Burgemeester Colijn
iber gestemd over Boskoop.
EN LEVEN OM EEN LEVEN
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag IS Februari 1932
Derde Blad
No. 22060
bloeiende bedrijven in verdrukking.
uiterst critieke toestand.
SPORT.
LAND- EN TUINBOUW.
FAILLISSEMENTEN.
1k_i_
FEUILLETON.
i Jaargang
O
Sgy|»
peer P. A. Colijn, burgemeester der gemeente Boskoop, in zijn werkkamer op
het Raadhuis.
|tt „bloemen-, planten- en boomen-
pum" Boskoop heeft reeds meerdere
en downs" meegemaakt. Maar dit-
1 moest het naar wij reeds meermalen
ben verlulden, al heel erg zijn! De
pkweekerij had een periode van on-
üden groei en bloei achter den rug:
es de opening van het nieuwe Raad-
kon Burgemeester Colijn daarvan
Ivreugde en begrijpelijken trotsch ge-
J maken. Immers: zijn gemeente kreeg
flt en meer een groote vermaardheid,
^goeden klank tot ver over onze lands-
pen. Dank zij mede een richtig be-
waaruit een warm medeleven met
pelaiigen der inwoners sprak, was het
1 in den Raad gelukt, de geweldige
pkkeling van Boskoop in de juiste
te leiden. En nu op eens wist de
kook de Boskoopsche bedrij ven in haar
pen te grijpen. Het optimisme der
pers, handelaars, arbeiders en alle
categorieën van hen, die op
pilei wijze bij de de hier gevoerde
betrokken waren, moest wel nood-
omslaan in een gerechtvaardigd
misme. In dezen zin hadden wij
hn spreken en de Burgemeester zou
- meer van vertellen.
Jee gemeente-financiën deelde hij ons
vertoonen op het oogenblik nog
■veel gunstiger beeld dan de toestand
■het hoofdbedrijf in deze gemeente zou
verwachten.
kiert 1924 bevonden wij ons in een
s opgaande richting. De welvaart had
'zeer groote afmetingen aangenomen,
t invloed van de crisis deed zich be-
ikelijk laat, pas ongeveer een half jaar
jden voor het eerst gelden, maar men
loe haar toen ook plotseling wel bij
leer scherp.
fat is hiervan de oorzaak?
~ht zal ik U uitleggen. De Boskoop-
|e handelaren konden nog steeds orders
Toeren, die geruimen tijd te voren in 't
wnland waren opgenomen,
oodoende vertoonde het zakenleven
nog een groote bedrijvigheid toen de
ftid eigenlijk reeds lang ziek was.
Maar komen moest het en het kwam dan
ook want 't betreft hier in meerdere op
zichten een luxe product. Het is voor Bos
koop dan ook niet een kwestie van meer
of minder, van hoogere of lagere prijzen,
doch een kwestie van alles of niets. Nu het
voorloopig over de gansche wereld met de
luxe grootendeels gedaan schijnt te zijn.
vrees ik, dat wij in 1932 met dat „niets"
te maken zullen krijgen.
De moeilijkheid wordt nog vergroot door
de omstandigheid dat het binnenlandsche
gebruik uiterst gering is: onze handel is
voor 95°/o op het buitenland aangewezen:
de uitvoer geschiedde naar ongpveer 30
landen. Boskoop heeft eenigszins een mo
nopolistische cultuur. Bij een redelij-k
handelsverkeer met. het buitenland zou
den de cultures een belangrijk grooteren
omvang kunnen aannemen, dan nu het
geval is. Heel lang heeft men de moeilijk
heden het hoofd kunnen bieden.
Doch daar kwam allereerst in '17 de slui
ting van Amerika's grenzen, dat beteekende
reeds een grooten slag. Het gelukte even
wel daarvoor nog compensatie elders te
vinden. Maar toen volgde de inzinking in
den economiSchen toestand der Centrale
rijken waardoor de situatie opnieuw ver
ergerde, gevolgd door de daling van het
Eng. Pond waardoor groote verliezen op
uitgevoerde en nog uit te voeren orders
werden geleden.
