(JA*1
DE ONTWAPENINGS-CONFERENTIE.
„ARNHEM"
ASPIRIN
lie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 2 Maart 1932
Derde Blad
No. 22071
Er bestaat slechts één Aspirin!
AFSCHEID
l/N DEN HEER G. LUBBE.
FEUILLETON.
)e Geheimzinnige Inbreker
DE HEER C. F. W. RIETVELD
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
FAILLISSEMENTEN.
VRAGENRUBRIEK.
RECLAME.
Wel is er veel namaak. Dat bewijst,
hoe goed Aspirin is. Hef bewijst echler
nog lang niet, dat namaak even goed
is. Integendeel, alleen de origineele
Aspirin-Tabletten met het ingestempeU
de Bayer-kruis kunnen U de onaantast
bare kwaliteit, zuiverheid en on
schadelijkheid gararideeren.
eenig op de wereld
Let op den oranje band. Prijs 75 cfs.
Ook de vierde week gaf reden tot tevredenheid.
Commissiebesprekingen „binnen het kader" van
het ontwerp-conventie der commissie-Loudon.
De nieuwbenoemde politieke commissie - Waarom
geen onmiddellijke totale ontwapening?
Genève,
Februari 1932.
Ook de vierde week der Ontwapenings
conferentie heeft geen ongelukken ge
bracht. Nadat na verloop van de eerste
helft dezer week kon worden vastgesteld,
dat de algemeene beschouwingen, waar
aan de woordvoerders van 50 staten heb
ben deelgenomen, wel het voortbestaan
van diepgaande meeningsverschillen had
den aangetoond, doch toch oók de moge
lijkheid van een accoord hadden openge
laten. heeft de conferentie in de tweede
helft der vierde week een tweede klip ge
lukkig omzeild, de klip der procedure
kwesties. Eenstemmig zijn de besluiten
getroffen, die de verdere werkwijze der
Ontwapeningsconferentie geregeld heb
ben. De welwillende, iederen aanstoot ver
mijdende toon der algemeene discussies
en de eenstemmigheid, waarmede de be
slissingen over de kwesties van procedure
genomen zijn, mogen ons natuurlijk niet
in de illusie doen vervallen, dat eenzelfde
geest van tegemoetkomendheid steeds
heerschen zal, wanneer straks in princi-
pieele zakelijke kwesties belangrijke be
sluiten omtrent de toekomstige bewape
ning zullen moeten genomen worden. Doch
de inschikkelijkheid, waarmede over de
groote kwesties van procedure gesproken is
bevestigt den door de algemeene beschou
wingen gewekten indruk, dat alle delega
ties zich bewust zijn van het groote alge
meene belang voor alle staten gemeen
schappelijk, dat thans op het spel staat.
Uit dit besef zal in de volgende weken en
maanden de bereidwilligheid tot het doen
van wederzijdsche concessies moeten ge
boren worden, zonder welke bereidwillig
heid een slagen der conferentie niet mo
gelijk is. In dezen zin kan men van de
vierde week verklaren, dat ook zij een be
vredigend verloop heeft gehad.
De eerste moeilijkheid, die de conferen
tie (dit wil zeggen de „algemeene Com
missie", die nu verder de leiding in han
den heeft en waarin alle 59 aan de confe
rentie deelnemende staten, zooals lk nog
maals meen te moeten herhalen, vertegen
woordigd zijn) na afloop der algemeene
beschouwingen te overwinnen had. was de
volgende. Er bestond een ontwerp-con
ventie van de voorbereidingscommissie-
Loudon, dat bestemd was geweest als
„grondslag" der verdere besprekingen te
dienen. Er bestonden de bekende Fransche
en Duitsche voorstellen, er bestonden
voorstellen van de Sovjetregeering en van
Turkije, en een groot aantal delegaties
hadden op verzoek van het bureau der
conferentie de voornaamste wenschen,
door haar woordvoerder tijdens de alge
meene beschouwingen uitgesproken, nog
eens in korten preciesen vorm schriftelijk
geformuleerd. De vraag was nu, hoe de
commissies ai die verschillende denkbeel
den zouden gaan behandelen.
