zqjp&ggi
RADIO-PROGRAMMA.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
INGEZONDEN.
FAILLISSEMENTEN.
Steunt met Uw oaven
het Leidsch Crisis-Comité.
teur der Landelijke Rljvereeniging te Wad-
dinxveen een oud-wachtmeester bin
nengebracht!
De heer Troost vertelde ons van dit alles
op zulk een aangename en onderhoudende
wijze, dat het uur van scheiden op onver
wacht snelle wijze in het zicht kwam.
Dpch alvorens Waddinxveen te verlaten,
voerde de Burgemeester ons nog 'n oogen-
bllk naar de, na een grooten brand her
bouwde grandioze meubelfabriek der firma
Kempkes, die nu op de meest moderne
wijze is ingericht. Althans hier kan geluk
kig op volle kracht gewerkt worden: het
nieuwste procédé, prachtige meubelen van
z.g. „gepolitoerd hout", die tijdens ons
vluchtig bezoek een voortreffelijken indruk
maakten, vindt zelfs in dezen tijd van ma
laise grooten aftrek. Weder een teeken,
dat de Waddinxveeners er niet voor terug
deinzen. ook in moeilijke dagen de bakens
geheel te verzetten!
U moet eens terugkomen en dan een
artikel schrijven over de Waddinxveensclie
industrie. Daar zit cople in!! aldus de Bur
gemeester. Gaarne zegden wij hem dat toe!
Na een rondgang door het Raadhuis,
v/aar ons in de Raadzaal de imponeerende
stoelen Waddinxveensch fabrikaat!
opvielen, alsmede het wapen der gemeente
gelijk aan dat van Leiden, eveneens
twee sleutels, maarmet een streep er
door", verlieten wij onzen gastheer, in de
overtuiging, dat bij hem de belangen eener
gemeente, die ondanks malaise, tóch een
groote toekomst voor zich heeft, in goede
handen zijn toevertrouwd!
Tenslotte: den Waddinxveeners en hun
volijverigen „Burgervader" zij het beste
toegewenscht ln deze moeilijke dagen!
RECLAME.
Verzorg Uw keel
dagelijks -
Gorgel droog
met
Alleen in de 3 blauwe
doozen 25. -15 en 65 ct.
3562
VOOR VRIJDAG 12 FEBRUARI.
Hilversum, 1875 M. 6.45—12.00: VARA;
12.00—4.00: AVRO; 4.00—8.00: VARA; 8.00
—11.00 VPRO; 11.00—12.00 VARA. 6.45
en 7.39: Gymnastiek. 8.00: Gramofoon-
platsn. 10.00: Morgenwijding. 10 15:
Voordracht door A. Bouwmeester. - 10.30.:
VARA-Septet. 11.00: Vervolg voordracht
11.15: Vervolg concert. 12.00: Om
roeporkest en Gramofoonpl. 2.00: Voor
scholen 2.304.00: Kovacs Lajos en
zijn orkest. 4.00: Piano-recital door
Joh. Jong. 4.30: Voor de kinderen.
5.00: VARA-Orkest en Gramofoonpl.
6.40: Lezing over het Kapitalisme. 7.00:
Studio-concert door Jaca Hylton en zijn
Band. 8.00: Lezing door mej. dr. Brui
ning. 8.30: Haydn-concert. 9.00: Voor
dracht door Ds. Spelberg. 9.30: Vervolg
concert. 10.00: Vrz. Godsd, Persbur.
10 05: Vaz Dias. 10.15: Voordracht door
Ds, Cramer. 10.45: Gramofoonpl.
11 0012.00: Gramofoonpl.
Huizen, 298 M. Algemeen Program
ma, verzorgd door den KRO. 8.009.15
en 10 0011.30: Gramofoonpl. 11.30:
Voor Zieken en Ouden vaD dagen. 12 15
KRO-kwartet. 1.462.30: Gramofoonpl.
3.00: Orgelconcert door E. Haak.
4.00: Gramofoonpl 5.30: KRO- Kunst-
Ensemble. 7.00: Lezing over den Islam
in Indië. 7.30: Gramofoonpl. 7.45:
P.T.T.-Kwartiertje 8.00: KRO-Orkest.
Willy Roos (bas). Ca. 9.00: Vaz Dias.