Nu Engeland en Frankrijk bovendien
belemmeringen aan onzen uitvoer in den
weg leggen, wordt de toestand zelfs
uitermate critiekü Maar als klap op de
vuurpijl kwam nu de door onze Regeering
ingestelde contingenteering van het Deen-
sche vleesch. Deze maatregel, die bedoeld
is den boeren steun te verleenen, zal even
wel stellig voor de Boskoopsche kweekers
funeste gevolgen hebben. De bewijzen
daarvoor zijn reeds voorhandenDene
marken was tot nog toe voor ons een van
de weinige open deuren. Wanneer door de
Regeering genomen en mogelijk nog te
nemen maatregelen ook onze laatste af
zetgebieden verloren zullen gaan, kan men
hier de zaak wel gevoegelijk gaan sluiten!
Wat eens een uiterst lucratief bedrijf was,
zal dan een bankroete zaak geworden zijn!
Stellig dreigt er groot gevaar voor Bos
koop, als voor zoovele andere gemeenten
in ons land die volkomen op een vrijwel
gelijksoortige handel zijn aangewezen. De
toekomst zie ik derhalve buitengewoon
ernstig in!
a
De slachtoffers?
Laat ik beginnen met de arbeiders. Het
aantal der getroffen werkloozen is niet
precies op te geven, omdat vele der jon
geren zich niet melden, daar zij weten,
toch geen aanspraak op steun te kun
nen maken. Ingeschreven zijn er op
het oogenblik ongeveer 200, doch dit
aantal breidt zich voortdurend uit. Het
laat zich helaas niet aanzien, dat het
voorjaar hierin eenige verbetering bren
gen zal.
Ongetwijfeld zal deze depressie, hoezeer
ook te betreuren, Ioonsdaling voor de ar
beiders tengevolge hebben, hetgeen te
meer te bejammeren valt, omdat de loonen
hier over het algemeen zeker niet te hoog
geacht konden worden.
Als tweede categorie noem ik u de z.g.
„kweekers aan land": dus zij die niet
reizen, doch het product aan de hande
laren verkoopen.
Hiervan hebben zich reeds een 50-tal
tot. het Crisiscomité om hulp gewend. Dit
cijfer zal, naar het mij voorkomt, binnen
een halfjaar zeker vertwee-, waarschijn
lijk, echter zelfs verviervoudigd zijn!
Ten derde zijn er de groote kweekers
en handelaren, die het natuurlijk iets lan
ger zullen uithouden. Maar indien regee-
ringssteun, in welken vorm dan ook, uit
blijft, zullen zij zeer spoedig genood
zaakt zijn hun bedrijven zoo te reorgani
seerden dat het aantal onzer werkloozen
er door verdubbeld wordt.
Alles tezamen is het dus wel een zeer
somber beeld, dat ik u van den toestand
van heden en morgen moet geven.
De werklooze arbeiders worden geholpen
door gemeentelijken steun, het Crisis
comité dat tot nu toe ruim f. 7000 heeft
opgehaald, voorziet voorloopig nog in den
nood van de kleine kweekers. Meer dan
f. 1200 per maand wordt daarvan nu reeds
uitbetaald.
Wat de gemeentefinanciën betreft: de
moeilijkheden die ik verwacht, zullen niet
zoozeer een gevolg van daling der inkom
sten zijn, dan wel van een vermeerdering
der uitgaven voor de werkeloosheidsbe-
strijding.
Voor het jaar 1932 werd hiervoor
f. 20.000 op de begrooting uitgetrokken,
benevens f. 17.000 voor het Burgerlijk Arm
bestuur. Wanneer deze bedragen belang
rijk zullen stijgen en dat is reeds nu te
zien want aan werkloozensteun wordt nu
een kleine f. .1000 per week uitbetaald
staan wij voor groote moeilijkheden, want
wel zijn flinke reserves gemaakt maar
tegen zulke uitgaven zijn zij niet bestand.
Het soliede beheer speelt ons thans
parten.
RECLAME.
3983
Er is in het laatstedecennium voor meer
dan f. 250.000 aan buitengewone werken
uit de gewone middelen betaald. Had men
echter deze crisis kunnen voorzien, dan
ware het veiliger geweest voor enkele ob
jecten te leenen, waardoor de reserve
voor de kwade jaren belangrijk grooter
had kunnen zijn. Toch mag er wel op ge
wezen worden, dat. dank zij de gevoerde
financieele politiek de last der improduc
tieve schulden in de genoemde jaren van
f.70 tot f. 30 per inwoner is gedaald.
Alles bijeen genomen ziet de toestand
der gemeente gelijk in den aanvang ge
zegd, er veel gunstiger uit, dan die in het
bedrijf. Boskoop als gemeente kan
dus nog wel eenigen tijd het hoofd boven
water houden!
Dat men hier in het algemeen een sterk
uithoudingsvermogen bezit, is wel geble
ken tijdens de crisis van '14 tot '24.
