LEIDSCH DAGBLAD 72ste Jaargang VRIJDAG 13 NOVEMBER 1931 No. 21980 726le Jaargang Donderdag 12 November 1931 No. 45 HET NEEFJE UIT INDIE VOGELTJES INDEN WINTER HETS. Het voornaamste Nieuws van heden. MUZIEK. LEIDSCH DAGBLAD DA CRI .'An VOOR I FinFM FM niMSTOrrrw HUfii door C. E. LILLE HOGERWAARD. IP Hoofdstuk XI. Beterschap. Nauwelijks had mevrouw van Gangelen een paai uur te bed gelegen slapen kon zij niet! toen er plotseling een rauwe kreet uit de ziekenkamer tot haar door drong. Haastig een ochtendjas aanschietend, snelde zij naar den patiënt. Zij zag onmid dellijk, dat Jaap met wijd opengesperde oogen rechtop hi bed zat en zijn oom heel veel moeite had met den tengeren jongen, die plotseling over ongekende krachten scheen te beschikken, in bed te houden. Daar begon Jaap weer te roepenTergend hard klonk het in de doodsche stilte van den nacht: „Moeder, o Moeder! kom toch terug! Waar bent u? Ik ben niet laf! Zeg het toch aan Paula en allemaal! Het sommen schrift is terecht! Ik heb het uit liet water gehaald!" Zachv' nam Tante Rita een hand van den armen zieke in de hare. Vanaf dit oogen- blik werd do patiënt onmiddellijk kalmer en liet zich gewillig onder de dekens leggen. Tante Rita was niet te bewegen opnieuw te gaan nisten en zoo bleef zij met Oom Leo bij Jaap's bed zitten. „Dag Moeder!" fluisterde de jongen plot seling nauw hoorbaar en er kwamen tranen in de oogen van mevrouw van Gangelen. Zij bedwong zich echter en knikte den zieke glimlachend toe. Hoe veel rustiger zag hij er nu uit dan op het oogenblik, waarin zij de kamer binnenkwam. Nog steeds hield zij zijn hand vast en tot haar groote verlichting viel de jongen ein delijk in een rustigen slaap. Vragend keken zijn oom en tante elkander aan. Ieder hoop te in de oogen van de ander het antwoord te lezen op de vraag: «Zou dit het keerpunt in den toestand van den patiënt zijn?" Uren zaten zij zóó bij Jaap's bed en het was reeds morgen, toen de jongen eindelijk do oogen opendeed en verwonderd vroeg: „Goeien morgen Tante en Oom! Heb ik mij verslapen?" ,.Neen jongen, het is nog vroeg!" haastta Tante Rita zioh te zeggen. „Je was van- jacht een beetje ziek en daarom hebben Oom en ik je gezelschap gehouden". i.En ben ik nu weer beter?" vroeg Jaap. «Dat zal de thermometer uitwijzen!" ant woordde Oom Leo, terwijl hij het bewuste voorwerp ter hand nam en den patiënt aanlegde. Na tien minuten constateerde Oom Leo met groote vreugde, dat de koorts geheel verdwenen was. Het gezicht van Tante Rita straalde. «Dan mag ik zeker opstaan?" vroeg Jaap, als was dit de meest natuurlijke zaak der wereld. i.Niet vóórdat de dokter komt. We zul ten ons best doen, dat je niet opnieuw ziek wordt", antwoordde Tante Rita. Jaap besloot zioh in het onvermijdelijke 0 schikken en terwiil Oom en Tante zich gingen aankleeden, en Jaap alleen bleef, kwam het gebeurde hem langzamerhand weer geheel voor den geest: hij had een klein poesje uit het water gered. Paula kon hem dus niet langer een lafaard noemen! En hij had gedroomd, dat het sommen schrift gevonden was. Als dèt waar was, zou immers alles in orde komen!" En weer ging Jaap onder zeil, in zijn slaap nu en dan glimlachend. Alle narig heid scheen thans geweken te zijn! Toen hij dien morgen voor den tweeden keer de oogen opsloeg, stond „Oom Dokter" met Tante Rita voor zijn bed. „Zoo'n langslaper!" zei de eerste pla gend „Je hebt een gat in den dag ge slapen, jongen!" „Ben ik te laat voor school?" vroeg Jaap verschrikt. „Te laat en ook nog te veel patiënt', luid de het antwoord. „Maar ik ben toch heusch heelemaal be ter', waren de woorden, waarmee Jaap „Oom Dokter" trachtte te overreden hem te laten opstaan. „Ja, je bent een heel stuk beter, maar vandaag heb je nog huisarrest. In bed hoef je niet te blijven, op je slaapkamer ook