Sectieverslag van den Gemeenteraad
en Antwoord van B. en W.
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 November 1931
Derde Blad
No. 21991
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
I. Gemeentebestuur.
KERK- EN SCH001NIEUWS
[zJmJÈÈ'ut* -
FEUILLETON.
Het Kostbare Meesterstukje
O
Bij de behandeling van de gemeentebe
groting voor het jaar 1932 in de verga
deringen van de Sectiën van den Raad
kwam allereerst ter sprake de wijze, waar
op de begrooting in de vergadering van
den Gemeenteraad wordt behandeld.
Verschillende leden zouden met name
de „algemeene beschouwingen" gaarne
zien bekort.
Men hoopte dat B. en W. niet weer, zoo
als vorige jaren, zóóveel als mogelijk is
bij de algemeene beschouwingen zouden
onderbrengen, waardoor deze beschouwin
gen veel te lang duren en de behandeling
der artikelen niet tot haar recht komt.
Wellicht is bekorting mogelijk, merkte
een lid op. indien de raadsfracties vrij-
willeg een zekere gedragslijn willen volgen
of door het aanbrengen van een daartoe
strekkende wijziging in 't Reglement van
Orde.
Ook van andere zijde werd opgemerkt
dat ten vorigen jare verscheidene dagen
sijn besteed aan het voef en van algemeene
beschouwingen en dart de behandeling
van de artikelen ten slotte is afgeraffeld
tot diep in den nacht.
Laten wij toch. aldus een lid. de portiek
buiten het debat laten. Practisch nut
heeft het absoluut niet en het brengt in
niemand's overtuiging eenige verande
ring.
Een uitzondering zou deze spreker willen
maken bij het laatste zittingsjaar. Men
kan dan eens nagaan wat gedaan en niet
gedaan is.
Voorts bespreekt hij de verkiezing van
de wethouders, waaromtrent geen enkele
officieele verklaring is afgelegd.
Maar een ander lid meent dat het niet
aangaat de politiek uit den raad te weren.
De raad is nu eenmaal een politiek li
chaam. Men spreekt niet om elkander te
overtuigen, maar vooral om naar buiten
te laten hooren hoe men over verschillen
de zaken denkt; men wil zijn beginselen
demonstreeren.
Van overleg tusschen de raadsfracties
ien opzichte van bekorting van het debat
verwacht hij niet veel. De fracties zijn ge
organiseerd en ieder lid bespreekt het hem
toebedeeld onderwerp, pogende zich daar
bij zooveel mogelijk te beperken.
Een lid betuigt het College zijn waar-
deering voor de tijdige indiening van de
begrooting en. tot zekere hoogte, voor het
feit, dat het gelukt is haar sluitend te
maken. Overigens blijkt uit de begrooting
niet, dat het College het voornemen heeft
san de steeds grooter wordende werkloos
heid krachtig het hoofd te bieden; maat
regelen die de gevolgen van de werkloos
heid, stoffelijke ontbering en geestelijke
ontmoediging, beoogen te verzachten, zijn
in de begrooting in niet voldoende mate
te vinden Hoewel de toestand buitenge
woon ernstig is, het economisch leven een
diepere inzinking toont dan ooit, ofschoon
men in steeds ruimeren kring, met name
in dien der Christelijke arbeiders, het on
houdbare van het kapitalistische stelsel
begint in te zien, schijnt niet alleen het
College, maar. ook de meerderheid van
den Raad, de rechterzijde, de tot dusver
gevolgde kapitalistische gemeentepolitiek
te willen voortzetten. Immers, toen de S.
D.A.P. bereid was een offer te brengen
door het aanvaarden van twee zetels in
het College van B. en W.. mits daarbij
zekere minimum-eischen werden ingewil
ligd, heeft de rechterzijde die zetels gewei
gerd en over de gestelde eischen zelfs niet
beraadslaagd. Aanvaarding van wethou-
derszetels kan de S.D.A.P. echter alleen
dan met haar verantwoordelijkheid, zoo
als zij die gevoelt, overeenbrengen, wan
neer redelijke zekerheid bestaat, dat aldus
iets van belang voor de noodlijdende dee-
len der bevolking kan worden tot stand
gebracht.