11.0012.03: Vervolg concert (Gramofoon
platen
Daventry, 1554 M. 10.35: Morgenwij
ding. 12.20: Gramofoonpl. 1.00: Or
gelconcert door W. Vale. 1.50: Gramo
foonpl 2.45: Voor scholen. 4.50:
Orkestconcert. 5.35: Kinderuur. 6 50:
Piano-recital door R. Paul. 8.20: Or
kestconcert. L. Gowings (tenor). 9.55:
„Catastrophe". Hoorspel door Delias Bo
wer. 10.40: Instrum. Kwintet. 11.20
12.20: Dansmuziek.
Parijs „Radto-Paris". 1725 M. 8.05:
12.50: Gramofoonpl. 9.05: „De dochter
van den tamboer-majoor" Operette van
Offenbach m.m.v. solisten.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.35: Or- 1
kestooncert. 2.20—4.20: Orkestconcert
mmv. solisten. 7.20: Oude liederen
8 00: Hoorspel 845: Lezing. 9.00:
Hoorspel. 9.3510.30: Orkestconcert.
10.3011.50: Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.257.20: Con
cert. 11.2012.10: Gramofoonpl
12.25—1.50: Orkestconcert. 4.20—5 20:
Orkestconcert. 7.20: Concert uit Wee-
nen. Orkesten en solisten. 9.20: Berich
ten en daarna tot 11.20: Dansmuziek.
Brussel. 508 en 338 M. 1.35—2.05: Gra
mofoonpl. 5.20: Omroeporkest. 6.20:
Gramofoonpl. 6.50: Opera Faust" van
Gounod. (Verkort opgen. op gramafoonpl.)
8.20: Piano-recital door M Maas.
9.20: Orkestconcert. 338 M.: 12.352 05:
Gramofoonpl. 5.20: Orkestconcert.
6.20: Gramofoonpl. 8.20: Orkestconcert
Rome. 441 M. 7.20: Gramofoonpl
8.20: Operette „Marietta" van Walter
Kollo.
Zeesen, 1635 M 5.50: Gymnastiek.
Daarna tot 7.35: Concert. 1120: Be
richten. Daarna: Gramofoonpl. 1.20—
2.20: Concert. 3.50—4.50: Concert. 8.20:
Orkestconcert.
EERSTE KAMER.
ALWEER EEN SALARIS-DEBAT.
In de Eerste Kamer was aan de orde
het ontwerpje inzake korting op de bij de
wet vastgestelde salarissen (Raad van
State, Rekenkamer, rechterlijke macht),
maar verschillende heeren hebben daar
van gebruik gemaakt om een algemeen
salaris-debat te voeren.
En:
Zoo kregen wij dan ook een herhaling
van de uit den treure in de andere Ka
mer reeds besproken argumenten.
Allereerst heeft de heer Ossendorp de
bekende bezwaren tegen salaris-verlaging
doen hooren De toestand van de schat
kist geeft tot zulk een verlaging geen aan
leiding. De Regeering is er veel te spoedig
bij, om op de salarissen van ambtenaren
en de werklieden te korten. Hij verklaarde
te zullen tegenstemmen, omdat hij geen
enkeie verlaging wil. Ook de heer van
Embden zeide, zich tegen het ontwerp te
moeten verklaren, in hoofdzaak omdat hij
geen verlaging wil voor de leden der rech
terlijke macht. De heer Nivard verklaarde
daarop dat hij, en eenige andere katho
lieken, eveneens op grond van de bekende
bezwaren tegen het ontwerp zouden stem
men, maar zijn partijgenoot de heer Jans
sen. al bewonderde ook hij het ontwerp
niet. zeide dat de salaris-korting in het ge
heel der regeeringsmaatregelen onmis
baar is. Tot een zelfde conclusie kwamen
de heeren de Savornin Lohman en Rink:
hoezeer het hun leed deed, dat de salaris
sen verlaagd werden, zij verklaarden de
noodzakelijkheide er van in te zien, waarop
de heer Moltmaker weer een betoog tegen
het ontwerp hield en het „gepatenteerde
corruptie" noemde, dat de Regeering ver
schillende salarissen en pensioenen in een
persoon vereenigd laat; nu weer in den
heer Schokking, die een aantal pensioenen
heeft, en tot lid van den Raad van State
is benoemd. Hij verklaarde evenzeer af te
keuren, dat Kamerleden vele jaren ver
lof s-tractement genieten: één zelfs al 23
jaar.