niet. maar de huiskamer mag je niet uit. Het treft mooi, dat Paula vandaag ook beneden mag komen. De twee herstellenden kunnen elkaar dus gezelschap houden". Jaap zou Paula nusprekenAlles zou, nee, alles moest in orde komen. Daarvan was hij op dit oogenblik vast overtuigd. Zoodra dokter Rozen was weggegaan, stond Jaap op. Hoewel hij zich nog slap voelde de koorts had hem meer aange grepen dan hij zelf dacht kleedde hij zich zoo vlug mogelijk aan om naar be neden te kunnen gaan. Niet alleen wilde hij bet oogenblik der ontmoeting met Paula niet langer uitstellen, doch hij verlangde er naar, dat het achter de rug zou zijn en alles weer „alsof er niets gebeurd was'". Intusschen werd Paula, nadat Pim haar verteld had. wat er dien Zondagmorgen gebeura was, nog meer door berouw en wroeging gekweld dan reeds het geval was, sinds het oogenblik, waarop Moeder haar sommenschrift gevonden had en zij tot de ontdekking gekomen was, welk groot on recht zij haar neefje aangedaan had. Het was maar goed, dat Pim niet van Jaap's ijlen op de hoogte was en dus daar door zijn zusje ook niet vertellen kon, wat de zieke in zijn koorts uitgeroepen had en hoe de geschiedenis met dat ongelukkige schrift en de gevolgen daaraan verbonden, den armen jongen hinderden. Maar ook zonder dat zij dit wist, had Paula er alles voor willen geven, als zij het gebeurde ongedaan had kunnen maken. Welk een held had Jaap zich dien Zondag morgen getoond en zij had hem voor laf aard uitgescholden! Paula beet in haar kussen om het niet uit te schreewenZou zou Jaap wel ooit weer goed op haar worden? En ook zij verlangde nu vurig naar het oogenblik, waarop ze hem spre- mocht. Ze .zou zichzelf niet sparen en hem vragen, haar het gebeurde te vergeven. Als.als.o, maar hij moest beter worden Zij moest hem toch zeggen, wat haar hinderde, zoo vreeselijk hinderde! Dien nacht sliep Paula onrustig. Som menschriften kwamen dreigend op haar af en stéeds, als zij het Jaap wilde zeggen, was deze plotseling verdwenen. Toen zij den volgenden morgen wakker Mo en terwijl Oom en Tante zich werd en Moeder bij haar bed stond, haar eerste vraag dan ook, hoe het met Jaap ging. Moeder begreep den onrust van haar dochtertje en was op dit oogenblik dubbel dankbaar, dat zij haar zulke goede berich ten omtrent Jaap's gezondheid geven kon. Toer „Oom Dokter" dien morgen Paula toestemming gaf om op te staan, was zi] blij haar slaapkamer eindelijk te kunnen verlaten. Terwijl zij bezig was zich aan te kleeden vertelde Moeder haar, dat ook Jaap beneden mocht komen. Even schrikte Paula hij het hooren van deze woorden. Zo had er zoo vurig naar verlangd haar neefje te spreken, maar nu het oogenblik weldra daar zou zijn, zag zii er toch als een berg tegen op. Zij nam zich echter voor, moedig van wal te steken. Het moest! (Wordt vervolgd). (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Pie-ts-pie-te-pie-te-plet! Kind'ren, hoor je 't sjilpen niet Van de vogels in den tuin? Kijk, het kopje 'n beetje schuin. Houden zij vergadering. Dat is een gewichtig ding! Zij bespreken, hoe men goed Door den winter komen moet. Menschen, kind'ren, strooi toch brood! Winter brengt ons grooten nood, Als je 't vogelvolk vergeet. Is er één, die dit niet weet?! Sjilpt de president heel luid. Want de zomer is nu uit. En wie strooit, is onze vriend. Hebben wij het niet verdiend? Langen tijd toch zongen wij Eiken dag opnieuw weer blij En je hoorde graag ons lied. Zeg. herinner je 't je niet? Vóór wat, hoort wat, denk er aan! Laat ons vogels niet vergaan Van den honger. In de lent' Denk ik, dat je blijde bent, Als wij zingen. Heb 'k dat mis? Neen, als 't voorjaar er weer is, Luist'ren jullie eiken keer Naar het vogellied graag weer. Dankbaar klinkt dan ons refrein: Kind'ren groot en kind'ren klein. Jullie strooide