LITSEN VAN HET WITTE DOEK!
OUDE BOUWKUNST RONDOM LEIDEN.
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 November 1931
Vijfde Blad
No. 21975
NOORDW1JK-BINNEN.
SPORT.
g-f
kerk ln den tijd der Spaansche troebelen
ongerept bleef, aangezien men de plunde^
ring wist af te koopen.
Zoo kon de kerk zich in haar 15de
eeuwsche structuur handhaven, totdat,
wilde men ze zoo bewaren, ingrijpende
restauratie noodzakelijk werd. Deze werd
uitgenomen den toren, die sinds de da
gen van Napoleon aan de burgerlijke ge
meente behoort ln 1903 op grooten
schaal uitgevoerd door architect H. J.
Jesse, die hiermee een zeer verdienste
lijk werk tot stand bracht.
Over deze restauratie zullen wij natuur
lijk niet in technische bijzonderheden tre
den, doen slechts op een enkel punt
wijzen. Zooals U op het plaatje ziet had
den hoofdbeuk en zijbeuken een afzon-
Psal 27 4
Een ding dat. bad ick. seer
Dat. self ick. noch begeer
Dat. ick hier al mijn tijd
Heer. in U. Huys verslijt
U. schoon cieraet aenschou
Besoek, 't Heyligt gebouw
Amen Anno 1636
En de dominee van dien tijd gaf den koster
in gemakzucht niets toe, aangezien hij de
Noordelijke torenbeuk voor bergplaats van
zijn rijtuig en paardenstal bezigde.
De Zuider-torenbeuk was een rommel-
bergplaats.
Aan dat alles is in 1903 een einde ge
maakt.
Nu vindt men alleen in den Zuldertoren-
beuk nog 't oude Romaansche doopvont en
I nee eeuwenoude rood zandsteenen doodkist
VOETBAL.
KON. NED. VOETBALBOND.
derlijke bedaking, welke gescheiden was 1 Een van de voornaamste wijzigingen van
door een goot. De ervaring heeft geleerd, het interim is geweest, dat men de be-
dat een dergelijke goot in een gebroken pleistering verwijderde van de zandsteenen
De derde bouwperiode kwam na 1449.
dat jaar ontstond een geweldige brand
bet dorp. Tal van huizen werden ver-
oest en ook de kerk stond weldra in
lammen. De geheele bekapping werd door
et vuur verteerd, de ramen werden ver-
oest en het muurwerk leed hier en daar
:hade.
Natuurlijk werd onmiddellijk na de ca-
Irophe besloten, het godshuis weer to
■rstellen, vooral omdat Noordwijk bede-
rtsplaats was.
Het is duidelijk dat door den herbouw
are lasten op het geteisterde dorp zou
den komen te rusten. Gelukkig kwam de
andheer, Filips van Bourgondië, die niet
ten onrechte den toenaam De Goede
droeg, te hulp. Bij open brief deed hij
kond, dat de getroffenen te Noordwijk vrij
gesteld werden om bij te dragen aan de j vercier moet worden opgemerkt, dat
bede, welke hij van Holland vorderde, §almSat zit ln de bovenste geleding
Hoe de kerk er na dien herbouw uitzag,
leert ons de reeds gepubliceerde platte,
grond en bovenstaande teekenlng, welke
ik vervaardigde naar een ets van A. Rade
maker van bijna 200 Jaar geleden, welke
men kan vinden in de platenverzameling
van 't Stedelijk Archief te Leiden.
Een ding op die ets is mij niet duidelijk.
Het lijkt daar alsof de Westgevel met een
eigenaardig stelsel van steunbeeren nog
verder is uitgebouwd dan het front van
den toren, wat volgens den heer Jesse, die
in 1903 ter plaatse allerlei graafwerken
verrichtte en ook de grondslagen van de
doopkapel blootlel, onmogelijk het geval
kan zijn geweest.
Ik heb het plaatje van Spilman echter
zoo trouw mogelijk gecopieërd.
Verder moet worden opgemerkt, dat het
van
m. a. w. ze waren vrij van belasting. Dc
"woners van Noordwijk, die geen schade
adden geleden, moesten wel hun aandeel
orten, doch dit zou moeten aangewend I
-t herbouw der kerk.
Op het voetspoor van Filips de Goed® i
volgden natuurlijk de edelen in de om
geving, allereerst de adelijke bewoners van
et huis Offem, terwijl ook over de ge-
eene luiden in de dorpen de offerzin
werd.
