R.H.W. opening der Ontwapenings-conferentie. SASSENHEÏM ONDER DEPRESSIE. FRUITSÖÖA feuilleton. P LEVEN OM EEN LEVEN LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 3 Februari 1932 Derde Blad No. 22047 Jaargang MET EEN REDE VAN HENDERSON. Drie commissies ingesteld tnwezigheid van vertegenwoordigers 164 staten, is gistermiddag om half Ew. tijd), in het Batiment Electoral. I anders de jaarlij ksche plenaire zit- ■f van den Volkenbond worden ge il, de wereld-ontwapeningsconferen- Apend delegaties zaten in alfabetische volg- JLangzaam vulde de zaal zich. De Iken waren bezet door militaire des- Igen. meest hooge stafofficieren, f dan 500 journalisten uit alle dee- ler aarde waren ter conferentie aan- Idpor den Volkenbondsraad benoem- psident der ontwapeningsconferentie, fSegere Engelschc minister van bui- Idsche zaken Henderson, nam plaats %i voorzitterszetel. Aan zijn rechter- pat de secretaris-generaal van den lbond, sir Eric Drummond, die te- fcretaris-generaal van de conferen- :s van Henderson zat de tolk. Openingsrede van Henderson. Henderson zeide in zijn ope- iede o.m.: Arthur Henderson. wolkenbondsraad heeft in het jaar besloten tot de bijeenroeping van de Jeonferentie. De conferentie staat feet tragische feit, dat op het oogen- Tlat haar werkzaamheden aanvangen let Verre Oosten een buitengewoon pfce toestand is ontstaan. Het is een Töende plicht voor de staten-onder- feirs van het Volkenbondspact en RUöjpact zich te houden aan de na- dezer beide groote zekerheden ranties tegen oorlog en geweld. Nim- jn de geschiedenis heeft een confe- f plaats gehad, welke een dringender Jwr de menschheid weldadiger taak Bdan deze. Wat de moeilijkheden be- [men mag zich hierover geen illusies JBn Wij moeten den krachtigen wil Jen deze moeilijkheden te overwinnen pen v/eg banen voor nieuwe gunstige Tltzichten der menschheid. De taak conferentie bestaat derhalve volgens fcvatting van Henderson uit de vol 's drie punten: Een gemeenschappelijke overeen- Pt betreffende een effectief program practische voorstellen ten einde zoo 'mogelijk te geraken tot een wezen- I verlaging en beperking der bewape- jen van alle landen. J) Geenerlei bewapeningen buiten het fs vast te stellen kader van het ver- B. waardoor alle naties zich verplich- net groote doel der algemeene bewa- *ngen te bereiken. I Veiligstelling der verdere werkzaam» R' te,n e^nc^e het definitieve doel te VKen langs den weg van soortgelijke ■pre n ties. welke periodiek zullen bijeen- jet kan evenwel niet worden ontkend, Irw vr?s der. naties voor aanvallen Ir 5l0 en *s geweest voor de hand- der zware bewapeningen. Niette min beteekent het bestaan van bewape- ningen een der hoofdoorzaken voor de I wederzijdsche vrees, welke het internatio- nale leven vergiftigt. Steeds krachtiger I wordt de erkenning dat er geen grooter en ernstiger bedreiging van vrede en veilig- he id is dan de handhaving der buitenge- j wone bewapeningen. De Volkenbond heeft sinds zijn bestaan voortdurend gewerkt aan de organisatie van den vrede, doch I het gevoel van onveiligheid is tot nu toe blijven bestaan en heeft geleid tot nieuwe i bewapeningen en de toeneming der be wapeningen harerzijds leidt weer tot een voortdurend toenemend gevoel van onvei ligheid. Om deze reden is de ontwapening een der belangrijkste onderdeelen in het Vol kenbondspact geworden. De leden van den Volkenbond hebben zich bij art. 8 van het Volkenbondspact, dat de handhaving van den vrede door een verlaging van de na tionale bewapening tot het laagste punt eischt, dat vereenigbaar is met de natio nale veiligheid, verplicht door gemeen schappelijk optreden de internationale verplichtingen te versterken Tot nu toe bestond de algemeene ver wachting. dat d3 verplichting van art. 8 van het Volkenbondspact zoo snel moge lijk zou worden nagekomen. Deze ver plichting blijft ook verder op alle leden van den Volkenbond rusten en ieder af zonderlijk moet thans trachten den Vol kenbond van deze verplichting te bevrij den. De Volkenbond heeft tot nu toe geen tijd laten verloren gaan dit probleem aan ■te vatten. 