Sectieverslag van den Gemeenteraad en Antwoord van B. en W. 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 November 1931 Derde Blad No. 21991 ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. I. Gemeentebestuur. KERK- EN SCH001NIEUWS [zJmJÈÈ'ut* - FEUILLETON. Het Kostbare Meesterstukje O Bij de behandeling van de gemeentebe groting voor het jaar 1932 in de verga deringen van de Sectiën van den Raad kwam allereerst ter sprake de wijze, waar op de begrooting in de vergadering van den Gemeenteraad wordt behandeld. Verschillende leden zouden met name de „algemeene beschouwingen" gaarne zien bekort. Men hoopte dat B. en W. niet weer, zoo als vorige jaren, zóóveel als mogelijk is bij de algemeene beschouwingen zouden onderbrengen, waardoor deze beschouwin gen veel te lang duren en de behandeling der artikelen niet tot haar recht komt. Wellicht is bekorting mogelijk, merkte een lid op. indien de raadsfracties vrij- willeg een zekere gedragslijn willen volgen of door het aanbrengen van een daartoe strekkende wijziging in 't Reglement van Orde. Ook van andere zijde werd opgemerkt dat ten vorigen jare verscheidene dagen sijn besteed aan het voef en van algemeene beschouwingen en dart de behandeling van de artikelen ten slotte is afgeraffeld tot diep in den nacht. Laten wij toch. aldus een lid. de portiek buiten het debat laten. Practisch nut heeft het absoluut niet en het brengt in niemand's overtuiging eenige verande ring. Een uitzondering zou deze spreker willen maken bij het laatste zittingsjaar. Men kan dan eens nagaan wat gedaan en niet gedaan is. Voorts bespreekt hij de verkiezing van de wethouders, waaromtrent geen enkele officieele verklaring is afgelegd. Maar een ander lid meent dat het niet aangaat de politiek uit den raad te weren. De raad is nu eenmaal een politiek li chaam. Men spreekt niet om elkander te overtuigen, maar vooral om naar buiten te laten hooren hoe men over verschillen de zaken denkt; men wil zijn beginselen demonstreeren. Van overleg tusschen de raadsfracties ien opzichte van bekorting van het debat verwacht hij niet veel. De fracties zijn ge organiseerd en ieder lid bespreekt het hem toebedeeld onderwerp, pogende zich daar bij zooveel mogelijk te beperken. Een lid betuigt het College zijn waar- deering voor de tijdige indiening van de begrooting en. tot zekere hoogte, voor het feit, dat het gelukt is haar sluitend te maken. Overigens blijkt uit de begrooting niet, dat het College het voornemen heeft san de steeds grooter wordende werkloos heid krachtig het hoofd te bieden; maat regelen die de gevolgen van de werkloos heid, stoffelijke ontbering en geestelijke ontmoediging, beoogen te verzachten, zijn in de begrooting in niet voldoende mate te vinden Hoewel de toestand buitenge woon ernstig is, het economisch leven een diepere inzinking toont dan ooit, ofschoon men in steeds ruimeren kring, met name in dien der Christelijke arbeiders, het on houdbare van het kapitalistische stelsel begint in te zien, schijnt niet alleen het College, maar. ook de meerderheid van den Raad, de rechterzijde, de tot dusver gevolgde kapitalistische gemeentepolitiek te willen voortzetten. Immers, toen de S. D.A.P. bereid was een offer te brengen door het aanvaarden van twee zetels in het College van B. en W.. mits daarbij zekere minimum-eischen werden ingewil ligd, heeft de rechterzijde die zetels gewei gerd en over de gestelde eischen zelfs niet beraadslaagd. Aanvaarding van wethou- derszetels kan de S.D.A.P. echter alleen dan met haar verantwoordelijkheid, zoo als zij die gevoelt, overeenbrengen, wan neer redelijke zekerheid bestaat, dat aldus iets van belang voor de noodlijdende dee- len der bevolking kan worden tot stand gebracht. In het besturen van de gemeente meent de