Burgemeester Colijn iber gestemd over Boskoop. EN LEVEN OM EEN LEVEN LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag IS Februari 1932 Derde Blad No. 22060 bloeiende bedrijven in verdrukking. uiterst critieke toestand. SPORT. LAND- EN TUINBOUW. FAILLISSEMENTEN. 1k_i_ FEUILLETON. i Jaargang O Sgy|» peer P. A. Colijn, burgemeester der gemeente Boskoop, in zijn werkkamer op het Raadhuis. |tt „bloemen-, planten- en boomen- pum" Boskoop heeft reeds meerdere en downs" meegemaakt. Maar dit- 1 moest het naar wij reeds meermalen ben verlulden, al heel erg zijn! De pkweekerij had een periode van on- üden groei en bloei achter den rug: es de opening van het nieuwe Raad- kon Burgemeester Colijn daarvan Ivreugde en begrijpelijken trotsch ge- J maken. Immers: zijn gemeente kreeg flt en meer een groote vermaardheid, ^goeden klank tot ver over onze lands- pen. Dank zij mede een richtig be- waaruit een warm medeleven met pelaiigen der inwoners sprak, was het 1 in den Raad gelukt, de geweldige pkkeling van Boskoop in de juiste te leiden. En nu op eens wist de kook de Boskoopsche bedrij ven in haar pen te grijpen. Het optimisme der pers, handelaars, arbeiders en alle categorieën van hen, die op pilei wijze bij de de hier gevoerde betrokken waren, moest wel nood- omslaan in een gerechtvaardigd misme. In dezen zin hadden wij hn spreken en de Burgemeester zou - meer van vertellen. Jee gemeente-financiën deelde hij ons vertoonen op het oogenblik nog ■veel gunstiger beeld dan de toestand ■het hoofdbedrijf in deze gemeente zou verwachten. kiert 1924 bevonden wij ons in een s opgaande richting. De welvaart had 'zeer groote afmetingen aangenomen, t invloed van de crisis deed zich be- ikelijk laat, pas ongeveer een half jaar jden voor het eerst gelden, maar men loe haar toen ook plotseling wel bij leer scherp. fat is hiervan de oorzaak? ~ht zal ik U uitleggen. De Boskoop- |e handelaren konden nog steeds orders Toeren, die geruimen tijd te voren in 't wnland waren opgenomen, oodoende vertoonde het zakenleven nog een groote bedrijvigheid toen de ftid eigenlijk reeds lang ziek was. Maar komen moest het en het kwam dan ook want 't betreft hier in meerdere op zichten een luxe product. Het is voor Bos koop dan ook niet een kwestie van meer of minder, van hoogere of lagere prijzen, doch een kwestie van alles of niets. Nu het voorloopig over de gansche wereld met de luxe grootendeels gedaan schijnt te zijn. vrees ik, dat wij in 1932 met dat „niets" te maken zullen krijgen. De moeilijkheid wordt nog vergroot door de omstandigheid dat het binnenlandsche gebruik uiterst gering is: onze handel is voor 95°/o op het buitenland aangewezen: de uitvoer geschiedde naar ongpveer 30 landen. Boskoop heeft eenigszins een mo nopolistische cultuur. Bij een redelij-k handelsverkeer met. het buitenland zou den de cultures een belangrijk grooteren omvang kunnen aannemen, dan nu het geval is. Heel lang heeft men de moeilijk heden het hoofd kunnen bieden. Doch daar kwam allereerst in '17 de slui ting van Amerika's grenzen, dat beteekende reeds een grooten slag. Het gelukte even wel daarvoor nog compensatie elders te vinden. Maar toen volgde de inzinking in den economiSchen toestand der Centrale rijken waardoor de situatie opnieuw ver ergerde, gevolgd door de daling van het Eng. Pond waardoor groote verliezen op uitgevoerde en nog uit te voeren orders werden geleden. Nu Engeland en Frankrijk bovendien belemmeringen aan onzen uitvoer in den weg leggen, wordt de toestand zelfs uitermate critiekü Maar als klap op de vuurpijl kwam nu de door onze Regeering ingestelde contingenteering van het Deen- sche vleesch. Deze maatregel, die bedoeld is den boeren steun te