roelofarendsveen.
INGEZ0NDEN.
BURGERL. STAND v. LEIDEN
waddinxveen.
zevenhoven.
HISTORISCHE FIGUREN.
DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN
3-10 FEBRUAR11932, 20 UUR M. T.
KERK- EN SCH00LNIEUWS.
LAND- EN TUINBOUW.
waren er over het geheele land
'15" rijvereenigingen, nu zijn er 68,
id over alle provinciën van ons land,
Limburg, met een gezamenlijk
ran ruim 1100. Dit zijn allen
i*rijders. Dan zijn er nog ongeveer
inaieurs en bestuursleden. Deze
jntie van 5000 paardrnsportliefheb-
ftunnen wij plattelanders trots op
■al de vereeniging hier In deze minder
e tijdsomstandigheden tot zoo'n
jekomen is, is zeer mooi.
|er waren er op de concoursen te
dorp springconcoursen voor bóeren-
Hen boerenknechts. Erg best gespron-
irerd hier nu juist niet en dit nummer
I In de groote pers vaak beschreven als
I een komisch nummer. We weten,
|at voor ons zeggen wilde. Als goede
jert traden nog wel eens op den voor-
J. de Groot en de heeren Clay en van
Thans is het springen van dezelfde
Jizoons niet meer komisch, maar van
Igoede kwaliteit. Op de kampioen-
ipen, gehouden in het Stadion, moes-
He hindernissen tot 1.30 M. verhoogd
(we denken aan carousels, denken we
I aan het carousel uit de Haarlemmer-
bijna 80 man sterk. De rijkunst van
irousel stond echter niet op een hoog
Nu hebben we de Historische
Irilbs, donr en door geoefend, waarover
fin dé Duitsche Pers zeer goede critiek
Vefend wordt.
was jammer, dat er in de eerste
niet veel contact was tusschen de
Jljke Ruiters en de paardenfokkers.
|is de samenwerking veel beter en
ordt hard gevochten voor ons In-
paard. Een echt zadelpaard zal
Pander nooit worden, hiervoor zijn
rassen noodig, maar we moeten
Èeering hebben voor de kwaliteiten
de Inlander wél bezit. De afstands-
j hier te lande zijn afdoende bewijzen
(die kwaliteiten.
hoop dat deze weinige woorden U
pigd hebben, dat de rijvereenigingen
pationaal doel nastreven, dan ben ik
jker van, dat de Rijvereeniging van
k-Vennep uit zal groeien tot iets he
rik; voor de paardenfokkerij. Ik
I U!
heer Zijlemaker dankte den heer S!ob
J zijn mooie rede en sprak de hoop
dat nog velen zullen toetreden als
pn Kita Seneng. De avond werd voort-
1 met het optreden van den humorist,
er Boezem. Dat het dezen gelukt
1 gang er in te houden en allerwegen
I lach op te wekken, behoeft geen
ig. Daverend succes had hij met de
is: Wat ga3n we vooruit, Tabé mijn
Onderofficier enz. Ook vergastte hij
I op gezellige gesproken humor in
rorm. Ook zijn „zakdo'kumroef' later
m avond had veel bijval.
de pauze verzorgde „Ons Genoegen''
inzikale gedeelte.
pauze volgde de vertooning van
opgenomen door de Oranje ver
ing van Alphen a. d. Rijn, waarin
Rijvereeniging Kita SeneDg nog
fe gezien werd.
i attractie volgde nog een komische
|uft de alom bekende Charlie Chaplin
hoofdrol. Ook deze film had het
Rge succes.
tBg eenige malen succesvol optreden
|ce heer Boezem was het programma
rt°er Zijlemaker sprak een kort slot-
ri waarin hij a'le medewerkenden van
"avond zijn hart"li'k°n dank betuigde.
Ifma werd de avond besloten met een
Wlig bal, hetwelk de heer Boezem zoo
|idwillig was, te leiden.
vereeniging Kita Saneng kan zeer
on een in alle onzichten geslaagde
fle Lustrumviering terug zien.
OUDE-WETERING.
Uitvoering Tooneelvereeniging.
