Burgemeester Wap over Zoeterwoude.
EEN LEVEN OM EEN LEVEN
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 December 1931
Derde Blad
No. 22018
FAILLISSEMENTEN.
RADIO-PROGRAMMA.
FEUILLETON.
X
Sombere tijden voor het Boerenbedrijf.
X
De toekomst onzeker!
De heer Wap, burgemeester der gemeente Zoeterwoude in zijn werkkamer op het
Raadhuis.
RECLAME.
Slechts één kwartier gaans van Leiden
ligt het kortgeleden gerestaureerde Raad
huis der gemeente Zoeterwoude, waar Bur
gemeester Wap reeds sinds verscheidene
jaren zetelt.
Wij melden ons bij hem aan en betreden
de tiende Burgemeesterskamer, alweder om
er eens polshoogte te nemen omtrent den
toestand der gemeente.
Wij zitten spoedig gewikkeld in een druk
gesprek over gemeentelijke financiën,
cijfers worden genoemd en de hoofdzaak
kan al snel gedistelleerd worden.
m
Hoewel onze financieele toestand niet
ongunstig is, aldus de heer Wap. beschik
ken wij op het oogenblik tcoh niet over te
ruime kasmiddelen. Zulks vloeit echter
voort uit de omstandigheid, dat wij tame
lijk veel kosten hadden, o.a. tengevolge van
de verbouwing van het Raadhuis, het aan
leggen van nieuwe wegen, brugverbetering
enz. Ongeveer f. 35.000 ging hiermee ge
paard, die geheel betaald zijn uit de ge
wone middelen. Binnenkort zullen wij een
leening moeten sluiten, doch ik heb geen
angst, dat wij daarin niet zullen slagen.
De financieele toekomst mijner gemeente
hangt voor een zeer groot deel af van de
gang van zaken in het land- en tuinbouw
bedrijf, waarvan onze inwoners uitge-
zondert degenen die in enkele fabrieken
werken geheel afhankelijk zijn.
Voor de tuinders, de landbouwers en vee
houders ziet het er op het oogenblik helaas
al héél ongunstig uit: behalve lagere prij
zen, is tevens de opbrengst der gewassen
de oogst minder geweest; ook de resul
taten van het veehoudersbedrijf bewegen
zich in dalende richting.
Ik zal U daarvan eens eenige frappante
voorbeelden mededeelen:
Tusschen Maart 1929 en Maart 1930 be
droeg de prijs der melk hier gemiddeld
6 3/4 tot 10 cent per liter voor de industrie;
8—11 3/4 cent per liter voor de consumptie.
Van Maart 1930 tot Maart 1931 luidden
deze cijfers gemiddeld 5 3/47'/2 cent per
liter voor de industrie en 8 1/49'/j cent
voor de comsumptie. Thans is de gemid
delde prijs: voor de industrie 5 cent, voor
de comsumptie 7 cent.
Nog sterker spreken de volgende cijfers.-
Prijzen der varkens (biggen van 7 we
ken) 1929 gem. f. 18—23; 1930 f. 18 en 1931
f. 5 per stuk. Vette varkens: 1929 gem. per
pond 40 cent, 1930 28 cent en 1931 19 cent.
Weide koeien: Inkoopsprijs 1929 f. 240,
verkoopprijs f. 350; 1930 inkoop f. 250 ver
koop f. 320 en 1931 inkoop f. 275, verkoop
gemiddeldf. 240.
Deze cijfers zeggen veel; Uziet er de ge
weldige achteruitgang der opbrengst dui
delijk uit.
