ITStlt
llsie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 November 1931
Derde Blad
No. 21987
i Buitenl. Weekoverzicht.
GEMEENTEZAKEN.
jf„ voorloopige Fransch-Duitschc over
eenstemming. - Grandi in Amerika.
Oorlog in het Verre Oosten.
In alle stilte zijn Frankrijk en Duitsch
land er in geslaagd, om het voorloopig
met elkaar eens te worden over de bijeen
roeping van een commissie, die de geheele
Duitsdie betalingscapaciteit zal onderzoe
ken Het Duitsche verzoek om zoo'n com
missie bijeen te roepen is reeds bij de
B, I. B. ingediend!
Hoewel algemeen wordt ingezien en
aangenomen, dat de Young-regeling als
geëindigd dient te worden beschouwd, dat
van verdere betalingen van Duitschland
volgens dit systeem niet meer kan komen,
keeh Frankrijk toch doorgezet, dat op
papier deze regeling blijft gehandhaafd;
ma w. dat gestreed moet worden naar een
nieuwe regeling binnen het kader van het
young-stelsel. Is dit louter en alleen een
schijnconcessle aan de Fransche publieke
opinie, dan kan men vrede hebben met
een dergelijke vasthoudendheid; is het
echter ernstig bedoeld, dan is de over
eenstemming. te Parijs met zooveel moeite
bereikt, al heel weinig zeggend en van
bitter weinig beteekenis. Te meer, waar
Frankrijk het herstelvraagstuk streng ge
scheiden wil houden van de leeningen op
korten termijn en de particuliere schul
den, hetgeen practisch feitelijk tot de on
mogelijkheden moet worden gerekend.
Over het algemeen genomen, is men
dientengevolge niet bepaald optimistisch
gestemd ten aanzien van de vraag, hoe
lang de nu komende besprpekingen zullen
aanhouden.
Men verwacht, dat de besprekingen zich
gentimen tijd zullen voortsleepen en is
van meening, dat men daarbij steeds weer
op een punt zal komen, waar de bespre
kingen dreigen te mislukken. De markten
aijn zoo nerveus, dat de uitwerking van
dergelijke moeilijkheden zelfs wanneer 't
slechts voorbijgaande verschijnselen zijn,
toch reeds zeer ernstige gevolgen zullen
hebben.
En Frankrijk is zelfs niet eens tevreden.
Het „Journal" verklaart, dat Frankrijk en
België gedwongen zullen zijn de politieke
schulden van Duitschland tegen de andere
mogendheden te verdedigen, in het bij
zonder tegen die mogendheden, die hun
milliarden in Duitschland hebben onder
gebracht. De „Excelsior" en een groot aan
tal andere rechtsche bladen wijzen op de
mogelijkheid dat de Duitsche opvatting
over de taak der Commissie algemeen zal
worden gedeeld. In dit geval zou de Fran
sche regeering zich gedwongen zien, ook
de Duitsche deposito's in het buitenland
bij het vaststellen van de betalingsoapaci-
teit van het Rijk mede te rekenen. Er be
staat dan geen aanleiding meer, voor de
Duitsche particuliere deposito's in het
buitenland het bankgeheim te bewaren,
temeer waar het voor de beleggingen van
buitenlandsch kapitaal in Duitschland ook
niet bewaard is. Bij deze gelegenheid zou
men dan misschien kunnnen concludee-
ren, dat zich onder het in Duitschland
belegde buitenlandsche kapitaal groote
sommen Duitsch geld bevinden, die oor
spronkelijk als veiligstelling in het buiten
land waren belegd.
Hoewel er haast bij het werk is, in Fe
bruari verloopen de credieten op korten
termijn voor Duitschland. kan men der
halve weinig gerust zijn op een vlot ver
loop van zaken alle betuigingen van de
noodzakelijkheid van herstel van vertrou
wen etc. ten spijt. De juist door Engeland
aanvaarde anti-dumping,swet zal boven
dien een hartig woordje meespreken! Het
is de eerste stap van het bolwerk van den
vrijhandel dat Engeland steeds geweest
is, naar protectie en zal vermoedelijk wel
tot tegenmaatregelen elders aanleiding
geven. Met het gevolg, dat men al verder
afzakt naar beschermende rechten
Theorie en practijk over het erkende
kwaad der tolbarrières!
