DE BREILES. ANEKDOTES. OPLOSSINGEN. SNEEUW. RAADSELS. ARME JONGENS! door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Moeder, 'k wil graag leeren breien, j En U kunt het toch zoo goed! Zou U mij het willen leeren? IWilt U wijzen, hoe i»f 't moet? Zeker, kindje, kom maar kijken. Zie je wel, hoe of ik doe? Moeder zal 't een eindje voordoen; Kijk jij rlan maar eerst eens toe!" Eerst de pen er in gestoken, 't Draadje omslaan, haal dan door; Vallen laten nu het lusje En het steekje is er, hoor! Kijk, nu* heb je met die steekjes D'eene breipen vol gedaan; Omgedraaid, weer ingestoken. En begin van voren aan! (Ni-druk verboden). ?0.FR. Heusoh, het is toch niet zoo moeilijk! Enkel maar wat opgelet! 'k Wed, dat je na twee, drie lessen Zelf iets moo's hebt opgezet! Weet je wat brei niaar' een jurkje Voor je kleine babypop. Dat is echt èen prettig werkje. Ik zet wel do steken op! En de pennen klikken, klokken, Toov'ren steeds e i stukje meer Van de jurk voor 't babypopje Pennen vliegen heen en weer. 't Meisje kijkt met open oogjes, Want zoo'n breiles vindt ze fijn. Zooals Moedertje te breien, He, wat moet dat heerlijk zijn! RO FRANKFORT. Ingezonden door Bram Wijnnobel. Wimpje: „In welke klasse zit ik hier nu juffrouw?" Onderwijzeres: „In de le klasse". Wimpje; „O, ik dacht dat in eene eerste klasse fluweelen banken waren". Ingezonden door drietal de Geus. Jongen; „Zeg padvinder heb jij vandaag al een goede daad gedaan?" ..Padvinder: „Neen nog niet". Jongen: „Sla dan eens met je stok even een appel voor mij van dien boom". „Dat is vreeselijk hoor Jantje dat je de kmderjuf in haar hand hebt gebeten, af schuwelijk, heb je er niet reuze veel spijt van?" „Ja Mammie want ze hacLnet vuile han den legezonden door Agnes Planje, HOE KLEINE WIM IN VERZET KWAM TEGEN ZIJN MOEDER. Wim „Oma houdt u veel van mij?" Oma: „Zeker jongen, heel veel". I?"O0*1 Oma, zegt u dan eens tegen uw dochter dat zij mij niet meer op nujn broek mag slaan". -O- OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER: 1. Hagel. 2. Boterham, bol, ham, boter. 3. Kooi, park, ark, Kooipark. 4. Bloem, kool, bloemkool. 5. Kan, Arie, kanarie. 6. Radiotoestel, Toos, leest, rood, drie, aas 7. Een fiets. De sneeuw ligt op de daken, Ja, overal in 't rond: Op boomen en up struiken En op den kalen grond. In één nacht viel die „suiker" Plots uit de grijze lucht. De vlokken stoeiden samen, Maar zonder 't minst gerucht. De wereld is een witte, Waar men ook henen kijkt! Hoe alles nu heel anders Dan kort geleden lijkt! Wij gaan een sneeuwpop maken, jongens wat een pret! Kom, fluks den witten snuiter Eerst overeind gezet! Daarna gaan wij ravotten: Sneeuwballen gooien. Fijn! Zou 'n winter zo -der sneeuw wel Een echter wiilt?r zijn? CARLA HOOG. RAADSELS VOOR ALLEN, OM Uil TE KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3 1. Ingezonden door Aaltje Ni?uwenltuis. Ik heb twee vleugels en kan niet vliegen Ik heb een rug en kan niet liggen Ik heb een been en kan niet staan Ik kan wel loopen maar niet gaan. II. Ingezonden door Dirk Pel landers. Een bekend blad van 13 lettors dat in Lijden veel wordt gelezen. 1, 2, 3 heeft elk mensch, 13, 11, 12, 4, 5, 12 hebben menschen en dieren, 7, 8, 6 een verkorte jongens of meisjes naam, 10, 11, 4, 2, 8 is een genot voor zeer velen, 13, 9. 10, 5, 12 is strak kijken naar iets III. Ingezonden door Koos en Tom Nieboer. Eer plaatsje in Groningen van 11 letters, neemt men de 5e letter weg, dan isahet eerste gedeelte een kleur en het laatste gedeelte een gebouw dat men in stad en dorp vindt. IV. Ingezonden door Hendrik West. Welk spreekwoord staat hier: en r e z d r d r n V. Ingezonden door Jan en Eem i n Wa s n iar Op de bovenste en onderste krukjes!ijn van links naar rechts en op de kruisjes- lijnen van boven naar beneden alle vier het zelfde woord en dat beteekent iets dat men in elke winkel ziet. x x x x x x x het gevraagde woord. xx een huishoudelijk voorwerp voor een drank. xx een groot werelddeel. x x een meubel met laden, x x een soort rekenkunde, xx 'n ander woord voor gesta dig. x x x x x x x het gevraagde woord. VI. Ingezonden door drietal Kret. 't Is wel geen mooie eigenschap Dat zeg ik je er bij Maar ik kom telkens hooger op Alleen door draaierij. VU. Ingezonden door Hennie dc TEcluse. Melk is goed voor elk Waar is het meer voor? Ergens in een aardig dorpje Zouden jongens wand'len gaan. Winter was het: Januari. Moeder zei: Zeg, denk er aan, Dat het ijs nog niet zal houden! Wees voorzichtig!Ja hoor, Moe! Zeiden ze en holden daad'lijk Naar hun beste vriendjes toe. En die hadden, moet je welen, Met elkander in de huurt Bij den timmerman een sleetje Voor een dubbeltje gehuurd. Heerlijk reden z' op de slooten En ze vroegen: Doe je mee? Och, zoo zaten onze jongens Vóór ze 't wisten in de slee1 Toen, ze gleden lustig baantje. Was het, dat de ijskorst brak En die arme, kleine peuters Lagen in liet koude wak! Moedertje zat maar te wachten, Tot er eind'lijk iemand kwam, Die haar snikkende vertelde, Dat weer 't ijs ze van haar nam! TRUUS VERDUNER SALOMONS. (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 15