Het tuindersbedrijf is zoo goed als niet
meer loonend: verschillende tuinders zijn
er dan ook reeds maar mee uitgescheden
U heeft gezien, met welke verliezen ook de
veehouders te kampen hebbenHet
boerenbedrijf oefent zeer veel invloed op
onze inkomsten uit; de toekomst kan ik
dan ook niet anders als somber voor Zoe
terwoude inzien. Wij mogen natuurlijk de
hoop op een ommekeer echter niet opge
ven
Een troost is evenwel, dat de begrooting
1932 nog sluitend gemaakt kon worden,
ondanks de lage belastingen (slechts 30
opcenten op de fondsbelasting). Een geluk
is tevens, dat onze fabrieken (cement,
areocreten, en aardewerk) allen op volle
capaciteit werken. Er zijn plusminus 66
werkeloozen, waarvan echter slechts 5
echte crisis- en voorts 23 seizoenwerkeloo-
zen.
Een 20 tal hunner is te werk gesteld bij
het wegenonderhoud, waaraan hier bijzon
dere zorg besteed moet worden.
Mijn gemeente die uit twee deelen be-,
staat n.l. Zoeterwoude dorp en Zoeter
woude Hooge Rijndijk, wordt doorsneden
door 22 K.M. grintweg. De ieder jaar weer
noodzakelijke reparaties beteekenen vooi
ons een zeer zware uitgaaf, het zijn z.g.
„tertiaire wegen" en U weet: Rijk en Pro
vincie geven daarvoor geen subsidie.
Het toenemende autoverkeer stelt daar
enboven steeds zwaardere eischen!
Een steunregeling is hier vastgesteld: in
tegenstelling met andere jaren is door den
Raad besloten in plaats van bonnen in
natura geld beschikbaar te stellen. Een
Commissie van 5 leden uit den Raad is
belast met de toepassing dezer steunrege
ling en verleent op de beste wijze, die mo
gelijk is, bijstand. De subsidie van het Rijk
werd door ons niet. aanvaard, daar die re
geling alleen voor de „crisisworkeloozen" v.
toepassing is en zooals ik U reeds zeide
daarvan zijn er hier maar zeer weinig.
Ook ik kan verklaren dat in mijn ge
meente de salarissen der ambtenaren niet
aan den hoogen kant zijn: daarenboven
in ons personeel getal ter secretarie niet
overdadig. Er werken hier slechts 2 amb
tenaren, 2 volontairs en 1 bode. En dat,
terwijl er toch veel werk te doen valt, mede
in verband met de uitgebreidheid der ge
meente: het is wel een uur a 5 kwartier
loopen van het eene deel naar h et andere.
Nu kom ik vanzelf op hetgeen mijn ambt
genoot uit Leiderdorp zeide, omtrent een
samenvoeging van het gedeelte Hooge
Rijndijk met genoemde gem. Zoeterwoude
H. Rijndijk ressorteert niet onder 't „ver
afgelegen" dorp Zoeterwoude, doch vormt
daarmee zoowel uit historisch als geogra-
phisch oogpunt één geheel. De bewoners
van den Hooge Rijndijk zijn in meerder
heid Roomsch Katholiek en behooren tot
de Parochie „Meerburg", welke gelegen is
onder Zoeterwoude. De Protestanten aan
den Hooge Rijndijk behooren echter ker
kelijk tot Leiderdorp. Hieruit zal U dus
blijken, dat de bewering als zouden de
bewoners van den Hooge Rijndijk feitelijk
al tot Leiderdorp behooren slechts voor een
gedeelte juist is. Overigens kan ik U nog
opmerken, dat de bewoners van den Hooge
Rijndijk zich zeer zeker niet unaniem Lei
derdorpers gevoelen, getuige de in 1921
naar voren gekomen protesten, die tenge
volge hebben gehad, dat de gevraagde an
nexatie van dat gedeelte der gemeente
werd afgewend. Het lijkt mij wel zeer
wenschelijk,. dat U hierop nog even den
nadruk legt
De conclusie, die wij uit de woorden van
Burgemeester Wap mochten trekken, kon
wat betreft de financieele positie zijner
gemeente, nog gelukkig tot tevredenheid
stemmen! Wat de toekomst aangaat' alle
bespiegelingen daarover lijken ons op dit
oogenblik, waarin de gansche wereld zich
in een geweldige impasse bevindt, vrij nut
teloos Een groot bezwaar voor Zoeter
woude lijkt ons natuurlijk het grootendeels
afhankelijk zijn van het boerenbedrijf, dat
tegenwoordig wel een buitengewoon zware
inzinking doormaakt!