De Franschen hadden gewild, dat het
ontwerp-conventie der commissie-Loudon
de „grondslag" der verdere besprekingen
zou blijven. Natuurlijk zouden hierop aan
vullingen en wijzigingsamendementen
kunnen worden voorgesteld, doch de con
ferentie zou dan toch door het ontwerp-
Loudon tot „grondslag" te verklaren een
zekere sympathie voor de grondgedachten
van dit ontwerp uitspreken. Hiervan wil
den de Duitschers, die steeds het ontwerp-
conventie voor onaannemelijk hadden
verklaard, niets weten. Vooral niet, omdat
het ontwerp-conventie een artikel 53 be
vat, volgens hetwelk alle ontwapenings
bepalingen van bestaande verdragen, dus
ook van het verdrag van Versailles, in
stand blijven, 4oodat Duitschland door
onderteekening der nieuwe Geneefsche
conventie nogmaals zijn toestemming tot
de eenzijdige Duitsche ontwapening van
Versailles geven zou.
Men verwachtte daarom een harden
Fransch-Duitschen strijd over dit punt in
de „algemeene" commissie. Voor dit doel
zou Tardieu dan ook met een extra-trein
naar Genève zijn gekomen! Hij moest zijn
rede echter onuitgesproken laten. Want
het was Sir John Simon gelukt de Duit
schers ertoe te bewegen goed te vinden,
dat de komende besprekingen althans
„binnen het kader" van het ontwerp-
Loudon zouden plaats vinden, een ietwat
zachteren vorm dan het door de Fran
schen gewilde „op den grondslag". En daar
Simon ook Tardieu overreed had met deze
uitdrukking genoegen te nemen, kwam
van het verwachte gevecht Tardieu-
Nadolny niets en bleef alles dien dag pays
en vree.
Den volgenden dag dreigde nu een
nieuwe moeilijkheid. Men moest nu vast
stellen. welke commissies de verdere
besprekingen van alle ter sprake gebrachte
denkbeelden omtrent den inhoud der con
ventie „binnen het kader" van het
ontwerp-Loudon zouden voeren. Men was
het spoedig eens. dat bijzondere commis
sies zouden worden geschapen voor kwes
ties van de landmacht, de zeemacht, de
luchtmacht en de militaire uitgaven. Doch
Tardieu wenschte ook een bijzondere
commissie voor „politieke" vraagstukken,
zooals df Fransche voorstellen. De andere
leden der algemeene commissie keken
elkander wat verbluft aan. Wat kon Tar-
dieu's bedoeling met dit voorstel zijn? Was
deze „algemeene" commissie, waarin alle
delegaties door hun kopstukken vertegen
woordigd zijn. niet het aangewezen
lichaam voor zulke politieke besprekingen?
Zij uitten dus hun twijfel over het nut van
zulk een nieuwe commissie. Sir John
Simon, Nadolny, Grandi, Gibson, professor
Rutgers spraken zich achtereenvolgens
allen In dien zin uit.'Doch Tardieu hield
voet bij stuk. Hij bleef een afzonderlijke
commissie voor de Fransche voorstellen
wenschen. Deze aandrang van den Fran
schen minister-president was begrijpelijk.
Hij kon toch niet na zijn reis per extra-
trein naar Genève in de Fransche hoofd
stad terugkeeren met alleen een onuit
gesproken redevoering in zijn zak? De
anderen zagen dit blijkbaar ten slotte ook
in en gunden Tardieu zijn bijzondere poli
tieke commissie. Doch toen deze vanoch
tend haar bureau moest kiezen, koos zij
precies dezelfden, die het bureau der aige-
meene commissie vormen: Henderson als
voorzitter, Politis onder-voorzitter. Benes
rapporteur. Zoo gelijken nu de „alge
meene" en de „politieke" commissie op
elkander als twee druppels water. Formeel
was de overwinning bij Tardieu, in werke
lijkheid bij de anderen. Ach, konden alle
meeningsverschillen op zoo elegante wijze
tot bevrediging van alle partijen worden
uit den weg geruimd!
De eenige, die totdusverre niet aan een
nederlaag ontsnappen kon, was Litvinow.
