Opruiming HASSELMAN PANDER m ASPIRIN EEN LEVEN OM EEN LEVEN Prov. Staten v. Zuid-Holland LEIDEN FINANCIEEL OVERZICHT. UW FOTOGRAAF? FEUILLETON. DE BEHANDELING van de BEGROOTING. Gisteren hebben de Provinciale Staten van Zuid-Holland de behandeling van de begrooting voortgezet- De heer Jansen Manenschijn (a.-r.) be cijferde dat wij over enkele jaren als de toestand niet nog ongunstiger wordt, voor den gewonen dienst moeten komen met een belastingverhooging van vier opcenten. Gedeputeerde Staten nemen met een blij - moedig optimisme aan, dat de provincie, een uitkeering van het Rijk zal ontvangen krachtens de wegenwet gedurende vijf en twintig in plaats van vijftien jaar. Zij baseeren zich op een door den Minister van Waterstaat gesproken woord, maar de v/et zelve soreekt van vijftien Jaar. Er zou dus wetswijziging voor noodig zijn. Iets dergelijks gêldt voor de raming van het accres uit het wegenfonds. De heer Trouw (lib.) vroeg, hoe 't stond met het onderzoek van de vraag of, en zoo ja, hoe tot centralisatie van het dijksbe- heer ten aanzien van het eiland IJssel- monde moet worden overgegaan. Deze kwestie behoort eindelijk opgelost te wor den. Spreker sloot zich aan bij den aan drang van den heer Ter Laan inzake be- bossching van duinen, in dit verband spre kende over Rockanje en Oostvoorne. Met betrekking tot de tram gewaagde spr. van het onrecht, dat Flakkee wordt aangedaan. Het rijk behoort Flakkee te helpen. Voorts zette spreker uiteen, dat het den R. T. M. niet past om buiten de provincie om, die haar zooveel renteloos heeft ge leend, aan den Minister opheffing te vra gen van het bedrijf op een eiland van 35.000 zielen. De heer Van der Hout (lib.) diende een door leden van verschillende partijen mede-onderteekende motie in, waarin de Staten, 1 ennis dragende van de opzegging van de overeenkomst voor het exploiteeren van een autobusdienst LoosduinenDen Haag, Gedeputeerde Staten uitnoodigen, met belanghebbenden over het vervoervraag- stuk LoosduinenDen Haag overleg te plegen, opdat, zoo mogelijk, verkregen worde, dat de W. S, M. financieel krachtig genoeg blijft om aan de vervoersbehoefte van het Westland voldoende tegemoet te komen. De heer De Kok 'R.-K.i wees op het be lang van den tuinbouw voor de provincie en betoogde o.m., dat Gedeputeerden er op aan moeten dringen, dat het rijk maat regelen neme ten gunste van dezen be drijfstak. Als de bevolking geen grenswijziging of annexatie van de gemeente wenscht, moet men volgens haar meening handelen tn de oplossing zoeken in samenwerking van gemeenten en niet in het doen verdwijnen van een gemeente. i 3 heer IJzerman (S.-D.) bepleitte zorg voor de kinderen van werkloozen. Is er in een gemeente geen schoolvoeding, dan zullen Gedeputeerden, zoo noodig, aan drong op de gemeentebesturen moeten o.efenen. Bevorderd worde voorts spoedige opzending van kinderen naar gezondheids- en vacantiekolonies. De heer De Kanter (Lib.) merkte op, dat er geen sprake van kan zijn, dat hij zou meegaan met een uitgavenvermeerdering, welke ook. op de begrooting. Het ligt niet op den weg der provincie, zich de bebossching van de duinen aan te trekken, omdat zij grootendeels eigen dom zijn van staat of gemeente. RECLAME. MAANDAG 18 JANUARI 2 UUR 1932 De Beurs en de Herstelconferentie - IVallstreet optimistisch - Het Engelsche bedrijfsleven na de opheffing van den gouden standaard - Verdere verhooging van invoerrechten - De invloed van de stijging der Staatsschulden op den rentevoet. De onzekerheid, die ten opzichte van de politieke vooruitzichten bestaat, heeft niet kunnen verhinderen, dat de meer optimis tische opvattingen, die kort na de intrede van het Nieuwe Jaar ter beurze naar voren waren gekomen, tot een verdere stijging der koersen hebben geleld. In de eerste helft der week had de fondsenmarkt nog een weifelend aanzien, doordien men vreesde, dat de Conferentie te Lausanne tengevolge