verleenen, zal even wel stellig voor de Boskoopsche kweekers funeste gevolgen hebben. De bewijzen daarvoor zijn reeds voorhandenDene marken was tot nog toe voor ons een van de weinige open deuren. Wanneer door de Regeering genomen en mogelijk nog te nemen maatregelen ook onze laatste af zetgebieden verloren zullen gaan, kan men hier de zaak wel gevoegelijk gaan sluiten! Wat eens een uiterst lucratief bedrijf was, zal dan een bankroete zaak geworden zijn! Stellig dreigt er groot gevaar voor Bos koop, als voor zoovele andere gemeenten in ons land die volkomen op een vrijwel gelijksoortige handel zijn aangewezen. De toekomst zie ik derhalve buitengewoon ernstig in! a De slachtoffers? Laat ik beginnen met de arbeiders. Het aantal der getroffen werkloozen is niet precies op te geven, omdat vele der jon geren zich niet melden, daar zij weten, toch geen aanspraak op steun te kun nen maken. Ingeschreven zijn er op het oogenblik ongeveer 200, doch dit aantal breidt zich voortdurend uit. Het laat zich helaas niet aanzien, dat het voorjaar hierin eenige verbetering bren gen zal. Ongetwijfeld zal deze depressie, hoezeer ook te betreuren, Ioonsdaling voor de ar beiders tengevolge hebben, hetgeen te meer te bejammeren valt, omdat de loonen hier over het algemeen zeker niet te hoog geacht konden worden. Als tweede categorie noem ik u de z.g. „kweekers aan land": dus zij die niet reizen, doch het product aan de hande laren verkoopen. Hiervan hebben zich reeds een 50-tal tot. het Crisiscomité om hulp gewend. Dit cijfer zal, naar het mij voorkomt, binnen een halfjaar zeker vertwee-, waarschijn lijk, echter zelfs verviervoudigd zijn! Ten derde zijn er de groote kweekers en handelaren, die het natuurlijk iets lan ger zullen uithouden. Maar indien regee- ringssteun, in welken vorm dan ook, uit blijft, zullen zij zeer spoedig genood zaakt zijn hun bedrijven zoo te reorgani seerden dat het aantal onzer werkloozen er door verdubbeld wordt. Alles tezamen is het dus wel een zeer somber beeld, dat ik u van den toestand van heden en morgen moet geven. De werklooze arbeiders worden geholpen door gemeentelijken steun, het Crisis comité dat tot nu toe ruim f. 7000 heeft opgehaald, voorziet voorloopig nog in den nood van de kleine kweekers. Meer dan f. 1200 per maand wordt daarvan nu reeds uitbetaald. Wat de gemeentefinanciën betreft: de moeilijkheden die ik verwacht, zullen niet zoozeer een gevolg van daling der inkom sten zijn, dan wel van een vermeerdering der uitgaven voor de werkeloosheidsbe- strijding. Voor het jaar 1932 werd hiervoor f. 20.000 op de begrooting uitgetrokken, benevens f. 17.000 voor het Burgerlijk Arm bestuur. Wanneer deze bedragen belang rijk zullen stijgen en dat is reeds nu te zien want aan werkloozensteun wordt nu een kleine f. .1000 per week uitbetaald staan wij voor groote moeilijkheden, want wel zijn flinke reserves gemaakt maar tegen zulke uitgaven zijn zij niet bestand. Het soliede beheer speelt ons thans parten. RECLAME. 3983 Er is in het laatstedecennium voor meer dan f. 250.000 aan buitengewone werken uit de gewone middelen betaald. Had men echter deze crisis kunnen voorzien, dan ware het veiliger geweest voor enkele ob jecten te leenen, waardoor de reserve voor de kwade jaren belangrijk grooter had kunnen zijn. Toch mag er wel op ge wezen worden, dat. dank zij de gevoerde financieele politiek de last der improduc tieve schulden in de genoemde jaren van f.70 tot f. 30 per inwoner is gedaald. Alles bijeen genomen ziet de toestand der gemeente gelijk in den aanvang ge zegd, er veel gunstiger uit, dan die in het bedrijf. Boskoop als gemeente kan dus nog wel eenigen tijd het hoofd boven water houden! Dat men hier in