Over het geheele land gaan noodkreten
uit boeren- en tuinderskringen op! Dat de
nood van de boerenstand hoog is gestegen,
is een waarheid, die nu wel overal blijkt
doorgedrongen, ondanks het feit dat boe
ren dikwijls óók klaagden in den tijd toen
daarvoor weinig reden was. Het „boeren
klagen altijd" heeft nog langen tijd op
geld gedaan en dat wel zeer in hun nadeel.
Nu zijn er voor hen echter werkelijk
uiterst donkere dagen aangebroken! Wij
hopen, dat de tijden spoedig zullen veran
deren, in het bijzonder voor de Zoeter-
woudsche boeren die blijkens de woorden
van burgemeester Wap van de crisis zoo
veel te lijden hebben.
Nog eenigen tijd vertoefden wij in de
eenvoudige, doch practisch ingerichte Bur
gemeesterskamer en vernamen nog, dat
het den heer Wap te Zoeterwoude uitste
kend bevalt.
„Wel gaat het hier soms minder gemoede
lijk toe dan in mijn vorige gemeente
Nibixwoud waar wij tijdens de raads
vergaderingen. die niet langer dan tot
negen uur duurden, gezellig de ouderwet-
sche lange Goudsche pijp opstaken, maar
over het algemeen is de verhouding tus
schen allen toch goed, aldus de Burge
meester.
Moge de heer Wap die in Februari 12
jaar te Zoeterwoude woont, in 1932 zijn
12'/. jubileum onder gunstiger omstandig
heden vieren,-dan zulks nu het geval zou
kunnen zijn!
In gezelschap van den ijverigen secreta
ris den heer Smeets bezichtigden wij nog
het Raadhuis en mochten het groote nut
der aangebrachte verbeteringen en uit
breidingen constateeren.
Wij verlieten ook dit vriendelijke, vredig
en welvarend uitziende, dorpje met de
wensch, dat de innerlijke toestand zich
weer spoedig zal mogen aanpassen aan den
nog uiterlijk voorspoedigen schijn!
Uitgesproken: J. v. d. Plas, koopman en
handelaar in radioartikelen, Katwijk aan
Zee, Meerburgstraat 30. R-c. jhr. mr. Th.
W. C. Calkoen. cur. mr. J. W. L. M. Ram-
bonnet, Leiden.
J. Pielanen. koopman Leiden, Haarlem
merstraat 197. R-c. mr. G. H. B. van den
Boom, cur. F. K. Reysenbach, de Haan
Leiden.
In de week van 2126 December zijn in
Nederland uitgesproken 41 faillissementen.
RECLAME.
LAKEROL
SMOKERS
PASTILLES
Speciaal voor Roo-
kers gemaakt. - 't
Verzacht en ver-
ill e koelt in keel en
>^"1 j mond. En tóch is de
XV smaak zoo pikant!
En zoo koel!
Lakerol word/ alleen verkocht door erkende
Apothekers on Drogisten.
Groote doos (blik) 50 ct. Kleine doos (carton) 30 ct.
Lakerol „Smokers" Pastilles 30 ct. p. d.
VOOR DONDERDAG 31 DECEMBER.