Minister de Geer heelt het wetsontwerp
verdedigd, de noodzakelijkheid ervan in
het licht gesteld en gezegd het onbegrijpe
lijk te vinden, dat men in de huidige om
standigheden deze matige korting komt
bestrijden. De verlaging is absoluut nood
zakelijk In het algemeen zei spr.
zullen in rijksfuncties geen geoension-
neerden worden aangesteld, maar ten aan
zien van den Raad van State kan die
stelling moeilijk opgaan.
Het wetsontwerp is hierna met 22 tegen
16 stemmen aangenomen. Er tegen stem
den de sociaal-democraten, de vrijzinnig-
damocraten, en de katholieken de Bruyn.
Visser, Serrarens en Nivard.
KASVOORSCHOTTEN.
Een kort debat is gevoerd over het wets
ontwerp inzake het mogelijk maken van
steun uit 's rijks kas in de financiering
van de kasbehoeften der gemeenten. De
heeren de Veer, Dobbelman, Wibaut en
Slingenberg maakten enkele opmerkingen.
Nadat minister de Geer die had be
antwoord, en had beloofd dat de te stellen
voorwaarden niet zullen ingrijpen in de
huishouding der gemeenten, werd het ont
werp aangenomen en de vergadering ge
sloten.
TWEEDE KAMER.
BEGROOTING ZUÏDERZEE-FONDS.
Nadat de den vorigen dag aangevraagde
interpellaties waren toegestaan en aan
den heer tnr. W. L. Very, commies-grif-
fier der Kamer, op zijn verzoek eervol
ontslag was verleend wegens ziln benoe-
rrnng tot rechter in de Kaagsche recht
bank, ging de Kamer voort met de behan
deling van de beonooting van het Zui-
derzeefonds voor 1932.
Hierbij heeft de hegr Coliin er op ge-
Wezen, dat er twee belangrijke vragen
rijzen: le. de uitgifte van de gewonnen
gronden ln den Wieringermeernolder. en
2e. het al of niet voortgaan met de innol-
derine. Wat het eerste nunt aangaat sprak
dr. Coliin zich uit voor een stelsel van erf
pacht met wisselende canon en bestreed
het denkbeeld van staatsexnloitatie. En in
zake de tweede kwestie hield hii 'n krach
tig nleidool voor verdere inpoldering. De
omstandigheden van het ooeenblik mogen
—meende hij niet den doorslag geven.
We moeten naar de toekomst zien en dan
zal onze landbouw de gronden best kunnen
gebruiken. Uitbreiding van onze bodem
cultuur ls noodig tot opvoering onzer na
tionale productie.
De heer Bierema heeft er zijn suijt over
betuigd, dat de Regeering haar gegevens
betreffende het ontwern zoo laat aan de
Kamer heeft overgelegd. Hii verklaarde
zich voor het voorloonig stonzetten de-
verdere Inpoldering, dan kunnen ondertus-
schen de verschillende zaken (o.a. de uit
gifte der gronden), nader worden overwo
gen. In ongeveer eelbken geest snrak de
heer Weitkamn. die er od wees, dat we
tegenwoordig al niet van onze nroducten
af kunnen komen: hoe zou het dan moe
ten eaan als er nog meer gronden bij
komen?
Hierna ontwikkelde zich noe een denat,
waaraan deelnamen de heeren Fhels. Lo-
vink, Rutgers van Rozenburg Wiinkooo,
Knners en Zandt, d'e de kwestie van u)t-
vifte der gronden en van bet stopzetten
der inpoldering ook van bun kant be
schouwden en evenals de voorgaande
sm-pi-ore. tot. verschillende conclusie kwa
men. Hierbti werd nok eenerz"ds voor de
jrrnpdnn in de Wieringermeer de staats
exnloitatie aanhevolen, anderzijds deze
kr-cbtig bestreden.
En:
Duidellik bleek, dat de Kamer in twee
groenen verdeeM was urn en contra het
vpprlnnnig stonzetten der innoldering.
De Minister van Waterstaat zal heden
middag antwoorden.
HAGENAAR.
271 Nu werd het tijd weer naar beneden te gaan.
Tuimeltje hield de ooievaar bij zijn lange pooten vast en
beval hem naar beneden te vliegen. Het was een heele
optocht zoo boven in de lucht. Het leek dat groote be
kende luchtschip wel zelden de kikkers tegen elkaar en
lachend stonden ze te kijken toen de radio-dokter, Tui
meltje en de ooievaar op den grond stonden. Tuimeltje
gelastte den ooievaar in de fuik te kruipen en zoo werd
het dier gevangen genomen.
