roelofarendsveen. INGEZ0NDEN. BURGERL. STAND v. LEIDEN waddinxveen. zevenhoven. HISTORISCHE FIGUREN. DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN 3-10 FEBRUAR11932, 20 UUR M. T. KERK- EN SCH00LNIEUWS. LAND- EN TUINBOUW. waren er over het geheele land '15" rijvereenigingen, nu zijn er 68, id over alle provinciën van ons land, Limburg, met een gezamenlijk ran ruim 1100. Dit zijn allen i*rijders. Dan zijn er nog ongeveer inaieurs en bestuursleden. Deze jntie van 5000 paardrnsportliefheb- ftunnen wij plattelanders trots op ■al de vereeniging hier In deze minder e tijdsomstandigheden tot zoo'n jekomen is, is zeer mooi. |er waren er op de concoursen te dorp springconcoursen voor bóeren- Hen boerenknechts. Erg best gespron- irerd hier nu juist niet en dit nummer I In de groote pers vaak beschreven als I een komisch nummer. We weten, |at voor ons zeggen wilde. Als goede jert traden nog wel eens op den voor- J. de Groot en de heeren Clay en van Thans is het springen van dezelfde Jizoons niet meer komisch, maar van Igoede kwaliteit. Op de kampioen- ipen, gehouden in het Stadion, moes- He hindernissen tot 1.30 M. verhoogd (we denken aan carousels, denken we I aan het carousel uit de Haarlemmer- bijna 80 man sterk. De rijkunst van irousel stond echter niet op een hoog Nu hebben we de Historische Irilbs, donr en door geoefend, waarover fin dé Duitsche Pers zeer goede critiek Vefend wordt. was jammer, dat er in de eerste niet veel contact was tusschen de Jljke Ruiters en de paardenfokkers. |is de samenwerking veel beter en ordt hard gevochten voor ons In- paard. Een echt zadelpaard zal Pander nooit worden, hiervoor zijn rassen noodig, maar we moeten Èeering hebben voor de kwaliteiten de Inlander wél bezit. De afstands- j hier te lande zijn afdoende bewijzen (die kwaliteiten. hoop dat deze weinige woorden U pigd hebben, dat de rijvereenigingen pationaal doel nastreven, dan ben ik jker van, dat de Rijvereeniging van k-Vennep uit zal groeien tot iets he rik; voor de paardenfokkerij. Ik I U! heer Zijlemaker dankte den heer S!ob J zijn mooie rede en sprak de hoop dat nog velen zullen toetreden als pn Kita Seneng. De avond werd voort- 1 met het optreden van den humorist, er Boezem. Dat het dezen gelukt 1 gang er in te houden en allerwegen I lach op te wekken, behoeft geen ig. Daverend succes had hij met de is: Wat ga3n we vooruit, Tabé mijn Onderofficier enz. Ook vergastte hij I op gezellige gesproken humor in rorm. Ook zijn „zakdo'kumroef' later m avond had veel bijval. de pauze verzorgde „Ons Genoegen'' inzikale gedeelte. pauze volgde de vertooning van opgenomen door de Oranje ver ing van Alphen a. d. Rijn, waarin Rijvereeniging Kita SeneDg nog fe gezien werd. i attractie volgde nog een komische |uft de alom bekende Charlie Chaplin hoofdrol. Ook deze film had het Rge succes. tBg eenige malen succesvol optreden |ce heer Boezem was het programma rt°er Zijlemaker sprak een kort slot- ri waarin hij a'le medewerkenden van "avond zijn hart"li'k°n dank betuigde. Ifma werd de avond besloten met een Wlig bal, hetwelk de heer Boezem zoo |idwillig was, te leiden. vereeniging Kita Saneng kan zeer on een in alle onzichten geslaagde fle Lustrumviering terug zien. OUDE-WETERING. Uitvoering Tooneelvereeniging. Ihier gaf de R.