Zoo verrees weldra de kerk in vernieuw
de glorie. Thans werden de muren van
et schip doorgetrokken, zoodat de toren
eid ingebouwd. De beide torenbeuken
erden natuurlijk bestemd tot kapellen,
i nieuwe doopkapel, driehoekig ge
den torenromp.
Wanneer de doopkapel verdwenen is,
weet ik niet; waarschijnlijk bij een der
particuliere herstellingen, die nog al eens
noodlg zijn geweest.
Zoo werd in 1660 dak en toren door
storm beschadigd. In 1727 werden de ge
welven van koor en transept met Amerl-
kaansch grenenhout vernieuwd. Oorspron
kelijk was dit eikenhout. In 1791 zag men
zich genoodzaakt, een nieuwe spits op den
toren te plaatsen. In 1821 dreigden de
kerkvoogden met afbraak van koor en
transept, omdat ze bouwvallig werden.
Deze ramp werd voorkomen, doordat Ko
ning Willem I geïnteresseerd werd voor de
zaak en een ruime subsidie schonk, ten
ofen. werd gebouwd aan den Noordellj- j einde noodzakelijke herstellingen aan te
ken torenbeuk. Het koor werd vernieuwd i brengen. In 1871 werd weer een en ander
\(a verdiept. Schip en transepten werden vernieuwd.
h!en ouden trant hersteld. We vermeldden nog niet, dat Noordwijks
zadeldak. o> den langen duur steeds een
bron van ellende wordt. Verstoppingen
l veroorzaken rotte plekken en daardoor lek
kage. De binten van de kop beginnen te
vermolmen en wel juist ter hoogte waar zij
rusten op het muurwerk van het schip.
Zoo is het duidelijk, dat het geraamte van
de kap op den duur zijn voornaamste steun
punten zou verliezen en zou moeten in
storten.
Ook de overspanning van de viering,
waar het Angelus-torentje op rust, waf,
danig ontzet door vermolming.
Men heeft toen de geheele bekapping
afgebroken en vernieuwd.
In het Gemeentearchief vindt men een
aantal foto's, genomen tijdens de verwij
dering en den wederopbouw.
Het geheele gebouw is toen onder één
kap geplaatst. Inwendig kwam het poortje
tot de torenkap bloot, terwijl nog verschil
lende aardige bijzonderheden werden ont
dekt.
De oude kerk van 1305 had aan binnen
en buitenzijde ter hoogte van de venster
dorpels een breede tufsteenband. die in
1449 na den brand, inhet uitgebouwde
koor en de nieuwe torenbeuken niet weer
werd aangebracht. Over dien band schijnt
bij de restauratie nog verschil van meening
ten zijn geweest evenals over de indeeiing
van de transeptramen, die de heer Jesse
en met de kerkvoogden op grond van sterk
sprekende fragmenten, die voor den draad
kwamen, weer wilden hersteilen in den
trant van 1305, waartegen Victor de Stuers
en Ds. Cuypers zich verzetten.
De strijd in de bouwkundige bladen over
deze zaak, die indertijd met felheid werd
gevoerd, kunnen we verder onbesproken
laten.
De toren, die zooals we reeds opmerkten,
't eigendom is van de burgerlijke gemeen
te, werd in 1926 gerestaureerd, waarbij de
galmgaten een verdieping lager werden
aangebracht.
Als een bijzonderheid vermelden we nog,
dat vier van de steunbeeren van de Zuid
zijde van het koor nissen met eenvoudig
baldakijn dragen, waarin in vroeger dagen
beelden van heiligen waren geplaatst.
Inwendig maakt de kerk na de restauratie
een welonderhouden en stemmigen indruk.
De mooie renaissance bank m het koor
van 1636 werd ontdaan van stof en vuil.
Dat dit dienstig was zal men begrijpen
als men weet, dat de koster van een dertig
jaren geleden, deze bank gebruikte voor
bergplaats van steenkool, omdat het zoo
gemakkelijk was: Thans leest men weer
in goud boven de lijst van 2 paneelen:
pilaren, die versierd zijn met fraai ge
beeldhouwde bladkapiteelen, terwijl ook
de tufsteenen scheibogen weer van onder
de grauwe witkalk van daan kwamen.
