Wat de vrouw draagt. iSH-r De mode in vroegere tijden. we Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 Januari 1932 Vierde Blad No. 22032 WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN. VOOR DE HUISVROUW. Varia uit de Vogelwereld, 227. Zooals te voorzien was, kwam Tuimeltje in heele hooge golven terecht. Eerst probeerde hij zich nog aan het touw vast te houden, maar de golven wilden zeker eens met hem spelen. Tjoep, daar ging ie hoor. Heel hoog de lucht in en toen diep in het water. Hij had de grootste moeite, de reddingsboei niet te verliezen en alleen zijn hoofd dreef nu nog boven water. 228. Kikker Karei en de torretjes hadden alles gade geslagen. Ze vonden het verschrikkelijk voor Tuimeltje en renden zoo hard ze konden langs den waterkant mee. Het water ging heel erg woest op en neer en daar zagen ze dat Tuimeltje eensklaps wel 20 Meter hoog werd opge tild. Hij vloog over het land en kwam boven op een groote paddestoel terecht. Kikker Karei en de kevertjes renden naar hem toe en hielpen hem op de been, maar hij was zoo zwak, dat hij bijna niet staan kon. MODES VOOR OUDERE DAMES. is i reei |E (Van het huishoudschort tot den Avondmantels) lop de keper beschouwd .is het onder- Jerp .Mode voor oudere dames" eigenlijk Biet gerechtvaardigd, want de echte ver tegenwoordigsters van dit type zien we niet meer, anar vooral in de laatste jaren dc mode meer dan ooit naar jeugdigheid en frischheid streefde om het leeftijdsver- til zooveel mogelijk te verbloemen. Toch zal de vrouw van smaak en dis- nctie wel erkennen, dat het een domheid ■met de jeugd te willen blijven concur- Jeren. iDe eenige mogelijkheid om er voordeelig en elegant uit te zien is in een juiste keuze der kleeding gelegen, waarbij men er niet op uit moet zijn er jeugdig uit te „willen" Hen, want vrouwen die dit doen maken Hch meestal belachelijk en worden zelden "Tl serieus genomen; juist hierdoor ont- ufcen zij voor zichzelf het hoofdstuk giek van den ouderdom." (Een vrouw van middelbaren leeftijd zal I voor moeten zorgen over een „neutraal" erkende garderobe te kunnen beschikken eze mag dus in geen enkel opzicht opval- end zijn en moet wat keuze, model en "tof betreffen, volkomen in den toon blijven. Dan moeten het modellen zijn waardoor (het figuur niet geaccentueerd wordt, raar juist de omtrekken „vervagen" wat het figuur ten goede komt. De nieuwe stoffen van het seizoen, eestal standaardweefsels, komen bijna alle zonder uitzondering in aanmerking oor de garderobe der oudere dames. Voor den voormiddag verschillende po reuze modeweefsels, voor der namiddag rarocain, romain, bilits en een „crepe- riental", dat hier sterk aan doet denken 'een dicht, bijna ondoorzichtige gaas achtige zijde)voor den avond hoofdza- elijk, satijn, marocain en de verschillende .orten zijde-fluweel, die voor officieele gelegenheden buitengewoon voornaam en elegant zijn. De meest geliefde kleur voor de oudere ouw is natuurlijk zwart waarvan men k het meeste plezier kan hebben zonder dat het gaat vervelen: maar van tijd tot "d een afwisseling in kleur is natuurlijk el gewenscht Tot de diepe tinten die de oorkeur genieten, behooren mosgroen, onker-heliotroop- en een kleur bruin van otisch hout (dat men vroeger neger- ruin genoemd zou hebben.)) ..^'■peeringen moeten voorzoover ze !