Humor uit het Buitenland. STRENGE WINTERS. RADIO-PROGRAMMA. een „ÜL dacht datu Qeregd had. da» het een goeie waakhond was? Nou. is ie dat dan niet' ~hW/arau,bA19 J"et: Vannacht heeft ie -oo hard geblaft, dat de inbrekers gekomen hebban9330 zonder dat wii ze gehoord (Humorist). fcffll la onze recora-pessimist Beweert nat ae men* schen net volgend Jaar over 1931 zullen praten als over dien goeden ouden tijd." .(Judge), Serieus propagandist: „Kan Ik u voor onze beweging interesseeren? Voor hervorming van de mannenkleeding. Met u." (Humorist). DE OORZAAK. De regenjas, die ik verleden week bij u kocht. Is erg gekrompen. Waarom trekt n haar dan ook aan als het regent? T O E KC MST-MOGEUjKHEDENd Heb nog even geduld. Heve. Je ontbijt Is al onderweg I (Judge.) Wat Is het voor weer. Marle? Ik kan het niet zien, meneer, vanwege den mist. (Pile Mile). SU- LA 'ffl.-. J „De dokter heeft m|jn vrouw het koken vSfBodS*! „Is ze dan ziek". „Nee, lk ben het». (Buen Humor). en John Law werd ter dood veroordeeld. Hoewel de koning hem gratie schonk, pro beerde de familie van Wilson al het mogelijke om John Law te straffen. Een jaar later werd Law, de grootste avonturier van zijn tijd in de Tower gevangen gezet. Dank zij zijn vele invloedrijke vrienden kon hij op romantische wijze uit de gevangenis ontsnappen en hij vluchtte naar Holland. Hij kwam in Holland zonder een cent op zak en hij zag er allesbehalve elegant uit. Maar zoo gaat het met menschen van zijn slag na een paar weken was hij weer zoo rijk en bekend als vroeger in Londen. Door spelen en handige specu laties aan de beurs was hij spoedig in het bezit van een groot vermogen. Zijn voortdurende bezigheid met geld deed Law beseffen, dat het toentertijd gebruikelijke omslachtige verzenden van edele metalen vooi het betalen van groote sommen, kracht en tiid verspilde en bovendien zeer ge vaarlijk was. Hij kwam toen op het idee bij groote transacties papier in plaats van gelei te gebruiken. In 1705 raadde Law zijn noodlijdende vaderland Schotland het instellen van pa piergeld aan. Als dekking zouden grond stukken dienen. Ook bij de Fransche regee ring kwam hij met voorstellen, maar men stond wantrouwend tegenover dezen avon turier. Ernst Philip van Orleans riep Law na den dood van Lodewijk XIV aan het hof en den 2den Mei 1716 gaf de Fransche regeering den genialen avonturier toe stemming een eigen circulatiebank op te richten. Deze onderneming had zooveel succes, dat Law reeds na een paar maanden 7 pet. dividend kon uitkeeren. Twee jaar later werd de bank van Law, Fransche Staats bank; er was toen papiergeld ter waarde van drie millioen francs in omloop. Dit succes maakte Law overmoedig. Hij wilde de bereikte resultaten nog meer op- driiven. Het was hem niet voldoende, dat aan de bankbiljetten de voorkeur werd gegeven boven goud en zilver. Hij richtte de „Mi7sis'ppi-Maat?chappij" op en animeerde het publiek aandeelen te koopen. Spoedig werden de aandeelen verhandeld voor het twintigvoudige van de oorspronkelijke waarde. Vier iaar later is John Law, de buiten- landsche avonturier, Fransch minister van financiën. Maar kort daarop kwam de om wenteling. De „Missisippi-Maatschappij" kwam in