ITStlt llsie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 November 1931 Derde Blad No. 21987 i Buitenl. Weekoverzicht. GEMEENTEZAKEN. jf„ voorloopige Fransch-Duitschc over eenstemming. - Grandi in Amerika. Oorlog in het Verre Oosten. In alle stilte zijn Frankrijk en Duitsch land er in geslaagd, om het voorloopig met elkaar eens te worden over de bijeen roeping van een commissie, die de geheele Duitsdie betalingscapaciteit zal onderzoe ken Het Duitsche verzoek om zoo'n com missie bijeen te roepen is reeds bij de B, I. B. ingediend! Hoewel algemeen wordt ingezien en aangenomen, dat de Young-regeling als geëindigd dient te worden beschouwd, dat van verdere betalingen van Duitschland volgens dit systeem niet meer kan komen, keeh Frankrijk toch doorgezet, dat op papier deze regeling blijft gehandhaafd; ma w. dat gestreed moet worden naar een nieuwe regeling binnen het kader van het young-stelsel. Is dit louter en alleen een schijnconcessle aan de Fransche publieke opinie, dan kan men vrede hebben met een dergelijke vasthoudendheid; is het echter ernstig bedoeld, dan is de over eenstemming. te Parijs met zooveel moeite bereikt, al heel weinig zeggend en van bitter weinig beteekenis. Te meer, waar Frankrijk het herstelvraagstuk streng ge scheiden wil houden van de leeningen op korten termijn en de particuliere schul den, hetgeen practisch feitelijk tot de on mogelijkheden moet worden gerekend. Over het algemeen genomen, is men dientengevolge niet bepaald optimistisch gestemd ten aanzien van de vraag, hoe lang de nu komende besprpekingen zullen aanhouden. Men verwacht, dat de besprekingen zich gentimen tijd zullen voortsleepen en is van meening, dat men daarbij steeds weer op een punt zal komen, waar de bespre kingen dreigen te mislukken. De markten aijn zoo nerveus, dat de uitwerking van dergelijke moeilijkheden zelfs wanneer 't slechts voorbijgaande verschijnselen zijn, toch reeds zeer ernstige gevolgen zullen hebben. En Frankrijk is zelfs niet eens tevreden. Het „Journal" verklaart, dat Frankrijk en België gedwongen zullen zijn de politieke schulden van Duitschland tegen de andere mogendheden te verdedigen, in het bij zonder tegen die mogendheden, die hun milliarden in Duitschland hebben onder gebracht. De „Excelsior" en een groot aan tal andere rechtsche bladen wijzen op de mogelijkheid dat de Duitsche opvatting over de taak der Commissie algemeen zal worden gedeeld. In dit geval zou de Fran sche regeering zich gedwongen zien, ook de Duitsche deposito's in het buitenland bij het vaststellen van de betalingsoapaci- teit van het Rijk mede te rekenen. Er be staat dan geen aanleiding meer, voor de Duitsche particuliere deposito's in het buitenland het bankgeheim te bewaren, temeer waar het voor de beleggingen van buitenlandsch kapitaal in Duitschland ook niet bewaard is. Bij deze gelegenheid zou men dan misschien kunnnen concludee- ren, dat zich onder het in Duitschland belegde buitenlandsche kapitaal groote sommen Duitsch geld bevinden, die oor spronkelijk als veiligstelling in het buiten land waren belegd. Hoewel er haast bij het werk is, in Fe bruari verloopen de credieten op korten termijn voor Duitschland. kan men der halve weinig gerust zijn op een vlot ver loop van zaken alle betuigingen van de noodzakelijkheid van herstel van vertrou wen etc. ten spijt. De juist door Engeland aanvaarde anti-dumping,swet zal boven dien een hartig woordje meespreken! Het is de eerste stap van het bolwerk van den vrijhandel dat Engeland steeds geweest is, naar protectie en zal vermoedelijk wel tot tegenmaatregelen elders aanleiding geven. Met het gevolg, dat men al verder afzakt naar beschermende rechten Theorie en practijk over het erkende kwaad der tolbarrières! In hoeverre het bezoek van den Ita- liaanschen minister van buitenlandsche zaken Grandi aan Amerika de wereld ten goede zal komen? Ook dat Zal moeten afgewacht, want behoudens de welbekende communiqués over gebleken eenstemmig heid en