NIEUWS UIT BELGIE. UIT RUSLAND. ONZE BRiDGE-RUBRIEK. (Van onzen correspondent). Aan den vooravond van de parlementaire werkzaamheden. - Hoe de Vlaamsche quaestie in het brandpunt van de belangstelling staat. Brussel, November 1931. Weldra komt de Belgische Kamer op nieuw bijeen en ln verband hiermee stelt men zich de vraag, hoe de Belgische poli tieke hemel er wel uitziet. In de eerste vergaderingen van het parlement zullen vooral interpellaties worden gehouden, in terpellaties ln verband met de economi sche crisis en ook over de algemeene economische politiek van Belgie. Dit duidt voldoende aan welken kant de algemeene bezorgdheid uitgaat. Het is een lelt, dat de lnterpellanten ook van de regeering willen vernemen, welke haar plannen zijn ten opzichte van de zooveel besproken economische toenadering tot Nederland Uit persberichten is dit reeds gebleken. Bij de sluiting van den vorigen zittijd van de Kamer, toen het verdrag van Oslo is be krachtigd, zonder dat er een grondig al gemeen debat had plaats gehad, was dit reeds aangekondigd. Zoodat. in dit op zicht, de eerste Kamervergaderingen ook voor Nederland een bijzonder belang zul len opleveren. België staat er, vergeleken met wat men buiten de grenzen waarnemen kan, gun stig voor. De werkloosheid is vrij groot maar is nog niet de kanker, die aan het sociale leven vreet. De frank staat in een stevige positie en de regeering verzekert er in geslaagd te zijn een begrooting voor te stellen, welke geen tekort meer oplevert dank zij scherpe bezuinigingen en nieuwe belastingen. De politieke bezorgdheid gaat echter naar de Vlaamsche kwestie, die nu sedert jaren op het voorplan blijft staan van het politieke leven. De katholiek-libe rale regeering-Renkin is tot stand geko men met het doel het Vlaamsche vraag stuk nu eens voor goed op te lossen. Het is duidelijk, dat zij dan ook niet bij de pakken kan gaan zitten en dat zij met iets moet voor den dag komen. Zij stelt geen globale oplossing voor maar een fragmentarische, langs wegen van gelei delijkheid. In de Vlaamsche kringen, van welke strekking ook, geeft men toe, dat deze regeering. waarin vier uitgesproken flaminganten zitting hebben, ernstige po gingen wil doen, om bevrediging te bren gen waar tot dusver misnoegdheid heersch te. De gematigde Vlaamsch-gezinden mee- nen, dat zij er in slagen zal, tenminste dat zij de basis zal weten te leggen voor een nieuw regiem waarin de Vlamingen min der dan vroeger zullen te klagen hebben. De radicalen, de Vlaamsche nationalisten, blijven echter bij hun opvatting, dat alles wat het centralistische en unitaire regiem van thans eerbiedigt, onmogelijk tot een definitieve oplossing leiden kan en dat, om dit te bereiken, de Staat zelf moet worden hervormd in zijn politieke en ad ministratieve organisatie. De regeering-Renkin heeft gemeend, dat, na de vervlaamsching van de Gent- sche universiteit en de wet op de leger- inrichting. die Vlaamsche en Waalsche compagnies voorziet, de kwestie van het lager- en het middelbaar onderwijs dien de geregeld. De Senaat is vroeger bijeen gekomen, om zich met deze kwesties bezig te houden. Het zou nutteloos zijn nu reeds vooruit te loopen op de bepalingen van de desbetreffende wetsvoorstellen. Vol doende is te weten, dat zij de taal van de streek als de onderwijstaal beschouwen. Voorheen werd er in taai-wetten steeds gesproken over de moedertaal van het kind als onderwijstaal. Maar dit heeft steeds tot de grootste misbruiken aanlei ding gegeven. Door middel van de zooge naamde vrijheid van het gezinshoofd, om de taal te kiezen voor het onderwijs van zijn kind. werd het Vlaamsche kind maar al te dikwijls van den kindertuin