Het Bloembollenbedrijf en de crisis.
72«te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 10 November 1931
Derde Blad
No. 21977
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
FINANCIEN.
FEUILLETON.
Het Kostbare Meesterstukje
Over het algemeen gevoelige verliezen.
Sombere vooruitzichten. Toch hoop op betere tijden.
wij achtten het voor onze lezers van
„root belang hen in te lichten over den
invloed van de crisis op het bloembollen- i
bedrijf en ontvingen daaromtrent uit de
voornaamste kweekerscentra in onze on
adellijke omgeving eenige waardevolle
mededeelingen, die een goed denkbeeld
van den tegenwoordigen weinig rooskleu-
rizen toestand en de oorzaken, die daartoe
leidden geven. Toch blijkt er nog 'n enkel
ichtpunt: nl. 't resultaat nog voor dit sei
zoen der hyacinthenkweek. Met die der
tulpen is het echter helaas geheel anders
gesteld. Men oordeele zelf:
Verdeelde resultaten te Hillegom.
De invloed van de huidige crisis, aldus
meldt men ons uit Hillegom, op het bloem
bollenbedrijf is groot, dat staat vast. Maar
zijn bedrijven die veel zwaarder en veel
vroeger getroffen zijn dan het hoofd
bedrijf in dit district. Het kweeken van
de exporthandel in bloembollen zijn
altijd sterk onderhevig geweest aan „ups
downs" en zoo is ook deze „down" hier
zeer merkbaar. De tot oordeelen bevoegde
vakman met vele jaren ervaring in den
exporthandel, wien wij om zijn meening
vroegen, noemde den toestand niet hoop
vol. Hij wees er echter ook op, dat de
hvaclnthen in dit jaar twee maal zoo duur
zijn dan verleden jaar, dat de voorraad
tot het laatste leverbare toe verkocht en
verzonden is en dat er zelfs een tekort
aan dit gewas ontstond.
Dat is bij alle misère een verblijdend
verschijnsel, vooral voor Hillegom, waar de
cultuur en de handel voor een groot deel
zich bepalen tot hyacinthen.
Met de tulpen is het anders gesteld: die
zijn zeer goedkoop en daarin bestaat over
productie. Deze overproductie vindt hier
haar oorsprong niet; hier is de uitplant
van tulpen zelfs beperkt. De gebieden
buiten het bloembollendistrict, (Zeeland,
Friesland enz.) waar in de laatste jaren
cultuur van goedkoope soorten is aan-
epakt. hebben de groote hoeveelheden
aan de markt gebracht.
De export naar het buitenland was in
gewicht minder dan voorheen» als gevolg
van een minder goed gewas, waardoor de
bollen kleiner en het kwantum dus lichter
was. Feitelijk is in het buitenland te goed
koop verkocht, de stijging van de prijzen
voor hyacinthen was niet in die mate ver
wacht. Wie gespeculeerd heeft op een best
gewas en op overproductie (dat is: lage
prijzen), heeft zich zelf gefopt. Er staat
tegenover dat de meeste exporteurs tevena
kweekers zijn, waardoor het risico verdeeld
over kweekerij en exporthandel.
Het verlies door den val der ponden is
cok verdeeld, want er is bijna geen expor
teur, die alléén handel drijft op Engeland.
De meesten bereizen alle of vele der lan
den, die er voor in aanmerking komen,
net verschillende resultaten. Het vooruit-
icht van het bedrijf is, mede door het
gijeffen van den gouden standaard, on-
Ker, hetgeen drukkend werkt. Dit zal
iel de oorzaak zijn van den hoop der
htroons op verlaging der arbeidsloonen,
ietgeen eerst aan de orde komt als het
collectief arbeidscontract verlengd moet
worden. De lust om reizigers uit te zenden
schijnt op het oogenblik geringer te zijn.
Het bollenland verkeert door de goede
bewerking in de voorgaande vette jaren in
prima conditie. Wie op bezuinigen uit is
en dat zijn er al velen, in alle branches
zal minder kosten aan de bewerking
(an dit land besteden, waardoor de werk
loosheid vergroot zal worden. Intusschen
het te Hillegom met de werkloosheid
het bloembollenbedrijf nog niet zoo heel
erg gesteld. De ingeschreven land- en tuin-
couwarbeiders bij de arbeidsbemiddeling
waren in de laatste vijf weken achter
eenvolgens: 60, 63, 68, 93 en 97. De laatste
opgave bedraagt evenwel, gelijk gisteren
gemeld, 129 land- en tuinbouwarbeiders!
