tegen steenPuisten
AMERIKAANSCHE NOTITIES
BRIEVEN UIT BERLIJN.
NIEUWS UIT BELGIE.
!-
RECLAME.
JL ^11 IVrJ. verkrijgbaar bij apothekers en drogiste.
Vertegen woordlgattn N.V. Handel tnae techappij voorheen P. II. van der Willik, 'e-G ro venh»tl
vallen had onze zegsman resultaten bereikt,
waarbij boeren, die drinkwater moesten
hebben doelmatig werden geholpen. Onze
zegsman gaf er ons géén verklaring voor.
Hij is slechts toevallig wichelaar geworden,
door het eens to probeeren en vast te
stellen, dat er een gunstig gevolg kwam.
Dan is hij voortgegaan, om steeds dienst
te bewijzen en de boeren aan te duiden,
waar zij putten konden graven. Een enkele
keer is' hij te Gent op zoek geweest, in
een oud huis, naar een schat, die er, ook
volgens oude aichi.fstukk n. zou begraven
zijn. Hij heeft niets gevonden.
Het geval te Hertain is ook heel wat
anders dan water. Hier ook betreft het
edel metaal en op dat gebied schijnt men
meer reden te hebben voor twijfel. In de
Leuven:che universiteit heeft men herhaal
delijk proeven genomen, om uit te maken
of het mogélijk was door middel van de
wichelroede te ontdekken op welke plaats
goud in den grond stak en telkens werd
het een mislukking. Overigens is het no?
nooit gebl'ken," dat een maatrc^appi; voor
"goudontginningen een beroep deed op een
wichelaar D? geheimzinnige aantrekkings
kracht van de roede schijnt in dergelijk
geval dus veel minder te werken.
Men ziet nu mat belangstel ing uit naar
opgravingen te Hertain. Het is echter de
vraag of men er ooit toe zal overgaan,
want als de ontdekker zelf zijn geestdrift
gaat verliezen, dan zal er wel niemand
worden gevonden, om het er op te wagen
aan den spot van gansch de wereld te
worden bloot gestald.
Maar het wordt zoo bitter koud al
schijnt het zonnetje dag In dag uit, dat
de arme stakkerds, die den geheelen dag
op het terrein moeten zijn, in bontmantels
gebuid, achter hun kraampje kruipen, te
verioeumd om zelfs nog te trachten wat
zaakies te doen en in de hopelooze mis
lukking. die men het „Pare des Attractions"
doepte is men hier en daar al bezig af
te breken. Het is de tijd van de „fêtes
foraines" en wie naar de tentoonstelling
gaat is niet voornemens op een Japansch
biljar; te gaan spelen of klappertandend
aan een loterijkraampje te hangen. En er
zijn ref-': heele rijen kraampjes die hun
luikoogen hebben gesloten, kraampjes
waarvan de eigenaars weer hun eigen
stand op de één of andere stadskermis
hebben opgezocht.
Lang2aag" dommelt de tentoonstelling in,
het is een langzaam sterven en de protest
plakkaten tegen de niet-heropening hebben
ér ook den brui aan gegeven. Slechts aan
een enkelen boom wappert nog een stuk...
A. P.
SOMBER WEER EN SOMBER WINTER-
ASPECT.
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 31 October.
Het heeft vandaag gesneeuwd! Eind
October! Sinds eenigen dagen daalt da
thermometer reeds eiken nacht beneden
het nulpunt, en in Beleren moet zelfs al
voeten hoog de sneeuw zijn blijven liggen.
De zomer heeft er als herfst uitgezien
en de herfst lijkt op winter. Wat bewijst
dat niet alleen bij de staatslieden, de
bankdirecteuren en de politici het een en
ander niet ln orde is, maar dat ook de
natuur niet meer in alle opzichten kernge
zond schijnt te zijn.
We zullen er nog niet over opwinden. Al
is het eenigszins verontrustend, dat denk
beeld, dat wellicht een strenge winter op
komst is, van wege de millioenen men-
schen, die werkloos zijn en niet weten, hoe
ze aan eten en stookmateriaal moeten ko
men.
Voorloopig staan we voor het feit, dat
het in Berlijn bitter koud is geworden. We
hebben nu eenmaal een droog, maar zeer
koel klimaat. Dat merk je altijd weer, als
je even in het Ruhrgebied ,in 't Rijnland
of in Holland geweest bent en dan met
den nachttrein naar hier terugkeert. De
eerste stap buiten de slaapwagen overtuigt
je, dat de hoofdstad van het Rijk een
Siberië is in vergelijking met het westen.
