72*fe Jaargang VRIJDAG 18 DECEMBER 1931 No. 22010 72«te Jaargang Donderdag 17 December 1931 No. 50 HET NEEFJE UIT INDIE IN DEN WINTER Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAG BLAD rv a DfA n \;aad irmrw cm AiffiTDPWM r nrnfï rt'i door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. 15) Hoofdstuk XV. Slot. Jaap en do tweelingen bezocnten nu al weer ruim een jaar de H.B.S. Het drietal was met mooie rapporten overgegaan en bad in het afgeloopen jaar flink gewerkt, maar gelukkig was er nog genoeg tijd over gebleven om pret te maken en dit hadden ze in hun vrije uren dan ook flink gedaan. En nu telde de jeugd de dagen, welke er nog verloopen moesten, vóór de boot met Jaap s ouders en de kleine Jenneke zou aankomen. De tijd, die eerst zoo heel, heel veral geleken had, kromp langzaam in, maar... het was ook hier: de laatste lood jes wegen het zwaarst, want de laatste weken en vooral de laatste dagen schenen om te. kruipen en toch had elk uur precies zestig minuten en geen enkele seconde meer Jaap zou met Oom Leo zijn familie in Amsterdam van de boot halen. Even scheen bli Paula de oude afgunst boven te willen Konier. en haar de vraag voor te houden: „Waarom mag Jaap alleen mee?" Maar in bel volgend oogenb'ik vond zij dit zóó na tuurlijk. dat zij het niet eens de moeite wanrr' oordeelde voor zlchzelve die vraag te beantwoorden. Gelukkig had Jaap vrij gekregen van den Directeur op dezen gewichtigen dag en hoe wel hij 's morgens veel te vroeg wakker was brak eindelijk toch het oogenblik aan, waarop hij mocht opstaan. Tante zorgde ervoor, dat hij flink ont beet. Jaap zelf vond dit minder noodig, doch schikte zich in het onvermijdelijke. Eindelijk, eindelijk brak dan toch het oogenblik aan, waarop hij met Oom Leo van huis ging. Dit was het begin. En Jaap had onderweg afleiding genoeg om hem door deze laatste uren heen te helpen. Terwijl de gedachten der tweelingen tel kens naar Jaap afdwaalden en hem op zijn reis volgden, naderden de reizigers hun liestemming. Gelukkig hoefden Oom Leo en Jaap niet lang op de boot te wachten, daar deze slechts eer half uurtje later aankwam dan berekend was. Dear zagen zij dan de groote boot uit Indië aankomen! Eerst konden zij natuur lijk geen der passagiers herkennen, 't Was oen gewuif en gezwaai van de boot en den wol, maar plotseling, even vóór de boot stil lag, hoorde Jaap met forsche stem zijn naam roepen en keek hij in het vTOolijke gezicht van zijn vader. Moeder stond naast hem te wuiven. Maar waar was de kleine Jenny? Het duurde nog even, vóór zij elkaar kon den bereiken, maar toen was ,t ook heer lijk en werd alle wachten vergeten! Moeder bad Jenneke uit de hut gehaald en op haar arm genom: Het kleine ding klapte in do bandjes van plezier en vleide haar kopje zóó liet tegen de wang van den grooten iongen aan, dat Jaap haar eens even knuf felen moest. „En wat zeg je van je zusje?" vroeg Vader na de eerste kennismaking. »»'t Is oen dot!'' riep Jaap met stralende °ogen uit. „Maak haar maar niet ijdel!" zei Moeder lachend. „Mag mag ik haar eens vasthouden, heei even maar?" vroeg Jaap. Dat mocht. Met een kleur van verrukking én inspanning hield Jaap zijn zusje vast, lachte tegen haar, kriebelde haar over de armpjes en in het halsje en gaf haar eindelijk weer aan Moeder over. „Ze is zwaar!" zei hij trotsch. ,.Ja, onze Jenneke is een stevig meisej", zei Moeder. „Maar haar groote broer is ook flink geworden. En wat is hij gegroeid! Ik geloof, Jaap, dat ik je niet herkend zou hebben, als je niet bij Oom Leo gestaan hadt! Dit oogenblik was haar belooning voor het offer, dat zij ongeveer twee jaar ge leden gebracht had, toen zij het bes'uit nam: haar jongen naar Holland te sturen. Hoe flink en sterk zag hij er nu uit! Oom Leo had zich bij de eerste begroe ting wat ter zijde gehouden, doch daarna zijn familie