STOFFEN 1 |72*te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 Januari 1932 Vierde Blad No. 22031 VOOR ONZE POSTZEGEL VERZAMELAARS. UIT RUSLAND. BALANS- U1TVERK00P NG Hoewel liet natuurlijk niet in de bedoe- hne dezer artikelen ligt, allerlei verdwenen oude bouwwerken te bespreken, is het soms toch wel interessant een kleine excursie te doen naar historische plaatsen, die al sinds eeuwen hun oorspronkelijk karakter hebben verloren. Zij hebben ten minste een herinnering achtergelaten. En wordt het leven, zoowel van kleinere en grootere gemeenschappen als van den enkelen mensch, wanneer de vlucht der tijden er overheen is gegaan zelfs in dit ons rumoerig tijdsgewricht met zijn' moordende zakelijkheid en nuchter heid niet voor een groot deel bepaald door herinneringen? Daarin mag dan ro mantiek schuilen, een woord, dat ook al weer wordt gewantrouwd, wij kunnen ten slotte zonder romantiek niet leven. De herinnering heeft de neiging het ver leden te idealiseeren. De „goede oude tijd" was voor bijna alle menschengeslachten steeds mooier dan het heden. Doch „goede oude tijden" vormden steeds de schoot waaruit „nieuwe tijden" werden gebaard. „In 't verleden ligt het heden „in het nu, wat worden zal." De buitschers hebben het woord „Hei- matkunde". wat door „streekkennis" on voldoende wordt vertaald, „Helmatkunde" wordt in Duitschland veel beoefend en in Nederland veel te weinig. Het, is goed, dat een jongen op de lagere school leert, dat Floris V, „der keerlen God" in 1296 door de edelen werd ver moord. Doch voor een Leidschen jongen krijgt die wetenschap veel meer betaeke- nis en relief, wanneer hij weet, waar het slot stond, waar hij werd geboren, wan neer hu iets hoort van 's-Graven Hof en 's Graven Steen en men in staat zou zijn, hem oude teekeningen te vertoonen en na goede voorbereiding schoolwandelingen te houden, rond te dwalen in de omgeving van Pieterskerk en Gerecht en op de ver anderingen te wijzen, die de eeuwen daar ia het aspect der oude stad hebben aan gebracht. „De liefde tot zijn land is ieder aangeboren", zong Vondel. jËDoch wordt die aangeboren liefde tot het land niet in bijzondere mate versterkt, jjanneer men in 't bijzonder kent de his torie en het merkwaardig karakteristieke, bijna zou men spreken van het persoon lijke, dat de stad of streek kenmerkt, waar alen geboren is, of waar men door lang durig verblijf mede is samengegroeid? En dat geldt wel het meest van steden of wen, die een lange geschiedenis achter ich hebben en waar de herfstlljke geu- n van herinnering en traditie., ons alom gemoet komen. Daarom wil ik ditmaal nog een korte schouwing wijden aan de oud-grafelijke Izinge, waar volgens de overlevering illem n en Floris V het levenslicht aan schouwden en waarvan de stichting zich verliest in het morzel',grauwen van Hol lands opkomst. f Wij weten niet, hoe de stugge stins er moet hebben uitgezien, toen Dirk III van hieruit de landen aan de Merwede bezet/te evenmin hoe 's Graven Hof zich voordeed toen Willem II en Floris V er vertoefden. BjJ_A;chitect Van der Pauw maakte een tee kening, die het Gravenhof voorstelt om- i jjtreeks 1300. waarvan wij bij ons tweede artikel over Gravenstein een schets heb ben opgenomen. Het is mij niet bekend, op mpelke gegevens deze teekening berust. We weten verder, dat even voor 1350 nog „der stede Huys" in het Gravenslot was gevestigd. Eveneens, dat in den Zuid-Wes telijken vleugel, vlak tegenover de latere ^■aiijr.schc School, zich van af de inst'el- I lir.s in 1255 het Rijnlandshuis was onder gebracht. M Willem II stichtte en Floris V breidde Bit het jachtslot in „Die