Maar gelukkig ontbreekt ons hier de ein-
delooze regen, die het zeeklimaat in som
mige maanden van het jaar zoo ongeniet
baar maakt.
Koude is, voor hen, die zich nog een be
hoorlijk gestookt huis kunnen veroorloven,
in Berlijn zoo erg niet. De Berlijnsche kou
de hoort bij concert en theater, bal en film,
kroegengezelligheid en intieme huiselijk
heid.
Maar ach, hoe ziet het er dezen winter
met dit alles uit!
Ik betrap er me op, dat mijn Berlijnsche
brieven den laatsten tijd wat somber van
inhoud zijn. Wellicht niet al te aanlokke
lijk voor lezers, die in het vaderland zelf
dik in de crisis-zorgen zitten. Maar, lieve
menschen, wat moet ik doen? Moet ik ei
omhéén gaan jokken en van vrooltjke din
gen vertellen, die hier niet te vinden zijn?
Waar is in Duitschland op het oogenblik
dan eigenlijk nog vrooiijkheid? Onder dv,
jeugd? Natuurlijk. Jonge menschen wor
den niet gauw moedeloos. Bij het uitgaan
van lagere en middelbare scholen hoor je
lachen en gieren,... Zoolang het duurt.
Hoe dichter bij huis, hoe stiller de lachjes
En hebben de Duitsche kinderen eenmaal
de huisdeur achter zich toegetrokken, dan
omvat ze de atmosfeer van zorgen en jere-
miade's, waarvan op het oogenblik vrij"
wel elk Duitsch gezin oververzadigd is.
Om nog werkelijk jolige kinderscharen
en vroolijke jonge menschen te vinden,
moet men naar de sportterreinen gaan. In
de zomermaanden dan natuurlijk. Winter
sport is duur, eischt lange reizen en is voor
de meesten niet weggelegd. Bals worden
met den dag zeldzamer. Het is zéér de
vraag, wat er deze winter van het bal-
seizoen zal terecht komen! En toch wil
de jeugd dansen en aan wat anders dan
crisis en ineenstorting, wereldrevolutie,
dictatuur of klassenstrijd denken. Ze is op
school en thuis al voor problemen genoeg
gesteld.
Zal je kunnen dansen, dit jaar?
Ook dat is een probleem.
Er zijn in Duitschland twee richtingen.
De eene is heel serieus-puriteinsch. Niet
uit religieus, maar uit algemeen-mpnsclie-
lijk oogpunt. Die zegt: Duitschland is arm,
de tijden zijn ernstig; het buitenland, onze
schuldenaar, let scherp op ons. Vijf mil-
lioen menschen zijn in ons vaderland werk
loos, straks zullen het er wellicht zeven
millioen zijn. Er wordt vreeselijk gebrek
geleden. Past het ons nu in feestelijke
zalen bijeen te komen en bij Jazz-muziek
een dansje te ondernemen? Die zoo den
ken, willen van bals niets weten en smijten
uitnoodigingen daartoe verontwaardigd ln
de prullemand.
Ook de minister en andere hoogwaar-
digheidsbekleeders in Berlijn zijn dit jaar
nauwelijks meer naar bals te krijgen. Ter
wijl ze tot voor enkele jaren tientallen
malen ook op balfeesten van allesbehalve
officieele beteekenis te vinden waren.
Wat men hun, natuurlijk in kringen der
politieke tegenstanders, nog al eens kwa
lijk genomen had. Vóóral de communisti
sche bladen hadden er een venijnig genoe
gen in, socialistische ministers in rok met
een glas champagne vóór zich, te laten
photografeeren en die kiekjes dan in hun
blad met hoonende commentaren over de
brassende vertegenwoordigers van de ar
beidersklasse" af te drukken. Waarop de
socialistische organen dan pleegden te
antwoorden met photo's van feesten op
de Russische ambassade, waar de cham
pagne en de caviaar nog in heel andere
hoeveelheden voorradig schijnt te zijn. Nu
zijn de ministers in het andere uiterste
vervallen en blijven weg bij stemmige
feestelijkheden, waar hun aanwezigheid
steeds als overmijdelljke hoffelijkheid werd
beschouwd. En daarover ergeren zich na
tuurlijk in de eerste plaats de menschen,
die de.tweede richting zijn toegedaan.