0 0 Henderson gaf vervolgens een lang his torisch overzicht van het optreden van den Volkenbond tot nu toe op het gebied van de ontwapening, schetste voorts de besprekingen in de volkenbondsvergade ringen. de werkzaamheden van den Vol kenbondsraad en van de voorbereidende ontwapeningsconferentie, de verschillende pogingen op het gebied van arbitrage te geraken tot een algemeene regeling en wijst daarbij in het bijzonder op de werk zaamheden der voorbereidende ontwape ningsconferentie, waaraan ook werd deel genomen door vertegenwoordigers van staten, die geen lid zijn van den Volken bond, Henderson zette vervolgens de richtlij nen uiteen van de door de ontwapenings commissie uitgebreide voorloopige conven tie. welke slechts de methoden der ontwa pening behandelt. De ontwapeningsconfe rentie moet thans de definitieve cijfers bepalen voor de verlaging en de beper king der bewapeningen. Het ontwerp-ver- drag is veelvuldig op ernstigen tegenstand gestooten. Zelfs inzake de methoden der ontwapening bestaan ..verschillende op vattingen De ontwapeningsconferentie is vanzelfsprekend vrij ook ieder ander voor stel of ieder nieuw ontwerp voor een overeenkomst te bespreken, dat haar mocht worden voorgelegd. Tenslotte verklaarde Henderson, dat het probleem der ontwapening van vitale be- teekenis is voor de huidige ernstige eco nomische en financieele crisis, waarmede de meeste naties thans hebben te kampen De bewapeningen zijn een der voornaam ste oorzaken van den huldigen moeilijken toestand en van de ontredderde staatsbe- grootingen in verschillende landen. De openbare meening eischt. dat thans een werkelijke verlaging zal worden bereikt van de legeruitgaven. welke op alle vol ken drukken. De oogen der geheele menschheid zijn thans gericht op deze conferentie. Ik weiger de mogelijkheid onder de oogen te zien dat deze conferen tie zou kunnen mislukken. Niemand kan zeggen welke gevolgen een mislukken der conferentie zou kunnen hebben. Henderson besloot: Thans kan slechts sprake zijn van gelijke rechten voor iedere natie in de door ons opgebouwde vrije ge meenschap van volkeren. Er kan slechts een verbroedering van alle volkeren bestaan, welke in de toe komst niet meer zullen zijn vijanden, doch I vrienden. Thans kan er nog slechts vri.i- heid bestaan voor ieder volk zijn leven te 1 willen leven zonder vrees voor ongelijk heid, verdrukking of oorlog. Laat ons de groote taak aanvatten, laat ons beslissin gen nemen en de naties leiden naar den verlangden vrede. Drie commissies ingesteld. Na de openingsrede van Henderson, werd de president van Zwitserland Motba tot eere-voorzitter der conferentie geko zen. Motta deze benoeming aannemend, sprak daarbij de hoop uit, dat een atmos feer van duurzame bevrediging uit de conferentie zal geboren worden en dat collectieve overeenkomsten zullen worden gesloten, die het algemeen vertrouwen onder de volkeren zullen herstellen. De conferentie riep vervolgens drie com missies in het leven voor drie spoed- eischende kwesties. De eerste commissie, die voorde geloofsbrieven, heeft weder om zooals op iedere Volkenbondsverga dering, den Cubaan Aguero y Bethan- court tot voorzitter. De tweede commissie zal onder leiding van Henderson zelf besprekingen houden over het aan te nemen reglement van orde der conferentie en zal een oijtwerp-regle- ment aan de goedkeuring der conferentie voorleggen De commissie bestaat uit zes tien leden, waarbij natuurlijk vertegen woordigers