Ihier gaf de R.-K. Tooneelvereeniging
ITheodulfus een tweetal uitvoeringen
[hotel Van den Bosch. Na opening door
i nieuwen voorzitter en een uitleggen
I de od te voeren stukken door den
ïeur werd met de afwerking van het
smma een aanvang gemaakt. Aller-
1 kregen we de oovoerine van het be
is kiuchtsDel .Een Paardenmiddel of
poeders Van Buuren. Grossiers in Ma-
pcturen" een echt Vastenavondstuk
1 het begin tot het einde De aanwezi-
J hebben kunnen genieten van een
pre en uitbundige vertolking vooral in
(tweede bedrijf waren de lach-salvo's
(t van de lucht.
Ra de Datize werd ongevoerd het klueht-
.Recht door Zee" een aardige één-
van wat kalmeren aanleg dan het
««noemde stuk Naarmate de ont-
1 looing van dit aardig ongezette stuk-ie
®erde won het aan geestigheid Alles
ven genomen waren het recht gezellige
Widen welke St Theodulnhus ons we-
I®1 heeft geschonken,
te regie was als steed* weer uitnemend
®r den heer J H Vesseur verzorgd,
""li den grimeur der> heer Franseen en
nianist den heer Degbert alle eer
hun werk toekomt.
"a de uitstaken tie oovoerine van het
™ie sDel De Eikeboom" in het naiaar
LSJ °nvoerine van bovengenoemde twee
~n van heel wat luchttgeT genre kan
tooneelvereeniging wederom op een
"geslaagd seizoen terugzien.
Parochie-feestavond.
Pastoor Onel in de St. Pan-
kiiS feestavond voor de ver
iet ioo.,pe!'sonen die in den loop van
ip if het belang van de parochie
arvréé °J ^idere wijze werkzaam zijn.
Brink ut Üad deze het gezelschap Jan
(as im Rotterdam laten komen. Het
iastpn ^»root aantal dat dien avond zijn
paal d, ?!11 het vulde bijna de groote
Jen imw «Prak aan het begin van
en de aanwezigen toe en bracht
™™kens dank aan de verschii-
van menschen die hem in
sta an J1? het besturen der parochie
aans u bijzonder aan zijn kape-
he Jtmeesters.
tranig Brink kaf bijgestaan door
ichten tZ\een aantal muzikale voor-
u ai. hooren en deed zich ook ken-
sjl e?P onderhoudend causeur die
tlach deed-—>ze kfaPP®11 herhaaldelijk
talloope Mi
Verrpi^^aan Z^'n mimiek was zeer
Beur du, s 'twam ten tooneele zijn
een tijdlang de aandacht ge-
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
WAAR BLIJFT ONZE MAREKERKKLOK?
Geachte Redactie!
Vergun mij eenige plaatsruimte in Uw
veelgelezen blad. 't Is nu bijna drie jaren
geleden, dat ons Stadhuis in vlammen op
ging. De toren, die als ware het een trouwe
wachter zoo lang over het fraaie bouw
werk had gewacht, ging mede te gronde.
Eenzelfde lot trof het uurwerk met de
klokken.
Niet lang daarna werd de aandacht
van meerdere stadgenooten gevestigd op
het uurwerk in den Marekerktoren met
zijn mooie welluidende heel- en halfslag-
klokken. Al sinds jaren is dat uurwerk
buiten gebruik gesteld en hangen de
klokken daar doelloos als stomme getuigen
uit lang vervlogen tijden!
„Laat ons geld bijeen zien te krijgen",
zoo sprak mén „teneinde het uurwerk
weer in zijn oorspronkelijken toestand te
doen herstellen of vernieuwen." Van dit
standpunt bezien vond het plan veel bij
val. 't Bleef niet bij praten. Velen toon
den zich sympathiek en gaven een bij
drage. Een comité werd gevormd. Daarna
werd een bazar gehouden voor bovenge
noemd doel. De opbrengst viel niet tegen,
zoodat omstreeks Sept. vorig jaar mét de
werkzaamheden een aanvang kon worden
gemaakt. Weken verliepen sindsdien, men
scheen goeden voortgang te maken, welke
indruk men ook verkreeg toen omstreeks
half Nov. een bericht in het Leidsch Dag
blad te lezen was dat de werkzaamheden
snel vorderden en het nieuwe uurwerk nu
wel spoedig zou gaan en slaan. Nadien
zijn nu weer eenige maanden verloopen.