het algemeen een sterk uithoudingsvermogen bezit, is wel geble ken tijdens de crisis van '14 tot '24. Toen is hier, niettegenstaande de zeer slechte tijdsomstandigheden maar een hoogst enkel faillissement voorgekomen. De Boskoopers verstaan in het algemeen de kunst, om zich snel aan de gewijzigde verhoudingen aan te passen. Laten wij hopen, dat zulks ook ditmaal het geval zal zijn Mijn bezorgdheid over hetgeen komen gaat, is zonder twijfel gerechtvaardigd, want een crisis als nu, waarbij schier alle mogelijkheden langzamerhand zijn uitge schakeld, hebben wij hier nog nooit be leefd! Dit waren korte, maar bondige woor den. Getuigend van een hoogst ernstige situatie, voor het eens zoo prachtig loo- pende Boskoopsche bedrijf. Het daar ge kweekte product is nu tegen uiterst billij ken prijs te koop. Moge, nu het buitenland zoo weinig meer schijnt te betrekken, het den Boskoopschen kweekers gelukken, hun afzetgebied in het eigen land te ver- grooten. Moge de aandacht van de Hol- landsche stadsbesturen en particulieren meer dan vroeger het geval was, op Bos koop vallen! Wellicht zal dit een geringe compensatie voor de sterke achteruitgang van den Boskoopschen handel met zich brengen De reeds heerschende treurige omstan digheden zullen anders stellig catastro- phale gevolgen hebben. iWe had ooit kun nen denken, dat de Boskoopsche kweekers zóó in het gedrang zouden komen? De achteruitgang der prijzen schijnt schrikbarend te zijn: zoo hoorden wij van andere zijde, dat de z.g. wilde rozenstok ken. die eenige jaren geleden nog f. 30 per duizend opbrachten, nu niet meer dan f. 2.50 tot f. 4 in het laadje brengen. Ge wone rozen kweektijd 2 jaar deden twee jaar geleden 22'/; a 25 cent per stuk, nu- 3 cent. En zoo zouden nog talloos veel andere voorbeelden zijn te noemen, die een duidelijk beeld geven van de troostelooze situatie. Het is te hopen, dat spoedig middelen gevonden worden, teneinde hierin eenige verbetering te brengen; wellicht door re geling van de productie om tot beperking te komen. De aandacht der Regeering moge vallen op de benarde positie der Boskoopers. Ongetwijfeld zullen burgemeester Colijn en zijn Raad zich ten deze diligent betoonen; hun activiteit in vroeger jaren staat ons daarvoor borg! GYMNASTIEK. CHR. GYMNASTIEK- EN SCHERM- VEREENIGING „D. O. S." GEMEENTELIJK CREDIET AAN BOLLENKWEEKERS. De gemeente Anna Paulowna zal een crediet aan bollenkweekers verleenen van f. 50.000, dat naast het regeeringscrediet. beide renteloos, zal dienen om te trachten de bloembollenkweekers er weer boven op te helpen. Opgeheven: wegens gebrek aan actief: H. A. van Kesteren, Hillegom. De eerste uitvoering een succes. Gisteravond gaf de Chr. Leidsche gym nastiek- en schermvereeniglng „D.O.S." haar eerste jaarlijksche uitvoering in dit seizoen en de groote Stadszaal bood weer het gebruikelijke beeld! Terwijl het wach ten door de muziek op aangename wijze gekort werd, vulde zich tegen achten de zaal allengs meer en meer, en toen bij kans klokke acht aanvoerder Jansma het signaal gaf voor den eersten storm loop van het enorme D.O.S.-leger, was er vrijwel geen plaatsje in de groote zaal on bezet gebleven. Het werk van „D.O.S." blijkt zich in de sterke interesse van het Leidsche publiek te mogen verheugen en de uitvoering van gisteravond heeft bewezen dat die waar deering op de juiste wijze is geplaatst. Nadat de turners en turnsters zich op het tooneel hadden- opgesteld, heeft ds. Thomas de bijeenkomst met gebed ge opend en namens D.O.S. een woord van hartelijk welkom gesproken: allereerst tot de afgevaardigden der zusterverenigin gen en van den Rijnlandschen Turnkring (vertegenwoordigd door den heer de Bruyn), vervolgens tot