Zijn voorstel, dat de conferentie een con
ventie voor onmiddellijke totale ontwape
ning zou sluiten, werd met algemeene
stemmen, op die van Soyjetrusland en
Turkije na, verworpen. Litvinow had het
natuurlijk niet anders verwacht. Maar hij
was wel gedwongen dit voorstel te doen,
alvorens met de anderen te gaan samen
werken voor beperking en vermindering
van bewapening. Bovendien heeft de ver
werping van zijn voorstel voor de commu
nisten het propagandistische voordeel,
dat zij thans tegen de kapitalistische re
geeringen nieuwe verwijten kunnen
richten.
Waarom wilde, behalve Turkije, niemand
Litvinow's voorstel, dat knap en zakelijk
verdedigd werd, aanvaarden? In theorie
was Litvinow's betoog, dat algeheele ont
wapening de grootste veiligheidwaarborg
is, overtuigend. Maar kan men b.v. den
Polen kwalijk nemen, dat zij bevreesd zijn
voor Duitschen druk, om Dantzig en
Opper-Silezië terug te krijgen, wanneer
Frankrijk en Polen geheel ontwapend
zouden zijn? En dan is er nog het gevaar
van de wereldrevolutie. Litvinow praat
thans heel gematigd, ontkent dat de
Sovjetregeering zich in de binnenlandsche
aangelegenheden der andere staten zou
willen mengen. Doch de Madariaga's fabel
van de ontwapeningsconferentie der die
ren was toch den meesten toehoorders
naar het hart gesproken. Hij vertelde, hoe
de leeuw wenschte, dat de adelaar zijn
vleugels zou prijs geven, hoe de adelaar
erop aandrong, dat de buffel afstand van
zijn hoorns zou doen. hoe de buffel eischte
dat de klauwen van den tijger zouden ver
dwijnen en hoe de beer, dit alles verne
mend. blijmoedig tot de anderen sprak:
„Prachtig, ontwapent U allen, dan zal ik
U allen liefdevol omarmen!" En de gees
tige Spanjaard maakte een beweging, die
allen in herinnering bracht, hoe doodelijk
zulk een omarming van den sterken Rus-
sischen beer zou kunnen zijn!
ALS GEMEENTE-ONTVANGER
VAN OEGSTGEEST,
I
De heer G. Lubbe.
Lieren werden B. en W. ten huize van
[scheidenden gemeente-ontvanger van
Ltgeest. den heer G. Lubbe, ontvan-
om aldaar geheel in intiemen kring
beid te nemen.
I burgemeester, de heer A. J. van Ger-
tc sprak daarbij ongeveer het vol
te:
Seals wel te begrijpen, is door ons col-
overwogen op welke wijze wij van u,
Sheer Lubbe, afscheid zouden nemen
[het einde van uw taak als gemeente-
[anger zou aanbreken. Wij hebben, in
Inerkmg nemende uw gezondheidstoe-
hd. gemeend dit niet in een openbare
Edering van den Gemeenteraad te
[ten doen, maar u daartoe een intiem
fcs te brengen.
I in herinnering gebracht te hebben
fenoeming tot gemeente-ontvanger den
k April 1883. schetste spr. de beteeke-
pan dit ambt in die dagen. In betrek-
|i korten tijd echter is onze gemeente
[een gewoon plattelandsdorpje in een
k villadorp herschapen. Evenals deze
[hike verandering onderging ook de
Sente-administratie ln gelijken tred
[roering. Het ambt van gemeente-ont-
«er, is dan ook een functie van betee-
geworden.
[hebt zich in de bijna 49 jaren van uw
kenaarsloopbaan aan die geweldige
[tderingen in de administratie op een
pdere wijze weten aan te passen,
k. schetste dan den oud-ontvanger als
tript eerlijk plichtsgetrouw ambtenaar,
[steeds correct jegens superieuren en
lllend tegen het publiek is geweest,
kr.s de gemeente brengen wij u daar-
oprechten dank.
k. feliciteerde den heer Lubbe op de-
eersten dag van zijn ambteloos leven
brak de hoop uit dat hij nog lang van
welverdiende rust zal mogen genieten.
