Opruiming
HASSELMAN
PANDER
m
ASPIRIN
EEN LEVEN OM EEN LEVEN
Prov. Staten v. Zuid-Holland
LEIDEN
FINANCIEEL OVERZICHT.
UW FOTOGRAAF?
FEUILLETON.
DE BEHANDELING van de BEGROOTING.
Gisteren hebben de Provinciale Staten
van Zuid-Holland de behandeling van de
begrooting voortgezet-
De heer Jansen Manenschijn (a.-r.) be
cijferde dat wij over enkele jaren als de
toestand niet nog ongunstiger wordt, voor
den gewonen dienst moeten komen met
een belastingverhooging van vier opcenten.
Gedeputeerde Staten nemen met een blij -
moedig optimisme aan, dat de provincie,
een uitkeering van het Rijk zal ontvangen
krachtens de wegenwet gedurende vijf en
twintig in plaats van vijftien jaar. Zij
baseeren zich op een door den Minister
van Waterstaat gesproken woord, maar
de v/et zelve soreekt van vijftien Jaar. Er
zou dus wetswijziging voor noodig zijn.
Iets dergelijks gêldt voor de raming van
het accres uit het wegenfonds.
De heer Trouw (lib.) vroeg, hoe 't stond
met het onderzoek van de vraag of, en zoo
ja, hoe tot centralisatie van het dijksbe-
heer ten aanzien van het eiland IJssel-
monde moet worden overgegaan. Deze
kwestie behoort eindelijk opgelost te wor
den. Spreker sloot zich aan bij den aan
drang van den heer Ter Laan inzake be-
bossching van duinen, in dit verband spre
kende over Rockanje en Oostvoorne.
Met betrekking tot de tram gewaagde
spr. van het onrecht, dat Flakkee wordt
aangedaan.
Het rijk behoort Flakkee te helpen.
Voorts zette spreker uiteen, dat het den
R. T. M. niet past om buiten de provincie
om, die haar zooveel renteloos heeft ge
leend, aan den Minister opheffing te vra
gen van het bedrijf op een eiland van
35.000 zielen.
De heer Van der Hout (lib.) diende een
door leden van verschillende partijen
mede-onderteekende motie in, waarin de
Staten,
1 ennis dragende van de opzegging van
de overeenkomst voor het exploiteeren van
een autobusdienst LoosduinenDen Haag,
Gedeputeerde Staten uitnoodigen, met
belanghebbenden over het vervoervraag-
stuk LoosduinenDen Haag overleg te
plegen, opdat, zoo mogelijk, verkregen
worde, dat de W. S, M. financieel krachtig
genoeg blijft om aan de vervoersbehoefte
van het Westland voldoende tegemoet te
komen.
De heer De Kok 'R.-K.i wees op het be
lang van den tuinbouw voor de provincie
en betoogde o.m., dat Gedeputeerden er op
aan moeten dringen, dat het rijk maat
regelen neme ten gunste van dezen be
drijfstak.
Als de bevolking geen grenswijziging of
annexatie van de gemeente wenscht, moet
men volgens haar meening handelen tn
de oplossing zoeken in samenwerking van
gemeenten en niet in het doen verdwijnen
van een gemeente.
i 3 heer IJzerman (S.-D.) bepleitte zorg
voor de kinderen van werkloozen. Is er in
een gemeente geen schoolvoeding, dan
zullen Gedeputeerden, zoo noodig, aan
drong op de gemeentebesturen moeten
o.efenen. Bevorderd worde voorts spoedige
opzending van kinderen naar gezondheids-
en vacantiekolonies.
De heer De Kanter (Lib.) merkte op, dat
er geen sprake van kan zijn, dat hij zou
meegaan met een uitgavenvermeerdering,
welke ook. op de begrooting.
Het ligt niet op den weg der provincie,
zich de bebossching van de duinen aan
te trekken, omdat zij grootendeels eigen
dom zijn van staat of gemeente.
RECLAME.