moeilijkheden en de wantrouwige aandeelhouders bestormden de staatsbank; de kracht was onvermijdelijk. In October van het zelfde jaar werd het bankpapier uit den omloop genomen en zijn uitvinder moest vluchten voor de woede van zijn crediteuren en Van het geheele volk. Zeven jaren later stierf hij, een onbekende in Venetië. DE POLITIE GRIJPT IN. In de Ouverture „Leonore" komt een trompetsolo voor, die drie maal herhaald wordt en „achten de schermen" moet worden gespeeld. „U zult toch op tijd beginnen te blazen?" vraagt de gastdirigent den trompettist, voor deze zich terugtrekt. „Daar hoeft niet bang voor te zijn" antwoord deze en hij poneert zich voor den ingang van de orkestruimte. De eerste trompetsolo wordt op het juiste oogenblik en meesterlijk geblazen.. De tweede solo begint goed, gaat echter over in een zwak gesteun en eindigt met een smartelijken kreet van den metalen mond. De derde solo blijft geheel en al achterwege. Na de uitvoering raast en tiert de gastdirigent achter de coulissen. De doodsbleeke trompetter storttert: „De politie, het was de politie!" En dat was waar: het was de schuld van den agent. Toen de trompetter de tweede solo begon te blazen stond er plotseling, als uit de aarde ontsproten, de dienstdoende politie agent, voor den trompettist. De agent ont rukte hem de trompet en brulde: „Heb je ooit zooiets gezien? Hoor je dan niet, dat daar binnen gespeeld wordt, stom meling?' De agent verdween met de trompet om verde--3 stoornis te voorkomen. In dezen tijd van het jaar komt men mij dikwijls vragen of er kans is op een kouden winter of niet. Natuurlijk moet ik op die vraag altijd het antwoord schuldig blijven, want de meteorologie kent nog geen grond slagen voor een voorspelling van het karakter van den komenden winter. Het is echter welk merkwaardig, dat vele menschen dan maar zelf een voorspelling maken en dan zeggen: we zullen wel weer geen kouden winter krijgen, want zulke ouderwetsche ijswinters komen tegenwoordig niet meer voor. Deze meening is niet juist en berust op geen enkelen grond. Immers, wanneer men aan de hand der statistiek nagaat hoe dikwijls in vroeger eeuwen strenge winters voorkwamen en hoe vaak zij nu nog terugkeeren, ziet men, dat er geen sprake van is, dat in vroeger eeuwen de strenge winters kort achter elkaar vielen en dat zij tegenwoordig geheel uitblijven. De winter 1928/29 is daar als een voorbeeld van een strengen winter in den zin als men bedoelt wanneer men van ouderwetsche ijswinters spreekt en tusschen dezen winter en den npg bij velen in herinnering ge bleven winter 1890/91 ligt die van 1916/17, die veel yorst en ijs bracht en die van 1895, die een periode van strenge vorst gedurende drie weken van einde Januari tot half Februari bracht. Er is eer Age jaren geleden door nu wijlen dr. C. Easton een onderzoek in gesteld naar het voorkomen van strenge winters in de laatste eeuwen. Dit onderzoek heeft aangetoond, dat strenge winters in ons land (in aansluiting met een groot deel van Midden- en West-Europa) met een zekere periodiciteit voorkomen. Easton vond dat telkens na verloop van een tijdperk van 89 jaren de kans op twee strenge winters dicht achter elkaar grooter