272 Je bent toch een leelijke ondeugd, begon Tuimel: J
tegen den ooievaar. En kikker Karei die Tuimeltje geluI
kwam wenschen, was het daar roerend mee eens. It -1
de kroon maar weer omhangen, dan kun je niet oo: l
snappen, ging Tuimeltje voort en hij liet de kroon brul
gen en hing hem om het dier zijn nek. En nou wil
eerst eens wat te eten hebben, na al die lucht, zei Tui l
meltje en hij stelde aan Karei voor wat te gaan eten,
(Buiten verantwoordelijkheid der Red)
Cople van al oi niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
Uitgesproken:
L. M. van Keulen, bloembollenhandelaar,
Lisse. Kanaalstraat 215. R.-c. mr. A. W. J.
van Vrijberghe de Koning, cur. mr. P. Ti-
deman. Haarlem.
Opgeheven, wegens gebrek aan actief:
P Steyn, te Voorschoten.
RECLAME.
Ruwe huid met diepe voren?
Winterhanden, winterooren?
Wintervoeten, winterteenen?
Stukke armen, stukke beenen'
Weer ln orde na 't gebruik
Van Purol. Purol is puik
3552
KERK EN VREDE.
Oosterend (Texel), Febr. 1932
Geachte Redactie.
Naar aanleiding van het ingezonden
stukje van N in uw blad, zou ik gaarnt
even precies willen meedeelen wat lk ge
zegd heb.
Dit heb ik gezegd:
„Aan den eenen kant staan de „Kerk en
Vrede"-menschen, die getuigen: Oorlog en
Evangelie vormen 'n onverzoenlijke tegen
stelling! Wie den naam van Jesus Christus
noemt, verwerpe oorlog en oorlogstoerus
ting!
Aan den anderen kant staan mannen als
prof. Slotemaker, prof. Aalders, prof. Hait
jema enz., die getuigen: Oorlog is vreese-
lijk en wij moeten alles doen om oorlog te
voorkomen, maar er is ook een rechtvaar
dige oorlog, die door hen, die den naam
van Jesus Christus noemen, gestreden moet
worden.
De Kerk en Vrede-menschen getuigen:
oorlog is zonde en kan nooit dienst van
God in Jesus Christus zijn.
Prof. Slotemaker, prof. Aalders, prof
Haitjema enz. getuigen: oorlog is een ge
volg van de zonde, zelf in vele gevallen
zonde, maar kan in bepaalde gevallen
dienst van God in Jesus Christus zijn; dan
moet hij gestreden in Gods kracht en uit
het geloof in Jesus Christus.
Zoo wordt dan door de iaatsten den
naam van Jesus Christus nog aan den
oorlog gebonden, terwijl de eersten deze
verbinding volstrekt afwijzen.
Vele jaren heb ik tot de iaatsten be
hoord. omdat ik inderdaad geloofde, den
naam van Jesus Christus in bepaalde ge
vallen aan den oorlog te kunnen en te
moeten verbinden. Dit geloof heb ik ver
loren. Nu reken ik den oorlog tot de on
gerechtigheid, van welke een ieder, die den
naam van Jesus Christus noemt, heeft af
te staan.
Waarom deze mijn uiteenzetting infaam
is ontgaat mij ten eenenmale.
Infaam zou het zijn, wanneer ik durfde
te veronderstellen, dat Christus belijders,
voor wie heel het leven dienst van God in
Jesus Christus behoort te zijn, den oorlog
in bepaalde gevallen aanvaarden, terwijl
zij den naam van Jesus Christus niet aan
den te aanvaarden oorlog verbinden.
Oorlog is voor een mensch, die Jesus
Christus belijdt, m.i. alleen aanvaardbaar,
wanneer hij den naam van Jesus Christus
aan den oorlog verbinden kan.
Kan hij dat niet, dan moet hij den oorlog
onvoorwaardelijk en radicaal als zonde
tegen God in Jesus Christus afwijzen.
J. J. BUSKES Jr.
P.S. Na het schrijven van mijn ant
woord aan den heer N. krijg lk het inge
zonden stuk van den heer Labrijn in han
den.
Mijn antwoord aan den heer N. kan ook
mijn antwoord aan den heer Labrijn zijn.