S.D.A.P. haar politieke macht te moe ten gebruiken: lo. om op te wekken tot den strijd tegen het kapitalisme, om de bevolking op te voeden tot het socialisme; 2o. om de noodlijdenden te beschermen tegen de ellende, die het kapitalisme over hen uitstort door: a. het op ruime schaal, zoo noodig met uitbreiding van den dienst der Gemeente werken, ter hand nemen van nuttige pro ductieve werken tegen de normale loonen; reeds verleden jaar en ook laatstelijk door den Plaatselijken Raad is een opsomming van zoodanige werken gegeven; b. het geven van behoorlijken steun aan hen, die niet bij de bovenbedoelde werken te werk gesteld kunnen worden. Daarvoor pleiten niet alleen maatschappelijke, maar ook menschlievende overwegingen. Tegen over dit groots maatschappelijke euvel staat trouwens de particuliere liefdadig heid machteloos. Bovendien hebben de werkloozen recht op steun, waarmede be lasting van de gegoeden voor dit doel ge rechtvaardigd is; 3o. om tot uitbreiding van de overheids zorg te geraken, met name door het in direct gemeentebeheer brengen van de waterleiding en van den Leidschen Hout, alsmede door de instelling van een levens- middelendienst, ten einde de bevolking tegen redelijke prijzen aan levensmiddelen te helpen. De S.D.A.P. gebruikt haar politieke macht op deze wijze om een ordelijke ont wikkeling van de maatschappelijke ver houding te bevorderen. Daarom eischt zij ook op een grootere vrijheid in het hou den van optochten op de openbare straat, ook op Zondagmiddag, een vrijheid, welke door den burgemeester slechts in zooverre ware te beperken, dat hij bevoegd is den door een optocht te volgen weg voor te schrijven. Voorts behoort ook het colpor teer en in het algemeen vrii te zijn, be houdens het verbod bij verstoring van de openbare orde. Mede zal aan 'n ordeliike ontwikkeling der maatschappelijke ver houdingen bevorderlijk zijn het toekennen van medezeggenschap in het bedrijf en in het beheer daarvan aan het gemeente- personeel. Dit lid zou gaarne zien, dat de Raad de wenschelijkheid van de invoe ring uitsprak, terwijl dan omtrent den vorm, waarin zij zou worden gegeven, het advies ware in te winnen van het geor ganiseerd overleg. De leniging van den nood. op de wijze, zooals de S.D.A.P. die wenscht, kost geld en evenals vroeger is zij ook thans bereid de gemeente aan de daarvoor noodige mid delen te helpen. In de eerste plaats is zij bereid er toe mede te werken, dat de ge goeden zwaarder worden belast, terwijl voorts over de gevormde reserves zal be- hooren te worden beschikt. Ten slotte ware er op aan te dringen, dat het Rijk de gemeenten in de kosten van bestrijding van de werkloosheid krachtiger steunt dan tot dusver, mits dit niet leidt tot een onder curateelestelling van de gemeente besturen. waarvoor thans reeds aanwij zingen bestaan. Ten einde het vertrek van gegoeden naar Oegstgeest te bestrijden, is de S.D.A.P. bereid om pogingen van B. en W. om Oegstgeest bij Leiden gevoegd te krijgen, te steunen, hetgeen ook met het oog op de verbetering van den ver- keerstoestand bij den overweg nabij het station van belang is. Door de laatste wij ziging van de Gemeentewet kan het initia tief daartoe ook van den Raad uitgaan. Een ander lid constateert met dank baarheid. dat de begrooting sluit, al ont veinst hij zich niet, dat het sluitend zijn verkregen is door een te lage raming van het voor steun aan werkloozen uitgetrok- ben bedrag. Voorts wijst dit lid er op. dat de begrooting mede sluitend is gemaakt door het opvoeren van de winsten der be drijven; daarin schuilt echter een gevaar in zooverre als die winsten als gevolg van de economische crisis kunnen terugloopen Bij het stellen van eischen aan het ge meentebestuur moet men dan ook reke ning houden met de financieele