(Red).
Het beste is den toestand niet door een
donkere bril te bezien, vooral in Hille
gom niet, welke plaats er zeker niet slech
ter voorstaat dan andere gemeenten in
de streek.
De kleinhandel, de particuliere pakkerij,
ook wel pakkethandel geheeten, was in het
begin van dit seizoen goed. Daarna is een
Inzinking gekomen, door den toestand in
Engeland.
Sombere klanken uit Lisse.
Uit Lisse vernemen wij:
Zooals ieder land- en tuinbouwbedrijf
kent het bloembollenbedrijf zijn vette en
magere jaren. De jaren van 1924 tot 1929
kunnen wij beschouwen als te behooren
tot de vette jaren. In het najaar van 1928
was weliswaar een begin van daling waar
te nemen, doch door de vorstschade in
den winter van 1928-1929 herstelden zich
de prijzen niet alleen, doch stegen zelfs
tot groote hoogte.
Door deze lange periode van goede prij
zen aangemoedigd, ging iedere kweeker,
die maar eenigszins daartoe in de gelegen
heid was tot uitbreiding over. Vooral werd
veel land gekocht en in cultuur gebracht
in de Anna Paulownapolder en omgeving
en in de streek tusschen Hoorn, Medem-
blik en Enkhuizen.
Daar het In den land- en tuinbouw steeds
slechter ging met de prijzen voor de pro
ducten, gingen vele land- en tuinbouwers
zich ook toeleggen op de bloembollenteelt.
Men wilde ook wel eens profiteeren, van
de schijnbaar groote winsten, die met de
bloembollenteelt behaald werden. Deze
nieuwe beoefenaren bevinden zich hoofd
zakelijk in West-Noord-Brabant en in
Friesland, doch ook in andere provincies
werd met de teelt begonnen, zoodat men
thans in iedere provincie van Nederland
meer of minder belangrijke centra van
bloembollencultuur vindt.
In plaats dus, dat een groot gedeelte
van de voor leverbaar bestemde bloem
bollen naar het buitenland ging, werd hel
gebruikt voor de kweekerij of aan anderen
verkocht om voort te kweeken. Deze te
groote uitbreiding moest op den duur mis
lcopen en de bom barstte in 1930, in welk
jaar de oogst zeer goed was en ieder met
zijn leverbare bollen op de markt kwam.
Het gevolg was een geweldige daling er,
het groote overschot van leverbare bloem
bollen kon alleen tegen prijzen ver bene
den productie-kosten geplaatst worden.
In 1931 kon door de te verwachten te
groote voorraad van leverbare bloembol
len en den inmiddels slecht geworden
economischen toestand in het buitenland
slechts tegen zeer lage prijzen verkocht
worden, zoodat op de kweekerij aanmer
kelijke verliezen geleden worden. In eenige
nieuwe centra van bloembollenteelt, waar
men in tegenstelling met de eigenlijke
bloembollenstreek een goede oogst had,
kon nog een ongeveer loonende teelt be
reikt worden door lagere productie-kosten,
veroorzaakt door lagere pacht en land-
prijzen en lagere arbeidsloonen. In de
eigenlijke bloembollenstreek tusschen Lei
den en Alkmaar heelt men evenwel ovei
het algemeen groote verliezen op de kwee
kerij geleden.
De buitenlandsehe handel heeft de laat
ste jaren met steeds toenemende moeilijk
heden te kampen t.w. een verbod van
invoer van narcissen zooals de Vereenigde
Staten uitvaardigde, bijna overal hooge
invoerrechten op de bloembollen behalve
nog In Engeland, waar men evenwel ook
steeds meer geneigd schijnt invoerrechteri
te heffen of verbod-bepalingen uit te
vaardigen. Men denke in dit verband aan
hetgeen de heer Colijn daaromtrent in
ons gisteren opgenomen interview zeide:
„onze bloembollenhandel op Engeland zou,
daarvan wel eens ernstig schade kunnen
gaan lijden!" (Red.) Nu dit jaar weer de
groote koersverliezen op de Engelsche en
Skandinavische valuta, de groote moeilijk
heden om 't geld te innen uit 't buitenland
door de ernstige crisis, die overal heerscht.