Uit het Engelsch door A. TREUB.
had al gauw de liefde van
j® Chinees voor de pikante kamenier
Mdekt, en twee jaren de vreemde vrijage
Kemerkt. Nina genoot er van scheid-
worden te gebruiken voor den grinni-
SMen Hemeling, die hij aannam alsof
S grootste loftuitingen waren, en Lee
"atig beantwoordde ze met vreemde en
jtkelijke schotels, die hij voor haar al-
- bereidde. Nu en dan, zooals dezen
otgen, luchtte Lee Wang zijn jaloesie
r achter Spencer te kruipen, en achter
n rug van den butler griezelige bewegrn-
en met het leelijkste mes uit het keuken-
Partement te maken. Ongelukkig voor
zelf, deed hij zijn schijnbewegingen
"geteld gaan van er bij behoorende,
nde Chineesche vloeken, en Spencer
.™e zich kalm om en gaf Lee Wang een
slaag, alsof deze een ondeugend kind
i, wat inderdaad het geval was. zoo-
•7. W) steeds zeide, wanneer miss Enid
-n over zijn veiligheid ongerust maakte,
.berispte Lee Wang verwijtend, en de
ees, vroeg vol berouw, vergiffenis, met
en in zijn slimme oogen, en beloofde
"hooit weer te doen.
-Jj= chauffeur, een jonge man, die in een
kamertje woonde achter den alleen
garage, welke aan het einde van
oprijlaan stond, die van het hek langs
j. nuu liep en aan een hoek van het
kJ* grasveld aan de achterzijde ein-
Sh ^te dikwijls den vromen wensch
Si ®t de Chinees de brutale Fransche
ïï?,,Wu trouwen en haar den hals zou
C™®! Maar Spencer zei hem, dat
«loop te gelukkig was, om op te
Als blijk van waardeering werd hem een
zilveren sigarenkist met als Inscriptie het
wapen van Oegstgeest en de data 27 April
18831 Maart 1932 ter hand gesteld.
Zichtbaar bewogen dankte de heer Lubbe
voor de van zoo groote waardeering getui
gende woorden en het prachtige bewijs
van erkentelijkheid.
Er is nu eenmaal eer. tijd van komen en
van gaan, en hoewel het gaan altijd tot
weemoed stemt, dankt hij toch God die
hem kracht gaf zijn ambt van ontvanger
bijna een halve eeuw te vervullen.
Het was hem wel zeer aangenaam op
deze wijze dank te worden gezegd, maar
zeker was het hem dubbel aangenaam dit
te mogen hooren uit den mond van burge
meester Van Gerrevink. die wel het meest
bevoegd is. het werk aan dit ambt ver
bonden. te kunnen beoordeelen.
Een zoo grooten lof echter, vervolgde spr.
komt mij niet toe. Want ik heb slechts
mijn plicht gedaan, hetgeen ik bij de aan
vaarding onder eede heb bevestigd.
Na in welgekozen woorden het college
van B. en W. bedankt te hebben voor de
betoonde welwillendheid en ondervonden
vriendschap, richtte spr. zich tot den se
cretaris, den heer R, Reitsma voor zijn
betoonde belangstelling en hulp tijdens
zijn ziekte. Hij hoopte nog eenigen tijd als
ambteloos burger van den groei en bloei
te mogen genieten van de gemeente Oegst
geest, welke hem zoo lief is.
Aanvankelijk was het .plan vastgesteld,
dat een deputatie van het ambtenaren
corps een afscheidsbezoek zoude brengen,
maar de heer Lubbe had de wensch te
kennen gegeven het geheele corps, van den
iioogsten tot den laagsten ambtenaar voor
dit doel te willen ontvangen.
In den namiddag dan. kwamen alle
ambtenaren ton huize van den heer Lubbe
om afscheid te nemen. De heer Reitsma
sprak hier namens allen als volgt:
Deze dag mocht volgens ons ambtenaren
in geen geval onopgemerkt voorbijgaan.
Wij stellen uw gevoelen op prijs om van
ons allen afscheid te willen nemen.
U, immers werd door ons beschouwd,
als de nestor van het ambtenarencorps en
in den waren zin als den bewaarder van
de schatkist. Uw staat van dienst is lang
durig geweest maar ook eervol, want 49
jaar is bijna een menschenleven.
