LITSEN VAN HET WITTE DOEK! OUDE BOUWKUNST RONDOM LEIDEN. 72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 November 1931 Vijfde Blad No. 21975 NOORDW1JK-BINNEN. SPORT. g-f kerk ln den tijd der Spaansche troebelen ongerept bleef, aangezien men de plunde^ ring wist af te koopen. Zoo kon de kerk zich in haar 15de eeuwsche structuur handhaven, totdat, wilde men ze zoo bewaren, ingrijpende restauratie noodzakelijk werd. Deze werd uitgenomen den toren, die sinds de da gen van Napoleon aan de burgerlijke ge meente behoort ln 1903 op grooten schaal uitgevoerd door architect H. J. Jesse, die hiermee een zeer verdienste lijk werk tot stand bracht. Over deze restauratie zullen wij natuur lijk niet in technische bijzonderheden tre den, doen slechts op een enkel punt wijzen. Zooals U op het plaatje ziet had den hoofdbeuk en zijbeuken een afzon- Psal 27 4 Een ding dat. bad ick. seer Dat. self ick. noch begeer Dat. ick hier al mijn tijd Heer. in U. Huys verslijt U. schoon cieraet aenschou Besoek, 't Heyligt gebouw Amen Anno 1636 En de dominee van dien tijd gaf den koster in gemakzucht niets toe, aangezien hij de Noordelijke torenbeuk voor bergplaats van zijn rijtuig en paardenstal bezigde. De Zuider-torenbeuk was een rommel- bergplaats. Aan dat alles is in 1903 een einde ge maakt. Nu vindt men alleen in den Zuldertoren- beuk nog 't oude Romaansche doopvont en I nee eeuwenoude rood zandsteenen doodkist VOETBAL. KON. NED. VOETBALBOND. derlijke bedaking, welke gescheiden was 1 Een van de voornaamste wijzigingen van door een goot. De ervaring heeft geleerd, het interim is geweest, dat men de be- dat een dergelijke goot in een gebroken pleistering verwijderde van de zandsteenen De derde bouwperiode kwam na 1449. dat jaar ontstond een geweldige brand bet dorp. Tal van huizen werden ver- oest en ook de kerk stond weldra in lammen. De geheele bekapping werd door et vuur verteerd, de ramen werden ver- oest en het muurwerk leed hier en daar :hade. Natuurlijk werd onmiddellijk na de ca- Irophe besloten, het godshuis weer to ■rstellen, vooral omdat Noordwijk bede- rtsplaats was. Het is duidelijk dat door den herbouw are lasten op het geteisterde dorp zou den komen te rusten. Gelukkig kwam de andheer, Filips van Bourgondië, die niet ten onrechte den toenaam De Goede droeg, te hulp. Bij open brief deed hij kond, dat de getroffenen te Noordwijk vrij gesteld werden om bij te dragen aan de j vercier moet worden opgemerkt, dat bede, welke hij van Holland vorderde, §almSat zit ln de bovenste geleding Hoe de kerk er na dien herbouw uitzag, leert ons de reeds gepubliceerde platte, grond en bovenstaande teekenlng, welke ik vervaardigde naar een ets van A. Rade maker van bijna 200 Jaar geleden, welke men kan vinden in de platenverzameling van 't Stedelijk Archief te Leiden. Een ding op die ets is mij niet duidelijk. Het lijkt daar alsof de Westgevel met een eigenaardig stelsel van steunbeeren nog verder is uitgebouwd dan het front van den toren, wat volgens den heer Jesse, die in 1903 ter plaatse allerlei graafwerken verrichtte en ook de grondslagen van de doopkapel blootlel, onmogelijk het geval kan zijn geweest. Ik heb het plaatje van Spilman echter zoo trouw mogelijk gecopieërd. Verder moet worden opgemerkt, dat het van m. a. w. ze waren vrij van belasting. Dc "woners van Noordwijk, die geen schade adden geleden, moesten wel hun aandeel orten, doch dit zou moeten aangewend I -t herbouw der kerk. Op het voetspoor van Filips de Goed® i volgden natuurlijk de