Uit den Leidschen Raad,
Clechrotox
Model
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 December 1931
Derde Blad
No. 21995
FEUILLETON.
Het Kostbare Meesterstukje
Benoemingen Hamerpunten - Wijziging v. Verordening
en
Nadat de stemmen hebben gestaakt
over een voorstel der SD.A.P. om direct
de kwestie der huurverhoogingen in de
Kooi te behandelen, zoodat deze kwestie
bewaard blijft voor volgende zitting,
werd de agenda afgewerkt.
Agenda.
lo. Praeadvies op het verzoek van J. J,
Vallentgoed, om ontslag als lid van de
Gemeentelijke Commissie voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon. (282)
Conform besloten.
2o. Benoeming van een lid van de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon. (282)
Benoemd wordt de heer J. C. M. de
Roo met 29 stemmen tegen 4 op den heer
C. Koole en 1 blanco.
3o. Benoeming van een Regent van het
Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en
Vrouwenhuis. (279)
Gekozen wordt de heer mr. dr. J. W.
Verburgt met 21 stemmen tegen 12 op
prof. dr. N. J. Krom en 1 blanco.
4o. Benoeming van een lid der Commissie
7oor de Bewaarscholen. 2C3
Hierbij stelt de heer GROENEVELD
voor hij heeft wel geen bezwaren te
gen de voorgedragenen een lid der
S.D.A.P. te benoemen. Laat de raad dus
deze voordracht renvoyeeren naar B. en
W. om er een S.D.A.P.'er op te zetten.
De heer BERGERS meent, waar een
R.K. lid uittreedt, dan een R.K. lid te
mogen terugvragen, terwijl deze ook niet
wordt voorgedragen.
De heer WILBRINKdan wij ook een
vertegenwoordiger.
Wethouder TEPE zegt, dat spoedig een
nieuwe verordening en een nieuwe com
missie samengesteld moeten worden. Dan
zal met den wensch der S.D.A.P. reke
ning zijn te houden. Mej. Voltman isz.i.
wel bij uitstek deskundig.
De heer GROENEVELD meent, dat ook
vandaag al rekening is te houden met de
wenschen der S.D.A.P. en doet een voor
stel tot renvoyeering der voordracht, ge
steund door den heer v. ECK, die zich
beroept op billijkheidsgronden, vooral,
waar zoovele S.D.A.P.-kinderen de be
waarscholen bevolken.
De VOORZITTER ontkent gedane toe
zeggingen en zegt, dat het principe van
partij-verdeeling is doorgevoerd in de
raadscommissies. Doch is dit ook noodig
met commissies als deze?
De heer BERGERS bestrijdt het
S.D.A.P.-voorstel, op reeds aangevoerde
gronden; temeer waar zoo'n deskundige
wordt voorgedragen.
De heer v. ES ziet ook voor deze com
missie het recht op een goede partij-ver-
ieeling wel degelijk in. Hij is echter te
vreden met de toezegging van den wet
houder.
Ook de heer GROENEVELD verdedigt
het recht van een goede partij-verdee
ling in alle commissies. Rechts deed des
tijds ook voor deze commissies rechten
gelden.
De heer WILBRINK: en wij hebben er
ook geen lid!
Wethouder TEPE herhaalt, dat er geen
sprake is van achteruitstelling der
S.D.AP. en wijst nogmaals op de moge
lijkheid straks ook deze partij te erken
nen. Mej. Voltman is zoo deskundig, dat
thans z. i. van de voordracht niet is af
te wijken.
Het voorstel Groenveldv. Eek wordt
verworpen met 2112 stemmen.
Voor de S.DA.P. en de heeren Vos en
Knuttel.
Benoemd wordt mej. D. Voltman met
22 stemmen tegen 11 blanco en 1 van
onwaarde.
5o. Benoeming van een lid der Plaatse
lijke Schoolcommissie (vac. prof. dr. N. J.
Krom). (280)
Benoemd wordt de heer B. F. Krantz
met 32 stemmen tegen 1 op den heer G.
E. E. Kuijntjes en 1 blanco.
6o. Benoeming van vijf leden der Plaatse
lijke Schoolcommissie (periodieke aftre
ding). (281)
I j aftredenden worden herkozen, n.I.
de heeren J, W. Harting, J. L. C. Timmer
man, W. Koops Azn., C. Willemse en A.