Het zijn allemaal redenen, die deze crisis
tot de ergste stempelt, die het bloembollen
bedrijf ooit gekend heeft.
De vooruitzichten zijn ook zeer somber,
119. In een leuk dorpje, dat heelemaal van padde-
stoeltjes gebouwd was, kwam de appel ook al terecht. Een
voor een gingen de huisjes tegen den grond aan. De
diertjes, die er in huisden, schrokken verschrikkelijk. Het
heele dorp was een noodkreet. Kikker Karei en Tui-
meltje waren er ook al slecht aan toe, want ze wisten
niet meer waar ze heen moesten en vielen ondersteboven.
120. Daar klonk plotseling een geweldig gekraak. Het
was alsof het heel hard onweerde en Kikker Karei en
Tuimeltje stonden met hun handen op hun hart te luis
teren, wat er wel aan de hand was. Ze gingen op hun
teenen staan en tot hun verwondering ontdekten ze. dat
de appel door een groot huis was gevallen. En het mooiste
was nog, dat het hun eigen kikkerpaleis was.
geen enkel lichtpunt is nog te ontdekken
voor het vak. Integendeel alles wijst er op,
dat het volgend jaar nog moeilijker zal
zijn.
Intusschen: het bloembollenbedrijf zal
blijven bestaan. Er zal echter minder ge
teeld moeten worden om weer loonende
prijzen te kunnen bereiken. De zwakkere
onder de kweekers zullen het^erst moe
ten verdwijnen. Het is intusschen te hopen
dat slechts weinig slachtoffers zullen be
hoeven te vallen. Doch zij die overblijven
hebben ongetwijfeld geleerd, dat men niet
straffeloos steeds maar kan blijven uit
breiden. Het staat echter vast, dat onaf
hankelijk van dc wereldcrisis, de crisis in
het bloembollenbedrijf toch gekomen zou
zijn; zij is er slechts door verergerd.
Hoop op betere tijden.
Volgens de statistiek werd in 1931 voor
15 millioen guldens minder aan bloem
bollen uitgevoerd dan het vorige jaar.
In die vermindering heeft ook de ge
meente Noordwijkerhout haar aandeel.
Dit seizoen verzonden alle exportfirma's
veel minder kisten, dan zij gewend waren.
De beste klanten bleken Amerika
Engeland en Frankrijk te zijn. Het groot
ste aantal kisten werd hier verzonden
door de firma N. C. v. d. Zalm, n.l. 8000
stuks, terwijl al de andere exporteurs
onder de duizend afleverden. De ponden-
val bleek hier voor allen een groote tegen
valler. In plaats van 12 werd het pond
uitbetaald met f. 9.33. Vele ingezetenen
alhier, die zeer klein begonnen, werden in
de laatste jaren welgestelde burgers,"met
eigen villa's en garages, terwijl de bollen-
paleizen overal uit den grond verrezen.
Velen werden spoedig rijk, doch helaas!
zij moeten zich nu reeds weder op alles
bezuinigen, 't Zwaarst wordt de kleine
man getroffen, die zelf alles duur moest
inkoopen en hooge pacht te betalen heeft.
De groote bloemisten daarentegen heb
ben steeds veel meer bollensoorten; is
daar de eene soort soms niets meer
waard, dan loopt een ander wat meer op.
Ook de pluk der bovenbloemen viel dit
jaar voor velen zeer tegen.
Alleen het artikel „gladiolen", een al
gemeen gezocht soort, dat naar heinde en
verre verzonden werd, bracht niets op.
Het pluk- en snijloon bedroeg meer dan
de bloemen opbrachten, en men liet deze
maar staan.
Dat de bollen weinig opleveren en meer
dan 50 pet. aan waarde verloren, kan
iedereen opmerken, die in deze omgeving
een flinke wandeling maakt. Overal ziet
men langs de duinwegen in de buurt van
bloemisterijen, groote partijen bollen op
de mestvaalt. Zelfs vindt men hier en
daar zakken met bollen langs den weg,
die van een vrachtauto vielen en welke
niet eens de moeite van het oprapen
waard bleken te zijn. Ook worden de
koeien reeds onthaald op menigen tul-
penbollen-nAaltijd, wat deze niet versma
den. Voor een gulden krijgt men een
mand vol. Niettegenstaande al deze nare
moeilijkheden laat men hier den moed
niet zakken en hoopt een ieder steeds op
betere tijden, die spoedig mogen weder-
keeren!