voor ons brood, Hoedde ons voor barren nood. En nu zingen wij ons lied Weer voor jullie, pie-te-piet! Wij toch hooren bij elkaar: Kinderen en vogelschaar! (Nadruk verboden). PRIJS DEZER COURANT:' den per 3 maanden f. 2.35, per week f. 0.18 .eiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 ier post f. 2.35 portokosten. DRAGEN. nlichtingen utvlot, het- der open en. advertentie ducties van )r de Ver. •he Buiten- fr., Apothe- 5 beter ge- afgedankt, an hem toe BINNENLAND. De salariskorting voor rijksambtenaren zal op 1 Maart ingaan; de moties-Mar- chant en Albarda zijn verworpen. (Parle mentair Overzicht. Ie Blad)). Minister Beelaerts van Blokland over zijn buitenlandsch beleid. (Binnenland. 3e Blad). De Ned. Chr. Textielarbeidersbond heeft het voorstel van den rijksbemiddelaar aan genomen. (Binnenland. 3e Blad). Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. (Kerk en School, 4e Blad). Nabij Amersfoort is gisteravond een koopman overvallen en beroofd van f. 1700 (Gemengd. 2e Blad). Ons internationale voetbalprogramma omvat drie wedstrijden te Amsterdam en uitwedstrijden tegen België en Frankrijk. (Sport. 4e Blad). BUITENLAND. De verhoudingen tusschen Frankrijk en Duitschland. (Buitenl. en Tel., Ie Blad). De strafvervolging tegen ex-koning Al fonso van Spanje. (Buitenl., Ie Blad). Het Chineesch-Japansch conflict. (Bui tenland en Tel., Ie Blad). De Nobelprijs voor chemie aan twee Duitschers toegekend. (Wetenschappen. 4e Blad). Het Fransche parlement is weer bijeen gekomen. (Buitenl., Ie Blad). SIDENTIE-ORKEST. )arl Flesch. Ur^j1."0 'ml' "Wxriu-CJU - ,-i r13rit opgemerkt, dat het tooneel is J1-gebreid en een lichtbak voor het podium jte zoo lastige rook doet verdwijnen. Een weetal vaste schijnwerpers en een geheel nieuwe, zeer artistieke verlichting vol tooien hier de verandering. ïer gelegenheid van de heropening werd sisteravond in de met een schat van bloe- ™en versierde zalen een feestavond ge- ®.Jen- waaraan verschillende vooraan- l™ande cabaretkrachten medewerkten. Er op dezen welgeslaagden openings- lim i gedansL en gezongen, dat het een e lust was; er werd feestgevierd tot in err»vlr0egen morsen en allen waren het e0.?S "in "ZomerzorS" vergeet men wenjKScne vooiwaaraenj DE REVUE „CHAMPAGNE". Naar aanleiding van het plotselinge overlijden van den heer Louis Bouwmees ter Jr., den directeur van Bouwmeester's Revuegezelschap dat gelijk bekend de volgende week hier ter stede eenige op voeringen van de revue „Champagne" zal komen geven deelde de heer Buziau desgevraagd mede, dat daar de tournee geheel was voorbereid, de spelers zelf de zaken voorloopig zullen regelen. Wat daarna aan het einde van dit jaar dus ongeveer met het gezelschap gebeurt, ls nog niet bekend. cliffe en diens zoon Lord Ro.thermere, waardoor vele ouderwetsche, solide cou ranten opgeheven of overgenomen werden, terwijl de zuiver-commercieel ingestelde bladen hun oplagen enorm konden uitbrei den. Lord Rothermere had een bijzondere kijk op hetgeen het groote publiek gaarne leest, hetgeen spr. uitvoerig aantoonde. De politiek in de bladen werd daardoor ech ter geheel op den achtergrond gedrongen De heer Kingsley Martin weidde uit over de groote beteekenis der ..head lines", de koppen die boven de artikelen zijn ge plaatst, waardoor echter de positie van den Engelschen journalist geheel verschil lend geworden is aan die van vroeger. Hierop hoopte hij in zijn volgende lezing nader in te gaan. de viool plaats in. den primus is niet uit- ;ompetente •gstens kan •trekkelijke er, of om- opzicht is elijken; de die vóór oet. Omdat ;t van het erd, dat ze ïn bestaan dat daad- rieden ligt. origineel Dispel", in >ij Bohn te e techniek <ek van het leschreven. ljn levens- t^.soon over leven. De violisten onder de toehoorders, studeerende en