is dan in h'et midden van dat tijdperk Bovendien kan de 89-jarige periode verdeeld worden in vier van ongeveer 22 jaren, in elk waar van een periodieke schommeling van de kansen op een strengen winter voorkomt. De winter 1890/91 zou in dat systeem zeer goed passen. Als grondslag voor eene winter-voor- spelling zou deze statistiek niet kunnen dienen, maar men kan er wel uit afleiden, dat ook nu nog strenge winters kunnen voorkomen. De periode is echter zoo lang (immers langer dan een menschenleven) dat een aantal menschen de kans loopen nooit een zeer kouden winter mede te maken, wanneer hun levenstijdperk midden tusschen het begin en het einde der 89- jange periode verloopt. Ook liggen tusschen tweo op normale tijdstippen voorkomende strenge winters wel zooveel jaren, dat bij d tweede, die men beleeft, de her innering aan de eerste sterk ver bleekt is. Ik meen mei deze weinige feiten te kun nen volstaan om de onjuistheid van de meening: strenge winters komen tegenwoor dig niet meer voor, te weerleggen en daarvoor in de plaats de meer juiste op vatting te zetten: strenge winters komen in one lang nog wel, maar evenals in vroegere eeuwen, betrekkelijk zelden voor. Voor mij ligt een aardig dagboek, door een zekeren Servaas Bomme, een inwoner van Middelburg, vanaf het jaar 1794 tot 1821 bijgehouden, waarin alle strenge winters, die gedurende dat tijdperk voor kwamen, door hem werden aangeteekend. Aan di af dagboek ontleen ik de volgende feiten: 15 Déc. 1794 begon de vorst in dien winter met matige vorst, die den 23sten strenger werd met temperaturen van 18—14 graden Fahrenheit en harden Oosten wind. 27 December was het al weer uit, maar 15 Januari viel weer een vorstperiode in, die 26 Januari eindigde. Laagste temperatuur 9 gr. F. Wij zouden met deze twee vorst perioden tegenwoordig zoo'n winter niet zoo erg streng vinden, maar Bomme spreekt toch nu en dan van „felle vorst". Maar hij had in den winter 1788/89 (waarvan zijn vader Bastiaan Bomme aanteekening had gehouden) een zeer beruchte strenge win ter, de zee voor Domburg „geheel vol Ijs" gezien en wist dus wel wat strenge vorst was. De volgende koude winter was 1798 en bracht ais laagste temepratuur 8 gr. F. in de vorstperiode 23 Dec.—6 Januari, maar daar bleef het vrijwel bij. Merkwaardig is de volgende opmerking bij den winter 1799/1800: „Men dagt toen (n.l. in Dec.) niet aan een harde winter, alzo de vorige zo streng geweest zijnde, wat zeer zeld zaam is, er twee jaaren agten den anderen harde winter zijn". In die dagen meende men dus reeds dat strenge winters zeer weinig voorkomen. Maar de vorst begon 16 Dec. en duurde tot ^ongeveer Nieuwjaar. In 1802 bracht Januari een lichte vorst periode van 16 dagen. De winter 1802/1803 was „lang en koud". (Ik tel 37 dagen, waar op vorrt meest lichte voorkwam. Verleden jaar hadden wij 67 dagen met verst). Daarna vermeldt hij geen enkele strenge winter meer tot 1821, behalve in dat jaar toen er nog veel vorstdagen tot einde Februari voorkwamen (laagste temp. 7 gr. F. op 31 Januari). Alzóo in het tijdperk 1788—1821 (34 jaren) slechts twee strenge winters, die echter de ons bekende winters van 1890/91 en 1928/29 niét overtroffen, noch