De opmerkzame waarnemer zal gezien
hebben dat vier paar nieuwe wijzers zijn
aangebracht, daarna verdwenen zij, om
vervolgens weer te verschijnen. Menigeen
zal zich afgevraagd hebben, wanneer dit
werk nu toch eens tot eengoed einde zal
worden gebracht.
Nu zou ik over deze zaak niet de pen
hebben opgenomen, ware het niet, 'dat er
bij meerdere belangstellenden twijfel is
gewekt door vreemde geruchten, die de
ronde doen, als zoude het uitvoerend
comité alle goede raad van een deskun
dige achteloos in den wind hebben gesla
gen. Naar verluidt is ook de aangebrachte
lichtleiding vanwege de Lichtfabrieken
afgekeurd. Heeft hier misschien ook de
zuinigheid de wijsheid bedrogen, met alle
onaangename gevolgen van dien. Nu is
het geenszins mijn bedoeling een onjuist
oordeel uit te spreken of iemand een
blaam op te leggen, doch afgaande op de
geruchten zou men er aan beginnen te
twijfelen of de uitvoering van het werk
wel in goede handen is.
Om kort te gaan. Mijnheer de Redac
teur nog een vraag: Bestaat er nog kans
dat het doel bereikt wordt tot bevredi
ging van al degenen, die de zaak finan
cieel steunden? Indien het zou blijken,
dat het op een mislukking moet. uitlooopen
is al het bijeengebrachte geld noodeloos
verspild en ware het mijn inziens beter
geweest datzelve voor andere doeleinden
aan te wenden.
Gaarne zag ik eenig licht ontstoken in
deze duistere kwestie en om hiertoe te
geraken heb ik gemeend deze eens „aan
de groote klok" te moeten hangen!
U, Mijnheer de Redacteur, dankend
vopr de verleende plaatsruimte.
Namens meerdere belangstellenden:
A. J. DE GRAAFF.
Leiden, Februari 1932.
GEBOREN:
Johanna ,d. van A. J. Vogelezang en J.
de Koning Rösehen Johanna, d. van J.
A. de Ruiter en E. L. Wittke Anthony
Willem ,z. van W. A. Marks en A. F. van
Velsen Marinus, z. van P. Bervoets en
P. van der Weide Louisa Maria Alber-
tine, d. van S. A. Meerburg en S. M.
Brouwer.
0
ONDERTROUWD.
N. van der Keur, jm. 32 j. en M. Wetse-
laar, jd. 26 j.
GEHUWD:
H. P. Haan. jm. en C. J. Pierlot, jd.
V. L. Pierlot, jm. en M. Kamphues, jd.
J. A. v. Remundt, jm. en M. J. Raaphorst
jd. J. H. Thiel, wedn. en J. M. Devilee,
gesch. vr.
0
OVERLEDEN:
A. van Duijn, d. 10 dgn. W. Meijlink—
Groen, vr. 59 j. J. Sellerde Jong wede.
94 j. L. van Duuren, wedn., 78 j. F. P.
C. Cornelisse, m„ 65 j.
spannen wist te houden met zijn waarlijk
verbluffende kunstjes. Niet minder succes
hadden de twee acrobaten die toeren te
zien gaven, welke bewezen dat zij eerste
klas vakmenschen waren Het geheel ver
schafte een avond van veel pleizier. De
pa&toor toonde zich des te meer een gulle
gastheer, door de aanwezigen op een
royale wijze te tracteeren. Namens allen
sprak kapelaan Van Kan een woord van
dank.
0
Burgerlijke stand.
Geboren: Christina Maria. d. v. J. N.
Zinkhaan en M. J. E. Theussen.
Overleden: Arie Cornells Dronkert, 81 j.
Ondertrouwd: Christiaan Plantagie 61
j en Johanna Slinger 47 j.
Gevonden: Een zwarte handschoen,
een sleutel en een partij zakken. Ter se
cretarie zijn daaromtrent inlichtingen te
verkrijgen.
0
Door den burgemeester is een Crisis-
Comité opgericht, waarin 17 personen van
verschillende richtingen van bestaande
organisaties en instellingen zitting hebben
Mej. A. J. C. P van Dorssen is be
noemd tot onderwijzeres aan de Chr.
school te NijverdaL
„DER ALTE FRITZ.''