In het besturen van de gemeente meent
de S.D.A.P. haar politieke macht te moe
ten gebruiken:
lo. om op te wekken tot den strijd tegen
het kapitalisme, om de bevolking op te
voeden tot het socialisme;
2o. om de noodlijdenden te beschermen
tegen de ellende, die het kapitalisme over
hen uitstort door:
a. het op ruime schaal, zoo noodig met
uitbreiding van den dienst der Gemeente
werken, ter hand nemen van nuttige pro
ductieve werken tegen de normale loonen;
reeds verleden jaar en ook laatstelijk door
den Plaatselijken Raad is een opsomming
van zoodanige werken gegeven;
b. het geven van behoorlijken steun aan
hen, die niet bij de bovenbedoelde werken
te werk gesteld kunnen worden. Daarvoor
pleiten niet alleen maatschappelijke, maar
ook menschlievende overwegingen. Tegen
over dit groots maatschappelijke euvel
staat trouwens de particuliere liefdadig
heid machteloos. Bovendien hebben de
werkloozen recht op steun, waarmede be
lasting van de gegoeden voor dit doel ge
rechtvaardigd is;
3o. om tot uitbreiding van de overheids
zorg te geraken, met name door het in
direct gemeentebeheer brengen van de
waterleiding en van den Leidschen Hout,
alsmede door de instelling van een levens-
middelendienst, ten einde de bevolking
tegen redelijke prijzen aan levensmiddelen
te helpen.
De S.D.A.P. gebruikt haar politieke
macht op deze wijze om een ordelijke ont
wikkeling van de maatschappelijke ver
houding te bevorderen. Daarom eischt zij
ook op een grootere vrijheid in het hou
den van optochten op de openbare straat,
ook op Zondagmiddag, een vrijheid, welke
door den burgemeester slechts in zooverre
ware te beperken, dat hij bevoegd is den
door een optocht te volgen weg voor te
schrijven. Voorts behoort ook het colpor
teer en in het algemeen vrii te zijn, be
houdens het verbod bij verstoring van de
openbare orde. Mede zal aan 'n ordeliike
ontwikkeling der maatschappelijke ver
houdingen bevorderlijk zijn het toekennen
van medezeggenschap in het bedrijf en in
het beheer daarvan aan het gemeente-
personeel. Dit lid zou gaarne zien, dat de
Raad de wenschelijkheid van de invoe
ring uitsprak, terwijl dan omtrent den
vorm, waarin zij zou worden gegeven, het
advies ware in te winnen van het geor
ganiseerd overleg.
De leniging van den nood. op de wijze,
zooals de S.D.A.P. die wenscht, kost geld
en evenals vroeger is zij ook thans bereid
de gemeente aan de daarvoor noodige mid
delen te helpen. In de eerste plaats is zij
bereid er toe mede te werken, dat de ge
goeden zwaarder worden belast, terwijl
voorts over de gevormde reserves zal be-
hooren te worden beschikt. Ten slotte
ware er op aan te dringen, dat het Rijk de
gemeenten in de kosten van bestrijding
van de werkloosheid krachtiger steunt
dan tot dusver, mits dit niet leidt tot een
onder curateelestelling van de gemeente
besturen. waarvoor thans reeds aanwij
zingen bestaan. Ten einde het vertrek van
gegoeden naar Oegstgeest te bestrijden, is
de S.D.A.P. bereid om pogingen van B.
en W. om Oegstgeest bij Leiden gevoegd
te krijgen, te steunen, hetgeen ook met
het oog op de verbetering van den ver-
keerstoestand bij den overweg nabij het
station van belang is. Door de laatste wij
ziging van de Gemeentewet kan het initia
tief daartoe ook van den Raad uitgaan.