In hoeverre het bezoek van den Ita-
liaanschen minister van buitenlandsche
zaken Grandi aan Amerika de wereld ten
goede zal komen? Ook dat Zal moeten
afgewacht, want behoudens de welbekende
communiqués over gebleken eenstemmig
heid en vriendschappelijke betrekkingen
is feitelijk naar buiten niets ruchtbaar
geworden,
GRANDI.
Toch schijnt er tusschen Amerika en
Italië meer overeenstemming van gedach
ten te zijn, dan tusschen Amerika en
Frankrijk en in laatstgenoemd land wordt
dit ook zoo gevoeld. Van links wordt dien
tengevolge gewezen op het gevaar van een
volledig geïsoleerd komen te staan, dat
werkelijk niet denkbeeldig is. Laval zal
zijn positie krachtiger moeten verdedigen
in eigen land, dan aanyankelijk werd
aangenomen!
Uit de houding van senator Borah is
misschien wel het duidelijkst naar voren
getreden, dat in menig opzicht Amerika
en Italië een gemeenschappelijk front
kunnen vormen. Het is een klein licht
punt te midden van den duisteren hemel
der politiek en economie, die nog steeds
de wereld overwelft.
Men zie b.v. naar het verloop van zaken
in het conflict in het Verre Oosten! Om
Chineesche aanvallen af te weren is
Japan opnieuw tot den aanval overge
gaan. toepassend het bekende gezegde, dat
de aanval de beste afweer vormt. In hoe
verre inderdaad van Chineesche aanval
len kan worden gesproken, is hier natuur
lijk niet te beoordeelen, gezien de vele
uiteenloopende berichten en geruchten,
die in omloop worden gebracht. Maar hoe
het zij. de ..oorlog' duurt voort en de Vol
kenbondsraad. die op verzoek van Briand
ditmaal te Parijs is bijeengekomen, schijnt
er niet in te kunnen slagen, een oplossing
te vinden, die beide partijen bevredigt.
Dit bergt het gevaar in zich. dat men al
verder in den oorlog verstrikt raakt en
dat andere belanghebbenden zich in het
geding gaan mengen; als b.v. sovjet-Rus
land, dat niet zal dulden, dat Japan zich
nestelt aan den Ooster-spoorweg in Mand-
sjoerije. het gebied, dat Rusland destijds
als invloedsfeer is toegekend Wil men
daar erger voorkomen, dan zal vlug ge
handeld moeten worden!
AANLEG VAN STRATEN EN WEGEN.
De regeling met betrekking tot den aan
leg van straten en wegen, vervat in de des
betreffende verordening van 18 December
1913, gewijzigd bij verordening van 1 Fe
bruari 1917, behoeft naar meening van B.
en W. wijziging. Zooals bekend, is in deze
verordening vervat het verbod behou
dens voor zoover de straataanleg geschiedt
vanwege het Rijk of de provincie op Rijks-
of provincialen grond aan anderen dan
de gemeente om straten of wegen aan te
leggen, terwijl de' verordening voorts be
paalt, dat de gemeente alleen straten aan
legt op haar in eigendom toebehoorenden
grond, en een regeling geeft voor het ver
haal door de gemeente van de kosten van
straataanleg op hen, die tot dien aanleg
wenschen te zien overgegaan.
Het mag als vanzelfsprekend worden be
schouwd. dat de kosten van den aanleg
van straten, wegen, pleinen e.d. met bijbe-
hoorende werken worden gebracht ten
laste van de gronden, welke voor dien aan- j
leg bouwrijp worden gemaakt en ver
mits thans alleen de gemeente tot straat
aanleg mag overgaan door deze op de
eigenaren van de vorenbedoelde gronden
worden verhaald De op het oogenblik in-
gevolge de verordening geldende regeling
te dezen is aldus, dat particulieren, die
straten aangelegd willen zien, daartoe de
medewerking inroepen van de gemeente.