vriendschappelijke betrekkingen is feitelijk naar buiten niets ruchtbaar geworden, GRANDI. Toch schijnt er tusschen Amerika en Italië meer overeenstemming van gedach ten te zijn, dan tusschen Amerika en Frankrijk en in laatstgenoemd land wordt dit ook zoo gevoeld. Van links wordt dien tengevolge gewezen op het gevaar van een volledig geïsoleerd komen te staan, dat werkelijk niet denkbeeldig is. Laval zal zijn positie krachtiger moeten verdedigen in eigen land, dan aanyankelijk werd aangenomen! Uit de houding van senator Borah is misschien wel het duidelijkst naar voren getreden, dat in menig opzicht Amerika en Italië een gemeenschappelijk front kunnen vormen. Het is een klein licht punt te midden van den duisteren hemel der politiek en economie, die nog steeds de wereld overwelft. Men zie b.v. naar het verloop van zaken in het conflict in het Verre Oosten! Om Chineesche aanvallen af te weren is Japan opnieuw tot den aanval overge gaan. toepassend het bekende gezegde, dat de aanval de beste afweer vormt. In hoe verre inderdaad van Chineesche aanval len kan worden gesproken, is hier natuur lijk niet te beoordeelen, gezien de vele uiteenloopende berichten en geruchten, die in omloop worden gebracht. Maar hoe het zij. de ..oorlog' duurt voort en de Vol kenbondsraad. die op verzoek van Briand ditmaal te Parijs is bijeengekomen, schijnt er niet in te kunnen slagen, een oplossing te vinden, die beide partijen bevredigt. Dit bergt het gevaar in zich. dat men al verder in den oorlog verstrikt raakt en dat andere belanghebbenden zich in het geding gaan mengen; als b.v. sovjet-Rus land, dat niet zal dulden, dat Japan zich nestelt aan den Ooster-spoorweg in Mand- sjoerije. het gebied, dat Rusland destijds als invloedsfeer is toegekend Wil men daar erger voorkomen, dan zal vlug ge handeld moeten worden! AANLEG VAN STRATEN EN WEGEN. De regeling met betrekking tot den aan leg van straten en wegen, vervat in de des betreffende verordening van 18 December 1913, gewijzigd bij verordening van 1 Fe bruari 1917, behoeft naar meening van B. en W. wijziging. Zooals bekend, is in deze verordening vervat het verbod behou dens voor zoover de straataanleg geschiedt vanwege het Rijk of de provincie op Rijks- of provincialen grond aan anderen dan de gemeente om straten of wegen aan te leggen, terwijl de' verordening voorts be paalt, dat de gemeente alleen straten aan legt op haar in eigendom toebehoorenden grond, en een regeling geeft voor het ver haal door de gemeente van de kosten van straataanleg op hen, die tot dien aanleg wenschen te zien overgegaan. Het mag als vanzelfsprekend worden be schouwd. dat de kosten van den aanleg van straten, wegen, pleinen e.d. met bijbe- hoorende werken worden gebracht ten laste van de gronden, welke voor dien aan- j leg bouwrijp worden gemaakt en ver mits thans alleen de gemeente tot straat aanleg mag overgaan door deze op de eigenaren van de vorenbedoelde gronden worden verhaald De op het oogenblik in- gevolge de verordening geldende regeling te dezen is aldus, dat particulieren, die straten aangelegd willen zien, daartoe de medewerking inroepen van de gemeente. Deze neemt den voor straat enz. bestem- i den grond om niet in eigendom over, na dat in de gemeentekas zijn gestort, ter nadere verrekening, de volledige kosten van straataanleg, waaronder zijn begrepen i de kosten van aanleg van rioleeringen, brandputten, beplantingen en derg. en van de met een en ander verband houdende werken. Deze regeling, volgens welke dus de kos ten van aanleg eener straat geheel komen ten laste van de onmiddellijk aan die straat grenzende bouwgronden, beant woordt niet meer aan de behoeften, noch aan de eischen der billijkheid, nu, in over eenstemming met de nieuwere inzichten ter zake, de uitbreiding der stad op rui meren voet dan in vroegere jaren plaats vi.idt. In het in voorbereiding zijnde ontwerp- uitbreidingsplan zijn dan ook, naast stra ten van de tot nog toe gebruikelijke breedte, tal van