DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE
lementair overzicht
kerk- en sch00lnieuws.
faillissementen.
feuilleton.
Geheimzinnige Inbreker
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 24 Februari 1932
Derde Blad
No. 22065
'\ucht di,
v>ch* dj.
T0£t&eït
NA DRIE WEKEN
tweede kamer.
de nieuwe commies
griffier.
öorzitter had de witte das om. Be-
t er de een andere plechtigheid
plaats hebben,
vas ook zoo.
nieuwbenoemde commies-griffier,
hepel. werd beëedigd en nam zit-
na door den Voorzitter te zijn ge-
enscht. De nieuwe commies-grif-
nog zeer jeugdig, pas 24 jaar.
interpellatie.
eer Albarda vroeg aan de Kamer
voor het houden van een interpel-
ver het zenden van de torpedo-ja-
n Galen naar Sjanghai en over
egelen tegen oorlogs-leveranties door
ndsche firma's aan de mogendhe-
het Oosten.
ver wordt Donderdag beslist.
kortingswetje. - de minister
stelt de portefeuille
kwestie en wint.
Kamer is daarna voortgegaan met
andeling van het wetsontwerp in-
orting op de uitkeeringen aan ge
in en provincies en de daarop in
de amendementen,
komen was een voorstel van den
ottenbelt. en andere liberalen, om
etsontwerp met de amendementen
-n nieuw afdeelings-onderzoek te
erpen, aangezien die amendemen-
ii het ontwerp een geheel ander
zouden geven. De Kamer dient
tig te kunnen bezien. Doch de heer
n Tempel was van oordeel, dat de
r het ontwerp diende af te doen. Wie
t verslag van een nieuw afdeelings-
-ek moeten beantwoorden? De
Uers der amendementen? Spr. pro-
de tegen de indiening van deze
ementen, die feitelijk een geheel
wetsontwerp beteekenen. Ook de
Schokking bestreed het voorstel-
-belt. dat nog door enkele andere
rs werd behandeld, waarbij ook mr.
erk. die zich wèl voor een nieuw
i-onderzoek verklaarde. omdat
op die manier de noodige gegevens
n nieuw onderzoek verkregen kun-
rden Alleen zoo is een rustige be
ng mogelijk. Doch de heer Mar-
sprak weer in anderen geest: het
hier een eenvoudig en onschuldig
waarover een spoedige beslissing
-ht was.
Voorzitter deelde mede. dat, wordt
"rstel-Knottenbelt aangenomen, hij
ntwerp en de amendementen de
"e week in de afdeelingen zou wil
ligen.
de heer van den Tempel uitriep:
hebben de voorstellers der
menten geen initiatief-voorstellen
d?". antwoordde mr. Heemskerk:
Je leden der Kamer hebben zulke
kelde zenuwen, dat zij ieder
k vragen stellen of initiatief-voor
indienen!" (Groote vroolijkheid).
foorstel-Knottenbelt (nieuw afdee-
(ierzoek) is daarna met 48 tegen
men verworpen.
a de Kamer overging tot de be-
g van art. 1 van het wetsontwerp
e daaroD ingediende, in de laatste
«publiceerde amendementen van
'ende leden. Het wetsontwerp wil,
[men weet, gedurende drie jaar een
heffen op de uitkeeringen aan ge
il van boven 5000 inwoners ten
van 3®/,. van het totaal bedrag
edden en loonen, door iedere ge-
RECLAME.
ie
wordt beter
door
L00I(" 45 en 65 ets.
meente uitgekeerd, behalve wanneer die
wedden en loonen reeds met gemiddeld
3®/o zijn verminderd en de gemeente meer
dan 40 opcenten op de gemeente-fonds
belasting heft. Een amendement-van
Vuuren wilde bovengenoemde korting ver
vangen door één van 6°/o van de totale
uitkeering, en van 3°/o voor gemeenten
die meer dan 40 opcenten heffen. De ver
mindering zou niet plaats hebben, indien
de gemeente meer dan 80 opcenten heft.
Het verband met de salarissen verviel.