van alle groote mogendheden, met inbegrip van Sovjet-Rusland. De derde commissie zal algemeene rege len opstellen voor de aanbieding van pe tities aan de confeientie en voor de even- tueele openbaarmaking van haar tekst in het officieele orgaan der conferentie. Deze commissie zal tevens den tekst der petities onderzoeken alvorens deze aan de confe rentie worden voorgelegd In deze com missie van vijf leden is ook de Nederland- schegedelegeerde prof. mr. V. H. Rutgers benoemd, een benoeming, die zeker wel mag worden opgevat als een erkenning van de zeldzame beteekenis van de door de Nederlandsche Dagbladpers georgani seerde petitie van het Nederlandsche volk, die zooals men weet. bijna twee en een half millioen handteekeningen heeft ver kregen De andere leden dezer commissie zijn gedelegeerden uit Chili. Frankrijk en Zuid-Slavië, alsmede de Amerikaansche gedelegeerde, mej. Wooley, waardoor ook aan de In zooveel petities tot uiting geko men krachtige ontwapeningspropaganda der vrouwen een vetdiende hulde is ge bracht. Op voorstel van Henderson werd beslo ten, dat de ontwapeningsconferentie Za terdagochtend in buitengewoon openbare vergadering zal bijeenkomen tot het in ontvangst nemen van die petities, die reeds hier zijn ingekomen en die dan reeds door de desbetreffende commissie zullen zijn onderzocht. Hierna werd de eerste bijeenkomst der ontwapeningsconferentie gesloten. Ver moedelijk zal de eerstvolgende vergade ring Vrijdag piaats hebben voor de gered- keuring van het reglement van orde RECLAME. Burgemeester Gouverneur maakt zich zorgen. Wat zal de toekomst brengen? De heer J. P. Gouverneur, burgemeester der gemeente Sassenheim, in zijn werkkamer op het Raadhuis. M i n era a I w ate r m. Vruchten sir» aak AHeen echt met dit merk. 1&06 Limonadefabriek te Leiden. Volgens Handelsbelangen werden sedert 1 Januari bij de gezamenlijke griffies in Nederland gedeponeerd 138 crediteuren- lijsten met een totaal passief van f. 3.576.711 09 waarvan prefer, f. 978.249.83. Uitgesproken faillissementen: Noord-Holland lexcl. Amsterdam) 46, Amsterdam 54, Zuid-Holland (excl. Den Haar en Rotterdam) 40, Den Haag 32, Rotterdam 40. Utrecht 13, Gelderland 19, Noord-Brabant 26. Limbugr 13, Zeeland 8, Friesland 9. Groningen 5. Drente 5, Overijsel 12. Totaal over Januari 322 faillissementen. Totaal zelfde tijdvak vorig jaar 318 faillissementen. Failliet verklaard: G. Strating, bloemenhandelaar, te Kat wijk aan Zee, Wethouder Meerburgstraat 38. Rechter-comm mr. A. B. Bommezijn. Curator: mr. J. M. Sormani. te Leiden. De tijd schrijdt voort en het wordt er helaas niet beter op! Vooral in het nieuwe jaar. dat door velen met hoopvolle ver wachtingen werd ingegaan, brengt iederen dag zorgwekkander berichten. Nu wij weer in snel tempo achter elkaar eenige inter views te verwerken krijgen, stroomen op nieuw de mededeelingen der burgemees ters op ons af Dikwijls is het niet gemak kelijk de tallooze indrukken zorgvuldig en systematisch te rangschikken. Naarmate de weken verglijden, wordt de menschheid pessimistischer gestemd. Een geheele eco nomie lijkt bedreigd, matelooze import schijnt handel, industrie en landbouw dood te drukken. Zelfs volbloed tegenstan ders van protectionisme gaan contingen- teering bepleiten, eenvoudig omdat het op het oogenblik niet meer anders schijnt te kunnen. Omgekeerd ziet 't er ook met onze export treurig uit. Vooral is dat het geval in de bloembollenstreek, waar wij sinds eenige v/eken niet meer vertoefden doch die nu door ons weer werd bezocht, om er een praatje te maken met den heer Gouver neur. Zelfs het gezicht van dezen burge meester. die wij toch zeker vroeger leerden kennen als een optimist, staat bij onze eerste vragen ernstig. Och, och wat kan 't verkeeren! Dat zijn de