in aantal vorstdagen, noch in laagste temperaturen. Men ziet ook uit dit dagboek, dat in dien tijd de eigenlijke strenge winters zeldzaam waren. Wanneer wij echter zouden willen vast houden aan de meening, dat in vroegere eeuwen de winters over het algemeen kou der waren dan tegenwoordig, zouden wij daarbij een verstrekkende consequentie moeten aanvaarden. Het zou n.l. beteekenen, dat in het gedeelte van Europa en waarschijnlijk ook ver daarbuiten geheel andere klimatolo gische omstandigheden dan thans over- neerschend waren. De consequentie kan door een leek, die geen juist inzicht heeft in de oorzaken van een stren gen winter, gemakkelijk worden aanvaard maar de meteoroloog moet daarbij toch wei even achter de ooren krabben. Hoe dan die ingekankerde meening over de strenge winters te verklaren? Ik houd; hel ervoor dat hierbij omstandigheden in het spel zijn, die niets met meteorologie en klimatologie te maken hebben. In het bovengenoemde dagboek trof ik eenige malen de opmerking aan: „maar den inkt op het comptoir nog niet bevroren". Dat wijst op een omstandigheid, die van veel gewicht moet zijn geweest bij den indruk dien een kouden winter maakte, een indruk, die natuurlijk zich afspiegelde in de beschrijvingen der strengste winters, waar bovendien meestal exacte tempera- tuur-waarnemingen ontbraken. Deze omstan digheid was, aat men vroeger niet be schikte over de technische hulpmiddelen, noodig voor verwarming c|er huizen en buitenshuis Jv ouden van de Vorst. Ook de onverwarmde diligences en rijtuigen deden op reis de vorst veel meer gevoelen dan onze verwarmde spoortreinen. Bij de be oordeeling van de strenge winters in vroe ger eeuwen moeten wij dus wel streng kritisch te werk gaan. In een volgend artikel hoop ik de oor zaken van en de meteorologische omstandig heden tijdens strenge vorstperiodes te be handelen, waaruit aan blijken kan dat het vraagstuk der strenge en zachte winters niet zoo eenvoudig is. C. N. (Nadruk verboden). VOOR ZONDAG 13 DECEMBER. Hilversum. 298 M. 8.15—10.00: VARA; 10.30—12.00: VPRO; 12.00—5.00: AVRO; 5.00—8.00: VARA: 8.00—12.00: AVRO. 8.15: Gymnastiekles 8.30: Esperanto- cursus 8.55: Voetbalnieuws 8.00: Tuinbouw-halfuurtje 9.25: VARA-varia 9.3010.00: Gramofoonplaten 10.30: Kerkdienst uit de Ned. Protestantenbond te Hilversum 12.00—1.00: Concert AVRO kamerorkest o. 1. v. L. Schmidt 1.00: Relspraatje over Spanje 1.302.00: Ver- ,volg Kamerorkest 2.00: Boekenhalf- uurtje 2.30: Concertgebouw-orkest o. 1. v. Dr. W. Mengelberg. Ania Dorfman (piano) 4.004.45: Hendrika van Tus- schenbroek-programma. Dameskoortje O. 1. v. Fré van Huffel. Piano Mevr. Dentz Went 4.45: Gramofoonpl. en Vaz Dlas 5.00: Kinderuur 6.00: Instrumentaal concert Amsterd. Solisten Kwintet, en Gramofoonpl. 