Hiernaast wilde dan weer een sub-amen-
dement-Suring de 6®/o vervangen door
4"/o, voor alle gemeenten (boven 5000 in
woners) Een sub-amendement-Smeenk
eindelijk wenschte de korting van 6%>
voor gemeenten met meer dan 40 opcen
ten geheel te schrappen.
Over al deze voorstellen heeft zich een
uitvoerig, zeer technisch en zeer ingewik
keld debat ontwikkeld.
4393
Minister De Geer.
Maar
het is werkelijk overbodig, op al die op
merkingen, over en weer pro en contra de
amendementen aangevoerd, in te gaan.
Door meer dan één spreker werd betoogd,
dat de amendementen feitelijk een geheel
nieuw wetsontwerp beteekenen. Minister
De Geer heeft dit argument niet. onder
schreven, maar deed duidelijk uitkomen,
dat hij het voorstel-Van Vuuren toch geen
verbetering vond, al vond hij geen aanlei
ding het onaannemelijk te verklaren. Het
eerste deel van het amendement (6»/n van
de uitkeering) was, volgens den Minister,
een verbetering voor de grootere gemeen
ten, maar het vervolg er van zou voor be
paalde gemeenten zeker een bezwaar kun
nen zijn, al vormde de vrijstelling voor ge
meenten met meer dan 80 opcenten een
veiligheids-klep. De beide sub-amendemen
ten, hierboven vermeld, achtte de Minister
een verbetering.
En toen kwam de belangrijke verklaring:
verwerping van het wetsontwerp (geamen-
deerd of niet) zou voor de Regeering on- I
aannemelijk zijn.
Dus:
hiermede werd de portefeuille-kwestie j
gesteld, waaraan de Minister den wensch
toevoegde, dat de Kamer de vrijmoedigheid
en de kracht zou vinden het ontwerp te
aanvaarden, w ant hij kon het niet missen.
Na welke verklaring er een sterke span
ning ontstond; 's Ministers zetel stond op
het spel.
Nadat de heer Suring in zijn sub-amen-
dement het percentage van 4 nog in 3 had
veranderd, werd het aangenomen (7713),
waardoor dat van den heer Smeenk ver
vallen was. Maar het amendement-Van
Vuuren werd met vrij groote meerderheid
(5536) verworpen. En toen kwam de
groot beslissing. Wat zou de Kamer nu
doen? Den Minister wippen? Neen. Zij
heeft art. 1 van het ontwerp en daarmee
ook het wetsontwerp zélf met 48 tegen 42
stemmen aangenomen. De tegenstemmers
waren de sociaal-democraten, de vrijzin
nig-democraten, de communisten, de anti
revolutionairen Visscher, Schouten en De
Wilde, de katholieken Suring. Kuiper. Go-
seling, Feber. Guit, Möller, Van Poll, Uyen
en de heer Floris Vos.
Zoo heeft de Minister er dus zijn ontwerp
ongewijzigd doorgekregen.
Op het nippertje.
Als vier leden méér hadden tegenge
stemd, zou hij gevallen zijn. Maar hij werd
gered door de liberalen, want zij waren
van de linkerzijde de eenige groep, die
vóór het ontwerp stemde.
HAGENAAR.
GENEVE, 22 Februari 1932.
De Fïansche regeeringscrisis en het Ja-
pansche ultimatum te Shanghai hebben
aan het einde van de derde week der
Ontwapeningsconferentie de openbare be
langstelling daarvan afgeleid, zoodat de
genen, die na den Duitschen gedelegeerde
Nadolny nog aan het woord zijn geweest,
slechts een schaarsch en weinig opmerk
zaam gehoor trokken. Het was dan ook een
uitkomst, dat plotseling de Volkenbonds
raad op Zaterdagochtend lialftwaalf wilde
bijeenkomen, zoodat Henderson hierin een
aanleiding kon vinden, om de Ontwape
ningsconferentie reeds om elf uur vacan-
tie te geven en wel tot Dinsdag. Zonder
een Fransche delegatie kan de Ontwape
ningsconferentie geen voortgang maken,
zoodat de werkzaamheden thans in een
nog meer vertraagd tempo plaats vinden
dan in de eerste veertien dagen het ge
val was.
Voor de groote meerderheid der gedele
geerden, deskundigen en secretarissen zijn
de thans achter ons liggende drie confe-
rentieweken ware vacantiedagen geweest.