Die tweede richting oordeelt geheel
anders dan die der puriteinen!
Ook hier ziet men in. dat het tegen
woordig niet de tijd voor luidruchtige
feesten is. Maar men behoeft niet van het
paleis in het klooster te gaan. Er kan ook
waardig en stemmig gefeest en zelfs ge
danst worden! Hoe somberder de tijden
hoe noodiger een verzetje! En wat zouden
de modistes, de schoeneleveranciers, de
kellners, de zaalverhuurders en zooveel
andere categorieën van nuttige menschen
moeten beginnen als in een wereldstad als
Berlijn alle bals afgecommandeerd wor
den! Men hoopt slechts het aantal werk-
loozen en de algemeene misère!
Dus: dansen!
Er zal ook gedanst worden. De vereeni-
ging der Buitenlandsche Pers begint al op
7 November, de filmmenschen volgen een
week later. De Berlijnsche Pers geeft haai
„Presseball", dat ik op deze plaats al eens
uitvoerig beschreven heb, op den laatsten
Zaterdag van Januari. (En wellicht zullen
ook dan weer de noodige Nederlanders
voor deze gelegenheid uit het vaderland
overkomen, met Prins Hendrik aan het
hoofd?) Maar of de balgasten in voldoen
den getale ter beschikking zullen zijn, is
de bange vraag, die op het oogenblik dooi
plaatsen en heeft nauwelijks tijd meer, aan
tal van vereenigingen gesteld wordt! Dit
maal zal de proef op de som genomen kun
nen worden, of het uitgaande Berlijn in
derdaad arm geworden is, dan wel of ei
toch nog duizenden families hier rond-
loopen, die bij zulke gelegenheden op een
paar lapjes van honderd niet behoeven te
staren. Veel Berlijnsche weelde is na den
oorlog schijnweelde gebleken. Men ziet
hier heel wat prachtige villa's welker be
woners nauwelijks meer te eten hebben,
bewoners, wier auto's nog niet betaald
zijn en waarschijnlijk door hen nooit vol
afbetaald zullen worden.
Mannen als de Barmat's, Kutisker, de
Lahusen's, de Sklarek's, Jacob Goldschmidt
Katzenellenbogen en daarmede zijn
tevens de meest actueele handels- en bank
schandalen aangeduid hebben, bij alle
vertoon van weelde, op mijnen geleefd en
wisten, dat ze elk oogenblik in de lucht
konden springen. Nu zitten ze in hechte
nis, of op de bankjes der beklaagden in
schandaalprocessen van sprookjesachtige
lengte en verwikkeling. En het wachten "is
slechts op de volgenden, die nu nog het
hoogste woord hebben.
Maar zoover behoeft men niet eens te
gaan!
De middenstand is kapot, de beschaafde
families, die vroeger veel geld hadden,
„bijten op 'n houtje" en zitten in hun
weelderige woningen, die ze niet meer be
talen en evenmin onder verhuren kunnen,
zonder voldoende eten en brandstof. Ook
die menschen zijn niet meer op balfeesten
te vinden.
Slechts de diplomaten, de rijke buiten
landsche handelslui, de „Schieber" en en
kele andere bevoorrechte groepen hebben
nog geld en geven het uit; de Joodsche
kringen, ofschoon ook die zware verliezen
geleden hebben (Joodsche bedelaars heb
ik echter nergens kunnen ontdekken!) als
gewoonlijk in de eerste plaats.
Onder zulke omstandigheden begint de
„season".
En intusschen regent en sneeuwt het,
van je welste, en de menschen, die vaak
onvoldoende gegeten hebben, zitten te
rillen in de voorstadtreinen, de omnibussen
de ondergrondsche spoorwagens en de
dreunende tramkolossen. Een overprik
keld, overwerkt, door zorgen gekweld ge
slacht spoedt zich naar kantoren en werk
plaatsen en heeft nauwelijks tijd meer aan
eéh verzetje te denken.
De periode, die we hier tegenwoordig
doormaken, is niet fraai meer.
Mag ik dat niet vertellen? Is dit alles
te somber?
Het is de waarheid.
Ware daar niet de wetenschap, dat het
zóó niet blijven kan, dat de zon welis
waar achter de wolken is, maar daar
schijnt en ten slotte weer zal doorbreken,
het ware op den duur te moeilijk om ge
duldig te dragen. Ook voor den toeschou
wer-van buiten.