Couvee P.Jzn.
7o. Benoeming van een leeraar in het
Hebreeuwsch aan het Gymnasium, voor
oen verderen duur van den cursus 1931—
1932. (284)
De heer v. EECKE mist thans dr. Can
negieter op de aanbeveling, terwijl deze
vorige maal wel er op stond en ook nu
solliciteerde.
Wethouder TEPE zegt, dat de aanbe
veling is van het college van curatoren.
De heer v. EECKE vraagt dan aanhou
ding van dit punt.
De WETHOUDER ontraadt dit. opdat
er geen hiaat is in het onderwijs.
De VOORZITTER zegt. dat toch ge
stemd kan worden op dr. Cannegieter,
het is een aanbeveling.
Benoemd wordt mej. dra. C. E. te Lin-
tum met 23 stemmen, tegen 5 op dr.
Cannegieter en 5 op dr. W. D. van Wijn
gaarden en 1 blanco.
8o Benoeming van een fröbel-onderwij-
zeres adn de school verbonden aan het
gesticht „Voorgeest". (228)
De heer v. ES deelt thans mede, dat hij
na onderzoek con amore op mej. de
Wekker kan stemmen.
Benoemd wordt mej. de Wekker met
algemeene stemmen.
9o. Voorstel tot overplaatsing van mej.
M. Th. J. Reuser, van de school Haverstr.
B naar de school Zuidsingel B. (285)
Conform besloten.
lOo. Voorstel tot wijziging van het besluit
betreffende de benoeming van Ir. A. A.
Lagaay tot tijdelijk leeraar in de wiskunde
aan het Gymnasium. (286)
Conform besloten,
llo. Praeadvies op het verzoek van G.
Marijt, om eervol ontslag als onderwijzer
aan de Centrale school voor het 7e leer
jaar.
Conform besloten,
i 12o. Staat van af- en overschrijving op de
begrooting voor 1930 van het Grondbedrijf.
(288)
Goedgekeurd.
13o. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1930, van het Grondbedrijf. (288)
14o. Suppletoire begrooting, dienst 1930,
van de gestichten „Endegeest-Voorgeest,
Rhijngeest". (288)
Goedgekeurd,
j 15o. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1930, van de gestichten „Endegeest-
Voorgeest-Rhijngeest". (288)
Goedgekeurd.
16o. Suppletoire begrooting, dienst 1930,
van het Openbaar Slachthuis. (288)
Goedgekeurd.
17o. Balans- en verlies- en winstrekening,
dienst 1930. van het Openbaar Slachthuis.
(288)
Goedgekeurd.
18o. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1930, van den Keuringsdienst van
Waren voor het district Leiden. (288)
Goedgekeurd.
19o. Balansen en verlies- en winstreke
ningen. dienst 1930, van de Stedelijke Fa
brieken van Gas en Electriciteit. (288)
Goedgekeurd.
20o. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1930. van de Gemeentelijke Bank
van Leening. (288)
Goedgekeurd.
21o. Balansen en verlies- en winstreke
ningen, dienst 1930, van den Gemeente
lijken Reinigings- en Ontsmettingsdlenst.
(288)
Goedgekeurd.
22o. Rekening, dienst 1930, van het Ge
meentelijk Waschbureau. (288)
Goedgekeurd.
23o. Rekening, dienst 1930. van de Stede
lijke Werkinrichting. (288)
Goedgekeurd.
24o. Rekening, dienst 1930, van de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon. (288)
Goedgekeurd.
25o. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1930, van de Vereenlglng tot Be
vordering van den Bouw van Werkmans
woningen. (289)
Goedgekeurd.
26o. Rekening, dienst 1930, van de Gezond
heidscommissie. (288)
Goedgekeurd.
27o. Begrooting. dienst 1932, van het H.G.
of Arme Wees- en Kinderhuis. (288)
Goedgekeurd.
28o. Rekening, dienst 1930, van het Leldsch
Muziekcorps. (288)
Goedgekeurd.
29o. Rekening van de ontvangsten en uit
gaven der gemeente over het jaar 1930,
met inbegrip van die der Haarlemmertrek
vaart. (290)
Goedgekeurd.
30o. Voorstel tot verhuring van het boven
huis aan de Drle-Octoberstraat No. 27a,
aan W. Noppe. (291)
Conform besloten.
