725fe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 12 December 1931
Vierde Blad
No. 22005
i Buitenl. Weekoverzicht.
FEUILLETON.
Het Kostbare Meesterstukje
UIT RUSLAND.
Dr H.NANNING's
HAEMOFFERRIN
BRIEVEN UIT BERLIJN.
BELANGRIJKE MOMENTEN.
Brüning;.
Een belangrijke week ligt achter ons;
zeer, zeer belangrijke besluiten zijn geno
men. Maar de gevolgen moeten worden
afgewacht. In de eerste plaats is door de
regeering Erüning in den vorm van een
vierde noodverordening het Duitsche volk
weinig minder dan onder een soort cura-
teele gesteld. Uitvoerig heeft men in ons
Wad kunnen lezen, hoezeer de jongste
verordening ingrijpt in het economische
leven van onze Oosterburen. Het is een
van bovenaf gedecreteerde verlaging over
de gansche linie. Het is een zware ver
antwoordelijkheid, die de Duitsche regee
ring door deze dictatorale maatregelen op
zich neemt, ontzaglijk zwaar, doch aan
den anderen kant moet men den moed be
wonderen, deze rigoureuse stappen te dur
ven doorzetten in de overtuiging van het
landsbelang! Enkele weken .geleden schre
ven wij, dat Brüning vocht voor zijn poli
tiek leven, deze geste bevestigt dit wel
allerduidelijkst, hoewel op het eerste ge
zicht het lijkt, aisof Brüning harakiri
pleegt. Het is immers bekend, hoe de
Duitsche rijkskanselier niet steunt op 'n
meerderheid in het parlement, afhankelijk
is van den „goodwill" der socialisten en
economische partij. Laten zij hem in den
steek, dan is in den Rijksdag zijn lot be
zegeld! Beide genoemde partijen verkee-
ren in het ongunstige geval, resp. door
links en rechts te worden „afgevreten"
en deze omstandigheid is gewoonlijk wei
nig geschikt voor zuiver verstandelijke
besluitenToch schijnt Brüning nog
vrij gerust te mogen zijn ten aanzien van
hun lijdelijken steun, daar aan den ande
ren kant 'n nog gevaarlijker gevaar dreigt:
Hitier. Het is merkwaardig, hoe deze zich
roert als aanstaand overwinnaar; de inter
views in dezen geest volgen elkaar snel
op; afgezanten worden gezonden naar
Londen en Rome Het is Hitier imd kein
Ende!
Telkens doen de verkiezingsuitslagen
maar al te zeer zien, dat de nationaal-
socialisten werkelijk reden hebben voor
hun arrogantie; hun stormloop blijft on
rustbarend groeien en de stroom schijnt
niet te stuiten. Toch waagt Bröning het,
zich in den weg te plaatsen daarvan en
nog wel met zulke, de massa afstootende,
ruw ingrijpende maatregelen
De laatste troef is hiermede door den
Rijkskanselier uitgespeeld in de buitenl.
politiek. Zonder hulp van buiten kan
Duitschland zich niet redden, de jongste
noodverordening ten spijt. Inwendig kan
het krachtig ingrijpen wellicht baat ge
ven, uitwendig niet. Eischt men nakomen
der verplichtingen der verdragen en rege
lingen dan staat Duitschland voor het
faillietDe Duitsche regeering is ge
gaan tpt. de uiterste limiet; wil het bui-
tenlano cu niet te hulp komen, dan is
het geb-tird.
Ongetwijfeld mag men daarin ook de
groote beteekenis zien van Brüning's
jongste optreden. Het buitenland heeft nu
te beslissen. Duitschland heeft gedaan,
wat het kon, misschien al meer dan het
kon. Weigering komt geheel op rekening
van het buitenland!
Dit het Engelsch door mej. C. M. G. de W.
52)
Matthljs Maris kon haar op het oogen-
blik niets schelen. Plotseling barstte ze
weer in tranen uit.
Ik nam je beet. Ik bedroog je met
dat schilderstuk.
Die goede, beste jongen deed al weer
zijn best haar gedachten op iets anders te
vestigen. Maar het was niet mogelijk.