Zouden we een dansje wagen? Ondanks
alles?
ROLAND.
(Van onzen correspondent).
Brussel, Oct. 1931.
Een schat „ontdekt" aan de
Fransch-Belgische grens. De
geheimzinnige kracht van de
wichelroede. Gunstige resul
taten bij het zoeken naar drink
water.
E ikelen tijd geleden kwam er, uit Rijsel,
te Brussel een bericht dat op de grens,
tusschen het Fransche dorpje Baisieux en
de Belgische gemeente Hertain, een schat
was ontdekt van niet minder dan 100
millioen frank. Het bericht voegde er bij,
dat 'de schat reeds was opgedolven en
geteld en dat de gelukkige eigenaars van
de millioenen de burgemeester van Hertain
en abbé Legrand waren, de laatste een
priester uit Atrecht, die, als econoom in
het „Orphelinat Halluin" te Atrecht, de
zorg heeft voor 300 weesjes. Er is on
middellijk een zwerm journalisten te Her
tain neergestreken, zoowel uit Parijs als
uit Brussel. Maar toen zij tot de overtui
ging waren gekomen dat het ophefmakende
bericht schromelijk was overdreven, werd
dit naar hun blad geseind en hiermee
was de zaak afgedaan.
Intusschen is het geval blijven rusten.
Wij kwamen dezer dagen langs Hertain
en maakten van de gelegenheid gebruik
om den burgemeester te gaan vinden, een
man met een Vlaamschen naam: Maes. De
taal der Vlamingen heeft hij echter nooit
gekend. Hij is te Hertain géboren. Zijn
grootvader was van Fransche nationa'it:it
in Frankrijk geboren uit ouders die uit
Vlaanderen waren uitgeweken. In deze
streek treft men veel Vlaamsche namen
aan. De burgemeester, die een rijke boer
is. ontving ons met een glimlach op het
gelaat. Hij wist het ongetwijfeld reeds,
toen hij de auto den hof zag oprijden,
dat de fabelachtige schat het doel was
van dit nieuwe bezoek, zooals reeds tien
tallen keeren het cjeval moet geweest zijn,
sedert de „ontdekking".
Wij vernamen dan ook spoedig dat de
schat volstrekt niet is ontdekt. Maar toch
zou hij bestaan!..,
Ik geloof er niet veel van, vertelde
de burgemeester ons. Ik ben erg ongeloo-
vig [k zal ook geen cent uitgeven om
er naar te zoeken. Maar ik moet toch er
kennen dat ik sterk onder den indruk ben
gekomen van alles, wat mij in de laatste
dagen is gezegd geworden. Het is reeds
verscheidene weken geleden, dat ik hier
op d z lfrle p'aats het bezoek ontving van
abbé Xavier Legrand uit Atrecht. Hij was i
in de streek reeds verscheidene malen ge
weest en telkens had hij met met wichel-
roede naar iets gezocht in de velden.
Niemand wist wat hij uitvoerde. Maar hij
is een sympathiek man, in wien iedereen
vertrouwen stelt. Hij is volstrekt geen
excentriek persoon, die het er op aan.egt
om zich anders voor te doen dan gewone
menschen. Abbé Legrand kwam dan nier en
hij vertelde mij, dat hij door studie van
archiefstukken te Atrecht tot de ont
dekking was gekomen dat vele eeuwen
geleden een onderaardsche verbinding be
stond tusschen een abdij te Cysoing, in
Frankrijk en een bijhuis van de abdij te
Hertain en dat in deze gang door de mon
niken. in de middeleeuwen een be.angr.Jke
schat aan goudstukken was verborgen ge
worden. De vraag was alleen maar vast
te stellen of de schat er nog was en ver
volgens de plaats te ontdekken waar hij
zich bevond. Abbé Legrand is echter een
iemand, die verbazende resultaten heeft
bereik' met zijn wichelroede en hij ver
telde mij, dat hij tot de ontdekking was
gekomen dal liet goud moest begraven zijn
cp mijn akker, of liever op den akker,
waarvan ik de eigenaar ben, maar dien ik
heb verpacht. Hij kwam mij vragen wat
ik er over dacht en of ik het goed vond,
dat opgravingen zouden worden gedaan.