-K. Tooneelvereeniging ITheodulfus een tweetal uitvoeringen [hotel Van den Bosch. Na opening door i nieuwen voorzitter en een uitleggen I de od te voeren stukken door den ïeur werd met de afwerking van het smma een aanvang gemaakt. Aller- 1 kregen we de oovoerine van het be is kiuchtsDel .Een Paardenmiddel of poeders Van Buuren. Grossiers in Ma- pcturen" een echt Vastenavondstuk 1 het begin tot het einde De aanwezi- J hebben kunnen genieten van een pre en uitbundige vertolking vooral in (tweede bedrijf waren de lach-salvo's (t van de lucht. Ra de Datize werd ongevoerd het klueht- .Recht door Zee" een aardige één- van wat kalmeren aanleg dan het ««noemde stuk Naarmate de ont- 1 looing van dit aardig ongezette stuk-ie ®erde won het aan geestigheid Alles ven genomen waren het recht gezellige Widen welke St Theodulnhus ons we- I®1 heeft geschonken, te regie was als steed* weer uitnemend ®r den heer J H Vesseur verzorgd, ""li den grimeur der> heer Franseen en nianist den heer Degbert alle eer hun werk toekomt. "a de uitstaken tie oovoerine van het ™ie sDel De Eikeboom" in het naiaar LSJ °nvoerine van bovengenoemde twee ~n van heel wat luchttgeT genre kan tooneelvereeniging wederom op een "geslaagd seizoen terugzien. Parochie-feestavond. Pastoor Onel in de St. Pan- kiiS feestavond voor de ver iet ioo.,pe!'sonen die in den loop van ip if het belang van de parochie arvréé °J ^idere wijze werkzaam zijn. Brink ut Üad deze het gezelschap Jan (as im Rotterdam laten komen. Het iastpn ^»root aantal dat dien avond zijn paal d, ?!11 het vulde bijna de groote Jen imw «Prak aan het begin van en de aanwezigen toe en bracht ™™kens dank aan de verschii- van menschen die hem in sta an J1? het besturen der parochie aans u bijzonder aan zijn kape- he Jtmeesters. tranig Brink kaf bijgestaan door ichten tZ\een aantal muzikale voor- u ai. hooren en deed zich ook ken- sjl e?P onderhoudend causeur die tlach deed-—>ze kfaPP®11 herhaaldelijk talloope Mi Verrpi^^aan Z^'n mimiek was zeer Beur du, s 'twam ten tooneele zijn een tijdlang de aandacht ge- (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. WAAR BLIJFT ONZE MAREKERKKLOK? Geachte Redactie! Vergun mij eenige plaatsruimte in Uw veelgelezen blad. 't Is nu bijna drie jaren geleden, dat ons Stadhuis in vlammen op ging. De toren, die als ware het een trouwe wachter zoo lang over het fraaie bouw werk had gewacht, ging mede te gronde. Eenzelfde lot trof het uurwerk met de klokken. Niet lang daarna werd de aandacht van meerdere stadgenooten gevestigd op het uurwerk in den Marekerktoren met zijn mooie welluidende heel- en halfslag- klokken. Al sinds jaren is dat uurwerk buiten gebruik gesteld en hangen de klokken daar doelloos als stomme getuigen uit lang vervlogen tijden! „Laat ons geld bijeen zien te krijgen", zoo sprak mén „teneinde het uurwerk weer in zijn oorspronkelijken toestand te doen herstellen of vernieuwen." Van dit standpunt bezien vond het plan veel bij val. 't Bleef niet bij praten. Velen toon den zich sympathiek en gaven een bij drage. Een comité werd gevormd. Daarna werd een bazar gehouden voor bovenge noemd doel. De opbrengst viel niet tegen, zoodat omstreeks Sept. vorig jaar mét de werkzaamheden een aanvang kon worden gemaakt. Weken verliepen sindsdien, men scheen goeden voortgang te maken, welke indruk men ook verkreeg toen omstreeks half Nov. een bericht in het Leidsch Dag blad te lezen was dat de werkzaamheden snel vorderden en het nieuwe uurwerk nu wel spoedig zou gaan en slaan. Nadien zijn nu weer eenige maanden verloopen. De opmerkzame waarnemer zal gezien hebben dat vier paar nieuwe wijzers zijn aangebracht, daarna verdwenen zij, om vervolgens weer te