31o. Voorstel:
a. inzake de ontbinding van de met
B. Hogewoning aangegane huur van
een strook grond aan den Apothe-
kersdijk;
b. tot verhuring van de sub a bedoelde
strook grond aan S. P. J. de Groot.
'2921
Conform besloten.
32o. Voorstel tot verhuring van verschil
lende perceelen wei- en teelland. (293)
Conform besloten.
33o. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van een
tweetal strookjes grond, resp. aan den
Lagen Morschweg, Sectie P. No. 1646 ged.
en aan den Hoogen Rijndijk, Sectie M. No.
4149 ged. (294)
Conform besloten.
34o. Voorstel:
a. om te verklaren, dat de verbindings
straat tusschen de Julianastraat en
de Anna Paulownastraat niet meer
voor den openbaren dienst is be
stemd:
b. Inzake het aangaan van een over
eenkomst van ruiling betreffende
de perceelen Sectie K. Nis 3909 ged.
en 3677 ged. en 't perceel Sectie K.
No. 3257 ged.;
c. tot beschikbaarsteUing van gelden
voor de verlegging van de sub a be
doelde verbindingsstraat. (295)
De heer KNUTTEL vindt het eigenaar
dig, dat het Kerkbestuur niets meebe
taalt, terwijl het op diens verzoek wordt
voorgesteld, dat er blijkbaar belang bij
heeft.
Wethouder SPLINTER ontkent dit
laatste.
Z. h. st. wordt den conform besloten.
35o. Praeadvies op het verzoek van A. G
Gijzenij e.a. om verbetering te brengen
in den toestand van de bestrating van de
Waardgracht. (296)
Conform besloten.
36o. Verordening, tot wijziging van de ver
ordening van 2 Augustus 1920 (Gemeente
blad No. 35). laatstelijk gewijzigd bij de
verordening van 1 December 1930 (Ge
meenteblad No. 21). betreffende het ver-
leenen van een bijslag op de pensioenen
aan gemeente-ambtenaren en hunne we
duwen en weezen toegekend, krachtens de
verordening regelende het verleenen van
pensioen en wachtgeld aan gemeente
ambtenaren en de verordening, regelende
het verleenen van pensioen aan weduwen
en kinderen van gemeente-ambtenaren,
zooals deze luiden na de wijziging van 26
Maart 1914. (297)
Goedgekeurd.
37o. Voorstel inzake het vestigen van een
erfdienstbaarheid van voetpad naar- en
van de te verlengen Borneostraat, ten laste
van het aan de gemeente toebehoorende
perceel Sectie N No. 815 en ten nutte van
het aan de Gereformeerde Schoolvereeni-
ging toebehoorende perceel Sectie N No. 813
(298)
Conform besloten.
38o. Praeadvies op het verzoek van de
Gereformeerde Schoolvereeniging, om be
schikbaarstelling van een bedrag van
f. 1500.-, ten behoeve van de aanschaffing
van leermiddelen voor de school voor ULO
aan de Hooglandsche Kerkgracht No. 20a.
(300)
Conform besloten.
39o. Voorstel om de aan de Vereanlging
voor Schoolklnderkleeding en Schoolkin
dervoeding voor 1931 toegekende subsidie
met f. 3500.- te verhoogen en tot vast
stelling van den desbetreffenden begroo-
tingsstaat. (299)
Conlorm besloten.
40o. Voorstel tot het sluiten van een ver
zekering tegen fraude, diefstal, roof, enz.,
ter zake van geld en waardepapieren. (301)
De heer BOSMAN meent, dat bij een
verzekering niet de eerste vraag is of er
wat op uit te winnen is, doch wel de soli
diteit. Van Fatum ls dit bekend. Hoe staat
het daarmede ten aanzien van de nu voor-
gestelde?
Wethouder GOSLINGA zegt. dat de ge
meente zich gedekt voelt door haar ma
kelaars. De firma Marinkelle en Co. is zeer
solide. Een apart onderzoek instellen is
niet doenlijk. Het beteekent voor de ge
meente een bezuiniging.
De heer BOSMAN vindt, dat het advies
van een makelaar geen zekerheid biedt.
Daarom dringt hij aan op nader onder
zoek.
Wethouder GOSLINGA erkent, dat een
makelaar geen risico heeft, doch zijn
naam is er toch mee gemoeid. Een onder-
zoek zegt hij echter alsnog toe.
Conform wordt dan besloten.