mogelijk heden; doet men dit niet, dan is inwilli ging van die eischen langs ordelijken weg niet mogelijk. Het verleden van het College is hem er echter borg voor, dat het naar zijn vermogen en met de midde len, waarover het beschikt, alles zal doen wat tot leniging van den nood der bevol king kan leiden. Weer een ander lid wijst er op. dat het sluitend zijn van de begrooting grooten- deels fictief is; immers de posten steun aan werkloozen en subsidie aan Maat schappelijk Hulpbetoon zijn ongetwijfeld veel te laag geraamd. Hij meent dan ook het recht te hebben te zeggen, dat de be grooting sluitend is gemaakt door bezui niging op den steun aan werkloozen. Ook in een andere Sectie acht een lid het een verheugend feit dat de begroo ting sluitend is kunnen worden gemaakt en nog wel met een post voor onvoorziene uitgaven van f.70 000, dus nog iets hooger zelfs dan het vorig jaar. Toch vreest hij dat een deel van de be lasting, gelet op den minider gunstiger) economischen toestand, niet zal kunnen worden geïnd. Ook zullen wij voor extra uitgaven komen te staan tengevolge van de groote werkloosheid. Zal men dan in die groote uitgaven kunnen vóórzien, zoo vraagt hij. Men vergete niet dat de winst van de Lichtfabrieken wel eens zou kun nen verminderen o.a. door stopzetting van bedrijven als gevolg van de tegenwoordige malaise. En een ander lid, hoewel tot tevreden heid gestemd dat de begrooting, zij het niet dan met groote moeite is sluitend ge maakt. meent eveneens dat er toch spe culatieve elementen in zitten. Er kunnen bij verschillende posten tegenvallers komen. Mogelijk zullen de uitkomsten uit belas tingen, waarbij dus voornamelijk gedacht wordt aan de opcenten op de gemeente- fandsbelasting en de vermogensbe lasting, niet on voorzienelij k achter blijven bij het geraamde bedrag', terwijl ook de winst uit de Lichtfabrieken, ge zien de slapte in de verschillende bedrij ven. wel zou kunnen tegenvallen. Voor den steun zal wellicht meer noo dig zijn dan de uitgetrokken f. 150.000. Het evenwicht zal misschien blijken geen even wicht te zijn en als het verstoord wordt, wat zullen B. en W. dan doen? Belasting- verhooging? Verhooging van de tarieven der Lichtfabrieken9 Putten uit de alge meene reserve? Of anderszins bezuiniging op de uitgaven? B. en W. antwoorden hierop; Voor de behandeling van de begrooting in den Gemeenteraad geldt als leidraad het Voorloopig Verslag van het verhan delde in de Secties en de Memorie van Antwoord op dat verslag. De Memorie van Antwoord sluit zich zooveel mogelijk aan bij het Voorloopig Verslag. Niet van het College, doch in de eerste plaats van de leden van den Raad hangt het dus af, of de Algemeene Beschouwingen van kleiner of grooter omvang zijn. Wenscht de Raad derhalve verandering in den bestaan-den toestand en meer on der te brengen bij de artikelen, dan be staat bij het College uit den aard der zaak geen bezwaar het gesprokene ook daar te beantwoorden, natuurlijk onder deze voor waarde. dat niet hetzelfde onderwerp en dezelfde vragen ook onder de Algemeene Beschouwingen voorkomen. In dat geval toch behouden wij ons-het recht voor ons antwoord te geven bij die Algemeene Be schouwingen. Intusschen zouden wij wel gaarne zien. dat een en an<ler niet leidt tot verlenging van de debatten en dat dus het ter sprake brengen van meer onderwerpen bij de ar tikelen, dan tot nog toe het geval is,'ook gepaard gaat met een bekorting van de Algemeene Beschouwingen, b.v. door be perking van den spreektijd in gemeen overleg met den voorzitter. Het lijkt ons toch niet gerechtvaardigd, dat aan het jaarlijksche politieke steekspel, hetwelk op de agenda pleegt te worden aangeduid als behandeling van de gemeente-begroo ting. in een gemeente als Leiden meer tijd wordt