der schept kapitaal voor moeilijke tijden". 6775 Uitgesproken: W. Pelle apotheker, te Leiden, Kort Rapenburg 12. Rechter- Com. Mr. G. Scholten, Curator Mr. P. E. Briët te Leiden. H. G. v. K.-K. te O. Er zijn in België veel meer mijnen dan in ons land. De meest bekende anthracietmijnen zijn Anset de Rocour, Argenteau, Bonne Espérance, Petit Bacnu, Hassard (Oheratte) en Patience. J. R„ te O. Secretaris der Leidsche Reddingsbrigade is de heer H. Questroo, Nieuwe Rijn 51, Leiden, die u alle inlich tingen omtrent den cursus in eerste hulp bij ongelukken kan verschaffen. Hij beet boos op zijn sigaar dien avond, en bepaalde zich met moeite bij het finan- cieele nieuws. Hij fronste zijn voorhoofd, toen hij las, dat de boter van Nieuw Zee land in Londen genoteerd was voor 138 sh. en maakte snel bij zich zelf bereke ningen, toen het tot hem doordrong, dat iemand zachtjes zong. Hij keerde zich snel om en zag zijn dochter van het open raam naar de talel komen, en hij zag met af keer, dat zij plan had frissche bloemen te doen in de vaas van Nieuw Zeelandsch nephriet, die naast zijn sigarenkist stond en waarvan hij zei, dat zij de vloek van zijn leven was. Waarom hij het ding niet weggooide, kon hij zelf nooit begrijpen. Het beroerde ding wou nooit blijven staan. Enid Brace was iets langer dan haar vader, en hoewel zij niet bepaald mooi was, had zij die zekere bekoorlijkheid, die meer is dan schoonheid. Haar trekken waren regelmatig, open en oprecht, en men noemde haar een ernstig meisje. Zij hield van ernstige boeken en ernstige poëzie, en evenals de meeste ernstige men schen, had zij een blijvend gevoel voor humor. Enid Brace koesterde ook groote liefdé voor haar vader een liefde, die wortelde in medelijden met hem. Zij begreep de tragedie van zijn trots en van rijn kort huwelijksleven. Zij begreep zijr. onvermo gen om zich vrienden te maken, zijn IJdel heid en het doel van zijn werk. Zij wist, dat ergens achter zijn masker van aan matiging, liefde tot eerlijkheid, en recht vaardigheid school, en zij betreurde het, dat de omstandigheden hem geplaatst hadden in een land waar men hem zoo weinig begreep. Wat haar zelf betrof, rij genoot van de vrijheid, die het leven in dit jonge en welvarende land kenmerkte, maar zij wist. dat sir Peter heimwee had naar de golvende velden van Berkshire en naar het landschap, dat met de jaargetij den veranderde. .CWordt vervolgd.);

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9