Uw ontvangerschap heeft met den groei
van de gemeente Oegstgeest gelijken tred
gehouden, hetgeen spr. aantoonde aan den
omzet p. m. (6 millioen).
U hebt thans den leeftijd der sterken
overtreden (70 jaar). Wij ambtenaren mo
gen u dien leeftijd benijden, want het per
centage ambtenaren dat den pensioenge
rechtigden leeftijd bereikt is zeer gering.
Wij begrijpen dat het nemen van dit
besluit u veel moeite heeft gekost en heb
ben dit noode tegemoet gezien. Juist dit
is het, dat de achting, bij ons ambtenaren
doet stijgen.
Wat thans in u gebeurd, zal ook ons een
maal gebeuren n.l. het plaats maken voor
een opvolger.
De gemeente verliest in u als ambtenaar
iemand van welk soort er slechts weinigen
zijn te vinden, n.l. een voorbeeld van
nauwe plichtsbetrachting en getrouwheid.
God geve u nog menig jaar van rustig
leven, aldus eindigde spr.
Namens alle ambtenaren bood de heer
Reitsma den scheidenden ambtenaar als
aandenken een prachtig olieverf-schilderij
in gouden lijst aan.
Zijn dochter, mej. Lubbe ontving een
vaas met bloemen.
Zeer onder den indruk dankte de heer
Lubbe. waarmede deze intieme plechtig
heid beëindigd was.
4835
hopen, en de chauffeur moest het met
tegenzin toegeven.
Niet lang geleden had Spencer overwo
gen of het niet raadzaam was sir Peter op
de hoogte te brengen van zijn afstraffings
maatregelen tegenover Lee Wang, maar
het was niet zoozeer de stem van zijn ge
weten, als wel zijn nieuwsgierigheid, die
hem dien avond hierover met sir Peter
deed spreken. En in de manier, waarop
sir Peter zijn bericht ontvangen had, vond
Spencer veel om te overpeinzen, zoodat
hij. toen hij enkele oogenblikken niets te
doen had, in een afgezonderd hoekje van
de hall ging zitten en zijn gedachten over
een nieuw vermoeden liet gaan.
Na uit de studeerkamer weggestuurd te
zijn, was Nina naar de keuken gegaan en
keek kwaad toe hoe Lee Wang zijn pas
opgedane kwetsuren met vet insmeerde,
terwijl hij het geheele blanke ras met uit
roeiing bedreigde. Hij keek op, toen zij
binnenkwam, en zag den toorn in haar
oogen.
Hallo, riep hij uit. Waarom?
Nina gaf geen antwoord.
Lee Wang haalde diep adem.
Waar Spencer? vroeg hij achter
dochtig.
Waarom moet ik dat weten? ant
woordde het meisje boos.
Lee Wang hield even op met wrijven en
zijn trekken trokken zich in wreeden toorn
samen.
Alles leugen, zei hij dreigend. Je ziet
Spencer op alle tijden. Nu zal ik hem
zien! En hij knikte met het hoofd, terwijl
hij extra gauw ging wrijven.
Nina keek minachtend, naar Lee Wang,
en toen naar den gootsteen, die vol met
vuile schalen stond.
Wasch jij de schalen maar, beval ze
kortaf.
Lee Wang waschte de schalen. En toen
hij daarmede klaar was, zocht hij een
mooi tafelmes uit den voorraad en stak
dat te zijn mouw.
Nina zag hem met een zeker genoegen
de keuken uit gaan. Zij voelde, dat zij op
dat oogenblik ook moordlustig was, maar
zij begreep, dat het meeste wat zij kon
verwachten was, dat Lee Wang dien dag
voor den tweeden keer afgeranseld zou
worden.
HOOFDSTUK IV.
Sir Peter ging ir. zijn stoel zitten, na
eenige malen ongeduldig aan het kussen
in zijn rug getrokken te hebben. Spencer's
vechtlustige moed hinderde hem, en het
kussen scheen dientengevolge onhandel
baarder dan gewoonlijk. Niet dat hij er
den butler van verdacht plannen tegen
zijn persoon te koesteren zoo iets was
ondenkbaar! maar het vertrouwen, dat
hij uitgedrukt had, in Lee Wang's be
kwaamheid, om voor zich zelf te zorgen,
had slechts een zwakken grond. En Lee
Wang had aanspraken op sir Peter's zorg.
die niet goed ontkend konden worden.