edelen in de om geving, allereerst de adelijke bewoners van et huis Offem, terwijl ook over de ge- eene luiden in de dorpen de offerzin werd. Zoo verrees weldra de kerk in vernieuw de glorie. Thans werden de muren van et schip doorgetrokken, zoodat de toren eid ingebouwd. De beide torenbeuken erden natuurlijk bestemd tot kapellen, i nieuwe doopkapel, driehoekig ge den torenromp. Wanneer de doopkapel verdwenen is, weet ik niet; waarschijnlijk bij een der particuliere herstellingen, die nog al eens noodlg zijn geweest. Zoo werd in 1660 dak en toren door storm beschadigd. In 1727 werden de ge welven van koor en transept met Amerl- kaansch grenenhout vernieuwd. Oorspron kelijk was dit eikenhout. In 1791 zag men zich genoodzaakt, een nieuwe spits op den toren te plaatsen. In 1821 dreigden de kerkvoogden met afbraak van koor en transept, omdat ze bouwvallig werden. Deze ramp werd voorkomen, doordat Ko ning Willem I geïnteresseerd werd voor de zaak en een ruime subsidie schonk, ten ofen. werd gebouwd aan den Noordellj- j einde noodzakelijke herstellingen aan te ken torenbeuk. Het koor werd vernieuwd i brengen. In 1871 werd weer een en ander \(a verdiept. Schip en transepten werden vernieuwd. h!en ouden trant hersteld. We vermeldden nog niet, dat Noordwijks zadeldak. o> den langen duur steeds een bron van ellende wordt. Verstoppingen l veroorzaken rotte plekken en daardoor lek kage. De binten van de kop beginnen te vermolmen en wel juist ter hoogte waar zij rusten op het muurwerk van het schip. Zoo is het duidelijk, dat het geraamte van de kap op den duur zijn voornaamste steun punten zou verliezen en zou moeten in storten. Ook de overspanning van de viering, waar het Angelus-torentje op rust, waf, danig ontzet door vermolming. Men heeft toen de geheele bekapping afgebroken en vernieuwd. In het Gemeentearchief vindt men een aantal foto's, genomen tijdens de verwij dering en den wederopbouw. Het geheele gebouw is toen onder één kap geplaatst. Inwendig kwam het poortje tot de torenkap bloot, terwijl nog verschil lende aardige bijzonderheden werden ont dekt. De oude kerk van 1305 had aan binnen en buitenzijde ter hoogte van de venster dorpels een breede tufsteenband. die in 1449 na den brand, inhet uitgebouwde koor en de nieuwe torenbeuken niet weer werd aangebracht. Over dien band schijnt bij de restauratie nog verschil van meening ten zijn geweest evenals over de indeeiing van de transeptramen, die de heer Jesse en met de kerkvoogden op grond van sterk sprekende fragmenten, die voor den draad kwamen, weer wilden hersteilen in den trant van 1305, waartegen Victor de Stuers en Ds. Cuypers zich verzetten. De strijd in de bouwkundige bladen over deze zaak, die indertijd met felheid werd gevoerd, kunnen we verder onbesproken laten. De toren, die zooals we reeds opmerkten, 't eigendom is van de burgerlijke gemeen te, werd in 1926 gerestaureerd, waarbij de galmgaten een verdieping lager werden aangebracht. Als een bijzonderheid vermelden we nog, dat vier van de steunbeeren van de Zuid zijde van het koor nissen met eenvoudig baldakijn dragen, waarin in vroeger dagen beelden van heiligen waren geplaatst. Inwendig maakt de kerk na de restauratie een welonderhouden en stemmigen indruk. De mooie renaissance bank m het koor van 1636 werd ontdaan van stof en vuil. Dat dit dienstig was zal men begrijpen als men weet, dat de koster van een dertig jaren geleden, deze bank gebruikte voor bergplaats van steenkool, omdat het zoo gemakkelijk was: Thans leest men