Je hebt het mij gegeven, nietwaar,
omdat je dacht dat ik er verrukt van
was. Maar dat was volstrekt niet zoo. Het
ding kon mij niets schelen, geen zier. Ik
zag er het mooie niet van in.
Daar stond hij als een toonbeeld van
verslagenheid maar hij moest luisteren.
Waarom denk je dat ik dat deed?
Dat zal ik je.zeggen Ik had Oom Si boo
ten praten met één van zijn klanten. Je
herinnert je zeker nog wel dat gekke,
kromme mannetje, met een gebreide
houtiante en een bruinen flambaard, dien
*k altijd „de Vos" noemde? Eens op een
morgen jij was niet thuis bood hij
or Oom Si vijf pond voor en Oom Si zei
dat het veel meer waard was. Daarom
besloot tk er beslag op te leggen als ik
kon, voordat Oom Si het van jou kreeg.
Daarop ben ik begonnen het op te heme-
'on en je In den waan te brengen dat ik
er allerlei wonderlijk mooie dingen in zag
'h toch zag ik er niet meer moois in dan
m dat monster. Dit zeggende, wees zij op
den Hoodoo.
Willem maakte een geluid als van een
ktnk. Julie hoorde het. En in dat oogen
ous van ongelukkige krankzinnigheid
besloot zij zich zelve niets te besparen.
41 wilde zich zelve precies vertoonen,
De beslissende vraag, wat men daar zal
doen. is helaas, nog niet in gunstigen zin
te beantwoorden. Duitschland heeft den
steun van Engeland en Italië, doch het
standpunt van Frankrijk geeft den door
slag. Veel belovend is het Fransche optre
den niet, gelet op de houding, aangeno
men op de juist bijeengekomen deskun
digen-conferentie te Bazel van de Bank
voor Internationale Betalingen, of afge
kort B.I.B. Frankrijk blijft zweren bij het
Young-plan, dat Duitschland niet nako
men kan.
Te hopen is, dat Frankrijk, geïsoleerd
als het staat, langzaam zal willen wijken
voor den aandrang der anderen; ook in
eigen belang, want een ineenstorting van
Duitschland zal ook Frankrijk meesleuren,
haar gunstige positie van het oogenblik
ten spijt.
Op Amerika heeft Europa voorloopig niet
te rekenen. In de eerste plaats zucht men
daar eveneens onder de gevolgen der cri
sis in niet mindere mate, zoodat Hoover
in zijn boodschap aan het Congres het
volk ontstemmende nieuwe belastingen
heeft móeten aankondigen, doch in de
tweede plaats, al stond men er daar floris-
santer voor, er is geen lust Europa te
steunen, zoolang men in ons oude wereld
deel niet wil luisteren naar de stem van
het verstand. Speciaal slaat dat op ont
wapening. Milliarden worden nog jaarlijks
aan Mars geofferd, daar aan den roep
aar ontwapening geen gevolg wordt ge
geven. Milliarden worden weggeworpen
aan de meest onproductieve bestemming.
moet Amerika daarvoor in de bres sprin
gen? Dat in Amerika die vraag beslist
ontkennend wordt beantwoord, wie durft
dat kwalijk nemen?
Zelfs al zou Brüning in het parlement
verslagen worden, kan hij zich voorloopig
neg redden door Rijksdagontbinding, die
hij zelfs tweemaal kan toepassen, de
grondwet geeft daartoe de gelegenheid
maar dan moet in dat betrekkelijk kort
tijdsbestek Hitier tot staan gebracht, beter
gezegd tot den terugtocht worden genood
zaakt.
Besliste voorwaarde daarvoor is natuurlijk
dat de crisis tot staan wordt gebracht,
dat verbetering zich doet gelden. En dat
kan alleen, wanneer bereikt wordt, een
eendrachtig samengaanWie durft ei
op hopen, gelet óp den toenemenden
douane-strijd over de gansche linie? De
verbittering tegenover elkaar neemt met
den dag toe. Ministers reizen heen en weer
om te trachten voor hun land te redden,
wat te redden valt.mooie verklaringen
worden gepubliceerd, maar daden laten
op zich wachten.