Deze neemt den voor straat enz. bestem- i
den grond om niet in eigendom over, na
dat in de gemeentekas zijn gestort, ter
nadere verrekening, de volledige kosten
van straataanleg, waaronder zijn begrepen i
de kosten van aanleg van rioleeringen,
brandputten, beplantingen en derg. en van
de met een en ander verband houdende
werken.
Deze regeling, volgens welke dus de kos
ten van aanleg eener straat geheel komen
ten laste van de onmiddellijk aan die
straat grenzende bouwgronden, beant
woordt niet meer aan de behoeften, noch
aan de eischen der billijkheid, nu, in over
eenstemming met de nieuwere inzichten
ter zake, de uitbreiding der stad op rui
meren voet dan in vroegere jaren plaats
vi.idt.
In het in voorbereiding zijnde ontwerp-
uitbreidingsplan zijn dan ook, naast stra
ten van de tot nog toe gebruikelijke
breedte, tal van breedere straten en wegen
geprojecteerd, terwijl daarop afgezien
van de ten nutte der geheele bevolking
aan te leggen groote parken tevens
voorkomen grootere en kleinere pleinen,
plantsoenen, wegverbreedingen en derg.,
welke in een moderne stadsuitbreiding niet
kunnen worden ontbeerd en die meer in
het bijzonder strekken ten bate van een
min of meer uitgebreid stadsgedeelte. Wel
hebben van een dergelijken aanleg in de
eerste plaats direct aangrenzende gronden
profijt, doch ook de andere, in de omge
ving gelegen tereinen trekken van den rui
meren aanleg voordeel, doordat deze aan
een geheele wijk een bepaald karakter
geeft, deze wijk voor bewoning belangrijk
aantrekkelijker maakt en aldus de waarde
van den bouwgrond in die wijk verhoogt.
Zou het met het oog daarop niet billijk
wezen de kosten van dergelijken ruimeren
aanleg uitsluitend te doen drukken op de
onmiddellijk aangTenzende gronden, dit
zou ook uit economisch oogpunt bezwaar
ontmoeten, doordat daardoor de kosten van
het bouwrijp maken van deze gronden ab
normaal hoog zouden worden en een ge
zonde stadsuitbreiding aldus ernstig zou
worden belemmerd.
Het zal dus wenschelijk zijn voor het var
haal van de kosten van bouwrijp maken
van terreinen een nieuwe regeling samen
te stellen, waarbij de kosten van ruimeren
aanleg, als bovenbedoeld, over een grooter
gebied worden verdeeld. B. en W. leggen
thans een regeling over. waarmede de
Commissie van Fabricage zich geheel kan
vereenigen. Deze regeling komt op het vol
gende neer.
Ten opzichte van den straataanleg, voor
zoover deze een straatbreedte van 20 Meter
niet overschrijdt, wordt de tegenwoordige
regeling gehandhaafd, d.w.z. de kosten
daarvan worden geheel gebracht ten laste
van de direct aangrenzende bouwgronden.
De voor straat bestemde grond, voor zoo
ver de genoemde straatbreedte niet wordt
overschreden, zal voorts evenals tot
dusverre om niet aan de gemeente in
eigendom moeten worden overgedragen.
Onder de kosten van straataanleg zijn
begrepen de kosten van normale straat-
rioleering, van brandputten, van beplan
ting en van de met een en ander verband
houdende werken, alsmede de kosten van
eenmaal herstraten. Overwogen is om ook
gelijk in andere gemeenten pleegt te
geschieden andere kosten, als die van
aanleg eener hoofdrioleering en die van
het onderhoud der wegen, te verhalen. Het
komt intusschen geraden voor daartoe
vooralsnog niet over te gaan, ten einde
de kosten van het bouwrijp maken van
gronden niet te hoog te maken.