V.
Wie een verklaring wil vinden Van de
verschillende, oogenschijnlijk zelfs tegen
strijdige denkbeelden en daden van Frederik
den Groote, zoeke die in zijn opvoeding
var: huize uit en zijn opvoeding onder
vreemde invloeden. Die „vreemde' zijn dan
speciaal Fransche. Ik zeide reeds, dat Fre
derik's geest zich naar de Fransche cultuur
oriënteerde. Dit was niet te verwonderen,
daar na „de eeuw van Lodewijk XIV' de
invloed der Fransche letteren en philosophie
zich sterk had doen gelden in Midden-
Europa. De leer der Encyclopaedisten, die
twintig jaar lang, door d'Alembert en
Diderot geleid, doordrong in de beschaafde
krmger dei aangrenzende landen, had veel
aanhangers gevonden en ook velen, die
enkele harer denkbeelden aanvaardden en
tot de hunne maakten. Het denkbeeld van
de godsdienstige verdraagzaagheid, ook
dooT Voltaire zoo krachtig verdedigd
mede naar aanleiding van de zaak-Calas
werd b.v. met groote instemming toe
gejuicht in het jonge koninkrijk Pruisen,
waar het Protestantisme de overheerschende
en officieele geloofsuiting was. De Fransche
boeken, de gedichten en de rijmelarijen,
de zedekundige verhalen van Marmontel
en anderen, overstroomden het land. Kwa
men ze niet uit Parijs, dan kwamen ze uit
An.sterdam, waar de eene Fransche irtgaaf
na de andere het licht zag. In het midden
punt van den glans der Fransche letteren
stond Voltaire, een kleine twintig jaar
ouder dan Frederik, reeds beroemd, toen
deze als kroonprins van Pruisen ingewijd
werd in de letteren van zijn land en
van Frankrijk.
Hoewel Frederik's vader van oordeel was
geweest, dat zijn zoons en dochters niet
als prinsen en prinsessen maar als gewone
burgermanskinderen zouden worden opge
voed, gaf hij zfjn zoon toch eerst een
„gouvernante', daarna een „précepteur' en
een gouverneur". Die „gouvernante" was
niet jong meer. Zij had ook den vader
reeds opgevoed; madame de Rocoulle
vroeger madame de Montbail, doch reeds
op zeer jeugdigen leeftijd weduwe ge
worden gaf den jongen Frederik en
zijn zusters Frederike Wilnelmine en Char
lotte Albert!ne o m. godsdienstonderwijs en
leesles, waarbij de bijbe! het leesboek was.
De „précepteur", die in den aanvang
„informator" genoemd werd, was evenals
madame de Rocoulle van Fransche nationa
liteit. Hij had de opmerkzaamheid van den
koning, die vóór alles soldaat was, tot
zich getrokken, doordat hij zich bij den
militairen dienst door onverschrokkenheid
in de loopgraven kenmerkte. Dat was voor
een man als koning Frederik Wilhelm de
hoogste aanbeveling. Aldus wordt Jasques
Egide Duhan de Jandun in 1716 belast
met de taak, den vierjarigen kroonprins
„landkaarten uit te leggen, hem de ge
schiedenis der laatste honderd jaren te
leeren (niet verder terug, behalve dan de
verhalen vanden Bijbel) en vooral het
rekenen". Op zijn zevende jaar kreeg de
kleine prins als „gouverneur" generaal
graaf Fink von Finkenstein en als „onder-
gouverneur' kolonel von Kalkstein, 'twee
onvervalschte Pruisen en even onvervalsch-
te Pruisische soldaten, maar... de Fran
sche invloed was in de opvoeding van
het koninklijk kind aan den Pmisischeii
voorafgegaan en hij bleef zich doen gelden.