Zoo is het aspect somber, zeer somber!
Ook wat betreft het conflict in het Verre
Oosten. De Volkenbondsraad, te Parijs in
bijzondere zitting btieen. is opnieuw terug
gedeinsd voor maatregelen van beteeke
nis en is uiteengegaan zonder het conflict
tot een oplossing te hebben gebracht. Men
is feitelijk teruggekeerd tot hetzelfde punt
als na de vorige zitting te Genève. Iedere
onverwachte gebeurlijkheid zal daarom 'n
nieuwe zitting noodzakelijk maken, waar
bij intusschen het prestige van den Vol
kenbondsraad in dalende lijn zich be
weegtDe kabinetswijziging in Japan
zal wel niet terzake invloed uitoefenen of
in slechten zin!
RECLAME.
20 Zambos Sigaretten 25 cents.
1144
De verwikkelingen in het Verre Oosten.
(Nadruk verboden).
De verwikkelingen in het Verre Oosten
worden steeds gecompliceerder en de
heer en te Parijs staan voor een moeilijk,
bijna onoplosbaar vraagstuk. En lukt het
hun zelfs een „oplossing" te vinden, d.w.z.
een formule, waarmede beide partijen be
reid zijn accoord te gaan, dan blijft nog
de grootste moeilijkheid over: hoe die for
mule te verwezenlijken? Alles wijst er
immers op, dat de Japansche regeering
niet meer de baas is, dat de almachtige
militaire partij haar eigerl wil doorzet en
de regeering voor de noodzakelijkheid
plaatst het optreden van de militairen
zooals zij was, zoodat de zweep haar
beter zou kunnen treffen.
Schoonheid is evenmin aan mij be
steed en beteekent evenveel voor mij als
dat ding daar. Alles wat je mij vertelt
over Hobbema's en Vermeer's en Cromes
en Marissen kunnen wij niets schelen. Zij
vervelen mij meer dan ik je zeggen kan.
Ik haat al die dingen daar. En ze wees op
al de meesterstukken, die in de Lange
Gallerij hingen. Ik haat ze. Ik haat ze.
Ziezoo, nu weet je wat een slechte en ge-
meene leugenaarster ik ben.
Willem kon het geluid van die vreemde
en verschrikkelijke woorden niet langer
aanhooren en hij wendde zich droevig af.
Het was of ze een ader van zijn hart had
den geopend. Nu herinnerde hij zich dien
kreet, die hem vervolgd had, nadat hij
haar den eersten keer in het ziekenhuis
bezocht had:
Ben ik krankzinnig? Ben ik evenals
Oom Si? Ben ik als de Hoodoo?
Arme ziel! Het stond niet aan hem een
oordeel over haar uit te spreken. Hij kon
alleen denken aan haar leed. En het was
wreed toen hij besefte hoe zij lijden moest.
Daarom komt het geld mij ook niet
toe. En daarom wil ik het niet hebben.
Ik gloei van schaamte als ik er aan denk.
Nu weet je hoe diep gezonken ik ben. Ik
hoop. dat je begrijpt hoe ik je bedro
gen heb.
Hij trachtte haar hand te vatten, maar
zij trok die woest terug. Zijn groote goed
heid was een reden om hem bijna te
haten.
HOOFDSTUK LXIÏ.
Op advies van juffrouw Babraham
plantten zij een mirtboompje in den kop
van het monster. Eenige dagen later werd
de Hoodoo in een geschikten hoek van den
Italiaanschen tuin gezet Hier op den rand
van een klein meertje had de plechtig
heid met den grootsten ernst plaats. Met
een kruiwagen werd hij getransporteerd,
goed te praten. In hoeverre de keizer van
Japan wel of niet achter het geheele
avontuur der Japansche generaals staat,
is niet met absolute zekerheid te zeggen,
hoewel alles er voor pleit, dat hij niet ge
heel vreemd aan de onderneming is. Ove
rigens staat het eveneens vast, dat de
verovering van Mandzjoerije in Japan po
pulair ls en dat verschillende kringen van
de Japansche maatschappij het avontuur
steunen.