af in een totaal Fransche klas geduwd, waar het tot een in velerlei opzicht achterlijk wezen opgroeide. Het beginsel was meer be stemd om de franskiljons, dat zijn de ver- franschte Vlamingen in Vlaanderen, een handje toe te steken. De Vlamingen kon den dit niet meer aanvaarden, alhoewel zij zich natuurlijk steeds blijven beroepen met evenveel klem als vroeger op het be ginsel moedertaal-voertaal. In de plaats is gesteld .streektaal-onderwijstaal, om zoo doende de zoogenaamde tweetaligheid van het Vlaamsche land als element uit te schakelen. In Vlaanderen is de onderwijs taal het Nederlandsch en in Wallonië is het 't Fransch. Het is een territoriaal be ginsel, dat het. principe moedertaal-voer taal dekt omdat het een feit ls, dat ln Vlaanderen slechts een heel geringe min derheid het Nederlandsch niet als moe dertaal heeft. De onderwijskwestie is voor Vlaanderen van de grootste beteekenis, omdat deze tenslotte het volksleven volledig be- heersch. Indien in Vlaanderen op velerlei gebied nog soms achterlijke toestanden heerschen, zonder dat men hierbij moet overdrijven, dan is dit wel in de eerste plaats, omdat het onderwijs hoofdzakelijk als verfranschingslnstrument werd ge bruikt, niet als middel, uitsluitend, om den geest te vormen, tot rijpheid te brengen. Er is nu een Vlaamsche universiteit, het lager en middelbaar onderwijs moeten nu ook een nieuw karakter krijgen. Gebeurt dit in een goeden geest, dan spreekt het van zelf dat na een generatie er reeds veel zal veranderd zijn. Men dient even wel de definitieve wetteksten af te wach ten, alvorens een definitief oordeel te vel len, want vooraleer de wetten op het lager- en middelbaar onderwijs in het Staatsblad zullen komen met de aan to kening van den koning kan er nog heel wat worden gewijzigd. Na deze kwestie zal spoedig ook de ver vlaamsching van het gerecht aan de orde komen. De magistratuur in Vlaanderen is vrijwel volledig verfranscht, net zooals het legerkader. Er was geen Vlaamsch hooger onderwijs, evenmin als er scholen be staan voor de opleiding van officieren. Er konden dus geen juristen worden gevormd die in Vlaanderen een gezonde Vlaamsche rechtspleging konden verzekeren. Alleen zij, die zich door eigen initiatief de Neder- landsche rechtspraak eigen maakten, wis ten in Vlaanderen het Vlaamsche publiek te berechten op een wijze, die niet tegen elk rechts- en waardigheidsgevoel in- druischt. Is de strafrechtspleging prak tisch ln het Vlaamsche land vervlaamscht de burgerlijke rechtspleging is nog vol ledig Fransch en zoo is het in een zuiver Vlaamsche stad voor een Vlaming nog steeds onmogelijk een burgerlijke zaak in het Vlaamsch (Nederlandsch) aanhangig te maken, terwijl het Hof van Cassatie nog nooit, ook niet in strafzaken, waarin het gaat over een Vlaming, die Fransch onkundig is, een Nederlandsch arrest heeft geveld. Ook op dat gebied bestaan ver scheidene ontwerpen, die in het parle ment zullen worden behandeld en die he- vigen strijd zullen uitlokken. Ook op dat gebied zal men aan Vlaamsche zijde aan sturen op de erkenning van het territo riale beginsel, dat de taal. die in de streek wordt gesproken, ook automatisch de taal der rechtbank is, waarbij al degenen, die tot dit taalgebied niet behooren, zich automatisch hebben aan te passen. Zooals men zich kan overtuigen bij na dere overweging gaat het hier telkens over een voor de Nederlandsche bescha ving zeer belangrijken inzet, De hervor ming van het gerecht in Vlaanderen is vooral van de grootste beteekenis, want de zittingen van de rechtbanken in het Vlaamsche land zijn meestal vreeselijk treurig. Men voelt nergens beter dan op een dergelijke gelegenheid wat in