Burgemeester Wap over Zoeterwoude. EEN LEVEN OM EEN LEVEN 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 December 1931 Derde Blad No. 22018 FAILLISSEMENTEN. RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. X Sombere tijden voor het Boerenbedrijf. X De toekomst onzeker! De heer Wap, burgemeester der gemeente Zoeterwoude in zijn werkkamer op het Raadhuis. RECLAME. Slechts één kwartier gaans van Leiden ligt het kortgeleden gerestaureerde Raad huis der gemeente Zoeterwoude, waar Bur gemeester Wap reeds sinds verscheidene jaren zetelt. Wij melden ons bij hem aan en betreden de tiende Burgemeesterskamer, alweder om er eens polshoogte te nemen omtrent den toestand der gemeente. Wij zitten spoedig gewikkeld in een druk gesprek over gemeentelijke financiën, cijfers worden genoemd en de hoofdzaak kan al snel gedistelleerd worden. m Hoewel onze financieele toestand niet ongunstig is, aldus de heer Wap. beschik ken wij op het oogenblik tcoh niet over te ruime kasmiddelen. Zulks vloeit echter voort uit de omstandigheid, dat wij tame lijk veel kosten hadden, o.a. tengevolge van de verbouwing van het Raadhuis, het aan leggen van nieuwe wegen, brugverbetering enz. Ongeveer f. 35.000 ging hiermee ge paard, die geheel betaald zijn uit de ge wone middelen. Binnenkort zullen wij een leening moeten sluiten, doch ik heb geen angst, dat wij daarin niet zullen slagen. De financieele toekomst mijner gemeente hangt voor een zeer groot deel af van de gang van zaken in het land- en tuinbouw bedrijf, waarvan onze inwoners uitge- zondert degenen die in enkele fabrieken werken geheel afhankelijk zijn. Voor de tuinders, de landbouwers en vee houders ziet het er op het oogenblik helaas al héél ongunstig uit: behalve lagere prij zen, is tevens de opbrengst der gewassen de oogst minder geweest; ook de resul taten van het veehoudersbedrijf bewegen zich in dalende richting. Ik zal U daarvan eens eenige frappante voorbeelden mededeelen: Tusschen Maart 1929 en Maart 1930 be droeg de prijs der melk hier gemiddeld 6 3/4 tot 10 cent per liter voor de industrie; 8—11 3/4 cent per liter voor de consumptie. Van Maart 1930 tot Maart 1931 luidden deze cijfers gemiddeld 5 3/47'/2 cent per liter voor de industrie en 8 1/49'/j cent voor de comsumptie. Thans is de gemid delde prijs: voor de industrie 5 cent, voor de comsumptie 7 cent. Nog sterker spreken de volgende cijfers.- Prijzen der varkens (biggen van 7 we ken) 1929 gem. f. 18—23; 1930 f. 18 en 1931 f. 5 per stuk. Vette varkens: 1929 gem. per pond 40 cent, 1930 28 cent en 1931 19 cent. Weide koeien: Inkoopsprijs 1929 f. 240, verkoopprijs f. 350; 1930 inkoop f. 250 ver koop f. 320 en 1931 inkoop f. 275, verkoop gemiddeldf. 240. Deze cijfers zeggen veel; Uziet er de ge weldige achteruitgang der opbrengst dui delijk uit. Het tuindersbedrijf is zoo goed als niet meer loonend: verschillende tuinders zijn er dan ook reeds maar mee uitgescheden U heeft gezien, met welke verliezen ook de veehouders te kampen hebbenHet boerenbedrijf oefent zeer veel invloed op onze inkomsten uit; de toekomst kan ik dan ook niet anders als somber voor Zoe terwoude inzien. Wij mogen natuurlijk de hoop op een ommekeer echter niet opge ven Een troost is evenwel, dat de begrooting 1932 nog sluitend gemaakt kon worden, ondanks de lage belastingen (slechts 30 opcenten op de fondsbelasting). Een geluk is tevens, dat onze fabrieken (cement, areocreten, en aardewerk) allen op volle capaciteit werken. Er zijn plusminus 66 werkeloozen, waarvan echter slechts 5 echte crisis- en voorts 