Ook Sassenheim pessimistisch
gestemd.
Uit Sassenheim meldt men ons:
In 't kort samengevat: de toestand is hier
slecht. Door de lage prijzen zijn de teelt-
kosten niet gedekt en voor de kweekers
ziet het er dan ook niet rooskleurig uit.
De winsten van vorige jaren zijn belegd in
nieuwe soorten, die voor hooge prijzen
ingekocht, natuurlijk mede in waarde ge
daald zijn, en daar zij alleen nog maar
voor kweekersdoeleinden geteeld werden,
voor den handel van geen beteekenis zijn.
Dank zij de winsten in voorgaande jaren
is steeds de grondbewerking goed geweest,
zoodat men een paar jaar met minder
kosten kan volstaan. Wij hoorden van
kweekers die een winter tegemoet zouden
gaan, zooals zij nog nooit gekend hebben.
Geld is er niet en of de winkelier hem tot
Juli crediet kan geven, is een groote
vraag. Een van hen, niet de kleinste,
klaagde over de betaling en verklaarde dat
er kweekers zijn, die geholpen moeten
worden, daar de winkeliers geen jaar cre
diet kunnen geven.
Natuurlijk wordt er door de kweekers
en exporteurs terdege bezuinigd. Alleen de
noodzakelijkste reparaties en onderhouds
kosten worden verricht, doch in alle tak
ken wordt bezuinigd. Iedere f1000, die wij
nu bezuinigen behoeven wij niet terug te
verdienen, verklaarde een exporteur-
kweeker. Gevolg: werkloosheid in alle
vakken. De gemeenteraad is ook pessi
mistisch gestemd. Men uitte in de laatste
vergadering de vrees, dat er wel 200werk-
loozen te verwachten zijn. Een voor Sas
senheim ongekend en ongehoord aantal.
Hen allen te werk te stellen is voor het
gemeentebestuur een ondoenlijke taak.
Gelukkig voor hen is dezen winter de
steunregeling in werking getreden.
In tegenstelling met naburige plaatsen,
hoort men hier niet van ontslag van kan
toorpersoneel en reizigers. Wel is een sa
larisverlaging ingevoerd door sommige
firma's. Men deelde ons kortingen van 20
j pet. voor het kantoorpersoneel mede. Wel
i vertrekken de reizigers later naar het bui-
i tenland. Was in de maand September an
ders voor Amerika het begin, dit jaar is
het vertrek een paar maanden later. Al
gemeen verwacht men slechte resultaten,
niet alleen wat de verkoop betreft, doch
ook in zake de betalingen. Deze verwach
ting doet natuurlijk ook haar invloed gel
den op de prijzen. j
Wat de val van het pond betreft, wij j
hoorden het bedrag dat hierdoor verloren i
gegaan was noemen: het moet in de dui- j
zenden loopen. Wij hebben het eens na
gegaan. In Aug. en Sept. zijn uit de ge-
heele streek naar Engeland verzonden
26.477 K.G. en naar Canada 3.397 K.G. De
waarde wordt door het Bureau voor Sta
tistiek gesteld op f. 0.60 per K.G. Natuur
lijn zijn er voor en na Aug.Sept. nog
bollen verzonden, doch daar wordt ook
door de valuta op verloren. Ook voor
Engeland worden slechte resultaten ver
wacht, want bij den verkoop in het a.s.
voorjaar zal het koersverschil in den prijs
merkbaar zijn.
Een geluk is het, dat het vak beoefend
wordt door energieke zakenmenschen,
die niet bij de pakken gaan neerzitten,
doch zullen trachten door deze crisis heen
te komen. Al zegt men nu reeds geruimen
tijd, dat het hier kraakt, tot dusver is
hier nog niets ineengestort, al moet men
alle krachten inspannen om staande te
blijven.
Resumeerende komen wij tot de con
clusie: de slechte toestand in het hoofd
bedrijf is in alle bedrijven merkbaar. Een
ieder ondervindt op zijn tijd de last er
van. Men hoopt echter, dat we spoedig
andere en betere tijden tegemoet zullen
gaan.