dit land tegenover de meerderheid van de bevol king is goed te maken en hoe een leiden de klasse als de magistratuur schromelijk te kort schiet in haar beschavingsrol ten overstaan van het volk. Dan is er ook de bestuurlijke hervor ming van de Staatsdiensten, maar op dit gebied is de voorstudie volstrekt nog niet gevorderd en het zal nog wel een tijdje duren vooraleer men met bepaalde voor stellen uitpakken zal. Intusschen zal in den nieuwen zittijd ook het voorstel van de Vlaamsche natio nalisten moeten behandeld worden, dat de omvorming van den eenheidsstaat tot een bondsstaat beoogt op federalistischen grondslag. Wij hebben u hierover reeds uitvoerig geschreven. De kansen van dit voorstel zijn, het spreekt van zelf, nihil, maar de debatten waartoe het aanleiding geven zal, zullen voor de Belgische poli tiek van het grootste belang blijken te zijn. Men ontveinst het zich niet meer in officleele kringen, dat de aanhangers van de Vlaamsche nationalisten steeds in aan tal toenemen. Van de meest gezaghebben de Vlaamsche zijde zijn reeds herhaalde lijk stemmen opgegaan, die waarschuwden dat wanneer er geen spoedige bevrediging komt, bij de volgende verkiezingen de Vlaamsche nationalisten ten minste ver dubbeld naar de Kamer terugkeeren. De stemming in het Vlaamsche land is fel verbitterd, omdat men voortdurend meer tot het besef komt, dat te Brussel onbe grip heerscht en dikwijls slechte wil bij de uitvoerlhg van de beste wetten. Men wil radicale middelen beproeven om eindelijk van de eeuwige lapmiddelen te worden verlost. En de Vlaamsche jeugd ls in dit opzicht niet te weerhouden. Deze heeft zich blindelings in de armen geworpen van het Vlaamsche nationalisme met een onverzoenlijkheid, welke de somberste ver wachtingen wettigt, ook voor hen, die haar ongebreideld wegen opsturen, waar van zij de eindbestemming niet kennen Wij zullen niet herinneren aan de vele incidenten uit den laatsten tijd, welke deze stemming illusteeren. De Vlaamsche jeugd is bijzonder strijdlustig. Zij gqat geen enkele gelegenheid uit den weg, om van haar opvattingen te doen blijken, noch den zoogenaamden Belgischen dag te Has selt, noch de opening van het academisch jaar. Zij neemt haar toevlucht tot midde len als dienstweigering. Dit laatste is wel het moeilijkste probleem, waarmee de regeering zal hebben af te rekenen bin nen 'n afzienbaren tijd. Reeds hebben een twaalftal Vlaamsche recruten allen dienst geweigerd. Het toont aan, hoe dit Vlaam sche nationalisme een democratischen en anti-militarist-ischen inslag heeft. Allen weigeren, omdat zij zooals zij ver klaren, België niet willen dienen, daar België Vlaanderen niet tot volledige ont wikkeling laat komen. Zij handelen verder uit anti-militaristische overtuiging. Men verzekert, dat er nog tientallen Vlaamsche dienstweigeraars gereed staan om dit voorbeeld te volgen, terwijl ook nog van socialistische zijde er ernstig over gedacht schijnt te worden dit agitatorisch middel voor anti-militaristische propaganda te gaan gebruiken. Het is typisch hoe de pers, vooral de Franschtalige pers, deze gevallen dood zwijgt. Maar zij kunnen niet blijven ge negeerd worden en het is ongetwijfeld slechts tot een welbegrepen politiek van bevrediging der Vlamingen, dat men den leiders van de meer bezadigde groepen middelen zal bezorgen om, in meer alge- meenen geest, experimenten te voorkomen, die voor de rust in den staat minder ge schikt zijn. DE STRIJD TUSSCHEN DE KERK EN DE BOLSJEWIKI. (Nadruk verboden.) Een paar jaar geleden werd de geheele beschaafde wereld in rep en roer ge bracht door de mededeelingen over de vervolgingen, waaraan in Sovjet-Rusland de godsdienst bloot