Over het standpunt van dr. Stratmann
heeft prof. Heering reeds een en ander
opgemerkt. Ik heb het voorrecht gehad,
op het Congres te Ziirich dr. Stratmann
te ontmoeten en met hem te spreken. Hij
staat in zijn radicale afwijzing van den
oorlog wel wezenlijk aan de zijde van prof.
Heering.
Dat prof. Bavinck aan de zijde van prof
Heering zou staan, heb ik met geen enkel
woord ook maar gezegd.
Wat het geloof van prof. Haitjema in
den oorlog betreft, laat lk ter verduidelij
king enkele zinnen citeeren uit een arti
kel van prof. Heering „Geloof ln Oorlog"
in het Januarl-nummer van „Kerk en
Vrede":
.Aalders, Haitjema en Slotemaker, zij
gelóóven nog in oorlog. Dwz. zij gelóóven
nog, dat oorlog een redelijk en zedelijk
karakter hebben kan. Zij gelóóven nog, da-
een oorlog het recht kan dienen. Zij ge
lóóven nog, dat oorlog aan een volk, ook
aan een Christenvolk, geboden kan zijn. Zij
gelóóven nog. dat een Christen daaraan
mee moet dóen. Wij gelooven dat niet,
absoluut niet. Hier staan wij voor de kloof
die ons scheidt. Wij kunnen het niet ge
looven! Wat ons in den weg staat, ls ons
christelijke geloof zelf, ons geloof in Chris
tus. Wij hebben den oorlog het geloof op
gezegd, en daarmee den dienst. En in
welke dwalingen wij ook gevangen mogen
zijn, hier zien wij te klaar en te licht om
niet heel zeker te weten: het Christendom,
dat nog eenig geloof ln oorlog heeft en
dat daarom den oorlog, het oorlogswezen
en het oorlogsapparaat nog niet heeft af
gezworen, heeft zijn ware houding tegen
over den oorlog nog niet gevonden."
Met deze woorden stem lk van harte ln
en Iets anders heb lk op de „Keijf en
Vrede"-avond te Lelden niet gezegd
J. J. B. Jr.
alleen gelijk heeft en genoemde Vereeni-
ging met zijn honderden aangesloten
voorgangers er absoluut naast is.
Dan komt de heer L. met zijn hatelijk
heden en beschuldigingen voor den dag,
welke nauwelijks door den beugel kunnen
en zelfs diegenen, die hij tot de zijnen kan
rekenen er toe nopen, hun ergernis over
dergelijke wijze van polemiek voeren, te
uiten.
En wat de reden ls? Mijns inziens in
hoofdzaak het feit, dat de heer L. abso
luut niet weet de inzichten en opvattingen
van andersdenkenden te eerbiedigen, want
ware dit wel zoo, dan had hij de inzending
van zijn eerste stuk achterwege gelaten
en niet in zijn overmoed beschuldigingen
aangevoerd, welke hij óf niet kan weer
leggen, óf welke hem als zeer naïef moeten
bestempelen (Zoo o.a. de door hem ver
keerde uitlegging van dr. Tjalsma's aan
haling over „Christenen met een gewe
ten"; volgens den heer L. zouden er ook
nog Christenen zonder geweten bestaan!)
De heer L, moet goed begrijpen, dat alle
verdere aanval absoluut doodloopt. Met
„Kerk en Vrede" valt niet licht van ge
dachten te wisselen, omreden haar stand
punt berust op een zuivere waarheid, zon
der „maren", zonder „alsen", onvoorwaar
delijk, zich vastklemmend aan het groote
Gebod „Gij zult niet dooden", maar dit
gebod ook voelend, onverschillig of dit be
treft een rechtvaardigen oorlog, een on-
rechtvaardlgen oorlog, een aanvalsoorlog,
een verdedigingsoorlog van kleine Staten
zooals Nederland bijv. Kleine Staten, die
volgens den heer L. „waarachtig vredelie
vend zijn, en bij een oorlog alles te ver
liezen hebben," of welke soorten oorlog
in de toekomst ook nog mogen op
doemen.
Dit nu is geen absurditeit, bewijze jnist
de Historie, bewijze Juist het door den
heer L. voor zijn tegenstanders zoo geluk
kig gekozen voorbeeld van België in 1914,
dat zijne verdediging in den rechtvaardi
gen strijd zoo rijkelijk beloond zag
bewijze eindelijk de bewering van den heer
L. zelf, dat de wijze waarop de Gerechtig
heid soms wordt gehandhaafd, moet wor
den afgekeurd!