MAANDAG 18 JANUARI 2 UUR
1932
De Beurs en de Herstelconferentie -
IVallstreet optimistisch - Het Engelsche
bedrijfsleven na de opheffing van den
gouden standaard - Verdere verhooging
van invoerrechten - De invloed van de
stijging der Staatsschulden op den
rentevoet.
De onzekerheid, die ten opzichte van de
politieke vooruitzichten bestaat, heeft niet
kunnen verhinderen, dat de meer optimis
tische opvattingen, die kort na de intrede
van het Nieuwe Jaar ter beurze naar voren
waren gekomen, tot een verdere stijging
der koersen hebben geleld. In de eerste
helft der week had de fondsenmarkt nog
een weifelend aanzien, doordien men
vreesde, dat de Conferentie te Lausanne
tengevolge van de Kabinetswisseling in
Frankrijk, tezamen met de onzekere bin-
nenlandsche politieke verhoudingen in
Duitschland, verdaagd zou moeten wor
den. Met de spoedige vorming van het
nieuwe Fransche kabinet, onder leiding
van den heer Laval, in wiens zin voor de
werkelijkheid de zakenwereld groot ver
trouwen heeft ,is tenminste een factor van
onzekerheid verdwenen. Wenschelijk zou
een verdaging van de besprekingen te
Lausanne stellig niet zijn; de Internatio
nale politieke atmospheer in verband met
de herstelkwestie is zóó gespannen, dat
het geheele complex van vraagstukken
hoe eer hoe beter onder de oogen dient
te worden gezien.
Hoe de besprekingen zullen verloopen,
kan met geen mogelijkheid worden voor
speld. De opzienbarende verklaring van
den Duitschen Rijkskanselier, dat Duitsch
land op een algeheele schrapping der her
stelschulden zal moeten aandringen, doet
verwachten, dat het in Lausanne hard
tegen hard zal gaan. Aan den anderen
kant mag worden aangenomen, dat de
Duitsche politici een verdere verscherping
der internationale verhoudingen, indien
eenigszins mogelijk, wel zuilen trachten
te vermijden. Het is mogelijk, dat Lau
sanne slechts als een soort voor-conferen
tie zal worden beschouwd, en dat de be
slissende besprekingen eerst na de Fran
sche en Duitsche verkiezingen in den loop
van den zomer zullen plaats vinden, In
dat geval is het lntusschen te hopen, dat
een zoodanig voorloopig resultaat zal
worden bereikt, dat dit het vooruitzicht
opent op een definitieve oplossing na ver
loop van enkele maanden. Wanneer Lau
sanne niet reeds de voorwaarden ervoor
zou scheppen, dat de verlammende druk,
die de geheele wereld en Duitschland ;n
het bijzonder dreigt te verstikken, aan
zienlijk zal worden verlicht, dan moet
worden gevreesd, dat de algemeene toe-
De heer Van der Meulen (Lib.) zeide, dat
het geen goede methode is om een batig
saldo van een zeker dienstjaar als douceur
toe te wijzen aan een bepaald volgend
jaar. Men moet ieder jaar zelfstandig
ramen, wat noodig is en de dekking aan
wijzen.
De heer Werker (V.-D.i zou het eerste
willen besparen op subsidies voor monu
mentenzorg. Eerst daarna kan ter sprake
komen de vraag, of aan de loonen getornd
mag worden. Daarmede beginnen mag
men niet. Maar de onaantastbaarheid van
de loonen uitspreken mag men ook. niet.
Ter zake van de aanwending van batige
saldi kan men het in beginsel met den
heer Van der Meulen eens zijn. maar spr.
schaarde zich naast Gedeputeerden, omdat
men met een verandering van systeem tot
andere tijden zou moeten wachten.
De heer Schokking (C.-H.) betoogde, dat
in de verkiezingen geen reden gevonden
kon worden voor verandering van de
samenstelling van Gedeputeerden. Het be
drijfsleven der Zuid-Hollandsche platte
landsbevolking vertoont een zoodanige in
zinking, dat men er op uit moet zijn, de
lasten niet slechts niet te verhoogen, maar
te verlagen.
