VOOR DE VRIJE UREN.
EEN NUTTIG, AANGENAAM EN
LEERZAAM WERK.
De redactie verzocht mij, als verzorger
van de „Postzegelrubriek" ook een artikel
te schrijven voor jullie kinderkrant. Aan
welk verzoek ik natuurlijk zeer gaarne
voldoe.
Onder de correspondentie lees ik zoo nu
en dan ook wel eens een antwoord, waar
aan ik dan bemerk dat er onder jullie
ook reeds verzamelaars zijn. Nu is dat
altijd zoo geweest: er zijn er onder jullie,
vooral onder de jongens, die reeds post
zegelverzamelaar zijn of die het reeds een
paar maal geweest zijn. Wij weten wel
hoe of dat gaat: een vriendje spaart pos
zegels. Die plaatjes vindt men aardig en
morgen of overmorgen wordt alles, wat
los of vast zit aan postzegels afgescheurd
of losgetrokken, en men „spaart" ook post
zegels.
Maar dat is toch het werk niet. Om post
zegels te verzamelen moet men geduld
hebben en tijd. Nu dit laatste hebben jullie
genoeg, 's Middags als het na schooltijd
geen weer is, om naar buiten te gaan en
het huiswerk af is; 's avonds wanneer men
niets te lezen heeft 's Woensdags- en 's Za
terdagsmiddags wanneer er geen school is,
's Zondags wanneer het slecht weer is, in
de vacantie's of 's zomersavonds als het te
warm is om vroeg naar bed te gaan,
kortom zomer of winter, middag of avond,
er zijn altijd wel van die uurtjes, dat men
niet weet wat te doen, en in die vrije
uurtjes gaan wij nu postzegels verzamelen.
Weten jullie wel dat postzegels-verza
melen erg leerzaam is. Wanneer je een
zegel krijgt van een land, waarvan je nog
nooit gehoord hebt, dan ga je heel spoedig
dat land opzoeken in je atlas, en wanneer
er dan over eenigen tijd over dat land ge
sproken wordt, dan weet je natuurlijk
direct, waar het ligt. Het postzegelverza-
melen is zóó leerzaam, dat de jongens in
Amerika op de scholen, elke week een uur
les hebben over het verzamelen.
Nu hoor ik van verschillende kanten
vragen stellen. De een vraagt hoe moet
ik aan zegels komen; nummer twee wil
weten waarin hij ze moet plakken; een
derde hoé hij ze in moet plakken. Kortom
allerhande vragen die wij hier even zullen
beantwoorden.
Hoe moeten we aan zegels komen?
Laat ik jullie eerst even vertellen dat
je niet moet beginnen met duizend of
meer want dat is voor het eerste begin
veel te veel. Wanneer het er honderd zijn
is het reeds genoeg. Nu hebben jullie mis
schien wel een kennis of familielid, die
egels verzamelt, of zoo niet dan vraag je
aan ooms of tantes of er postzegels zijn
van brieven of kaartjes. Lukt dit in het
geheel niet welnu dan koopt men voor op
gespaarde snoepcenten een mapje met 100
verschillende postzegels, welken voor de
prijs van een kwartje reeds te koop is. De
zegels zijn bijna altijd afgewerkt; is dit
niet het geval, dus wanneer er nog papier
achterzit, dan moeten zij afgeweekt wor
den en dat is dan het eerste werk.
Men neemt een bakje, wanneer men die
heeft een fotospoelbak, want deze zijn
zeer handig voor dit werk. Men vult deze
tot op de helft met lauw water, maar let
goed op dat het niet te warm is. Er mag
geen damp uit opstijgen, dan is het goed.
Hierin doet men een heel klein beetje
gewoon keukenzout, een half theelepeltje
is voldoende.
Men neemt nu de zegels en legt deze
met de beeldzijde naar boven in het wa
ter en laat ze net zoo lang liggen tot het
er afgaat.
Nooit dc zegels heelemaal onder dompe
len, want dan gaat de kleur van sommige
zegels af. Ook mag men nooit verschil
lende kleuren van zegels bij elkander in
één bakje afweeken, want dan loopen er
vaak kleuren door elkaar. De zegels van
Nederlandsch Indië mogen in het geheel
niet in het water komen, want dit zijn-
zegels met z.g. loslatende kleur; deze
weekt men af boven de stoom of anders
op natgemaakt papier. Men neemt hier
voor een stuk wit papier geen pak- of
courantenpapier want dat geeft af
maakt hiervan een bal, houdt deze onder
water, zoodat zij geheel nat wordt, haalt
haar nu eenigszins uit elkaar, en daarop
legt men de zegels, zoolang totdat deze
doorweekt zijn en men er het zegel af kan
schuiven. Ook nu moet men nog voorzich
tig zijn dat men niet te wild schuift, want
anders trekt met het vochtige zegel stuk.
Wanneer nu de zegels netjes zijn afge
weekt natuurlijk behoeven jullie hiervan
tel'
Een bakkertje, in 't wit gekleed,
Droeg op een dag het was heel heet!
Een mand met brood recht op zijn bol,
Hoe hield zoo'n bakkertje dat vol?
De mand bleef goed in evenwicht
En werk'lijk was zij toch niet licht!
Met beide handen in zijn zak
Liep 't bakkertje op zijn gemak.