RECLAME.
4762
H. P. H. KEEREWEEFi
BEGRAFENISSEN Tel. 861
AUTO-TRANSPORT f?
Aalmarkt 16.
CREMATIE
HYPOTHEEKBANKEN.
Een verklaring van de directeuren-
vereeniging over den gang
van het bedrijf.
Het bestuur der Vereeniging van Direc
teuren van Hypotheekbanken heeft bij de
leden der vereeniging inlichtingen inge
wonnen omtrent de gang van zaken en
kan naar aanleiding daarvan berichten:
le. de renten en aflossingen komen
regelmatig binnen;
2e. het aantal executies is niet of
slechts weinig grooter dan in normale
jaren. Verliezen van eenige beteekenis
werden daarop niet geleden;
3e. de bedrijfsresultaten over het loo-
pende jaar zijn tot heden, de tijdsom
standigheden ln aanmerking nemende,
bevredigend.
Er is derhalve voor pandbriefhouders
en aandeelhouders alle reden tot tevre
denheid.
Het in enkele bladen opgenomen bericht
als zouden de hypotheekbanken om prin-
cipieele redenen weigeren hypotheken te
verstrekken, kan het bestuur met de
meeste stelligheid tegenspreken.
De eenige oorzaak, waarom de hypo
theekbanken in den laatsten tijd geen of
minder hypotheken dan gewoonlijk heb
ben afgesloten, is deze, dat daarvoor min
der gelden beschikbaar waren.
De afzet van pandbrieven aan het pu
bliek beweegt zich in stijgende lijn, doch
gaat langzaam. De rijksfondsen onthielden
zich in den laatsten tijd van den aankoop
van pandbrieven, wellicht om de gelden
beschikbaar te houden voor de behoeften
van 's rijks schatkist.
Het bestuur vertrouwt, dat de hypo
theekbanken geleidelijk weder op ruimere
schaal tot het afsluiten van hypotheken
zullen kunnen overgaan.
Dit het Engelsch door mej. C. M. G. de W.
24)
Eu in dat geval kan ik het niet toe
staan dat een onwetend buitenmeisje, dat
°?.200,te zeggen geen a van een b kan
onderschelden, dit stuk van jou mag
aannemen, mijn jongen. Het is heel edel-
van je en ik hoop, dat ze er je be-
eeid voor bedankt heeft, maar indien ik
laar veroorloofde het aan te nemen, zou
voinlg nauwgezet koopman het haar
I,' at handig maken. Altijd veronderstel-
Shet wat waard is; ik ga natuur-
n'et zoo ver dat te willen beweren,
dief! mompelde Julie Gemeene
l5eSreeP echter best, dat het geen
ri» I„!fa? 'laar Ecvoelens te uiten; want
rtiJ; ,?ro!co<Hl kwam er slechts te beter
snrai- „n vergelijking met haar. Hij
tot win00 J}uichelachtig mogelijk als hij
lan» ,11 ket woord richtte. In ieders be-
W.i!l?es 2ullc een prachtig stukje goed
worden. (Julie werd er misselijk
Van ■■v*\acu. «Guiic weru er misseiijfi
snraM temerig als hij die woorden uit-
voor 7<w.en daarom zou hij persoonlijk er
onleirti„5e!1, Een buitenkind zonder eenige
Hert natuurlijk zulk een kunst-
zehm,,i vaardeeren en als er iets mee
het zich' Z-°-u Willem's meester
De mi. noolt vergeven,
zoo vïïi. ?)an sprak zoo via..vv.,,
tranen i g (soms was hij zelfs tot
sehemi. bewogen) dat Willem onmen-
roerd to8eweest moest zijn om niet ont-
Oom S'W£ n c(°or zün woorden.
Mn „„.Jb niet de minste moeite om
door jf v 1' te doen gelooven, dat hij
"etd zL i beweegredenen genoopt
ttonderto» spreken. Willem's eigen be-
het sehLi Vi°°.r het stukje kwam niet, in
1 nlet in aanpierking, maar wijs
heid en ondervinding verklaarden dat,
zoolang mijnheer Duponnet uit Parijs het
stukje niet gezien had, het in verant
woordelijke handen bewaard moest blij
ven.