De heer Spronkers (S.-D.i wees op den
noodtoestand van vele tuinders in Zuid-
Holland. Spreker noemde in dit verband
IJsselmonde en gewaagde ook van de
kweekers in de omgeving van Boskoop.
Hier ligt een taak voor de provincie. Spr.
besprak voorts ook de tramkwestie Goe-
ree-Overflakkee.
De heer De Visser (C.-P.) diende een
motie in, waarin wordt gevraagd voor
landarbeiders, kleine en middelboeren,
kweekers en tuinders beschikbaarstelling
van rentelooze voorschotten of wekelijk-
sche crisis-uitkeering, en werd voorgesteld
een blanco-crediet beschikbaar te stellen.
In een andere motie werd gevraagd, geen
haven-, brug- en sluisgelden van de schip
pers te heffen.
Deze moties werden voldoende onder
steund om in debat gebracht te kunnen
worden.
De vergadering werd vervolgens te kwart
voor zes verdaagd tot Dinsdag elf uur.
stand op politiek en economisch gebied in
middels van kwaad tot erger zou zijn
gekomen.
Voorloopig is er dan ook voor de beurs
nog alle reden voor terughouding, 'en-
einde te voorkomen, dat engagementen
van beteekenis loopen, wanneer een on
gunstige wending in den internationalen
toestand mocht intreden. Op de Amster-
damsche beurs geeft men zich hier dan
ook wel rekenschap van, getuige de weife
lende houding, die hier gedurende een
groot deel der week was waar te nemen.
Dat tenslotte ook hier een krachtige koers
stijging ls ingetreden, is toe te schrijven
aan de nieuwe speculatieve beweging, die
van New-Vork is uitgegaan. Op zichzelf
opent het feit, dat men in de Ver. Staten
de toekomstige politieke ontwikkeling vrij
hoopvol inziet, gunstiger perspectieven
voor de as. conferentie, wegens de belang
rijke rol, die de Ver. Staten in het her-
stelvraagstuk spelen, gezien het nauwe
verband, dat bestaat tusschen de Duitsche
schadevergoeding en de intergeallieerde
schulden.
,De Londensche beurs werd gunstig be-
invloed door het feit, dat het Pond Ster
ling ln de laatite weken vrij stabiel ls ge
weest op een niveau van circa 8.50. Ze
kerheid, dat dit niveau gehandhaafd zal
blijven en derhalve beschouwd zal kunnen
worden als de koers, waaartegen de offi-
cieele stabilisatie zal plaats vinder., be
staat er lntusschen nog niet.
Het is een veeg teeken, dat de ophef
fing van den gouden standaard in het
geheel niet heeft beantwoord aan de ver
wachtingen van degenen, die velen er aan
hadden gehecht, wat de verdere ontwik
keling van het bedrijfsleven betreft. In
het bijzonder de verwachte krachtige stij
ging van den export van Engelsche goe
deren is uitgebleven. In October, de eerste
maand, waarin de waardedaling van het
Pond Sterling in den uitvoerhandel lot
uiting kon komen, is de uitvoer uit Enge
land slechts van 29.8 tot 32.8 millloen
verbeterd; in November trad een terug
gang tot £31.8 millioen in, terwijl hierop
in December slechts een kleine toeneming
tot 32 millioen volgde. Wanneer men de
in de drie laatste maanden bereikte cijfers
tot de goudwaarde omrekent, komt men
zelfs tot een aanzienlijk lager cijfer dan in
October bereikt was.
De hoeveelheid goederen, die Engeland
in de laatste drie maanden heeft ge
ëxporteerd, was dan ook aanmerkelijk
kleiner dan vóór de opheffing van den
gouden standaard. Dit moge als leerzaam
voorbeeld strekken voor degenen, die mee-
nen, dat men slechts, de waarde van het
landsgeld naar beneden behoeft te bren
gen, om een plotseltngen opbloei in de
verschillende takken van industrie te be
leven.