Zijn baas had tegen hem gezeid:
Loop vlug, dan kom je nog op tijd!
Maar 't bakkertje was wel wat lui
En in een heellangzame bui!
Plots zag hij aan den waterkant,
ezeten op den hoogen rand.
Een heng'laar. die aan 't visschen was,
Aan 't visschen in een diepen plas.
Ons bakkertje bleef talmend staan,
Had niet veel zin om voort te gaan,
Vergat de mand met brood en al
En dacht: Of hier veel visch zijn zal?
Steeds meer voorover boog hij 't hoofd
Och, bakkertje, je had beloofd
't Brood vlug te brengen naar den klant!
Wat deed jij aan den waterkant?
Maar, lieve help! Foei! Wat was di
Werd 't bakkertje zijn bol plots
De mand gleed eensklaps met een t
Och heden! 't Was een kiekje
En schoot in 't water! Alles dreef'
Geen broodje, dat er droog bij bk
Ja, nu was goede raad wel duur
En 't bakkertje keek leeüjk zuur!
De mand dreef met den stroom fluks
Geen broodje viel er overboord,
Maar 't bakkertje was ze toch kwij!
Och, och. wat had hij nu een spijl
Er zat natuurlijk heel wat op!
Het was me ook een reuze-stoj
Hij moest hoe hard de straf ook!
Op 't einde van die nare week
Al 't brood betalen van zijn loon.
De bakker zei: Ik denk, mijn i
Dat jij zoo dom niet bent voorts;
Om aan den waterkant te sli
Als ik je met een boodschap sta
De les voor 't bakkertje was dus
Maar heeft geholpen en 'k weet va
Dat hij nu op zijn brood goed pas
geen morsboel te maken neemt men een
vel wit vloei- of filtreerpapier, dat voor
enkele centen te koop is, hierop legt men
de natte zegels netjes naast elkaar met
de beeldzijde wederom naar boven. Denk
er aan, voorzichtig hoor. want dat voch
tige papier scheurt direct. Wanneer nu de
zegels goed droog zijn, gaat men ze een
voor een voorzichtig allemaal nakijken of
alle tandjes er aan zitten of er geen klein
scheurtje in zit, enz. kortom men gaat
goed na of het zegel niet beschadigd is,
want als dat het geval is moet men het
niet inplakken, maar wanneer het erg is,
weggooien of zoo het maar een of twee
tandjes kwijt is in een doosje doen, waarin
men in het vervolg dan al die zoogenaam
de „2e kwaliteit"-zegels doet.
Men moet dat direct aanwennen, want
indien jullie dat niet doet, dan krijg je
later een verzameling, welke weinig of
geen waarde heeft. Wanneer jullie nu alles
goed hebt nagezien, gaan we uitzoeken,
land bij land, dit is voor een beginneling
nu wel niet zoo heel gemakkelijk, maar
wanneer je je oogen goed den kost geeft,
zul je het best vinden. En wanneer het
héélemaal niet gaat, zal vader of een
oudere broer wel even willen helpen, en
wanneer die het ook niet weten, zijn er
altijd wel verzamelaars in de klas die het
weten. Nooit neerleggen en zeggen: „het
komt wel terecht", eerst uitzoeken. Fost-
zegelverzamelen is een geduld-werk. Wan-"
neer nu alles netjes uitgezocht is gaan we
inplakken. Hoe jullie dat moeten doen,
zal ik ook vertellen.
Ik heb wel eens jongens gezien, die
al wat maar op postzegels geleek, in een
gebruikt schoolschrift plakten, zoo maar
onafgeweekt. Dit gebeurde dan met
sel of eenig ander plakmiddel, alles
elkander, kortom zoo'n verzamelini
er dan uit als een lompenpakhuis.
Dat moet natuurlijk niet. Wannee:
een schrift wilt gebruiken, moet is
gebruikt zijn, maar aanbevelen kan J
niet. Jullie hebt natuurlijk alle vel
over een album gehoord. Welnu
staan ook voor postzegels. Nu bestas
diverse soorten en wel jeugdalbum;.
en zonder voorbeelden, welke laatst;
naam van blanco-albums dragen. Des
aan te bevelen boven de albums meti
beelden. Waarom wordt jullie aansü
wel duidelijk. Dan zijn er ook de losbli
albums; deze zijn boven alles aan t«
velen, omdat deze het meest practise!
maar ze zijn ook, vooral voor begint!
verzamelaars nog al duur, en daarom!
wij zelf een losbladige album maken,
eenvoudig en toch gemakkelijk. Wij k?
daarvoor bij een boekhandelaar een
bergmap, welke gemaakt is van s
kartonpapier. Hierin bevindt zich eens
en daarmee kan men de blaadjes P
vastmaken, doch zoo, dat ze altijd w®
kunnen. Voorts koopt men een Hint
schrift van b.v. 80 bladzijden. Dat n3
we los, snijden met een scherp mes
letjes in tweeën, en het album is le
tenminste voor het eerste begin. Nu sJ
men boven aan het velletje den naa®
het land en men plakt het zegel a
recht op, maar niet met stijfsel ol
hoor! Wij gebruiken hiervoor wat M
en wel gompapier. Dit kan men bil
postzegelhandelaar koopen in pakj«
1000 voor plm. 20 cent. Ook kan
den boekhandel rolletjes met zult f