stond. Verontwaardi ging maakte zich van velen meester, er werden protestvergaderingen belegd vurige redevoeringen gehouden, moties van af keuring aangenomen. Daarna is de storm gaan liggen. Dat is overigens volkomen begrijpelijk: de menschen kunnen niet voortdurend in zulk een staat van opwin ding verkeeren en bovendien heeft het Westen nu andere zorgen. Er zijn echter zeer velen in 't Westen, die de ingetreden kalmte beschouwen als een bewijs dat de godsdienstvervolgingen in Rusland tot het verleden behooren, dat de bolsjewikl hun politiek veranderd hebben. Dat is echter onjuist. De campagne van de bolsjewiki tegen de kerk was nooit zoo hardnekkig als juist op het oogenbük. Er bestaat zelfs een onverbrekelijk verband tusschen de z.g. „kolchisatie" (d.w.z. de collectivisatie van de boerenbedrijven en het dwingen van de boeren, deel te nemen aan de door de overheid opgerichte .kolchozen") en da felle campagne tegen den godsdienst in het algemeen en de orthodoxe kerk in het bijzonder. De vormen, welke de strijd tusschen de bolsjewiki en de kerk nu heeft aange nomen, zijn echter anders dan vroeger en, wat de hoofdzaak is, die strijd woedt bijna uitsluitend op het platteland, zoodat de Westerlingen, die Rusland bezoeken, er niets van bemerken. Dorpskerken worden nu bij duizenden gesloten of in stallen veranderd: duizenden priesters worden verbannen, in kerkers opgesloten, terecht gesteld. En de bevolking, de geweldige onwetende Russische massa houdt zich niet afzijdig, maar neemt actief aandeel in dezen strijd. Wel ls die strijd anders dar. men zich in het Westen voorstelt, minder romantisch, ruwer, primitiever, zooals al het Russische gebeuren primitiever, ruwer en geheel niet romantisch is. Ik zal in dit stuk trachten een beschrijving te geven van den strijd, zooals hij in werkelijkheid is, ontdaan van al de romantiek, waarin hij door Westerlingen gehuld Wordt. Er zijn in het Westen menschen, dl» denken, dat de verwoede strijd van de bolsjewiki tegen de kerk het gevolg is van hun fanatisme. Dat is slechtswoor een zeer gering gedeelte waar. De bolsjewiki zijn, ondanks hun fanatisme, menschen, die buitengewoon practisch kunnen rede neeren en nuchter de stappen overwegen, welke het best met hun belangen overeen komen. Alleen deze nuchterheid en de practische geest hebben hen in staat ge steld het hoofd te bieden aan de gewel dige moeilijkheden en gevaren en zich te handhaven. Wanneer zij juist nu zulk een verbitterden strijd tegen de kerk voeren, dan is dat omdat de kerk, de godsdienst, de eenlge organisatie is, die zij niet kun nen vernietigen, terwijl hun belang een volkomen vernietiging van eiken vorm van organisatie eischt. Bovendien is hun be wering, dat de priesters en de kerkschen in het algemeen felle vijanden van het sovjet-regime zijn, volkomen waar. De op perste leiding van de orthodoxe kerk be staat weliswaar uit menschen, die uit op- portuniteitsoverwegingen alles vermijden, wat tot wrijvingen met de sovjet-overheid zou kunnen leiden, de synode der ortho doxe kerk vaardigt telkens weer bevelen uit, waarin de geestelijken aangemaano worden, zich van elke antibolsjewlstlsche actie te onthouden, maar onder de lagere geestelijkheid, vooral op het platteland heerscht een tegenovergestelde geest ert de priesters bestrijden het sovjet-regime. Ofschoon de priesters weten, welke gevol gen dit voor hen zal hebben, vallen zij in hun preeken de sovjet-regeering aan en manen hun parochianen aan, de bevelen der bolsjewistische overheid piet op te volgen. Bijzonder fel werd deze actie der gees telijkheid sinds de sovjet-regeering haar kolchoz-politiek voert. De priesters en de voorgangers van de