De allereerste vereischte 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 21 October 1931 Derde Blad No. 21960 UIT DE RAADZAAL FEUILLETON. Het Kostbare Meesterstukje PARLEMENTAIR OVERZICHT INGEZONDEN. LAND- EN TUINBOUW. het raadhuisvraagstuk. Eindelijk zal in het Stadhuisvraagstuk eens schot komen! 't Werd inderdaad tijd, dat er spijkers met koppen worden ge slagen na bijkans 2V< jaar Alleen de Raad is nog slechts aan het woord geweest, B. en W. zullen over 14 dagen antwoorden. Wij zullen ons dus be- naien tot een kort overzicht van den stand van zaken in eerste instantie, zonder meer. Tot het college zijn van de zijde der S D A. P. harde verwijten gericht: B. en W hadden een slinger-politiek gevolgd, hadden een salto-mortale gemaakt, die hen op de kop deed staanUitvoerig werd dit nader belicht door 'n groote reeks citaten betrelfende eerst hardnekkige ver dediging door het college van enkelvoudige opdracht, terwijl het nu het voorstel der heeren Wilmer, Wilbrink en Huurman tot meervoudige opdracht overnam. Van andere zijden werd hierna niet meer in het verleden teruggegrepen, al was de algemeene erkenning, dat de historie een lijdensgeschiedenis was. Voorts verdedigde de S. D. A. P. haar eigen voorstel betreffende bouw aan de Lammermarkt, zich beklagend, dat dit ernstige voorstel oubehoorlijk is behan deld door het college, vrijwel is „gesluip- moord". Behalve van den heer Bosman ontving de S. D. A. P. echter nergens steun. De meerderheid van den Raad toonde zich overduidelijk voor bouwen aan de Breestraat. De S. D. A. P. hield tevens vast aan de enkelvoudige opdracht aan den heer Dudok, die h.i. onbillijk behandeld wordt. De raad zal thans in groote meerderheid de beperkte meervoudige opdracht aan vaarden, gelet op de afgelegde verkla ringen. Minder zeker is de opinie betreffende behoud van den ouden gevel. Door den brief van den Minister van O. K. en W. heeft men zich althans en dat verheugt ons niet laten overbluffen. De Raad veroordeelde, de heer Beekenkamp uitge zonderd, dezen brief terecht als een in grijpen in de autonomie van het stedelijk bestuurslichaam. Een deel van den Raad voelt zeer veel voor den ouden gevel, een ander deel feitelijk niets en een derde deel heeft geen vast omlijnde meening, is op portunistisch in dezen zin, dat dit gaarne zou willen kiezen uit eenige plannen met en zonder ouden gevel. Bij deze opportunisten schijnt ons de meeste kans op een succesvolle oplossing te liggen maar wat dan met het schrij ven van den minister, dat althans in zooverre van waarde is, dat het behoud van den gevel kan worden geëischt in eenigerlei vorm? Bij bouw aan de Bree straat en met behoud van den ouden gevel in eenigerlei vorm is o.i. een modern stad huis iets onmogelijks geworden. Wie geeft dan een andere plaats, die de meerderheid van den Raad kan voldoen en afbrengen van de Breestraat? Slaagt men daarin niet binnen 14 dagen, dan is het pleit o.i. beslist ten gunste van den ouden gevel. Vi coactus. zoo men wil, doch toch De idee Knuttel inzake een vrije ideeën- prijsvraag wordt als te laat gekomen afeewezen. Zoo is momenteel de situatie! Voor te oordeelen wachten wij nu het antwoord van B. en W. af Onzerzijds nog slechts de opmerking, dat wij het volkomen eens zijn met die leden, die meenen, dat, zoo de oude gevel wordt gebruikt, niet mag worden overgegaan tot uitbreiding tot de Koornbrugsteeg. Eens deels heeft het plan Dudok. dat in den Raad geen meerderheid heeft alleen de heer de Reede aanvaardde het zonder meer! bewezen, dat een goed en vol- i doend ingericht Stadhuis mogeliik is on ue oude plaats, als dip een beetie wordt afeernnd aan de vischmarkt, anderdeels znu bii een uitbreiding tot de Koornhrvlg- Steee oud en nieuw zichtbaar aan elkaar meten sluiten. Bij nieuwbouw is het juist andersom doch, zooals gezegd, hoe is deze nract.isch nog mogehikv On de wiize.van den heer Simonis. die terrein en oude gevpl aan de reeeeving ZOn willen verkoopen, doch waar bnnwt men dan 't Stadhuis Waar B. en W. toch de raadsleden moe ten beantwoorden, zal het. hun misschien tevens mogeliik ziin nog te antwoorden on Volgende twee vragen, die o.i. nauw ver band houden met de kwestie: ie. Ts van den ouden gp^el ook thans nog voldoende nVI7' "1? hprs:tp' tp wettigen en 2e zoo ia. wat zullen dan de kosten zijn van herstel Uit het Engelsch door mej. C. M. G. de W. 7) Er was nu geen twijfel meer aan ue lucht en de wolken en even- «- a,an de boomen en het water. 