eerste woorden na de begroeting. „Wij leeïden hier de laatste jaren in een wel- vaartsroes; men kan zich nauwelijks reali- seeren. hoe het reeds is en wellicht nog worden zal 't Heeft geen zin. den toe stand optimistischer te belichten, dan hij is. Ik behoef 't U eigenlijk maar met een paar woorden te zeggen: het ziet er bij de Sassenheimers op 't oogenblik héél droevig uit. (De oorzaken van dezen toestand zijn in ons blad reeds voldoende beschreven. iRed.). Als U bedenkt dat nog eenige jaren geleden het totaal inkomen hier f. 4.500.000 bedroeg, hetgeen bij een bevol king van 4500 zielen neerkomt op f. 1000. per inwoner, dan kunt U wel begrijpen, hoe prachtig er verdiend werd! Voor de belastingjaren '29'30 en '30'31 bedroeg dit resp. f. 3.500.000 en f. 3.800.000. De omslag is eigenlijk in één handom draai gekomen! Wanneer U mij dus vraagt „hoè zal 't dit jaar zijn?" dan moet ik U antwoorden„ik weet het niet er valt geen peil op te trekken. Maar ik verzeker U: fraai zal 't niet zijn!" Den dag, waarop ons nieuwe Raadhuis werd gebouwd nu 2 jaar geleden in het voor ons „gulden tijdvak" kwam er nog zoo maar een „aanvullingskohiertje" dei belasting binnenwaaien, waarop liefst 6 inkomens van meer dan f. 100.000 p. j. ver meld stonden. Nu hoort men beweren, dat er het volgend jaar zelfs vele bloemisten zullen zijn, die hun belasting in 't geheel niet kunnen betalen. Vroeger g'old hier als een gevleugeld woord: „Als er geklaagd wordt, dan kun je er wel iets van geloo- ven" „als er niet geklaagd wordt, dan is 't zeker, dat de zaken ook wel buitenge woon goed gaan!" Nü is er echter voor klagers stellig reden, want de tijden zijn werkelijk zeer critiek!" Maar dan breekt zich toch weer bij den Burgemeester het krachtige en gezonde optimisme baan, dat men onwillekeurig steeds intuïtief bij hem aanvoelt. Zijn trekken ontspannen zich en hij vervolgt: ,,A1 zijn de groot-bloemisten zeer pessi mistisch gestemd, de groote inkomens op 't oogenblik met één slag voor een belang rijk percentage verdwenen: de „bollen- handel" zal toch altijd blijven bestaan, terwijl bijv. industrieën kwamen en gin gen. Ongetwijfeld zal de toestand ook wel weer eens veranderen! Het bedrijf was steeds wisselvallig, ook tengevolge van de weersgesteldheid. Doch nü wijzen de tee kenen zeker nog niet op een opleving! De draagkracht onzer gemeente is. wegens de eenzijdige instelling der inkomsten, sterk geschokt. Al heb ik er geen kijk op, hoe het totaal inkomen zal uitvallen (als de helft van verleden jaar gehaald wordt, mogen wij héél tevreden zijn), al zijn de dagen voorbij, waarin hier, als in Amerika letterlijk alles mogelijk was, we mógen en kunnen den moed tóch niet laten zakken! Gelukkig blijft een ieder even actief als voorheen. De omzet was zelfs grooter dan verleden jaar, doch de prijzen waren veel lager. Steeds tracht men nieuwe afzetge bieden op te zoeken de geest van het reizen blijft er in! en diverse pogingen worden gedaan, om weer tot betere prijzen te komen. Ik wijs U slechts op het streven, om door een wettelijke teeltregeling de enorme overproductie tegen te gaan. Het valt ech ter te bezien, of men op dit punt tot over eenstemming kan komen. Vroeger leden dergelijke pogingen wel eens schipbreuk, een gevolg van de geringe solidariteit dei- kweekers. Men streeft elkander voorbij. Bonden en Vereenigingen moesten 't meer eens zijn inzake de prijsbapeling. Gelukkig hebben wij het voorrecht te kunnen be schikken over iemand als onzen eersten wethouder, den heer Warnaar, deskundige pr het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A, H. iira„ e hümitën werd zij beide ge- pten gewaar als een paar stipjes tegen fchavS".