„uberhauptêê toegepast worden zeer laakvol en niet opzichtig zijn. Voor wandeltoiletten zijn natuurlijk bontgarneeringen het meest geschikt; toiletten die veel gedragen moeten wor den. zien we herhaaldelijk met een licht garnituur en vaak ook met een leuke toe passing van het vestidee. Voor den na middag echter legt de mode zich toe op verschillende combinaties (georgette met kant. marocain met satijn enz.), terwijl ue avondtoiletten heelemaal zonder gar nering favoriet zijn; juist doordat de van het geheel door geen enkel de rail onderbroken wordt, komt het toilet, dat het uitsluitend in een voortreffelijke "echt m°et vinden- uitstekend tot zijn rwat de Ien8te def japonnen betreft. ™e.' men verstandig niet blindelings de modevoorschriften Qp te voIgen> doch naar eigen stijl te zoeken. Alleen dan. ™,„vai1 den werkelijk „persoonlijke" smaak gesproken worden. een,,de Rekening hebben wij getracht U «n te geven van de vorderin- g»maa'-t he ft m°de V°°r oudcrc dames veel vrouwen er prijs op stellen men ^vrouwelijke plichten na te ko men zal een net huishoudschort hen wel if ™.™- Het hier afgebeelde type annnween practisch 'omdat het de iok^=ïm2ema?1 bedekt) maar het staat ken fZn moderne „tuit-zak- iaSonrSfie U eeil eenvoudig degelijk 'dkhtvekinnn. K schum"gel"uiste. opzij mcnt.geknoopte bovenstuk met lichte shawlkraag gegarneerd zal graag gedri- die me°t deenhe0VolnalS de ^hoore^e rok. Sedragen kan worden ^Jd?ass °P visite met onderliggend«versmodel de weinig Mokkende rnv kn°°Pj« en snoezig geheel (afb 3) vormen een KAPRICIEUSE DECOLETTE's kele garneering, waardoor wij juist een van een voorname elegance getuigend geheel krijgen. Ter voltooiing alleen een mofje van 't zelfde bont, hetgeen op het oogenblik zeer en vogue is. Een garderobe zonden een donkeren mantel is eigenlijk niet compleet. Deze bewijst 's middags en een enkele keer ook wel 's avonds uitstekende diensten. Hier voor wordt veel fluweel gekozen, de stof die iedere vrouw flatteert. Met een shawl kraag van bont, bontmanchetten en smalle strepen bont, die opzij zijn aan gebracht, gegarneerd, krijgen we een i prachtige warme jas (model 4). Daarnaast een middagtoiletje voor be- i zoek, bridge enz. van georgette met kant, dat verder allerlei details van de nieuwe i mode vertoont. Zelfs het avondtoilet, dat heel lang is brengt voor oudere dames een bijzondere j rugdrapeering en halflange kelkvormig uitloopende mouwen. Een dergelijke creatie komt het best tot zijn recht in sa tijn of zijde-fluweel. De omhulsels bij de verschillende avond- toiletten zijn natuurlijk zwart. Ze hebben het kimonomodel, hetgeen een ongedwon- i gen elegance geeft. De beste garneering is ook hier weer de bontkraag (laatste afb.) De hierboven besproken creaties be wijzen. dat ware elegance slechts te vinden is in een eenvoudige ongekunstelde toe passing der mode. ROBERT HOHENBERG. zijn bij de jongemeisjes heel geliefd .en voor het „eerste bal" zal hieraan alle zorg besteed worden. Een garneering van strass of andere steenen is voor jonge meisjes natuurlijk niet geschikt en in plaats daarvan past men met succes een fijne bloemengar- neering toe. Momenteel zijn de guirlande effecten erg in trek, doch het is volstrekt niet noodig dat deze guirlandes gebruikt worden om het décolleté af te werken. Ongedwongen naar eigen smaak en fantasie kunnen deze aangebracht wor den. (1.) Een toef bloemen in 't midden van een empire-decolleté staat ook heel fijn en decoratief (afb. 