0 Gedge was zelfs meermalen naar boven geweest om te kijken en of schoon naar zijn meening het beste wat JTen n?B van het stukje kon denken was uat het misschien een cople was van een mooi stuKje uit de Hollandsche sehilders- j m 'i'J over de hrug en verdub- oeide de som die hij er voor geboden had. ^„Jandere woorden hij verklaarde des rtlS aan het avondeten toen Willem volgenden dag naar Tunbridge zou 1 aan' °at hij er wel een volle week extra 'J°b uit kon sturen, als de jonge man zoo alt, g was het stukje voor de gebo- en som af te staan. Het was niet meer waarde" stukje van twijfelachtige of geen „WUtem had een paar nieuwe laarzen ooodighij zat ook heel slecht in hes bat hij voor zijn werk noodig den en ee? sommetje van ruim tien gul- wui &em aardig te pas komen, dat baas heel goed. De verleiding ftbpt Terwijl deze zaak besproken nice Julie haar sdem in van span- taffi n do' veel lust Willem over de niet i«etn e.en signaal te geven zijn schat steil ine staan- Tot haar groote gerust- liike ao„ïe?,s de 3°ngc man het verleide- alleen e af- ziJn baas zei ronduit dat zon hert dwaas voor zulk een aanbod voLe,mnken Willem ®af toe dat het een eenmaei aanb°d was maar hij had nu daarom! Zljn ïmbt gezet op dit stukje; gedaan Jene moest er n°g h<*l wat aan Troiiwln?0^?1} voordat het schoon was. onderÏÏSu ad n°S niet eens naar de derteekenmg £e2°cht. en is er eenige zekerheid over steun van regeeringswege of van andere zijde en hoe groot zal die steun dan zijn? Overigens geeft alleen de interpellatie Schüller over den verkoop der provinciale gronden aan het Rijn- en Schiekanaal aanleiding nog terug te komen op de jongste zitting. De heer Schüller heeft zich daarbij weer eens door zijn tempera ment laten meesleepen. Hij ontdekte, dat tusschen de verklaring van B. en W. en het officieele verslag van de zitting van Provinciale Staten een groote tegenstel ling was en volkomen terecht kwam hij daarmede ln den Raad. Alleen: hij ging direct van het standpunt uit, dat het on gelijk was bij B. en W. en dat was niet behoorlijk. Na de pertinente verklaringen van het college zelfs zeer onbehoorlijk. Toen kwamen anderen te hulp, w.o. des heeren Schüller's eigen fractieleider, de heer v. Eek en alles liep tenslotte naar behooren af. De kwestie zal nader worden uitgezocht. Buiten de Raadszitting om valt eigenlijk de beslissing van B. en W. inzake soepeler toepassing der Zondagswet. Wij behoeven zeker niet meer te zeggen, dat wij deze beslissing van harte toejuichen in het belang van onze Sleutelstad. Wij vreezen slechts, dat degenen, die eenmaal naar Den Haag waren gedreven, thans niet zoo gemakkelijk meer hier zullen blijven Niettemin, het is een groote verbetering, die de stad ten goede zal komen. De motie van Eek in deze materie werd natuurlijk ingetrokken na de mededeeling van den voorzitter hieromtrent. TWEEDE KAMER. DE INTERPELLATIE-v. d. TEMPEL. De Kamer is voortgegaan met de behan deling der interpellatie-Van den Tempel inzake de werkloosheid en de daartegen te nemen maatregelen. Eerste spreker in deze nieuwe parlemen taire week was dr. Vos, die ook zijnerzijds beschouwingen hield over de crisis en haar oorzaken en verklaarde, dat de liberalen zich zullen verzetten tegen de maatrege len, welke de sociaal-democraten in hun moties hebben aangevraagd. Hoe is het bij voorbeeld mogelijk, vroeg hij, dat een ern stig man als dr. Van den Tempel in deze omstandigheden invoering vraagt van de 40-urige arbeidsweek? Ziet hij dan niet de nadeelen, die daaruit voor de industrie zouden voortvloeien? Evenzeer bestreed spr. het denkbeeld van protectie, dat door den heer Kortenhorst weer was aanbevo len en hij zette met de bekende argumen ten de nadeelen van protectie uiteen. Daarentegen sprak hij zijn groote instem ming uit met de pogingen, om door geza menlijk overleg tusschen werkgevers en werknemers naar maatregelen te zoeken. Hij meende, dat aangestuurd dient te wor den op verlaging der kleinhandelsprijzen. De heer Bakker heeft de opvatting ver dedigd, dat niet een bepaald stelsel oor