™ horiz°n. Ze wierp hun een ■uk!? 2(1 wist, hoe het een onmo- Tüjmeid was dat ze haar zouden zien, kon haar groet overdragen. Jmoij 2en!e lachen om dezen inval en Fvoeiae z.ch weer lichter gestemd wor- oen van lieverlede de gestalten van ruiters al duidelijker te ,vlelen en zü haar verloofde 15011 nu ook zien het gemak ,-j teeslerschap, waarmee hij zijn mach. nu en dün schonk hij zijn P'J sir Evelyn, of die dit bij- had- 0ok kon het zij" dat zei luisterde naar iets, wat b"erte<HeÜ, 1:)ark binnen; ineens nam f hait t. ud af en wuifde daarmee >r hem nit£e8foeten; bij wist' dat zlï :en ïanJi Ze bleef een paar mi lter 7i^h sJaan, waarop zij de deur ;en kwartiert e.n de w°nteltrap .af ging. Inaast Rnwa™r knielde ZU in de ka- I haar «f Darcy, in de koorstoelen, te sK1 ,b'i het nltaar had laten h; er lag elyn alleen zat tegenover fijn besnéden611 Van vermoeid!ieid 0,3 |"daï bes'and tegen den "rit van dien gelaat: hij was haast [die van Rn? .den' v°elde zij haar hand kar een ring een seconde later werd I duurde mg°!,Verid6n vinBer geschoven. OnmiddeUuv a ondeelbaar oogen- Pid het hoofd i» d.aarna boog Darcy bid- Het deed hepi aangenaam aan die gedachte, dat zij stonden inge schreven in de registers van dat oude familieheiligdom. Maar een andere gedachte benauwde haar. ze wist haast niet waarom, maar zij vond ze hinderlijk, verontrustend; in datzelfde gebouw had zij een anderen ring gekregen. Dien droeg zij op haar boezem. In gedachten werd zij terugge voerd naar dien angstigen nacht, toen het mogelijk leek dat haar vader, die nu in vrome aandacht neerknielde, vreedzaam en onverstoord, zou betrokken worden in een van die treurige dingen, die helaas maar al te dikwijls in Engeland voorkwa men en waarbij hij zijn trouw met zijn leven zou moeten bekoopen. De hoeken van het gebouwtje waren reeds in duister gehuld, waardoor het ge heel iets sombers en geheimzinnigs kreeg; het leek Lucille of de stem van dr. Flet cher van verre klonk, haast onwezenlijk; ze kon nauwelijks gelooven dat het hei ligdom weer hersteld was tot zijn oor spronkelijke bestemming; ze mocht nog eens met verwoesting en verval dreigen. Lucille keek naar Robert, als om zich te overtuigen, dat zij niet onder den invloed was van de een of andere zinsbegooche ling; zijn gelaat schonk haar weer zeker heid: hierop stond kracht en schoonheid te lezen, overtogen als het was door een blos van opgewondenheid. Hij koesterde in elk geval geen twijfel en door zijn ver trouwen voelde zij haar eigen geestelijk evenwicht hersteld. Lucille's hart was te vol voor woorden, toen ze aan zijn zijde de kapel verliet. Sir Evelyn Lee was nog achter gebleven om dr. Fletcher mee te brengen voor het avondeten; de kapelaan bediende een klein district met zijn dorpskerk, een paar mijlen va nde Abbey af, behalve dat hij dagelijks minstens één dienst leidde in het particuliere heiligdom van de Lee's. Het was nu zoowat half zes; de zon ging onder. Hier en daar waren donkere laantjes onder de schaduw van de hoo rnen; dan kwamen er weer open gedeel ten, waar ieder blad van varen of struik gewas was. ieder grassprietje glinsterde, of er rijkelijk diamanten waren gestrooid op hun pad; iedere droppel water, die uit dén avondnevel was afgevloeid, straalde in den laatsten groet van de zon aan de aarde. Darcy was zeer verwonderd over dat stil zwijgen van Lucille en de uitdrukking op haar gezichtje maakte hem ongerust. Ze was de kapel binnengetreden, opgewekt, en blij hem weer te zien na enkele uren van scheiding. Nu was er blijkbaar een wolk bij haar aan den hemel gekomen, die een schaduw had achtergelaten op haar uiterlijk Je hebt het koud Lucille, vroeg hij. Een lichte rilling liep haar door de leden. Er zijn zoovele herinneringen voor mij aan de kapel verbonden, verklaarde zij. Ja, maar die betrekkingen met het verleden zijn er achter gelaten. Wordt er iets in