verschijnen. Menigeen zal zich afgevraagd hebben, wanneer dit werk nu toch eens tot eengoed einde zal worden gebracht. Nu zou ik over deze zaak niet de pen hebben opgenomen, ware het niet, 'dat er bij meerdere belangstellenden twijfel is gewekt door vreemde geruchten, die de ronde doen, als zoude het uitvoerend comité alle goede raad van een deskun dige achteloos in den wind hebben gesla gen. Naar verluidt is ook de aangebrachte lichtleiding vanwege de Lichtfabrieken afgekeurd. Heeft hier misschien ook de zuinigheid de wijsheid bedrogen, met alle onaangename gevolgen van dien. Nu is het geenszins mijn bedoeling een onjuist oordeel uit te spreken of iemand een blaam op te leggen, doch afgaande op de geruchten zou men er aan beginnen te twijfelen of de uitvoering van het werk wel in goede handen is. Om kort te gaan. Mijnheer de Redac teur nog een vraag: Bestaat er nog kans dat het doel bereikt wordt tot bevredi ging van al degenen, die de zaak finan cieel steunden? Indien het zou blijken, dat het op een mislukking moet. uitlooopen is al het bijeengebrachte geld noodeloos verspild en ware het mijn inziens beter geweest datzelve voor andere doeleinden aan te wenden. Gaarne zag ik eenig licht ontstoken in deze duistere kwestie en om hiertoe te geraken heb ik gemeend deze eens „aan de groote klok" te moeten hangen! U, Mijnheer de Redacteur, dankend vopr de verleende plaatsruimte. Namens meerdere belangstellenden: A. J. DE GRAAFF. Leiden, Februari 1932. GEBOREN: Johanna ,d. van A. J. Vogelezang en J. de Koning Rösehen Johanna, d. van J. A. de Ruiter en E. L. Wittke Anthony Willem ,z. van W. A. Marks en A. F. van Velsen Marinus, z. van P. Bervoets en P. van der Weide Louisa Maria Alber- tine, d. van S. A. Meerburg en S. M. Brouwer. 0 ONDERTROUWD. N. van der Keur, jm. 32 j. en M. Wetse- laar, jd. 26 j. GEHUWD: H. P. Haan. jm. en C. J. Pierlot, jd. V. L. Pierlot, jm. en M. Kamphues, jd. J. A. v. Remundt, jm. en M. J. Raaphorst jd. J. H. Thiel, wedn. en J. M. Devilee, gesch. vr. 0 OVERLEDEN: A. van Duijn, d. 10 dgn. W. Meijlink— Groen, vr. 59 j. J. Sellerde Jong wede. 94 j. L. van Duuren, wedn., 78 j. F. P. C. Cornelisse, m„ 65 j. spannen wist te houden met zijn waarlijk verbluffende kunstjes. Niet minder succes hadden de twee acrobaten die toeren te zien gaven, welke bewezen dat zij eerste klas vakmenschen waren Het geheel ver schafte een avond van veel pleizier. De pa&toor toonde zich des te meer een gulle gastheer, door de aanwezigen op een royale wijze te tracteeren. Namens allen sprak kapelaan Van Kan een woord van dank. 0 Burgerlijke stand. Geboren: Christina Maria. d. v. J. N. Zinkhaan en M. J. E. Theussen. Overleden: Arie Cornells Dronkert, 81 j. Ondertrouwd: Christiaan Plantagie 61 j en Johanna Slinger 47 j. Gevonden: Een zwarte handschoen, een sleutel en een partij zakken. Ter se cretarie zijn daaromtrent inlichtingen te verkrijgen. 0 Door den burgemeester is een Crisis- Comité opgericht, waarin 17 personen van verschillende richtingen van bestaande organisaties en instellingen zitting hebben Mej. A. J. C. P van Dorssen is be noemd tot onderwijzeres aan de Chr. school te NijverdaL „DER ALTE FRITZ.'' V. Wie een verklaring wil vinden Van de verschillende, oogenschijnlijk zelfs tegen strijdige denkbeelden en daden van Frederik den Groote, zoeke die in zijn opvoeding var: huize uit en zijn opvoeding onder vreemde invloeden. Die „vreemde' zijn dan speciaal Fransche. Ik zeide reeds, dat Fre derik's geest zich naar