zaak van de crisis is, maar de oorlogs schulden en de opgeschroefde levens standaard. En: ook hij wenschte maatregelen om den kleinhandelsprijs te verlagen en verzette zich tegen hoogere uitkeeringen aan werk- loozen. Eenige loonsverlaging achtte hij in verschillende bedrijven zeer wel mogelijk, zonder dat de levensstandaard behoeft te dalen. In het bijzonder hield hij voorts nog een pleidooi voor de z.g. „kleine zelfstan digen". die zwaar Jijden onder de crisis. Ook de heer Kuipers heeft gewezen op de wanverhouding tusschen groot- en kleinhandels-prijzen. Hij zag in de crisis de liquidatie van den wereld-oorlog en verdedigde de eischen van het Katholieke Werklieden-Verbond. Speciaal achtte hij maatregelen noodig voor bevordering van werkgelegenheid voor de binnenlandsche markt. Economisch-nuttige openbare wer ken zou men vervroegd kunnen uitvoeren. Spr. verklaarde zich een voorstander van de 40-urige werkweek, teneinde den be schikbaren arbeid te kunnen verdeelen over meer arbeiders, doch hij wenschte geen dwang tot invoering. Een goed woord sprak de heer Oud toen hij waarschuwde om toch niet te somber te zijn. Immers: tijden als wij nu beleven, zijn er meer geweest, en daarom moeten wij niet doen of de wereld aan den rand van den af grond staat. Vervolgens heeft ook deze afgevaardigde allerlei wenken gegeven. Men mag niet zonder meer op loonsverlaging aansturen. Toch zal er tot kostprijs-verlaging geko men moeten worden en daarbij dient de Regeering. in overleg met het bedrijfs leven. leiding te geven. De gehouden con ferentie juichte hij dan ook ten zeerste toe. De Regeering moet echter over een leiddraad beschikken en daarbij zullen de loonen niet buiten debat mogen blijven. Allerlei communistische eischen vonden in den heer Wijnkoop een verdediger, waarna de heer Van Voorst tot Voorst het speciaal voor den landbouw opnam. Deze had meer gesteund moeten worden, dan zoo meende hij zou er ook meer werkgelegenheid zijn geweest. Daarom be pleitte spr. allerlei maatregelen inzake steun aan den landbouw. Ook meende hij, dat aan de Regeering de bevoegdheid dient te worden verleend, om noodverordeningen te maken. Een speciaal middel bepleitte de heer Van Rappard, namelijk emigratie. Ver schillende gezinnen hebben in Frankrijk reeds een goed bestaan bij den landbouw gevonden. Het binnenscheepvaart-bedrijf vond in den heer Duymaer van Twist een kampioen; deze afgevaardigde verklaarde voorts in de crisis „de hand Gods" te zien. En: tenslotte sprak nog de heer Van Poll, die de Regeering gebrek aan initiatief verweet, en een betoog hield voor bescherming. Liever ziet hij protectie, dan dat de be drijven stil liggen. Met allerlei middelen dient aldus dit lid loonsverlaging te worden voorkomen, zoolang de kleinhan delsprijzen niet sterk zijn gedaald. Zoo stonden er ook vandaag weer heel wat dokters rond het ziekbed van den patiënt, en ieder had zijn eigen medicijn, zfln eigen middel. En er komen er natuurlijk nog veel meer. HAGENAAR. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. DE PROTESTANTSCHE ZENDING. L. S„ Een ieder is ervan overtuigd, dat wij moeilijke tijden beleven. Ook, dat in dezen tijd van een ieder offers gevraagd worden. Maar tevens, dat deze offers persoonlijk moeten gedragen worden en niet dadelijk afgewenteld moeten worden op anderen. Wie dus zijn bezuiniging aanvangt bij zijn gaven veor eenigen arbeid der liefde, dien hij steunt, begint verkeerd. Dit geldt ook tegenover den arbeid der Samenwerkende Zendingscorporaties. Vóór ons ligt de Zendingsweek. waarvan de be- t-eekenis voor Indiè. maar ook voor het eigen zendingsleven in den lande niet on derschat mag worden. Zal deze tiende Zendingsweek een rijken zegen voor het Zendingswerk brengen, en den financieelen last verminderen? Van harte hopen wij, dat ondanks, neen juist in deze ongunstige tijden een iedei daartoe medewerke, en ieder predikant en leder ander, die eenigen invloed heeft in grooteren of kleineren kring, dien invloed in deze dagen van voorbereiding gebruike, mede door spoedige aanvrage van Mani festen en Offerzakjes. Onze zendelingen, artsen, opvoeders, in Indié rekenen op ons. Het werk bloeit. Indië ten zegen. Mogen wij U vragen met klem: Doet, wat in Uw vermogen is. opdat in deze tijden de zendingsweek ons toone een openbaring van veel geloof en liefde. Het N. Z. G.: Voorz.: Dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam. De U. Z. V.: Voorz.: Dr. J. F. Beerens. De N. Z. V.: Voorz.: Ds. P. G. de Vey Mestdagh. Het Sangi- en Talaud-Comité: Voorz.: Dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam. Het Java-Comité: Voorz.: G. Kreyenbroek. Het Zeister Zend. Genootschap. Voorz.: Ds. H. G. Steinberg. RECLAME. 