23 seizoenwerkeloo- zen. Een 20 tal hunner is te werk gesteld bij het wegenonderhoud, waaraan hier bijzon dere zorg besteed moet worden. Mijn gemeente die uit twee deelen be-, staat n.l. Zoeterwoude dorp en Zoeter woude Hooge Rijndijk, wordt doorsneden door 22 K.M. grintweg. De ieder jaar weer noodzakelijke reparaties beteekenen vooi ons een zeer zware uitgaaf, het zijn z.g. „tertiaire wegen" en U weet: Rijk en Pro vincie geven daarvoor geen subsidie. Het toenemende autoverkeer stelt daar enboven steeds zwaardere eischen! Een steunregeling is hier vastgesteld: in tegenstelling met andere jaren is door den Raad besloten in plaats van bonnen in natura geld beschikbaar te stellen. Een Commissie van 5 leden uit den Raad is belast met de toepassing dezer steunrege ling en verleent op de beste wijze, die mo gelijk is, bijstand. De subsidie van het Rijk werd door ons niet. aanvaard, daar die re geling alleen voor de „crisisworkeloozen" v. toepassing is en zooals ik U reeds zeide daarvan zijn er hier maar zeer weinig. Ook ik kan verklaren dat in mijn ge meente de salarissen der ambtenaren niet aan den hoogen kant zijn: daarenboven in ons personeel getal ter secretarie niet overdadig. Er werken hier slechts 2 amb tenaren, 2 volontairs en 1 bode. En dat, terwijl er toch veel werk te doen valt, mede in verband met de uitgebreidheid der ge meente: het is wel een uur a 5 kwartier loopen van het eene deel naar h et andere. Nu kom ik vanzelf op hetgeen mijn ambt genoot uit Leiderdorp zeide, omtrent een samenvoeging van het gedeelte Hooge Rijndijk met genoemde gem. Zoeterwoude H. Rijndijk ressorteert niet onder 't „ver afgelegen" dorp Zoeterwoude, doch vormt daarmee zoowel uit historisch als geogra- phisch oogpunt één geheel. De bewoners van den Hooge Rijndijk zijn in meerder heid Roomsch Katholiek en behooren tot de Parochie „Meerburg", welke gelegen is onder Zoeterwoude. De Protestanten aan den Hooge Rijndijk behooren echter ker kelijk tot Leiderdorp. Hieruit zal U dus blijken, dat de bewering als zouden de bewoners van den Hooge Rijndijk feitelijk al tot Leiderdorp behooren slechts voor een gedeelte juist is. Overigens kan ik U nog opmerken, dat de bewoners van den Hooge Rijndijk zich zeer zeker niet unaniem Lei derdorpers gevoelen, getuige de in 1921 naar voren gekomen protesten, die tenge volge hebben gehad, dat de gevraagde an nexatie van dat gedeelte der gemeente werd afgewend. Het lijkt mij wel zeer wenschelijk,. dat U hierop nog even den nadruk legt De conclusie, die wij uit de woorden van Burgemeester Wap mochten trekken, kon wat betreft de financieele positie zijner gemeente, nog gelukkig tot tevredenheid stemmen! Wat de toekomst aangaat' alle bespiegelingen daarover lijken ons op dit oogenblik, waarin de gansche wereld zich in een geweldige impasse bevindt, vrij nut teloos Een groot bezwaar voor Zoeter woude lijkt ons natuurlijk het grootendeels afhankelijk zijn van het boerenbedrijf, dat tegenwoordig wel een buitengewoon zware inzinking doormaakt! Over het geheele land gaan noodkreten uit boeren- en tuinderskringen op! Dat de nood van de boerenstand hoog is gestegen, is een waarheid, die nu wel overal blijkt doorgedrongen, ondanks het feit dat boe ren dikwijls óók klaagden in den tijd toen daarvoor weinig reden was. Het „boeren klagen altijd" heeft nog langen tijd op geld gedaan en dat wel zeer in hun nadeel. Nu zijn er voor hen echter werkelijk uiterst donkere dagen aangebroken! Wij hopen, dat de tijden spoedig zullen veran deren, in het bijzonder voor de Zoeter- woudsche