Toen is hier, niettegenstaande de zeer
slechte tijdsomstandigheden maar een
hoogst enkel faillissement voorgekomen.
De Boskoopers verstaan in het algemeen
de kunst, om zich snel aan de gewijzigde
verhoudingen aan te passen. Laten wij
hopen, dat zulks ook ditmaal het geval
zal zijn
Mijn bezorgdheid over hetgeen komen
gaat, is zonder twijfel gerechtvaardigd,
want een crisis als nu, waarbij schier alle
mogelijkheden langzamerhand zijn uitge
schakeld, hebben wij hier nog nooit be
leefd!
Dit waren korte, maar bondige woor
den. Getuigend van een hoogst ernstige
situatie, voor het eens zoo prachtig loo-
pende Boskoopsche bedrijf. Het daar ge
kweekte product is nu tegen uiterst billij
ken prijs te koop. Moge, nu het buitenland
zoo weinig meer schijnt te betrekken, het
den Boskoopschen kweekers gelukken, hun
afzetgebied in het eigen land te ver-
grooten. Moge de aandacht van de Hol-
landsche stadsbesturen en particulieren
meer dan vroeger het geval was, op Bos
koop vallen! Wellicht zal dit een geringe
compensatie voor de sterke achteruitgang
van den Boskoopschen handel met zich
brengen
De reeds heerschende treurige omstan
digheden zullen anders stellig catastro-
phale gevolgen hebben. iWe had ooit kun
nen denken, dat de Boskoopsche kweekers
zóó in het gedrang zouden komen?
De achteruitgang der prijzen schijnt
schrikbarend te zijn: zoo hoorden wij van
andere zijde, dat de z.g. wilde rozenstok
ken. die eenige jaren geleden nog f. 30
per duizend opbrachten, nu niet meer dan
f. 2.50 tot f. 4 in het laadje brengen. Ge
wone rozen kweektijd 2 jaar deden
twee jaar geleden 22'/; a 25 cent per stuk,
nu- 3 cent. En zoo zouden nog talloos
veel andere voorbeelden zijn te noemen,
die een duidelijk beeld geven van de
troostelooze situatie.
Het is te hopen, dat spoedig middelen
gevonden worden, teneinde hierin eenige
verbetering te brengen; wellicht door re
geling van de productie om tot beperking
te komen.
De aandacht der Regeering moge vallen
op de benarde positie der Boskoopers.
Ongetwijfeld zullen burgemeester
Colijn en zijn Raad zich ten deze diligent
betoonen; hun activiteit in vroeger jaren
staat ons daarvoor borg!
GYMNASTIEK.
CHR. GYMNASTIEK- EN SCHERM-
VEREENIGING „D. O. S."
GEMEENTELIJK CREDIET AAN
BOLLENKWEEKERS.
De gemeente Anna Paulowna zal een
crediet aan bollenkweekers verleenen van
f. 50.000, dat naast het regeeringscrediet.
beide renteloos, zal dienen om te trachten
de bloembollenkweekers er weer boven op
te helpen.
Opgeheven: wegens gebrek aan actief:
H. A. van Kesteren, Hillegom.
De eerste uitvoering een succes.
Gisteravond gaf de Chr. Leidsche gym
nastiek- en schermvereeniglng „D.O.S."
haar eerste jaarlijksche uitvoering in dit
seizoen en de groote Stadszaal bood weer
het gebruikelijke beeld! Terwijl het wach
ten door de muziek op aangename wijze
gekort werd, vulde zich tegen achten de
zaal allengs meer en meer, en toen bij
kans klokke acht aanvoerder Jansma
het signaal gaf voor den eersten storm
loop van het enorme D.O.S.-leger, was er
vrijwel geen plaatsje in de groote zaal on
bezet gebleven.
Het werk van „D.O.S." blijkt zich in de
sterke interesse van het Leidsche publiek
te mogen verheugen en de uitvoering van
gisteravond heeft bewezen dat die waar
deering op de juiste wijze is geplaatst.
Nadat de turners en turnsters zich op
het tooneel hadden- opgesteld, heeft ds.