De conferentie, die in de eerste week
slechts héél sporadisch bijeen is gekomen,
heeft in dc tweede en derde week uitslui
tend des ochtends van tien tot halféén
vergaderd. De namiddagen zouden, zooals
het Bureau het plechtig in een officieele
mededeeling verzekerde, „voor de bijeen
komsten van het bureau en van de alge-
meene politieke commissie gereserveerd
blijven." Wij hebben echter slechts één
bijeenkomst van het bureau gehad, terwijl
de politieke commissie voorts éénmaal
voor hoogstens één kwartier is bijeenge
weest, om Henderson te verzoeken ook het
voorzitterschap dezer commissie te willen
bekleeden! Op de andere tien namiddagen,
die voor het bureau en de politieke com
missie „gereserveerd" waren, was er in het
geheel niets te doen!
Wie in de laatste dagen voor het eerst
het gebouw der ontwapeningsconferentie
zou zijn binnengekomen, zou ongetwijfeld
verbaasd en teleurgesteld geweest zijn over
de atmosfeer van onverschilligheid, die
overal heerschte. beneden in de zaal bij
de gedelegeerden, boven op de openbare
tribunes. Vooral de voor de internationale
pers bestemde rijen vertoonden een verba
zingwekkende verlatenheid. De reden daar
van was. dat de redenaars bijna allen de
gewoonte van de woordvoerders der groote
mogendheden gevolgd hebben, om onmid
dellijk. zoodra de minister aan het woord
was gekomen, de rede voor de pers be
schikbaar te stellen. Dit geschiedde na
tuurlijk met de prijzenswaardige bedoeling,
dat geen valsche berichten naar binnen-
of buitenland zouden geseind of getelefo
neerd worden, hetgeen ook zelfs journa
listen, die te goeder ttouw zijn, zou kunnen
overkomen, wanneer zij uitsluitend zouden
moeten afgaan, op hetgeen hun ooren,
menigmaal in een vreemde taal, te verne
men kregen. Het gevolg van deze voorzich
tigheidsmaatregel der gedelegeerden was
echter, dat zij thans voor een vrijwel vol
komen verlaten perstribune spraken. Want
wij allen gaven dé voorkeur er aan de
redevoering op ons gemak in de perszaal te
lezen dan op de tribune. Dit wil zeggen,
voor zooverre het tot een lezing der rede
voeringen heusch kwam. Want menigeen,
die tien dagen achtereen lange uittreksels
uit de redevoeringen der ..groote zeven"
en van vele ministers ook der kleinere
Europeesche staten gegeven had,, „geloof
de" het nu wel en achtte zich van de
verplichting ontslagen om zijn lezers ook
naukeurig mede te deelen, wat de gedele
geerden van de oveTzeesche staten, zooals
Australië, Perzië, Nieuw-Zeeland, .Haiti,
Chili, Zuid-Afrika, enz. ons te vertellen
hadden.
Toch was het menigmaal de moeite
waard ook hun woorden te vernemen en
ik vermoed, dat menig Geneefsch burger,
die in door den Radio van hun redevoe
ringen. vol frischheid van taal en koenheid
van plannen, kennis nam. met heel wat
meer belangstelling naar de woorden van
deze niet-Europeanen zal geluisterd heb
ben dan naar menige met moeizame tech
niek opgebouwde rede van de Europeesche
ministers, wier verklaringen meestal de
sporen droegen van een uiterst nauwge
zette overweging van ieder uit te spreken
woord.
Nemen wij b.v. de vol grootsche en zeker
niet te veronachtzame gedachten zitten
de rede van den gedelegeerde der neger
republiek Haiti. De heer Mayard, gezant
van Haiti te Parijs, vertelde ons, hoe zijn
regeering eerst niet aan de Ontwapenings
conferentie had willen deelnemen. Want zii
had het vertrouwen in alle internationale
conferenties verloren, waar alle staten
slechts met den éénen wensch plegen te
komen: hoe mijzelf het meest door de te
maken internationale regeling te bevoor-
deelen? Toen kreeg men te Port-au-Prince
Haiti's hoofdstad, bericht van de indiening
tier Fransche voorstellen. En in eens kreeg
hij, Mayard, telegrafische opdracht naar
Genève te gaan. om daar met alle kracht
voor de verwezenlijking daarvan te ijveren.