Ofschoon naar Frederik de Groote later
snaaks opmerkte „het wel abnormaal
was, een précepteur in de loopgraven te
zoeken", had de vader het daarbij ge
troffen. De jonge Duhan was een buiten
gewoon ontwikkeld man. die zijn zorg
vuldige wetenschappel jke opvoe. ing darkte
aan zijn vader. Deze was een hoog ambte
naar in Fransche staatsbetrekking geweest,
zeer bevriend met geieerue Franscnen. De
herroeping van het Edict van Nantes had
hem, protestant, naar Berlijn doen gaan,
waar hij secretaris was geworden van den
Grooten Keurvorst. Hij had zijn zoon zelf
onderwezen in klassLke en moderne talen
en de réfugiés Naudé en La Croze, bekende
wetenschappelijke mannen, hadden dat
onderwijs aangevuld, zoodat de préceptrur
van den kroonprins nog andere verdiensten
had dan militaire bekwaamheid en moed,
andere waarop de koninklijke vader wel
licht minder gelet had, doch die ten slotte
haar waarde hadden, zelfs in een land,
waar soldatendeugd een der machtigste
pijlers was van den Staat. De vereeniging
van zijn universeele kennis en militaire
goede eigenschappen gaf den précepteur
een hooge troef bij het opvoedingsspel in
handen; bovendien had hij het voorrecht
zijner jeugd, terwijl de gouverneur 60 en
de onder-gouverneur 56 jaar oud was. Men
begrijpt den voorsprong, die hij had, bij
het beralen van Frederik's geestelijke
atmosfeer.
Ln dar die „gouvernante", de opgewekte
levendige madame de Rocoulle. Zij ook,
evenals de oude Duhan, behoorde tot de
Fransche Calvinisten. Aan haar godsdien
stige overtuiging offerde zij haar vader
land op. Te Berlijn kwam zij aan het hof
van Frederik I, waar de bekoorlijke ko-
ntngin Sophie Charlotte haar tot zich trok
en haar de verzorging opgedragen werd van
den kroonpris, die later de vader zou zijn
van onzen Frederik. De „gouvernante' was
dus niet jong meer. Zij was echter tot in
de vingertoppen Fransch gebleven. Met de
Duitsche taal kon zij het nooit goed vinden.
Dat behoefde ook niet, want aan het hof
werd veel Fransch gesproken en alles was
er aan gelegen, dat de prinsen en prin
sessen het Fransch. taal der hoven en der
diplomatie, als een tweede moedertaal
spraken. Naar de mode van dien tijd deed
bet jonge gouvernantetje in haar jeugd,
wat later het oude gouvernantetje in haar
ouderdom zou doen, n.l. zij maakte
verzen d.w.z. zij rijmelde, zooals honderden
dat deden en Frederik de Groote zelf het
óók deed, geenszins tot vermeerdering van
de glorie der Fransche letteren. Zij moet
een kleine guit geweest zijn, nu en dan,
die mevrouw de Rocoulle! De correspon
dentie van Frederik met „Ia chère bonne
mamar. Rocoulle" met „lieve grootje
Rocoulle", getuigt er van in een klein
ondeugendheidje hier én daar van of over-
haar
Welnu dat oude mevrouwtje, dat hem in
zijn ïeugr moederlijk behaspelde en later
met een mengeling van vertrouwelijkheid
en ontzag hem tegemoet kwam, bracht
een koningin vol gratie zoowel vroolijkheid,
herinneringen mede aan een tijd, waarin
liefde voor al wat mooi en blij was, muziek
en zang als lust voor letteren en philosophie
aan het Berlijnsche hof ingang wist te
Üeeesie
©vdiie maan
3 LAATSTE KUMÏTTBR
NIEUWE HAAN
ZUIP
VENUS
t LARS
JUPITER Q)
iATUBNUS©
Bovenstaand Kaartje geeft den stand
van den sterrenhemel in Nederland aan
op den 3en Februari van dit jaar, te 20
h M T, dat is dus 8 uur 's avonds. De
sterretijd, waarvoor deze kaart ontworpen
is, is dan 4 h 51 min.
De omwisseling van'Oost en West, ten
opzichte van Noord en Zuid, is gelijk
reeds meermalen verklaard geschied
teneinde te voorkomen, dat de sterre-
beelden in spiegelschrift geteekend zouden
dienen te worden. Deze verandering Is
algemeen gebruikelijk en zij levert geen
enkel bezwaar op, wanneer men:
ie. zich voortdurend voor oogen houdt,
dat de hemellichamen steeds in het
Oosten opkomen, omhoog naar het Zui
den streven en dan naar het Westen af
dalen en ondergaan;
2e. kaart en hemel vergelijkende en
bestudeerende, steeds de kaart zóó voor
zich neemt, dat de poolster van den be
schouwer af, de betrokken hemelstreek
naar hem toegekeerd is.