sectanten roepen open lijk hun toehoorders toe „De kolchozen zijn een gruwel in de oogen des Heeren. De grond behoort aan God en niemand heeft het recht er over te beschikken. Wij moe ten ons daarom verzetten tegen de god- delooze kolchoz-politiek, al zouden wij daarvoor ons leven moeten opofferen. Alles wat zonder Gods zegen opgebouwd wordt, zal vernietigd worden." Vele priesters vergelijken de kolchozen en de collectivisatie met den Toren van Babel en voorspellen, dat het resultaat hetzelfde zal zijn. In de kort geleden te Moskou verschenen boeken over den strijd tusschen kerk en de bolsjewiki worden honderden voorbeelden medegedeeld van deze propaganda tegen de kolchozen. De schrijvers van die boeken, communistische propagandisten, vertellen natuurlijk niet, welk lot al die moedige priesters en voor gangers heeft getroffen, maar dat is niet moeilijk te begrijpen. Een van de eigenaardigheden van de Russische psyche is het onuitroeibare ge loof in den spoedigen komst van den anti christ. Den laatsten tijd is 't geloof in den spoedigen komst van den anti-christ en de ondergang van de wereld bijzonder sterk geworden. De priesters spreken van den kansel over de komst van den anti-christ en doen dat in zulke bewoordingen, dat hun toehoorders begrijpen, wien zij ermee bedoelen. Nog driester treden de z.g. „stranniki" op. „Stranniki", d.w.z. bedevaartgangers, zijn een typisch Russisch verschijnsel, dat het Westen niet kent. De bolsjewiki hou den deze zwervers aan, werpen hen in der. kerker, sluiten ze in kampen op, verbannen hen naar de bosschen, waar zij als slaven boomen moeten kappen, maar toch kun nen zij die stranniki niet uitroeien. Als bedelaars, in lompen gehuld, met een zak op den rug trekken de stranniki over het land, vragen om een stukje brood, voeren fluisterend gesprekken met de boeren en roepen hen op, zich tegen de kolchoz- politiek te verzetten. Deze stranniki ver spreiden ook het geloof, dat de Jongste Dag nadert en dat Lenin de anti-christ is geweest. Soms geraken deze stranniki in een profetischen pathos en voorspellen dan allerlei straffen, die den boeren drei gen, welke lid van een kolchoz worden. Maar naast deze godsdienstige argumenten gebruiken zij ook heel gewone, voor eiken boer veel begrijpelijker argumenten: de verandering van de kolchozniki in slaven, het verlies van elke onafhankelijkheid e.d De agitatie van de priesters en de stran niki tegen de kolchozen heeft in veel plaatsen tot gevechten geleid tusschen de boeren en de bolsjewiki. Bijzonder verme tel treden daarbij de vrouwen op. Het is herhaaldelijk gebeurd, dat de vrouwen zich op den grond voor de tractors wier pen om op deze wijze de collectivisatie tegen te gaan. En zij riepen daarbij dat zij liever den dood wilden Ingaan, dan toe te laten, dat een kolchoz opgericht wo>® Maar naast deze offervaardigheid, dle'bli iedereen bewondering moet wekken zien wij ook uitingen van de grenzenlooze on wetendheid, bijgeloovigheid en primitwf teit. De plattelanders zijn vaak overtuigd dat de mannen, die naar het platteland komen om er kolchozen op te richten, ver- kleede duivels zijn, dat je dit ook kunt zien, omdat zij.... staarten hebben, En het is al gebeurd, dat zulke „duivels" met den dood bedreigd werden en om hun leven te redden.... zich spiernaakt uit- kleedden om den boeren en boerinnen te laten zien, dat zij geen staarten hebben Het verzet van de geestelijkheid kon echter de oprichting van de kolchoza, niet beletten: de bajonetten der G.p.oe zijn veel welsprekender dan de preeken der priesters. Weken lang vóór de oprich ting van den kolchoz vinden dan eiken dag kerkelijke plechtigheden plaats, omdat de bolsjewiki