41o. Praeadvies op het verzoek van de
Staatkundig Gereformeerde Partij, afd.
Leiden, om het venten met onchristelijke
tectuur op Zondag, bij verordening te ver
bieden. (302)
Conform besloten.
42o. Voorstel tot het doen rooien en ver-
koopen van boomen. (309)
De heer BOSMAN vraagt of niet meer
spoed is te betrachten waar het gevallen
van iepziekte betreft.
De VOORZITTER erkent de wensche-
lijkheid daarvan.
Conform wordt dan besloten.
43o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de verbouwing van
het Stedelijk Museum ,,De Lakenhal".
(303)
De heer DE REEDE staat wel sympa
thiek tegenover het plan, doch kan het
voorstel nu niet toejuichen. Het is z.i. niet
de tijd daarvoor. Het is een object van
werkverschaffing zonder beteekenis. Het
geld is z.i. noodiger voor objecten, die
meer werkverschaffing bieden en meer
nut. Hij stelt voor, mede namens den heer
v. Es. het punt aan te houden, tot de ver
houdingen op de geldmarkt, meer normaal
zijn. Ook al stelt hij de Lakenhal en den
inhoud hoog.
De heer v. ES sluit zich daarbij volko
men aan. Mogelijk lijkt hem zelfs, dat dit
voorstel ook niet afdoende is, waar reke
ning is gehouden met zuinigheidsover
wegingen.
De heer VERWEY kan zich niet vereeni
gen met uitstel. Ieder werk, dat bijdraagt
tot beteugeling der werkloosheid, hoe ge
ring ook, en uitgevoerd kan worden, moet
z.i. ook uitgevoerd worden.
Ook de heer MANDERS steunt B. en W.,
waar het overgroote deel van het gevraag
de crediet juist zi. voor loon is bestemd.
Voorts wijst hij er op, dat slechts f.7000
benoodigd is.
De heer KNUTTEL vindt het slecht eco
nomisch beleid noodige technische werken
stop te zetten. Men moet juist zooveel mo
gelijk werken uitvoeren.
Voorts vraagt hij: wat is toch die be
tere tijd? Daarop kan geen burgerlijk eco
noom eenig antwoord geven.
(Wanneer iemand van de publieke tri
bune begint te schreeuwen, wordt deze
door de politie verwijderd).
De heer BERGERS staat vrij sceptisch
tegenover het voorstel van B. en W. doch
zal er toch voorstemmen, gelet op het
reeds opgemerkte.
De heer BOSMAN mist in het voorstel
De Reede-v. Es, dat het werk niet nuttig
zou zijn. Het bedrag is te klein om er de
geldmarkt bij te halen.
De heer HUURMAN verklaart zich voor
het voorstel van B. en W.
De heer WILBRINK wijst er op hoe B.
en W. zelf bij de begrootLng op soberheid
aandringen. Deze uitgave oordeelt hij een
weeldeuitgave. niet een van economisch
nut. Z.i. kon de commissie voor de Laken
hal ook beter eenige aankoopen uitstellen
en het geld besteden voor verbeteringen.
De heer ELKERBOUT zegt, dat het geld
toch uitgegeven wordt, zij het voor steun
en dan ziet hij liever voor het geld werken.
De VOORZITTER behoeft niet veel meer
op te merken na hetgeen reeds is gezegd.
Inderdaad gaat het geld in hoofdzaak
heen aan loon. Wat de aankoopen betreft,
die waren mogelijk door steun van Leide-
naren. Uitstel oordeelt hij met gewenscht;
zulks in het belang der Lakenhal, zooals
de directeur zeer scherp naar voren heeft
do-en komen. Het uitstel zou bovendien zijn
tot een onbegrensde toekomst.
Wethouder GOSLINGA zal voor het
voorstel De Reede-v. Es stemmen. Zoo
men zich hier niet kan beperken, waar
moet men dan beginnen met soberheid?
Dit hoe sympathiek het doel is.
RECLAME.
Alom verkrijgbaar. Showrooms in alle
voorname plaatsen van Nederland.
9172
De heer v. ES erkent,, dat het een klein
bedrag betreft, doch vele kleintjes maken
één groote. Wanneer hij dan zegt, dat in
de bouwvakken de werkloosheid nog niet'
groot is, gaat er een orkaan op, die zich
herhaalt wanneer spr. dan zegt te twijfe
len of de werkloozen wel iets hebben aan
dit werk.