Om de gebeurtenissen beter te kunnen
beoordeelen moet men de belangrijkste
feiten uit het verleden kennen. Mandzjoe
rije was oorspronelijk geen Chineesch land
Het was een streek buiten den grooten
muur, bewoond door de ruwe en oorlogs
zuchtige Mandzjoe's, een der Mongoolsche
volkeren van Oost-Azië. Langen tijd wist
China weerstand te bieden aan de aanval
len der Mandzjoe's maar ten slotte be
zweek het vreedzame China en de aan
voerder der Mandzjoe's besteeg den kei
zerlijken troon te Peking. Zoo ontstond de
laatste Chineesche dynastie, aan wier
regeering de Chineesche revolutie een
einde heeft gemaakt.
In den eersten tijd konden de Mandzjoe-
keizers zich handhaven alleen met behulp
van hun Mandzjoe-keurtroepen. De keizers
verboden daarom aan Chineesche boeren
Mandzjoerije te koloniseeren en aan de
Mandzjoe's den landbouw uit te oefenen:
de Mandzjoe's moesten veefokkers en ja
gers blijven en krijgers aan den keizer leve
ren. Maar de Chineesche boer bleek op
den duur sterker te zijn dan de Mandzjoe-
krijger: als de mieren drongen de boeren
Mandzjoerije binnen en de eene boeren-
fanza (hut) verrees na de andere. De
Mandzjoe-adel werd geleidelijk gewonnen
voor de Chineesche beschaving en de kei
zers werden ten slotte ook Chineezen. Zoo
heeft China ten slotte de overhand be
haald. De boer is ook in dit geval sterker
gebleken te zijn dan de krijger.
De onlusten in eigenlijk China werkten
de emigratie naar Mandzjoerije in de hand
en de vreedzame verovering van Mandzjoe
rije door den Chineeschen boer maakte
snelle vorderingen. De kolonisatie stuitte
echter op een moeilijkheid: de geweldige
afstanden en de afwezigheid van min of
meer bruikbare wegen maakten den uit
voer van groon onmogelijk, hetgeen een
snelle kolonisatie verhinderde. Op dat
oogenblik verscheen Rusland in het Verre
Oosten. De annexatie door Rusland van
het Amoer-gebied en de oprichting van
Russische steden vlak aan de grens van
China schiepen een afzetgebied voor het
graan der Chineesche boeren. Daarna heeft
Rusland in Mandzjoerije spoorwegen aan
gelegd, havens gebouwd, een goede admi
nistratie in het leven geroepen, rechtban
ken ingesteld, scholen opgericht. Dat
maakte een snelle kolonisatie van
Mandzjoejije mogelijk. De Russische mil
liarden, die naar Mandzjoerije stroomden,
maakten het land tot een welgestelde....
Chineesche provincie, waarvan de bevol
king met ongekende snelheid toenam. De
Russische occupatie was op deze wijze
voor Mandzjoerije en geheel China een
zegen, al lag dat niet in de bedoeling van
de Russische politici.
Na den ongelukkigen oorlog met Japan
moest Rusland het Zuiden van Mandsjoe-
rije aan Japan afstaan. Japan kreeg op
deze wijze spoorwegen, goed ingerichte
havens, steden enz. De bewering van de
Japanners, als zouden zij dat alles hebben
geschapen, is dus volkomen ongegrond, al
ontkennen wij niet. dat zij hun erfenis
hebben uitgebreid en goed georganiseerd.
In het Westen hoort men vaak de be
wering verkondigen als zou Japan in
Mandsjoerije een kolonisatiegebied zoeken
een streek waarheen het zijn overtollige
bevolking kan loozen. Dat is niet geheel
juist. Dat de Japanners zich in een snel
tempo vermenigvuldigen en hun eilanden
nu reeds overbevolkt zijn, is 'n vaststaand
feit, maar Mandsjoerije biedt reeds weinig
kolonisatie-mogelijkheden en de Chinees
heeft getoond een veel betere kolonist te
zijn dan de Japanner. Trouwens, zelfs in
Korea, waar de Japanners heer en mees
ter zijn en waarvan de Japansche koloni
satie reeds om politieke redenen zeer ge-
wenscht is. vordert die kolonisatie uiterst
langzaam. Mandsjoerije is dan ook voor
Jaoan niets anders dan een wineewest. een
land dat Japan van levensmiddelen, aller
lei grondstoffen e.d. moet voorzien en een
groot aantal Japansche ingenieurs, tech
nici e.d. aan goed betaalde baantjes moet
helpen. Daarbij is het vraagstuk van de
voedselvoorziening van Japan, dat reeds
lang niet meer in staat is zijn eigen be
volking te voeden, het allerbelangrijkst..