M.a.w.: wilt ge het Noordelijke deel van
den sterrenhemel observeeren, draai de
kaart dan onderstboven, dan zult ge
ziendat het klopt.
Op dit eerste kaartje van de maancf
vindt men de namen van de sterrebeel-
den, als gewoonlijk, in drukletters aange
geven; daarenboven zijn de eigen namen
der bekendste groote sterren in schrijf
letters er bij gezet.
De schijngestalten van de maan zijn in
Febr.: 6 N.M.: 14 E.K.; 22 V.M.; 20 L.K.
De zon klimt deze maand van 20'/s tot
30V- in het Zuiden; de dagen lengen
van 9 h tot 10 3/4 h.
De planeet Venus is avondster in het
sterrebeeld Visschen; zij gaat op dit
kaartje Juist onder, doch is nog net op
den kaartrand geteekend.
Mars staat vlak bij de zon en is dus
niet waarneembaar
Jupiter staat tusschen den Leeuw en
de Kreeft; hij beweegt zich een weinig in
de richting van laatstgenoemd sterre
beeld.
Saturnus is morgenster in den Steen
bok, hij komt op onze kaartjes deze
maand niet voor.
De gebogen lijn door Schip, Wagen
man, Cassiopeia en Zwaan is de zgn. ga
lactische equator; zij geeft de ligging van
den melkweg aan.
otren vinden. En dat moest op den jongen
prins, wiens jeugd zoo somber geweest
was aan een hof, waar een onevenredig
kening een steeds dreigende atmosfeer
schiep, wel een blijvenden indruk maken.
Maar de Fransche letterkundige, de ency
clopaedisten, Voltaire, hebben sterk op
Frederik's geest hun stempel gezet. Fre
derik bewonderden hen van zijn jeugd af.
In Amerika heeft een werk van Will
Durant, dat De Groote Denkers heet, daar
op nog eens de aandacht gevestigd. Voltaire
in verband met zijn verhouding tot Fre-
oarik der Groote wordt daarin ook be
sproken. Duidelijk zien we, welk een naam
Voltaire bij zijn tijdgenooten had. Wie hem
niet kon bezoeken, zegt de schrijver, schreef
hem brieven. In 1736 dat is dus vier
iaa*- vóór de troonsbestijging van Frederik
begint een correspondentie tusschen die
twee. Frederik is nog kroonprins en nog
met „groot'De eerste brief van Frederik
klinkt alsof een jongen het woord richt
tot een monarch. Zijn grenzenlooze vleierij
doet vermoeden, hoe groot Voltaire's roem
reeds toen is, al heeft hij nog zijn meester
werken niet geschreven. Frederik noemt
hem „den grootsten man van Frankrijk en
een sterveling, die de taal, welke hij spreekt
daarmede vereert".
„Ik reken het tot de grootste eer van
mijn leven, als tijdgenoot geboren te zijn
van een man van zoo grootsche begaafd
heid, als gij zijt".„Niet ieder is het
gegeven den geest tot lachen te brengen".
„Welke genietingen kunnen die van den
geesi overtreffen?" Frederik was een vrij
denker die op dogma's neerzag als een
gebieder op onderdanen. Voltaire zag in,
dat Frederik, wanneer hij eenmaal koning
zou zijn, de verlichte, vrije wereld- en
godsbeschouwing tot mode zou maken.
Frederik's boek De Anti-Machiwel, dat hij
ten geschenke had gekregen, liet daarom
trent geen twijfel. De lezers weten, hoeveel
mooie woorden daarin stonden en ook, hoe
die vrijwel onmiddellijk gevolgd werden
door een niet mooie oorlogsdaad. Doch dat
kon Voltaire, die ontroerd was bij het
lezen, niet vermoeden.
In 1750 trekt Voltaire naar Berlijn, om
als vriend met den koninklijken vereerder
om te gaan. De beide Silezische oorlogen
zijn achter den rug. De koning is bezig
aan zijn „rétablissement". Voltaire betrekt
prachtige vertrekken in Frederik's palels.
De omgang tusschen hem en den monarch
is aanvankelijk als die van twee gelijk
gerechtigden de monarch op den troon.