Een moeilijke kwestie voorwaar, voor
den heer L. „Maar wat dan?" zal hij
vragen. Wat dan, als onze medemensch,
die van hoogerhand gedwongen wordt,
onze vijand te zijn en bevel krijgt om aan
te vallen en zoo noodig om uit te moor
den. Ja, wat dan?
Welnu, dan hebben wij als Christen ons
te houden aan het hierboven genoemde
gebod en ons van eenigen tegenstrijd te
onthouden, hierbij aanvaardend de zuivere
consequentie, met allen moed, daarvoor
noodig. Dit nu moet de heer L. goed en
voor altijd begrijpen: De geboden zijn niet
voor de een of andere natie alleen ge
schreven. zij gelden voor allen, trots alle
oogenschijnlijke risico's: ze zijn interna
tionaal!
Wil de heer L. hier niet aan, laat hij dar.
zijn standpunt alleen langs materialisti-
schen weg verdedigen, maar „Kerk en
Vrede" in dit geval voortaan er bulten
laten.
Leiden, 8 Februari 1932.
C. LAU.
„C'est le ton qui fait la musique", ook zoo
denkt de heer Labrijn er over als hij weer
eens zijn pen opvat om te trachten „Kerk
en Vrede" een hak te zetten en het be
langstellend publiek te toonen dat hii
Mijnheer de Redacteur,
Zoudt U zoo vriendelijk willen zijn, het
onderstaande in Uw blad te willen op
nemen?
In het „Ingezonden" van den heer La
brijn in het Leidsch Dagblad van 8 dezer
beweert de schrijver dat dr. Tjalsma een
insinuatie tegen de Nederiandsche Lands
verdediging uitsprak, waarover de heer L.
zeer slecht te spreken schijnt.
Deze zaak moet echter beschouwd wor
den op de volgende manier. Het is toch
onjuist, dat de Nederiandsche weermach;
een blaam kan treffen, wanneer beweerd
wordt, dat elke oorlog, ook de verdedigings
oorlog, zonde en misdaad is. Wat is de
Nederiandsche weermacht? Niets anders
toch, dan het apparaat, van wier dienaren
(z.g. levend materieel) verwacht en ge-
eischt wordt, dat het in geval van oorlog
het vaderland (i. c. de landregeering)
dient. Eigenlijk dus een technisch appa
raat, dat aan de hand van de lessen der
krijgskunde zijn oorlogstaak zoo goed mo
gelijk volbrengt. Omtrent het al of niet
geoorloofde van een oorlog mag en kan
die weermacht zich niet druk maken:
evenmin aangaande de middelen, die zij
dient te gebruiken. De heer Labrijn en lk
vinden het natuurlijk on-Chrlstelijk on
onmenschelijk om door middel van een
z.g. vlammenwerpers 'n tiental medemen-
schen levend ts verbranden De Nederiand
sche weermacht heeft hierover als tech
nisch apparaat geen oordeel; zij steit
alleen voorschriften vast, om dit verbran
den zoo radicaal mogelijk te doen zijn,
wat haar plicht is. Wel onderscheidt de
krijgskunde de aanvals- en de verdedi
gingsoorlog, doch dit is slechts een mili
tair-technische onderscheiding, die met
het al of niet moreel toelaatbaar zijn van
dien oorlog niets te maken heeft. Men kan
dus de Nederiandsche weermacht, noch de
personen, die haar dienen beschuldigen
van een misdadige en zondige oorlog te
voeren. Wie men wel beschuldigen kan
een zoodanigen oorlog mogel'jk te maken,
dat zijn zij, die door woord en geschrift
de instandhouding van de militaire appa
ratuur verdedigen.
Zoolang het verder mogelijk is, j
Generale Staf van het NederlanL
ger met Generale Staven van andi
gers geheime overeenkomsten kan
of voorloopige regelingen kan treild
trent een eventueele samenwerking s
mogelijken oorlog, bestaat nu eerurj
kans dat gansch andere motieven
„noodweer tegen aanranding" tot e
log voeren.
Met beleefden dank voor de
C. J.
Oegstgeest.
o
HET LEIDSCHE GYMNASIDiJ
Geachte Redactie!