De burgemeester lachte nog eens bij de
herinnering aan de eerste verbazing over
deze mededeeling. Het is ongetwijfeld niet
alledaags, dat iemand u komt onthullen
dat er een schat is begraven in uw
veld.
Ik heb aan abbé Legrand gezegd, dat
ik er niets van geloofde, maar dat hij
opgravingen mocht doen als hij s e.lig
overtuigd meende te zijn, nadat de bi .ten
op hef veld gerooid waren. Wij zijn over
een gekomen, dat ik niets zou behoeven
te betalen van de kosten en dat wij den
schat zoudem verdeelen, voor ieder de
helft. Abbé Legrand zou zijn deel overigens
bestemmen voor het gesticht, waarin hij
werkt. Hij is dus wel onbaatzuchtig.
Dat is alles. De schat is dus zeker nog
niet ontdekt. Hij is bijgevolg nog minder
geteld en wie het verhaaltje heeft bedacht
van de 100 millioen frank is een grappen
maker. Als er goud is dan weet niemand
hoevee/ dit wel zou kunnen bedragen, a'-
hoewei het toch een begeerlijke partij
schijnt te zijn!...
Sedert de zaak bekend is geworden komen
er honderden nieuwsgierigen kijken naar
het geheimzinnige veld, dat op Fransch
gebied ligt, langs den groot m straatweg
van Doornik naar Rijsel, juist naast het
laatste huis op Belgisch gebied. Twee
Vlaamsche werklieden rooien er de bieten
op het oogenblik, wat een aanleiding is
geweest, voor sommigen, die zich de moeite
niet gaven om nadere inlichtingen te
nemen, om te melden dat de graafwerken
waren begonnen. Over deze graafwerken
is nog niets beslist. Abbé Legrand is lid
van een vereeniging „Les Amis de la
Radiesthésie" waarvan de leden allen m~rt
de wichelroede kunnen omgaan. Een twaaif-
taj wichelaars zijn ter plaatse gekomen,
om ook hun talent te beproeven en de
meesten zijn tot het besluit gekomen, dat
de vaststelling van abbé Legrand juist is!
Het is dus wel verbazend. Daarnaast, is
er nog een priester gekomen uit Nice,
die ook met de wichelroede op het ter
rein gewerkt heeft en die alleen als zijn
meening heeft te kennen gegven. dat er
geen goud maar water is te vinden. Dit is
al üiinder buitengewóón. Een priester uit
Marokkc een Franscliman,. die ook is ge
komen met zijn roede, heeft echter even
eens besloten dat er goud was, zoodat de
meerderheid de meening van abbé Legrand
deelt.
Al dit gedoe heeft tot heel wat spot
aanleiding gegeven in de streek en men
vertelde ons hoe een groep uouane-be-
ambten ook met elzentakken op den akker
is komen wandelen en er een tooverge-
schiedenis van heeft gemaakt, die hun heel
wat pret heeft bezorgd. Het geval heeft
trouwens zooveel opzien gebaard, dat abbé
Legrand angstvallig is geworden en ver
moedelijk op raad van de kerkelijke leiders,
schijnt te kennen gegeven te hebben, dat
hij voorloopig niet meer aan den schat
van Hertain denkt.
Hoe dan ook is dit een eigenaardig geval
waarin nogmaals de wlcheiroede ee.i rol-
speelt. Wij hebben hierover in België'reeds
veel gehoord. Te Doornik vertelde men ons,
dat het drinkwater, dat door de bevol
king wordt gebruikt, feitelijk door middel
van de wichelroede is ontdekt. Men stond
vooi het probleem van de drinkwatervoor
ziening der stad, dat onoplosbaar scheen.
Toen is een wichelaar op het tooneel ver
schenen met zijn roede en deze heeft een
plaats aangeduid waar volgens hem een
bron was te vinden met goed drinkwater.
Men is gaan boren en, inderdaad, met
goed resultaat. Men vertelde ons, ook
hoe vroeger en nu nog de hulp van
wichelaars werd ingeroepen, om verborgen
munitiedepots te ontdekken.
Als men in Vlaanderen op het platteland
spreekt met de boeren, zal men er zich dan
ook niet over moet^. verwonderen, dat bij
het groote gedeelte™er bevolking een on
wankelbaar geloof aan de wichelroede is
gevestigd. De bevolking op het platte land,
die nog een waterput noodig heeft om
drinkwater te bekomen, doet dikwijls be
roep op een wichelaar, die meestal een
geestelijke is. Wij hadden gelegenheid
kennis te maken te Ronse met een derge-
Iijken wichelaar, ook een priester, die aldus
in de streek van Zuid-Vlaanderen een
bijzondere vermaardheid heeft verworven.