van de Kabinetswisseling in Frankrijk, tezamen met de onzekere bin- nenlandsche politieke verhoudingen in Duitschland, verdaagd zou moeten wor den. Met de spoedige vorming van het nieuwe Fransche kabinet, onder leiding van den heer Laval, in wiens zin voor de werkelijkheid de zakenwereld groot ver trouwen heeft ,is tenminste een factor van onzekerheid verdwenen. Wenschelijk zou een verdaging van de besprekingen te Lausanne stellig niet zijn; de Internatio nale politieke atmospheer in verband met de herstelkwestie is zóó gespannen, dat het geheele complex van vraagstukken hoe eer hoe beter onder de oogen dient te worden gezien. Hoe de besprekingen zullen verloopen, kan met geen mogelijkheid worden voor speld. De opzienbarende verklaring van den Duitschen Rijkskanselier, dat Duitsch land op een algeheele schrapping der her stelschulden zal moeten aandringen, doet verwachten, dat het in Lausanne hard tegen hard zal gaan. Aan den anderen kant mag worden aangenomen, dat de Duitsche politici een verdere verscherping der internationale verhoudingen, indien eenigszins mogelijk, wel zuilen trachten te vermijden. Het is mogelijk, dat Lau sanne slechts als een soort voor-conferen tie zal worden beschouwd, en dat de be slissende besprekingen eerst na de Fran sche en Duitsche verkiezingen in den loop van den zomer zullen plaats vinden, In dat geval is het lntusschen te hopen, dat een zoodanig voorloopig resultaat zal worden bereikt, dat dit het vooruitzicht opent op een definitieve oplossing na ver loop van enkele maanden. Wanneer Lau sanne niet reeds de voorwaarden ervoor zou scheppen, dat de verlammende druk, die de geheele wereld en Duitschland ;n het bijzonder dreigt te verstikken, aan zienlijk zal worden verlicht, dan moet worden gevreesd, dat de algemeene toe- De heer Van der Meulen (Lib.) zeide, dat het geen goede methode is om een batig saldo van een zeker dienstjaar als douceur toe te wijzen aan een bepaald volgend jaar. Men moet ieder jaar zelfstandig ramen, wat noodig is en de dekking aan wijzen. De heer Werker (V.-D.i zou het eerste willen besparen op subsidies voor monu mentenzorg. Eerst daarna kan ter sprake komen de vraag, of aan de loonen getornd mag worden. Daarmede beginnen mag men niet. Maar de onaantastbaarheid van de loonen uitspreken mag men ook. niet. Ter zake van de aanwending van batige saldi kan men het in beginsel met den heer Van der Meulen eens zijn. maar spr. schaarde zich naast Gedeputeerden, omdat men met een verandering van systeem tot andere tijden zou moeten wachten. De heer Schokking (C.-H.) betoogde, dat in de verkiezingen geen reden gevonden kon worden voor verandering van de samenstelling van Gedeputeerden. Het be drijfsleven der Zuid-Hollandsche platte landsbevolking vertoont een zoodanige in zinking, dat men er op uit moet zijn, de lasten niet slechts niet te verhoogen, maar te verlagen. De heer Spronkers (S.-D.i wees op den noodtoestand van vele tuinders in Zuid- Holland. Spreker noemde in dit verband IJsselmonde en gewaagde ook van de kweekers in de omgeving van Boskoop. Hier ligt een taak voor de provincie. Spr. besprak voorts ook de tramkwestie Goe- ree-Overflakkee. De heer De Visser (C.-P.) diende een motie in, waarin wordt gevraagd voor landarbeiders, kleine en middelboeren, kweekers en tuinders beschikbaarstelling van rentelooze voorschotten of wekelijk- sche crisis-uitkeering, en werd voorgesteld een blanco-crediet beschikbaar te stellen. In een andere motie werd gevraagd, geen haven-, brug- en sluisgelden van de schip pers te heffen. Deze moties werden voldoende onder steund om in debat gebracht te kunnen worden. De vergadering werd vervolgens te kwart voor zes verdaagd tot Dinsdag elf uur. stand op politiek en economisch gebied in middels van kwaad tot erger zou zijn gekomen. Voorloopig is er dan ook voor de beurs nog alle reden voor terughouding, 'en- einde te voorkomen, dat