Voor zoover betreft de gedeelten straat,
plein enz., waarbij een straatbree ite van
20 Meter wordt ove^schreden, zal de rege
ling als volgt zijn. De gemeente neemt die
gedeelten in eigendom over tegen een be
paalde vergoeding, welke eenvoudigheids-
halve voor de geheele gemeente ware le
stellen op een vast bedrag, en wel f.1. -
per M2. Deze vergoeding kan in elk voor
komend geval in mindering worden ge
bracht van de aan de gemeente te bct-aien
bedragen wegens straataanleg. Het bedrag
hetwelk de gemeente aldus verschuld'gd
zal zijn, alsmede de kosten van straataan
leg (in den bovenaangegeven zin) op de
hier bedoelde gedeelten worden omgesla
gen over een bepaald, te voren vastgesteld
gebied, d.w.z. berekend wordt, hoeveel die
kosten voor dat gebied zullen bedragen,
waarna wordt vastgesteld, hoeveel uit de
zen hoofde ten laste van eiken M2. bouw
terrein in dat gebied komt. Bij eiken
straataanleg wordt dan naar gelang van
de oppervlakte grond, welke daarbij bouw
rijp wordt gemaakt, een bijdrage in deze
kosten gevorderd.
Het is mogelijk gebleken deze bijdrage
per M2. bouwterrein te berekenen voor het
geheele. in het nieuwe ontwerp-uitbrei-
dingsplan begrepen gebied. Ter vereen
voudiging van de administratie verdient
het de voorkeur de bijdrage voor de ge
heele gemeente op een vast bedrag te stel
len. Zij zou dan f. 1.50 per M2. bouwterrein
bedragen.
Ten einde een denkbeeld te verkrijgen
van de volgens de bovenaangegeven rege
ling verschuldigde bedragen, moge het vol
gende voorbeeld dienen, waarbij aangeno
men is een bouwterrein, breed 6 Meter en
diep 20 Meter, gelegen aan een straat,
breed 12 Meter. Voor dat geval zou moeten
worden betaald:
a. wegens straataanleg c.a. over
een oopervlakte van 38 M2. straat f.344.
b. wegens algemeene bijdrage
(120 M2. a f. 1 50» 180.—
Tezamen alzoo .f. 524.—
d.i. per M2. bouwterrein pl.m. f. 4.37. Dit
bedrag kan volgens B. en W. niet te hoog
worden genoemd.
B en W. doen voorstellen tot wijziging
der desbetreffende verordening.
DE RAAD EN DE DUINWATER MIJ.
Bij de behandeling van de voordracht
inzake den aankoop van aandeelen in de
L. D M. werd door den heer Wilmer een
voorstel ingediend door B. en W. aan
vaard, waarbij het ging om de bevoegdheid
van den Raad in deze. B. en W. bieden nu
een regeling aan, waarbij zij opmerken.
Het zou zeer onjuist zijn, te meenen,
dat zonder deze regeling de Raad op het
beheer van de Duinwaterleiding geen in
vloed zou hebben. Integendeel, krachtens
de bepalingen van concessie en statuten
worden aan den Raad nu reeds ten aan
zien van verschillende aangelegenheden
belangrijke bevoegdheden aan den Raad
toegekend.
Wij brengen daartoe in herinnering, dat
de Raad den gemeentelijken commissaris
benoemt, en voorts dat goedkeuring wordt
vereischt op:
EEN PORTRET VAN ANNA STEN.
De hoofdvertolkster uit „Bomben auf
Monte Carlo".
Binnenkort kan men ook hier de nieuwe
Ü.F.A.-film „Bomben auf Monte Carlo"
verwachten, een der Schlagers der produc
tie van dit seizoen.
In Frankrijk wordt zij vertoond onder
Jen naam „Captain Craddock". Hans Al
bers vertolkt er de hoofdrol in met de
nieuwe ster Anna Sten. Van haar geven
*ij hier het volgende portret.
Hans Albers met Anna Sten in de film
„Bommen op Monte Carlo".