boeren die blijkens de woorden van burgemeester Wap van de crisis zoo veel te lijden hebben. Nog eenigen tijd vertoefden wij in de eenvoudige, doch practisch ingerichte Bur gemeesterskamer en vernamen nog, dat het den heer Wap te Zoeterwoude uitste kend bevalt. „Wel gaat het hier soms minder gemoede lijk toe dan in mijn vorige gemeente Nibixwoud waar wij tijdens de raads vergaderingen. die niet langer dan tot negen uur duurden, gezellig de ouderwet- sche lange Goudsche pijp opstaken, maar over het algemeen is de verhouding tus schen allen toch goed, aldus de Burge meester. Moge de heer Wap die in Februari 12 jaar te Zoeterwoude woont, in 1932 zijn 12'/. jubileum onder gunstiger omstandig heden vieren,-dan zulks nu het geval zou kunnen zijn! In gezelschap van den ijverigen secreta ris den heer Smeets bezichtigden wij nog het Raadhuis en mochten het groote nut der aangebrachte verbeteringen en uit breidingen constateeren. Wij verlieten ook dit vriendelijke, vredig en welvarend uitziende, dorpje met de wensch, dat de innerlijke toestand zich weer spoedig zal mogen aanpassen aan den nog uiterlijk voorspoedigen schijn! Uitgesproken: J. v. d. Plas, koopman en handelaar in radioartikelen, Katwijk aan Zee, Meerburgstraat 30. R-c. jhr. mr. Th. W. C. Calkoen. cur. mr. J. W. L. M. Ram- bonnet, Leiden. J. Pielanen. koopman Leiden, Haarlem merstraat 197. R-c. mr. G. H. B. van den Boom, cur. F. K. Reysenbach, de Haan Leiden. In de week van 2126 December zijn in Nederland uitgesproken 41 faillissementen. RECLAME. LAKEROL SMOKERS PASTILLES Speciaal voor Roo- kers gemaakt. - 't Verzacht en ver- ill e koelt in keel en >^"1 j mond. En tóch is de XV smaak zoo pikant! En zoo koel! Lakerol word/ alleen verkocht door erkende Apothekers on Drogisten. Groote doos (blik) 50 ct. Kleine doos (carton) 30 ct. Lakerol „Smokers" Pastilles 30 ct. p. d. VOOR DONDERDAG 31 DECEMBER. Hilversum, 298 M. Uitsl. AVRO-Uitzen- ding 8.00: Gramofoonpl. 10.00: Mor genwijding 10.15: Gramofoonpl. 10.30 Voorlezing uit „De Gouvernante" yan Stefan Zweig 11.00: Orgelconcert door Frans Hasselaar. Sophie Haase-Pieneman (zangi 12.00: Concert door het Winkels Trio 1.00: Max Tak: „Operette-compo nisten" 1.30—2.30: Vervolg Trio-concert 3.00: Uit „Pschorr", Rotterdam: Dans muziek door John van Bruck and his Boys 4.00: Ziekenuurtje 5.00: Omroepor kest o. 1. v. Nico Treep 7.009.00: VPRO 9.00: Kovacs Lajos en zijn Band (re freinzang: Bob Scholte) 9.3010.30: Ra dio-Revue door Nono. M. m. v. Mevrouw Esther De BoerVan Rijk 10.30: Kovacs Lajos (vervolg). Prof. dr. J. Slotemaker de Bruine 11.55—12.30: Nieuwjaarswen- schen 12.30—1.30. Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. 8.00—9.15 KRO., 10.00 NCRV., 11.00—2.00 KRO. Hierna NCRV. 8 00—9.15 en 10.00: Gramofoonpl. 10.15: Ziekendienst 10.45—11.30: Gramofoon platen 11.30: Godsd. Halfuurtje 12.15 Concert KRO-Orkest o. 1. v. J. Gerritsen - 2.00: Handwerkcursus 3.00: Gramofoon- piaten 3.15: Vrouwenhalfuurtje 4.00: Ziekenuurtje 5.00: Cursus handenarbeid v. d. jeugd 5.45: Cello-recital door L. Werner. Aan den vleugel: mevr. H. Wer nerStuiver 6.45: Gramofoonpl. 6.50: Kerkdienst vanuit de Groote Kerk te Den Haag. Hierna tot 10.00: Concert NCRV.- Kleinorkest o. 1. v. P. v. d. Hurk. O.a. In leiding „Messias", Handel 10.00: Oude- jaarsrede door mr. A. v. d. Deure 10.30: Gramofoonpl. 