Thomas de bijeenkomst met gebed ge
opend en namens D.O.S. een woord van
hartelijk welkom gesproken: allereerst tot
de afgevaardigden der zusterverenigin
gen en van den Rijnlandschen Turnkring
(vertegenwoordigd door den heer de
Bruyn), vervolgens tot den oud-directeur
De Kok en tenslotte tot directeur en direc
trice, die ook in het afgeloopen jaar weer
zoo veel voor de vereeniging hebben ge
daan. Spreker heeft dank gebracht aan
den heer Ant. Metz voor de ondervonden
medewerking en heeft zijn toespraak be
sloten met een breede uiteenzetting van
het nut en den noodzaak van beoefening
der gymnastiek in een Chistelijke ver
eeniging.
Mej. Van der Vegt,
leidster der dames-afdeeling.
Met twee uitvoeringen per seizoen heeft
D.O.S. zich indertijd aan den spits van het
Leidsche gymnastiek-gebeuren gesteld, en
het is uitermate verheugend dat zij dezen
maatregel tot op dit oogenblik heeft kun
nen handhaven. Wie gisteravond de ver
eeniging zag werken, moet wel een zeer
krachtigen indruk hebben gekregen van de
uitgebreidheid van het ledental, maar hij
dient dan toch te bedenken dat hij hier
weinig meer dan de helft in actie heeft
gezien. Twee avonden worden tegenwoor
dig gemakkelijk door D.O.S. gevuld en.
men komt er dan bijkans nog tijd tekort.
Hetgeen het meest klare bewijs is voor de
juistheid en het nut der huidige regeling.
Het was de bedoeling geweest op dezen
eersten avond de werkende leden der da-
mes-afdeeling en de adspiranten der
heeren-afdeeling te laten optreden, doch
bijzondere omstandigheden, die hier niet
ter zake doen, hebben gedwongen daarvan
in sommige opzichten af te wijken. In
principe was dat plan gehandhaafd, in de
practijk werd er nog al eenigszins van af
geweken en zoo is het gevolg, dat men op
de tweede uitvoering, op 30 Maart, naar
ar het Engelsch van MORICE GERARD
door Emma A. H.
Pfnter den koninklijken stoel stond de
fWg van York, wat voorovergebogen,
r,:t?aat" iets voorstellend, waarschijnlijk
F' heel veel nadruk want zijn majesteit
E met.gemakkelijk te overtuigen,
poen de hond blafte, wendde de koning
|n om; zijn gelaat drukte verlichting uit
m!'e on^erbreking. of het hem niet on-
"Lenaam was, het antwoord op de vraag
to',. oer te moeten uitstellen.
Stuart trad rechtstreeks naar den
E? ZÜ had een heel andere uit-
Kjr'bg op haar gelaat, sinds haar bin-
Vm r-?' ze was óén en al sympathie en
Eo u teederheid geweest, een een-
ÉiarHi.u ■L<iame; nu nam zij de statige
%rvfu aan> hie zeer goed paste by
Miste n Inlaat en slanke gestalte.
klfa„i fs ,Darcy stond doodstil in het
duister bij den ingang.
trommels. Frances! Je bent dus te-
l0m'v<X" ééns is de koning er mee in
laten z'j" orders, om niemand toe
t,.5; met êehoorzaamd werden. Zijn
Int hnv h'kte vriendelijk, want je
fcn bpn alle hevelen verhevenboven-
oeïnJe al °P een heel geschikt oogen
ic te en' om als scheidsrechter te
irolrèn !eï zaak, die mijn broer en ik
niet hehben, maar waaromtrent wij
oen h-ns z'ih-
tel Mi.!'' had gezegd, werd koning
iee h.„?ess Darcy gewaar. Zijn reeds
Ma,! ';erd no? donkerder.
L Dit hebben we daar? Bij Jupi-
fcii „„."J1! nu wat te erg!
ide hnïü ,al{ °P uit zijn zetel en de
franco blaften onbeschaamd.
Ie een trad hem terzijde; ze
iMathP, ringer op zijn arm en keek
icln dj! ,Paar hem op met die toover-
JPWe'n u meer dan alle andere
I- ft hel ahaar «id-
kalm nm ?.eze dame hier gebracht, zei
2e»t iiP u Maiesteit te spreken. Wat
bel »a-,n haar zelfs gaan halen.
feeds veel zachter gestemd.
Aan u, schoonste aller schoonen,
wordt alles vergeven!
En terwijl hij de hand ophief, die op zijn
arm rustte, kuste hij de lange, teere vin
gers. Miss Stuart keek nog naar hem, met
glimlachende oogen, ofschoon haar gelaat
verder hoogst ernstig stond.