Een ernstig man, vol gezonden zin, zonder
het minste bijgeloof en die objectief staat
tegenover de resultaten, welke hij zelf
heeft verkregen. Hij gaf ons een demon
stratie met zijn wichelroede. Deze houdt
hij met de twee uiteinden in beide handen
vast De punt is naar buiten gekeerd. In
onze aanwezigheid begaf hij zich naar een
plaats waar ongetwijfeld water te vinden
was. Met de roede slagvaardig' voor zich
uitgestrekt, deed hij enkele stappen en
plots sloeg de roede omlaag, een stap
verdér weer omhoog. Hier was water te
vinden, bevestigde hij ons en met het
meeste succes werd de demonstratie voort-
gpzet. Onze zegsman bevestigde ons boven
dien in staat te zijn ook de diepte op te
geven waar het water is te vinden en tevens
of het al of niet drinkwater is. Wij
zouden het niet geloofd hebben, indien
ons ook niet van andere zijde was mede
gedeeld, dat onze zegsman buitengewone
resultaten bad bereikt. Zoo o.m. in een
brouwerij te Brussel, waar men reeds
allerlei vruchtelooze pogingen had gedaan
om voor het bedrijf geschikt water te
vinden op het terrein van de brouwerij.
De priester werd uit Ronse ontboden. Hij
kwam met ziin roede en ontdekte wat men
zicht. In vele andere gevallen deed zich
hetzelfde voor Dit is niet weg te cijferen.
Resultaten met de wichelroede kari men
niet loochenen, hoe vreemd alles ook
schijnen moge. In een paar honderd ge
(Van onzen New-Yorkschen correspondent).
OVER DE RADIO.
New-York, 23 Oct. 1831.
Toen ik de laatste maal den Waterweg
uitstoomde was het draadlooze omroepen
zoowel thuis als in Amerika, iets, waar
alleen knutselende zonderlingen zich mee
bemoeiden. Zu'.ke nachtbrakers bouwden hun
eigen toestel en zaten met een koptelefoon
op naar scheepsssinen of naar een enkele
viool te luisteren en waren daarmee den
koning te rijk. Wij leven razend snel en
wat zich op dat gebied in tien jaar tijds
heeft afgespeeld is bijna niet te gelooven,
wanneer men er zich even in verdiept.
Wat krijgt men al niet te hooren, van hoe
ver, wat voor kunst is er aan om met
zevenmijlsstappen door den asther te gaan
en kieskeurig een bepaald programma uit
te zoeken! Met de omdraaiing van een
knopje spring ik van New York naar Los
Angeles of Montreal. Het laatste station
brengt mij een bijzonderheid, die bij mijn
leze s meer voorkomt dan hier, n.l. een
vreemde taal, Fransch; de stations uit
Montreal, Quebec en Toronto komen ge
woonlijk tweetallig voor den dag, maar
anders krijgen wij alleen het genoegen
van Fransch, Duitsch, Spaansch of Itali-
aansch te hooren bij uit Europa of Zuid-
Amerika overgezonden programma's. On
langs las ik een artikel van een Amerikaan,
die wees op de veeltaligheid en de veel
soortigheid van het luisterwezen in
Europa; onze Hollandsche programma's
vond hij nog al ernstig, met veel godsdienst
er in, maar met heele mooie orgelcon-
centen.
Vanuit de verte heb ik den vooruitgang
van' onzen vaderlandschen omroep gevo'gd,
en zoo weet ik, dat onze lucht verdeeld
is in evenveel partijvakjes als de zetels
op het Binnenhof. Verder weet ik, dat
een commissie er nauwkierig voor waakt,
dat de luisteraars niet in hun godsdienstige
en politieke overtuigingen gekwetst wor
den en dat elk woord tot reclame vol
maakt uit den booze is. Dan is er de
aansluiting per telefoon, hetgeen men in
An erika met groote belangstelling volgt,
evenals de uitzendingen uit Eindhoven in
dertijd, er moet betaald worden om het
voorrecht tot luisteren te genieten; ten slo'.te
2ijn de programma's sterk internationaal.
Hoe geheel anders is dat allemaal hier!