Een ander lid constateert met dank
baarheid. dat de begrooting sluit, al ont
veinst hij zich niet, dat het sluitend zijn
verkregen is door een te lage raming van
het voor steun aan werkloozen uitgetrok-
ben bedrag. Voorts wijst dit lid er op. dat
de begrooting mede sluitend is gemaakt
door het opvoeren van de winsten der be
drijven; daarin schuilt echter een gevaar
in zooverre als die winsten als gevolg van
de economische crisis kunnen terugloopen
Bij het stellen van eischen aan het ge
meentebestuur moet men dan ook reke
ning houden met de financieele mogelijk
heden; doet men dit niet, dan is inwilli
ging van die eischen langs ordelijken
weg niet mogelijk. Het verleden van het
College is hem er echter borg voor, dat
het naar zijn vermogen en met de midde
len, waarover het beschikt, alles zal doen
wat tot leniging van den nood der bevol
king kan leiden.
Weer een ander lid wijst er op. dat het
sluitend zijn van de begrooting grooten-
deels fictief is; immers de posten steun
aan werkloozen en subsidie aan Maat
schappelijk Hulpbetoon zijn ongetwijfeld
veel te laag geraamd. Hij meent dan ook
het recht te hebben te zeggen, dat de be
grooting sluitend is gemaakt door bezui
niging op den steun aan werkloozen.
Ook in een andere Sectie acht een lid
het een verheugend feit dat de begroo
ting sluitend is kunnen worden gemaakt
en nog wel met een post voor onvoorziene
uitgaven van f.70 000, dus nog iets hooger
zelfs dan het vorig jaar.
Toch vreest hij dat een deel van de be
lasting, gelet op den minider gunstiger)
economischen toestand, niet zal kunnen
worden geïnd. Ook zullen wij voor extra
uitgaven komen te staan tengevolge van
de groote werkloosheid. Zal men dan in
die groote uitgaven kunnen vóórzien, zoo
vraagt hij. Men vergete niet dat de winst
van de Lichtfabrieken wel eens zou kun
nen verminderen o.a. door stopzetting van
bedrijven als gevolg van de tegenwoordige
malaise.
En een ander lid, hoewel tot tevreden
heid gestemd dat de begrooting, zij het
niet dan met groote moeite is sluitend ge
maakt. meent eveneens dat er toch spe
culatieve elementen in zitten.
Er kunnen bij verschillende posten
tegenvallers komen.
Mogelijk zullen de uitkomsten uit belas
tingen, waarbij dus voornamelijk gedacht
wordt aan de opcenten op de gemeente-
fandsbelasting en de vermogensbe
lasting, niet on voorzienelij k achter
blijven bij het geraamde bedrag', terwijl
ook de winst uit de Lichtfabrieken, ge
zien de slapte in de verschillende bedrij
ven. wel zou kunnen tegenvallen.
Voor den steun zal wellicht meer noo
dig zijn dan de uitgetrokken f. 150.000. Het
evenwicht zal misschien blijken geen even
wicht te zijn en als het verstoord wordt,
wat zullen B. en W. dan doen? Belasting-
verhooging? Verhooging van de tarieven
der Lichtfabrieken9 Putten uit de alge
meene reserve? Of anderszins bezuiniging
op de uitgaven?
B. en W. antwoorden hierop;
Voor de behandeling van de begrooting
in den Gemeenteraad geldt als leidraad
het Voorloopig Verslag van het verhan
delde in de Secties en de Memorie van
Antwoord op dat verslag. De Memorie van
Antwoord sluit zich zooveel mogelijk aan
bij het Voorloopig Verslag. Niet van het
College, doch in de eerste plaats van de
leden van den Raad hangt het dus af, of
de Algemeene Beschouwingen van kleiner
of grooter omvang zijn.