Zooals wel te verwachten was. heeft Ce
heffing van invoerrechten voor bepaalde
artikelen en de verhooging der bestaande
tarieven voor andere goederen tot gevolg
gehad, dat de invoer in Engeland in No
vember is teruggegaan, en wel van 83
tot 77 millioen Pond Sterling. Hierbij
dient men er echter rekening mede te
houden, dat in de voorafgaande maanden
de invoer in Engeland sttrk was toegeno
men, teneinde de goederen nog vóór de
invoering der nieuwe tarieven binnen te
krijgen De behoeften waren dus voor een
groot deel reeds van te voren gedekt en
het is heel goed mogelijk, dat. wanneer
de in October en Nov. gevormde voor
raden zijn uitgeput, toch weer nieuwe
goederen uit het buitenlad ingevoerd zul
len worden. Met dat al is de bultenland-
sche concurrentie op de Engelsche markt
door de waardedaling van het Pond Ster
ling tezamen met de beschermende rech
ten veel moeilijker geworden. Er zijn thans
in Engeland plannen gaande, om deze
beschermende rechten nog verder uit te
breiden; men schijnt zelfs te denken aan
de invoering van een algemeen tarief voor
alle goederen, dat dan niet, als b.v. de
invoerrechten hier te lande, een fiscaal
karakter zou hebben, maar wel degelijk
bedoeld is als afweermiddel tegen den
invoer van buitenlandsche goederen. Deze
volledige omwenteling in de douane-poli-
fiek van Gfoot-Britannië, de vroegere ba
kermat van den vrijhandel, maakt de
vooruitzichten op een vergemakkeling van
het internationale ruilverkeer door ver
laging of slachting van de tolmuren bin
nen afzienbaren tijd wel geheel illusoir.
Hierbij komt, dat ook vele andere lan
den, die principieel vrljhandelsgezlnd
blijven, in de verhooging van invoerrech
ten een welkom middel vinden tot ver
sterking van de staatskas Men denke
slechts aan ons eigen land, waar de ver
hooging van het algemeene tarief van
invoerrechten van 8 tot 10 pCt. een der
maatregelen tot dekking van het tekort op
de begrooting is geweest. In de dezer da
gen ingediende Zweedsche begrooting
wordt een verhooging van bepaalde in
RECLAME.
2101
is een product, dat na jarenlange ernsti
ge navorsching ontdekt en eerst na diep
gaande klinische proefnemingen door
geleerden van naam den verbruikers
gegeven werd. Daar dit product nu
meer dan 30 jaar door zijn weldadige
werking, zijn zuiverheid en zijn onscha
delijkheid een wereldreputatie geniet,
is het boven eiken twijfel verheven.
Daarom is
eenig op de wereld
Lef op don oronja bond. PrIJi 75 ett.
voerrechten, voornamelijk op weelde-arti-
kelen, voorgesteld; in Noorwegen wil men
de rechten op benzine en rubberbanden,
enz. verhoogen.
Evenals in ons land zijn ook in vrijwel
alle andere staten deze tarief verhoogin
gen niet voldoende, om het tekort op de
begrooting te dekken, doch moeten ook
verschillende belastingen nog belangrijk
worden verhoogd. De landen, die den gou
den standaard hebben verlaten, hebben
nog een bijzondere schadepost op hun be
grooting te boeken. De meeste hunner
hebben immers verschillende leeningen in
buitenlandsche valuta aangegaan, waarop
de rente zoowel als de aflossing in bui
tenlandsche valuta moet worden voldaan,
waarvoor thans zooveel meer Ponden of
Kronen noodig zijn. De nakoming van
deze verplichtingen zal de desbetreffende
landen dan ook hoe langer hoe moeilijker
gaan vallen, en het vraagstuk tot het in
evenwicht brengen der begrootingen wordt
er des te ingewikkelder door.
Bij den toestand der staatsfinanciën in
de diverse landen, die leeningen in het
buitenland hebben uitstaan, heeft de
beurs natuurlijk direct belang. Zelfs wan
neer er geenerlei sprake is van de moge
lijkheid van een staking van rentebeta
ling of aflossing op de buitenlandsche
schulden, zooals bij zoovele der Zuid-Ame-
rlkaansche staten het geval is, dan nog
blijft het gewenscht, de ontwikkeling der
staatsfinanciën met aandacht te volgen.