De natuur heeft het echter zoo inge-
gericht, dat het vruchtbaarste gedeelte
van Mandsjoerije juist in het Noorden
nadat de tuinman er een geschikte plaats
voor had in orde gemaakt, waarbij ook
Willem was behulpzaam geweest. Nadat
alles was afgeloopen en de tuinman en
zijn knecht waren vertrokken, ging Wil
lem en Julie onder een bloeienden linde
boom zitten. Zij waren vrij tevreden over
hun werk. Het was een heerlijke morgen.
De leeuwerikken vlogen rond in de hel
dere lucht. Meerlen en lijsters begonnen
te zingen en Julie dacht werkelijk dat ze
één keer een nachtegaal hoorde.
Heerlijk gaven ze zich over aan het ge
not van hun poëtische omgeving. Marme
ren beeldjes van boschgoden, een Cupido
met pijl en boog, vertoonden zich tus-
schen de struiken. Eindelijk verbrak Julie
de heerlijke stilte.
Je moet je jas aantrekken, zei ze
plotseling.
Maar zoo begon Willem, die
waarlijk gegraven en geschoffeld had met
een bepaald doel.
Julie wilde niet tegengesproken wor
den op dezen heerlijken 4ag.
Als je je jas niet aantrekt, zal je
kou vatten, zei ze op strengen toon.
Willem stond op en voldeed aan haar
verzoek. En terwijl hij daarmede bezig
was, kwam een vertrouwelijke opmerking
hem voor den geest, die Sir Arthur en
zijn dochter reeds meermalen gemaakt
hadden: juffrouw Gedge was zoo bijzon
der practisch van aard, ze zou een ideaal
vrouw wezen voor een artistiek man, een
schilder.
Wat de hoofdzaak betrof, het was min
der ongepast dan het scheen, want Wil
lem was onlangs wel tot de overtuiging
gekomen dat hij schilder zou worden; bij
wilde er zich op toeleggen. Terwijl hij die
jas aantrok, dacht hij aan de hooge hei
lige kunst, waaraan hij zijn leven had
gewijd. En verder herinnerde hij zich dat
hij een klein schetsboekje en een potlood
in zijn Jaszak gestoken had. Hij ging dus
zitten, haalde het boekje in plechtig stil
ligt, d.w.z. in de streek, die Japan nog
steeds als Russische „invloedsfeer" erkent.
Het lag dus voor de hand. dat 'n botsing
tusschen Japan en Rusland om het bezit
van Noord-Mandsjoerlje op den duur niet
zou kunnen uitblijven. Wij hebben dan
ook herhaaldelijk op dit gevaar gewezen.
Nu is dat gevaar grooter dan ooit tevoren.
Wat is de bedoeling der Japansche mi
litaire partij? Zij wil geheel Mandsjoerije
militair bezetten, het land daarna „onaf
hankelijk" verklaren, d.w.z. van China af
rukken en tot een vazalstaat van Japan
maken. Japan wil dus in Mandsjoerije het
zelfde doen. wat Duitschland in 1918 na-
gesreefd heeft met de instelling van een
„onafhankelijke" „Oekrajine. Daarbij heb
ben de Japanners geheel Mandsjoerije o-p
het oog, wellicht zijn zij van plan nog
andere gedeelten van China „onafhanke
lijk te maken." De militaire bezetting van
Mandsjoerije is tot nu toe zonder veel
moeilijkheden verricht, al hebben de Chi
neezen op onverwachte wijze meer tegen
stand geboden dan waarop de Japanners
gerekend hebben. Voor de instelling van
een „onafhankelijk" Chineesch bestuur in
de veroverde provincies hebben de Japan
ners echter hulp van Chineezen noodig.