Wenscht de Raad derhalve verandering
in den bestaan-den toestand en meer on
der te brengen bij de artikelen, dan be
staat bij het College uit den aard der zaak
geen bezwaar het gesprokene ook daar te
beantwoorden, natuurlijk onder deze voor
waarde. dat niet hetzelfde onderwerp en
dezelfde vragen ook onder de Algemeene
Beschouwingen voorkomen. In dat geval
toch behouden wij ons-het recht voor ons
antwoord te geven bij die Algemeene Be
schouwingen.
Intusschen zouden wij wel gaarne zien.
dat een en an<ler niet leidt tot verlenging
van de debatten en dat dus het ter sprake
brengen van meer onderwerpen bij de ar
tikelen, dan tot nog toe het geval is,'ook
gepaard gaat met een bekorting van de
Algemeene Beschouwingen, b.v. door be
perking van den spreektijd in gemeen
overleg met den voorzitter. Het lijkt ons
toch niet gerechtvaardigd, dat aan het
jaarlijksche politieke steekspel, hetwelk
op de agenda pleegt te worden aangeduid
als behandeling van de gemeente-begroo
ting. in een gemeente als Leiden meer tijd
wordt besteed, dan ci week. Wij nemen
aan, dat de Raad met ons van meening
is. dat ons College en de desbetreffende
ambtenaren niet langer aan hun veel om-
vattenden, hoogst verantwoordelijken, ar
beid mogen worden onttrokken, in het bij
zonder niet in deze moeilijke tijden.
Op de politieke bespiegelingen, welke
ook dit jaar weder in het verslag worden
aangetroffen, gaan wij uit den aard der
zaak niet in, als rakende niet het beleid
van het College. Ook de- opmerkingen met
betrekking tot de wijze, waarop de S.D.
A.P. haar politieke macht meent te moe
ten gebruiken, behoeven onzerzijds geen
breedvoerige beantwoording. Het stand
punt van het Dagelijksch Bestuur te dezer
zake is meermalen, zoowel schriftelijk als
mondeling, uitvoerig uiteengezet. Ons Col
lege is, ook in zijn nieuwe samenstelling.
eenzelfde standpunt toegedaan. Met de
beantwoording van enkele speciale punten
kan derhalve wordep volstaan.
Deze speciale punten zijn: de medezeg
genschap en de grensuitbreiding.
Ons standpunt met betrekking tot de
toekenning aan het gemeente-personeel
van medezeggenschap in het beheer van
de diensten en bedrijven mogen wij als
bekend veronderstellen. Zou de Raad, te
rugkomende op haar vroeger herhaaldelijk
genomen afwijzende besluiten, than^ de
wenschelijkheid van invoering van dit in
stituut uitspreken, dan zou ongetwijfeld
omtrent den vorm, waarin de medezeg
genschap ware te verleenen, het advies
behooren te worden ingewonnen van de
Algemeene Ambtenaren- en van de Alge
meene Werkliedencommissie.
Omtrent grenswijziging in de richting
van Oegstgeest. is dezerzijds het initiatief
genomen. Alvorens verdere stappen te
doen, dient het antwoord van Ged Sta
ten te worden afgewacht.
Opmerkingen inzake de Zondagswet
zijn inmiddels achterhaald door den loop
van zaken en wij laten deze dus weg,
Red. L. D.i
Op de financiën zullen B en W. ingaan
bij desbetreffend hoofdstuk.
(Wordt vervolgd).
NOTA VAN WIJZIGINGEN.
B en W. geven voorts nog een nota van
wijzigingen. De inkomsten worden ver
hoogd met f. 13.295, de uitgaven verlaagd
met f. 37.905. Aan de post Onvoorziene Uit
gaven kan aldus een bedrag van f56.180
worden toegevoegd. B. en W. zeggen, dat
zij daarbij voor oogen hebben gehouden,
dat de werkgelegenheid als middel tot be
strijding der werkloosheid in voldoende
mate aanwezig moet blijven Bovendien
is in aanmerking te nemen, dat voor uit
voering van werken, boven de in de be
grooting uitgetrokken sommen, f. 150.000
beschikbaar is uit het Fonds voor Stads
verbetering en Sociale Doeleinden.