Wanneer een land, als gevolg van een te
kort op zijn begrooting, zijn schulden ziet
toenemen, moet het binnen korteren of
langeren tijd wel een beroep op de kapi
taalmarkt doen, om nieuwe middelen te
verkrijgen.
In dezen toestand zullen de meeste lan
den binnenkort komen te verkeeren, voor
zoover zij er zich tenminste nog niet ln
bevinden, en de markt dreigt dan over
stelpt te worden door emissies van nieuwe
staatsleeningen, alsmede- van leeningen
van andere openbare lichamen, gemeen
ten enz., die even dringend geld behoeven.
Hiertegenover staat, dat de bereidwillig
heid, zoowel als de mogelijkheid om deze
gelden te verstrekken, veel geringer is ge
worden. Eenerzijds heeft het in gebreke
blijven van Zuid-Amerikaansche en an
dere staten, tezamen met de koersdaling
van beleggingswaarden als gevolg van va
luta-depreciatie enz. beleggers wantrou
wend gemaakt.
Aan den anderen kant is de kapitaal
vorming in verband met de ongunstige
economische ontwikkeling (kleinere win
sten of zelfs verliezen in particuliere on
dernemingen. lagere of in het geheel geen
dividenden op beleggingen in effecten
enz.) aanzienlijk teruggegaan. Wat wij
hebben te verwachten is dus: groote
vraag naar geld, en daartegenover gering
aanbod, met als onvermijdelijk ge
volg een stijging van den rentevoet.
Tot betrekkelijk kort geleden hadden wij
juist een hieraan tegenovergestelde ont
wikkeling meegemaskt. Verschillende lan
den waren geleidelijk overgegaan tot aflos
sing van de in de oorlogs- en de eerste
na-oorlogsjaren sterk opgeloopen staats
schulden, waardoor ook de op de begroo
ting drukkende rentelasten overeenkom
stig verminderden (al neemt dit niet weg,
dat de staatsschulden zich in het alge
meen nog altijd op een veel hooger niveau
bewegen dan voor den oorlog). De Neder-
landsche geconsolideerde staatsschuld b.v.
is van een hoogste niveau van f. 2.916 mil
lioen in 1925 teruggegaan tot f.338 mil
lioen in 1931.
Voor de middelen, die door deze aflos
singen vrij waren gekomen werd, tezamen
met de nieuw gevormde kapitalen andere
belegging gezocht. Dit leidde tot een ge
stadige daling van den rentevoet, een be
weging, die eigenlijk eerst in den loop van
het vorige jaar tot staan ls gekomen, en
die vervolgens voor een daaraan tegen
overgestelde ontwikkeling plaats heeft ge
maakt.
Thans zijn wij daarentegen weer ln eet
periode van stijgende rentekoersen geko
men, die er reeds toe heeft geleid, dat de
blnnenlandsche gemeenten voor het op-
nemen van nieuwe leeningen een rente
van 5 pCt. moeten vergoeden, terwijl nog
nauwelijks een halfjaar geleden uitgiften
van 4 pCt. binnenlandsche leeningen tci
omstreeks den pari-koers aan de orde van
den dag waren. De Nederlandsche Staat,
die het vorige jaar gemakkelijk met eet
4 pCt. leening had kunnen komen, zr,
voor haar aanstaande conversie-operati
ongetwijfeld ook het 5 pCt. rente-typ;
moeten kiezen. In de afgeloopen week it
cle stemming ook op de beleggingsmark
weer vrij gunstig geweest. Zoowel Neder
landsche als Ned.-Indische staatsfondset
konden iets in koers verbeteren, terwijl
gemeente-leeningen zich in het algemeet
goed konden handhaven. Van de buiten
landsche soorten waren Duitsche fondsea,
na een voorbijgaande reactie, weer hooget,
op de gunstigere verwachtingen omtrent
de herstel-conferentie.
Ook Belgische en enkele andere buiten
landsche waarden waren beter gedispo
neerd.