hartelijk verwelkomd. Ook hij was vol bewondering over het kleine nichtje. De reis in den trein werd een onvergete lijke. Jaap mocht tusschen Vader en Moe der in 2itten, terwijl hij toch ook naast Jenneke zat, die een plaatsje op Moeders schoot gevonden had. Op eens tooverde Jaap uit zijn jaszak een rol Droste flikken, welke hij van zijn eigen zakgeld bekostigd had. Hij gaf die aan zijn zusje en het kleine ding liet een blij „ta-ta!" hooren. „Ze mag er wel ééntje hebben," zei Moeder terwijl zij de rol voorzichtig open maakte en haar een flik gaf. „Hier Jaap, proef jij ze zelf ook eensl" liet Moeder er op volgen. Even aarzelde Jaap. De flikken zouden wel erg lekker zijn, maarze waren toch voor zijn kleine zus bestemd! „Toe maar, Jaap!" hield Moeder aan. „Onz: Jenneke moet al vroeg leeren an deren wa* mee te geven". Jaap liet zich door deze woorden over reden en had schik in het dankbare ge zichtje van het kleine ding, dat al heel goeo scheen te begrijpen, dat ze bij elkaar hoorden. Toer de familie even na vieren op haar bestemming kwam, stonden Tante Rita en de tweelingen de laatsten met platge drukte neuzen al vóór het raam te wachten op de gasten, die beginnen zou den me bij de familie van Gangelen hun intrek te nemen. De voordeur slond dan ook al wijd open, vóór Oom en Tante uit de taxi gestapt waren. In triomf haalden Tante Rita en de tweelingen de familie uit Indië binnen. Na de eerste begroeting was ieder vol lof over het kleine ding, dat heelemaal niet verlegen was en met haar onafscheidelijk speelgoed beestje, het konijntje van Pirn, speelde alsof ze zich niets van haar heele nieuwe omgeving aantrok. „Jullie x>gt haar wel even op schoot hebben", zei mevrouw van Heuven, „maar niet te lang en ook niet te dikwijls, want we doen al ons best onze kleine pop niet te verwennen". Paula vond het wel jammer, maar genoot van het korte oogenblik, waarin ze Jenneke op schoot mocht hebban en het kleine ding tegen haar lachte. „Ze praat en loopt nog niet, maar lachen hoeft ze al heel gauw gedaanvertelde Oom Karei vol trots „Ik geloof, dat ze een zonnige natuur heeft". „Ze is ons zonnetje, het zonnetje van HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging. H. j. Plantfeber, Apothekersdijk 6, Lei den. Dames- en heerenkappersbedrijf, winkel in parfumerieën. Uittredende eigenaar: H. J. Plantfeber, Lelden, dd. 29 Juli 1931. Nieuwe eigenaar: H. J. Claus, echtge- noote van N. J. Plantfeber. Leiden (H.V.) Nieuwe gevolm.: N. J. Plantfeber, Lei den. Opheffing: Joh. Rietbroek Jr., Alkemade, Roelof- arendsveen B 502. Zaadhandel. een lezing met lichtbeelden over ..Het lied van de klok," van Schiller. Nadat de voorzitter allen bedankt had voor de medewerking, en het doen slagen van den prettigen avond, sloot hij deze bijeenkomst. ARM GEBROKEN. Vader, Moeder en Jaap!" zei de moeder van het kleine ding nu. „En van ons!' riep Paula zóó overtuigd uit, dat Tante Jenny er lachend aan toe voegde: „Natuurlijk! Ze is toch ook van jullie!" „Wat een schat is Tante Jenny", dacht Paula. „Bijna net zoo lief als Moeder!" Toen Jenneke dien avond in haar bedje lag en heel wat liefhebbende familieleden haar goedennacht gewenscht hadden, moch ten Jaap en do tweelingen natuurlijk nog wat opblijven, Jaap zelfs het allerlangst. Wat had hij veel aan zijn ouders te ver tellen! Er scheen geen eind aan te zullen komen. „En nu morgen de rest!" zei Moeder, ter wijl zij haar *rooten jongen een nacht kus gaf. 't Was laat geworden en de tweelingen sliepen al, toen Jaap boven kwam. Vlug kleedde hij zien uit,. Hij had van allerlei om over na te denken vóór hij ins iep. Veel prettigs was dat, maar het prettigst vond hij toch, dat Moeder hem „een echten held" genoemd had en Vader hem verzekerd had, trotsch op zijn grooten zoon te zijn. En nu zouden ze altijd bij elkaar blijven: Vader, Moeder, Jenneke en hij. Dat was toch het aller allermooiste van dezen onvergetelijken dag! EINDE. (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. 