Haghe" waarheen bu toenemende weelde en behoefte de j hoofdzetel van het grafelijk bestuur werd A verlegd. Dat moet dan omstreeks 1266 heb ben plaats gehad, want vóór dien tijd werden bijna alle stukken van belang door de graven te Leiden geteekend. In voorgaande artikelen over Graven- stem hebben we een en ander reeds in herinnering gebracht, zoomede dat 's Gra ven Hof steeds voor den Graaf en zijn ®evolg beschikbaar moest worden gehou- ólen en dat zelfs vorsten utt het Beier- sche Huls nog van dit recht gebruik aakten. Met Jacoba van Beieren en Filips van Bourgondië is dit evenwel afgeloopen. In het midden der 15de eeuw komt 's Graven Hof in eigendom aan de Utrecht sche familie der LockhoTsten, die hun stamburg hadden in de nabijheid van Amersfoort. Zekere Gerrit van Lockhorst kwam door zijn huwelijk met Catharina van Rijswijc. genaamd Oestgeest, volgens mededeeünaen van den heer Bijleveld te Leiden teTecht. Hij kwam er weldra in den Raad van 40 en moet omstreeks 1480 over leden zijn. De onderstelling schijnt mij niet ge waagd, dat hij Lockhorst kocht in den zelfden tijd, toen Filips de Goede Graven stein aan de stad afstond, dus omstreeks 14o3. Zijn nazaten bekleedden allen voor name posities in de magistratuur der stad. De derde Gerrit van Lockhorst, die hier het Schoutambt bekleedde in 1535 vestig de zich op Oud-Teylingen bij Warmond, dat sindsdien Lockhorst werd genoemd. Oud-Teylingen is ook reeds sinds lang ver dwenen en de terreinen aan de Lee worden thans ingenomen door kalkbranderijen. Zooals Leiden zijn Lockhorststraat bezit, zoo heeft Warmond als laatste herinne ring aan de familie der Lockhorsten de Lockhorstlaan. In 1554 vestigde zich Gerrit van Veen een der burgemeesteren van Leiden op Lockhorst. En de teekening op het archief, waar van wij hier boven een schets geven en die ook gedateerd is uit 1564 kan dus het gedeelte van het complex zijn. waarin de burgemeester ging wonen De Familie Van Veen kocht in 1608 van de Lockhorsten het deel waarin zij woon de Zij kreeg het recht, de Pieterskerk gracht te dempen en er huizen te bouwen. Oude situatiekaarten leeren ons. dat in ieder geval kort na het Beleg het oude grafelijk terrein ten deele aan de stad behoorde, ten deele aan Gerrit van Veen en ten deele reeds bezet was met particuliere woningen, terwijl toen in de midden nog een hof met boomen vrij bleef. In genoemd jaar 1608 stond Van Veen een deel van den grond af aan de Water- landsche Doopsgezinden, die er een kerkje bouwden vlak over den voormaligen hoofd ingang van de brug over de Pieterskerk- gracht. In 1648 konden zij dit kerkje uit breiden door aankoop van het oude slot, waarschijnlijk dus het overgebleven hoofd gebouw. dat we op onze teekening zien. Nog even breng ik in herinnering, dat het terrein vrij uitgestrekt was, immers ingesloten door P. K. Gracht. P. K. Hof, Muskadelsteeg. en Lokhorststraat. Tot 1564 was de Vierschaar van het Bal juwschap van Rijnland er gevestigd die in genoemd jaar werd overgebracht naar een terrein naast het Stadhuis op de Breestraat. Omstreeks 1605 werd zij in het Stadhuis zelf gevestigd. De oude Vierschaar van Rijnland deed na 1575 weer dienst als Universiteitsvier schaar, doch werd er in 1653 weer uit ver wijderd, omdat de plaats „duyster ende onbequaem",werd geacht. Daarna werd ze tot nederiger doeleinden bestemd. In de Woelige dagen van 1572 heeft de beruchte Lumey van der Marck op Lock horst verblijf gehoudën en werd de edele Cornelius Musius er gevangen gezet en ge marteld hetzij in de kelders van het huis, hetzij in die van Gravenstein. De teekeningen welke we hierbij