10.35: Vaz Dias 10.45 1100: Concert. Gem. Solistenkwartet m. m. v. M. E. Bouwmeester (orgel) 11.00: De laatste loodjes, die het lichtst we gen 11.30: Vervolg concert 11.45: Uren, dagen, maanden, jaren 11.52: Jaarsluiting door mr. A. v. d. Deure 12.00: Koraal: Nun danket alle Gott 0.051.00: Nieuwjaarswensch en Gramo foonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35: Morgenwij ding 11.05: Lezing 12.20: Orgelcon cert Reg. Foort 1.20: Gramofoonpl. 1.35: Orkestconcert o. 1. v. Bridge 2.20— 3.20: Sonatenconcert (piano en viool) 3.20: Kerkdienst 4.05: Roy Fox en zijn Band 4 50: Grosvenor House orkest 5.35: Kinderuur 6.20: Berichten 6.50: 968 Liederen van Strausz 7.10, 7.30 en 7.50: Lezing 8.20: BBC licht-orkest o. 1. v. Lewis. M. m. v. Hely-Hutchinson (piano). 0.a. Uit „Le roi s'amuse", Delibes 9.20: Berichten 9.40: Lezing 9.55: Vaude ville-programma. O.a. Jack Payne's BBC. Dansorkest 10.50: Dansmuziek Jack Payne 11.20: „Account rendered", Jaar overzicht 12.05. Epiloog 12.35: Jack Paynes' Dansorkest 1051.20: Grand Good Night. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05, 12 50. 1.25, 7.20: Gramofoonpl. 8.20: Vroolijk halfuurtje 9.05: „Faust", Gou nod. (Gramofoonpl.). Leiding: H. Btisser. Hierna tot 2.20: Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.25-7.20, 10.40 12.10: Gramofoonpl. 12.251.50: Con cert o. 1 v. Wolf 4.205.20: Concert m. m. v. Solisten 7.208.45: Berliner Phil- harmoniker o. I. v. Bruno Seidler-Winkler. M. m. v. Marcel Wittrisch (tenor) en W. Kempff (piano). O.a. uit „Tooverfluit", Mozart 9.2011.20: Concert door orkest en alle solisten van de Werag o. 1. v. Kühn 11.20—1.20: Zang en Dans. Groot en Klein Werag-orkest m. m. v. Solisten, o. 1. v. Kühn en Pensis. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20: Con cert uit Palace-Hotfl 2.504.50: Radio orkest o. 1. v. E. Reesen 7.208.00: Ra dio-orkest o. 1. v. Gröndahl. Oude Deen- sche Muziek 8.208.35: Liederen 8.35: Deensche Volksdansen 8.55: Jaar overzicht 9.35: L Preils Dansorkest 9.55: Vroolijke voordracht 10.40: Dans muziek 11.10' Nieuwjaarswenschen 11 251.20: Vervolg Dansmuziek. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35 2.05Gramofoonpl. 5.20: Concert Om roeporkest 6.20: Gramofoonpl. 8.20: Concert Omroeporkest. O.a. Egypt, ballet uit „Ai'da", Verdi 9.20: Vervolg concert. O.a. Slavische Dansen, Dvorak. 338 M.: 12.35—2.05: Gramofoonpl. 5.20: Concert Omroeporkest 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Concert. O.a. Ouvert. Mireille, Gounod 9.20: Vervolg Concert. O.a. Florentiner- marsch, Fucik 10.2012.20: Gramofoon platen (ook voor 508 M.) Rome. 441 M. 8.20: Operette „Libellen- tanz". Lchar. Olv. A. Paoletti. Zeesen, 1635 M. 7.20: Het Berlijnsch Philharm. orkest o. I. v. Seidler-Winkler 8.15: Pianoconcert d-moll. K V. 466, Mozart (prof. W. Kempff en orkest) 3.50: Toe spraak door president Von Hindenburg 920: Radio-Potpourri 10.20: 9de Sym- phonie, Beethoven (solisten, koor en or kest) 11.40—1.20; Dansmuziek. Naar het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A. H. 8) Lucille zat op den grond, met het hoofd van haar vader op haar schoot; het leek haar dat hij stervende was; dat zij heel dicht bij de groote smart haars levens stond. Dien avond, al voor den tweeden keer, werd het karakter van het kind ge vormd in dien smeltkroes, waaruit de schoonste vormen komen voor hen, die geschikt zijn, om beter te worden door de ervaring. Zij had tranen in de oogen, die haai* langs de wangen biggelden; maar of die voor haarzelve, of voor haar vader of moeder waren, zou ze niet hebben kun nen zeggen. Sir Evelyn lag heel stil. nauwelijks ademhalend, uitgeput door zijn' pas-door stane ziekte, en met een gelaat, dat bij het lamplicht doodsbleek en