den oud-directeur De Kok en tenslotte tot directeur en direc trice, die ook in het afgeloopen jaar weer zoo veel voor de vereeniging hebben ge daan. Spreker heeft dank gebracht aan den heer Ant. Metz voor de ondervonden medewerking en heeft zijn toespraak be sloten met een breede uiteenzetting van het nut en den noodzaak van beoefening der gymnastiek in een Chistelijke ver eeniging. Mej. Van der Vegt, leidster der dames-afdeeling. Met twee uitvoeringen per seizoen heeft D.O.S. zich indertijd aan den spits van het Leidsche gymnastiek-gebeuren gesteld, en het is uitermate verheugend dat zij dezen maatregel tot op dit oogenblik heeft kun nen handhaven. Wie gisteravond de ver eeniging zag werken, moet wel een zeer krachtigen indruk hebben gekregen van de uitgebreidheid van het ledental, maar hij dient dan toch te bedenken dat hij hier weinig meer dan de helft in actie heeft gezien. Twee avonden worden tegenwoor dig gemakkelijk door D.O.S. gevuld en. men komt er dan bijkans nog tijd tekort. Hetgeen het meest klare bewijs is voor de juistheid en het nut der huidige regeling. Het was de bedoeling geweest op dezen eersten avond de werkende leden der da- mes-afdeeling en de adspiranten der heeren-afdeeling te laten optreden, doch bijzondere omstandigheden, die hier niet ter zake doen, hebben gedwongen daarvan in sommige opzichten af te wijken. In principe was dat plan gehandhaafd, in de practijk werd er nog al eenigszins van af geweken en zoo is het gevolg, dat men op de tweede uitvoering, op 30 Maart, naar ar het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A. H. Pfnter den koninklijken stoel stond de fWg van York, wat voorovergebogen, r,:t?aat" iets voorstellend, waarschijnlijk F' heel veel nadruk want zijn majesteit E met.gemakkelijk te overtuigen, poen de hond blafte, wendde de koning |n om; zijn gelaat drukte verlichting uit m!'e on^erbreking. of het hem niet on- "Lenaam was, het antwoord op de vraag to',. oer te moeten uitstellen. Stuart trad rechtstreeks naar den E? ZÜ had een heel andere uit- Kjr'bg op haar gelaat, sinds haar bin- Vm r-?' ze was óén en al sympathie en Eo u teederheid geweest, een een- ÉiarHi.u ■L<iame; nu nam zij de statige %rvfu aan> hie zeer goed paste by Miste n Inlaat en slanke gestalte. klfa„i fs ,Darcy stond doodstil in het duister bij den ingang. trommels. Frances! Je bent dus te- l0m'v<X" ééns is de koning er mee in laten z'j" orders, om niemand toe t,.5; met êehoorzaamd werden. Zijn Int hnv h'kte vriendelijk, want je fcn bpn alle hevelen verhevenboven- oeïnJe al °P een heel geschikt oogen ic te en' om als scheidsrechter te irolrèn !eï zaak, die mijn broer en ik niet hehben, maar waaromtrent wij oen h-ns z'ih- tel Mi.!'' had gezegd, werd koning iee h.„?ess Darcy gewaar. Zijn reeds Ma,! ';erd no? donkerder. L Dit hebben we daar? Bij Jupi- fcii „„."J1! nu wat te erg! ide hnïü ,al{ °P uit zijn zetel en de franco blaften onbeschaamd. Ie een trad hem terzijde; ze iMathP, ringer op zijn arm en keek icln dj! ,Paar hem op met die toover- JPWe'n u meer dan alle andere I- ft hel ahaar «id- kalm nm ?.eze dame hier gebracht, zei 2e»t iiP u Maiesteit te spreken. Wat bel »a-,n haar zelfs gaan halen. feeds veel zachter gestemd. Aan u, schoonste aller schoonen, wordt alles vergeven! En terwijl hij de hand ophief, die op zijn arm rustte, kuste hij de lange, teere vin gers. Miss Stuart keek nog naar hem, met glimlachende oogen, ofschoon haar gelaat verder hoogst ernstig stond. Ik heb gisteravond toevallig iets ge hoord, wat mij het bloed aan het koken bracht; ik dobberde toen tusschen die twee dingen; of ik het rechtstreeks aan Uw Majesteit zou vertellen, of dat ik naar deze dame zou toegaan, die