geen kerken in de kolchozen dulden. In die laatste dagen van het be- staan van de gewone verhoudingen haas ten zich alle paartjes hun huwelijk te ia- ten inzegenen, biechten alle inwoners van het dorp, worden kinderen gedoopt, die uit sleur ongedoopt waren gebleven. Den geheelen dag luidt dan de klok, worden missen gecelebreerd. In de propvolle kerk wordt gebeden, zooals in geen jaren daar voor. er wordt geweend, gezucht. Vele boe ren beschouwen het lid worden van een kolchoz als een zonde, maar de overmacht dwingt hen, zij moeten wel Om de primitiviteit van de vormen, welke de strijd tusschen de kerk en de bolsjewiki heeft aangenomen, te begrij pen moet men rekening houden met de Russische toestanden. Zelfs vóór de revo lutie waren de godsdienstige voorstellingen van de Russische massa door en dooi materialistisch. De voorstelling van een Russlschen boer als van een godzoeker, een door en door vergeestelijkt wezen, is volkomen onjuist; het aantal menschen, dat zich boven de primitieve, materialis tische godsdienstige opvattingen kon ver heffen, was steeds zeer gering. Ook de geestelijken, de zielenherders der boeren, waren menschen met geringe ontwikke ling en weinig beschaving. De vervolgin gen, waaraan de geestelijken nu bloot staan, hebben tot gevolg gehad, dat zeer vele priesters, en daarbij de meest be schaafde, zich terugtrekken. Priesters worden nu menschen uit het volk, man nen wier opvattingen weinig van die der primitieve massa verschillen. Maar deze onwetende priesters zijn tegelijkertijd be zield met een vurig geloof en bereid hun leven op te offeren voor hetgeen zij als het wezen van het Christendom be schouwen. De kloof, die vóór den oorlog heeft be staan tusschen de geestelijken en hun parochianen, is nu verdwenen, omdat de geestelijke in de meeste gevallen een ge wone boer is, die zich in beschaving en opleiding weinig van de overige boeren onderscheidt. Het komt daarom vaak voor, dat de boeren hun priester in bescherminj nemen, dat de G.P.Oe een gevecht moet leveren om zulk een priester te kunne» arresteeren. Soms trekken honderden vrouwen naar de stad en eischen dat de gearresteerde priester in vrijheid woiï gesteld. De G.P.Oe ranselt dan de op? wonden menigte uiteen waarbij gevoel? klappen uitgedeeld worden. Het zou natuurlijk verkeerd zijn te dei- ken, dat de geheele boerenbevolking z# handelt, maar dat het aantal plattelan ders die in den strijd tusschen de kert en de bolsjewiki partij kiezen voor bun geestelijken en de stranniki, zeer groot is erkennen de bolsjewistische schrijvers zeil ook. Eigenaardig is het volgende verschijn sel. Den laatsten tijd wenden de arbeiders zich eveneens tot de kerk toe. In de sovjet-bladen wordt nu vaak vermeld, dat arbeiders de geestelijken steunen, nieuw kerken bouwen, geld voor kerkbenoodigd- heden verzamelen. Dat wekt bij de bols jewiki woede en angst, omdat de vijand op deze wijze steeds meer en meer vat krijgt op het proletariaat, dat, volgens de meening van de bolsjewiki, per se atheïs tisch gezind moet zijn. De strijd tusschen de bolsjewiki en de kerk neemt met den dag feller vormen aan. De bolsjewiki begrijpen, welk een groote beteekenis dat voor hen kan beo- ben en zij kondigen een strijd op leven en dood aan. De godsdienst moet geheel en al uitgeroeid zijn, zeggen zij en han delen in dezen geest. Dr. BORIS RAPTSCHWSKÏ. XXXII. VOORTZETTING VAN HET SPELEN. In het geval dat de Blinde 4 of meer troeven heeft is het gewoonlijk niet noo- dig om de korte kleur van den Blinde di rect te spelen alvorens troef te slaan. Het aantal troeven in de 2 handen is nu groot genoeg om eerst de troeven bij de tegen partij weg te spelen en