publi- ceeren toonen wel aan, dat ook bet oude ridderhof zijn kelders had,_ terwijl men meent, dat deze in ouden tijd in verbin ding stonden met die van het Steen. Over die teekeningen nog slechts een kort woord. Men mag wel aannemen, dat zij het Gravenhof niet meer geheel geven in den ouden Romaanschen vorm. Er zal door de achtereenvolgende bezitters voor en na naar de eischen des tijds zijn ver anderd. In ieder geval merken we wel op, dat de toestand geheel anders is dan de voorstelling die architect Van der Pauw omtrent de situatie van plm. 1300 Werden hier een hoofdgebouw omgeven door een hof met ringmuur en bijgebou wen in 1564. Met de situatieteekening van 1578, opgenomen in 't eerste opstel over Gravenstein kan ik evenwel deze teeke ning niet goed terechtbrengen. We tasten dus wat in het duister. Onze andere teekening geeft ln vroeg- Gothischen trant den gevel die zich be vond vlak tegenover het Noordertransept van de Pieterskerk, dus daar waar zioh thans de uiterste vleugel van de school PHILATELISTISCHE BEELDSPRAAK. In de reeks artikelen, die wij in dit blad over postzegels en philatelie hebben ge schreven, zal het menigmaal zijn opgeval len van welk een beeldrijke taal wij ons konden bedienen, om de zegelproducten der verschillende landen te bespreken. Wij schreven over gevaarlijke en onheilspel lende zegels met de griezelige voorstel lingen van doodskoppen en doodenmas- kers; o.a over amusante philatelie en over de psychologie van het verzamelen. Maar wij vinden nog andere, wij zouden haast neerschrijven, nog interessantere beeld spraak bijvoorbeeld, postzegelverzamelen als geldbelegging. Hiervan vinden wij een mooi voorbeeld in de postzegelrubriek van 7 Juni 1930 in de „Haagsche Post", waarin wij o.m. lezen: „Daarnaast ware het onoprecht in het postzegelverzamelen te loochenen het ele ment van geldbelegging en speculatie. Een goed geclasseerd zegel is in het algemeen een uitstekende geldbelegging gebleken, met een vrijwel onafgebroken stijging in waarde. Het is bekend dat in den inflatie tijd tal van Duitsche families op de been zijn gebleven, doordien haar postzegelver zamelingen meer waardevastheid toonden te bezitten dan marken en obligatiën!" En hoevele malen is er al niet door di verse schrijvers op het gebied der phila telie de lof gezwaaid over het leerrijke, aangename, nuttige en amusante van het postzegelverzamelen. Plaatsruimte laat niet toe hiervan diverse voorbeelden aan te halen; het is ook niet noodig als men zelf verzamelaar is. Dan weet men het even goed, hoe de lange winteravonden worden doorgebracht, met uitzoeken, tanden me ten, watermerk zoeken, afweken, inplak ken, enz. enz. Dat vooral de jongeren dit beter mochten begrijpen. Het behoeft niet altijd kostbaar te zijn; men behoeft geen groote verzameling te hebben maar zij kan tpch nuttig en aangenaam zijn en tevens een geldbelegging. Wij zullen U dit met cijfers toonen in ons volgend artikel. NIEUWE UITGAVEN. België. De weldadigheidszegels welke op 1 Dec, j.l. in circulatie zijn gebracht en die verkrijgbaar waren tot 15 Jan. j.l. zul len tot en met 30 September ter frankee ring geldig blijven. De binnenlandsche posttarieven werden met ingang van 1 Jan. verhoogd en wel voor briefkaarten van 40 op 50 c. gebracht en voor brieven van 70 op 75 c. Men heeft echter nog groote voorraden van deze zegels, terwijl alleen de 70 c gebruikt kan worden voor monsters zonder waarde naar het buitenland Men zal nu deze zegels gaan gebruiken voor drukwerk, door ze te overdrukken met 10 c gelijk dit vroeger is geschied met het leeuwtje van 60 c. (Yvert 316). Verder verschenen