Het is waar, dat wij tegenwoordig telkens
en telkens in verbinding staan met Europa,
wanneer daar iets bijzonders plaats vindt
of met vaste uitzendingen op Zondag
bijvoorbeeld. Stemmen van den Engelschen
Koning, den Prins van Wales, Shaw, Wells,
Dean Inge, van Fransche en Duitsche re-
geeringspersonen en groote zakenlui, bur
gemeesters e.d. klinken herhaaldelijk door
mijn huiskamer. Nu eens zijn wij aan
gesloten met Baireuth of Salzburg, dan
weer met Albert Hall symphonie-concerten,
wij maken de Derby en de Schneider Cup
races mede, alsof wij er zelf bij zitten.
Gandhi heeft tegen ons gesproken en Pre
sident Zamora een paar dagen na het
vertrek van Koning AJfonso en dan mag
ik niet vergeten te melden de Spaansche
of Duitsche of Italiaansche uren, die door
de New-Yorksche stations worden uitge
zonden als een aardigheid van de nationale
kolonies in de stad. Maar zelfs in al die
programma's is Engelsch de hoofdtoon,
waarin aangekondigd en heel veel vertaald
wordt omdat talenkennis nu eenmaal geen
Amerikaansche eigenschap is.
Theoretisch kost ons radiotoestel alleen
maar den prijs van aanschaf, den stroom
en eventueele reparatie. De voorzitter van
de National Broadcasting Company zei eens
in een speech: hoe is de Amerikaansche
luisteraar bevoorrecht boven den Europeaan
die onze schitterende programma's zelden
hoort en dan heeft hij nog geen cent te
betalen! De nuchtere werkelijkheid is, dat
wij natuurlijk cent voor cent bijdragen
voor een programma, dat letterlijk hon
derden dollars per minuut kost, aang-zien
het allemaal reclame is en wie anders
dat de consument betaalt de reclame? De
onkosten van een uur, waaraan een gToot
orkest onder een bekenden dirigent en met
medewerking van verschillende prima so
listen deelneemt, worden, teeknrmd genoeg
voor een land waar graag opgegeven wordt
over prijzen, niet bekend gemaakt, maar
het kan gaan tot duizend dollar per minuut,
alles bij elkaar opgeteld En wanneer een
firm-» van haarborstels of een kracbtvo^dsel
dal bij wijze van reclame het Amerikaan
sche publiek aanbiedt elke week op een
vast uur, dan zouden wij het aldus g*
adverteerde artikel zeker goeukooper krii.
gen zonder dat radio-uurtje. 1
De Amerikaansche radio-uitzending is j»j
volmaakte tegenstelling met de onze geb^
in handen van de reclame en de gevolgd
hiervan zijn verbluffend. Zelfs wanneer elkt
radiobezitter hier een jaarlijksche bijdrage
van tien of twintig dollar zou belal«
aan een bondsbeheer van de honderd^
iiitzer.dstations, dan zouden de aldus op.
gebrachte millioenen nog verre van to&
reikend zijn om van 's morgens zes te*
'snachts twee een reeks programma's tt
geven, als wij nu gewend zijn. Alleen groot
kapitaal en onderlinge zakenconcurrentk
hebben de uitzending op het tegenwoordige
peil kunnen brengen. En juist omdat de
wil van den particulieren zakenman er
achter zit om een programma te geven,
waarnaar door iedereen geluisterd zal
worden, tusschen de tientallen anderen, die
op datzelfde uur p'aats vinden, wordt hst
gehalte zoo hoog mogelijk ongevoerd. Hij
zal er wel zalig voor oppassen dat er
geen ongepaste of kwetsende dingen ic
zijn program voorkomen, omdat de stra!
op zulk een vergrijp is, dat het publ&
niet naar hem luisteren wil.