't Is winter. Voor mijn stille woning, Niet ver van bosschen en van veld, Daar zit een rijtje gele meesjes In kale boomen opgesteld. Die meesjes het gebeurt heel echt, hoor Voer 'k apennootjes eiken dag. Zij kwamen steeds met d'anderen kijken, Of er lets van hun gading lag. De and're vogels: vinken, musschen, Roodborstjes zag ik soms er bij! Genieten van 't gestrooide maaltje. Maar geen van allen is zoo vrij. Als 't meezenvolkje. Zij toch komen, Als 'k op mijn hand een nootje leg, Voorzichtig, zachtjes aangevlogen En halen vlug het nootje weg. De kleine, fijne trippelpootjes, Die zetten op mijn hand zich neer. De meesjes pikken met hun snavel Het nootje weg, doen 't keer op keer! En als ik het gevederd volkje Een enkel keertje soms vergeet, Dan fladd'ren steeds zij voor mijn venster. Wat in hun duid'dlljk taaltje heet: Wil alsjeblieft ons weer wat geven! Zoon lekker nootje smaakt zoo goed. Wij vogeltjes zijn dankbaar steeds voor Wat mensch of kind toch voor ons doet! (Nadruk verboden). o PRIJS DEZER COURANT® «iden per 3 maanden f.2.35, per weekf.0.18 Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 per post f.2.35 portokosten. iMEESTER X)P. Weyden, die Iden benoemd ieente Nieuw- jn dan ook ingen te zien, era soms toch etuige b.v. de n in Spaken- gave van het jen. Ook mo ei worden ge- i zendtoren to sch boven de de prachtige .•scamp en het ir het kinder- de' vele d aar- men van bin- !an denken we de klokken, de zoo goed ge- >p haar verder ïs voorspellen, iziek. m geluidsfilm, ■aren klokken- trechters zien groot, maar ezen zwijgen- vig zijn toege- let altijd. Wat •ar wel als er ?kondigd wor- 's verjaardag), iets heel an- ropagandafilm oordeeld wor- ers willen na- n. hoe het zoo ge studio toe van hun om- 'n daarin is de met een kort .rbij hij er nog is een groote hebben te ge- eer Van Wee- indeel had in avond en een C.R.V. beëin- spraak. dat de heer an de heer S. gedeelte ver met het zin- rcht is onze Bouwman. ÏTEAVOND. De 19-jarige wielrijdster. mej. B. W. W. kwam gisteravond in de Waardstraat in botsing tengevolge waarvan zij haar rech terarm brak. Ter verbinding werd mej. W. door den G. H. D. naar het Academisch Ziekenhuis vervoerd. met de aanwezigen op te wekken tot 'n eendrachtig samenwerken opdat de om roep met den Bijbel moge groeien en bloeien. Een propaganda-film. Wat moeten we er dus van zeggen? 't Is een film, die er zijn mag. Goede projectie, vele geslaagde beelden, waarbij de natuur niet werd voorbij geloopen en waardoor de film vooral als tolk van „pas torale" gevoelens aan velen bevrediging heeft gegeven. Allerlei aardige details wijzen er op dat aan de samenstelling veel zorg is besteed en men gepoogd heeft de propaganda niet te veel te doen domineeren. Natuurlijk is het echter toch. zooals ge zegd, een propaganda-film. De film is hier s gisteren een vaarop ds. L. r „Vroomheid r noemde als iet gevoel van jh aan God en het van God Aan alle ge- ig vooraf: de mensch. die alle gevoel van band verloren heeft, kan niet blijde zijn. Daarom is de overgave conditie voor het geluk. Hij on derscheidt een actieve en een passieve overgave. De passieve noemt hij ontvanke^ lijkheid. de actieve teekent hij als de toe wijding. Het openstaan van den mensch voor het mooie en het goede in de wereld en in het leven is de eerste voorwaarde voor zijn levensvreugde. Hij heeft zich in te schakelen en af te stemmen op de vele kleine zegeningen van zijn weg. Wel zal juist de ontvankelijke mensch ook sterker lijden, omdat hij natuurlijk ook voor het droeve en het donkere open staat, maar zijn leed wordt opgelost in een hoogere vreugde, doordat de actieve zijde van zijn overgave, de toewijding, de smart in Gods