verwilderd leek. Aan den eenen kant van den hall was een groote haard, waarin blokken werden gestookt die overdag op haardijzers rust ten; ze smeulden nog en zouden af en toe een vlammetje, of een bleuwe rookko lom naar boven, naar den open schoor steen. De wind blies ze dan terug, zoodat Lucille het smeulend hout kon ruiken. En wanneer haar later die lucht ooit trof, riep deze tegelijk bij haar op de herinne ring aan de gebeurtenissen van dien avond. Na wat haar een langen tijd, maar wat in werkelijkheid maar enkele minuten wa ren, verscheen lady Lee weer. Zij droeg een Venetiaansch glas, gevuld met robijn rood vocht, een zeldzame, oude wijnsoort. Nu ondersteunde zij de schouders van sir Evelyn en liet hem drinken. Hij kwam bijna dadelijk bij en kreeg weer kleur op het gelaat. Nu ben ik weer beter, zei, hij. Het. kwam zoo plotseling over mij, zonder eenige waarschuwing. Lady Lucille keek angstig rond, of zijn stem de anderen in huis toch niet wek ken zou en hen doen vermoeden, dat er iets gaande was. Kom. fluisterde zij, drink nog wat; dan gaan wij naar de bibliotheek; dat is veiliger, dan hier te praten. Sir Evelyn deed. gelijk hem verzocht werd. Hij dronk het glas geheel leeg. Daarna kon hij weer opstaan en alle drie gingen ze toen naar de bibliotheek, ter wijl lady Lee de deur achter hen sloot. Je hadt allang moeten slapen, Lu cille, zei ze. Ik heb het geprobeerd, moeder. Maar hoe zou dat nu ook eigenlijk kunnen?. Ik wist immers, dat Vader in gevaar ver keerde Sir Evelyn was in een grooten stoel gaan zitten, blij dat hij zijn pijnlijke leden eens rust kon gunnen. Hij nam de hand van het kind in de zijne, terwijl zij naast hem stond. Je bent een goed, lief dochtertje en eens zal je een goed vrouw zijn, als je moeder. Lady Lee knielde aan zijn andere zijde. Hoe is het afgeloopen? vroeg zij. Alles is goed gegaan, wij hebben nie mand gezien. Ik zette zijn majesteit en lord Milton over de rivier, terwijl wij den wind achter hadden. Ze bedankten mij met warmte; voor paarden was gezorgd: een man hield ze in gereedheid, onder de boomen van Copley Wood. Hij beweer de, landman te zijn, maar gaf door zijn houding blijk, van hoogeren stand te wezen. Ze wenschten mij vaarwel, en ik sprak een bede uit voor hun veiligheid; dan reden ze weg in de duisternis, in oos telijke richting, naar de kust. Ik bid tot God, dat ze niet opgehou den worden, zei lady Lee. Sir - Evelyn boog het hoofd en ant woordde: In vele harten in Engeland zal van avond datzelfde gebed oprijzen. En toch vlucht de koning, sprak lady Lee droef. Ja, maar hij zal zijn rechten herkrij gen, daar ben ik zeker van. Het volk zal niet zoo dwaas 'blijven! Na een pauze ging sir Evelyn voort: Het was de terugtocht, die mij zoo veel kwaad deed; het was een ware strijd tegen den wind, die mij een eind van de landingsplaats terugsloeg; mijn krachten zijn niet meer wat ze waren; dat heb ik tot mijn schade ondervonden. Die zullen ook weer terugkeeren, man. Hij keek haai* in de oogen. Wat een liefderijke levensgezellin ben je toch, Marjorie! Je hebt mij altijd wij zen raad en moed geschonken, wanneer ik die noodig had. Stil! Wat is dat? riep lady Evelyn, of schoon ze het zeer goed wist. Het kwam wéér. een luid, aanhoudend kloppen op de groote halldeur. Allerlei gedachten schoten hun door het brein: Karei met zijn metgezel? Maar neen, dit was toch onmogelijk, ze konden niet teruggekeerd zijn over den Avon, daar er mijlen ver geen andere boot be schikbaar was. dan die, behoorende aan de Abbey. De tweede theorie was waarschijnlijker; een