Maar ik zeg u, dat het schilder
stukje van mij is, van mij, van mij! riep
Julie.
Neen. Het behoorde aan Willem. Dit
ontwijfelbaar feit werd weder door de
vriendelijke stem van den meester bewe
zen. Was hij niet Willem's voogd, ook voor
de wet. Geen oogenblik dacht hij er over
den Jongen man toe te staan in een
oogenblik van zwakke edelmoedigheid te
beschikken over iets, dat misschien zou
blijken een stuk van groote waarde te
wezen.
Julie was wel een weinig teleurgesteld
door Willem's houding in deze zaak. Dat
hij zich zoo dadelijk aan Oom Si onder
wierp, strekte hem niet tot eer. Ja stellig
het schilderstukje was van hem, dus hij
kon er mee doen wat hij wou, maar als
men aannam hoe Oom Si de zaak be
handelde, zou de jonge man niet het
recht hebben om er over te beschikken.
Dat betreurde Julie in hem. Hij had moe
ten vechten om zijn eigendom. En tevens
bedacht zij met spijt dat hij werkelijk
wenschte zijn geschenk terug te krijgen.
Hoe meer zij over alles nadacht, hoe
ellendiger leek het haar. Zij kon zich
zelve niet ontkennen dat zij er een on
waardige rol in speelde. Het was alies
goed en wel de zaak alleen te beschou
wen uit het oogpunt van Willem's belan
gen. Maar mocht dat? En stond ook in
haar hart het belang van Willem op den
voorgrond?
Neen! Ze moest zich zelve bekennen,
dat zij zelf goed op weg was op niet hoo-
ger peil te staan dan Oom Si.
In ieder geval, zij had haar best ge
daan S. Gedge in het nauw te brengen.
En hij had het haar gedaan. Daar was
geen twijfel aan. Beiden speelden het
zelfde spel, niet recht door zee, bedriege-
lijk en het scheen dat Oom Si, hetgeen
wel te vermoeden was het veel beter
speelde dan zij. De listige oude vos had
haar geslagen met haar eigen wapens.
Waren ze niet beiden zonder schroom
te werk gegaan? Was Willem niet de
speelbal van beiden?
HOOFDSTUK XXV.
In den loop van den volgenden morgen
kwam Oom Si met een zeer schijnheilig
gezicht aan Julle meedeelen, dat hij haar
brutaliteit niet vergeven kon, zij moest
haar kofier maar pakken en heengaan.
En om nog meer gewicht te hechten aan
dit bevel, liet hij Willem uit de rommel
kamer komen en beval den jongeman
haar te helpen haar koffer beneden te
brengen zoodra hij klaar was; en daarna
een vigelante voor haar te bestellen.
Dit was meer dan Julie gedacht had. Zij
had wel gedacht, dat zij weggezonden zou
worden, maar niet zoo spoedig. Dat kwam
volstrekt niet met haar plannen overeen.
Je moet een kamer zien te krijgen in
een fatsoenlijke buurt, zei de oude man.
Vrouw Ranciman zal er wel een voor je
weten. Je hebt geld genoeg voor je on
derhoud terwijl je naar werk omkijkt.
Julie met haar vlug verstand, zag ech
ter dadelijk bezwaren. Ze had een heel
klein beetje hoop in staat te wezen te ont
dekken waar het schilderstukje verborgen
was. Maar als ze eenmaal het huis uit
was, zou die hoop verdwijnen. En het was
meer dan duidelijk dat Oom Si dit ook
onder de oogen zag en dat hij haar daar
om zoo gauw kwijt wou zijn.
De oude vent was zich ten volle be
wust wat haar heimelijke hoop was. Hij
wist dat het stukje niet veilig was zoo
lang zij in huis was.
Zij was slim genoeg om den toestand
dadelijk te doorzien. En daar zij het hart
van Oom SI doorgrondde, zei ze ronduit
dat, hoe veel hekel ze ook had aan haar
tegenwoordige tehuis, zij toch niet van
plan was te vertrekken voordat haar wet
tig eigendom naar was teruggegeven.
Binnen het uur moet je voorgoed het
huis uit zijn melsjelief.
Neen, dat doe lk niet. Voordat u mij
het schilderstukje teruggegeven hebt ga
ik niet weg.