De heer DE REEDE zegt het geld liever
te besteden aan nuttiger werk, als door
trekken van straten etc.
De heer KNUTTEL beantwoordt den
heer v. Es en wijst er op, dat werk arbei
ders eischt en al zijn dat niet direct werk
loozen. het komt toch ook dezen Indirect
ten goede.
De heer SCHüLLER zegt van dr. v. Es
niet veel goeds gewend te zijn, doch zijn
uiting over de werkloosheid van nu spant
de kroon, in abnormaliteit. Nader zet spr.
dit uiteen.
Het voorstel De Reede-v. Es wordt ver
worpen met 24—11 stemmen.
Voor de heeren Wilbrink, Goslinga, v.
Rosmalen, Simonis, Wilmer, Coster, v. Es,
Meynen, Beekenkamp. v. d. Reyden en Dc
Reede.
Het voorste] van B. en W. wordt z.h.st.
aangenomen.
44o. Praeadvies op het voorstel van den
heer VerweiJ, inzake het weekloon van
een viertal suppoosten bij het Stedelijk
Museum „De Lakenhal". (304)
De heer VERWEY is dankbaar, dat zijn
voorstel den arbeiders f. 2 opbracht, docli
hij ls niet tevreden gesteld. Zoolang er een
Lakenhal is, zullen er suppoosten noodig
zijn en hij oordeelt het verkeerd daar
voor in de eerste plaats gepensionneerden
te kiezen. Dat ls z.i. niet van dezen tijd.
Spr. handhaaft zijn voorstel.
De heer BERGERS raadt eveneens aan
geen gepensionneerden te nemen. Een
loon van f. 18 oordeelt hij te laag. Spr.
stelt voor dit op f. 20 te brengen.
De heer KNUTTEL zegt, dat voor sup
poost niet iedereen bruikbaar ls en voorts
dat toch bijkans de 45-urige werkweek
bereikt wordt. Dat het werk licht ls, is
geen argument. Spr. steunt gaame den
heer Verwey.
De heer ELKERBOUT noemt f. 18 een
loon gelijk aan dat van den werksters en
daarom zal hij voor het voorstel Bergers
stemmen.
De VOORZITTER ontkent, dat bijkans
45 uur wordt gewerkt, gemiddeld niet
meer dan 37. Het is daarnevens licht werk
en zoo een uitkomst voor menschen, die
geen zwaar werk kunnen verrichten. Het
is geen volwaardige betrekking met vol
loon en daarom komen menschen met
kleine pensioentjes etc. bij uitstek in
aanmerking. Noch het voorstel Verwey,
noch het voorstel Bergers verdient daar
om z. i. aanbeveling.
Wethouder GOSLINGA wijst nog naar
de vereeniging tot hulp aan onvolwaar
dige arbeidskrachten. Juist als suppoost
is voor dezulken iets te doen. Wil men
z.g. vol loon. dan zal ook een volle kracht
worden geèischt!
De heer VERWEY vraagt of het ls over
een te stemmen met onze verantwoorde-
lilkheid, die zg. onvolwaardigen te bezigen
in de Lakenhal. Daar is toch groote
schade aan te richten! Een loon van
f. 23.52 acht hij billijk.
De heer KNUTTEL oordeelt in de om
standigheden zekere onvolwaardigen ill
de Lakenhal wel op hun plaats, doch hij
wil ze niet met een laag loontje afsche
pen. De onvolwaardigen zijn hier volwaar»
Uit het Engelsen door mej. C. M. G. de W.
42)
U moet morgen maar eens terug
Komen, dan zal ik uw naam opgeven.
Ik, ik moet haar nu spreken, zei het
meisje wanhopig.
De butler was zoo hard als steen. U
Kunt haar onmogelijk vanavond spreken.
Waarom niet? vroeg ze.
rj Zij gaat naar een bal.
Die v/oorden hadden een uitwerking als
een slag in het gezicht. Ze zag zich zelve
ronddolende in den mist. den heelen
nacht lang, met haar schat onder den
arm. zonder dak, zonder geld, alleen, en
nat alles bracht haar tot wanhoop.
Maar ach! laat mij haar even
opreken, vanavond nog, zei ze rillend.