Dat beviel Voltaire, wiens groote ijdelheid
daardoor bevredigd werd. Zijn eerste brief
aan d'Argental zegt van Potsdam:
„Honderd vijftig duizend soldaten.
opera's, tooneelspelen, philosophie, poëzie,
hoogheid en huldebetoog, grenadieren en
Muzen, trompetten en violen, gastmalen van
Plato, gezelligheid en vrijheid. het is
nïet te gelooven! En tóch is het waar'".
Ed het was nog- niet zoo heel lang ge
leden, dat dezelfde Voltaire schreef:
„Mor, Dieu!... wat zou het niet een
heerlijk leven zijn, met drie of vier be
schaafde, begaafde en niet afgunstige lieden
wal een fantasie! te zamen te wonen,
elkaar wederkeerig lief te hebben, rustig
te leven dezelfde, de eigen kunst te be
oefenen, daarover te spreken en elkaar over
en weer te verlichten! Ik kan mij voor
stellen, hoe ik te eeniger tijd in zulk een
paradijs zou kunnen leven".
En hier, te Potsdam, vond hij dat, wat
hii gewenscht had, alles, méér dan dat...
althans aanvankelijk. De dichter-koning-
wijsgeer had den koning-wijsgeer-dichter
gevonden. Totdat het te mooi bleek te
zijn, zooals veel wat een volkomen ver
vulling onzer wenschen is. Zoodat er op
dit hoofdstuk in majeur een in mineur
volgen moet.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
PREDIKBEURT.
KATWIJK-AAN-ZEE.
Geref. Gem.: Vrijdag nam. half acht ds,
D. van Neerbos van Terneuzen.
o
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te Workum, J. van Kuiken
te Exmorra.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. Te Zweelo, N. v. Haeringen,
cand. te Dedemsvaart.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Broek onder Akkerwoude,
P. Dijkstra te Lutten a. d. Dedemsvaart.
Te Schiedam, J. W. van Ree te Baren-
drecht.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP.
Beroepen. Te HindeloopenKoudum,
mej. J. H. v. d. Slooten, te Delft.
VRAGEN EN ANTWOORDEN.
Vraag: Mijn Clivia krijgt aan alle
bladeren gele punten en randen. Wat zon
daarvan de oorzaak kunnen zijn?
B. Z te K. a. Z.
A n t vi. Volgens uw beschrijving 3taat
de plant goed. Vermoedelijk zijn de wor
tels niet in orde. en zal verpotten in ver-
sche aaide noodig zijn. Wacht eerst de
bloeitijd af. Wacht dus tot eind April.
Mocht de plant dan niet gebloeid hebben
geef dan versche aarde en verwijder
eventueel doode of zieke wortels.
Vraag. Kunt u meedeelen wat er aan
deze plant scheelt? De bladeren worden
alle als bijgaand.
H. J. v. I. te L.
Aitw.: Uw plant staat vermoedelijk te
warm en te droog. Huiskamertemperatuur
ls voor deze planten voldoende, de pot
grond mag niet uitdrogen. Zet de plant
met de pot in water, misschien treedt nog
verbetering in.
Vraag: Kunt u ook meedeelen, hoe
het plantje heet, waarvan een takje hier
bij gaat en kan ik het overhouden?
Mej. G. G.
A n t w Het plantendeel kwam in zoo
zeer verdroogden staat in mijn bezit dat
ik het onmogelijk meer kon herkennen.
Kunt u nogmaals een takje sturen door
middel van de Redactie?
Vraag: Hoe heet de plant, waarvan
een stekje hierbij gaat? Hoe en wanneer
kan deze plant eigenlijk worden gestekt?
C. W. v. .E. te L.
Antw.: Uw plant behoort tot de Bro-
mella's. Deze planten gaan meestal na
eenigen tijd dood. Aan den voet van de
plant ontstaan meestal zijsprulten. waar
mede men de planten kan voortkweeken.
Deze zijspruiten blijven zóólang aan de
moederplant zttte totdat ze behoorlijk
wortel hebben gevormd. Elke zljsprult kan
afzonderlijk in een potje gezet. De plant
groeit best in bóschgrond vermengd met
fijn gehakt mos en houtskool. Een bloe
mist kan u hier wel aan helpen.
J. S.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re-
daktie onder motto „Tuinbouw".
32