Ik heb gisteravond toevallig iets ge
hoord, wat mij het bloed aan het koken
bracht; ik dobberde toen tusschen die
twee dingen; of ik het rechtstreeks aan
Uw Majesteit zou vertellen, of dat ik naar
deze dame zou toegaan, die ik niet kende,
en haar hierheen zou. brengen om de hulp
van Uw Majesteit in te roepen, of neen,
liever geen hulp. maar iets, dat nog de
nederigste van Uw onderdanen nooit ge
weigerd werd: Uw Majesteits rechtvaar
digheid.
Het gelaat van den Koning stond nu
ook ernstig.
Je spreekt in raadselen. Frances, zei
hij. Wees zoo goed en. wordt wat duide
lijker.
Daarop vertelde miss Stuart letterlijk
wat zij gehoord had: het gepoch van Zijn
Genade, den hertog van Buckingham, wat
betreft het lot van kapitein Robert Dercy.
Lucille was precies zoo blijven staan,
terwijl haar kampvechtster haar geschie
denis vertelde; de handen hield zij kramp
achtig samengevouwen, haar boezem
zwoegde en in stilte deed zij een vurig ge
bed. dat Zijn Majesteit er toe gebracht
mocht worden om de waarheid te zien.
Maar terwijl zij hem gadesloeg voelde zij
zich alle vertrouwen, alle hoop ontzinken.
De Koning zat met een norsche uitdruk
king op het gezicht, met het gelaat afge
wend en gefronste wenkbrauwen. Als hij
zoo keek. was hij niet aangenaam om te
zien. Het had er veel van of miss Stuart
haar macht en invloed op hem overschat
had; niets van zachtheid of toegeeflijkheid
bleek uit zijn houding tegen dat zij uitge
praat had Op het gelaat van miss Stuart
stond teleurstelling te lezen. Ook zij be
sefte dat zij niet geslaagd was.
Ineens doorleefde mrs. Darcy ifet tooneel
van vele jaren geleden, toen deze man, die
nu de beschikking over leven en dood in
zijn koninklijke macht had, haar hand had
vastgehouden in de kapel van de Lee's,
haar den ring had geschonken, dien zij
steeds sinds dien gedragen had en haar
had beloofd, dat, mocht.de tijd ooit komen
dat zij in nood verkeerde, hij dan zou te
rugbetalen wat hij haar schuldig was voer
haar hulp bij die gelegenheid.
Koning Karei wendde zich tot zijn broer.
Hoe luidt je uitspraak. York? Mylord
Devizes is dood. daaraan is geen twijfel
mogelijk; het was een aardige man,
loyaal, één van onze vrienden. Hij kwam
om in een schermutseling, waarbij een
jong meisje in het spel was, zeker door een
stoot van den degen van kapitein Darcy.
Over de wezenlijke omstandigheden van
het geval heerschte verdeeldheid, maar de
jury heeft den gevangene veroordeeld.
Frances, hier, verklaart, dat er een ver
keerde rechtspleging heeft plaats gehad
en herhaalde de snoevende uitspraak van
een man, die te veel gedronken had.
Ik heb hooren zeggen, sire, viel Fran
ces kalm in: „in vino Veritas". („In den
wijn zit de waarheid").
De koning nam geen notitie hiervan,
maar vroeg over zijn schouder:
Wat zegt ons familie-orakel?
Doodsche stilte heerschte in het vertrek.
Beide vrouwen hielden den adem in, in de
grootste spanning. De hond, die op den
grond lag te slapen, snurkte zwaar.
Na een schijnbaar lange tusschenpooze
antwoordde de hertog, met stroeve uit
drukking op het gelaat en de oogen afge
wend van miss Stuart:
De Bij bei beslist Een leven om een
leven.
Het Orakel heeft gesproken, zei Zijn
Majesteit, zich tot Frances Stuart wenden
de, als om het antwoord nog eens vast te
leggen.
Op dat oogenblik trad Lucille naar voren
ze boog een knie voor Karei Stuart en
greep zijn onwillige hand. De woorden, die
miss Stuart in het vertrek daarnaast tot
haar gesproken had. drongen op haar aan:
Bedenk, dat u strijdt voor het leven
van uw echtgenoot. Zijn lot werd gewogen
en tot nog toe helde de schaal naar de
andere zijde over.
Wie is deze dame? vroeg de koning
ongeduldig.
Ik ben Lucille Darcy, riep de knie
lende vrouw, smeekende den blik tot Karei
opheffend, de vrouw van Robert Darcy,
die valsch beschuldigd in den Tower is en
Donderdag zijn vonnis zal moeten onder
gaan.