breedere straten en wegen geprojecteerd, terwijl daarop afgezien van de ten nutte der geheele bevolking aan te leggen groote parken tevens voorkomen grootere en kleinere pleinen, plantsoenen, wegverbreedingen en derg., welke in een moderne stadsuitbreiding niet kunnen worden ontbeerd en die meer in het bijzonder strekken ten bate van een min of meer uitgebreid stadsgedeelte. Wel hebben van een dergelijken aanleg in de eerste plaats direct aangrenzende gronden profijt, doch ook de andere, in de omge ving gelegen tereinen trekken van den rui meren aanleg voordeel, doordat deze aan een geheele wijk een bepaald karakter geeft, deze wijk voor bewoning belangrijk aantrekkelijker maakt en aldus de waarde van den bouwgrond in die wijk verhoogt. Zou het met het oog daarop niet billijk wezen de kosten van dergelijken ruimeren aanleg uitsluitend te doen drukken op de onmiddellijk aangTenzende gronden, dit zou ook uit economisch oogpunt bezwaar ontmoeten, doordat daardoor de kosten van het bouwrijp maken van deze gronden ab normaal hoog zouden worden en een ge zonde stadsuitbreiding aldus ernstig zou worden belemmerd. Het zal dus wenschelijk zijn voor het var haal van de kosten van bouwrijp maken van terreinen een nieuwe regeling samen te stellen, waarbij de kosten van ruimeren aanleg, als bovenbedoeld, over een grooter gebied worden verdeeld. B. en W. leggen thans een regeling over. waarmede de Commissie van Fabricage zich geheel kan vereenigen. Deze regeling komt op het vol gende neer. Ten opzichte van den straataanleg, voor zoover deze een straatbreedte van 20 Meter niet overschrijdt, wordt de tegenwoordige regeling gehandhaafd, d.w.z. de kosten daarvan worden geheel gebracht ten laste van de direct aangrenzende bouwgronden. De voor straat bestemde grond, voor zoo ver de genoemde straatbreedte niet wordt overschreden, zal voorts evenals tot dusverre om niet aan de gemeente in eigendom moeten worden overgedragen. Onder de kosten van straataanleg zijn begrepen de kosten van normale straat- rioleering, van brandputten, van beplan ting en van de met een en ander verband houdende werken, alsmede de kosten van eenmaal herstraten. Overwogen is om ook gelijk in andere gemeenten pleegt te geschieden andere kosten, als die van aanleg eener hoofdrioleering en die van het onderhoud der wegen, te verhalen. Het komt intusschen geraden voor daartoe vooralsnog niet over te gaan, ten einde de kosten van het bouwrijp maken van gronden niet te hoog te maken. Voor zoover betreft de gedeelten straat, plein enz., waarbij een straatbree ite van 20 Meter wordt ove^schreden, zal de rege ling als volgt zijn. De gemeente neemt die gedeelten in eigendom over tegen een be paalde vergoeding, welke eenvoudigheids- halve voor de geheele gemeente ware le stellen op een vast bedrag, en wel f.1. - per M2. Deze vergoeding kan in elk voor komend geval in mindering worden ge bracht van de aan de gemeente te bct-aien bedragen wegens straataanleg. Het bedrag hetwelk de gemeente aldus verschuld'gd zal zijn, alsmede de kosten van straataan leg (in den bovenaangegeven zin) op de hier bedoelde gedeelten worden omgesla gen over een bepaald, te voren vastgesteld gebied, d.w.z. berekend wordt, hoeveel die kosten voor dat gebied zullen bedragen, waarna wordt vastgesteld, hoeveel uit de zen hoofde ten laste van eiken M2. bouw terrein in dat gebied komt. Bij eiken straataanleg wordt dan naar gelang van de oppervlakte grond, welke daarbij bouw rijp wordt gemaakt, een bijdrage in deze kosten gevorderd. Het is mogelijk gebleken deze bijdrage per M2. bouwterrein te berekenen voor het geheele. in het nieuwe ontwerp-uitbrei- dingsplan begrepen gebied. Ter vereen voudiging van de administratie verdient het de voorkeur de bijdrage voor de ge heele gemeente op een vast bedrag te stel len. Zij zou dan f. 1.50 per M2. bouwterrein bedragen. Ten einde een denkbeeld te verkrijgen van de volgens de bovenaangegeven rege ling verschuldigde bedragen, moge het vol gende voorbeeld dienen, waarbij aangeno men is een bouwterrein, breed 6 Meter en diep 20 Meter, gelegen aan een straat, breed 12 Meter. Voor dat geval zou moeten worden betaald: a. wegens straataanleg c.a. over een oopervlakte van 38 M2. straat f.344. b. wegens algemeene bijdrage (120 M2. a f. 1 50» 180.