weer in goud boven de lijst van 2 paneelen: pilaren, die versierd zijn met fraai ge beeldhouwde bladkapiteelen, terwijl ook de tufsteenen scheibogen weer van onder de grauwe witkalk van daan kwamen. Daardoor heeft alles weer zijn natuur lijke kleuren gekregen, die juist zoo'n vriendelijke bekoring geven. De eiken houten gewelven, de trekbalken met kar- beelen, muurstijlen en sleestukken, die zoo'n soliden indruk geven en in donker bruinen tint zijn gehouden, zijn natuur lijk geducht nagezien Bizonder mooi zijn een paar Gothische grafsteenen welke in den wand zijn mgemet seld. teneinde ze voor verdere afslijting door menschenvoeten te bewaren. Ze zijn uit het laatst der 15de eeuw en hebben de graven gedekt van twee heeren Van Boeckhorst. ambachtsheeren van Noordwijk met hun vrouwen. Van den tweeden steen is het randschrift niet ge heel voltooid, 't Is te aardig, om 't niet even mede te deelen. We lezen daar in Gothische letters „HIER LEIT BEGRAVE. JUFFER IANA VA SCHAGE. FLORYS WYF, WAS. EN STARF INT JAER VA XV EN. PROGRAMMA VOOR MORGEN. Afdeeling I, le klasse: H.B.S.—R.C.H.; Aj axHermes-D.V.S.Sparta—West-Frisia K.F.C.—H.V.V.; 't GooiStormvogels. 2e klasse A: Kinheim—Aicmaria Victrlx; De SpartaanWF.C.; Z.V.V.D.W.S.; H.R.C.V.V.A. 2e klasse B: E.D.O.—-Zandvoort; A.F.C.— Zeeburgia; BaarnD.E.C.; B.F.C.T.O.G.; VeloxHercules. 3e klasse D: Culemborg—Amsvorde; Hol land—Z.N.C.; Zeist—Alphen (Chr. G. ÏVf cLELS 4e klasse C: R.OJD.I.—Swift; S.DS. Wilhelmina Vooruit; S.L.T.OT.H.B.; RivalenHillegom (W. Mast). Afdeeling II, le klasse: Xerxes—ZF.C.; D.F C.A.D.O.; V.U.C.Blauw-Wit; H.F.C. Feijenoord: V.S.V.Hilversum. 2e klasse A: OvermaasRF.C.: Unitas —Excelsior: S.V.V.—O.D.S., V.I.O.S.— O.N.A.; D.H.CSteeds Hooger. 2e klasse B: GoudaC.V.V.; VDL. Neptunus; B.M.T.Fortuna; D.C.L. V.O.C Quick—B.E.C. 3e klasse A: HillinenU.V.S. (P. Slik kerveer); AlphiaG.S.V. (L. van Wijn gaarden); R.V.C.—Bodegraven (C. Kem- mers)L.F.C.Scheveningen (A. J. v. cL Moer)LugdunumA.S.C. (Ir. E. A. Neuer- burg). 4e klasse A: R.C.L.—V.C.S.T. (M. Dhont) D.V.V.Leidsche Boys (B. Honsbeek); D.V.S.Zwart-Blauw (S. H. v. d. Kraats); De OoievaarsArchipel; V.O.GEJL.B.T.C. 4e klasse B: TerlaakW.I.K.: De Jagers Moordrecht; WaddlnxveenH.D.V. (S. i Hakker)S.V.C.Tonegldo; CeleritasO.B. I Reserve 3e klasse A: AD.O. 3Delft 2; Uit! Ér'was geen ruimte meer, dus-had j V Laakkwartier 2—H.V.V. de brave steenhouwer zijn plicht vervuld. Er liggen nog heel wat meer oude graf steenen, die echter in 1795 verminkt zijn doordat de adellijke wapens werden afge kapt; een even droevig gezicht als b.v. de mooie zandsteenen koorbanken in de Bovenkerk te Kampen, waarvan de beeld- stormers der 16d.e eeuw zeer consciëntieus de mooie gebeeldhouwde koppen der arm leuningen hebben afgeslagen. Vlak voor de plaats van het vroegere hoogaltaar ziet U op den grond een vier kante plavuis met een Grieksch kruis. Onder die plavuis, een fragment van een oude altaartafel ligt in een steenen cel geborgen een doodshoofd, dat in 1909 bij graafwerken ter plaatse werd gevonden. Sommigen meenden hierin de omstreeks 1571 verdwenen reliqui van St.Jeroen te zien Er is indertijd nog al over geschreven. U herinnert zich verder dat tegen den eindgevel van het Zuidertransept zich het gedenkteeken van de Familie Van der Does bevindt, heeren van Noordwijk, van welke Jan van der Does zich bij het beleg van Leiden een onsterfelijken naam heeft verworven. Het is mij gebleken, dat er vele menschen zijn. die belang stellen in de oude randschriften van klokken Hier zijn ze van de Noordwijker klokken: Admonet Hora Brevis Properantem Ad ver tere Mortem Petrus Hemony Me Fecit Amstellodami An. 1677. Soli Deo Gloria 1690, me fecit I. Oude- rogge Rotterodami. 