Een internationale strijdmacht ter be
schikking van het Recht! Dit was een ge
dachte, die waard was verdedigd t« wor
den. (Men herinnere zich, hoe Haiti zich
vele jaren voor het overwicht der Veree-
nigde Staten van Amerika heeft moeten
buigen!) En zoo was hij dan hier, om de
andere delegaties te smeeken door de af
schaffing der nationale legers (zij het ook
slechts geleidelijk) en de schepping van
een internationale strijdmacht allen staten
die individueele veiligheid te verzekeren,
die alleen door de schepping van „gemeen
schappelijke veiligheid" werkelijk kan be
reikt worden.
Ik denk ook aan de redevoering van den
Australischen gedelegeerde Sir Granville
de Laune Ryrie. die zelf aan den wereld
oorlog had deelgenomen en die den gede
legeerden nog eens heel nadrukkelijk voor
oogen hield, wat „oorlog" eigenlijk betee-
kent. Zestig duizend jonge levens van het
zoo ver afgelegen Australië lagen op de
strijdvelden van Frankrijk en België be
graven Hud dood zou vergeefsch geweest
zijn, als niet eindelijk de Europeesche sta
ten hun onderling wantrouwen prijsgaven
en door een belangrijke vermindering van
bewapening dit zouden doen blijken. Hij
kon in ieder geval verzekeren, dat de te
genwoordige jeugd van zijn land volkomen
de gevoelens van de Amerikaansche stu
denten deelt, wier woordvoerder Green bij
de aanbieding der ..petities" verklaard had.
dat de „petitie" eigenlijk meer als een
„ultimatum" te beschouwen is. Want het
jonge geslacht bedankt ervoor als kanon-
nenvoeder te dienen, om met hun levens
voor de fouten en vergissingen van staats
lieden te boeten!
Ten slotte nog de rede van den Zuid-
Afrikaanschen vertegenwoordiger te Water,
wiens rede ook de beteekenis van een „ul
timatum" aan het adres van Europa ver
kreeg! Hij zeide overtuigd te zijn namens
honderden millioenen niet-Europeanen te
spreken, wanneer hij de Europeesche Sta
ten ertegen waarschuwde te gelooven, dat
zij het lot der menschheid in handen
zouden hebben en dat de niet-Europee-
sche volkeren alléén te Genève door sa
menwerking met de Europeesche regee
ringen vrede en veiligheid zouden kunnen
verkrijgen. Indien deze conferentie op
nieuw een teleurstelling wordt, indien de
Europeesche volkeren door hun onderling
gekrakeel niet ertoe gebracht kunnen wor
den hun bewapeningen af te schaffen, al
thans belangrijk te verminderen, dan zul
len de niet-Europeesche staten de Euro
peanen aan hun lot overlaten en zelf bui
ten Genève voor eigen vrede en veiligheid
zorgen
Zoo spraken de vertegenwoordigers van
militair-zwakke staten uit Amerika. Austra
lië en Afrika. Hun adviezen zullen op het
lot der Ontwapeningsconferentie geen be-
slissenden invloed kunnen hebben. Doch
zou men in Europa niet verstandig en wijs
doen. als men aan deze stemmen meer
aandacht schenkt dan ter conferentie ge
daan is?
PREDIKBEURTEN.
voor donderdag 25 februari.
alphen aan den rijn.
Chr. Geref. Kerk (v. Reedesir.): Nam. 7
uur. ds. P. Zwier.
bodegraven.
Geref. Gem.: Nam. 7 uur. ds. B. van
Neerbos, van Terneuzen.
nieuw-vennep.
Ned.-Herv. Kerk: Nam. 7 uur ds. Ger-
brandy.
sassenheim.
Chr. Geref. Gem.: Nam. halfacht. ds N.
de Jong. van Rijnsburg.
NED HERV KERK.
Beroepen: Te Vlaardingen (vac. wijlen
ds. J. D. de Stoppelaar), M. Groenenberg
te Oosterend.
Te Amerongen, H. v. Reken, te Ommeren.