PREDIKBEURT.
LISSE.
Chr. Geref. Kerk: Hedennam. half acht,
ds. Ponstein.
Geref. Gem.: Hedennam. 7 uur, lees-
dienst.
NED HERV KERK.
Beroepen te St. Jacobi Parochie-Wier de
heer J. Kalma. cand. te Stiens; te 's Gre-
velduin-Capelle. W. L. Mulder, te Voort
huizen.
GEREF KERK.
Beroepen: te Sneek (vac H. M. Deth-
mersi.i H. Steenhuis, te Krommenie.
HERST. EV. LUTH. KERK.
Drietal: te Zwolle, P. H. Borgers, te Den
Helder; W. F. ten Rouwelaar. cand. te
Amsterdam en V. W. F. B. Schmidt, te
Schiedam.
RECLAME.
FEITEN EN CIJFERS OVER SCHOOL
EN ONDERWIJS.
VIL
Wij vervolgen onze opmerkingen over
het interne schoolbedrijf met eenige mede-
deelingen over de leerstof.
Voor een belangTijk gedeelte staat deze
vast. In alle scholen voor gewoon lager
onderwijs worden de vakken lezen, schrij
ven, rekenen, Nederlandsche taal. vader-
landsche geschiedenis, aardrijkskunde,
kennis der natuur, zingen, teekenen en
nuttige handwerken voor meisjes onder
wezen. Het is echter van belang even op
een paar andere vakken te letten. Voor
eerst op het vak lichamelijke oefening.
Eerst over eenige jaren zal, volgens de
Lager Onderwijswet 1920, dit vak aan alle
scholen ingevoerd moeten zijn. Thans
geldt dienaangaande een overgangsbepa
ling. De statistiek van het Gewoon en Uit
gebreid Lager Onderwijs O vermeldt, dat
er aan 65°/o van de scholen voor gewoon
lager onderwijs reeds onderwijs in licha
melijke oefening wordt gegeven. Handen
arbeid vindt men slechts in een gering
aantal scholen, n.l. 5°/n van het totaal.
Zwem-onderwijs genieten de kinderen van
37o der scholen
Fransche, Duitsche en Engelsche taal
mag. gelijk bekend, in de eerste zes leer
jaren eener school voor gewoon lager on
derwijs niet onderwezen worden. Vele
E-lken avond een half
„Dohyfral"-tabletje!
Heerlijk vindt de kleine meid die flikjes. lederen
avond een versnapering.... lederen avond het
Jonge leven gesterkt tegen de Engelsche ziekte.
Tabletje „Dohyïral" per dag ls voldoende om
uw kind tegen Engelsche ziekte te beschermen,
Dr. J. A. v. d. Starp, kinderarts te Rotterdam,
schrijft ons:
„Waar het zonlicht In den winter ons niet
..behulpzaam ls bij het voorkomen of gene-
,,zen van Engelsche ziekte, ls „Dohyfral" een
„waardig aequlvalcnt. De vrees voor vitamine-
.gebrek ln de wintermaanden kan bij het
„kleine kind ondervangen worden door een
„kleine dosis „Dohyfral".
Philips-Van Houten's ..Dohyfral"-tabletten 1.50
per buisje van 10 stuks, voldoende voor 3 weken;
per buisje van 20 stuks 2.75.
N.V. Pharmaceutische Producten Mij.