4; B.E.C. 2U.V.S. 2 (J. J. Boekaar), i Reserve 3e klasse D: O.N.A. 2Velox 3; Bodegraven 2Zeist 2 (J. Brandeis); G.S.V. 2Alphia 2 (M. Colla)Hercules 2— Utrecht 2. Reserve 3e klasse E: Voorwaarts 2 U.V.V. 3; Alphen 2Leerdam 2 (J. Arnol- dus); Vriendenschaar 3Hercules 3. Afdeeling in, le klasse: Vitesse- Heracles; Robur—P.E.C.; Tubantia—Wage- ningen; Z.A.C.A.G.O.V.V.; Go Ahead Enschede. Afdeeling IV, le klasse: N.O.AJJ.Wil lem II; P.S.V.—M.V.V.; Bleijerheide— Eindhoven; De ValkL.O.N.G.A.; B.V.V. N.A.C. Afdeeling V, le klasse: Be Quick— G.V.A.V.; FrisiaVelocitas; F.V.C.Achil les; AlcidesVeeiidam. Van Overal. Nog één competitie-dag rest ons thans vóór de groote parade op Zondag, 15 November, wanneer de gansche competitie hoogstwaarschijnlijk stop gezet zal worden in het belang van een wapenschouw der Technische Commissie over de geheele linie. Nog één wedstrijd-dag en deze is gelijk alle overige in dit enerveerende seizoen Een woord tot den filmliefhebber. De belangstelling voor de film is in de atste jaren enorm geworden! Drommen liefhebbers verdringen zich dag in, dag ut tot in de verste uithoeken der wereld 'oor de theaters, leven mee met de dra- nattsche of humoristische filmwerken, de tctueele, leerzame journaals en de gees- i>se teekenfilmpjes, in voortreffelijk mu- «sale omlijsting, die Iedere week door BUooze maatschappijen met een ongebrei delde energie worden geproduceerd. H sinds de film „sprekend" werd. techniek ook daarvan op zulk een by— en bew°nderenswaardige wijze ™feé!rde' terwijl daarbij haast ln elk ptictit een verheugende stijgende lijn kon worden opgemerkt, zijn de acteurs en ac- nces voor het publiek meer dan vroeger -Jeven", nader gekomen tot hen, die eseimatig hun vertolkingen volgen. De .„we richting bracht „menschen" tegen- O'or „menschen." ro"?e^er 'erw'Jderd zij ook van ons le- him i.n bun stem, ja zelfs soms r, Is menigeen vertrouwd gewor- t.ü'it ,i61scll?n' die w'j tegenwoordig aan 41,5i'en' sijn hoog. In vroeger tijd was litvw!? ?n biterlijk van waarde: de ge heid w'nnares b't een of ander schoon- hanri£?nC0drs kon met behulp van een regisseur al gauw succes verove- ve.M i ren van oertijds verdwenen sneeuw voor de zon, nieuwe de fiïJL6,?^?'tuwe namen althans voor de ™befhebbers kwamen er voor in tormee?" mnnnen en vrouwèn. die in de ZwE1®1? reeds roem geoogst hadden, tot i konden krachten, die reeds honrHer. van de stomme film be waren nu eers,; toonen, wat zij waard 8e?na^e "I"60 wij het stille filmwerk het hÜ!s 'eroordeelen, doch een feit is iarén el umwenteling van de laatste slaa 0d'e'nnerlijke uitbeelding met éér. 'ai natuurlHvV°°rgrond heeft geplaatst. al -•mooi eeJ- iniemand ontkennen, dat een gezien wordt! °°k nU n0g SteedS graag 'eïen^ri bieuwe rubriek willen wij het Witte dnev .van hen> die ons door het tellen <w uwd geworden zijn, ver- regisspnrJ ?n leven, hun films, hun jv,—10DPlnnaHilror namnman i 1 slagen eener film evengoed, zoo niet meer, afhangt, voorts van het leger technici en figuranten, die iederen dag in de weer zijn, om het beste te geven, waartoe zij in staat zijn. Zij allen hebben er toe bijgedragen, dat de artistieke en muzikale verzorging en de techniek in den laatsten tijd met reuzen schreden vooruitging, zóó zelfs, dat velen zich soms afvragen: „Hoe was het toch mogelijk, dat