Het succes van particuliere heerschappij
in de studio's der uitzendstations is dis
tweeledig, al zijn zekere bezwaren niet te
ontkennen. Heer en meester als de huurde/
van een kwartier, een half uur of een nor
„lucht' is en zijn düre programma zonder
eenige zekerheid de lucht inzendend dec
door de verdienste en met de hoop, dal
het publiek er geen voetbalmatch voor Id
de plaats zal kiezen, brengt hij de aan
beveling: van zijn product er op alle
mogelijke manieren in te pas. In den laatst»
tijd is het een beetje minder geworden,
omdat het publiek balsturig begon te pro
testeeren, maar vroeger werd er vrij
ergerlijk misbruik gemaakt van de ge
legenheid tot aanprijzing. Niemand, die al
in het bezit van een stofzuiger is, gaat
minuten achtereen naar een verkooper aan
de deur staan luisteren naar diens tirade
over een ander en natuurlijk veel beter
merk. En toch is dit precies wat de radio
deed en nog doet. In plaats van aan
de deur, hebben wij den kruidenier, d«
autohandelaar, den drogist en een reeks
van winkeliers bij ons, wanneer wij aas
onze eettafel of wanneer wij in een ge-
makkelijken stoel bij het vuur zitten.
Wij dulden hun verkoopspraatje om do
zooveel minuten, omdat netgeen er voor
ging en er na zal komen zoo de moeih
van het aanhooren waard is, haar het
gebeurt ook dikwijls, dat wij niet eea
opletten. Ik ken gevoelige zielen die er
zich gruwelijk over ergeren, ja, ik kes
een landgenoot, die uit een soort ver
beten wraak juist niet in het dagelijks^
leven dingen aanschaft, welker lage priji
en uitmuntende eigenschappen 's avondsW
vervelens toe uit den luidspreker geto&
worden. Deed iedereen zoo, dan wastë
Amerikaansche radio-wez°n allang aan li
grond geraakt, want juist het omgek en
is het geval. Een wereldbekende fabra
van tandpasta zag haar verkoop in
jaa*- tijds drie honderd procent toenema
alleen door een uiterst succesvol radb
nummer eiken dag, waarnaar heel Am°r1n
al sinds jaar en dag ingespannen luiste/t
„Wilt u uw hufs van binnen en va
buiten geverfd hebben zonder dat het u «3
cent kóst? Luister dan naar de annons
aan het eind van dit programma", z$
de aankondiger uit naam van een werek
beroemde vemisfabriek. „Eiken avond
wordt een gloednieuwe auto toegewezen
aan iemand," die twintig Blanco-sigaren
bandjes heeft ingezonden met de bode
aanbeveling van de B'anco-sigaar in twintig
woordende naam wordt aan het slot van
dit uur bekend gemaakt", en hoeveel mee?
vernuftigs wordt er bedacht om de hoor
ders maar aan den luidspreker gebonden
te houden. Bot op de laatste wegstervende
noot van een groote zangeres, een prachtig
orkest, een spreker van internationale be
kendheid, komt een banale aanbeveling van
een springveeren matras een zeepmerk ol
een cigarèt. Maar dit is nu eenmaal een
land van uitersten.
Wie mocht denken, dat godsdienst 0
politiek niet een reusachtig aandeel in dea
omroep hebben, vergist zich. Duizenden
uren per jaar worden door de station?
gratis afgestaan aan godsdienstige voor
gangers van elke gezindte, een waarde
van een fortuin vertegenwoordigend. Om
dat de V. S. het voorrecht hebben maar in
twee groctQ politi°ke partijen verdeeldJ®
zijn, waarbij eeii kleine soc'ahstische pamJ
gevoegd kan worden, zijn dit soort uit
zendingen vrij geh'jkmatig verdeeld 0
alweer een quaestie van over hoeveel gom
de Democratische of de Republikeinse^
partij voor een verkiezingscampagne^ be
schikt om een zek^r aantal uren lucht ai
te huren Er bestaat een officieele
in Amerika, maar die is, evenals bij f|ln]
en tooneel. een vijfde wiel aan den warren,
de producent dient zichzelf het meest mei
het publiek go°d te b°dienen.
Precies als er speciale programma s JP
de grootste stations WEAF, WOR.
en WABC worden gegeven zij ner klome
Joodsche en Roomsche uitzenders. lode'
gaat ongehinderd zijn gang, de lucht 1»
ruim. geen Protestant hoeft noodgedwnn^
naar het Franciscaner station WLW je
luist°ren n^ch een KathoM^k naar \VW
dat specifiek Joodsch is. H<ri eenige wa
verboden wordt is communisbscb
en het gebruik van al te gespierde taa
Verder gaat elk station zijn gang om zoo-
veei mog^ijk elkaar overtroevende onir°2f'
p°rioden den aether in te sturen zcnd®
elkaar in den weg te zitten of voor c
kaar het veld te moeten ruimen.
Steunt, bij gelijken prijs en
kwallik
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werklooshiA
2-J