Bedankt: Voor Amstelveen, G. Groot-
jans Jr., te Watergraafsmeer (Amsterdam-
Oost).
GEREF GEM.
Tweetal. Te Aagtekérke, M. Heykoop te
Utrecht en J. Fraanje te Bameveld.
Beroepen. Te Vlaardingen, J. Vreugden-
hil te Bruinisse.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt. Voor Schiedam, J. W. v. Ree te
Barendrecht.
Uitgesproken
F. J. F. M. Proot, handelaar in bouw
materialen te Leiden, Oude Vest 9. Rech-
ter-comm. mr. H. Haga, Curator mr. C. J.
Goudsmit, te Leiden.
De N.V. Kunsthandel voorh. C, L. Ko-
renhoff. koopvrouw te Leiden, Breestr. 75.
Rechter-comm. jhr. mr. H, O. Feith. Cura
tor mr. H. R. Goudsmit, te Leiden.
POSTKAN! OOR LEIDEN.
Lijst van onbestelbare brieven en brief
kaarten, van welke de afzenders
onbekend zijn-
Terug ontvangen in de 2e helft der
maand Januari 1932.
BRIEVEN BINNENLAND.
Ambtenaar Openb. Ministerie. Leiden;
de Arbeiderspers, Amsterdam: A. Auer-
haan. Den Haag; E. Bilthoven. Oude
Brandenburgerweg?; Wed. O van Bockel,
Den Haag: v. d. Broek. Zeist; W. v. d.
Burg. Amsterdam: Burgem. en Weth.,
Leiden; Mej. Jo v. d. Donk, Venlo: Mej. M.
Duda, Voorschoten; Directeur Gemeente
werken, Den Haag; idem, Haarlem; Ge
neesheer Directeur Kranzinnigengesticht,
Venray; Mej. W. Gerlach, Den Haag;
Harenberg, Den Haag; Mej. Hitty Hoogen-
kamp, Den Haag; Mej. M. E. D. P. Klauer
Bussum; G. Kok, Den Haag; Mej. M.
Koudstaal, Buitenkerk 45?; Leidsch Dag
blad, Leiden; Lohli, Laren N.H.; Meelcen
trale (3 stuks), Den Haag; H. Moerman,
Bilthoven; Mej. N. D J., Oegstgeest;
Nieuws van den Dag, Amsterdam; Anny
Peters, Katwijk/Zee; C. A. Polak. Haarlem
Chr. v. Rooyen, Utrecht; Mej. A. Vlieland-
Rozier, Katwijk/Zee; Visser. Wijk-
mans Arbeidsbeurs. Leiden.
BRIEFKAARTEN BINNENLAND.
Mej. E. E. Brouwer, Amsterdam; H. van
Dijk, Leiden: W. van Engelen, Utrecht:
D. van Heijst, Utrecht; Mej. Klumper,
Bloemendaal; Mej. W. Olieman Haag; P.
T. Plu, Rotterdam; T. Spierenburg, Leiden
Mej. J. Vermey. Leiden: G. van Wijk. Arn
hem.
BRIEVEN BUITENLAND.
Georg Adel, Parijs; Hogewoud Biegael,
Soerabaya; Mijnh. en Mevr. Btand—Muller
Bombay: N.V. Emilloest, Harg; Kings
Warehouse, Londen; Oriental Trading Co..
Singapore.
BRIEFKAARTEN BUITENLAND.
H. M. Kolenbrander, Emlichheim; E.
Matrem, Berlin; Mauia Milota, Wien.
Tien briefkaarten zonder adres.
Hieronder behooren ook poststukken,
welke niet of onvoldoende zijn gefran
keerd.
het. Engelsch door A. TREUB.
HOOFDSTUK I.
at" regen kletterde opeens op de ver-
JJ1 l°°d gevatte bovenlichten, die
rnitec tonische schoonheid vormden
hall der Ingarihi Club te Auck-
oui viel met zulk een lawaai, dat
d °r.ge Sothfield de warme gezel-
r ?e wefi'derig ingerichte ruimte
verhoogd werd, want zij maakte
het verwaande commentaar,
I °rew van het nieuws van den
leid zuchtte van welbehagen en
grooten armstoel wat dichter
Letterende houtvuur.
d 2,)n krant zakken en keek ver-
hctjar,de bovenlichten, die zwart
to. "eiker afstaken, toen keerde hij
haii eenigen man, die met hem
eau was.
arhL«M v<>or Nieuw-Zeeland! riep
Sothfield.