ik die film twee jaar geleden nog mooi kon vinden?" w* vli, ilUll lllllib, llUil menleeën hT b1lang"jker personen dan Het leven L hun omgeving, is lane nK de ..wereld van de film" ^neschün» 5 5 opzicht „rozegeur en to°g. De strVl? behoeft nauwelijks be- meters fiimrti i eii de arbeid, om eenige 's avond-? maken, waarnaar U zwaar gezellig en onbezorgd kijkt, voor'^00r de hoofdvertolkers; regisseurs, waarvan het wel- MAURICE CHEVALIER, die triomphen viert in „De lachende Luitenant' Wij zullen over hen schrijven; een greep hier, een greep daar, flitsen van het witte doek en uit de wereld, die tegenwoordig met meer slechts romantiek en „schijn", doch tevens de harde realiteit in duizende donkere zalen voor oogen toovert. Moge onze flitsen U nog nader brengen tot hen die 's avonds dikwijls helaas te snel aan uw oog voorbij trekken en een belangrijker plaats in Uw hart veroverd hebben, dan ge U zelf soms wel bekennen durft! HOE „DE LACHENDE LUITENANT" TOT STAND KWAM. De nieuwe Lubitsch operette „De La chende Luitenant" is sinds de première op Broadway, in weinige dagen 't gesprek van New-York en van ver daarbuiten ge worden. Lubitsch heeft met deze film een groote worp gedaan. Aan zijn intensieven arbeid is, naast Maurice Cheva lier's persoonlijkheid, het slagen van de film voor een groot deel toe te schrijven. Maurice Chevalier, bekend door zijn „Innocents of Pa ris", de film, die hem reeds beroemd maakte, zijn „Liefdesparade", ,,De groote vijver", „Het Café'tje" en zijn nieuw ste film „Ein Walzer- traum" maakt hierin van Niki, de lachende Luitenant, de glansrol van zijn carrière. Maandenlang is er door Paramount gecon fereerd om de rechten voor „Walzertraum", waarop de film is geba seerd, in handen te krijgen. Claudette Col bert, Chevalier's tegen speelster in „De Groote Vijver", kreeg de rol van Franzi, en Miriam Hopkins, een oekende tooneelspeelster, die van Prinses Anna. De oorspronkelijke „Wal- zertraum"-muziek werd door den compo nist, Oscar Strauss, met vijf nieuwe schlagers vermeerderd. Drie tekst dichters, Vaida, Ra- phaelson en Grey, ver zorgden de omwerking van operette tot film. Het voornaamste werk aan het scenario werd echter door Lubitsch zelf verricht. De decors werden gebouwd door Para- mount's eersten archi tect Drever. terwill de costumeering aan Bru no Baruch was toever trouwd. Op den 6den December begonnen de voorbereidingen voor de decors, terwijl het draaiboek nog in bewerking was. Eerst op den 15den Februari werd aan de opnamen begonnen, en na 45 atelierdagen was men zoover gevorderd dat aan de „buiten"- opnamen kon begonnen worden. Ook deze werden „binnen" gemaakt, want hoe ter wereld zou men anders midden ih den winter in staat geweest zijn het bloeiende Weensche Prater te voorschijn te toove- ren? Heele wagonladingen bloeiende hoo rnen werden uit Californië naar de New- Yorksche Paramount-ateliers verzonden, waar men het Prater zoo realistisch na bouwde, dat een echte Weener geen ver schil had kunnen ontdekken. De Hofburg in Weenen en alle slotinte- rieurs werden naar fotografieën van het origineel vervaardigd. Van de Weensche straten werden alleraardigste kleine mo dellen ontworpen. Bizonder geslaagd is de statiekoets van den Koning van Flausen- thurm geslaagd, die naar een oude gravure vervaardigd is. Voor de straatopnamen in het Koninkrijk Flausenthurm werden echte hobbelige straatkeien in het nette atelier gebracht. De costuums veroorzaakten veel hoofd breken. Het was door de hooge invoer rechten