Daardoor heeft alles weer zijn natuur
lijke kleuren gekregen, die juist zoo'n
vriendelijke bekoring geven. De eiken
houten gewelven, de trekbalken met kar-
beelen, muurstijlen en sleestukken, die
zoo'n soliden indruk geven en in donker
bruinen tint zijn gehouden, zijn natuur
lijk geducht nagezien
Bizonder mooi zijn een paar Gothische
grafsteenen welke in den wand zijn mgemet
seld. teneinde ze voor verdere afslijting
door menschenvoeten te bewaren.
Ze zijn uit het laatst der 15de eeuw en
hebben de graven gedekt van twee heeren
Van Boeckhorst. ambachtsheeren van
Noordwijk met hun vrouwen. Van den
tweeden steen is het randschrift niet ge
heel voltooid, 't Is te aardig, om 't niet
even mede te deelen. We lezen daar in
Gothische letters „HIER LEIT BEGRAVE.
JUFFER IANA VA SCHAGE. FLORYS
WYF, WAS. EN STARF INT JAER VA
XV EN.
PROGRAMMA VOOR MORGEN.
Afdeeling I, le klasse: H.B.S.—R.C.H.;
Aj axHermes-D.V.S.Sparta—West-Frisia
K.F.C.—H.V.V.; 't GooiStormvogels.
2e klasse A: Kinheim—Aicmaria Victrlx;
De SpartaanWF.C.; Z.V.V.D.W.S.;
H.R.C.V.V.A.
2e klasse B: E.D.O.—-Zandvoort; A.F.C.—
Zeeburgia; BaarnD.E.C.; B.F.C.T.O.G.;
VeloxHercules.
3e klasse D: Culemborg—Amsvorde; Hol
land—Z.N.C.; Zeist—Alphen (Chr. G.
ÏVf cLELS
4e klasse C: R.OJD.I.—Swift; S.DS.
Wilhelmina Vooruit; S.L.T.OT.H.B.;
RivalenHillegom (W. Mast).
Afdeeling II, le klasse: Xerxes—ZF.C.;
D.F C.A.D.O.; V.U.C.Blauw-Wit; H.F.C.
Feijenoord: V.S.V.Hilversum.
2e klasse A: OvermaasRF.C.: Unitas
—Excelsior: S.V.V.—O.D.S., V.I.O.S.—
O.N.A.; D.H.CSteeds Hooger.
2e klasse B: GoudaC.V.V.; VDL.
Neptunus; B.M.T.Fortuna; D.C.L.
V.O.C Quick—B.E.C.
3e klasse A: HillinenU.V.S. (P. Slik
kerveer); AlphiaG.S.V. (L. van Wijn
gaarden); R.V.C.—Bodegraven (C. Kem-
mers)L.F.C.Scheveningen (A. J. v. cL
Moer)LugdunumA.S.C. (Ir. E. A. Neuer-
burg).
4e klasse A: R.C.L.—V.C.S.T. (M. Dhont)
D.V.V.Leidsche Boys (B. Honsbeek);
D.V.S.Zwart-Blauw (S. H. v. d. Kraats);
De OoievaarsArchipel; V.O.GEJL.B.T.C.
4e klasse B: TerlaakW.I.K.: De Jagers
Moordrecht; WaddlnxveenH.D.V. (S.
i Hakker)S.V.C.Tonegldo; CeleritasO.B.
I Reserve 3e klasse A: AD.O. 3Delft 2;
Uit! Ér'was geen ruimte meer, dus-had j V Laakkwartier 2—H.V.V.
de brave steenhouwer zijn plicht vervuld.
Er liggen nog heel wat meer oude graf
steenen, die echter in 1795 verminkt zijn
doordat de adellijke wapens werden afge
kapt; een even droevig gezicht als b.v. de
mooie zandsteenen koorbanken in de
Bovenkerk te Kampen, waarvan de beeld-
stormers der 16d.e eeuw zeer consciëntieus
de mooie gebeeldhouwde koppen der arm
leuningen hebben afgeslagen.
Vlak voor de plaats van het vroegere
hoogaltaar ziet U op den grond een vier
kante plavuis met een Grieksch kruis.
Onder die plavuis, een fragment van een
oude altaartafel ligt in een steenen cel
geborgen een doodshoofd, dat in 1909 bij
graafwerken ter plaatse werd gevonden.
Sommigen meenden hierin de omstreeks
1571 verdwenen reliqui van St.Jeroen te zien
Er is indertijd nog al over geschreven.