hier vroeger de zegels voor aangeteekende binnenlandsche brie ven en een voor express; deze beide zegels zijn thans ook overbodig daar het porto nu ook met 5 c verhoogd werd. zoodat deze zegels, die beidé een waarde hebben van 2 fr. 45 (0.70 '1.75 bék overdrukt zullen moeten worden. De vroeger weinig gebruikte leeuwtjes van 50 c. blauw en 75 c. violet (Yvert 285 en 288) zijn nu weer in tel, maar hun kleur is in strijd met de postconventie. en moet zijn groen en rood. Waarschijnlijk is, dat ze in deze kleur zullen uitkomen. Nieuw-Zeeland. Hier werden 2 wel dadigheidszegels uitgegeven. De waarden zijn 1 P. 1 P. rood en 2 P. -f 1 P. blauw. Verder verschenen eenige hoogere waar den in het wapentype en wel 5 Sh. groen, 8 Sh. donkerblauw, 9 Sh. Oranje, 15 Sh. groen en 1 rose. Saargebicd. De nieuwe serie weldadig heidszegels van dit jaar omvat de waar den. 40 4- 15 c. bruin. 60 4- 20 c. oranje rood, 1 fr. en 50 c. lilabruin, 1 fr. 50 4- 75 c. blauw, 2 4-1 fr. wijnrood. 3 4-2 fr. grijsgroen, 5 4- 5 fr. bruin De afbeeldingen zijn ongeveer gelijk aan vorige jaren. De toeslag staat niet op de zegels aartgegeven. De oplage der laagste 2 waarden bedraagt 200.000. van de overige 5 waarden 100.000 stuks. Zweden. Verschenen is de 5 kr. groen voorstellende het koninklijk paleis te Stockholm en de Norrstroem, de rivier die door de hoofdstad stroomt en in de Bal- tische Zee uitmondt. Het zegel wordt ver kocht in vellen van' 40 stuks. De tanding is 10: zonder watermerk. Zwitserland. Dit land geeft in den loop van de volgende maand een herinne ringsserie uit van 9 waarden, welke serié bedoeld is als bijdrage tot het welslagen van de in Februari a.s. te beginnen ontwa peningsconferentie te Genève. De serie, die in samenwerking met post- directie en kunstenaars tot stand zal worden gebracht, wordt op 2 Februari a.s. voor den tijd van één jaar in koers gesteld. De frankeerzegels van 5. 10. 20. 30 en 60 ct. stellen een duif voor, met uitge spreide vleugels, in den bek olijftakjes. De 1 fr. stelt een gevleugelden genius voor, den klassieken fakkel, omklemmend en hooghoudend boven de wereld. De drie overige zegels zijn luchtpostzegels, voor stellend een in beweging zijnd handels vliegtuig. PHILATELIST. RECLAME. RECLAME. van den heer Hibma bevindt. Zou dit de eindgevel van een slotkapel zijn geweest? Merkwaardig dunkt mij de structuur van dezen gevel, geleed door twee hooge spits- boogvormige nissen met blindtraceeringen in den top, terwijl naar beneden luiken en middeleeuwsche ramen zijn geplaatst Ty pisch zijn de trappen van den topgevel, om de andere dubbel zoo hoog als de vo rige. Van deze oude bouwkunst is geen spoor meer over, behalve misschien hier en daar onder de huizen een kelder. Toch meende ik goed te doen deze tee keningen nog eens te laten zien en daar bij enkele gegevens van Prof. Blok in her innering te brengén. KERSTMIS IN RUSLAND. (Nadruk verboden). De bolsjewiki hebben de oude (Juliaan- sche) tijdrekening in Rusland afgeschaft en de algemeen in Europa geldende nieuwe (Gregoriaan§£he) tijdrekening ingevoerd. De 25e December valt dus nu in Rusland en in het Westen op denzelfden dag. De Rus sische kerk houdt zich echter aan de oude tijdrekening en de geloovige Rus, zoowel in Rusland als in het buitenland, viert Kerstmis 13 dagen later In de Russische steden, vooral in de groote industrieele centra, kan men. eigenlijk niet van ^vie ren" spreken. In de kerken wordt natuurlijk wel de mis gecelebreerd, maar de klokken mogen niet luiden en de bittere armoede van de kerk en van de geestelijkheid heeft er toe geleid, dat de mis veel van haar plechtigheid