engagementen van beteekenis loopen, wanneer een on gunstige wending in den internationalen toestand mocht intreden. Op de Amster- damsche beurs geeft men zich hier dan ook wel rekenschap van, getuige de weife lende houding, die hier gedurende een groot deel der week was waar te nemen. Dat tenslotte ook hier een krachtige koers stijging ls ingetreden, is toe te schrijven aan de nieuwe speculatieve beweging, die van New-Vork is uitgegaan. Op zichzelf opent het feit, dat men in de Ver. Staten de toekomstige politieke ontwikkeling vrij hoopvol inziet, gunstiger perspectieven voor de as. conferentie, wegens de belang rijke rol, die de Ver. Staten in het her- stelvraagstuk spelen, gezien het nauwe verband, dat bestaat tusschen de Duitsche schadevergoeding en de intergeallieerde schulden. ,De Londensche beurs werd gunstig be- invloed door het feit, dat het Pond Ster ling ln de laatite weken vrij stabiel ls ge weest op een niveau van circa 8.50. Ze kerheid, dat dit niveau gehandhaafd zal blijven en derhalve beschouwd zal kunnen worden als de koers, waaartegen de offi- cieele stabilisatie zal plaats vinder., be staat er lntusschen nog niet. Het is een veeg teeken, dat de ophef fing van den gouden standaard in het geheel niet heeft beantwoord aan de ver wachtingen van degenen, die velen er aan hadden gehecht, wat de verdere ontwik keling van het bedrijfsleven betreft. In het bijzonder de verwachte krachtige stij ging van den export van Engelsche goe deren is uitgebleven. In October, de eerste maand, waarin de waardedaling van het Pond Sterling in den uitvoerhandel lot uiting kon komen, is de uitvoer uit Enge land slechts van 29.8 tot 32.8 millloen verbeterd; in November trad een terug gang tot £31.8 millioen in, terwijl hierop in December slechts een kleine toeneming tot 32 millioen volgde. Wanneer men de in de drie laatste maanden bereikte cijfers tot de goudwaarde omrekent, komt men zelfs tot een aanzienlijk lager cijfer dan in October bereikt was. De hoeveelheid goederen, die Engeland in de laatste drie maanden heeft ge ëxporteerd, was dan ook aanmerkelijk kleiner dan vóór de opheffing van den gouden standaard. Dit moge als leerzaam voorbeeld strekken voor degenen, die mee- nen, dat men slechts, de waarde van het landsgeld naar beneden behoeft te bren gen, om een plotseltngen opbloei in de verschillende takken van industrie te be leven. Zooals wel te verwachten was. heeft Ce heffing van invoerrechten voor bepaalde artikelen en de verhooging der bestaande tarieven voor andere goederen tot gevolg gehad, dat de invoer in Engeland in No vember is teruggegaan, en wel van 83 tot 77 millioen Pond Sterling. Hierbij dient men er echter rekening mede te houden, dat in de voorafgaande maanden de invoer in Engeland sttrk was toegeno men, teneinde de goederen nog vóór de invoering der nieuwe tarieven binnen te krijgen De behoeften waren dus voor een groot deel reeds van te voren gedekt en het is heel goed mogelijk, dat. wanneer de in October en Nov. gevormde voor raden zijn uitgeput, toch weer nieuwe goederen uit het buitenlad ingevoerd zul len worden. Met dat al is de bultenland- sche concurrentie op de Engelsche markt door de waardedaling van het Pond Ster ling tezamen met de beschermende rech ten veel moeilijker geworden. Er zijn thans in Engeland plannen gaande, om deze beschermende rechten nog verder uit te breiden; men schijnt zelfs te denken aan de invoering van een algemeen tarief voor alle goederen, dat dan niet, als b.v. de invoerrechten hier te lande, een fiscaal karakter zou hebben, maar wel degelijk bedoeld is als afweermiddel tegen den invoer van buitenlandsche goederen. Deze volledige omwenteling in de douane-poli- fiek van Gfoot-Britannië, de vroegere ba kermat van den vrijhandel, maakt de vooruitzichten op een vergemakkeling van het internationale ruilverkeer door ver laging of slachting van de tolmuren bin nen afzienbaren tijd wel geheel illusoir. Hierbij komt, dat ook vele andere lan den, die principieel vrljhandelsgezlnd blijven, in de verhooging van invoerrech ten een welkom middel vinden tot ver sterking van de staatskas Men denke slechts aan ons eigen land, waar de ver hooging van het algemeene tarief van invoerrechten van 8 tot 10 pCt. een der maatregelen tot dekking van het tekort op de begrooting is geweest. In de dezer da gen ingediende Zweedsche begrooting wordt een verhooging van bepaalde in RECLAME. 