2.) DE NIEUWSTE WINTERSPORT- KLEEDING VOOR DE KLEINTJES is in één woord doddig! Het gaat hier niet om een goed model, maar door een goede schakeering van de vele schelle kleuren kunnen ongelooflijk mooie effec ten bereikt worden, waarin de kinderen zelf ook zoo'n dol plezier hebben. Graag geziene kleuren zijn: knalrood, giftgroen, geen, korenblauw enz. Vaak ook combi neert men deze kleuren nog met een constrasteerende kleur, waarmee aan het bovenstuk (dat met en muts inéén ver bonden is) en de zakken afgezet worden. De muts is met bont gegarneerd. De broek heeft het model van de „slobbroek die in den loop der tijden bewezen heeft, de meest doelmatige te zijn. K> xi. Het is jammer, dat ik geen apart lijstje heb gemaakt van de spreien, waarvan ik het patroon in deze rubriek beschreven heb. Ik geloof zeker wel, dat ik er zes of acht heb uitgeteld en nu weer ontving ik het verzoek om het patroon van een gebreide bedsprei te geven. Hier heeft u er een .zooals door mijn grootmoeder is gemaakt, een mooi ontwerp van twee strepen, die aan elkander wor den gezet steeds weer om de ander, tot de sprei de gewenschte breedte heeft. De eerste streep zet u op met 60 steken, lste toer geheel averecht; 2e toer: 1 steek afhalen. 14 st, averecht, 1 recht, 3 averecht, 10 r„ 2 aver., 10 r„ 3 aver., 1 r.. 15 aver.,; 3e toer: alle steken, die op deze zijde recht voorkomen, worden recht gebreid en even zoo alle averechte averecht. Verder woi- den alle toeren, die met een oneven cijfer ,zijn aangeduid (dus de 5e. 7e, 9e, 11e, 13e. enz.) net als de 3e gebreid: op de rechte steken recht, op de averechte averecht. De 4e toer: 1 st. afhalen. 16 r„ 3 aver., 8 r„ 4 aver., 8 r„ 3 aver., 17 r. 6e toer: 1 st. afhalen, 14 aver., 3 r., 3 aver., 6 r„ 6 aver., 6 r„ 3 aver., 3 r„ 15 aver 8e toer: 1 st. afh„ 18 r„ 3 aver., 4 r„ 3 aver., 2 r„ 3 aver.. 4 r„ 3 aver., 19 r. 10e toer: 1 st. afh.. 14 aver., 5 r., 3 aver., 2r„ 3 aver., 4 r.. 3 aver., 2 r„ 3 aver., 5 r„ 15 aver. 12e toer: 1 st. afh., 20 r„ 6 aver., 6 r„ 6 aver., 21 r. 14e toer: 1 st. afh., 14 aver., 7 r„ 4 aver.. 3 r„ 2 aver.. 3 r„ 4 aver., 7 r„ 15 aver. 16e toer- 1 st. afh., 21 r„ 3 aver., 3 r„ 4 aver., 3 r„ 3 aver., 22 r. 18e toer: 1 st. afh., 14 aver.. 6 r„ 3 aver., 3 r 6 aver.. 3 r„ 3 aver., 6 r„ 15 aver. 20e toer: 1 st. afh., 19 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver.. 2 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver. 20 r. 22e toer: 1 st. afh., 14 aver.. 4 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver., 4 r„ 3 aver., 3 r. 3 aver., 4 r„ 15 aver. 24e toer: 1 st. afh 17 r„ 3 aver.. 3 r„ 3 aver., 6 r.. 3 aver., 3 r„ 3 aver., 18 r. 26e toer: 1 st. afh.. 14 aver., 2 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver., 8 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver., 2 r„ 15 aver. 28e toer: 1 st. afh.. 15 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver., 10 r„ 3 aver., 3 r„ 3 aver., 16 r. 30e tot den 53en toer moet u net zoo breien als de 26e tot den 3en toer, in deze (dus teruggaande) volgorde. Vervolgens herhaalt u het gansche pa troon van den 2en tot den 53en toer tot uw sprei lang genoeg is. Dan begint u met de tweede streep, die iets smaller is als de eerste. U zet hiervoor 50 steken op. Dan 2e toer: 1 st. afh., 2 aver., 2r„ omslaan, overhalen, 3 aver., 11 r., min deren. omslaan. 