6.45: VARA-tooneel. Spel „Geld" van M. Gold 7.308.00: Vervolg concert 8.00: Vaz Dias 8.158.45: Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. O.a. Im Zirkus, Armandola 8.45: Zang door Mevr. L. SandersHerzberg - 9.00: Praat je door W. Vogt 9.20: Vervolg Omroep orkest. Ged. „Grafin Mariza" Kalman 9.30: Zang, vervolg 9.45: Vervolg con cert, o.a. „Fledermaus", Strausz 10.30: Uit Scala Theater, den Haag: Oeral-ko- zakkenkoor 10.4512.00: Gramofoonpl. Huizen, 1875 M. 8.30: NCRV; 9.30: KRO; 5.00: NCRV; 7.45—11.00: KRO 8.30: Morgenwijding o. 1. v. Dr. J. H. Gun ning 9.30: Hoogmis uit het St. Dominl- kuscollege te Nijmegen 11.45: Midden standskwartiertje 12.00: Concert. Rus sisch balalaika-orkest o. 1. v. I. Schustow 1.30: Godsdienstonderricht 2.00: Gra- mofoon 2.10: Causerie over Bllderdljk 2a30: KRO-orkest o. 1. v. J. Gerritsen 4.15: Ziekenlof 5.00: Gewijde muziek 5.20: Kerkdienst vanuit de Geref. Kerk te Delfzijl Hierna tot 7.45: zang. Geref. Gem. Zangvereen. „Crescendo" o. 1. v. Idema 7.45: Voetbaluitslagen 7.50 10.20: Vanuit Keulen: Operette „Das Hol- landweibchen" v. Kalman. Dirigent Kühn Regie: Anheisser. In de pauze Vaz Dias en Gramofoon. Daventry, 1554 M. 10.50—11.05: Tijd sein, berichten 3.20: Kerk-cantate No. 159, Bach 4.20: Orkestconcert o. 1. v. C. Stewart (alt) 5.35: Adila Fachiri (viool) en K. Long (plano) 6.20—6.40: Kinder uur 8.15: St. Marttn-In-The-Fields Kerk dienst 9.05: Llefdadigheldsoproep 9.10: Berichten: 9.25: Albert Sandler en zijn orkest. Thea Philips (sopraan). O. a. „Flnlandia", Sibelius en selectie uit de werken van Schubert 10.50: Epiloog. Parijs, 1725 M. 8.05: Gramofoonplaten 12.50: Orgelconcert 1.20, 2.20 en 4.20: Gramofoonplaten 5.20: Concert sym- phonle-orkest Parijs o. 1. v. Pierre Mon- teux, o.a. 1ste symphonle, Beethoven 8.20: Gramofoonplaten 9.05: idem 9.20: Comedie-uitzending 9.40: Gramo- foonplatenconcert. Langenberg, 473 M. 6.207.50: Or kestconcert 10.50: Bach-cantate 12.201.50: Orkestconcert '3.505.20: Orkestconcert 6.507.50: „Prinz Ligo- jans Brautfahrt", Kindertooneel 7.50: „Das Hollandweibchen", operette van Kal man. Hierna tot 11.20: Dansmuziek. Kaiundborg, 1153 M. 12201.20: Mo- gens Hansens orkest 1.201.50: Gramo foonpl. 2.454.20: Orkest en solisten concert o. L v. E. Reesen 7.208.05: Uit de Deensche Oprt. De kleine Prinses" Orkest en solisten 8.05: Blijspel 8.50 Piano-soli door France Ellegaard 9.30 10.20: Orkest en solistenconcert o.a. uit .Maskerade" Op. v'. Nielsen Hierna dansmuziek. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35 2.05: DansmuMek 5.20: Concert Om roeporkest 6.20: Gramofoonpl. 8.20: Gramofoonpl. o.a. „Verkaufte Braut", Smetana 8.45: Gramofoonpl. 8.50: Dubois-herdenklng m. m. v. het Omroep orkest 338 M.: 12.35—2.05: Gramofoon platen 5.20: Orkestconcert 6.20: Gramofoonpl. 8.20: Opera's Judith" van Honnegger en „Les yeux clos" van E. d'Albert. Rome, 441 M. 8.20: Gevarieerd con cert. Tevens comedie-uitzending ,o.a. uit „Die Walkiire" van Richard Wagner. Zeesen, 1635 M. 7.05: Populaire mu ziek door de kapel Ilja Livschakow 7.50 Zie Huizen 9.35: Berichten en hierna tot 11.50: dansmuziek door Hans Schind- ler en zijn orkest. Intermezzo: Gramo- foonplatenverslag van de Ijshockey-wed- strljd Ottawa-Canada en Berliner Schlitt- schuhklub. VOOR MAANDAG 14 DECEMBER. Hilversum, 298 M. Algemeen Programma verzorgd door de VARA. 6.457.00 en 7.307.45: Gymnastiek. 8.00: Gramo foonpl. 10.00Morgenwijding VPRO. 10.15Voordracht door Mlnny Erfmann. 10.30: Concert door het Trio Pro Arte. 11.00: Voordracht, 11.15: Vervolg Con cert. 11.45: Voordracht. 12.00: Con cert VARA-septet en Gramofoonpl. 