Hilversum, 298 M. Uitsl. AVRO-Uitzen-
ding 8.00: Gramofoonpl. 10.00: Mor
genwijding 10.15: Gramofoonpl. 10.30
Voorlezing uit „De Gouvernante" yan
Stefan Zweig 11.00: Orgelconcert door
Frans Hasselaar. Sophie Haase-Pieneman
(zangi 12.00: Concert door het Winkels
Trio 1.00: Max Tak: „Operette-compo
nisten" 1.30—2.30: Vervolg Trio-concert
3.00: Uit „Pschorr", Rotterdam: Dans
muziek door John van Bruck and his Boys
4.00: Ziekenuurtje 5.00: Omroepor
kest o. 1. v. Nico Treep 7.009.00: VPRO
9.00: Kovacs Lajos en zijn Band (re
freinzang: Bob Scholte) 9.3010.30: Ra
dio-Revue door Nono. M. m. v. Mevrouw
Esther De BoerVan Rijk 10.30: Kovacs
Lajos (vervolg). Prof. dr. J. Slotemaker
de Bruine 11.55—12.30: Nieuwjaarswen-
schen 12.30—1.30. Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. 8.00—9.15 KRO., 10.00
NCRV., 11.00—2.00 KRO. Hierna NCRV.
8 00—9.15 en 10.00: Gramofoonpl. 10.15:
Ziekendienst 10.45—11.30: Gramofoon
platen 11.30: Godsd. Halfuurtje 12.15
Concert KRO-Orkest o. 1. v. J. Gerritsen -
2.00: Handwerkcursus 3.00: Gramofoon-
piaten 3.15: Vrouwenhalfuurtje 4.00:
Ziekenuurtje 5.00: Cursus handenarbeid
v. d. jeugd 5.45: Cello-recital door L.
Werner. Aan den vleugel: mevr. H. Wer
nerStuiver 6.45: Gramofoonpl. 6.50:
Kerkdienst vanuit de Groote Kerk te Den
Haag. Hierna tot 10.00: Concert NCRV.-
Kleinorkest o. 1. v. P. v. d. Hurk. O.a. In
leiding „Messias", Handel 10.00: Oude-
jaarsrede door mr. A. v. d. Deure 10.30:
Gramofoonpl. 10.35: Vaz Dias 10.45
1100: Concert. Gem. Solistenkwartet m.
m. v. M. E. Bouwmeester (orgel) 11.00:
De laatste loodjes, die het lichtst we
gen 11.30: Vervolg concert 11.45:
Uren, dagen, maanden, jaren 11.52:
Jaarsluiting door mr. A. v. d. Deure
12.00: Koraal: Nun danket alle Gott
0.051.00: Nieuwjaarswensch en Gramo
foonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35: Morgenwij
ding 11.05: Lezing 12.20: Orgelcon
cert Reg. Foort 1.20: Gramofoonpl.
1.35: Orkestconcert o. 1. v. Bridge 2.20—
3.20: Sonatenconcert (piano en viool)
3.20: Kerkdienst 4.05: Roy Fox en zijn
Band 4 50: Grosvenor House orkest
5.35: Kinderuur 6.20: Berichten 6.50:
968
Liederen van Strausz 7.10, 7.30 en 7.50:
Lezing 8.20: BBC licht-orkest o. 1. v.
Lewis. M. m. v. Hely-Hutchinson (piano).
0.a. Uit „Le roi s'amuse", Delibes 9.20:
Berichten 9.40: Lezing 9.55: Vaude
ville-programma. O.a. Jack Payne's BBC.
Dansorkest 10.50: Dansmuziek Jack
Payne 11.20: „Account rendered", Jaar
overzicht 12.05. Epiloog 12.35: Jack
Paynes' Dansorkest 1051.20: Grand
Good Night.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05,
12 50. 1.25, 7.20: Gramofoonpl. 8.20:
Vroolijk halfuurtje 9.05: „Faust", Gou
nod. (Gramofoonpl.). Leiding: H. Btisser.
Hierna tot 2.20: Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.25-7.20, 10.40
12.10: Gramofoonpl. 12.251.50: Con
cert o. 1 v. Wolf 4.205.20: Concert m.
m. v. Solisten 7.208.45: Berliner Phil-
harmoniker o. I. v. Bruno Seidler-Winkler.