— Tezamen alzoo .f. 524.— d.i. per M2. bouwterrein pl.m. f. 4.37. Dit bedrag kan volgens B. en W. niet te hoog worden genoemd. B en W. doen voorstellen tot wijziging der desbetreffende verordening. DE RAAD EN DE DUINWATER MIJ. Bij de behandeling van de voordracht inzake den aankoop van aandeelen in de L. D M. werd door den heer Wilmer een voorstel ingediend door B. en W. aan vaard, waarbij het ging om de bevoegdheid van den Raad in deze. B. en W. bieden nu een regeling aan, waarbij zij opmerken. Het zou zeer onjuist zijn, te meenen, dat zonder deze regeling de Raad op het beheer van de Duinwaterleiding geen in vloed zou hebben. Integendeel, krachtens de bepalingen van concessie en statuten worden aan den Raad nu reeds ten aan zien van verschillende aangelegenheden belangrijke bevoegdheden aan den Raad toegekend. Wij brengen daartoe in herinnering, dat de Raad den gemeentelijken commissaris benoemt, en voorts dat goedkeuring wordt vereischt op: EEN PORTRET VAN ANNA STEN. De hoofdvertolkster uit „Bomben auf Monte Carlo". Binnenkort kan men ook hier de nieuwe Ü.F.A.-film „Bomben auf Monte Carlo" verwachten, een der Schlagers der produc tie van dit seizoen. In Frankrijk wordt zij vertoond onder Jen naam „Captain Craddock". Hans Al bers vertolkt er de hoofdrol in met de nieuwe ster Anna Sten. Van haar geven *ij hier het volgende portret. Hans Albers met Anna Sten in de film „Bommen op Monte Carlo". ^slanke jongen in een wijde strand- ,n ren^ over de duinen van Hidden- WoP het eiland Rügen. inn(7Qnneer men naderbij komt, draagt de hi°nder den breeden strandhoed maaie lokl5en. en tenslotte Is het heele- 7^g.eer} jongen maar Anna Sten. wërk ZÜ in de rusttijden van haar alip aan zee of in de bergen, ergerio, houri!'S- a^een, in wilde vrijheid zoo van h0Z11 van de duinen en het rhythme tn hot Onding van de zon, den storm en Ho n?ï?teIijke onweer, van de bergen ',ae weiden. 00 leeft zij, ongebonden, mèt en in alles, wat écht is en ongekunsteld, wat natuur is; tot dat zij ae zon en den storm, geluk en treurnis zoo sterk beleeft, dal. het haar dringt tot weergeven, uitdrukken, tot scheppen, tot spelen. Deze gestadige arbeid op zichzelf, dit beleven en omvorrr en tot spel brengen met zich mee, dat zij zich niet zoo maar aan een of andere rol. die anderen kant en klaar voorgeschreven hebben, kan aanpas sen. Zij moet zélf haar rol méé scheppen, uit de volheid van haar nieuw verzamelde levenskracht zélf vormen. Anna Sten moet ook met den schrijver, met den regisseur samen werken, opdat zij later geheel de mensch kan worden, dien zij moet uit beelden. Van het begin af aan moet hetgeen zij verpersoonlijkt, haar stempel dragen; zóó nog vroolijke, bruischende levenslust, en geen seconde later zware, zwijgende, treu rige ernst. Zoo is Anna Sten: nergens mid delmatig; alleen sterk in de sterkste tegen stellingen. Haar weg was niet gemakkelijk maar be paald door een onverzettelijken wil om haar doel, het spelen, te bereiken. Weliswaar kwam zij door haar vader, die danser en dansleeraar was. reeds vroeg aan het tooneel. was op tienjarigen leeftijd reeds verbonden aan het ballet van de opera in Kiew. maar onbewust werd zij reeds gedreven tot een andere manier van uitbeelden; zij wendde zich op haar veer tiende jaar reeds af van dat, wat alleen maar „dans" was. van het ballet en de opera, en keerde zich naar het echte spel- tooneel. naar het theater. Anna Sten sloot zich aan bij een troepje gelijkgezinden; zij vormden een tooneel- school, waarvan een bekende regisseur de leiding op zich nam. Tegelijkertijd vond zij een betrekking als medewerkster aan een courant Maar na korten tijd werd het theater haar te