troep verkenners voor de vluchtelin gen, misschien zelfs de terugkeer van degenen, die er reeds geweest waren, mis schien ook een andere troep, met dezelfde bedoeling. Op dit kritike oogenblik was het de ge vatheid van vrouwe Marjorie, die hun te hulp kwam. Dat kloppen zal het huishouden bin nen enkele minuten op de been brengen; Lucille en ik moeten onmiddellijk naar bed gaan: als wij zoo laat nog op waren, zou dit achterdocht wekken, of liever, zekerheid van schuld. Schuld! herhaalde sir Evelyn, die zich niet vereenigen kon met de keuze van dit woord. Ja schuld in hun oogen. ofschoon het eer. waarheid en trouw volgens ons be duidt. Ga naar de deur, Evelyn, sla een groote jas om, of je zoo uit bed kwam, of op het punt was je daarheen te begeven. Kom Lucille, we mogen geen tijd ver liezen! Met bemoedigenden handdruk verliet lady Lee ijlings de bibliotheek, met het kind achter zich. Nauwelijks waren zij op haar kamer of een doordringender aan maning kwam zoowel van den voorkant als van den achterkant van de Abbey, terwijl de deur. die naar de vertrekken van het personeel voerde, bijna ingestoo- ten werd. Lucille was juist in bed gestapt, toen mademoiselle Levrier zich oprichtte met luiden alarmkreet in het Fransch. Toen bedwong ze zich en vroeg in het Engelsch: Wat gebeurt er Lucille? Hoor je dat kloppen? Wie kan dat zijn? De gouvernante maakte zich gereed op te staan. Ik denk, Mademoiselle, dat het weer de soldaten zijn, die vanavond het huis al doorzocht hebben. O, die zullen ons vermoorden in onze bedden! Mademoiselle bleef nu enkel met haar hoofd boven de dekens en trilde van vrees. Ik geloof niet, dat ze ons leed zullen doen, Mademoiselle, antwoordde het kind. Daar zal vader wel voor zorgen. Wat kan sir Evelyn beginnen tegen zoo velen? Ik ben niet bang. O, jullie Engelschen vat de dingen ook zoo anders op! Zoohoe noem je dat ook weer?zoo philosophise!) Lucille schonk slechts half haar aan dacht aan het gesprek, daar zij luisterde de geluiden, die van beneden kwamen. Ze hoorde de grendels van de groote halldeur schuiven; den sleutel in het slot steken; daarop volgde een onderhande ling, waarbij zij duidelijk de stem van haar vader onderscheidde, ferm en pro- testeerend. Toen werd overal in de Abbey het geluid van voetstappen vernomen, van wapen gekletter; hier tusschendoor aanwijzin gen, dat het huishouden op de been was; deuren die opengingen, dienstboden die elkaar wat toeriepen. Lucille hoorde de stem van Clarkson boven de andere uit, blijkbaar orders gevend, die zij echter niet verstond. Mademoiselle Levrier was tot bedaren gekomen; zoo af en toe kreunde ze nog, of ze pijn had, maar ze liet geen duide lijk gesproken woorden hooren. Na enkele minuten ging de deur van haar kamer open; een stoere man in een voudig rijpak, met laarzen tot aan de dijen en met een lantaarn in de rechter hand, nam met zijn gestalte geheel de opening, van de deur in beslag; achter hem en over zijn schouder kon Lucille het gelaat van haar vader zien, met vermoei de en hoogst-bezorgde uitdrukking. Hier slapen er twee. sir, sprak hij, ons eenig kind en haar gouvernante. U zult ze v/el niet noodeloos schrik aanjagen. Kinderen, jaag ik geen schrik aan, maar mijn zending moet ik volbrengen; ik ben Gods dienaar bij de uitvoering van het plan om het kroost van den tiran te verdelgen. Deze woorden werden door den stoeren man gesproken, meer of hij een vergade ring toesprak, dan dat ze uit zijn eigen gemoed opwelden. (Wordt vervolgd)s

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9