eerst daarna de korte kleur van den Blinde aan te trek ken. Men elimineert daarbij het risico dat ook de Achterhand renonce heeft in de korte kleur van den Blinde en in staat zou zijn, bij introeven van den Blinde, deze te overtroeven. Dit risico is weliswaar niet groot, maar er bestaat geen enkele reden om het te nemen. Als voorbeeld: Blinde Sch x-x- Ha Heer-x-x-x- Ru Boer-x-x-x-x- K1 Aas-x- Sch x-x-x-x- Ha Aas-x- Ru Aas-Heer-x-x-x- Ki Heer-x- 5 Ruiten is geboden. Zoodra men aan slag komt kunnen in dit geval Aas en Heer van Ruiten gespeeld worden in de verwachting dat de resteerende troeven 2-1 verdeeld zitten. Eerst hierna wordt Schoppen gespee.d. Het aantal troeven ln den Blinde is groot genoeg dat men 2 maal troefspelen kan velen. Op deze ma nier worden slechts 2 Schoppenslagen ver loren en het contract gemaakt. Het geval dat troefspelen uitgesteld moet worden totdat eenlge verliezende kaarten zijn geécarteerd op winnende kaarten uit de andere hand, wordt zeer duidelijk geïllustreerd door het volgende voorbeeld: Blinde Sch Aas-x-x- Ha Vrouw-x-x- Ru 10-x-x-x- K1 Aas-Heer-Vrouw Sch x-x-x-x- Ha Aas-Heer-x-x- Ru Heer-Vrouw-Boer-x-x- K1 5 Ruiten is geboden en Schoppen is uit gekomen. De eerste slag zal met Schoppen Aas genomen moeten worden en, alvorens troef te spelen, op Aas-Heer-Vrouw van Klaveren 3 Schoppen uit de eigen hand geëcarteerd moeten worden. Speelt men in dit geval eerst troef, dan zal de tegen partij onmiddellijk het Aas nemen en Schoppen naspelen, waardoor nog 2 Schoppenslagen worden gemaakt. Het spreekt natuurlijk vanzelf dat dit écarteeren niet direct behoeft te geschie den. indien er geen enkel risico dreigt bijv. omdat de speler nog in iedere kleur een dekking heeft. Was bijv. in het boven staande voorbeeld met Klaveren of Har ten uitgekomen dan zou het aanbeveling verdienen om eerst troef te spelen. De speler zou n.l. in dit geval nog een dek king in iedere kleur hebben zoodat er geen enkel gevaar dreigde en het écarteeren op de Klaveren van den Blinde, later kon geschieden. In sommige gevallen moet het spelen van troef uitgesteld worden totdat een nevenkieur is vrijgespeeld. Dit geval zal zich vooral voordoen wanneer men 4 troeven in de eene en 3 troeven in de andere hand heeft en men rekening wh houden met de mogelijkheid dat er 4 troeven op een hand tegen zitten. Deze gevallen zijn de moeilijkste welke zich kunnen voordoen en zullen als regel slechts door werkelijk goede spelers tot een bevre digend einde gebracht kunnen worden, zoowel wat bieden als spelen betreft. Als voorbeeld van een dergelijk spel wil ik geven: Blinde Sch x- x- x- Ha Vrouw-x x- Ru Heer- x- x- K1 Aas- x- X- x- Sch Aas Ha Aas- Heer- Boer- x- Ru Vrouw- Boer 10- x- x- K1 X- X- X- 4 Harten is geboden en Schoppen Heer wordt voorgespeeld. Nadat Schoppen Aas is genomen, mag niet onmiddellijk troef worden gespeeld. Indien 4 troeven op een hand tegenzitten, zou de tegenpartij met Ruiten Aas aan slag komen en daarna alle vrije schoppen maken indien 4 maal troef gespeeld wordt. Speelt men slechts 3 maal troef, dan wordt na Ruiten Aas schoppen nagespeeld die men dan moet troeven, waarna de tegenpartij met de laatste troef en de vrije schoppen blijft zitten. De eenige juiste manier van spelen is na Schoppen Aas genomen te hebben onmiddellijk Ruiten naspelen om de Ruiten nevenkieur vrij te spelen. Nadat de tegenpartij Ruiten Aas genomen heeft, zal zij vermoedelijk Schoppen naspelen. Met het oog op het gevaar van 4 troeven in een hand tegen, mag nu evenmin worden afgetroefd, doch moeten 2 Schoppenslagen gelaten worden en hierop Klaveren ge- ecarteerd worden. De tegenpartij heeft nu 3 slagen het boekje Spelen