en vooral van haar schittering verloor. Allé fabrieken, winkels, regerings instellingen enz. beschouwen Kerstmis als 'n gewonen werkdag. En waar die dag toe valligerwijs een rustdag is (zooals de lezer willicht weet wordt in Rusland de gewone week niet erkend, in plaats daarvan is na de mislukking van de z.g. ..njeprerywka", d.w.z. de onafgebroken arbeid met ver schillende rustdagen voor telkens andere groepen arbeiders, de week van zes dagen ingevoerd, waarbij de rustdag telkens op een anderen dag valt) zorgt de communis tische cel er voor, dat de arbeiders zich „vrijwillig" bereid verklaren, di?n dag toch te werken. Kerstboomen zijn voor den sovjetburger een streng verboden ketterij (hoewel de onfeilbaar verklaarde Lenin zelf veel van den kerstboom heeft gehouden) en alleen de vreemdelingen kunnen* zich de weelde van een kerstboom veroorloven. Maar toch wordt in het geheim Kerstmis gevierd. Men sluit de deuren af, trekt de gordijnen dicht, hangt daar nog iets voor om het licht wat beter te verbergen en viert Kerstmis. Het risico is ondanks al cicze voorzorgsmaatregelen zeer groot, maar toch trotseeren velen dat gevaar. Op het platteland, vooral in de afge legen streken, wordt Kerstmis echter op de ouderwetsche wijze gevierd. E11 boe meer afgelegen een streek is noe beter de oude gewoonten er in eere gehouden wor den. Het best natuurlijk in het Noorden, in het land aan de meren en cle oerwouden, het schoone land, waar de Russische helden dichten, sprookjes, .volksliederen, legenden en oude gebruiken nog voortleven. Het Westen van Europa kent die streken vrijwei in het geheel niet en toch is dat in folkloristisch opzicht het meest belang wekkende gedeelte van Rusland Voor den Westerling zijn Kerstmis en Nieuwjaar twee afzonderlijke feestdagen, die ten gevolge van bepaalde omstan digheden kort 11a elkaar gevierd worden. In Rusland is dat anders. De Rus noemt den tijd lusschen 24 December (vigilie of vooravond van Kerstmis) en 7 Januari (den dag na Driekoningen, welke feestdag in Rusland bekend is onder den naam van ,.De Doop des He'eren") „Swjatki" (d.w.z. heilige dagen). Dit is een tijd van op eenvolgende feestvreugde en vermaak. Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen zijn het begin, het midden en het einde van die feestperiode; op die dagen bereikt de feeststemming haar hoogtepunt, maar ze werden door de tusschendagen tot een onverbrekelijk geheel verbonden. In vroe gere jaren (en in afgelegen streken van Rusland ook nu) werd de tijd der feestelijk heden en der jlalrijke door de eeuwen geheiligde gebruiken nog uitgebreid, zoo- dat de ,,Swjaki" practisch vóór 24 Dec. begonnen en na 7 Januari eindigden, j Kerstmis valt in Rusland samen met den j ouden uit de heidensche tijden stammenden I feestdag Koljada". De plechtigheden, welke i op Kerstmis plaats vinden, dragen dan rek een tweeledig karakter: Christelijk en he'densch. De Russische geestelijkheid heeft eeuwenlang een verbitterden strijd gevoerd ieger. de heidensche gebruiken, maar het is haar niet gelukt ze uit te roeien. Het eenige wat zij tenslotte bereikt heeft is dat aan die gebruiken en plechtigheden een Christelijk Üintje is gegeven, maar ondanks alles is de heidensche achtergrond nog duidelijk waarneembaar. Wij zullen hier eenige der meest bekende gébruiken beschrijven. Algemeen verspreid is het loopen met de ster (in Rusland vindt dat plaats niet met Drieknoingen, maar met Kerstmis). Het is een heel oud gebruik en het wordt niet alleen bij de orthodoxe Russen waar genomen. maar ook bij de heidensche stam men in het hooge Noorden. Door de ster van