Op de aandeelenmarkt waren het voora!
de ook op de buitenlandsche beurzen ver
handelde aandeelen Koninklijke Petro
leum, die van de betere stemming aan hei
einde der week hebben geprofiteerd, zon
der dat hiervoor een directe oorzaak viel
aan te wijzen. Wel doen ln de pers ge
ruchten de ronde over plannen tot hei
houden van een internationale petroleun-
conferentie, waarin dan ook Rusland za
worden betrokken. maar vooralsnog
schijnt hier de wensch de vader van de
gedachte te zijn.
Van industrieele waarden waren Unilever
krachtig in herster: daarentegen waren
aandeelen Philips aangeboden, welk aan
bod voornamelijk van de zijde van een
bepaalde contramine-grcer afkomstig was
Het koersverloop van r ndeelen Philta
heeft dan ook een tegenovergestelde rich
ting gevolgd als dat der meeste andere
fondsen. Van Buikeraandeelen waren Kan-
delsvereeniging Amsterdam na een tijde
lijke reactie later beter, als gevolg van
dekkingsaankoopen. Berichten over een
mogellike uiteenvalling van de V. I. S. P.
de verkoop-organisatie der suiker-produ-
penten op Java. hadden voorbijgaand een
ongunstigen Indruk gemaakt. Rubber- zoo
wel als tabaks-aandeelen konden van de
algemeene betere stemming profiteeren
waarbji voor laatstgenoemde ook gunsti
gere berichten omtrent de vooruitzichten
van den nieuwen oogst een goeden in
vloed hebben uitgeoefend.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4"/o Nederland 1916 91, 92 3/4.
4pCt, Ned. Indlë 74 7/8, 77.
4pCt. Amsterdam 85 85 1/2.
4 pCt. Amsterdam 781/4. 80. 79.
4pCt. Den Haag 94 1/2, 95 7/8. 95.
Javasche Bank 148 1/2, 140.
Aku 45 1/4. 40. 43. 46 1/4.
Calvé-Delft 61, 67 1/2, 65.
Philips 94 1/2, 88, 97, 10. 93 3/4.
Unilever 1071/4, 101, 116,
Ned. Kabelfabr. 266. 250, 271.
Koninklijke Petroleum 114 3/4, 127 1/4
Ferlak Petroleum 67, 80.
Aunsterdam Rubber 49 1/2, 50, 46 3/4, 56
54 3/4.
Ned. Scheepvaart-Unie 67 7/8, 65. 69 3/4.
Handelsver. „Amsterdam" 1811/2, 175, 181
N. I. S. U. 86. 91.
Deli-Batavia Mij. 136 3/4, 154.
Aren> burg 156, 200.
RECLAME.
Zoekt advertentie! Het is Uw voordeel!
Naar het Engelsch van MORICE GERARD
door Emma A. H.
22)
Schort je oordeel nog even op
Lucille liep verder en nu liet zij weer
een ander uitzicht zien, maar dat enkel
een gedeelte van het park en de heuvels
meer op een afstand te genieten gaf; dit
was de richting, waarin de boerderij lag,
die Ebenezer Holden had gepacht en de
plek, waar Darcy die wonde werd toege
bracht door den hertog van Buckingham.
Na enkele minuten ging Lucille hem
voor naar den anderen kant van den
toren. Nu uitte Darcy onwillekeurig een
kreet van verrassing.
Zij wendde zich om en vroeg verge
noegd
Dit bevalt u zeker wel?
't Is eenig gewoon!
De rivier was in zicht gekomen en leek
een gouden streep, zooals ze daar voor
hem lag. heel ln de diepte, en verlicht
door den stralenden zonneschijn. Zoover
het oog reikte konden ze haar kronkel
loop volgen tusschen bloeiende welden en
met al de afwisseling, die een Engelsch
landschap op zijn best biedt: met bosch
begroeide hellingen en heuvels, die nog
wat hooger afsteken tegen den horizon,
terwijl onmiddellijk onder hen de stallen
waren van de Abbey, met klimop over
groeid.