1 r„ offisl., 2 aver., omsl., 1 t„ omsl.. overhalen, 11 r„ 3 aver., 2 r„ omsl.. overh., 3 aver 3e toer: 1 st. afh., 2 r„ 2 aver., omsl., aver, minderen, 3 r„ 10 aver., aver, ver draaid minderen (dat ls- 2 steken samen- breien door de naald achter de naar achter liggende lusjes van de steken te voeren en daarna van links naar rechts in de steken te steken; dan omslaan en doorhalen als bij een averechtschen steek); 3 aver., 2 r 3 aver., aver, minderen. 10 aver., 3 r„ 2 aver, omslaan aver, minderen 3 r. 4e toer: 1 st. afh.. 2 aver., 2 r.. omslaan, overh.. 3 aver., 9 rminderen. 2 maal af wisselend 1 r„ omslaan, dan 1 r„ 2 aver., 2 maal afwisselend 1 r„ omsl., dan 1 r„ overhalen, 9 r„ 3 aver., 2 r„ omsloverh. 3 aver. 5e toer: 1 st. afh., 2 r„ 2 aver., omsi.. aver, minderen, 3 r„ 8 aver., aver, verdr minderen. 5 aver., 2 r.. 5 aver., aver mind., 8 aver.. 3 r„ 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r. 6e toer: 1 st. afh., 2 aver., 2 r„ omsl., overh., 3 aver., 7 r„ mind., 2 r„ omsl., 1 r„ omsl., 2 r„ 2 aver., 2 r„ omsl., 1 r. 7e toer: 1 st. afh., 2r„ 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r„ 6 aver., aver, verdr. mind., 7 aver., 2 r„ 7 aver., aver. mind.. A aver. 3 r., 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r. 8e toer: 1 st*afh., 2 aver., 2 r„ omsl., overh., 3 aver., 5 r„ mind., 3 r„ omsl., 1 r„ omsl.. 3 r„ 2 aver.. 3 r„ omsl., 1 r„ omsl., 3 r„ overh., 5 r„ 3 aver., 2 r„ omsl., overh., 3 aver. 9e toer: 1 st. afh., 2 r„ 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r„ 4 aver., aver, verdr. mind., 9 aver., 2 r„ 9 aver., aver, mind., 4 aver., 3 r.. 2 aver., omsl.. aver, mind., 3 r. 10e toer: 1 st. afh., 2 aver., 2 r., omsl,, overh., 3 aver., 3 r„ mind., 4 r„ omsl., 1 r„ omsl., 4 r„ 2 aver., 4 r„ omsl., 1 r„ omsl., 4 r„ overh., 3 r.. 3 aver., 2 r„ omsl., overh., 3 aver. lie toer: 1 st afh.. 2 r„ 2 aver., omsl. aver, mind., 3 r., 2 aver., aver, verdr. mind., 11 aver., 2 r11 aver:, aver, mind., 2 aver., 3 r.. 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r. 12e toer: 1 St. afh., 2 aver., 2 r„ omsl., overh.. 3 aver., 1 r„ mind., 5 r., omsl.. 1 r„ omsl., 5 r„ 2 aver., 5 r.. omsl1 r„ omsl., 5 r„ overh.. 1 r„ 3 aver., 2 r„ omsl., overh.. 3 aver. 13e toer: 1 st. afh., 2 r„ 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r„ aver, verdr. mind., 13 aver., 2 r„ 13 aver., aver., min deren. 3 r„ 2 aver., omsl., aver, mind., 3 r. Men herhaalt de laatste 12 toeren. Een goed hierbij passende kant om ten slotte rond de gansche sprei te zetten, moet u beginnen met 22 steken op te zet ten. Ie toer: 1 st. afh., 2 r„ 1 aver., 3 r„ No. XXXV 1869. Dit moedertje is zeer chique In haar fijn groen en wit gestreept japonnetje met groene „volants" en strikken gegar neerd. Het kleine meisje op de balustrade, dat ongeveer 2 jaar oud is, is gekleed in een geel jurkje met terra-cotta lint ver sierd. De dame rechts op de teekening zien we hier alleen op haar rug. Zij draagt een soort langen wijden mantel, grijs van tint, die tegelijkertijd een pelerine over de schouders vormt. Deze pelerine is met grijze franje afgezet, Jlet geheel is vroo- lijk, zonnig en zomersch en doet ons on willekeurig aan een lekker zonnetje den ken G. V. 1 aver., 1 r„ dan doorgaan: 7 r., 5 aver., 1 r. (deze laatste 13 st. en wat daar verder opgebreid wordt, vormt de bladerrand 2e toer: 1 st. afh., 1 r„ 2 maal afwisse lend: omsl., recht verdraaid minderen; dan 2 aver., 