Voorloopig verzetten de Chineesche poli
tici zich tegen het streven van Japan en
het is den Japanners nog niet gelukt, te
Moekden een uit Chineezen bestaande ge
westelijke regeering op te richten, die in
staat zou zijn de rol te vervullen, welke
de Japanners haar toedenken. Wat met
het zwaard bereikt kan worden, hebben
de Japanners zonder veel moeite bereikt,
maar het werk. dat daarna verricht moet
worden en dat van veel meer belang is dan
het werk der vechtjassen, wil niet vlotten.
Intusschen wekt het opdringen der Ja
panners naar het Noorden in Rusland
veel onrust. De „Izwestia", het orgaan van
de sovjet-regeering. heeft kort geleden een
opzienbarend stuk geplaatst, waarin ver
klaard wordt dat het Verre Oosten „een
vat met buskruit" is, dat daar elk oogen
blik 'n ontzettende ontploffing kan plaats
vinden enz. Er zijn in 't stuk zelfs dreige
menten. De leeuw brult. Op den buiten
staander maakt dit alles den indruk, als
zou er inderdaad veel gevaar voor een oor
log zijn. als zou de leeuw elk oogenblik
zijn tegenstander kunnen bespringen. Zon
der voor een profeet te willen doorgaan
meent de schrijver van dit stuk met vrij
groote zekerheid te kunnen zeggen, dat de
„leeuw" het bij brullen zal laten, dat de
gevreesde sprong zal uitblijven.
Dat is overigens volkomen begrijpelijk.
Rusland is niet in staat in het Verre Oos
ten een oorlog te voeren. Het kon wel een
expeditie tegen China ondernemen, maar
een oorlog tegen een machtigen tegen
stander als Japan, de sterkste militaire
mogendheid van onzen tijd. stelt zulke
eischen, waaraan de Siberische spoorweg
niet in staat is te voldoen. De Russische
spoorwegen verkeeren in het algemeen in
een deplorabelen toestand en alle pogin
gen van de sovjet-regeering, om er orde te
scheppen, zijn tot nu toe op een misluk
king uitgeloopen.
Bijzonder groot is de chaos op den lan
gen spoorweg, die Europeesch Rusland
met het verre Oosten verbindt. Onder der
gelijke omstandigheden zou een oorlog
tegen Japan onvermijdelijk tot een niéuwe
debacle leiden, erger dan in 1905. Nu zou
Rusland veel meer verliezen dan de helft
van Sachalin, nu zou het de heele kust
verliezen en naar het Bajkal-meer terug
geworpen worden.
Wel laten de belangen van den Rus-
sischen staat en van het Russische volk
de tegenwoordige heerschers, wier hoofd
doel de wereldrevolutie is, tamelijk on
verschillig. Het verleden heeft echter aan
getoond, dat een mislukte oorlog vaak tot
een revolutie leidt, dat zelfs regeeringen,
die veel steviger in het zadel zitten, er
dan uit geworpen worden. En de bolsje
wistische machthebbers willen vóór alles
hun macht behouden, onverschillig wel
ken prijs het land er voor moet betalen.
Het is daarom vrijwel zeker, dat de
bolsjewiki alles zullen slikken en het bij
het „brullen" zullen laten. Rusland zal
daarbij nog meer van zijn aanzien moe
ten verliezen, zijn levensbelangen zullen
natuurlijk opnieuw lijden, maar onder de
gegeven omstandigheden is het voor Rus
land zelf een zegen, dat de bolsjewistische
heerschers het bij dreigementen zullen
laten.
Om hun terugtocht na het „gebrul" te
vei klaren, vertellen de bolsjewistische bla
den hur. lezers de zotste dingen, die men
rnaar bedenken kan. Het staatsblad van
de Sovjet-Unie schrijft, dat Japan in zijn
stieven, in Mandzjoerije te veroveren niet
alléén staat, het wordt n.I. gesteund door
de Westersche mogendheden! Die mogend-
zwijgen te voorschijn en begon te tee
kenen.