zij nu weer Schoppen dan kan in den Blinde worden afgetroefd en hierna 4 maal troef worden gespeeld waarna de Ruiten worden binnengehaald. Spelen zij" Ruiten of Klaveren na. dan komt men direct aan slag en handelt op dezelfde manier. Op deze manier zal het contrlact altijd behaald worden tenzij 5 troeven op 1 hand tegenzitten waarmede uit den aard der zaak niet gerekend be hoeft te worden. Ik herhaal echter dat deze gevallen tot de moeilijkste behooren welke zich in het Bridgespel voordoen en alleen door werke lijk goede spielers tot een goed einde ge bracht kunnen worden. Zij doen zich meestal voor Indien op een vierkaart troef wordt gemaakt en hoewel lk hiervan een overtuigd voorstander ben. zijn er dikwijls spelmoeilijkheden aan verbonden, waar door het aanbeveling verdient voor min der bekwame spelers er slechts gebruik van te maken wanneer het overige spel zeer sterk is, voornamelijk wat topkaarten betreft. Het geval waarin in 't geheel geen troef gespeeld mag worden, doet zich slechts zelden voor. Als voorbeeld: Blinde Sch Vrouw- Boer- x- x- Ha Ru x- x- x- x- K1 Aas-x- x- x- x- Sch Aas- Heer-x- x- x- Ha x- x- x- x- Ru x- x- x- K1 X- Eigen hand 4 Schoppen is geboden en Klaver heer wordt uitgekomen. De Aas moet worden genomen en over en weer Klaver en Har ten nagespeeld worden en in de andere hand afgetroefd. De eenige winstkans is dat 4 maal beide kleuren kunnen worden afgetroefd waarna Klaver Aas en Troef Aas de ontbrekende slagen vormen. Ik teeken hierbij aan dat indien Schop pen uitgekomen was, aan het spel nooit voldaan had kunnen worden aangezien hiertoe alle troeven afzonderlijk gemaakt, moeten worden. Daarom is het ook van het hoogste belang dat men als speler bij een dergelijk spel al het mogelijke doet om te zorgen dat de tegenpartij nooit aan slag komt aangezien deze onmiddellijk troef zal spelen, hetgeen 1 slag kost. Ik wil heden eindigen met een voor beeld te geven van een Inderdaad prima gespeeld spel. Blinde Sch. 9, 6, 2 Ha. Vrouw, 10, 8, 2 R«. Vrouw, Boer, x KI. 8, 5, Voorhand Sch. Aas, Heer, Vr„ B„ 5, 3 Ha. Boer, 9, 7, 4 Ru. 2 KI.- Aas, Vrouw. Achterhand Sell. 10, 8, 7, 4 Ha. - Ru. 9, 6, 4, 3 KI. Heer, Boer, 10, 7, 4 Speler Sch. Ha. Aas, Heer, 6, 5, 3 Ru, Aas, Heer, 10, 7, 5. KI. 9, 6, 3. Na een lang bied-duel, verkreegde speler het contract voor 5 Harten, weiK door V. werden gedoubleerd. Hij overtuigd dat de tegenspelers het aoo hen gedane 4 Schoppenuod gemaiKMJJ zcuden behalen en hoewel er voor n een groote kans op down zijn besto zou dit toch vermoedelijk geen aeoa wGrden gezien het sterke 2 kleuren P A. deed m.i. verkeerd te passen, hij een sterke steun voor het Schoppen P»- dcch is met harten troef vrijwel waa loos. Het is duidelijk dat indien V. speelt, een Harten uitkomst hein Groot Slem doet behalen. j De Schoppen uitkomst werd in de afgetroefd en het blijkt onmiddellijk indien de troeven niet op 1 'larl(Lhaald zitten ,het contract gemakkelijk he kan worden. Bij het naspelen van n» Heer blijkt de ongunstige troef situai ziet he* er naar uit dat er niet te komen is aan 1 down zijn. Goeo p, brengt echter de redding. Een kleine Wordt nagespeeld en waar A. er b heeft, behoeft de Blinde slechts e.kei die V. speelt, zoo laag mogeiijk te ne Blinde speelt Schoppen na die in j hand met de Aas wordt getroeia. i hij dit niet dan is hij verloren). LW ^o0f he^ft nu nog een kleine troef over on V. heen te spelen, op zijn trOu snijden, en de laatste troef erint n waarop in eigen hand een K1.av® n WJ1» afgeworpen. De resteerende 5 slag tfordea voor het contract benoodigd zijn, door de Ruitenkleur verschaft. A J verste^ 2-4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10