ik niet kende, en haar hierheen zou. brengen om de hulp van Uw Majesteit in te roepen, of neen, liever geen hulp. maar iets, dat nog de nederigste van Uw onderdanen nooit ge weigerd werd: Uw Majesteits rechtvaar digheid. Het gelaat van den Koning stond nu ook ernstig. Je spreekt in raadselen. Frances, zei hij. Wees zoo goed en. wordt wat duide lijker. Daarop vertelde miss Stuart letterlijk wat zij gehoord had: het gepoch van Zijn Genade, den hertog van Buckingham, wat betreft het lot van kapitein Robert Dercy. Lucille was precies zoo blijven staan, terwijl haar kampvechtster haar geschie denis vertelde; de handen hield zij kramp achtig samengevouwen, haar boezem zwoegde en in stilte deed zij een vurig ge bed. dat Zijn Majesteit er toe gebracht mocht worden om de waarheid te zien. Maar terwijl zij hem gadesloeg voelde zij zich alle vertrouwen, alle hoop ontzinken. De Koning zat met een norsche uitdruk king op het gezicht, met het gelaat afge wend en gefronste wenkbrauwen. Als hij zoo keek. was hij niet aangenaam om te zien. Het had er veel van of miss Stuart haar macht en invloed op hem overschat had; niets van zachtheid of toegeeflijkheid bleek uit zijn houding tegen dat zij uitge praat had Op het gelaat van miss Stuart stond teleurstelling te lezen. Ook zij be sefte dat zij niet geslaagd was. Ineens doorleefde mrs. Darcy ifet tooneel van vele jaren geleden, toen deze man, die nu de beschikking over leven en dood in zijn koninklijke macht had, haar hand had vastgehouden in de kapel van de Lee's, haar den ring had geschonken, dien zij steeds sinds dien gedragen had en haar had beloofd, dat, mocht.de tijd ooit komen dat zij in nood verkeerde, hij dan zou te rugbetalen wat hij haar schuldig was voer haar hulp bij die gelegenheid. Koning Karei wendde zich tot zijn broer. Hoe luidt je uitspraak. York? Mylord Devizes is dood. daaraan is geen twijfel mogelijk; het was een aardige man, loyaal, één van onze vrienden. Hij kwam om in een schermutseling, waarbij een jong meisje in het spel was, zeker door een stoot van den degen van kapitein Darcy. Over de wezenlijke omstandigheden van het geval heerschte verdeeldheid, maar de jury heeft den gevangene veroordeeld. Frances, hier, verklaart, dat er een ver keerde rechtspleging heeft plaats gehad en herhaalde de snoevende uitspraak van een man, die te veel gedronken had. Ik heb hooren zeggen, sire, viel Fran ces kalm in: „in vino Veritas". („In den wijn zit de waarheid"). De koning nam geen notitie hiervan, maar vroeg over zijn schouder: Wat zegt ons familie-orakel? Doodsche stilte heerschte in het vertrek. Beide vrouwen hielden den adem in, in de grootste spanning. De hond, die op den grond lag te slapen, snurkte zwaar. Na een schijnbaar lange tusschenpooze antwoordde de hertog, met stroeve uit drukking op het gelaat en de oogen afge wend van miss Stuart: De Bij bei beslist Een leven om een leven. Het Orakel heeft gesproken, zei Zijn Majesteit, zich tot Frances Stuart wenden de, als om het antwoord nog eens vast te leggen. Op dat oogenblik trad Lucille naar voren ze boog een knie voor Karei Stuart en greep zijn onwillige hand. De woorden, die miss Stuart in het vertrek daarnaast tot haar gesproken had. drongen op haar aan: Bedenk, dat u strijdt voor het leven van uw echtgenoot. Zijn lot werd gewogen en tot nog toe helde de schaal naar de andere zijde over. Wie is deze dame? vroeg de koning ongeduldig. Ik ben Lucille Darcy, riep de knie lende vrouw, smeekende den blik tot Karei opheffend, de vrouw van Robert Darcy, die valsch beschuldigd in den Tower is en Donderdag zijn vonnis zal moeten onder gaan. De koning zou zijn hand losgetrokken en jnisschien de smeekelinge weggeduwd