^slanke jongen in een wijde strand-
,n ren^ over de duinen van Hidden-
WoP het eiland Rügen.
inn(7Qnneer men naderbij komt, draagt de
hi°nder den breeden strandhoed
maaie lokl5en. en tenslotte Is het heele-
7^g.eer} jongen maar Anna Sten.
wërk ZÜ in de rusttijden van haar
alip aan zee of in de bergen, ergerio,
houri!'S- a^een, in wilde vrijheid zoo
van h0Z11 van de duinen en het rhythme
tn hot Onding van de zon, den storm
en Ho n?ï?teIijke onweer, van de bergen
',ae weiden.
00 leeft zij, ongebonden, mèt en in alles,
wat écht is en ongekunsteld, wat natuur
is; tot dat zij ae zon en den storm, geluk
en treurnis zoo sterk beleeft, dal. het haar
dringt tot weergeven, uitdrukken, tot
scheppen, tot spelen.
Deze gestadige arbeid op zichzelf, dit
beleven en omvorrr en tot spel brengen met
zich mee, dat zij zich niet zoo maar aan
een of andere rol. die anderen kant en
klaar voorgeschreven hebben, kan aanpas
sen. Zij moet zélf haar rol méé scheppen,
uit de volheid van haar nieuw verzamelde
levenskracht zélf vormen. Anna Sten moet
ook met den schrijver, met den regisseur
samen werken, opdat zij later geheel de
mensch kan worden, dien zij moet uit
beelden.
Van het begin af aan moet hetgeen zij
verpersoonlijkt, haar stempel dragen; zóó
nog vroolijke, bruischende levenslust, en
geen seconde later zware, zwijgende, treu
rige ernst. Zoo is Anna Sten: nergens mid
delmatig; alleen sterk in de sterkste tegen
stellingen.
Haar weg was niet gemakkelijk maar be
paald door een onverzettelijken wil om
haar doel, het spelen, te bereiken.
Weliswaar kwam zij door haar vader, die
danser en dansleeraar was. reeds vroeg aan
het tooneel. was op tienjarigen leeftijd
reeds verbonden aan het ballet van de
opera in Kiew. maar onbewust werd zij
reeds gedreven tot een andere manier van
uitbeelden; zij wendde zich op haar veer
tiende jaar reeds af van dat, wat alleen
maar „dans" was. van het ballet en de
opera, en keerde zich naar het echte spel-
tooneel. naar het theater.
Anna Sten sloot zich aan bij een troepje
gelijkgezinden; zij vormden een tooneel-
school, waarvan een bekende regisseur de
leiding op zich nam. Tegelijkertijd vond zij
een betrekking als medewerkster aan een
courant
Maar na korten tijd werd het theater
haar te benauwd; in de plaats van naar
het Staatstheater, dat haar graag wilde
hebben en goed betaalde, ging zij met een
beurs naar een filmschool, die geleid werd
door een van de meest op den voorgrond
tredende Russische tooneelspelers.
Het onbewuste verlangen naai* een an
deren vorm van uitbeelding dan tooneel en
dans veroorloofden, had haar naar de film
gevoerd. Maar de weg na het verlaten van
de school was nog lang; na veel moeite en
ontberingen kreeg zij een plaats aan een
theater in Moskou. Maar zij had nog steeds
geen gelegenheid om iets te -scheppen, zoo
als zij had gedroomd.
Eindelijk kwam zij door een toeval met
regisseur Turin in aanraking, daarna met
Farnett die haar engageerde.
Barnetts film „Moskou zooals het weent
cn lacht" werd haar eerste groote film en
succes.
„Het gele paspoort", „Das kind des An
deren". daarna „Der weisse Adler" en „Der
Goldene SChnabel" volgden; Anna Sten
kon worden, wat zij had gedroomd.
Door Ozep. onder wien zij had gespeeld
in „Het gele paspoort", kwam zij naar
Duitschland, waar zij „Dimitri Karama-
soff" speelde, wat haar succes bij de toon
film niet verhoogde.