doceerende, kennen dat werk. Voor hen heeft Flesch' voordracht van Beethovens concert, dat zoo vaak punt van behandeling is in zijn boek, de bijzon dere bekoring gehad van het levende woord des meesters. Die voordracht was voor hen proef op de som. van Flesch' theorieën, om zijn eigen term' hier te gebruiken Men lelde uit dit een en ander niet af, dat hij Beethoven gespeeld zou hebben als ware het een technisch vraagstuk. De volkomen beheerschte techniek, op zichzelf- voor min of meer ter zake kundigen adorabel, be- teekende niets anders dan de onbelem merde vrijheid waarin de groote meester Beethovens onvergankelijke vioolconcert tot levend kunstwerk reproduceerde. In zijn spel is elke belemmering, die de weer strevende materie oplegt, volmaakt opge heven. En zóó was de zaal in bewondering voor dit magistrale spel. dat ze zich niet kon weerhouden om reeds na den eersten satz in een, lichtelijk storend, applaus uit te barsten. Toen het slotakkoord der stra lende Finale had uitgeklonken kwam er aan de toejuichingen geen einde. Staande heeft men den meester de hulde gebracht die hij verdiende. Flesch betrok er vol komen terecht, ook Van Anrooy en het orkest in. Het meesterschap waarmee de importante orkestpartij is uitgevoerd men kan het concert vrijelijk noemen een symphonie met vioolsolo was even on aantastbaar. Dit Beethoven-concert zullen we lang in dankbare herinnering houden. Na de pauze genoten we de eer van een eerste uitvoering. Ze betrof een ..symphonie lyrique" van een jongen Russischen com ponist met name Nabokoff. van wien ons een toelichting op 't programma vertelde dat hij in 1903 is geboren, in Stuttgart en Berlijn heeft gestudeerd, de laatste jaren te Parijs is gevestigd en die reeds verschil lende werken in de wereldcentra heeft uit gevoerd gekregen. Het werk bestaat uit drie korte deelen; Allegro-Largo-Allegro; is dus gehouden in den beknopsten vorm 1 waarin een „symphonie" kan worden ge dacht, overeenkomstig den nieuwen smaak en het nieuwe gebruik in de compositie techniek. Nog een andere uiterlijkheid ver raadt die richting: de polychrome klank van 's componisten toonverbindingen ge volg van de vrijere opvattingen in zake centrapunteeringsmogelijkheden. Men doet goed de nieuwe muziek te onderscheiden in actueele en moderne muziek. Actueel zouden we dan willen noemen die muziek, die zich bewust aanpast aan den nieuwen smaak op het punt van den (uiterlijken) verschijningsvorm, zonder dat de inhoud daartoe noopt. Modern zouden we zeggen is die muziek die zoodanige kern bezit, die zoodanig is geconcipieerd dat ze vraagt, om nieuwe uitdrukkingsmiddelen. Binnen de perken der verzekerdheid die het één- maal-hooren van een nieuwen componist stelt, zouden wij dit opus tot de (gematigd) moderne muziek willen rekenen. Daar zit zooal geen diepe maar toch geest in die oen hoorder kan bljjven boeien. Daar is logica in de ontwikkeling en stevigheid van factuur in dit kort en bondige werk. De componist verstaat het métier der muziek- samenstelling uitmuntend. Heeft gevoel voor verhoudingen, het allergewichtigste in dat vak. Instrumenteert smaakvol naar Berlijnsch procédé; voortgezet verblijf in Parijs zal de doorzichtigheid ten goede komen. Wij hebben met het meeste ge noegen naar het pittige werk geluisterd. Of het werk duurzaam zal zijn? Een belofte houdt het stellig in en men zal goed doen den naam van den verdienstelijken jongen componist te onthouden. Dr. Van Anrooy onze bijzondere erkentelijkheid voer de geboden gelegenheid tot kennismaking Beethovens Egmont-ouverture en Scha- fers poëtische Javaansche rhapsodie. in prachtig warmbloedige- uitvoering, openden en sloten den schoonen avond, evenement van beteekenis in het Leidsche muziek leven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 13