1 r„ 2 maal afwisselend: omsl., 1 r.; dan 2 aver., 3 r„ 2 maal omsl., recht verdr. mind., 2 maal omsl., 4 r. 3e toer: 1 st. afh., 4 r., 1 aver., 2 r1 aver., 3 r„ 2 r„ 5 aver., 2 r., 5 aver., 1 r. 4e toer: 1 st. afh., 1 r„ 2 maal afw. omsl., recht, verdraaid mind.; dan 2 aver., 2 r„ omsl., 1 r., omsl., 2 r., 2 aver., 12 r. 5e toer: 1 st. afh., 11 r„ 2 r„ 7 aver., 2 r., 5 aver., 1 r. 6e toer: 1 st. afh., 1 r., 2 maal afw. omsl., recht verdr. mind.; dan 2 aver., 3 r„ omsl., 1 r„ omsl., 3 r„ 2 aver., 12 r. 7e toer: 1 st. afh., 11 r., 2 r., 9 aver., 2 r., 3 aver., 1 r. 8e toer: 1 st. afh.. 1 r„ 2 maal afwiss. omslaan, r. verdr. mind.: dan 2 aver., 4 r„ omsl.. 1 r., omsl.. 4 r„ 2 aver., 12 r. 9e toer: 3 st. afkanten, 8 r., 2 r., 11 aver., 2 r„ 5 aver., 1 r. 10e toer: 1 st. afh., 1 r„ 2 maal afw. omsl., recht verdr. mind.; dan 2 aver., 11 r„ 2 aver., 9 r„ 11e toer: 4 st. afkanten, 4 r„ 2 r„ 11 aver., 2 r„ 5 aver., 1 r. 12e toer 1 st. afh., 1 r., 2 maal afw.: omsl.. recht verdr. mind., dan 2 aver., overh., 7 r.. minderen, 2 aver., 1 r„ 2 m. afw.: 2 maal omsl.. 2 r. Voor den puntrand herhaalt men den eersten tot den 12en toer. Voor den bla- derrand is de 13e toer: 2 r., 9 aver., 2 r„ 5 aver., 1 r„ en de 14e toer: 1 st. afh., 1 r„ 2 maal afw.: omslaan, recht verdr. mind.: dan 2 aver., overhalen, 5 r„ mind., 2 aver. 15e toer: 2 r„ 7 aver.. 2 r„ 5 aver., 1 r. 16e toer: 1 st. afh., 1 r2 maal afw omslaan, r. verdr. mind.; dan: 2 aver., overh., 3 r„ minderen, 2 aver. 17e toer: 2 r„ 5 aver., 2 r„ 5 aver., 1 r„ 18e toer: 1 st. afh., 1 r., 2 maal afw.: omsl., recht verdr. mind.; dan: 2 aver., overh., 1 r„ mind., 2 aver. 19e toer: 2 r„ 3 aver., 2 r.. 5 aver., 1 r. 20e toer: 1 st. afh., 1 r.. 2 maal afw.: omslaan, recht verdr. mind.; dan 2 aver., omsl., dubb. minderen, omslaan, 2 aver. Voor den bladerrand herhaalt men den len tot den 20en toer. Een paar waterhoentjes, dat 4 maal broedde. Uit Engeland deelt men mede, dat men in Tadworth (Surrey) op 23 Maart 1930, in een kleinen vijver, waarin in dat jaar slechts één paar waterhoentjes gebroed heeft, een nest daarvan vond met 7 eieren. Een week later was het nest leeg, maar een ander al weer kant en klaar, dat tot aar, het einde van het broeiseizoen dienst heeft gedaan. Vier broedsels werden daar-* in groot gebracht, resp. bestaande uit 3, 4, 4 en 2 jongen. De jongen van het laatste broedsel kwamen op of omstreeks 28 September uit en bleven beiden, in gezelschap der ouden, tot 15 Maart '31 op den vijver. Als regel brengt het waterhoentje twee broedsels groot; drie komt, vooral bij ver storing, ook wel voor; het legsel bevat aan allicht hoogstens 5 eieren. Eerste legsels, uft niet meer dan 7—8 eieren be staande, houdt men voor die van jonge vogels. Een bijzonder geval in het koekoeksleven. Uit Frankrijk meldt men het navolgende, waargenomen in het broedseizoen 1930, in oen omtrek van Saint-Benoït (Meuse). In het nest van een klapekster bevond zich een koekoeksjong, en wel in gezelschap van 5 flinke jonge klapeksters; een zéér mooie foto hiervan, genomen toen het 5-tal aanstalten maakte de wijde wereld in te gaan, staaft de waarneming. De jonge koekoek zat op de kinderen zijner pleeg ouders alsof hij „de moeder" was. We zien dus, dat de jonge koekoek niet altijd dé jongen zijner pleegouders uit het nest werpt. A. A. VAN PELT LECHNER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13