Eenige minuten stonden ze naast elkaar
over de borstwering geleund, te genieten
van dit schoone uitzicht. Ineens richtte
Darcv zich ln zijn volle lengte op uit zijn
nonchalante houding, daar zijn belang
stelling in hooge mate was geprikkeld: in
de verte zagen ze een aantal zich bewe
gende figuren: in het eerst slechts zwarte
gedaanten, maar die duidelijker werden
naarmate ze dichterbij kwamen, zoodat
zijn oogen vorschend dien kant uit tuur
den.
Lucille had hem gade geslagen met ge
mengde gewaarwordingenvoldoening
over zijn waardeering van het schoone
gezicht en droefheid, dat hij hen al zoo
spoedig verlaten zou. Wat kon nu zijn
aandacht zoodanig geboeid hebben?
Wat is er? vroeg zij.
Manschappen, antwoordde hij kortaf.
Waar?
Ze keek naar de stallen onmiddelijk
onder hen en zag een paar grooms, die
paarden naar buiten leidden, om ze af te
stappen.
Neen, daar niet, zei Darcy, ln ant
woord op haar blik, en wees met den vin
ger. Zie je niet die zwarte plekken? Ik
ben zeker, dat het manschappen zijn, die
deze richting uitgereden komen.
Hij hield de hand boven de oogen, om
het zonlicht daar uit te bannen, terwijl
hij zoo scherp mogelijk keek.
Ik kan niets zien, viel sir Evelyn in.
Ik wel! riep Lucille. Maar het kan
een kudde vee of paarden zijn.
Ja, dat dacht ik eerst ook, maar nu
weet ik zeker, dat het ruiters zijn. die
den oever van de rivier volgen.
Als dit zoo ls, antwoordde Lucille, dan
zullen we hen binnen een paar minuten
duidelijker zien.
Darcy antwoordde niet; hij was geheel
verdiept in hetgeen zijn oogen konden
waarnemen. De zwarte vlekken waren ver
dwenen; een groepje boomen verborg ze
zoolang voor het oog; waarschijnlijk re
den de ruiters daar omheen.
Een kwartier verliep en gedurende dien
tijd werd de stilte enkel verbroken door
geluiden, die uit de bijgebouwen kwamen:
gTooms, die elkaar iets toeriepen, gefluit
en hoefgetrappel op de kelen van het
voorplein.
Daar zijn ze! Nu kan je ze duidelijk
zien! riep Robert.
Ik zie ze nu ook, zei sir Evelyn.
Wie zouden het zijn?
Het zijn soldaten, zei Darcy over
tuigd.
Hoe weet u dat? vroeg Lucille.
Door de eenheid van beweging, waar
mee ze voortrijden; ze staan onder com
mando en zijn gedrild
U hebt een verwonderlijk scherp ge
zicht, neef, merkte Lucille op. Ik dacht
dat mijn oogen al zoo goed waren, maar
ik zou toch niet alles hebben ontdekt, en
dat op zoo'n afstand!
Dit ls maar een zaak van oefening,
antwoordde Robert, Ik heb een paar jaar
verkenningsdienst achter den rug.
Ze kijken waarschijnlijk uit naar een
doorwaadbare plaats, merkte sir Evelyn
op na een pauze. De Avon staat nu juist
zeer hoog en is niet makkelijk over te
steken.
Denkt u, dat ze naar onzen kant
van de rivier trachten te komen, vader?
Het heeft er wel wat van; toch zal
het hun niet lukken, tenzij ze naar Mar
tin's Reach gaan.
Ken Je die plek? wendde sir Evelyn
zich tot Darcy.
Ja, ln dat breede gedeelte, waar dat
eilandje met de elzen midden in de ri
vier ligt.
Juist.
Van daar af zullen we ze goed kun
nen zien.
Toch niet om eenig gelaat of zelfs
een uniform te onderscheiden, vrees ik,
luidde het antwoord van den baronet.
Darcy dacht diep na, terwijl hij ver
band bracht tusschen het een en ander.