Sir Peter was geen forsch man. Hij was
onder gemiddelde lengte, en had geen bij
zonder gedistingeerd voorkomen, ondanks
zijn aristocratische afkomst. Men kon
zelfs wel zeggen, dat hij slungelig liep Zijn
karakteristieke houding was die van be
studeerde onverschilligheid en minachting
vcv de openbare meening. Met zijn han-
d diep in zijn zakken, kromme schou
ders, voorover gebogen hoofd, de volle
lippen vooruit gestoken, zijn lang, grijs
haar onbelemmerd over zijn voorhoofd
vallend, en zijn diep liggende oogen don
ker door zijn pince-nez kijkend, die altijd
wat schuin stond, was hij het beeld van
norsche macht.
Hij was nooit zelfs dragelijk knap ge
weest, maar het is twijfelachtig of hij dit
ooit begrepen heeft. Lang geleden had een
kennis hem gezegd, dat hij geleek op de af
beeldingen van Beethoven, maar de po
ging tot vleierij was door sir Peter als een
opzettelijke beleedigtng opgevat en sinds
dien had hij den sterks ten afkeer van alle
muziek getoond. Zijn gemoedstoestand
verbood hem op iemand anders te lijken
dan de laatste van zijn geslacht, den
eenigen mannelijken vertegenwoordiger
van het oude Huis Brace!
De menschen, vooral zij, die zaken met
hem te doen hadden, zeiden dat sir Peter
Brace geen hart had. Zij hadden het mis.
Zijn hart was in zijn familie, en de glorie
rijke dagen van zijn machtige voorouders
was de krachtige polsslag, die het levend
hield. Het eenige doel van zijn leven was,
zijn verarmd huis weer in zijn vroegere
grootheid te herstellen, zijn eenige eer
zucht was, de familiegoederen weer in
zijn 'oezit te krijgen, en naar dat doel
streefde hij onophoudelijk, hard, en
scherp. Waarom hij zoo zijn best hiervoor
deed. terwijl hij geen erfgenaam had om
de tradities der grootheid voort te zetten,
was een geheim, dat hij in zijn borst be
sloten hield, en zij, die hem het minst
kenden, spotten als zij spraken over een
linker balk, die eenmaal het wapenschild
van Brace zou sieren; maar hij sloeg geen
acht op zijn lasteraars, evenals hij geen
acht sloeg op de rest van „het gewone
volk", en hij vervolgde den weg, dien hij
gekozen had, niet weerhouden door het
gemompel van diegenen, welke niet de
volle beteekenis kenden van de woorden
„Onze familie-eer!"
Intusschen achtte hij zich ongelukkig,
dat hij in dezen tijd geboren was. Als hij
geboren was. toen het huis Brace een
macht in Engeland was, toen de mannen
hun wapenrusting droegen en de vrouwen
zich bezig hielden met borduurramen en
spinnewielen, zou hij buiten twijfel zijn
geslacht eer hebben aangedaan. Nu was
hij niets dan een belachelijk overblijfsel
var. een verloren macht een anachronisme,
waarover de wereld lachte!
Nu. laat ze lachen! mompelde hij,
wanneer hij dit punt in zijn gedachten
bereikte. Laat ze lachen! De tijd zal
komen....,I
DE NIEUWE GEMEENTE-OPZICHTER
VAN OEGSTGEEST.
De heer C. F. W. Rietveld.
Met Ingang van 1 April 1932 is benoemd
tot gemeente-opzichter van Oegstgeest en
commandant van de brandweer aldaar,
de heer C F. W. Rietveld.
De heer Rietveld is geboren 9 Juni 1905
te Utrecht en dus 26 jaar oud. Na in
Utrecht het M.U.L.O. diploma B behaald te
hebben, trad hij in Augustus 1921 ln dienst
der gemeente Soest, als volontair op het
architectenbureau aldaar.