besteed, dan ci week. Wij nemen aan, dat de Raad met ons van meening is. dat ons College en de desbetreffende ambtenaren niet langer aan hun veel om- vattenden, hoogst verantwoordelijken, ar beid mogen worden onttrokken, in het bij zonder niet in deze moeilijke tijden. Op de politieke bespiegelingen, welke ook dit jaar weder in het verslag worden aangetroffen, gaan wij uit den aard der zaak niet in, als rakende niet het beleid van het College. Ook de- opmerkingen met betrekking tot de wijze, waarop de S.D. A.P. haar politieke macht meent te moe ten gebruiken, behoeven onzerzijds geen breedvoerige beantwoording. Het stand punt van het Dagelijksch Bestuur te dezer zake is meermalen, zoowel schriftelijk als mondeling, uitvoerig uiteengezet. Ons Col lege is, ook in zijn nieuwe samenstelling. eenzelfde standpunt toegedaan. Met de beantwoording van enkele speciale punten kan derhalve wordep volstaan. Deze speciale punten zijn: de medezeg genschap en de grensuitbreiding. Ons standpunt met betrekking tot de toekenning aan het gemeente-personeel van medezeggenschap in het beheer van de diensten en bedrijven mogen wij als bekend veronderstellen. Zou de Raad, te rugkomende op haar vroeger herhaaldelijk genomen afwijzende besluiten, than^ de wenschelijkheid van invoering van dit in stituut uitspreken, dan zou ongetwijfeld omtrent den vorm, waarin de medezeg genschap ware te verleenen, het advies behooren te worden ingewonnen van de Algemeene Ambtenaren- en van de Alge meene Werkliedencommissie. Omtrent grenswijziging in de richting van Oegstgeest. is dezerzijds het initiatief genomen. Alvorens verdere stappen te doen, dient het antwoord van Ged Sta ten te worden afgewacht. Opmerkingen inzake de Zondagswet zijn inmiddels achterhaald door den loop van zaken en wij laten deze dus weg, Red. L. D.i Op de financiën zullen B en W. ingaan bij desbetreffend hoofdstuk. (Wordt vervolgd). NOTA VAN WIJZIGINGEN. B en W. geven voorts nog een nota van wijzigingen. De inkomsten worden ver hoogd met f. 13.295, de uitgaven verlaagd met f. 37.905. Aan de post Onvoorziene Uit gaven kan aldus een bedrag van f56.180 worden toegevoegd. B. en W. zeggen, dat zij daarbij voor oogen hebben gehouden, dat de werkgelegenheid als middel tot be strijding der werkloosheid in voldoende mate aanwezig moet blijven Bovendien is in aanmerking te nemen, dat voor uit voering van werken, boven de in de be grooting uitgetrokken sommen, f. 150.000 beschikbaar is uit het Fonds voor Stads verbetering en Sociale Doeleinden. PREDIKBEURT. LISSE. Chr. Geref. Kerk: Hedennam. half acht, ds. Ponstein. Geref. Gem.: Hedennam. 7 uur, lees- dienst. NED HERV KERK. Beroepen te St. Jacobi Parochie-Wier de heer J. Kalma. cand. te Stiens; te 's Gre- velduin-Capelle. W. L. Mulder, te Voort huizen. GEREF KERK. Beroepen: te Sneek (vac H. M. Deth- mersi.i H. Steenhuis, te Krommenie. HERST. EV. LUTH. KERK. Drietal: te Zwolle, P. H. Borgers, te Den Helder; W. F. ten Rouwelaar. cand. te Amsterdam en V. W. F. B. Schmidt, te Schiedam. RECLAME. FEITEN EN CIJFERS OVER SCHOOL EN ONDERWIJS. VIL Wij vervolgen onze opmerkingen over het interne schoolbedrijf met eenige mede- deelingen over de leerstof. Voor een belangTijk gedeelte staat deze vast. In alle scholen voor gewoon lager onderwijs worden de vakken lezen, schrij ven, rekenen, Nederlandsche taal. vader- landsche geschiedenis, aardrijkskunde, kennis der natuur, zingen, teekenen en nuttige handwerken voor meisjes onder wezen. Het is echter van belang even op een paar andere vakken te letten. Voor eerst op het vak lichamelijke oefening. Eerst over eenige jaren zal, volgens de Lager Onderwijswet 1920, dit vak aan alle scholen ingevoerd moeten zijn. Thans geldt dienaangaande een overgangsbepa ling. De statistiek van het