de Fransche cultuur oriënteerde. Dit was niet te verwonderen, daar na „de eeuw van Lodewijk XIV' de invloed der Fransche letteren en philosophie zich sterk had doen gelden in Midden- Europa. De leer der Encyclopaedisten, die twintig jaar lang, door d'Alembert en Diderot geleid, doordrong in de beschaafde krmger dei aangrenzende landen, had veel aanhangers gevonden en ook velen, die enkele harer denkbeelden aanvaardden en tot de hunne maakten. Het denkbeeld van de godsdienstige verdraagzaagheid, ook dooT Voltaire zoo krachtig verdedigd mede naar aanleiding van de zaak-Calas werd b.v. met groote instemming toe gejuicht in het jonge koninkrijk Pruisen, waar het Protestantisme de overheerschende en officieele geloofsuiting was. De Fransche boeken, de gedichten en de rijmelarijen, de zedekundige verhalen van Marmontel en anderen, overstroomden het land. Kwa men ze niet uit Parijs, dan kwamen ze uit An.sterdam, waar de eene Fransche irtgaaf na de andere het licht zag. In het midden punt van den glans der Fransche letteren stond Voltaire, een kleine twintig jaar ouder dan Frederik, reeds beroemd, toen deze als kroonprins van Pruisen ingewijd werd in de letteren van zijn land en van Frankrijk. Hoewel Frederik's vader van oordeel was geweest, dat zijn zoons en dochters niet als prinsen en prinsessen maar als gewone burgermanskinderen zouden worden opge voed, gaf hij zfjn zoon toch eerst een „gouvernante', daarna een „précepteur' en een gouverneur". Die „gouvernante" was niet jong meer. Zij had ook den vader reeds opgevoed; madame de Rocoulle vroeger madame de Montbail, doch reeds op zeer jeugdigen leeftijd weduwe ge worden gaf den jongen Frederik en zijn zusters Frederike Wilnelmine en Char lotte Albert!ne o m. godsdienstonderwijs en leesles, waarbij de bijbe! het leesboek was. De „précepteur", die in den aanvang „informator" genoemd werd, was evenals madame de Rocoulle van Fransche nationa liteit. Hij had de opmerkzaamheid van den koning, die vóór alles soldaat was, tot zich getrokken, doordat hij zich bij den militairen dienst door onverschrokkenheid in de loopgraven kenmerkte. Dat was voor een man als koning Frederik Wilhelm de hoogste aanbeveling. Aldus wordt Jasques Egide Duhan de Jandun in 1716 belast met de taak, den vierjarigen kroonprins „landkaarten uit te leggen, hem de ge schiedenis der laatste honderd jaren te leeren (niet verder terug, behalve dan de verhalen vanden Bijbel) en vooral het rekenen". Op zijn zevende jaar kreeg de kleine prins als „gouverneur" generaal graaf Fink von Finkenstein en als „onder- gouverneur' kolonel von Kalkstein, 'twee onvervalschte Pruisen en even onvervalsch- te Pruisische soldaten, maar... de Fran sche invloed was in de opvoeding van het koninklijk kind aan den Pmisischeii voorafgegaan en hij bleef zich doen gelden. Ofschoon naar Frederik de Groote later snaaks opmerkte „het wel abnormaal was, een précepteur in de loopgraven te zoeken", had de vader het daarbij ge troffen. De jonge Duhan was een buiten gewoon ontwikkeld man. die zijn zorg vuldige wetenschappel jke opvoe. ing darkte aan zijn vader. Deze was een hoog ambte naar in Fransche staatsbetrekking geweest, zeer bevriend met geieerue Franscnen. De herroeping van het Edict van Nantes had hem, protestant, naar Berlijn doen gaan, waar hij secretaris was geworden van den Grooten Keurvorst. Hij had zijn zoon zelf onderwezen in klassLke en moderne talen en de réfugiés Naudé en La Croze, bekende wetenschappelijke