"Mdank! antwoordde Sothfield
™aar op gewonen toon.
mond de woorden niet, maar hij
o' "torhoofd, toen Sothfield zijn
"en jn deed of hij soesde. Hij
ripVi.er een oogenblik peinzend
nï Zlch toen weer tot zijn krant,
"au h minuten lang werd niets
„i„?e,fegen gehoord. Toen werd
^otseling droog als de regen be-
Heb je van Aimsbury gehoord? vroeg
Drew dadelijk en met onnoodig luide stem.
Neen, mompelde Sothfield vadsig en
met duidelijk gebrek aan belangstelling,
terwijl hij één oog open deed.
De „Decker" heeft hem vannacht ge
plunderd
Sothfield deed zijn andere oog ook open
en ging rechtop zitten.
Aimsbury? Toch niet Henry Aims
bury? vroeg hij ongeloovig.
Ja. Hij heeft alles ingepalmd wat in
de safe was, behalve een fleschje met
aspirinetabletten en een gebedenboek.
Hier, kijk maar eens in de „Star".
Drew gaf het avondblad aan Sothfield,
wees met zijn pijp een bericht aan en
wachtte op de voor de hand liggende op
merkingen.
Sothfield las het bericht langzaam, en
schudde het hoofd.
Een heel leelijk ding voor Aimsbury,
zei hij rustig. Hij heeft in den laatsten tijd
sterk gespeculeerd.
Drew gromde afkeurend.
Aimsbury moest zich houden aan
zeep of vischlijm of wat het dan ook zijn
mag, dat hij in zijn verstandige oogen-
blikken fabriceert, antwoordde hij.
—Biscuits, lichtte Sothfield hem ern
stig in.
Goed dan, biscuits. Hij moest zich niet
bemoeien met de geldmarkt. Laat hij dat
overlaten aan hen, die er verstand van
hebben.
Juist, stemde Sothfield licht sarcas-
fcisch toe
Hij moest zich niet in jouw zaken
steken. Dat is vragen om een stoot.
Drew keek wantrouwend naar Soth
field Hij voelde zich nooit heelemaal op
zijn gemak met den erkenden bel-esprit
van de Ingarihi Club.
De gelukkige speculant wordt zoo ge
boren, zei hij. Je kunt hem niet van een
biscuitfabrikant maken.
Juist, gaf Sothfield vriendelijk toe.
maar het spijt me toch voor Aimsbury
vooral als de Decker met iets van waarde
verdween.
Drew antwoordde niet om de eenvoudige
reden, dat hij niet wist waarover Soth
field sprak Hij maakte een gorgelend ge
luid met zijn pijp en keek donker naar
het vuur.
Wie is die Decker? vroeg hij, veront
waardigd. Waarom laat de politie hem
maar rondloopen?
Waarom vraag je het mij? vroeg
Sothfield zachtzinnig. Je weet evenveel
van hem als ik. En de politie zal het in
dezen tijd van het jaar wel heel druk heb
ben met de motten uit hun winterkleeren
te schudden.
Maar men weet niet op wien hij het
een volgenden keer voorzien heeft.
Dat is juist zoo jammer. Die mis
dadigers denken er niet aan, dat wij, za-
kenmenschen, gesteld zijn op de beleefd
heid van een introductiebrief.
Dit is misschien de reden, waarom wij
niét met hen opschieten. Al was het maar
een kaart
Maar deze kerel zendt altijd zijn
kaartje, herinnerde Drew hem, terwijl hij
knikte in de richting van de' courant. Er
staat dat Aimsbury een week geleden over
de post een Harten drie ontving.
Natuurlijk, dat staat er, antwoordde
Sothfield, het bericht weer overlezend.
Laat eens zien. Was het niet de acht van
Schoppen die hij aan Manning zond.
Drew knikte.