benauwd; in de plaats van naar het Staatstheater, dat haar graag wilde hebben en goed betaalde, ging zij met een beurs naar een filmschool, die geleid werd door een van de meest op den voorgrond tredende Russische tooneelspelers. Het onbewuste verlangen naai* een an deren vorm van uitbeelding dan tooneel en dans veroorloofden, had haar naar de film gevoerd. Maar de weg na het verlaten van de school was nog lang; na veel moeite en ontberingen kreeg zij een plaats aan een theater in Moskou. Maar zij had nog steeds geen gelegenheid om iets te -scheppen, zoo als zij had gedroomd. Eindelijk kwam zij door een toeval met regisseur Turin in aanraking, daarna met Farnett die haar engageerde. Barnetts film „Moskou zooals het weent cn lacht" werd haar eerste groote film en succes. „Het gele paspoort", „Das kind des An deren". daarna „Der weisse Adler" en „Der Goldene SChnabel" volgden; Anna Sten kon worden, wat zij had gedroomd. Door Ozep. onder wien zij had gespeeld in „Het gele paspoort", kwam zij naar Duitschland, waar zij „Dimitri Karama- soff" speelde, wat haar succes bij de toon film niet verhoogde. Thans heeft Anna Sten haar doel be reikt. waarnaar zij jarenlang, eerst onbe wust en later zeer wél bewust heeft gestreefd: nu is zij gelukkig, want zij kan spelen. Menschen uitbeelden, dat is haar geheele j bestaan. Vreugde, maar ook tragische figu ren belichamen, wier lot dan de anderen, voor wie zij worden gemaakt, het eigen le ven lichter doet dragen, want zij gevoelen i zich dan niet alleen in strijd en nood. mak te stellen. Brook is een van de wei nigen die zich voor de portretcamera vol komen rustig gedragen, en niet schijnen te bemerken dat zij gefotografeerd wor den. Maurice Chevalier daarentegen is meestal erg zenuwachtig als hij komt po seeren. Hoewel hij zich voor de film camera's met het meeste gemak beweegt, vindt hij het maken van een portret een straf. Ik moet hem steeds van te voren waarschuwen wanneer ik ga afdrukken, en dikwijls is de foto dan nog bewogen. Bui tendien heeft Chevalier, evenals Clive Brook, zijn eigen ideeën omtrent belich ting en pose, en houdt hij niet van raad gevingen van de zijde van den fotograaf. Anna Sten denkt niet veel na over den dag van morgen: haar arbeid van 't oogen blik vervult haar steeds geheel. Zij werkt voor het heden. De rol van Yola in de Erich Pommer-productie der Ufa. die zij onder regie van Hanns Schwarz met als partner Hans Albers en Heinz Rühmann speelde, bood haar een schitterende gele genheid haar veelzijdig talent ten volle te ontplooien. Thans is zij weer dagelijks in het Neu- Eabelsberger Ufa-atelier om met Emil Jan- nings onder Siodmak's regie voor de film „Heerscher der duisternis" werkzaam te zijn. DE STARS WORDEN GEKIEKT. John Stalitt, portret-fotograaf van de New-Yorksche Paramount studio's heeft •zijn ervaringen bij het fotografeeren van verschillende sterren in een serie aardige aanteekeningen vastgelegd. „Schoonheid of karakter", welke van de twee zou het zijn die de sterren het liefst naar voren ge bracht zien m de honderden portretten, die jaarlijks van hen gemaakt worden? Uit den aard der zaak zijn allen geze gend met een knap uiterlijk en met een publiek van vereerders, die ongeduldig wachten op iedere nieuwe foto van hun lieveling. Men zou licht denken, dat de sterren er op gesteld zouden zijn hun trekken steeds zoo voordeelig mogelijk te doen uitkomen. Het is echter precies het omgekeerde. Bijna alle sterren voelen zich aangetrokken tot experimenten met be lichting en achtergrond, en prefereeren een ongewone en karakteristieke opname boven een meei normaal portret, dat hun schoonheid betel zou doen uitkomen. Ik heb soms de grootste moeite hen te bewe gen ook eens voor een gewoon portret te poseeren. Niet allen kunnen Lon Chaney's zijn! Slechts weinige dames, en dan nog alleen onder de mindere goden, zijn ge- steld op een portret, dat hun ^'^onheid zonder meer weergeeft. Clive Brook is buitengewoon lastig, en er steeds