mannen, hadden dat onderwijs aangevuld, zoodat de préceptrur van den kroonprins nog andere verdiensten had dan militaire bekwaamheid en moed, andere waarop de koninklijke vader wel licht minder gelet had, doch die ten slotte haar waarde hadden, zelfs in een land, waar soldatendeugd een der machtigste pijlers was van den Staat. De vereeniging van zijn universeele kennis en militaire goede eigenschappen gaf den précepteur een hooge troef bij het opvoedingsspel in handen; bovendien had hij het voorrecht zijner jeugd, terwijl de gouverneur 60 en de onder-gouverneur 56 jaar oud was. Men begrijpt den voorsprong, die hij had, bij het beralen van Frederik's geestelijke atmosfeer. Ln dar die „gouvernante", de opgewekte levendige madame de Rocoulle. Zij ook, evenals de oude Duhan, behoorde tot de Fransche Calvinisten. Aan haar godsdien stige overtuiging offerde zij haar vader land op. Te Berlijn kwam zij aan het hof van Frederik I, waar de bekoorlijke ko- ntngin Sophie Charlotte haar tot zich trok en haar de verzorging opgedragen werd van den kroonpris, die later de vader zou zijn van onzen Frederik. De „gouvernante' was dus niet jong meer. Zij was echter tot in de vingertoppen Fransch gebleven. Met de Duitsche taal kon zij het nooit goed vinden. Dat behoefde ook niet, want aan het hof werd veel Fransch gesproken en alles was er aan gelegen, dat de prinsen en prin sessen het Fransch. taal der hoven en der diplomatie, als een tweede moedertaal spraken. Naar de mode van dien tijd deed bet jonge gouvernantetje in haar jeugd, wat later het oude gouvernantetje in haar ouderdom zou doen, n.l. zij maakte verzen d.w.z. zij rijmelde, zooals honderden dat deden en Frederik de Groote zelf het óók deed, geenszins tot vermeerdering van de glorie der Fransche letteren. Zij moet een kleine guit geweest zijn, nu en dan, die mevrouw de Rocoulle! De correspon dentie van Frederik met „Ia chère bonne mamar. Rocoulle" met „lieve grootje Rocoulle", getuigt er van in een klein ondeugendheidje hier én daar van of over- haar Welnu dat oude mevrouwtje, dat hem in zijn ïeugr moederlijk behaspelde en later met een mengeling van vertrouwelijkheid en ontzag hem tegemoet kwam, bracht een koningin vol gratie zoowel vroolijkheid, herinneringen mede aan een tijd, waarin liefde voor al wat mooi en blij was, muziek en zang als lust voor letteren en philosophie aan het Berlijnsche hof ingang wist te Üeeesie ©vdiie maan 3 LAATSTE KUMÏTTBR NIEUWE HAAN ZUIP VENUS t LARS JUPITER Q) iATUBNUS© Bovenstaand Kaartje geeft den stand van den sterrenhemel in Nederland aan op den 3en Februari van dit jaar, te 20 h M T, dat is dus 8 uur 's avonds. De sterretijd, waarvoor deze kaart ontworpen is, is dan 4 h 51 min. De omwisseling van'Oost en West, ten opzichte van Noord en Zuid, is gelijk reeds meermalen verklaard geschied teneinde te voorkomen, dat de sterre- beelden in spiegelschrift geteekend zouden dienen te worden. Deze verandering Is algemeen gebruikelijk en zij levert geen enkel bezwaar op, wanneer men: ie. zich voortdurend voor oogen houdt, dat de hemellichamen steeds in het Oosten opkomen, omhoog naar het Zui den streven en dan naar het Westen af dalen en ondergaan; 2e. kaart en hemel vergelijkende en bestudeerende, steeds de kaart zóó voor zich neemt, dat de poolster van den be schouwer af, de betrokken hemelstreek naar hem toegekeerd is. M.a.w.: wilt ge het Noordelijke deel van den sterrenhemel observeeren, draai de kaart dan onderstboven, dan zult ge ziendat