U herinnert zich verder dat tegen den
eindgevel van het Zuidertransept zich
het gedenkteeken van de Familie Van der
Does bevindt, heeren van Noordwijk, van
welke Jan van der Does zich bij het beleg
van Leiden een onsterfelijken naam heeft
verworven. Het is mij gebleken, dat er vele
menschen zijn. die belang stellen in de
oude randschriften van klokken
Hier zijn ze van de Noordwijker klokken:
Admonet Hora Brevis Properantem
Ad ver tere Mortem Petrus Hemony Me
Fecit Amstellodami An. 1677.
Soli Deo Gloria 1690, me fecit I. Oude-
rogge Rotterodami.
4; B.E.C. 2U.V.S. 2 (J. J. Boekaar),
i Reserve 3e klasse D: O.N.A. 2Velox 3;
Bodegraven 2Zeist 2 (J. Brandeis);
G.S.V. 2Alphia 2 (M. Colla)Hercules 2—
Utrecht 2.
Reserve 3e klasse E: Voorwaarts 2
U.V.V. 3; Alphen 2Leerdam 2 (J. Arnol-
dus); Vriendenschaar 3Hercules 3.
Afdeeling in, le klasse: Vitesse-
Heracles; Robur—P.E.C.; Tubantia—Wage-
ningen; Z.A.C.A.G.O.V.V.; Go Ahead
Enschede.
Afdeeling IV, le klasse: N.O.AJJ.Wil
lem II; P.S.V.—M.V.V.; Bleijerheide—
Eindhoven; De ValkL.O.N.G.A.; B.V.V.
N.A.C.
Afdeeling V, le klasse: Be Quick—
G.V.A.V.; FrisiaVelocitas; F.V.C.Achil
les; AlcidesVeeiidam.
Van Overal.
Nog één competitie-dag rest ons thans
vóór de groote parade op Zondag, 15
November, wanneer de gansche competitie
hoogstwaarschijnlijk stop gezet zal worden
in het belang van een wapenschouw der
Technische Commissie over de geheele linie.
Nog één wedstrijd-dag en deze is gelijk
alle overige in dit enerveerende seizoen
Een woord tot den filmliefhebber.
De belangstelling voor de film is in de
atste jaren enorm geworden! Drommen
liefhebbers verdringen zich dag in, dag
ut tot in de verste uithoeken der wereld
'oor de theaters, leven mee met de dra-
nattsche of humoristische filmwerken, de
tctueele, leerzame journaals en de gees-
i>se teekenfilmpjes, in voortreffelijk mu-
«sale omlijsting, die Iedere week door
BUooze maatschappijen met een ongebrei
delde energie worden geproduceerd.
H sinds de film „sprekend" werd.
techniek ook daarvan op zulk een by—
en bew°nderenswaardige wijze
™feé!rde' terwijl daarbij haast ln elk
ptictit een verheugende stijgende lijn kon
worden opgemerkt, zijn de acteurs en ac-
nces voor het publiek meer dan vroeger
-Jeven", nader gekomen tot hen, die
eseimatig hun vertolkingen volgen. De
.„we richting bracht „menschen" tegen-
O'or „menschen."
ro"?e^er 'erw'Jderd zij ook van ons le-
him i.n bun stem, ja zelfs soms
r, Is menigeen vertrouwd gewor-
t.ü'it ,i61scll?n' die w'j tegenwoordig aan
41,5i'en' sijn hoog. In vroeger tijd was
litvw!? ?n biterlijk van waarde: de ge
heid w'nnares b't een of ander schoon-
hanri£?nC0drs kon met behulp van een
regisseur al gauw succes verove-
ve.M i ren van oertijds verdwenen
sneeuw voor de zon, nieuwe
de fiïJL6,?^?'tuwe namen althans voor
de ™befhebbers kwamen er voor in
tormee?" mnnnen en vrouwèn. die in de
ZwE1®1? reeds roem geoogst hadden,
tot i konden krachten, die reeds
honrHer. van de stomme film be
waren nu eers,; toonen, wat zij waard
8e?na^e "I"60 wij het stille filmwerk
het hÜ!s 'eroordeelen, doch een feit is
iarén el umwenteling van de laatste
slaa 0d'e'nnerlijke uitbeelding met éér.
'ai natuurlHvV°°rgrond heeft geplaatst. al
-•mooi eeJ- iniemand ontkennen, dat een
gezien wordt! °°k nU n0g SteedS graag
'eïen^ri bieuwe rubriek willen wij het
Witte dnev .van hen> die ons door het
tellen <w uwd geworden zijn, ver-
regisspnrJ ?n leven, hun films, hun
jv,—10DPlnnaHilror namnman
i
1
slagen eener film evengoed, zoo niet meer,
afhangt, voorts van het leger technici en
figuranten, die iederen dag in de weer
zijn, om het beste te geven, waartoe zij in
staat zijn.