Tegenop dien onmeedoogenden man
joelde zij haar geringe, haar laatste hoop
wegzinken. Ze werd de straat opgezet in
jen nacht! En wat zou haar dan over-
Komen? Zij kon den heelen nacht niet op
iS blijven loopen met de Van Roon
nder den arm. Zij had reeds de uiterste
grens van haar kunnen bereikt. Het don-
ere waas voor oogen was een bewijs, dat
t£Jr. krachten weldra uitgeput waren,
den km er llJet toe hoe de Houding van
er ns tegen(>ver haar was; zij kon
nni-2 aan denken dit veilig toevluchts-
niw* verlaten, tenzij hij haar de deur
hiiie want haar tegenspoed hier in
haai» ü'as niets vergeleken bij hetgeen
«aar daar buiten wachtte,
nipt J>estrenge bediende wist natuurlijk
Uaa.-i met kaar zou aanvangen,
midden van al die bezwaren werd
het probleem onverwachte opgelost. Een
glans van wit satijn, juweelen en bont
verscheen op de breede trap. Juffrouw
Babraham kwam langzaam naar beneden.
Voor de tweede maal was het Julie of
de Voorzienigheid haar te hulp kwam.
Hoop. een flauwe hoop flikkerde op in
haar brein.
In eens sprong zij overeind. Zij moest
dit visioen van zuivere schoonheid van
nabij beschouwen.
Juffrouw Babraham! Jufffrouw Ba
braham!
Het meisje schrikte even.
Wie ls u? riep zij.
In een vloed van woorden trachtte Julie
duidelijk te maken, dat zij het meisje
was uit den antiquiteitenwinkel in de
New Crosstraat en dat haar oom, de eige
naar van den winkel, een zeer slechte
oude man was, die getracht had een kost
baar schilderstuk te stelen, dat aan haar
ten geschenke gegeven was. Zij reikte het
verbaasde Jonge meisje de Van Roon aan
en smeekte haar er zorg voor te dragen.
Van hetgeen verder gebeurde had Julie
later slechts een zeer flauwe herinnering.
Zij bevond zich in een soort spreekkamer,
zonder te weten hoe ze daar gekomen
was. met heel verbaasde gezichten rondom
haai. De voorste van allen was de lieve
juffrouw Babraham, een en al schoon
heid en lieftalligheid, ln haar balcos-
tuum; deze deed allerlei vragen, waarop
Julie zeer verwarde antwoorden gaf. Van
de bevelen, die zij gaf, kon zij niet veel
verstaan.
Alle dingen begonnen langzamerhand te
verwarren in haar geest als een vreese-
lijke droom. Er kwamen nog meer men
schen bij. onder anderen Sir Arthur Ba
braham. Maar toen wist zij niet langer
wat zij deed ot wat ze zei, want ze begon
het bewustzijn te verliezen; zelfs dacht
ze niet langer aan den schrat, die haar
geheele ziel had vervuld. Ook die begon
zijn beteekenis te verliezen.
HOOFDSTUK L.
Het was den volgenden morgen elf uur.
De heer Arthur Babraham zag er be
zwaard en afgetrokken uit, en zat met de
„Times" in zijn hand, waarin hij echter
niet las. Als men iemand ter wereld een
Zondagskind kon noemen, dan was hij
het, die vriendelijke oude heer met zijn
zachte aangename stem en zijn gemak
kelijkheid in den omgang. De dikwijls
harde wereld had hem geen kwaad ge
daan. IHj was in verschillende comité's
en deed in het geheim wel aan minder ge
lukkige stervelingen, maar had toch nooit
van nabij kennis gemaakt met de harde
werkelijkheid van het leven.
Het is echter nooit te laat dat er niet
nog iets zou kunnen gebeuren. Den vorl-
gen avond had deze brave man een on
dervinding gehad, die hij niet anders dan
zeer ontstellend kon vinden.
Op een tafeltje, dicht bij zijn elleboog,
lag een schilderstukje zonder lijst, en
meer dan eens dwaalden zijn oogen van
de courant naar dit schilderstuk, dat op
het eerste gezicht zoo onbeduidend leek
en toch had het de macht hem geheel te
beheerschen.
Op dat oogenblik kwam Laura Babra
ham binnen. Zij was iaat thuis gekomen
van de danspartij en had haar vader
dien morgen nog niet gezien. En nauwe
lijks had zij hem goeden morgen gezegd
of haar oog viel op het schilderstuk en
een angstige uitdrukking verscheen in
haar oogen.