onmogelijk origineele costuums uit Europa te laten komen, en zij moesten alle in New-York worden gemaakt. Daar het Weensche milieu voor een Amerikaan al heel ongewoon is, had de regisseur heel veel werk voor hij alle medewerkers van zijn staf volkomen met ieder detail ver trouwd had gemaakt. Voor met het knip pen begonnen was. werden de stoffen ge fotografeerd. om hun werking in de film te kunnen beoordeelen. Dit wij ls moest men een in stof en kleur geheel verschillend materiaal kiezen, opdat de costuums in de film zooveel mogelijk op de origineele geleken. Een tiental meisjes was wekenlang bezig met het borduren van de sleepen der hofdames. Interessant waren de opnamen zelf. Ook hier weer maakte alles op de film een geheel ander effect dan in werkelijkheid. Wanneer Chevalier een lied zong, zat een orkest van veertig man eenige meters achter hem te spelen, zoodat men op de „set" Chevalier's stem absoluut niet hoorde. In de mixing-room echter klonk het orkest slechts als een zachte begelei ding bij Maurice's lied. alleen omdat de microfoon vlak boven zijn hoofd hing. Lubitsch had de grootste moeite in New- York echte Weensche typen te vinden, en deze zoo aan te kleeden. als het in het Weenen van vóór den oorlog gebruikelijk was. Dank 7ij zijn gave, de juiste typen voor de juiste rollen te kiezen, is Lubitsch er ten slotte in geslaagd van „De Lachende Luitenant" een film te maken, die „een echte Lubitsch" geworden is. KINDEREN IN DE FILMSTUDIO. „Kinderen zijn een voortdurend pro bleem in de filmstudio. Men moet ze met veel meer tact behandelen dan volwas senen." Dat is de meening van Norman Taurog de regisseur van Paramount's kinderfilm „Skippy". In „Skippy" heeft Taurog de leiding ge had van vier jonge sterren: Mitzi Green» Jackie Cooper, Robert Coogan en Jackie Searl, en bovendien nog van een twintig tal kinderen van zes tot twaalf jaar. „Mitzi Green", vertelde Taurog, „is een heel gevoelig meiske. Daar houd ik steeds rekening mee, omdat ik anders zeker weet dat haar spel er onder te lijden heeft. Hoe Mitzi een scène ook speelt, ik geef haar nooit een standje. Wanneer zij een scène Verknoeid heeft prijs ik haar toch, en zeg dat ik het nu eens op een andere manier wil probeeren. Op die manier houd ik de moed erin. Het is natuurlijk een eerste vereischte dat de kinderen geen hekel aan hun regisseur krijgen. Mitzi heeft een temperament als een volwassen actrice, en is zeer licht beleedigd of gegriefd. Jackie Searl kan ik het best leiden doof een beroep te doen op zijn intelligentie* Als Jackie een scène bedorven heeft neem ik hem apart en zeg hem dat hij het veel beter kan. en of hij dat ook niet vindt. Hij geeft mij altijd gelijk, en doet de scène zonder mopperen over zooals ik het hem voordoe. Ook hij krijgt nooit een standje. Robert Coogan is nogal verlegen. Ik moet hem voortdurend aanmoedigen met opmerkingen als; Vooruit Robert, laat je niet kennen! Praat wat harder! Laat mij het ook hooren! Op die manier doet hij zijn best. Jackie Cooper is zulk een dapper ventje, dat hij nooit de minste aanmoedi ging noodig had. Hij deed altijd even hard zijn best, en was heel eerzuchtig waar het zijn spel betrof." Taurog liet de kinderen altijd naar har telust spelen in de studio. Hun spel werd I eerst gestaakt al# de technici alles voof het draal- en van een scène in gereedheid hadden gebracht. Maar dan verwachtte Taurog ook dat zij al hun energie bij hun werk zouden toonen. RECLAME. 7488

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 17