Het is niet van jou. Je bent geen ge
schikt persoon om zoo iets te bezitten. En
als je niet rustig heen gaat, zal je koffer
op straat gezet worden.
Als u mijn koffer nog eens met uw
vingers aanraakt zal ik de politie roepen.
Om de politie bekommerde Oom Si zich
geen zier. Zij had niet de minste aan
spraak op hem: ze leefde op zijn kosten.
En wat dat schilderijtje betrof, dat had
er niets mee te maken.
Nu kwam Willem echter uit den hoek.
Hij had er bij gestaan als getuige zonder
het te willen. Maar nu kon hij zich niet
langer stilhouden.
Neem mij niet kwalijk, mijnheer, zei
hij/ stamelend, terwijl hij een vuurroode
kléur kreeg, maar als juffrouw Julie hier
het huis uit gaat, dan vrees ik dat ik ook
moet gaan.
Dit was een donderslag uit een helde
ren hemel. S. Gedge stond eensklaps met
wijd open mond. Hij hijgde naar adem. De
schok was hevig. Langzaam nam de oude
man zijn „verkoop"bril af en verving hem
door zijn „koopbril". Dat was zeker met
het doel er minder woest uit te zien, maar
op dat oogenblik hielp het niet.
Ach jongen, zeg toch niet zulke
mallepraat, was al wat hij zeggen kon.
Willem was echter niet van zijn plan af
te brengen. Hij vond het nooit gemakke
lijk een besluit te nemen, voor hem was
zoo iets geen kleinigheid, langzaam en
moeilijk kon hij tot een beslissing komen.
Maar had hij dat eenmaal gedaan, dan
was het voor goed. Zijn stamelen en blo
zen was een weinig belachelijk; hij scheen
op het punt in tranen uit te barsten,
maar de vijandelijke toon van zijn mees
ter kon hem geen voetbreed doen wan
kelen.
Nooit in mijn leven heb ik zoo iets
onzinnigs gehoord, zei S. Gedge sissend
als een adder. Jongen, je moet krankzin
nig zijn om je door zoo'n deern te laten
inpalmen.
Geef mij het schilderijtje, Oom SI,
riep de deern met zulk een krachtige
stem, dat hij er van knipoogde, en ik zal
er heel goed op passen en zorgen dat u
mij nooit weerziet.
De oude man jammerde haast van
woede. Maar hij had geen plan het ding
op tegeven' en evenmin, wat hem bijna
evenveel waard was, de diensten van den
jongen man, die zijn rechterhand was.
Willem kon niet door één ander vervan
gen worden. En zoodra zijn meester in
zag, dat de dwaze jongen in ernst sprak,
begreep hij, dat hij geen keuze had. Hij
moest water in zijn wijn doen. Met al den
tact, waarover hij beschikken kon en
de oude man kon veel tact aanwenden
als het noodig was zou hij het dan zoo
ernstig niet opnemen.
Met zijn nichtje afrekenen zou hij later
doen. Hij gaf haar echter den ernstigen
raad een andere betrekking te zoeken,
want hij was overtuigd, dat hij meisjes,
als zij er een was. geen uur langer in huis
wou houden dan strikt noodig was. En
wat den jongen man betreft., van wien hij
altijd zulk een goede meening had gehad,
van den dag af dat hij hem als het ware
van de straat had opgenomen en voor
wien hij een vaderlijke vriendschap had
gekoesterd, hij begreep bepaald niet
en dit zeide hij op een toon, dien het hart
zou doen smelten hoe hij zijn smart,
zijn diep gewond hart zou bloot leggen en
onder woorden brengen wat hij gevoelde.
Julie had dus eigenlijk de overwinning
behaald. Het inpakken van haar koffer
kon nog wat uitgesteld worden. Maar zij
begreep heel goed, dat zij dit geheel aan
Willem te danken had en aan hem alleen.
Het was zijn tusschenkomst die zoo
prachtig op tijd kwam, en haar in staat
gesteld had dien dag ten minste te
winnen.
Den vorigen avond was zij ontevreden
over hem geweest. Nadat hij haar he
schilderstukje gegeven had. was het zijn
plicht geweest er beter op te passen. Maar
zij moest die zwakheid vergeven. Hij had
het goed gemaakt.
(Wordt vervolgde).