M. m. v. Marcel Wittrisch (tenor) en W.
Kempff (piano). O.a. uit „Tooverfluit",
Mozart 9.2011.20: Concert door orkest
en alle solisten van de Werag o. 1. v. Kühn
11.20—1.20: Zang en Dans. Groot en
Klein Werag-orkest m. m. v. Solisten, o.
1. v. Kühn en Pensis.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20: Con
cert uit Palace-Hotfl 2.504.50: Radio
orkest o. 1. v. E. Reesen 7.208.00: Ra
dio-orkest o. 1. v. Gröndahl. Oude Deen-
sche Muziek 8.208.35: Liederen
8.35: Deensche Volksdansen 8.55: Jaar
overzicht 9.35: L Preils Dansorkest
9.55: Vroolijke voordracht 10.40: Dans
muziek 11.10' Nieuwjaarswenschen
11 251.20: Vervolg Dansmuziek.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35
2.05Gramofoonpl. 5.20: Concert Om
roeporkest 6.20: Gramofoonpl. 8.20:
Concert Omroeporkest. O.a. Egypt, ballet
uit „Ai'da", Verdi 9.20: Vervolg concert.
O.a. Slavische Dansen, Dvorak. 338 M.:
12.35—2.05: Gramofoonpl. 5.20: Concert
Omroeporkest 6.50: Gramofoonpl.
8.20: Concert. O.a. Ouvert. Mireille, Gounod
9.20: Vervolg Concert. O.a. Florentiner-
marsch, Fucik 10.2012.20: Gramofoon
platen (ook voor 508 M.)
Rome. 441 M. 8.20: Operette „Libellen-
tanz". Lchar. Olv. A. Paoletti.
Zeesen, 1635 M. 7.20: Het Berlijnsch
Philharm. orkest o. I. v. Seidler-Winkler
8.15: Pianoconcert d-moll. K V. 466, Mozart
(prof. W. Kempff en orkest) 3.50: Toe
spraak door president Von Hindenburg
920: Radio-Potpourri 10.20: 9de Sym-
phonie, Beethoven (solisten, koor en or
kest) 11.40—1.20; Dansmuziek.
Naar het Engelsch van MORICE GERARD
door Emma A. H.
8)
Lucille zat op den grond, met het hoofd
van haar vader op haar schoot; het leek
haar dat hij stervende was; dat zij heel
dicht bij de groote smart haars levens
stond. Dien avond, al voor den tweeden
keer, werd het karakter van het kind ge
vormd in dien smeltkroes, waaruit de
schoonste vormen komen voor hen, die
geschikt zijn, om beter te worden door de
ervaring. Zij had tranen in de oogen, die
haai* langs de wangen biggelden; maar
of die voor haarzelve, of voor haar vader
of moeder waren, zou ze niet hebben kun
nen zeggen.
Sir Evelyn lag heel stil. nauwelijks
ademhalend, uitgeput door zijn' pas-door
stane ziekte, en met een gelaat, dat bij het
lamplicht doodsbleek en verwilderd leek.
Aan den eenen kant van den hall was
een groote haard, waarin blokken werden
gestookt die overdag op haardijzers rust
ten; ze smeulden nog en zouden af en
toe een vlammetje, of een bleuwe rookko
lom naar boven, naar den open schoor
steen. De wind blies ze dan terug, zoodat
Lucille het smeulend hout kon ruiken. En
wanneer haar later die lucht ooit trof,
riep deze tegelijk bij haar op de herinne
ring aan de gebeurtenissen van dien
avond.
Na wat haar een langen tijd, maar wat
in werkelijkheid maar enkele minuten wa
ren, verscheen lady Lee weer. Zij droeg
een Venetiaansch glas, gevuld met robijn
rood vocht, een zeldzame, oude wijnsoort.
Nu ondersteunde zij de schouders van sir
Evelyn en liet hem drinken. Hij kwam
bijna dadelijk bij en kreeg weer kleur op
het gelaat.