het klopt. Op dit eerste kaartje van de maancf vindt men de namen van de sterrebeel- den, als gewoonlijk, in drukletters aange geven; daarenboven zijn de eigen namen der bekendste groote sterren in schrijf letters er bij gezet. De schijngestalten van de maan zijn in Febr.: 6 N.M.: 14 E.K.; 22 V.M.; 20 L.K. De zon klimt deze maand van 20'/s tot 30V- in het Zuiden; de dagen lengen van 9 h tot 10 3/4 h. De planeet Venus is avondster in het sterrebeeld Visschen; zij gaat op dit kaartje Juist onder, doch is nog net op den kaartrand geteekend. Mars staat vlak bij de zon en is dus niet waarneembaar Jupiter staat tusschen den Leeuw en de Kreeft; hij beweegt zich een weinig in de richting van laatstgenoemd sterre beeld. Saturnus is morgenster in den Steen bok, hij komt op onze kaartjes deze maand niet voor. De gebogen lijn door Schip, Wagen man, Cassiopeia en Zwaan is de zgn. ga lactische equator; zij geeft de ligging van den melkweg aan. otren vinden. En dat moest op den jongen prins, wiens jeugd zoo somber geweest was aan een hof, waar een onevenredig kening een steeds dreigende atmosfeer schiep, wel een blijvenden indruk maken. Maar de Fransche letterkundige, de ency clopaedisten, Voltaire, hebben sterk op Frederik's geest hun stempel gezet. Fre derik bewonderden hen van zijn jeugd af. In Amerika heeft een werk van Will Durant, dat De Groote Denkers heet, daar op nog eens de aandacht gevestigd. Voltaire in verband met zijn verhouding tot Fre- oarik der Groote wordt daarin ook be sproken. Duidelijk zien we, welk een naam Voltaire bij zijn tijdgenooten had. Wie hem niet kon bezoeken, zegt de schrijver, schreef hem brieven. In 1736 dat is dus vier iaa*- vóór de troonsbestijging van Frederik begint een correspondentie tusschen die twee. Frederik is nog kroonprins en nog met „groot'De eerste brief van Frederik klinkt alsof een jongen het woord richt tot een monarch. Zijn grenzenlooze vleierij doet vermoeden, hoe groot Voltaire's roem reeds toen is, al heeft hij nog zijn meester werken niet geschreven. Frederik noemt hem „den grootsten man van Frankrijk en een sterveling, die de taal, welke hij spreekt daarmede vereert". „Ik reken het tot de grootste eer van mijn leven, als tijdgenoot geboren te zijn van een man van zoo grootsche begaafd heid, als gij zijt".„Niet ieder is het gegeven den geest tot lachen te brengen". „Welke genietingen kunnen die van den geesi overtreffen?" Frederik was een vrij denker die op dogma's neerzag als een gebieder op onderdanen. Voltaire zag in, dat Frederik, wanneer hij eenmaal koning zou zijn, de verlichte, vrije wereld- en godsbeschouwing tot mode zou maken. Frederik's boek De Anti-Machiwel, dat hij ten geschenke had gekregen, liet daarom trent geen twijfel. De lezers weten, hoeveel mooie woorden daarin stonden en ook, hoe die vrijwel onmiddellijk gevolgd werden door een niet mooie oorlogsdaad. Doch dat kon Voltaire, die ontroerd was bij het lezen, niet vermoeden. In 1750 trekt Voltaire naar Berlijn, om als vriend met den koninklijken vereerder om te gaan. De beide Silezische oorlogen zijn achter den rug. De koning is bezig aan zijn „rétablissement". Voltaire betrekt prachtige vertrekken in Frederik's palels. De omgang tusschen hem en den monarch is aanvankelijk als die van twee gelijk gerechtigden de monarch op den troon. Dat beviel Voltaire, wiens groote ijdelheid daardoor bevredigd werd. Zijn eerste brief aan d'Argental zegt van Potsdam: „Honderd vijftig duizend