Het was Julie, die na eenigen tijd het
stilzwijgen verbrak.
Als je die mirt uitteekent. zei ze, dan
staat het wel gek dat ik hier zit. Dat
hoort er heelemaal niet bij.
Zij was op dezen heerlijken morgen veel
meer zich zelve dan ze in al die ongeluk
kige maanden geweest was.
Het zal wel gaan. zei de schilder.
Het plantje zal niet erg voldoen in
die groote opening. Het was juffrouw Ba-
braham's plan om het boompje daar in
te zetten, dus het zal wel goed zijn, dat
spreekt van zelf. Ze zei dat het een zinne
beeld was van.ja, waar ook weer van?
Van het huwelijk, zei de schilder op
een heel natuurlijken afgetrokken toon.
Dan had ze het boompje zelf moeten
planten als zij gaat trouwen.
Den eersten Juli. De dag is bepaald.
O ja? zei Julie. Heb je den jongen
man gezien?
Hij kwam hier gisteren lunchen.
Hoe heet hij?
Jonkheer Barrington, een heel hooge
mijnheer.
Julie fronste heel verachtelijk de
wenkbrauwen.
Ik hoop, dat hij goed genoeg voor
haar is. Maar aan haar stem zou men
niet zeggen dat zij er veel hoop op had.
Het is een heel flinke en aardige
man.
Dat mag dan ook wel als hij met
haar gaat trouwen. Maar ik wou wel eens
weten waarom zij er zoo op gesteld was
dat wij met ons tweeën dat boompje
plantten: zij had het zelf moeten doen.
Ja, dat weet ik bepaald niet, juf
frouw Julie, zei de jonge man, zonder van
zijn werk op te kijken.
Eenmaal een droomer, altijd een droo-
mer. Voortdurend, steeds opnieuw scheen
die natuurwet door te gaan: er was niets
tegen aan te vangen. Huwelijk, geld, ge
beden, zoo vertelt de „Izwestia" verder,
willen China verdeelen. De onderhandelin
gen te Parijs zijn slechts boerenbedrog.
Tegelijkert. id hitst het Westen Japan tegen
de Sovjet-Unie op (het dwaze idee fixe
der bolsjewiki) Het Westen koestert n.I.
een macchiavellistisch plan:'wanneer Japan
slaags raakt met Rusland, dan zal het
Westen geheel China bezetten en tot
kolonies maken. De sovjet-pers maant
daar m Japan aan, niet naar de raad
gevingen va ndie boosaardige Westerlingen
te luisteren en niets tegen Rusland te
beginnen, want de sovjet-regeering is de
eenige regeering, die naar vrede verlangt
en China als onafhankelijke staat wil be
houden.
Dat alles is weinig overtuigend en het
verband onder de bestanddeelen van het
betoog is ten eenenmale zoek, maar de
lezers van de sovjet-bladen zijn gewend
a?.n dergelijke gekke bokkesprongen.
Typisch is de volgende bijzonderheid: na
Japan de verzekering te hebben gegeven
van de welwillendheid der sovjet-regeering
en de boosaardige plannen van die slechte
Westerlingen „aan de kaak te hebban ge
steld'' gaai de sovjet-pers over tot dreige
menten De Sovjet-overheid stelt aTeen in
de Chineesche en Japansche massa ver
trouwen, het zuHen de volksmassa's in die
beide landen zijn, die de eindbeslissing
Lullen brengen. Het is dus een duidelijke
bedreiging met een revolutie in Ja^an.
Dergelijke dreigementen worden door Mos
kou vaak geuit. Tot nu toe kwam°n zij
nooit uit. Ere bezorgd zal Japan zich dus
niet hoeven te maken.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.
RECLAME.
Bloedvonmend versterkingsmiddel.
2.60 p.'/ï flesch. ƒ1.60 p l/z fleóch J
9981
(Van onzen Correspondent).
Berlijn, December.
NAAR KERSTMIS.