Zij allen hebben er toe bijgedragen, dat
de artistieke en muzikale verzorging en de
techniek in den laatsten tijd met reuzen
schreden vooruitging, zóó zelfs, dat velen
zich soms afvragen: „Hoe was het toch
mogelijk, dat ik die film twee jaar geleden
nog mooi kon vinden?"
w* vli, ilUll lllllib, llUil
menleeën hT b1lang"jker personen dan
Het leven L hun omgeving,
is lane nK de ..wereld van de film"
^neschün» 5 5 opzicht „rozegeur en
to°g. De strVl? behoeft nauwelijks be-
meters fiimrti i eii de arbeid, om eenige
's avond-? maken, waarnaar U
zwaar gezellig en onbezorgd kijkt,
voor'^00r de hoofdvertolkers;
regisseurs, waarvan het wel-
MAURICE CHEVALIER,
die triomphen viert in „De lachende Luitenant'
Wij zullen over hen schrijven; een greep
hier, een greep daar, flitsen van het witte
doek en uit de wereld, die tegenwoordig
met meer slechts romantiek en „schijn",
doch tevens de harde realiteit in duizende
donkere zalen voor oogen toovert.
Moge onze flitsen U nog nader brengen tot
hen die 's avonds dikwijls helaas te
snel aan uw oog voorbij trekken en een
belangrijker plaats in Uw hart veroverd
hebben, dan ge U zelf soms wel bekennen
durft!
HOE „DE LACHENDE LUITENANT"
TOT STAND KWAM.
De nieuwe Lubitsch operette „De La
chende Luitenant" is sinds de première
op Broadway, in weinige dagen 't gesprek
van New-York en van ver daarbuiten ge
worden.
Lubitsch heeft met
deze film een groote
worp gedaan. Aan zijn
intensieven arbeid is,
naast Maurice Cheva
lier's persoonlijkheid,
het slagen van de film
voor een groot deel toe
te schrijven. Maurice
Chevalier, bekend door
zijn „Innocents of Pa
ris", de film, die hem
reeds beroemd maakte,
zijn „Liefdesparade",
,,De groote vijver", „Het
Café'tje" en zijn nieuw
ste film „Ein Walzer-
traum" maakt hierin
van Niki, de lachende
Luitenant, de glansrol
van zijn carrière.
Maandenlang is er
door Paramount gecon
fereerd om de rechten
voor „Walzertraum",
waarop de film is geba
seerd, in handen te
krijgen. Claudette Col
bert, Chevalier's tegen
speelster in „De Groote
Vijver", kreeg de rol
van Franzi, en Miriam
Hopkins, een oekende
tooneelspeelster, die
van Prinses Anna. De
oorspronkelijke „Wal-
zertraum"-muziek werd
door den compo
nist, Oscar Strauss, met
vijf nieuwe schlagers
vermeerderd. Drie tekst
dichters, Vaida, Ra-
phaelson en Grey, ver
zorgden de omwerking
van operette tot film.
Het voornaamste werk
aan het scenario werd
echter door Lubitsch
zelf verricht.
De decors werden
gebouwd door Para-
mount's eersten archi
tect Drever. terwill de
costumeering aan Bru
no Baruch was toever
trouwd.
Op den 6den December begonnen de
voorbereidingen voor de decors, terwijl het
draaiboek nog in bewerking was. Eerst op
den 15den Februari werd aan de opnamen
begonnen, en na 45 atelierdagen was men
zoover gevorderd dat aan de „buiten"-
opnamen kon begonnen worden. Ook deze
werden „binnen" gemaakt, want hoe ter
wereld zou men anders midden ih den
winter in staat geweest zijn het bloeiende
Weensche Prater te voorschijn te toove-
ren? Heele wagonladingen bloeiende hoo
rnen werden uit Californië naar de New-
Yorksche Paramount-ateliers verzonden,
waar men het Prater zoo realistisch na
bouwde, dat een echte Weener geen ver
schil had kunnen ontdekken.