Gewoon en Uit gebreid Lager Onderwijs O vermeldt, dat er aan 65°/o van de scholen voor gewoon lager onderwijs reeds onderwijs in licha melijke oefening wordt gegeven. Handen arbeid vindt men slechts in een gering aantal scholen, n.l. 5°/n van het totaal. Zwem-onderwijs genieten de kinderen van 37o der scholen Fransche, Duitsche en Engelsche taal mag. gelijk bekend, in de eerste zes leer jaren eener school voor gewoon lager on derwijs niet onderwezen worden. Vele E-lken avond een half „Dohyfral"-tabletje! Heerlijk vindt de kleine meid die flikjes. lederen avond een versnapering.... lederen avond het Jonge leven gesterkt tegen de Engelsche ziekte. Tabletje „Dohyïral" per dag ls voldoende om uw kind tegen Engelsche ziekte te beschermen, Dr. J. A. v. d. Starp, kinderarts te Rotterdam, schrijft ons: „Waar het zonlicht In den winter ons niet ..behulpzaam ls bij het voorkomen of gene- ,,zen van Engelsche ziekte, ls „Dohyfral" een „waardig aequlvalcnt. De vrees voor vitamine- .gebrek ln de wintermaanden kan bij het „kleine kind ondervangen worden door een „kleine dosis „Dohyfral". Philips-Van Houten's ..Dohyfral"-tabletten 1.50 per buisje van 10 stuks, voldoende voor 3 weken; per buisje van 20 stuks 2.75. N.V. Pharmaceutische Producten Mij. PHILIPSVAN HOUTEN Amsterdam 8774 O Uitgegeven ter Alg. Landsdrukkerij, 's-Gravenhage. ouders laten daarom hun kinderen een cursus in een vreemde taal volgen buiten de gewone schooluren. Vooral Fransche cursussen verheugen zich in groote belang stelling. Voorzoover aan het Centraal Bu reau voor de Statistiek bekend, volgen ongeveer 10% van de leerlingen van het 5e en 12% van de leerlingen van het 6e leer jaar zulk een cursus. In de groote steden is het percentage veel hooger dan op het platteland. Het is bekend, dat in 't wets ontwerp tot wijziging der Lager Onder wijswet wordt voorgesteld het onderwijs in een der drie moderne talen in de ge noemde leerjaren weer mogelijk te maken. Ten hoogste 3 uren per week zouden dan aan dit onderwijs mogen worden besteed. In vrijwel alle confessioneele bijzondere scholen worden vakken onderwezen, ver band houdende met de richting der school, zooals bijbelsche geschiedenis, kerkgeschiedenis, enz. In de openbare scholen wordt geen godsdienstonderwijs gegeven. Althans niet binnen het gewone leerplan. „Het geven van godsdienstonder wijs blijft," zoo bepaalt de wet „aan de godsdienstleeraren overgelaten". Bij de regeling van de schooltijden der openbare scholen moet evenwel door het vrij-geven van uitdrukkelijk in die regeling genoemde uren worden gezorgd, dat de schoolgaande kinderen in de schoollokalen die daar voor kosteloos beschikbaar worden gesteld of elders godsdienstonderwijs van die godsdienstleeraren kunnen genieten. Van deze gelegenheid wordt nu aan 60% van de openbare scholen voor g. 1. o. en aan 37% van de openbare u. 1. o. scholen ge bruik gemaakt. De statistiek, waaruit wij deze gegevens putten, vermeldt, dat 17% van de leerlingen der openbare scholen voor g. 1. o. en 12% van die van de open bare u. 1. o. scholen op deze wijze gods dienstonderwijs genieten. Wanneer men de uitgave zelf raadpleegt waartoe wij alle lezers van harte opwekken vindt men deze gegevens afzonderlijk voor de provin ciën, de grootste gemeenten en enkele groepen van kleinere gemeenten, terwijl daarin bovendien nog is vermeld, welke kerken en organisaties op dit gebied werk zaam zijn en hoeveel scholen en leerlingen zij bereiken. Dit het Engelsch door mejC. M. G. de W. 38) Ziedaar, zei hij kortaf. Neem dit aan w wees er dankbaar voor. En maak dan dat ge weg komt zoo gauw u maar kunt. Dus dat beteekende, dat ze er niet ver- °er over hoefde te spreken. De toon was uie van een hoogst cynisch heer. die het «oor beide partijen verstandig vond