PHILIPSVAN HOUTEN
Amsterdam
8774
O Uitgegeven ter Alg. Landsdrukkerij,
's-Gravenhage.
ouders laten daarom hun kinderen een
cursus in een vreemde taal volgen buiten
de gewone schooluren. Vooral Fransche
cursussen verheugen zich in groote belang
stelling. Voorzoover aan het Centraal Bu
reau voor de Statistiek bekend, volgen
ongeveer 10% van de leerlingen van het 5e
en 12% van de leerlingen van het 6e leer
jaar zulk een cursus. In de groote steden
is het percentage veel hooger dan op het
platteland. Het is bekend, dat in 't wets
ontwerp tot wijziging der Lager Onder
wijswet wordt voorgesteld het onderwijs in
een der drie moderne talen in de ge
noemde leerjaren weer mogelijk te maken.
Ten hoogste 3 uren per week zouden dan
aan dit onderwijs mogen worden besteed.
In vrijwel alle confessioneele bijzondere
scholen worden vakken onderwezen, ver
band houdende met de richting der
school, zooals bijbelsche geschiedenis,
kerkgeschiedenis, enz. In de openbare
scholen wordt geen godsdienstonderwijs
gegeven. Althans niet binnen het gewone
leerplan. „Het geven van godsdienstonder
wijs blijft," zoo bepaalt de wet „aan de
godsdienstleeraren overgelaten". Bij de
regeling van de schooltijden der openbare
scholen moet evenwel door het vrij-geven
van uitdrukkelijk in die regeling genoemde
uren worden gezorgd, dat de schoolgaande
kinderen in de schoollokalen die daar
voor kosteloos beschikbaar worden gesteld
of elders godsdienstonderwijs van die
godsdienstleeraren kunnen genieten. Van
deze gelegenheid wordt nu aan 60% van
de openbare scholen voor g. 1. o. en aan
37% van de openbare u. 1. o. scholen ge
bruik gemaakt. De statistiek, waaruit wij
deze gegevens putten, vermeldt, dat 17%
van de leerlingen der openbare scholen
voor g. 1. o. en 12% van die van de open
bare u. 1. o. scholen op deze wijze gods
dienstonderwijs genieten. Wanneer men de
uitgave zelf raadpleegt waartoe wij alle
lezers van harte opwekken vindt men
deze gegevens afzonderlijk voor de provin
ciën, de grootste gemeenten en enkele
groepen van kleinere gemeenten, terwijl
daarin bovendien nog is vermeld, welke
kerken en organisaties op dit gebied werk
zaam zijn en hoeveel scholen en leerlingen
zij bereiken.
Dit het Engelsch door mejC. M. G. de W.
38)
Ziedaar, zei hij kortaf. Neem dit aan
w wees er dankbaar voor. En maak dan
dat ge weg komt zoo gauw u maar kunt.
Dus dat beteekende, dat ze er niet ver-
°er over hoefde te spreken. De toon was
uie van een hoogst cynisch heer. die het
«oor beide partijen verstandig vond dat
eigenares van de Van Roon goed De
mpen had waar het op stond.
Julie was door alles, wat voorafgegaan
zeer overspannen. De overtuiging,
"at zij op het laatst beroofd werd van de
nicht van haar zeer moeilijke overwin-
"'ug. was meer dan zij kon verdragen,
'egenover de koele onbeschaamdheid van
hiun en zijn lage listen, was haar
spfi 6 top Sestcgen. Hij wist dat zij
seen eigendomsbewijs kon vertoonen,
wmee zou bij zijn voordeel doen. Op
h «ogenblik van onverdragelijke bitter-
dtèv uLerd aangespoord en voortge-
even door denzelfden duivelschen geest,
«jLf?1® s' oen paar uur te voren krank-
'D had gemaakt van drift,
i? schilderstuk is van mij, riep zij
'heesche stem. En naar de tafel gaan-
^ogde zij er bij:
5i mij dief.
happen .woord S"1® een. paar
achteruit, maar het volgend
haaV7*"' FeeP hiJ haar bij de polsen. In
zii *i-or5telinS °m los te komen, voelde
mi h adem in haar gezicht.