De eerste kerstboomen zijn in deze
er.orme wereldstad op de markt versche
nen. In de eerstvolgende weken zullen het
er tienduizenden worden. Ze zullen in de
dure wijken in het Westen en Zuiden, in
de volkswijken van het Noorden en Oosten,
maar oo' in het Centrum, in de nog altijd
overdrukke City op pleinen en op hoeken
van straten opeengestapeld worden. Dan
gaan de venters aan het werk, zagen de
boompjes, die soms werkelijk meters hooge
bcomen gebleven zijn, af; planten de
stompen in houten voetstukken en zetten
ze dan rechtop, opdat de kooper beoor
deelen kan, of hij ook waar voor zijn geld
krijgt.
Al jaren lang zucht de patriottisch ge
zinde Duitscher, als December in aantocht
is, dat zijn geplaagde volk nog nimmer
eon zoc sombere kerstnacht tegemoet ge
gaan is, en als dan de 25ste December
voorbij is kan men in vrijwel alle kranten
verzuentingen lezen, dat misère weer eens
troef is geweest en dat de handeldrijvende
middenstand nog nooit zoo slechte zaken
gemaak*. heeft.
We zijn hier eenigszins door de wol
geverfd, wat het klagen en jammeren be
treft, a* geven we gaarne toe, dat het
er elk jaar ongunstiger gaat uitzien. Maar
ten slotte slaat 95 pet. van de bevolking
er 2ich toch nog doorheen en behoeft nog
niet aan gelukkiger tijden in de toekomst
te wanhopen.
„Kerstmis valt dit jaar uit!" riep me
met bittere ironie dezer dagen een Duit
sche kennis toe. Ik ken de Duitschers te
gced om daaraan te gelooven. Wie nog
een of twee Mark te missen heeft, zal
zijn miniatuur-kerstboompje of zijn denne-
takie met twee of drie kaarsen koopen;
wie het geloof aan hoogere machten, wie
zijn regilie en zijn berusting nog niet
verloren heeft, zal zich ondanks allen
tegenspoed toch verbeugen in die stille,
heilige feestdagen. En gelukkig zijn er nog
altijd menschen, die iets te missen hebben
en die in de laatste helft van December
zich den nog grooteren nood van vele
land- en lotgenooten zullen willen her
inneren.
zond verstand, de werkelijk belangrijke
dingen van het leven beteekenden zoo
weinig voor hem, vergeleken met molens
en mirte takken en dergelijke dingen.
Even als haar geliefde juffrouw Babra
ham was deze lieve en vriendelijke jonge
man bijna al te goed om waar te kunnen
zijn, maar toch won de overtuiging in
haar dagelijks veld, dat hij iemand noodig
had, een practisch iemand, die voor hem
moest zorgen. En zij was niet de eenige,
die dit dacht. Juffrouw Babraham, die
overal zooveel verstand van had, had die
meening reeds duidelijk uitgesproken.
Daar stond hij, te midden van alles wat
heerlijk was: volmaakt mooi weer, om
ringd door alle mogelijke mooie dingen,
zingende leeuweriken en meerlen, de zon
op het water schijnende en op de heuve
len in de verte en hij stond zijn tijd te
vermorsen met het teekenen van dat
kleine takje boven ln den kop van den
Hoodoo. Tenminste, dat zou men zoo zeg
gen. Al was het nu het zinnebeeld van
het huwelijk, zij kon een gevoel van te
genzin niet onderdrukken, dat hij zijn
tijd niet wat beter besteedde.
Maar het aardigste van de grap moest
nog komen.
Het was de teekenaar, die het stilzwijgen
verbrak.
Praat zooveel als ge wilt, juffrouw
Julie, zei hij met iets onverwachts, iets
vreemds in zijn stem, maar houd uw
handen op uw schoot, juist zooais op dtt
oogenblik en als u kunt, draai uw kin dan
een beetje om, zoo, gelijk met mijn
vinger.
Toe, teeken nu voort aan die mirt.
Maar voordat die woorden nog waren uit
gesproken, zweeg zij plotseling. Kon aat
zoo wezen? Was het mogelijk dat hij net
boompje in het geheel niet nagetee-
kend had?
Het was meer dan mogelijk.
En dat was het aardige van het heele
geval.
(Wordt ver-olgdj