dat eigenares van de Van Roon goed De mpen had waar het op stond. Julie was door alles, wat voorafgegaan zeer overspannen. De overtuiging, "at zij op het laatst beroofd werd van de nicht van haar zeer moeilijke overwin- "'ug. was meer dan zij kon verdragen, 'egenover de koele onbeschaamdheid van hiun en zijn lage listen, was haar spfi 6 top Sestcgen. Hij wist dat zij seen eigendomsbewijs kon vertoonen, wmee zou bij zijn voordeel doen. Op h «ogenblik van onverdragelijke bitter- dtèv uLerd aangespoord en voortge- even door denzelfden duivelschen geest, «jLf?1® s' oen paar uur te voren krank- 'D had gemaakt van drift, i? schilderstuk is van mij, riep zij 'heesche stem. En naar de tafel gaan- ^ogde zij er bij: 5i mij dief. happen .woord S"1® een. paar achteruit, maar het volgend haaV7*"' FeeP hiJ haar bij de polsen. In zii *i-or5telinS °m los te komen, voelde mi h adem in haar gezicht. (i»J, alleen met dien man in zijn woning, zy had niets om zich te verdedigen. Ze was aan zijn genade over geleverd en hij had whisky gedronken, wie weet hoeveel. Langzaam aan werd ze tegen den wand gedreven. Ze was zich haar toestand volkomen bewust en wist, dat ze voor haar leven vocht en voor wat op dit oogenblik misschien nog meer be teekende. Ik zal je leeren hier te komen, jou.. Hij zag er uit als een krankzinnige. Zij gaf een gil van angst en vocht als een tygerin, met tanden en nagels. En einde lijk voelde zij, dat hij haar zou dooden. Maar daar was hij bang voor. dat wilde hy niet. HOOFDSTUK XLI. Keiler was zelf haast geheel uitgeput, dat besefte hy. En berekenend als hij was. zelfs op zulk een oogenblik van waanzin, terwijl al wat slecht was in zijn ziel samenspande om hem de overwin ning te laten behalen, deed hij een po ging om zich zelf te redden. Hy verlangde er naar dat booze schep sel te dooden, maar werd weerhouden door de gedachte, wat de gevolgen voor hem zelf zouden zijn. En het jonge meisje voelde dat zy ster ven ging. Haar keel werd toegeknepen. Haar oogen verduisterden. Zy hygde naar adem. Zoo lag zy eenigen tyd, byna bewuste loos Maar elndelyk scheen het leven terug te keeren Weder gevoelde zy een stekende pyn en de gloed van de electri- sche lamp, zonder kap, viel in haar oogen. Krachtige armen werden om haar heen geslagen; zy werd gesteund in den rug. De reuk van sterken drank drong tot haar door, een glas werd haar tegen de lippen gedrukt, zy trachtte zich weer los te ma ken, maar nu slechts zwak, een laatste poging van haar stervende wilskracht. Maar toch had de natuur, de .wil om te leven, overwonnen. Goddank! hoorde zy een heesche stem mompelen. Ik dacht zeker dat je er van door ging. Een doodsbleek gezicht, met oogen, die de hare schenen te verblinden, vertoon de zich plotseling voor haar. Drink dat op. ellendig wezen! sprak de heesche stem. En maak dan dat je weg komt, jou slet Het was beleedigend. maar Julie trok zich daar niets van aan. Zij hoorde het nauwelyks en begreep het niet. Want. het was niet alleen haar lichaam, dat geleden had, maar ook haar geest verlangde naar rust. Zoodra het sterke vocht uit het glas door haar aderen stroomde, werd aan dien wensch voldaan, maar niet vrywil- lig. Alsof zy een schadelyk dier was. waar hy afschuw van had, sleepte hy haar de kamer uit tot aan de deur van het flat. Hy schoof den grendel weg en wierp haar de deur uit op het portaal. Toen zy voortkroop tot aan de leuning van de trap naar beneden, hoorde zy hem fluisteren: Maak dat je weg komt en gauw ook anders stuur ik de politie op je af. HOOFDSTUK XLII. Julie wist in de verste verte niet hoe lang ze daar tegen de leuning gelegen had. Maar het was misschien niet zoo lang als het haar toescheen. Al was ze gebroken om zoo te zeggen, toch had ze nog kracht over om niet geheel by