Thans heeft Anna Sten haar doel be
reikt. waarnaar zij jarenlang, eerst onbe
wust en later zeer wél bewust heeft
gestreefd: nu is zij gelukkig, want zij kan
spelen.
Menschen uitbeelden, dat is haar geheele j
bestaan. Vreugde, maar ook tragische figu
ren belichamen, wier lot dan de anderen,
voor wie zij worden gemaakt, het eigen
le ven lichter doet dragen, want zij gevoelen i
zich dan niet alleen in strijd en nood.
mak te stellen. Brook is een van de wei
nigen die zich voor de portretcamera vol
komen rustig gedragen, en niet schijnen
te bemerken dat zij gefotografeerd wor
den.
Maurice Chevalier daarentegen is
meestal erg zenuwachtig als hij komt po
seeren. Hoewel hij zich voor de film
camera's met het meeste gemak beweegt,
vindt hij het maken van een portret een
straf. Ik moet hem steeds van te voren
waarschuwen wanneer ik ga afdrukken, en
dikwijls is de foto dan nog bewogen. Bui
tendien heeft Chevalier, evenals Clive
Brook, zijn eigen ideeën omtrent belich
ting en pose, en houdt hij niet van raad
gevingen van de zijde van den fotograaf.
Anna Sten denkt niet veel na over den
dag van morgen: haar arbeid van 't oogen
blik vervult haar steeds geheel. Zij werkt
voor het heden. De rol van Yola in de
Erich Pommer-productie der Ufa. die zij
onder regie van Hanns Schwarz met als
partner Hans Albers en Heinz Rühmann
speelde, bood haar een schitterende gele
genheid haar veelzijdig talent ten volle te
ontplooien.
Thans is zij weer dagelijks in het Neu-
Eabelsberger Ufa-atelier om met Emil Jan-
nings onder Siodmak's regie voor de film
„Heerscher der duisternis" werkzaam te
zijn.
DE STARS WORDEN GEKIEKT.
John Stalitt, portret-fotograaf van de
New-Yorksche Paramount studio's heeft
•zijn ervaringen bij het fotografeeren van
verschillende sterren in een serie aardige
aanteekeningen vastgelegd. „Schoonheid of
karakter", welke van de twee zou het zijn
die de sterren het liefst naar voren ge
bracht zien m de honderden portretten,
die jaarlijks van hen gemaakt worden?
Uit den aard der zaak zijn allen geze
gend met een knap uiterlijk en met een
publiek van vereerders, die ongeduldig
wachten op iedere nieuwe foto van hun
lieveling. Men zou licht denken, dat de
sterren er op gesteld zouden zijn hun
trekken steeds zoo voordeelig mogelijk te
doen uitkomen. Het is echter precies het
omgekeerde. Bijna alle sterren voelen zich
aangetrokken tot experimenten met be
lichting en achtergrond, en prefereeren
een ongewone en karakteristieke opname
boven een meei normaal portret, dat hun
schoonheid betel zou doen uitkomen. Ik
heb soms de grootste moeite hen te bewe
gen ook eens voor een gewoon portret te
poseeren. Niet allen kunnen Lon Chaney's
zijn! Slechts weinige dames, en dan nog
alleen onder de mindere goden, zijn ge-
steld op een portret, dat hun ^'^onheid
zonder meer weergeeft.
Clive Brook is buitengewoon lastig, en er
steeds voor te vinden zijn regelmatige
trekken door vreemsoortige belichting en
andere technische experimenten te wijzi
gen. Altijd wil hij sterke lichten aan één
kant van zijn gezicht hebben, zoodat de
andere zijde in diepe schaduw gehuld is.
Ik heb meerdere malen mijn toevlucht tot
een list moeten nemen om ook eens een
andere pose van hem te bemachtigen.
De eerste regel van den portretfotograaf
is zijn „slachtoffer" volkomen op zijn ge-
Nancy Carroll is een vreugde voor den
fotograaf omdat zij niet „opgesteld" be
hoeft te worden. Ik behoef haar nooit een
raad te geven. Zij lacht tegen de camera,
en haar stralende en jeugdige schoonheid
doen de rest.