soldaten. opera's, tooneelspelen, philosophie, poëzie, hoogheid en huldebetoog, grenadieren en Muzen, trompetten en violen, gastmalen van Plato, gezelligheid en vrijheid. het is nïet te gelooven! En tóch is het waar'". Ed het was nog- niet zoo heel lang ge leden, dat dezelfde Voltaire schreef: „Mor, Dieu!... wat zou het niet een heerlijk leven zijn, met drie of vier be schaafde, begaafde en niet afgunstige lieden wal een fantasie! te zamen te wonen, elkaar wederkeerig lief te hebben, rustig te leven dezelfde, de eigen kunst te be oefenen, daarover te spreken en elkaar over en weer te verlichten! Ik kan mij voor stellen, hoe ik te eeniger tijd in zulk een paradijs zou kunnen leven". En hier, te Potsdam, vond hij dat, wat hii gewenscht had, alles, méér dan dat... althans aanvankelijk. De dichter-koning- wijsgeer had den koning-wijsgeer-dichter gevonden. Totdat het te mooi bleek te zijn, zooals veel wat een volkomen ver vulling onzer wenschen is. Zoodat er op dit hoofdstuk in majeur een in mineur volgen moet. A. J. BOTHENIUS BROUWER. PREDIKBEURT. KATWIJK-AAN-ZEE. Geref. Gem.: Vrijdag nam. half acht ds, D. van Neerbos van Terneuzen. o NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Workum, J. van Kuiken te Exmorra. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te Zweelo, N. v. Haeringen, cand. te Dedemsvaart. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Broek onder Akkerwoude, P. Dijkstra te Lutten a. d. Dedemsvaart. Te Schiedam, J. W. van Ree te Baren- drecht. DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP. Beroepen. Te HindeloopenKoudum, mej. J. H. v. d. Slooten, te Delft. VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Mijn Clivia krijgt aan alle bladeren gele punten en randen. Wat zon daarvan de oorzaak kunnen zijn? B. Z te K. a. Z. A n t vi. Volgens uw beschrijving 3taat de plant goed. Vermoedelijk zijn de wor tels niet in orde. en zal verpotten in ver- sche aaide noodig zijn. Wacht eerst de bloeitijd af. Wacht dus tot eind April. Mocht de plant dan niet gebloeid hebben geef dan versche aarde en verwijder eventueel doode of zieke wortels. Vraag. Kunt u meedeelen wat er aan deze plant scheelt? De bladeren worden alle als bijgaand. H. J. v. I. te L. Aitw.: Uw plant staat vermoedelijk te warm en te droog. Huiskamertemperatuur ls voor deze planten voldoende, de pot grond mag niet uitdrogen. Zet de plant met de pot in water, misschien treedt nog verbetering in. Vraag: Kunt u ook meedeelen, hoe het plantje heet, waarvan een takje hier bij gaat en kan ik het overhouden? Mej. G. G. A n t w Het plantendeel kwam in zoo zeer verdroogden staat in mijn bezit dat ik het onmogelijk meer kon herkennen. Kunt u nogmaals een takje sturen door middel van de Redactie? Vraag: Hoe heet de plant, waarvan een stekje hierbij gaat? Hoe en wanneer kan deze plant eigenlijk worden gestekt? C. W. v. .E. te L. Antw.: Uw plant behoort tot de Bro- mella's. Deze planten gaan meestal na eenigen tijd dood. Aan den voet van de plant ontstaan meestal zijsprulten. waar mede men de planten kan voortkweeken. Deze zijspruiten blijven zóólang aan de moederplant zttte totdat ze behoorlijk wortel hebben gevormd. Elke zljsprult kan afzonderlijk in een potje gezet. De plant groeit best in bóschgrond vermengd met fijn gehakt mos en houtskool. Een bloe mist kan u hier wel aan helpen. J. S. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re- daktie onder motto „Tuinbouw". 32

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 7