BINNENLAND. De begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen door de Tweede Kamer aangenomen. (Parlementair Overzicht 3e Blad). Burgemeester De Vlugt over de crisis- lasten van Amsterdam. (Binnenland 2a Blad). De Nederiandsch-Belgische handel en de contigenteering. (Binnenland, 2e Blad). Diefstal in een juwelierswinkel te Rot terdam. (Gemengd, 2e Blad). Op den Scheveningschen weg te Den Haag is gisteravond een Franschman door onbekenden beroofd en bewusteloos in het struikgewas gegooid. (Laatste Berichten, le Blad) BUITENLAND. De economische besprekingen. (Bultenl, le Blad). De prijzencontrole in Duitschland. (Bui- tenl., le Blad). Weer een nederlaag der Fransche regee ring. (Buitenl., le Blad). Amnestie in Lithanen verleend. (Tel,, le Blad). wereld zoekt te verzachten en het kwaad te overwinnen. De vrome mensch heeft be hoefte, om over de grenzen van zijn eigen hart heen te leven, omdat hij ln zijn gemeenschapsbesef lief en leed der wereld en zelfs haar schuld voelt als de zijne. Spreker teekent hierna de beteekenis van den strijd en van den arbeid voor onze levensvreugde en toont aan, hoe deze vreugde kan bestaan ondanks het dikwijls vruchtelooze van den strijd en het mis lukken van den arbeid. De mensch heeft hiervoor twee dingen noodig: werkelijkheidsbesef en eeuwig heidsbesef Tenslotte is de roeping van den mensch niet gelegen in het ontvangen en het smaken van vreugde, maar in het scheppen en het zijn van een vreugde. Spreker eindigt met te wijzen op de be teekenis van concentratie bij het volbren gen van deze taak: wij moeten de opgave van ons leven niet zoeken in de breedte maar in de diepte, niet in het vele en het verre ep het verscheidene, maar ln het enkele en het nabije. Ons leven moet als een brandglas zijn. dat de opgevangen zonnestralen vereenigt in één punt, één klein maar glanzend, gloeiend punt. Die zon is God. Alleen de dubbele overgave aan Hem geeft de echte levensvreugde: de hemel in het hart. Mevrouw Van LeeuwenDe Paauw zong met orgel- en cello-begeleiding van de heeren Van den Berg en Riedel het „Panis angehcus" van César Franck en ..Selig sind die Verfolgung leiden" uit „Der Evan- gelimann" van Kienzl. Na een orgelsolo van den organist der gemeente zong het kerkkoor twee liederen. In de pauze werd door de aanwezigen na een korte toelich ting van ds. Bonga druk geteekend op de lijsten, die zullen worden aangeboden aan de Ontwapeningsconferentie te Genève. De voorzitter van den kerkeraad, de heer P. A. Hibma, bracht ln zijn slotwoord dank aan allen, die aan den welgeslaagden avond hadden meegewerkt. Geslaagd voor het examen Boekhou den, afgenomen door de Federatie van Handels- en Kantoorbedienden-vereeni- gingen te Amsterdam, de heer C. de Haas, leerling van den heer J. A. Christlaanse. Bij het gehouden examen der H.C.V. zijn geslaagd voor costumière de dames J. Beenakker (Alphen) en A. Wenseluis (Leimuiden); voor Coupeuze Cl. Lepelaar en A. de Munnik (Koudekerk), alle leer lingen van mej. A. J. Leget. Belangstellenden deelen wij mede dat hedenavond in een der zalen van „Con cordia" de trekking plaats vindt van de jubileum-loterij der Leidsche Dilettanten club. In de Paul Krugerstraat kwam gister avond een personen-auto uit Gouda, be stuurd door den heer J. A. de B. in aan rijding met een vracht-auto bestuurd door H. H. uit Zoeterwoude. De personen-auto werd ernstig beschadigd. De Commissaris van Politie alhier verzoekt allen, die op Vrijdag, 20 Novem ber 1.1. des namiddags te ongeveer 12.15 uur getuige zijn geweest van een vecht partij tusschen 2 mannen op de Jan van Houtbrug alhier, waarbij één der mannen een been brak. zich zoo spoedig mogelijk tot het geven van inlichtingen te vervoe gen op het bureau van politie. Zonneveld straat alhier (afdeeling recherche).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1