De Nijverheidsavondschool telde hem
spoedig tot haar leerlingen. Schriftelijk
daartoe opgeleid, behaalde hij in 1926 het
diploma voorbereidend examen bouwkun
dig opzichter B.N.A., terwijl hij in 1930
voor bouwkundig opzichter B.N.A. slaagde.
De heer Rietveld werd met ingang van
1 Februari 1924 benoemd tot teekenaar op
het architectenbureau te Soest. In 1920
(October) volgde zijn aanstelling als tee
kenaar voor het uitbreidingplan, gas- en
grondbedrijf aldaar. Met ingang van 1
Januari 1929 zag hij zich als opzichter-
teekenaar belast met den algemeen tech-
nischen dienst bij het grondbedrijf en den
nieuwbouw in die gemeente.
Oegstgeest kent den nieuwen functiona
ris van 1 December 1930 af, op welk tijd
stip hij aldaar als tijdelijk adjunct-ge-
meenteopzichter in functie trad. Met in
gang van 1 Januari 1932 volgde de vaste
aanstelling en thans de benoeming tot
gemeente-opzichter, in de plaats van den
heer J. van der Voet. Een prachtige pro
motie. die den jongen energieken ambte
naar. waarvan in de toekomst nog veel
verwacht mag worden, van harte wordt
gegund!
RECLAME.
Een polls der
schept kapitaal voor moeilijke tijden".
6775
Uitgesproken: W. Pelle apotheker, te
Leiden, Kort Rapenburg 12. Rechter-
Com. Mr. G. Scholten, Curator Mr. P. E.
Briët te Leiden.
H. G. v. K.-K. te O. Er zijn in België
veel meer mijnen dan in ons land. De meest
bekende anthracietmijnen zijn Anset de
Rocour, Argenteau, Bonne Espérance, Petit
Bacnu, Hassard (Oheratte) en Patience.
J. R„ te O. Secretaris der Leidsche
Reddingsbrigade is de heer H. Questroo,
Nieuwe Rijn 51, Leiden, die u alle inlich
tingen omtrent den cursus in eerste hulp
bij ongelukken kan verschaffen.
Hij beet boos op zijn sigaar dien avond,
en bepaalde zich met moeite bij het finan-
cieele nieuws. Hij fronste zijn voorhoofd,
toen hij las, dat de boter van Nieuw Zee
land in Londen genoteerd was voor 138
sh. en maakte snel bij zich zelf bereke
ningen, toen het tot hem doordrong, dat
iemand zachtjes zong. Hij keerde zich snel
om en zag zijn dochter van het open raam
naar de talel komen, en hij zag met af
keer, dat zij plan had frissche bloemen te
doen in de vaas van Nieuw Zeelandsch
nephriet, die naast zijn sigarenkist stond
en waarvan hij zei, dat zij de vloek van
zijn leven was. Waarom hij het ding niet
weggooide, kon hij zelf nooit begrijpen.
Het beroerde ding wou nooit blijven staan.
Enid Brace was iets langer dan haar
vader, en hoewel zij niet bepaald mooi
was, had zij die zekere bekoorlijkheid, die
meer is dan schoonheid. Haar trekken
waren regelmatig, open en oprecht, en
men noemde haar een ernstig meisje. Zij
hield van ernstige boeken en ernstige
poëzie, en evenals de meeste ernstige men
schen, had zij een blijvend gevoel voor
humor.
Enid Brace koesterde ook groote liefdé
voor haar vader een liefde, die wortelde
in medelijden met hem. Zij begreep de
tragedie van zijn trots en van rijn kort
huwelijksleven. Zij begreep zijr. onvermo
gen om zich vrienden te maken, zijn IJdel
heid en het doel van zijn werk. Zij wist,
dat ergens achter zijn masker van aan
matiging, liefde tot eerlijkheid, en recht
vaardigheid school, en zij betreurde het,
dat de omstandigheden hem geplaatst
hadden in een land waar men hem zoo
weinig begreep. Wat haar zelf betrof, rij
genoot van de vrijheid, die het leven in dit
jonge en welvarende land kenmerkte,
maar zij wist. dat sir Peter heimwee had
naar de golvende velden van Berkshire en
naar het landschap, dat met de jaargetij
den veranderde.
.CWordt vervolgd.);