1.(5 Pauze. 2.15: Martien Beversluis be spreekt „Manden Permijs" 3.00: Piano- recital door Theja Schwartz. 3.30: Gra mofoonpl. 4.30Kindervertellingen. - 5.00: Concert Trio W. Drukker en Graüo- foonpl. 6.40: Philosofisch praatje <ta Leo Frank. 7.00: Paedagogisch concert o.l.v. P. liggers. 8.00: P.T.T.-Ultzending, 8.15: Vanuiit Haarlem: Concert. „Stem des Volks", VARA-orkest, m.m.v. H. Nie- land (orgel), G. Dekker (sopraan), M. i, d. Spoel (alt), P. Zwager (tenor), O. Cou perus (bariton). Leiding: A. Krelage. 0.a, Orgelconcert F-dur, Handel. 9.00: Le- Mng door Martien Beversluis. 9.20: Ver volg Concert: „Der Tod Jesu", oratorium van C. H. Graun. 10.30: Vaz Dias. - 105.40: Piano-recital door Fritz Pfeiffer, Hierna Gramofoonpl. tot 12.00. Huizen, 1875 M. Ultsl. NCRV-Ultzending. 8.00: Schriftlezing. 8.159.45: Gra mofoonpl. 10.30: Ziekendienst. 11.00; Chrè Leotuur door mej. Doyen. 11.30 12.30Gramofoonpl. 12.30: Orgelconcert door Jan Zwart. 1.45: Gramofoonpl. 2.00: Uitzending voor scholen. 2.35 3.15Causerie over Kamerplanten. 3.15 —3.45: Gramofoonpl. 4.00: Zlekenuur, 5.00: Chr. Llederenuurtje door Joh. de Heer. 6.00: Gramofoonpl. 6.15: Ver- teluurtje voor Jongeren. 6.45: Causerie door H. Amelink. 7.00: Engelsche les. 7.45: Ned. Ohn Persbureau. 8.00: BacK Weihnachts-Oratorlum door de Chr. Orat, Vereenlging te Hilversum ol.v, J. Wage naar. M.m.v solisten en het Utr. Sted. Or kest. C.a. 9.05—9.25: Gramofoonpl. 10.30: Vaz Dias. 10.40: Gramofoonpl. Daventry, 1554 M. 10.35: Morgenwij ding. 12.20: B.Richmond (sopraan) en het Eileen Wright Trio. 1.20: Commodore Grand Orkest. 2.202.50: Gramofoonpl. 4.20: Mochetto en zün orkest. 5.351 Kinderuur. 6.20: berichten. 7.101 Boekbespreking. 7.30 en 7.50Lezing. 8.20: Varldté-programma. 9.20: Berich ten. 9.40: Causerie „Oorlog en Vrede". 10.00: Kamermuziek. Kwartet en Piano. O.a. Kwartet Hl, op 30. Tschaikowsky. 11.2012.20: Dansmuziek. Parijs, „Radio-Paris", 1725 M. 8.05; 12.50; 1.25: Gramofoonpl. 8.20: „Mara thon" van Dlvoire. 9.50: Gramofoonpl. O.a. Trio In g-moll, Schumann. Langenberg, 473 M. 6.25—7.20 en 11.35 12.10: GramofoonpL 12.251.50: Or kestconcert. H. Sasz (piano). 4.20—5.201 Orkestconcert. 7.209.00: Concert. We- rag-orkest o.l.v. Pensis. O.a. 2de Rhapso- die, Liszt. 9.35: Berichten en hierna tot 11.20: Dansmuziek. Kaiundborg. 1153 M. 11.20—1.20: Con cert uit Hotel Angleterre. 2.50—4.50: Concert Radio-orkest od.v. Reesen. 7.20 38.20: Muzikale voordracht (gramofoon platen). 9.351.20: Feest van de Ver. der Revue-scltrijveTs. Mrn.v. orkest en sty listen. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35-— 2.05: Gramofoonpl. 5.20: Dansmuziek. 6.20 en 6.50: Gramofoonpl. O"5' Viool- en Pianosonates van Beethoven. 9.50: DansmuMek. 338 M.: 12.352.05.' Gramofoonpl. 5.20: Gramofoonpl. - 6.50: Dito. 8.20: Dansmuziek. Guus ik" loof en zijn Dansorkest. 9.20: Concert door de Augustijnen. Rome, 441 M. 8.20: Dichte folkloris tische muziek. Zeesen, 1635 M. 7.20: Concert oW Gerhard Maasz. 8.05: Concert oi.v. "s" car Fried. O.a. Symphonic fantastic Berlioz, 9.40: Berichten. Hierna_ poPu' laire en dansmuziek door het Emdé-dans- orkest. M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 18