(i»J, alleen met dien man in zijn
woning, zy had niets om zich te
verdedigen. Ze was aan zijn genade over
geleverd en hij had whisky gedronken,
wie weet hoeveel. Langzaam aan werd ze
tegen den wand gedreven. Ze was zich
haar toestand volkomen bewust en wist,
dat ze voor haar leven vocht en voor wat
op dit oogenblik misschien nog meer be
teekende.
Ik zal je leeren hier te komen, jou..
Hij zag er uit als een krankzinnige. Zij
gaf een gil van angst en vocht als een
tygerin, met tanden en nagels. En einde
lijk voelde zij, dat hij haar zou dooden.
Maar daar was hij bang voor. dat wilde
hy niet.
HOOFDSTUK XLI.
Keiler was zelf haast geheel uitgeput,
dat besefte hy. En berekenend als hij
was. zelfs op zulk een oogenblik van
waanzin, terwijl al wat slecht was in zijn
ziel samenspande om hem de overwin
ning te laten behalen, deed hij een po
ging om zich zelf te redden.
Hy verlangde er naar dat booze schep
sel te dooden, maar werd weerhouden
door de gedachte, wat de gevolgen voor
hem zelf zouden zijn.
En het jonge meisje voelde dat zy ster
ven ging. Haar keel werd toegeknepen.
Haar oogen verduisterden. Zy hygde naar
adem.
Zoo lag zy eenigen tyd, byna bewuste
loos Maar elndelyk scheen het leven
terug te keeren Weder gevoelde zy een
stekende pyn en de gloed van de electri-
sche lamp, zonder kap, viel in haar oogen.
Krachtige armen werden om haar heen
geslagen; zy werd gesteund in den rug.
De reuk van sterken drank drong tot haar
door, een glas werd haar tegen de lippen
gedrukt, zy trachtte zich weer los te ma
ken, maar nu slechts zwak, een laatste
poging van haar stervende wilskracht.
Maar toch had de natuur, de .wil om te
leven, overwonnen.
Goddank! hoorde zy een heesche
stem mompelen. Ik dacht zeker dat je er
van door ging.
Een doodsbleek gezicht, met oogen, die
de hare schenen te verblinden, vertoon
de zich plotseling voor haar.
Drink dat op. ellendig wezen! sprak
de heesche stem. En maak dan dat je weg
komt, jou slet
Het was beleedigend. maar Julie trok
zich daar niets van aan. Zij hoorde het
nauwelyks en begreep het niet. Want. het
was niet alleen haar lichaam, dat geleden
had, maar ook haar geest verlangde
naar rust.
Zoodra het sterke vocht uit het glas
door haar aderen stroomde, werd aan
dien wensch voldaan, maar niet vrywil-
lig. Alsof zy een schadelyk dier was. waar
hy afschuw van had, sleepte hy haar de
kamer uit tot aan de deur van het flat.
Hy schoof den grendel weg en wierp haar
de deur uit op het portaal.
Toen zy voortkroop tot aan de leuning
van de trap naar beneden, hoorde zy hem
fluisteren:
Maak dat je weg komt en gauw ook
anders stuur ik de politie op je af.
HOOFDSTUK XLII.
Julie wist in de verste verte niet hoe
lang ze daar tegen de leuning gelegen
had. Maar het was misschien niet zoo
lang als het haar toescheen. Al was ze
gebroken om zoo te zeggen, toch had
ze nog kracht over om niet geheel by de
pakken neer te zitten.
Het koude yzer van de trapleuning en
de koude lucht hadden een magischen
invloed op haar. Toen ze uit die vergifti
gende kamer en de onreine tegenwoor
digheid van Keiler vandaan was, begon
de fyne inwendige machine weer lang
zaam te werken. Behalve een flauw
sohynsel uit de kamerdeur, waar ze zoo
even was uitgeworpen, was alles donker
op het portaal. Het scheen dat het ge-
heele gebouw onbewoond was. Zij hoorde
haar voetstappen op de trap. zoodra zy
het waagde een paar treden naar beneden
te gaan, zich vast houdende aan de leu
ning. Dus toen was alles donker om haar
heen.