Heeft u al iets uit het ziekenhuis ge
hoord? vroeg zij nieuwsgierig.
Ik heb ze een hall uur geleden opge
beld, zei Sir Arthur. Het meisje is inder
daad ernstig ziek. Uit den toon van de
persoon, waarmee ik gesproken heb, maak
ik op dat het een ernstig geval is.
Ja, zei Laura, dat dacht ik wel. Ik
wou niet graag weer een menschelijk we
zen zien in den toestand waarin dat arme
kind gisteravond verkeerde. Het vervolgt
mij bepaald.
Ja, het was ellendig. Sir Arthur
plukte aan zijn knevel. Ik hoorde uit het
ziekenhuis, dat zij er ellendig aan toe was.
Ze hebben haar geslagen en slecht be
handeld, schijnt het. Er waren wonden
en blauwe plekken ln haar hals en zij
willen weten wat ik er van vind, of ze de
politie er bij zullen halen.
En wat raadt u ze aan. Papa, zei
Laura met. toenemende belangstelling.
Ik weet waarlijk niet wat ik ze zal
raden. Sir Arthur ging voort over zijn
knevel te strijken.
Het geval komt mij zoo raadselach
tig voor.
Vindt u dat het een zaak voor de
politie is als zij niet beter wordt?
Ja zeker. En in ieder geval, ook als
ze wel beter wordt
Ja, Laura was het met haar vader eens,
maar toch dacht ze dat het probleem er
niet door opgelost zou worden.
Sir Arthur deed den eersten stap, die
tot een verklaring van het geval moest
leiden. Hij wees op de Van Roon:
Lief kind, zei hij, zonder eenigen
twijfel is dit een zeer kostbaar stuk. En
daar wij op het oogenblik niet weten waar
dat jonge meisje gisteravond vandaan
kwam, moeten wij ons afvragen:
Hoe komt zij aan dat stuk? En
waarom liep zij er 's avonds laat in den
mist mee op straat?
Uit wat wij konden opmaken van
hetgeen ze zei, is het schilderstuk haar
eigendom, en haar oom, die oude, zonder
linge man uit de New Crosstraat, bij wien
zij in huis is, had besloten het van haar
te stelen.
Juist zoo luidt haar verhaal, zoo ver
men het van haar begrijpen kan. Maar ik
vraag je, is het niet veel waarschijnlijker
dat het juist andersom is en dat zij het
wil stelen van den ouden koopman?
Neen, ik geloof dat het arme kind
de waarheid spreekt, zei de vrouw, in de
gedaante van Laura Babraham.
Lieve kind, je meent zeker, dat je
hoopt dat het meisje de waarheid spreekt,
zet haar verstandige vader met een droe
vig lachje. Ook ik hoop dat van gan-
scher harte, al is het een bewijs dat die
oude man Gedge zeg je dat hij heet
een gemeenen schavuit is. Een van de
twee is een bedrieger, dat is zeker, maar
zooals ik al zei, als wij er de politie bij
halen, dan is het bhna zeker dat het het
ongelukkige meisje is dat naar de gevan
genis gaat.
Dat ben ik volstrekt niet met u eens,
antwoordde het meisje, het arme kind
zei dat Willem, de assistent van den
ouden man, het stukje aan haar cadeau
heeft gedaan en in al de handelzaakjes,
die Ik in den loop van het jaar met. dien
Willem gehad heb, was hij de eerlijkheid
zelve
Haar vader schudde zachtjes het hoofd.
Alles goed en wel, maar die mijn
heer Willem is juist het gedeelte van de
historie, waar ik het minste mee op heb.
Is het waarschijnlijk in de eerste plaats,
dat een jonge man, die bijna zeker geen
fortuin van zich zelf heeft, in staat zou
zijn zulk een ding in zijn bezit te krij
gen? En aangenomen, dat hij zoo slim
was dat te doen, zou hij dan zulk een zot
zijn om het weg te geven aan dat meisje?
Je moet alle dingen eens goed onder de
oogen zien. Mij dunkt, dat hoe meer men
er over denkt, hoe zekerder de oplos
sing is.
Ik ben volkomen overtuigd, dat Wil
lem in ieder geval eerlijk ls.
Sir Arthur fronste het voorhoofd en
opende zijn sigarenkoker.
(Wordt vervolgd.)