2101 is een product, dat na jarenlange ernsti ge navorsching ontdekt en eerst na diep gaande klinische proefnemingen door geleerden van naam den verbruikers gegeven werd. Daar dit product nu meer dan 30 jaar door zijn weldadige werking, zijn zuiverheid en zijn onscha delijkheid een wereldreputatie geniet, is het boven eiken twijfel verheven. Daarom is eenig op de wereld Lef op don oronja bond. PrIJi 75 ett. voerrechten, voornamelijk op weelde-arti- kelen, voorgesteld; in Noorwegen wil men de rechten op benzine en rubberbanden, enz. verhoogen. Evenals in ons land zijn ook in vrijwel alle andere staten deze tarief verhoogin gen niet voldoende, om het tekort op de begrooting te dekken, doch moeten ook verschillende belastingen nog belangrijk worden verhoogd. De landen, die den gou den standaard hebben verlaten, hebben nog een bijzondere schadepost op hun be grooting te boeken. De meeste hunner hebben immers verschillende leeningen in buitenlandsche valuta aangegaan, waarop de rente zoowel als de aflossing in bui tenlandsche valuta moet worden voldaan, waarvoor thans zooveel meer Ponden of Kronen noodig zijn. De nakoming van deze verplichtingen zal de desbetreffende landen dan ook hoe langer hoe moeilijker gaan vallen, en het vraagstuk tot het in evenwicht brengen der begrootingen wordt er des te ingewikkelder door. Bij den toestand der staatsfinanciën in de diverse landen, die leeningen in het buitenland hebben uitstaan, heeft de beurs natuurlijk direct belang. Zelfs wan neer er geenerlei sprake is van de moge lijkheid van een staking van rentebeta ling of aflossing op de buitenlandsche schulden, zooals bij zoovele der Zuid-Ame- rlkaansche staten het geval is, dan nog blijft het gewenscht, de ontwikkeling der staatsfinanciën met aandacht te volgen. Wanneer een land, als gevolg van een te kort op zijn begrooting, zijn schulden ziet toenemen, moet het binnen korteren of langeren tijd wel een beroep op de kapi taalmarkt doen, om nieuwe middelen te verkrijgen. In dezen toestand zullen de meeste lan den binnenkort komen te verkeeren, voor zoover zij er zich tenminste nog niet ln bevinden, en de markt dreigt dan over stelpt te worden door emissies van nieuwe staatsleeningen, alsmede- van leeningen van andere openbare lichamen, gemeen ten enz., die even dringend geld behoeven. Hiertegenover staat, dat de bereidwillig heid, zoowel als de mogelijkheid om deze gelden te verstrekken, veel geringer is ge worden. Eenerzijds heeft het in gebreke blijven van Zuid-Amerikaansche en an dere staten, tezamen met de koersdaling van beleggingswaarden als gevolg van va luta-depreciatie enz. beleggers wantrou wend gemaakt. Aan den anderen kant is de kapitaal vorming in verband met de ongunstige economische ontwikkeling (kleinere win sten of zelfs verliezen in particuliere on dernemingen. lagere of in het geheel geen dividenden op beleggingen in effecten enz.) aanzienlijk teruggegaan. Wat wij hebben te verwachten is dus: groote vraag naar geld, en daartegenover gering aanbod, met als onvermijdelijk ge volg een stijging van den rentevoet. Tot betrekkelijk kort geleden hadden wij juist een hieraan tegenovergestelde ont wikkeling meegemaskt. Verschillende lan den waren geleidelijk overgegaan tot aflos sing van de in de oorlogs- en de eerste na-oorlogsjaren sterk opgeloopen staats schulden, waardoor ook de op de begroo ting drukkende rentelasten