voor te vinden zijn regelmatige trekken door vreemsoortige belichting en andere technische experimenten te wijzi gen. Altijd wil hij sterke lichten aan één kant van zijn gezicht hebben, zoodat de andere zijde in diepe schaduw gehuld is. Ik heb meerdere malen mijn toevlucht tot een list moeten nemen om ook eens een andere pose van hem te bemachtigen. De eerste regel van den portretfotograaf is zijn „slachtoffer" volkomen op zijn ge- Nancy Carroll is een vreugde voor den fotograaf omdat zij niet „opgesteld" be hoeft te worden. Ik behoef haar nooit een raad te geven. Zij lacht tegen de camera, en haar stralende en jeugdige schoonheid doen de rest. De donkere teint van Claudette Colbert is altijd een probleem. Om haar juist te belichten is zeer moeilijk, maar de foto graaf heeft dan ook de kans zeldzame mooie effecten te bereiken, die hij met een blondine niet kan evenaren. Claudette's fijne trekken en donkere schoonheid lee- nen zich buitengewoon voor experimenten met felle lichten en diepe schaduwen. Fredric March is een prettig onderwerp voor den portretfotograaf. Altijd vrien delijk, altijd genegen tot samenwerking twijfelt hij nooit aan de wijsheid van den fotograaf. Bij het retoucheeren van zijn opnamen is men vaak geneigd hier en daar een lijntje weg te halen. March moet daar echter niets van hebben. Zijn karak tervolle kop kan door retouche slechte minder worden, zoodat de fotograaf ook hier weinig werk aan hem heeft. Miriam Hopkins, Paramount's nieuwe blonde ontdekking, die met Maurice Che valier in „De Lachende Luitenant" debu teerde, is eveneens een gewillig slacht offer. Zij staat of zit voor de camera, lacht en babbelt zoodat zij, wanneer de foto graaf haar bedankt, niet weet hoeveel foto's hij gemaakt heeft of in welke poses. Zij is het meest ideale onderwerp dat een fotograaf zich slechte wenschen kan." JEANETTE MACDONALD WEER BIJ PARAMOUNT. De gevierde filmactrice Jeanette Mac- donald (wie zag haar niet in „de Liefdes parade"?) is weer door de Paramount ge- engageerd. Het nieuwe contract werd te Hollywood gesloten, waar Miss MacDonald in een variété-theater optrad, en verplicht haar tot ten minste twee films voor Para mount. Jeannette MacDonald is na het sluiten van het contract overhaast naar Amerika vertrokken, daar de opnamen voor de eer ste film reeds op 15 October begonnen zijn. De titel van de film is „One Hour with You", de ster is Maurice Chevalier, George Cukor voert de regie, terwijl de muziek van Oscar Strauss is. Het engagement van Jeanette Mac Donald is een bevestiging van de geruch ten. dat de muziek- en zangfilm, die voor al in Amerika, door de 100 pCt. talkies eenigen tijd geheel verdrongen werd, weer bezig is terrein te winnen. Ook het gewel dige succes van Lubitsch „Walzertraum", die eveneens met samenwerking van Che valier en Oscar Strauss tot stand kwam, wijst hierop. MARLENE DIETRICH. MARLENE DIETRICH De naam van Mariene Dietrich zal nog voor geruimen tijd verbonden zijn aan Paramount films. Zij heeft een dezer da gen haar handteekening onder een nieuw contract geplaatst, hoewel haar tegen woordige contract eerst in Mei van het volgend jaar afloopt. Dit contract omvat nog één film. waaraan onmiddellijk be gonnen wordt, nu de film „Shanghai Express" voltooid is. De titel van deze film is nog niet bekend, de regie voert Josef von Sternberg Na het beëindigen van deze film vertrekt Mariene Dietrich naar Duitschland. In April wordt zij weer in Hollywood verwacht. DE LASTIGE NAAM. Maurice Chevalier's grootste ergernis, zoo vertelde hij bij zijn aankomst in Hol lywood, waar hij weldra beginnen zal met de opnamen voor „One Hour with You", is de manier geweest waarop het Ameri- kaansche publiek zijn naam uitsprak „Tegenwoórdig weten ze het allemaal", verklaarde Maurice. „Ik ben nu al twee jaar in Amerika en iedereen weet nu wel dat ik Sje-val-jee heet." „Uw taxi staat voor, Mr. Chevrolet", kwam de chauffeur zeggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9