Bethlehem, het heiligenbeeldje met het kaarsje er voor in de ster, de Christelijke elementen, heeft die plechtigheid een aan zienlijke verandering ondergaan. De jonge- marnen, zelf die met de ster rondloopen, hebben natuurlijk niet het minste vermoe den, dat de plechtigheid van heidenschen oorsprong is. De jongemannen, die met de ster loopen, zingen liederen, die bekend zijn als ,-kol- jadki'Hoewel zij zelf spreken van ^Chris tus loven", zijn er in de koljadki weinig Christpliike elementen te vinden. De be langrijkste liederen zijn zeer oud en ver raden hun heidenschen oorsprong. In een dei' koljadki wordt over den „heiligen Koljada" gesproken, over een erf omgeven met een ijzeren schutting, over drie kastee- len, die in het midden van dat erf staan. De beteekenis van dat lied is niet geheel duidelijk. Vermoedelijk was het in de heidensche tijden een verheerlijking van de zon. In een andere „koljadka" wordt over een offerande gesproken. Aan den overkant van een groote rivier, in een on doordringbaar oerwoud, brandt een groot vuur; om het 'vuur zitten meisjes en jongens en zingen liederen ter eere van „Koljada". In het midden van den schaar zit een oude man; hij wet zijn mes; naast een groeten ketel staat een bok, die door den ouden priester geofferd zal worden. Dat is in het kort de inhoud van het lied. En ofschoon dit sterk gedramati seerde verhaal duidelijk zijn heidenschen oorsprong verraadt, zijn de jonge men- schen overtuigd, dat zij „Christus loven"! Zoo sterk is de macht der gewoonte! Zij zingen over den heidenschen Koljada en denken, dat zij den Heiland loven. De Rus kan zich geen feestelijkheid voorstellen zonder maskerade en verkleed partijen. In de steden werd deze zucht op de gemaskerde bals botgevierd. Tijdens de Swjatki waren er overal bals, avondjes enz. Op het platteland kende men deze uit het Westen geïmporteerde instelling niet. Daar ging alles zeer primitief toe. De jon Ongelooflijke Koopjes Dflr ZIET ONZE ETALAGES. HaarLstraai hoek öonkersteeg 2-4-6. Opgericht* 1875. gens verkleedden zich als meisjes en om gekeerd. De gezichten werden met roet, meel. bietvocht enz ingesmeerd. Dat was een soort maskerade, die met de eenvou digste middelen uitgevoerd kon worden. Daarnaast bestonden echter veel gecom pliceerder vormen van maskerade: men verkleedde zich als Zigeuners, soldaten, bedelaars, priesters; iets moeilijker was de uit de oudste tijden stammende gewoonte zich het uiterlijk van een dier (beer, geit. paard enz.) te geven. Van bast, vlas e. d. werden maskers, baarden, snorren „enz. vervaardigd. Dierekoppen werden van hout gemaakt, een binnenste buiten gekeerde pels moest de vacht voorstellen. De vin dingrijkheid van de jeugd was onuitput telijk en velen wisten met de uiterst primi tieve middelen effecten te bereiken, die de stedelingen in het Westen met veel kost baarder middelen niet in staat zijn te bereiken. Op deze wijze uitgedost, trok de jeugd bij troepjes van huis tot huis, zon gen koljadki, verzamelden milde gaven en richtten daarna een eigen feestje in. Soms gebeurde het, dat twee troepjes uit elkaar vijandig gezinde dorpen (dit komt in Rus land vaak voor en de oorzaak ligt in het verre verleden: oorspronkelijk was het ééne dorp door Russische kolonisten, het andere door Mongoolsche stammen be volkt. die met elkaar een verbitterden strijd voerden) elkaar op zulk een tocht ontmoetten en dan ontbrandde er een felle strijd. Zelfs jongens uit hetzelfde dorp. die tot verschillende groepjes met sterren vereenigd waren, vochten met el kaar. waarbij de ster met het heilige beeldje en het kaarsje van de overwonnen