De donkere teint van Claudette Colbert
is altijd een probleem. Om haar juist te
belichten is zeer moeilijk, maar de foto
graaf heeft dan ook de kans zeldzame
mooie effecten te bereiken, die hij met een
blondine niet kan evenaren. Claudette's
fijne trekken en donkere schoonheid lee-
nen zich buitengewoon voor experimenten
met felle lichten en diepe schaduwen.
Fredric March is een prettig onderwerp
voor den portretfotograaf. Altijd vrien
delijk, altijd genegen tot samenwerking
twijfelt hij nooit aan de wijsheid van den
fotograaf. Bij het retoucheeren van zijn
opnamen is men vaak geneigd hier en
daar een lijntje weg te halen. March moet
daar echter niets van hebben. Zijn karak
tervolle kop kan door retouche slechte
minder worden, zoodat de fotograaf ook
hier weinig werk aan hem heeft.
Miriam Hopkins, Paramount's nieuwe
blonde ontdekking, die met Maurice Che
valier in „De Lachende Luitenant" debu
teerde, is eveneens een gewillig slacht
offer. Zij staat of zit voor de camera, lacht
en babbelt zoodat zij, wanneer de foto
graaf haar bedankt, niet weet hoeveel
foto's hij gemaakt heeft of in welke poses.
Zij is het meest ideale onderwerp dat een
fotograaf zich slechte wenschen kan."
JEANETTE MACDONALD WEER BIJ
PARAMOUNT.
De gevierde filmactrice Jeanette Mac-
donald (wie zag haar niet in „de Liefdes
parade"?) is weer door de Paramount ge-
engageerd. Het nieuwe contract werd te
Hollywood gesloten, waar Miss MacDonald
in een variété-theater optrad, en verplicht
haar tot ten minste twee films voor Para
mount.
Jeannette MacDonald is na het sluiten
van het contract overhaast naar Amerika
vertrokken, daar de opnamen voor de eer
ste film reeds op 15 October begonnen
zijn. De titel van de film is „One Hour
with You", de ster is Maurice Chevalier,
George Cukor voert de regie, terwijl de
muziek van Oscar Strauss is.
Het engagement van Jeanette Mac
Donald is een bevestiging van de geruch
ten. dat de muziek- en zangfilm, die voor
al in Amerika, door de 100 pCt. talkies
eenigen tijd geheel verdrongen werd, weer
bezig is terrein te winnen. Ook het gewel
dige succes van Lubitsch „Walzertraum",
die eveneens met samenwerking van Che
valier en Oscar Strauss tot stand kwam,
wijst hierop.
MARLENE DIETRICH.
MARLENE DIETRICH
De naam van Mariene Dietrich zal nog
voor geruimen tijd verbonden zijn aan
Paramount films. Zij heeft een dezer da
gen haar handteekening onder een nieuw
contract geplaatst, hoewel haar tegen
woordige contract eerst in Mei van het
volgend jaar afloopt. Dit contract omvat
nog één film. waaraan onmiddellijk be
gonnen wordt, nu de film „Shanghai
Express" voltooid is. De titel van deze
film is nog niet bekend, de regie voert
Josef von Sternberg Na het beëindigen
van deze film vertrekt Mariene Dietrich
naar Duitschland. In April wordt zij weer
in Hollywood verwacht.
DE LASTIGE NAAM.
Maurice Chevalier's grootste ergernis,
zoo vertelde hij bij zijn aankomst in Hol
lywood, waar hij weldra beginnen zal met
de opnamen voor „One Hour with You",
is de manier geweest waarop het Ameri-
kaansche publiek zijn naam uitsprak
„Tegenwoórdig weten ze het allemaal",
verklaarde Maurice. „Ik ben nu al twee
jaar in Amerika en iedereen weet nu wel
dat ik Sje-val-jee heet."
„Uw taxi staat voor, Mr. Chevrolet",
kwam de chauffeur zeggen.