De koning zou zijn hand losgetrokken en
jnisschien de smeekelinge weggeduwd heb
ben, maar met kracht handhaafde zij haar
houding en ging voort:
Meer dan dat, sire, ik ben de dochter
van wijlen sir Evelyn en vrouwe Marjoria
Lee. in het graafschap Warwick.
Deze mededeeling boeide de aandacht
van Zijn Majesteit. Zijn onwilligheid en
verstoordheid verdwenen; hij keek miss
Darcy recht in het gelaat als trachtte hi)
daaruit een half-vergeten gelijkenis op te
maken, die tot bevestiging van haar woor
den kon dienen.
Koning Karei bezat een uitstekend, een
koninklijk geheugen voor geziohten; daar
bij kwam nog. dat de gebeurtenissen, die
zich hadden afgespeeld in dien tijd van
zijn jongelingschap, hem onuitwischbaai
in het geheugen geprent waren; althans
de perioden van tegenspoed hadden zich
diep in zijn gemoed gegrift.
Andermaal volgde er een pauze.
Lucille haalde den ring te voorschijn,
dien de koning haar aan den vinger ge
schoven had en hield dien voor hem op.
U heeft mij dezen zelve gegeven, sire,
en u zei er bij, dat, als ik ooit in nood
verkeerde, ik mij dan tot u zou wenden
om bijstand, en ik verkeer nu in nood, in
dringenden nood.
Wanneer was die gelegenheid? vroeg
de hertog van York, waarvan deze dame
spreekt?
Maar Zijn Majesteit antwoordde niet en
niemand anders waagde de stilte te ver
breken. Hij zat achterover geleund in zijn
grooten stoel, met de oogen gesloten, of
hij in slaap gevallen was, maar in waar
heid herinneringen opwekkend uit dat lang
vervlogen jaar.
Eindelijk richtte hij zich op en legde
de hand op den schouder van miss Darcy.
Dus dan was u het kind, dat ik juist,
van pas in het park tegenkwam?
Ja, sire.
Ik had mijn vrijheid misschien mijn
leven te danken aan uw vader. Wat zei
mijn broer zoo juist?
Een leven om een leven, antwoordde
mrs. Darcy vlug.
Dan zal zijn uitspraak van kracht
blijven, misschien in anderen zin, dan hij
meende.
Hij glimlachte en keek met critischen
blik naar Lucille.
Dien ring moet u mij geven, zei hij,
die heeft dienst gedaan; ik kan u niet
weer daarmee een zaak laten bepleiten.
Mrs. Darcy deed als haar verzocht werd
en legde den ring in den hand van den
koning.
Intusschen bracht miss Stuart met
groote vlugheid van handelen Zijn Majes
teit een schrijfmappe.
Uw handteekening, sire, zei ze. De
genade en de gerechtigheid van den ko
ning.
De gerechtigheid is een vrouw en
blind.
Niet altijd sire, soms een man met
een scherp gezicht
Dat is maar vleierij, Frances!
Zijn Majesteit schreef een enkelen regel,
onderteekende dien en overhandigde het
papier aan mrs. Darcy.
Spoedt u zich hiermee naar den Gou
verneur van den Tower en hij zal u uw
echtgenoot teruggeven.
En toen tot miss Stuart
Het is maar beter, dat George Villiers
er later van hoort; liever dan voor
dien tijd.
Daar zal ik voor zorgen, sire, verze
kerde miss Stuart hem met een glimlach.
Onmiddellijk daarna verlieten de dames
het vertrek met diepe buigingen.
De koning hield den ring, die na zoo
vele jaren weer in zijn bezit was gekomen,
in de palm van zijn hand.
Het is maar een klein ding, zei hij,
om den prijs te zijn van een leven.
Toen voegde hij er, na een pauze, met
een luimigen glimlach bij:
George zal woedend zijn als hij hier
van hoort, maar misschien zal ik vannacht
des te rustiger kunnen slapen, nadat ik
dit volbracht heb.
Miss Stuart geleidde mrs. Darcy snel
door den doolhof van gangen en vertrek
ken naar den weg, waarlangs zij het paleis
betreden hadden.
Lucille liep als in een droom, nauwelijks
beseffende, welk een groot geluk er over
haar gekomen was. Toen zij op een gras
heuveltje stonden dicht bij de rivier hield
miss Stuart even stil en kuste haar.'
Neem mijn praam, zei ze. ga naar den
Tower en bevrijd uw echtgenoot.
(Slot volgÖ,