overeenkom stig verminderden (al neemt dit niet weg, dat de staatsschulden zich in het alge meen nog altijd op een veel hooger niveau bewegen dan voor den oorlog). De Neder- landsche geconsolideerde staatsschuld b.v. is van een hoogste niveau van f. 2.916 mil lioen in 1925 teruggegaan tot f.338 mil lioen in 1931. Voor de middelen, die door deze aflos singen vrij waren gekomen werd, tezamen met de nieuw gevormde kapitalen andere belegging gezocht. Dit leidde tot een ge stadige daling van den rentevoet, een be weging, die eigenlijk eerst in den loop van het vorige jaar tot staan ls gekomen, en die vervolgens voor een daaraan tegen overgestelde ontwikkeling plaats heeft ge maakt. Thans zijn wij daarentegen weer ln eet periode van stijgende rentekoersen geko men, die er reeds toe heeft geleid, dat de blnnenlandsche gemeenten voor het op- nemen van nieuwe leeningen een rente van 5 pCt. moeten vergoeden, terwijl nog nauwelijks een halfjaar geleden uitgiften van 4 pCt. binnenlandsche leeningen tci omstreeks den pari-koers aan de orde van den dag waren. De Nederlandsche Staat, die het vorige jaar gemakkelijk met eet 4 pCt. leening had kunnen komen, zr, voor haar aanstaande conversie-operati ongetwijfeld ook het 5 pCt. rente-typ; moeten kiezen. In de afgeloopen week it cle stemming ook op de beleggingsmark weer vrij gunstig geweest. Zoowel Neder landsche als Ned.-Indische staatsfondset konden iets in koers verbeteren, terwijl gemeente-leeningen zich in het algemeet goed konden handhaven. Van de buiten landsche soorten waren Duitsche fondsea, na een voorbijgaande reactie, weer hooget, op de gunstigere verwachtingen omtrent de herstel-conferentie. Ook Belgische en enkele andere buiten landsche waarden waren beter gedispo neerd. Op de aandeelenmarkt waren het voora! de ook op de buitenlandsche beurzen ver handelde aandeelen Koninklijke Petro leum, die van de betere stemming aan hei einde der week hebben geprofiteerd, zon der dat hiervoor een directe oorzaak viel aan te wijzen. Wel doen ln de pers ge ruchten de ronde over plannen tot hei houden van een internationale petroleun- conferentie, waarin dan ook Rusland za worden betrokken. maar vooralsnog schijnt hier de wensch de vader van de gedachte te zijn. Van industrieele waarden waren Unilever krachtig in herster: daarentegen waren aandeelen Philips aangeboden, welk aan bod voornamelijk van de zijde van een bepaalde contramine-grcer afkomstig was Het koersverloop van r ndeelen Philta heeft dan ook een tegenovergestelde rich ting gevolgd als dat der meeste andere fondsen. Van Buikeraandeelen waren Kan- delsvereeniging Amsterdam na een tijde lijke reactie later beter, als gevolg van dekkingsaankoopen. Berichten over een mogellike uiteenvalling van de V. I. S. P. de verkoop-organisatie der suiker-produ- penten op Java. hadden voorbijgaand een ongunstigen Indruk gemaakt. Rubber- zoo wel als tabaks-aandeelen konden van de algemeene betere stemming profiteeren waarbji voor laatstgenoemde ook gunsti gere berichten omtrent de vooruitzichten van den nieuwen oogst een goeden in vloed hebben uitgeoefend. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4"/o Nederland 1916 91, 92 3/4. 4pCt, Ned. Indlë 74 7/8, 77. 4pCt. Amsterdam 85 85 1/2. 4 pCt. Amsterdam 781/4. 80. 79. 4pCt. Den Haag 94 1/2, 95 7/8. 95. Javasche Bank 148 1/2, 140. Aku 45 1/4. 40. 43. 46 1/4. Calvé-Delft 61, 67 1/2, 65. Philips 94 1/2, 88, 97, 10. 93 3/4. Unilever 1071/4, 101, 116, Ned. Kabelfabr. 266. 250, 271. Koninklijke Petroleum 114 3/4, 127 1/4 Ferlak Petroleum 67, 80. Aunsterdam Rubber 49 1/2, 50, 46 3/4, 56 54 3/4. Ned. Scheepvaart-Unie 67 7/8, 65. 69 3/4. Handelsver. „Amsterdam" 1811/2, 175, 181 N. I. S. U. 86. 