Nu ben ik weer beter, zei, hij. Het.
kwam zoo plotseling over mij, zonder
eenige waarschuwing.
Lady Lucille keek angstig rond, of zijn
stem de anderen in huis toch niet wek
ken zou en hen doen vermoeden, dat er
iets gaande was.
Kom. fluisterde zij, drink nog wat;
dan gaan wij naar de bibliotheek; dat is
veiliger, dan hier te praten.
Sir Evelyn deed. gelijk hem verzocht
werd. Hij dronk het glas geheel leeg.
Daarna kon hij weer opstaan en alle drie
gingen ze toen naar de bibliotheek, ter
wijl lady Lee de deur achter hen sloot.
Je hadt allang moeten slapen, Lu
cille, zei ze.
Ik heb het geprobeerd, moeder. Maar
hoe zou dat nu ook eigenlijk kunnen?.
Ik wist immers, dat Vader in gevaar ver
keerde
Sir Evelyn was in een grooten stoel gaan
zitten, blij dat hij zijn pijnlijke leden eens
rust kon gunnen. Hij nam de hand van
het kind in de zijne, terwijl zij naast hem
stond.
Je bent een goed, lief dochtertje en
eens zal je een goed vrouw zijn, als je
moeder.
Lady Lee knielde aan zijn andere zijde.
Hoe is het afgeloopen? vroeg zij.
Alles is goed gegaan, wij hebben nie
mand gezien. Ik zette zijn majesteit en
lord Milton over de rivier, terwijl wij den
wind achter hadden. Ze bedankten mij
met warmte; voor paarden was gezorgd:
een man hield ze in gereedheid, onder
de boomen van Copley Wood. Hij beweer
de, landman te zijn, maar gaf door zijn
houding blijk, van hoogeren stand te
wezen. Ze wenschten mij vaarwel, en ik
sprak een bede uit voor hun veiligheid;
dan reden ze weg in de duisternis, in oos
telijke richting, naar de kust.
Ik bid tot God, dat ze niet opgehou
den worden, zei lady Lee.
Sir - Evelyn boog het hoofd en ant
woordde:
In vele harten in Engeland zal van
avond datzelfde gebed oprijzen.
En toch vlucht de koning, sprak lady
Lee droef.
Ja, maar hij zal zijn rechten herkrij
gen, daar ben ik zeker van. Het volk zal
niet zoo dwaas 'blijven!
Na een pauze ging sir Evelyn voort:
Het was de terugtocht, die mij zoo
veel kwaad deed; het was een ware strijd
tegen den wind, die mij een eind van de
landingsplaats terugsloeg; mijn krachten
zijn niet meer wat ze waren; dat heb ik
tot mijn schade ondervonden.
Die zullen ook weer terugkeeren,
man.
Hij keek haai* in de oogen.
Wat een liefderijke levensgezellin ben
je toch, Marjorie! Je hebt mij altijd wij
zen raad en moed geschonken, wanneer ik
die noodig had.
Stil! Wat is dat? riep lady Evelyn, of
schoon ze het zeer goed wist.
Het kwam wéér. een luid, aanhoudend
kloppen op de groote halldeur.
Allerlei gedachten schoten hun door het
brein: Karei met zijn metgezel? Maar
neen, dit was toch onmogelijk, ze konden
niet teruggekeerd zijn over den Avon,
daar er mijlen ver geen andere boot be
schikbaar was. dan die, behoorende aan
de Abbey.
De tweede theorie was waarschijnlijker;
een troep verkenners voor de vluchtelin
gen, misschien zelfs de terugkeer van
degenen, die er reeds geweest waren, mis
schien ook een andere troep, met dezelfde
bedoeling.
Op dit kritike oogenblik was het de ge
vatheid van vrouwe Marjorie, die hun te
hulp kwam.