heb ben, maar met kracht handhaafde zij haar houding en ging voort: Meer dan dat, sire, ik ben de dochter van wijlen sir Evelyn en vrouwe Marjoria Lee. in het graafschap Warwick. Deze mededeeling boeide de aandacht van Zijn Majesteit. Zijn onwilligheid en verstoordheid verdwenen; hij keek miss Darcy recht in het gelaat als trachtte hi) daaruit een half-vergeten gelijkenis op te maken, die tot bevestiging van haar woor den kon dienen. Koning Karei bezat een uitstekend, een koninklijk geheugen voor geziohten; daar bij kwam nog. dat de gebeurtenissen, die zich hadden afgespeeld in dien tijd van zijn jongelingschap, hem onuitwischbaai in het geheugen geprent waren; althans de perioden van tegenspoed hadden zich diep in zijn gemoed gegrift. Andermaal volgde er een pauze. Lucille haalde den ring te voorschijn, dien de koning haar aan den vinger ge schoven had en hield dien voor hem op. U heeft mij dezen zelve gegeven, sire, en u zei er bij, dat, als ik ooit in nood verkeerde, ik mij dan tot u zou wenden om bijstand, en ik verkeer nu in nood, in dringenden nood. Wanneer was die gelegenheid? vroeg de hertog van York, waarvan deze dame spreekt? Maar Zijn Majesteit antwoordde niet en niemand anders waagde de stilte te ver breken. Hij zat achterover geleund in zijn grooten stoel, met de oogen gesloten, of hij in slaap gevallen was, maar in waar heid herinneringen opwekkend uit dat lang vervlogen jaar. Eindelijk richtte hij zich op en legde de hand op den schouder van miss Darcy. Dus dan was u het kind, dat ik juist, van pas in het park tegenkwam? Ja, sire. Ik had mijn vrijheid misschien mijn leven te danken aan uw vader. Wat zei mijn broer zoo juist? Een leven om een leven, antwoordde mrs. Darcy vlug. Dan zal zijn uitspraak van kracht blijven, misschien in anderen zin, dan hij meende. Hij glimlachte en keek met critischen blik naar Lucille. Dien ring moet u mij geven, zei hij, die heeft dienst gedaan; ik kan u niet weer daarmee een zaak laten bepleiten. Mrs. Darcy deed als haar verzocht werd en legde den ring in den hand van den koning. Intusschen bracht miss Stuart met groote vlugheid van handelen Zijn Majes teit een schrijfmappe. Uw handteekening, sire, zei ze. De genade en de gerechtigheid van den ko ning. De gerechtigheid is een vrouw en blind. Niet altijd sire, soms een man met een scherp gezicht Dat is maar vleierij, Frances! Zijn Majesteit schreef een enkelen regel, onderteekende dien en overhandigde het papier aan mrs. Darcy. Spoedt u zich hiermee naar den Gou verneur van den Tower en hij zal u uw echtgenoot teruggeven. En toen tot miss Stuart Het is maar beter, dat George Villiers er later van hoort; liever dan voor dien tijd. Daar zal ik voor zorgen, sire, verze kerde miss Stuart hem met een glimlach. Onmiddellijk daarna verlieten de dames het vertrek met diepe buigingen. De koning hield den ring, die na zoo vele jaren weer in zijn bezit was gekomen, in de palm van zijn hand. Het is maar een klein ding, zei hij, om den prijs te zijn van een leven. Toen voegde hij er, na een pauze, met een luimigen glimlach bij: George zal woedend zijn als hij hier van hoort, maar misschien zal ik vannacht des te rustiger kunnen slapen, nadat ik dit volbracht heb. Miss Stuart geleidde mrs. Darcy snel door den doolhof van gangen en vertrek ken naar den weg, waarlangs zij het paleis betreden hadden. Lucille liep als in een droom, nauwelijks beseffende, welk een groot geluk er over haar gekomen was. Toen zij op een gras heuveltje stonden dicht bij de rivier hield miss Stuart even stil en kuste haar.' Neem mijn praam, zei ze. ga naar den Tower en bevrijd uw echtgenoot. (Slot volgÖ,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9