91. Deli-Batavia Mij. 136 3/4, 154. Aren> burg 156, 200. RECLAME. Zoekt advertentie! Het is Uw voordeel! Naar het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A. H. 22) Schort je oordeel nog even op Lucille liep verder en nu liet zij weer een ander uitzicht zien, maar dat enkel een gedeelte van het park en de heuvels meer op een afstand te genieten gaf; dit was de richting, waarin de boerderij lag, die Ebenezer Holden had gepacht en de plek, waar Darcy die wonde werd toege bracht door den hertog van Buckingham. Na enkele minuten ging Lucille hem voor naar den anderen kant van den toren. Nu uitte Darcy onwillekeurig een kreet van verrassing. Zij wendde zich om en vroeg verge noegd Dit bevalt u zeker wel? 't Is eenig gewoon! De rivier was in zicht gekomen en leek een gouden streep, zooals ze daar voor hem lag. heel ln de diepte, en verlicht door den stralenden zonneschijn. Zoover het oog reikte konden ze haar kronkel loop volgen tusschen bloeiende welden en met al de afwisseling, die een Engelsch landschap op zijn best biedt: met bosch begroeide hellingen en heuvels, die nog wat hooger afsteken tegen den horizon, terwijl onmiddellijk onder hen de stallen waren van de Abbey, met klimop over groeid. Eenige minuten stonden ze naast elkaar over de borstwering geleund, te genieten van dit schoone uitzicht. Ineens richtte Darcv zich ln zijn volle lengte op uit zijn nonchalante houding, daar zijn belang stelling in hooge mate was geprikkeld: in de verte zagen ze een aantal zich bewe gende figuren: in het eerst slechts zwarte gedaanten, maar die duidelijker werden naarmate ze dichterbij kwamen, zoodat zijn oogen vorschend dien kant uit tuur den. Lucille had hem gade geslagen met ge mengde gewaarwordingenvoldoening over zijn waardeering van het schoone gezicht en droefheid, dat hij hen al zoo spoedig verlaten zou. Wat kon nu zijn aandacht zoodanig geboeid hebben? Wat is er? vroeg zij. Manschappen, antwoordde hij kortaf. Waar? Ze keek naar de stallen onmiddelijk onder hen en zag een paar grooms, die paarden naar buiten leidden, om ze af te stappen. Neen, daar niet, zei Darcy, ln ant woord op haar blik, en wees met den vin ger. Zie je niet die zwarte plekken? Ik ben zeker, dat het manschappen zijn, die deze richting uitgereden komen. Hij hield de hand boven de oogen, om het zonlicht daar uit te bannen, terwijl hij zoo scherp mogelijk keek. Ik kan niets zien, viel sir Evelyn in. Ik wel! riep Lucille. Maar het kan een kudde vee of paarden zijn. Ja, dat dacht ik eerst ook, maar nu weet ik zeker, dat het ruiters zijn. die den oever van de rivier volgen. Als dit zoo ls, antwoordde Lucille, dan zullen we hen binnen een paar minuten duidelijker zien. Darcy antwoordde niet; hij was geheel verdiept in hetgeen zijn oogen konden waarnemen. De zwarte vlekken waren ver dwenen; een groepje boomen verborg ze zoolang voor het oog; waarschijnlijk re den de ruiters daar omheen. Een kwartier verliep en gedurende dien tijd werd de stilte enkel verbroken door geluiden, die uit de bijgebouwen kwamen: gTooms, die elkaar iets toeriepen, gefluit en hoefgetrappel op de kelen van het voorplein. Daar zijn ze! Nu kan je ze duidelijk zien! riep Robert. Ik zie ze nu ook, zei sir Evelyn. Wie zouden het zijn? Het zijn soldaten, zei Darcy over tuigd. Hoe weet u dat? vroeg Lucille. Door de eenheid van beweging, waar mee ze voortrijden; ze staan onder com mando en zijn gedrild U hebt een verwonderlijk scherp ge zicht, neef, merkte Lucille op. Ik dacht dat mijn oogen al zoo goed waren, maar ik zou toch niet alles hebben ontdekt, en dat op zoo'n afstand! Dit ls maar een zaak van oefening, antwoordde Robert, Ik heb een paar jaar verkenningsdienst achter den rug. Ze kijken waarschijnlijk uit naar een doorwaadbare plaats, merkte sir Evelyn op na een pauze. De Avon staat nu juist zeer hoog en is niet makkelijk over te steken. Denkt u, dat ze naar onzen kant van de rivier trachten te komen, vader? Het heeft er wel wat van; toch zal het hun niet lukken, tenzij ze naar Mar tin's Reach gaan. Ken Je die plek? wendde sir Evelyn zich tot Darcy. Ja, ln dat