Voor de gelegenheid om eenigs
dediging in 't midaen te brengen teg
dr. Bosselaar in uw blad geptei
heeft, zou ik zeer dankbaar zijn. 1
Er is hier blijkbaar 'n groot misveistl
't spel. De brochure, die mijn naaml
(zonder dat ik daar zelf vóór I
uitgegeven door het hoofdbesta
N.B.A.S., een landelijke jeugdora
waar ik lid van ben geweest D;
heeft het hoofdbestuur een speech g
die ik in een kleineren kring
heb. Ik had indertijd geen bezwatj
de ultnoodiglng om voor een
die zich richtte tegen misstands!
alle scholen kunnen voorkomen mijj
af te staan, wist echter niet
naam er onder zou worden al,^
Dit was op zichzelf geen fout, i
aanleiding tot 2 misverstanden: leI
brochurt niet de meening van 'tl
bestuur van N.B.A.S., maar de mijnt!
te lanoeeren: 2e dat de brochw
alle scholen, iedere willekeurige I
maar het Leidsch Gymnasium
bedoelen.
In de brochure nu komt niets roti
het Leidsch Gymnasium. Alleen: mljnl
staat er onder en dr. Bosselaar vsf
publiceert dat ik daar mee te nuke(
Over het Leidsche Gymnasium
zeker niet zoo willen en kunnen sdi|
ten eerste omdat ik mij onbevcx
de onderwijsmethode, daar gebniQj
te prijzen of te laken en ten tweede!
ik inderdaad zooals dr. Bosse'auJ
te veel aan dat Gymnasium te
heb. Voor den strijd, dien de bd
van N.B.A.S. predikt, tegen alle ceel
tigheid, op de scholen en in onsl
sta ik echter met mijn hee'e per-er
Hoogachtend,
S. RIEl
Mijnheer de redakteur,
Ten zeerste betreuren wij dat een
biljet, door de N.BA.S. verspreid
grote misverstanden heeft aanleidlE
geven en op dr. Bosselaar een zo
pathleke indruk heeft gemaakt d:
het nodig achtte op staande voet
openbaar zijn banvonnis over onze
moeten uitspreken. Te meer valt
betreuren daar de houding van
t. o. v. N. B. A. S. altijd tegemoetkoi
was en wij een dergelike reaksie
verwachten, noch bedoelden. Het m
voorkomen dat dr. B. niet heeft ki
doordringen tot de wezenlike bedot
van het geschrevene en dat hij ten
rechte in datgene wat voor de schrijn
voor N. B. A. S. in zeker zin een A
coeur" was, een doelbewuste ondermll
van de goede naam van zijn gym"
heeft gezien. Voorzover scherpe en
zijdlge woorden over de schoolstee
gezegd is dit niet geschied om afbre
werk te verrichten en aanstoot te 5
maar om te karakteriseren waartcge
B. A. S. stelling neemt. Natuurlik ajj
gecritiseerde toestanden van schoo
school verschillend (dit had in het
schrift aangegeven behoren te worde'
Indien dr. B. er volkomen van oven
ls dgt op zijn school niets aanwen?
is dat aanleiding tot de gewraakte
sneden zou kunnen geven dan nenk
in aanmerking dat ln het algemea
wèl het geval is op de middelbare se®
(Wij denken aan dr. B.'s eigen critici
onlangs). Niet de oud-gymrasiast
over zijn school, maar de N. B. A.J-'
de school in geheel Nederland, zo"
gegevens uit algemenere bron g"i®
dan dr. B. meent. Dat dr. B. aan 0".
vlugschrift een zo persoonlik k
heeft toegekend (ten onrechte) doe.
betreuren dat de naam van om j"
Slerk Riemens er onder heeft ees»®,
wij rekenen het ons als een ernsup
aan dat wij hiertoe de aanleiding "L
weest door ook op het Leidse gy®f
dit biljet te verspreiden. Ten sion*
stand, ondermijning van bet 3
datgene wat dr. B van N. B
baar verwacht. ligt in 't
onze bedoeling en onder de to "Lj
schrift genoemde opstandigheid
wii wel iets heel anders dan dr.
vólkomen misverstaan.
U. mijnheer de redakteur dan»'1
de toegestane plaatsruimte.
Voor het bestuur van
v. d. N. B. A. 6
J. H. DE JONG
PHIIIZ'
Watffep'l
IDA SCHOP.HUIZf?'i|