Dat kloppen zal het huishouden bin
nen enkele minuten op de been brengen;
Lucille en ik moeten onmiddellijk naar
bed gaan: als wij zoo laat nog op waren,
zou dit achterdocht wekken, of liever,
zekerheid van schuld.
Schuld! herhaalde sir Evelyn, die
zich niet vereenigen kon met de keuze
van dit woord.
Ja schuld in hun oogen. ofschoon het
eer. waarheid en trouw volgens ons be
duidt. Ga naar de deur, Evelyn, sla een
groote jas om, of je zoo uit bed kwam, of
op het punt was je daarheen te begeven.
Kom Lucille, we mogen geen tijd ver
liezen!
Met bemoedigenden handdruk verliet
lady Lee ijlings de bibliotheek, met het
kind achter zich. Nauwelijks waren zij op
haar kamer of een doordringender aan
maning kwam zoowel van den voorkant
als van den achterkant van de Abbey,
terwijl de deur. die naar de vertrekken
van het personeel voerde, bijna ingestoo-
ten werd.
Lucille was juist in bed gestapt, toen
mademoiselle Levrier zich oprichtte met
luiden alarmkreet in het Fransch. Toen
bedwong ze zich en vroeg in het Engelsch:
Wat gebeurt er Lucille? Hoor je dat
kloppen? Wie kan dat zijn?
De gouvernante maakte zich gereed op
te staan.
Ik denk, Mademoiselle, dat het weer de
soldaten zijn, die vanavond het huis al
doorzocht hebben.
O, die zullen ons vermoorden in onze
bedden!
Mademoiselle bleef nu enkel met haar
hoofd boven de dekens en trilde van
vrees.
Ik geloof niet, dat ze ons leed zullen
doen, Mademoiselle, antwoordde het kind.
Daar zal vader wel voor zorgen.
Wat kan sir Evelyn beginnen tegen
zoo velen?
Ik ben niet bang.
O, jullie Engelschen vat de dingen
ook zoo anders op! Zoohoe noem je
dat ook weer?zoo philosophise!)
Lucille schonk slechts half haar aan
dacht aan het gesprek, daar zij luisterde
de geluiden, die van beneden kwamen.
Ze hoorde de grendels van de groote
halldeur schuiven; den sleutel in het slot
steken; daarop volgde een onderhande
ling, waarbij zij duidelijk de stem van
haar vader onderscheidde, ferm en pro-
testeerend.
Toen werd overal in de Abbey het geluid
van voetstappen vernomen, van wapen
gekletter; hier tusschendoor aanwijzin
gen, dat het huishouden op de been was;
deuren die opengingen, dienstboden die
elkaar wat toeriepen. Lucille hoorde de
stem van Clarkson boven de andere uit,
blijkbaar orders gevend, die zij echter
niet verstond.
Mademoiselle Levrier was tot bedaren
gekomen; zoo af en toe kreunde ze nog,
of ze pijn had, maar ze liet geen duide
lijk gesproken woorden hooren.
Na enkele minuten ging de deur van
haar kamer open; een stoere man in een
voudig rijpak, met laarzen tot aan de
dijen en met een lantaarn in de rechter
hand, nam met zijn gestalte geheel de
opening, van de deur in beslag; achter
hem en over zijn schouder kon Lucille het
gelaat van haar vader zien, met vermoei
de en hoogst-bezorgde uitdrukking.
Hier slapen er twee. sir, sprak hij, ons
eenig kind en haar gouvernante. U zult
ze v/el niet noodeloos schrik aanjagen.
Kinderen, jaag ik geen schrik aan,
maar mijn zending moet ik volbrengen; ik
ben Gods dienaar bij de uitvoering van
het plan om het kroost van den tiran te
verdelgen.
Deze woorden werden door den stoeren
man gesproken, meer of hij een vergade
ring toesprak, dan dat ze uit zijn eigen
gemoed opwelden.
(Wordt vervolgd)s