Het was of zy in een afgrond viel. Was
zy maar zeker geweest dat de dood haar
beneden wachtte, dan zou zy' er zicli
gaarne ingestort hebben. Maar zy wist.
dat zy niet diep vallen kon. Na drie of
vier stappen gedaan te hebben, kwam zy
in een vestibule. En daar aan het eind
was een deur. die naar de straat leidde.
By het flauwe licht op straat zag zy
schimmen, schaduwen van menschen. En
wat moest zy nu doen; zy had den moed
verloren om al de ellende, die haar
wachtte, het hoofd te bieden.
In dien meedoogenloozen tweestrijd
zocht zij een donker hoekje achter de
trap in de vestibule. Daar trachtte zij
moed te vatten en het meedoogenloos lot
te tarten. Maar tevergeefs. Zij moest
daar maar stil blyven zitten totdat de
dood haar kwam verlossen.
Zy beefde op dat oogenblik in een soort
nachtmerrie; het was haast te erg om
waar te kunnen zyn. Maar het was wel
waar en dat was juist het vreeselijke.
Zwervende door de donkere straten van
de groote stad, zonder geld en alleen, met
het merk van dieven en moordenaars
op haar gekwetst lichaam, haar schat
gestolen; er was slechts één enkele
uitweg.
Maar de dood zou zoo gemakkelyk niet
komen. Terwyl zy daar zat in een koud,
donker hoekje achter de trap, voelde zij,
dat haar wilskracht haar ontzonk. Naar
buiten gaan en een eind aan haar leven
maken, daar was moed voor noodig, maar
het klapperen van haar tanden was be-
wys genoeg dat de laatste straal van
hoop verduisterde.
HOOFDSTUK XLIII.
Terwyl zy in dat donkere hoekje gedo
ken zat, werd zy zich toch bewust, dat zy
het heel koud had en het was of zy meer
tot bewustzijn kwam. Zy voelde overal
pijn en ook haar geest begon natuurlyker
te werken en langzamerhand werd het
haar duidelyk. dat zy door lydzaamheid
alleen geen einde aan haar leven kon
maken. En het was nog steeds de dood,
waarin zij haar eenige toevlucht zag.
Zij verzamelde al de weinige kracht,
die zy nog bezat om op te staan en naai
den uitgang te loopen. Tenminste, dat
hoopte zij, maar zij kon niet. En in dat
ellendige oogenblik kwam er plotseling
hulp op dagen. En wel van een kant, van
waar zy het niet verwacht had. zy hoorde
een deur dicht slaan boven haar hoofd.
En daarna een geluid of er een lucifer
werd afgestreken en toen een geschuifel
van voetstapoen op de steenen trap.
Er kwam iemand beneden. Julie dook
nog dichter in het donkere hoekje achter
de trap. Het was een man, die naderde.
En by het flikkeren van de lucifer, die hij
weg wierp, toen hy beneden aan de stee
nen trap gekomen was, zag ze dat het
Keller was.
Het lichtschynsel was zeer flauw en het
oogenblik zeer kort; toch zag Julie, dat
Keiler een pakje in een bruin papier
onder zyn arm had. Dat gezicht werkte
als het ware als een toovermiddel. Wie
weet welke goede genien in dat kleine
pakje verborgen was, die een wonderda
dige uitwerking had op den mensche-
lyken wil.
Keiler streek een tweede lucifer af en
keek overal in de duisternis rond. Julie
begreep, dat hij keek of zy daar nog ge
bleven was, maar het licht drong niet
door tot den hoek, waar zy ineen gedo
ken nederzat, en de lucifer ging uit, zon
der dat hy iets bemerkt had.
(Wordt vervolgd.)