de pakken neer te zitten. Het koude yzer van de trapleuning en de koude lucht hadden een magischen invloed op haar. Toen ze uit die vergifti gende kamer en de onreine tegenwoor digheid van Keiler vandaan was, begon de fyne inwendige machine weer lang zaam te werken. Behalve een flauw sohynsel uit de kamerdeur, waar ze zoo even was uitgeworpen, was alles donker op het portaal. Het scheen dat het ge- heele gebouw onbewoond was. Zij hoorde haar voetstappen op de trap. zoodra zy het waagde een paar treden naar beneden te gaan, zich vast houdende aan de leu ning. Dus toen was alles donker om haar heen. Het was of zy in een afgrond viel. Was zy maar zeker geweest dat de dood haar beneden wachtte, dan zou zy' er zicli gaarne ingestort hebben. Maar zy wist. dat zy niet diep vallen kon. Na drie of vier stappen gedaan te hebben, kwam zy in een vestibule. En daar aan het eind was een deur. die naar de straat leidde. By het flauwe licht op straat zag zy schimmen, schaduwen van menschen. En wat moest zy nu doen; zy had den moed verloren om al de ellende, die haar wachtte, het hoofd te bieden. In dien meedoogenloozen tweestrijd zocht zij een donker hoekje achter de trap in de vestibule. Daar trachtte zij moed te vatten en het meedoogenloos lot te tarten. Maar tevergeefs. Zij moest daar maar stil blyven zitten totdat de dood haar kwam verlossen. Zy beefde op dat oogenblik in een soort nachtmerrie; het was haast te erg om waar te kunnen zyn. Maar het was wel waar en dat was juist het vreeselijke. Zwervende door de donkere straten van de groote stad, zonder geld en alleen, met het merk van dieven en moordenaars op haar gekwetst lichaam, haar schat gestolen; er was slechts één enkele uitweg. Maar de dood zou zoo gemakkelyk niet komen. Terwyl zy daar zat in een koud, donker hoekje achter de trap, voelde zij, dat haar wilskracht haar ontzonk. Naar buiten gaan en een eind aan haar leven maken, daar was moed voor noodig, maar het klapperen van haar tanden was be- wys genoeg dat de laatste straal van hoop verduisterde. HOOFDSTUK XLIII. Terwyl zy in dat donkere hoekje gedo ken zat, werd zy zich toch bewust, dat zy het heel koud had en het was of zy meer tot bewustzijn kwam. Zy voelde overal pijn en ook haar geest begon natuurlyker te werken en langzamerhand werd het haar duidelyk. dat zy door lydzaamheid alleen geen einde aan haar leven kon maken. En het was nog steeds de dood, waarin zij haar eenige toevlucht zag. Zij verzamelde al de weinige kracht, die zy nog bezat om op te staan en naai den uitgang te loopen. Tenminste, dat hoopte zij, maar zij kon niet. En in dat ellendige oogenblik kwam er plotseling hulp op dagen. En wel van een kant, van waar zy het niet verwacht had. zy hoorde een deur dicht slaan boven haar hoofd. En daarna een geluid of er een lucifer werd afgestreken en toen een geschuifel van voetstapoen op de steenen trap. Er kwam iemand beneden. Julie dook nog dichter in het donkere hoekje achter de trap. Het was een man, die naderde. En by het flikkeren van de lucifer, die hij weg wierp, toen hy beneden aan de stee nen trap gekomen was, zag ze dat het Keller was. Het lichtschynsel was zeer flauw en het oogenblik zeer kort; toch zag Julie, dat Keiler een pakje in een bruin papier onder zyn arm had. Dat gezicht werkte als het ware als een toovermiddel. Wie weet welke goede genien in dat kleine pakje verborgen was, die een wonderda dige uitwerking had op den mensche- lyken wil. Keiler streek een tweede lucifer af en keek overal in de duisternis rond. Julie begreep, dat hij keek of zy daar nog ge bleven was, maar het licht drong niet door tot den hoek, waar zy ineen gedo ken nederzat, en de lucifer ging uit, zon der dat hy iets bemerkt had. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9