Lambert was ergens in den omtrek en
begon juist om zich heen te verzamelen
de ontevreden elementen van het leger
van Cromwell, die bereid waren op te
trekken tegen generaal Monk en het
wordende regeeringsstelsel. Zou het nu
mogelijk zijn, dat de Voorzienigheid of het
toeval hem juist de mannen had getoond,
die de generaal wenschte te vatten?
Nog enkele minuten en de zaak zou op
gelost zijn.
Ze wachten; Darcy in een staat van
opgewondenheid .dien hij in lange niet
meer had doorgemaakt, en van groote
blijdschap vervuld bij de gedachte, dat hij
soms het werktuig mocht zijn om den
generaal, aan wien hij zich zoozeer ver
knocht voelde, een dienst te bewijzen en
bovenal het land, dat op dit kritieke
oogenblik trouwe plichtsbetrachting be
hoefde van ieder van zijn zonen.
Telkens kwamen de ruiters weer in
zicht, nu eens hier, dan eens daar bogen
zij in, maar steeds keerden ze weer tot
den oever van de rivier, terwijl ze ook
voortdurend duidelijker te onderscheiden
vielen. Ze waren ongeveer vijftig in
aantal.
Tenslotte bereikten ze de plek, waar
van sir Evelyn gesproken had en onmid
dellijk begaven ze zich, vier aan vier, te
water. Toen de helft zoowat voor het
oogenblik achter het eilandje verborgen
was. klapte Darcy in de handen.
HOOFDSTUK VIII.
Boden.
Wilt u mij even excuseeren, dat ik
een order geef aan mijn oppasser? vroeg
Darcy aan zijn gastheer.
Zeker, Robert, natuurlijk, luidde het
antwoord.
Darcy nam nog eens een laatste, alge
meen overzicht van de borstwering; toen
wendde hij zich om en liep de trap af.
Toen alleen zijn hoofd nog zichtbaar
was, riep hij:
Wilt u die mannen in het oog hou
den? Ik zal in enkele minuten terug zijn.
We zullen u duidelijk verslag afleg
gen bij uw terugkeer, antwoordde Lu
cille met vuur en ijver. Noch zij, noch haar
vader begrepen precies, wat er in Robert
omging, maar ze waren er zeker van, dat
hij iets wist, waardoor hij de beweging
van den troep, dien hij zooeven gezien
had, van het grootste gewicht achtte.
Het geluid van zijn voetstappen stierf
weg; volkomen stil was het op den toren.
Vader en dochter stonden uit te kijken,
zonder verder een woord te spreken.
De verkenners als ze dit tenminste
waren staken de rivier over en schaar
den zich in een bepaalde volgorde. Het was
hun als hoorden zij de commando's, of
schoon dit toch ten eenenmale onmoge
lijk was, daar de afstand toch wel twee
mijlen bedroeg ln vogelvlucht. Drie a vier
minuten later trok de troep over het
weiland en verdween achter een bosch
aan den oever van de rivier, dicht bij die
doorwaadbare plek.
Onmiddellijk daarna werd de aandacht
van het tweetal op den wachttoren m
beslag genomen door hetgeen zij vlak be
neden zich zagen: kapitein Darcy stond
op de binnenplaats met zijn oppasser,
korporaal Longstaffe naast zich, die een
weerspannig paard bij den teugel voerde,
dat ongeduldig scheen om weg te rijden-
Dit is de volgende zet, sprak sir
Evelyn. Robert laat er geen gras over
groeien; hij lijkt daarin op zijn generaal-
Wat zou hij eigenlijk van plan zijn.
riep Lucille meer tot zlchzelve dan dai
zij die vraag nu rechtstreeks tot haar va
der richtte.
Dat zullen we wel gauw hooren
als
het
hij het tenminste geschikt acht om nev
ons te vertellen; maar misschien ls dav
een andere les, die hij van den generaa
heeft geleerd.
Een les in het stilzwijgen?
Ja, je kunt het ook terughoudend
heid noemen. Ik vind het zeer piU2®"®"
waard, maar het is soms wat teleurstel
lend als Je niets te hooren krijgt van een
zaak, waarin je toch zooveel belang sten»
(Wordt vervolgd).
2-5