dien geest ooit ge heel achter gelaten? vroeg zij, naar hem opkijkend. Is niet het heden, wat het ver leden het gemaakt heeft3 Het heden is de anti-chambre van de toekomst en de toekomst zullen wij, Godc- zij dank, hand in hand ingaan, om met moed onder de oogen te zien wat ons overkomen moge, elkaar helpend. Dit is het zinnebeeld van een onverbreekbaren band. Terwijl hij dit zei, nam hij haar linker hand en hield die op, waardoor de met diamanten bezette ring fonkelde. Ja dat denk ik graag; hij is heel móói! Ik kan nog haast niet gelooven.. Ze hield op, toen keek ze rond; er was niemand te zien, haar vader en dr. Flet cher hadden waarschijnlijk een anderen weg genomen Ze borg het hoofdje tegen Robert's schouder; hij kuste 't zachte haar, Dat ik waarhjk de jouwe ben! HOOFDSTUK IV. Een voorspelling'. De maand, die volgde, was zeker een van de gelukkigste, die ooit door twee menschen werd beleefd. Robert Darcy en Lucille waren veel op elkaar gezelschap aangewezen en geen van beiden verlang den ze iets beters. Ze reden samen, wan delden in het park, haalden soms de bpot uit het schuitenhuisje en gingen op den Avon roeien. Luciile vertelde Robert alles van dien belangrijken tijd toen Karei, als vluchte ling en in levensgevaar verkeerend. zich aan de genade van de Lee's had overge geven. Ze staken de rivier over naar de plek, waar de paarden hadden staan wachten op den Prins en zijn geleider; sir Evelyn had ze gewezen aan lady Lee en zijn dochter, al kort na de gebeurtenis. Darcy, die zijn kleine rol had gespeeld in hetgeen hierop gevolgd was wat de aanvulling was geweest van de vooraf gaande geschiedenis had er levendig belang in gesteld. Zij had hem alles ver teld, behalve van dat dragen van den ring: misschien maakte het bewustzijn van de plaats, waar zij dien borg. haar wat verlegen. Hij had natuurlijk dikwijls het gouden kettinkje gezien, dat zij bij alle gelegenheden droeg en dat wel aan den dag moest komen door de lage halzen, die in dien tijd gedragen werden. Hij had er nooit in zooveel woorden op gezinspeeld, als toen zij dien ochtend aan den anderen kant van de rivier stonden, onder de schaduw van de boomen, die de paarden voor het oog verborgen hadden gehouden op den dag van de vlucht Denkende aan Karei, had zij met de hand naar het kettinkje gevoeld. Waarom draag je dat altijd, Lucille? Het was van mijn moeder, antwoord de zij ontwijkend. Hangt er iets aan een medaillon bijvoorbeeld? Ze draalde een oogenblik met haar ant woord, toen haalde ze den ring op en liet hem Robert zien. Hij werd dadelijk de fleur-de-lis ge waar. Waar is die vandaan? vroeg hij. Van den koning, antwoordde zij. Bij welke gelegenheid? Maar ter wijl hij het vroeg wist hij het, want er kon er maar één zijn. Lucille was niet eens aan het hof voor gesteld sinds de Restauratie, daar sir Eve lyn niet hieid van do vrije manieren, die ingang hadden gevonden in Whitehall en Windsor. - Hij legde 'm in mijn hand in de ka pel, even voordat Vader hem de schuil plaats bood. Ik dacht er juist gisteravond aan, omdat je mij den ring, dien ik draag, op dezelfde plaats gaf. Terwijl ze dit zei keek ze naar haar lin kerhand. Het is zeker een eigenaardig samen treffen. was hij het met haai- eens, daar ik het toch deed zonder in het minst eenig vermoeden te hebben van wat voorafge gaan was. Ja. dat dacht ik wel. Ze liet den ring weer op z'n plaats terug vallen. Ik geloof niet, dat ik het heel prettig vind. dat je den ring van een ander zoo dicht bij je hart draagt, Lucille, zei hij. Al is het dan ook die van den ko ning? vroeg zij. Misschien wel het minst omdat het die van den koning is; er ligt een betoo- vering over het koninklijke, die van min deren in rang niet uitgaat. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9