Dat neem ik hem kwalijk, ging Soth
field ernstig voort. Het zenden van een
verschillende kaart bij leder van zijn on
wettige ondernemingen is volgens mij een
van zijn onaangenaamste gewoonten. Ik
zou willen dat als de gelegenheid zich
voordeed, hij mij een kaart zond met zijr
naam en adres er goed leesbaar op ge
schreven. Maar het is tegenwoordig mode
om romantisch te zijn.
Hij hield even op om na te denken.
De Decker is heel juist, vind je
niet? vroeg hij glimlachend. Met dien
naam kan hij alle kaarten van het spel
gebruiken. Hij geeft hem ruim gelegenheid
zijn aesthetische gevoelens te oefenen.
Ik kan me voorstellen, dat hij Schoppen
aas aan den eersten doodgraver zou
zenden.
Hij is een bedreiging voor de gemeen
schap, stiet Drew uit. boos over Sothfield's
luchthartige houding.
Dat is hijEen bedreiging voor de ge
meenschap!
Dat woord klinkt tamelijk bekend,
antwoordde de ander, zijn wenkbrauwen
peinzend samentrekkend. Maar me dunkt
de gemeenschap is oud genoeg om voor
zich zelf te zorgen, voegde hij er luch
tig bij.
De gemeenschap betaalt de politie om
er voor te zorgen.
Als je wilt, dat ik in de gegeven om
standigheden medelijden met de gemeen
schap zal hebben, Drew, spijt het me dat
ik op het oogenblik niet de juiste sympa
thieke woorden vinden kan. Zie je, ik blijf
bij het ouderwetsche geloof, dat, in het
algemeen, de politiemannen evenveel her
senen als voeten hebben. Zei je, bah!?
vroeg hij na een oogenblik.
Ik zei niets, antwoordde Drew
brommig.
Daar ben ik blij om.
De zware toeslaande deur die in de bil
jartzaal uitkwam ging makkelijk en stil
open, en Robert Harker kwam, in zijn
handen wrijvend, naar het vuur.
Echt Meiweer, zei hij, zijn handen
voor den gloed houdend.
De anderen knikten, maar gaven geen
ander antwoord.
Heb je van Aimsbury gehoord? vroeg
Harker na een oogenbik stilte zich tot
Sothfield keerend.
Deck is een Amerikaansch woord voor
kaartspel.
We spraken juist over hem, antwoord
de Drew kortaf. Hij was boos over hei
binnenkomen van iemand, die precies
midden op het haardkleed stond en de
meeste warmte tot zich trok.
Drew zeide, dat biscuitfabrikanten
niet moesten probeeren zich met beurs
zaken te bemoeien. Hij meent, dat dit een
aanmoediging voor inbrekers is, zei Soth
field langzaam.
En zoo iemand, dan kan Drew het
weten, stemde Harker scherp toe. Het
hoort tot zijn werk om opinies te verkon
digen.
Drew ging rechtop zitten en keek Har
ker boos aan, die hem met een spottenden
glimlach aanzag. Drew hield niet van
Harker want Harker had de gave van on
buigzame eerlijkheid, een gevoel van hu
mor en een volkomen onverschilligheid
voor de belangrijkheid van Drew.
Toch een leelijk zaakje met Hanni
fin, mijnheer Harker, zei hij uitdagend.
Er kwam een harde trek om Robert Har-
ker's mond en er klonk geen scherts meer
in zijn stem.
Mike Hannifin kan niemand anders
dan zich zelf de schuld geven, antwoordde
hij scherp.
Misschien!
Robert Harker keerde zich om en leunde
tegen den schoorsteenmantel.
Robert Harker was lang, zwaar gebouwd
en van middelbaren leeftijd en had die
gedistingeerde houding, welke meer het
gevolg is van aanhoudende zorg dan van
opvoeding. Hij was niet knap: daarvoor
was zijn gezicht te lang. maar de open
hartige, eerlijke uitdrukking van zijn ge
laat maakte hem innemend. Maar toch
waren zijn lichte grijze oogen doordrin
gend en siim en hij was een uitstekend
man van zaken. Hij stond in de hoogste
achting bij een grooten kring cliënten, en
was ongetrouwd, waardoor veel vrouwen
hem met verlangen en bewondering gade
sloegen. .(Wordt vervolgd).