groep buitgemaakt en vernietigd werd. Het loopen met de ster, waarbij de jon gens en meisjes hun eigen kleeren aan hebben of op de bovenomschreven wijze verkleed zijn, is de eenvoudigste vorm van het kerstvermaak. De zucht naar tooneel- spel, naar dramatiseering, die den Rus tot een geboren tooneelspeler maakt, vindt daarbij een zekere bevrediging. Alles wat zij doen, is door een eeuwenoude traditie geheiligd, alles heeft ten doel het drama tische van hetgeen zij voordragen of op voeren te onderstrepen. En hoewel zij de beteekenis van de woorden niet goed be grepen. hoewel de tafreelen. die in de oer oude liederen beschreven worden, hun vreemd zijn. dragen zij die oude woorden met zulk een wijding en overgave voor, voeren zij alle handelingen met zooveel overtuiging uit, dat de indruk ervan zeer sterk is, zelfs op niet-Russen. Dat zijn echter, wij herhalen het, slechts de meest primitieve vormen van „opvoe ringen." Daarnaast zijn In den loop der eeuwen vele andere plechtigheden ont staan. die meer gelegenheid geven tot spel meer tot de verbeelding spreken. De Rus houdt zich graag bezig met het vraagstuk van leven en dood. Deze zucht bevredigen eenige voorstellingen, die tijdens de „Swjatki" opgevoerd worden. De meest be kende heet „oemroen" en stelt den dood van iemand voor met een reeks daaraan verbonden plechtigheden. Over den oor sprong van de „oemroen'-plechtigheden kan men slechts gissen. In elk geval Is de plechtigheid nu volkomen gekerstend. Daarnaast zijn er opvoeringen, waarvan het Christelijke karakter buiten eiken twijfel staat. De meest populaire onder werpen zijn: koning Herodes, de kinder moord van Bethlehem enz. Er bestaan ver schillende bewerkingen van die onderwer pen. Sommige vertoonen zekere overeen komst met de middeleeuwsche mysterleën in Duitschland: dat zijn de algemeen- Christelijke onderwerpen, maar daarnaast bevatten de Russische opvoeringen veel elementen, zuiver Russisch en nergens an ders te vinden. Sommige dezer Russische inlasschingen en scheppingen zouden een Westerling zelf vreemd aandoen. In sommige streken bestonden „gezel schappen", die in sleden door de Streek rondtrokken en in alle dorpen „voorstel lingen' gaven. Die voorstellingen in boe renhutten werden aangevuld door optoch ten. die meer aan den tijd van carnaval deden denken. Op eenige sleden werd een boot gezet, waarin verkleede „tooneelspe- lers" zaten. Aan den rijk versierden mast werd een wieg met het Kindeke vastgebon den. Zoowel de sleden als de boot werden versierd met felkleurige lappen en vlag gen. Vaak zat in de eerste slede een mooi meisje met een hemd over haar kleeren. Met liederen en muziek trok deze eigen aardige optocht door de hoofdstraat van het dorp, vergezeld door zingende en luid keels schreeuwende boeren. In sommige dorpen werd op het plein allerlei rommel op een hoop gegooid, die na het verrichten van verschillende symboli sche plechtigheden in brand werd gesto ken. Dat heette „Koljada verbranden." De eigenlijke beteekenis van deze plechtigheid is onbekend. Typisch is de volgende bijzonderheids De meeste Russische gebruiken en plech tigheden tijdens feestdagen kennen de personificatie van den feestdag. De plech tigheden van Kerstmis kennen zulk een personificatie niet. Niemand durft in Rus land de rol van Jezus vervullen. De Wes- tersche mysterie-spelen zijn dan ook in de oogen van den Rus heiligschennis. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. ONZE TELEFOONNUMMERS DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2<;oo (op 2 lijnen» REDACTIE ijpfi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13