breede gedeelte, waar dat eilandje met de elzen midden in de ri vier ligt. Juist. Van daar af zullen we ze goed kun nen zien. Toch niet om eenig gelaat of zelfs een uniform te onderscheiden, vrees ik, luidde het antwoord van den baronet. Darcy dacht diep na, terwijl hij ver band bracht tusschen het een en ander. Lambert was ergens in den omtrek en begon juist om zich heen te verzamelen de ontevreden elementen van het leger van Cromwell, die bereid waren op te trekken tegen generaal Monk en het wordende regeeringsstelsel. Zou het nu mogelijk zijn, dat de Voorzienigheid of het toeval hem juist de mannen had getoond, die de generaal wenschte te vatten? Nog enkele minuten en de zaak zou op gelost zijn. Ze wachten; Darcy in een staat van opgewondenheid .dien hij in lange niet meer had doorgemaakt, en van groote blijdschap vervuld bij de gedachte, dat hij soms het werktuig mocht zijn om den generaal, aan wien hij zich zoozeer ver knocht voelde, een dienst te bewijzen en bovenal het land, dat op dit kritieke oogenblik trouwe plichtsbetrachting be hoefde van ieder van zijn zonen. Telkens kwamen de ruiters weer in zicht, nu eens hier, dan eens daar bogen zij in, maar steeds keerden ze weer tot den oever van de rivier, terwijl ze ook voortdurend duidelijker te onderscheiden vielen. Ze waren ongeveer vijftig in aantal. Tenslotte bereikten ze de plek, waar van sir Evelyn gesproken had en onmid dellijk begaven ze zich, vier aan vier, te water. Toen de helft zoowat voor het oogenblik achter het eilandje verborgen was. klapte Darcy in de handen. HOOFDSTUK VIII. Boden. Wilt u mij even excuseeren, dat ik een order geef aan mijn oppasser? vroeg Darcy aan zijn gastheer. Zeker, Robert, natuurlijk, luidde het antwoord. Darcy nam nog eens een laatste, alge meen overzicht van de borstwering; toen wendde hij zich om en liep de trap af. Toen alleen zijn hoofd nog zichtbaar was, riep hij: Wilt u die mannen in het oog hou den? Ik zal in enkele minuten terug zijn. We zullen u duidelijk verslag afleg gen bij uw terugkeer, antwoordde Lu cille met vuur en ijver. Noch zij, noch haar vader begrepen precies, wat er in Robert omging, maar ze waren er zeker van, dat hij iets wist, waardoor hij de beweging van den troep, dien hij zooeven gezien had, van het grootste gewicht achtte. Het geluid van zijn voetstappen stierf weg; volkomen stil was het op den toren. Vader en dochter stonden uit te kijken, zonder verder een woord te spreken. De verkenners als ze dit tenminste waren staken de rivier over en schaar den zich in een bepaalde volgorde. Het was hun als hoorden zij de commando's, of schoon dit toch ten eenenmale onmoge lijk was, daar de afstand toch wel twee mijlen bedroeg ln vogelvlucht. Drie a vier minuten later trok de troep over het weiland en verdween achter een bosch aan den oever van de rivier, dicht bij die doorwaadbare plek. Onmiddellijk daarna werd de aandacht van het tweetal op den wachttoren m beslag genomen door hetgeen zij vlak be neden zich zagen: kapitein Darcy stond op de binnenplaats met zijn oppasser, korporaal Longstaffe naast zich, die een weerspannig paard bij den teugel voerde, dat ongeduldig scheen om weg te rijden- Dit is de volgende zet, sprak sir Evelyn. Robert laat er geen gras over groeien; hij lijkt daarin op zijn generaal- Wat zou hij eigenlijk van plan zijn. riep Lucille meer tot zlchzelve dan dai zij die vraag nu rechtstreeks tot haar va der richtte. Dat zullen we wel gauw hooren als het hij het tenminste geschikt acht om nev ons te vertellen; maar misschien ls dav een andere les, die hij van den generaa heeft geleerd. Een les in het stilzwijgen? Ja, je kunt het ook terughoudend heid noemen. Ik vind het zeer piU2®"®" waard, maar het is soms wat teleurstel lend als Je niets te hooren krijgt van een zaak, waarin je toch zooveel belang sten» (Wordt vervolgd). 2-5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 10