De Hofburg in Weenen en alle slotinte-
rieurs werden naar fotografieën van het
origineel vervaardigd. Van de Weensche
straten werden alleraardigste kleine mo
dellen ontworpen. Bizonder geslaagd is de
statiekoets van den Koning van Flausen-
thurm geslaagd, die naar een oude gravure
vervaardigd is. Voor de straatopnamen in
het Koninkrijk Flausenthurm werden echte
hobbelige straatkeien in het nette atelier
gebracht.
De costuums veroorzaakten veel hoofd
breken. Het was door de hooge invoer
rechten onmogelijk origineele costuums
uit Europa te laten komen, en zij moesten
alle in New-York worden gemaakt. Daar
het Weensche milieu voor een Amerikaan
al heel ongewoon is, had de regisseur heel
veel werk voor hij alle medewerkers van
zijn staf volkomen met ieder detail ver
trouwd had gemaakt. Voor met het knip
pen begonnen was. werden de stoffen ge
fotografeerd. om hun werking in de film
te kunnen beoordeelen. Dit wij ls moest men
een in stof en kleur geheel verschillend
materiaal kiezen, opdat de costuums in de
film zooveel mogelijk op de origineele
geleken.
Een tiental meisjes was wekenlang bezig
met het borduren van de sleepen der
hofdames.
Interessant waren de opnamen zelf. Ook
hier weer maakte alles op de film een
geheel ander effect dan in werkelijkheid.
Wanneer Chevalier een lied zong, zat een
orkest van veertig man eenige meters
achter hem te spelen, zoodat men op de
„set" Chevalier's stem absoluut niet
hoorde. In de mixing-room echter klonk
het orkest slechts als een zachte begelei
ding bij Maurice's lied. alleen omdat de
microfoon vlak boven zijn hoofd hing.
Lubitsch had de grootste moeite in New-
York echte Weensche typen te vinden, en
deze zoo aan te kleeden. als het in het
Weenen van vóór den oorlog gebruikelijk
was.
Dank 7ij zijn gave, de juiste typen voor
de juiste rollen te kiezen, is Lubitsch er
ten slotte in geslaagd van „De Lachende
Luitenant" een film te maken, die „een
echte Lubitsch" geworden is.
KINDEREN IN DE FILMSTUDIO.
„Kinderen zijn een voortdurend pro
bleem in de filmstudio. Men moet ze met
veel meer tact behandelen dan volwas
senen."
Dat is de meening van Norman Taurog
de regisseur van Paramount's kinderfilm
„Skippy".
In „Skippy" heeft Taurog de leiding ge
had van vier jonge sterren: Mitzi Green»
Jackie Cooper, Robert Coogan en Jackie
Searl, en bovendien nog van een twintig
tal kinderen van zes tot twaalf jaar.
„Mitzi Green", vertelde Taurog, „is een
heel gevoelig meiske. Daar houd ik steeds
rekening mee, omdat ik anders zeker weet
dat haar spel er onder te lijden heeft. Hoe
Mitzi een scène ook speelt, ik geef haar
nooit een standje. Wanneer zij een scène
Verknoeid heeft prijs ik haar toch, en zeg
dat ik het nu eens op een andere manier
wil probeeren. Op die manier houd ik de
moed erin. Het is natuurlijk een eerste
vereischte dat de kinderen geen hekel aan
hun regisseur krijgen. Mitzi heeft een
temperament als een volwassen actrice, en
is zeer licht beleedigd of gegriefd.
Jackie Searl kan ik het best leiden doof
een beroep te doen op zijn intelligentie*
Als Jackie een scène bedorven heeft neem
ik hem apart en zeg hem dat hij het veel
beter kan. en of hij dat ook niet vindt. Hij
geeft mij altijd gelijk, en doet de scène
zonder mopperen over zooals ik het hem
voordoe. Ook hij krijgt nooit een standje.
Robert Coogan is nogal verlegen. Ik
moet hem voortdurend aanmoedigen met
opmerkingen als; Vooruit Robert, laat je
niet kennen! Praat wat harder! Laat mij
het ook hooren! Op die manier doet hij
zijn best.
Jackie Cooper is zulk een dapper
ventje, dat hij nooit de minste aanmoedi
ging noodig had. Hij deed altijd even hard
zijn best, en was heel eerzuchtig waar het
zijn spel betrof."
Taurog liet de kinderen altijd naar har
telust spelen in de studio. Hun spel werd
I eerst gestaakt al# de technici alles voof
het draal- en van een scène in gereedheid
hadden gebracht. Maar dan verwachtte
Taurog ook dat zij al hun energie bij hun
werk zouden toonen.
RECLAME.
7488