9670 voor het behoud van een frissche, gezonde gelaatsteint is, géén zeep te gebruiken welke schadelijke vetten of verf stoffen bevat. Palmolive zeep, uitsluitend samengesteld uit olijf- en palm oliën, is van nature zachtgroen van kleur, en haar verjongende, versterkende invloed op de huid wordt door schoonheids experts over de geheele wereld openlijk geroemd. Weest echter op Uw hoede! Men tracht U nabootsingen en zoogenaamde „onverpakte palm en olijf" zeep te verkoopen, hopende op Uw nonchalance. Er is maar één echte Palmolive zeep, ver pakt volgens neven staande afbeelding. 20 ct. per stuk Afnh. Palm \QJqfboom. DE ROODE KRUIS-COLLECTE. Hedenochtend vond ik in de brievenbus een pakje zeer opvallende strooibiljetten, tegen de Roode Kruis-Collecte. Het biljet in kwestie was mij reeds bekend, ik had het reeds in Rotterdam op muren en schuttingen geplakt gezien, het was mij reeds toegezonden en ik had er reeds in het openbaar op gewezen, (in het pas ver schenen Octobernummer van de Brieven, uitgegeven door de Vereeniging voor Ge- meentedagen van Doopsgezinden) dat een dergelijk agressief optreden ter bestrij ding van het militairisme m.i. de perken te buiten gaat. Telkens weer draag ik gaarne 't speldje van de Roode Kruis-Collecte, naast het gebroken geweertje; herhaaldelijk heeft men mij hierover aangesproken en dan heb ik steeds mijn standpunt verdedigd op drieëerlei grond. In de eerste plaats is 't niet te looche nen dat het Roode Kruis als internatio nale. menschlievende organisatie schitte rend vredeswerk doet; ieder die met de Russische emigrante beweging in betrek king staat weet dit. Als internationale, menschlievende organisatie werkt het Roode Kruis ongetwijfeld de verbroede ring der volkeren in de hand. In de tweede plaats is het niet te looche nen dat het Roode Kruis in zijn oor spronkelijke opzet een zuiver menschlie vende organisatie is. dat ook nog heden ten dage, als er onverhoopt weer oorlog mocht uitbreken, de vrouwen en mannen van het Roode Kruis vele duizenden oor logsslachtoffers, met gevaar van eigen leven, zouden trachten te helpen en te redden. Indien men tegen het Roode Kruis ageert, op grond dat de „opgelapte" oorlogsslachtoffers weer naar het front worden gezonden, stelt men deze organi satie verantwoordelijk voor iets waarvoor zij niet verantwoordelijk gesteld worden mag. Als ik de keuze heb tusschen het redden van een oorlogsslachtoffer uit het prikkeldraad of hen er willens en wetens in laiten hangen, kies ik het eerste, In de derde plaats moeten wij. voorstan ders van den wereldvrede, toch steeds in dachtig blijven dat wij moeten trachten onze tegenstanders te overtuigen in kalm, bezadigd betoog, maar ze niet moeten af- stooten door schelden en schimpen. Daar mede loopen wij ons doel voorbij. Wij doen aldus aan de zaak die ons heUig is, meer kwaad dan goed. Men geneest een blinde niet door hem te beschimpen en van zich af te stooten. maar door hem bij de hand te nemen en met kalme beslistheid te trachten de oorzaken van zijn kwaal op te speuren en weg te nemen. 19 October 1931. Z. KAMERLING. KATH. NED. BOEREN- en TUINDERBOND Deze Bond hield te Wageningen een algemeene vergadering onder leiding van den voorzitter, den heer J. Th. Verheggen te Buggenum. Het jaarverslag over 1930 werd goedge keurd evenals de balans en de winst- en verliesrekening. Deze laatste sluit met f. 30.408.30; batig saldo f. 7239.20. De be grooting 1932 wercf vastgesteld op f24.950, onvoorzien f. 3500. De vergadering keurde goed met een be drag ad f. 1000 deel te nemen in het ka pitaal der N.V. Pensioen verzekering „Jan Truijenfonds". Hierna hield prof. ir. C. Broekema een inleiding over „Beschouwingen over voe- derbouw... Na een debat hield prof. dr. G. Minder- houd een inleiding over: „Zal de Neder- landsche land- en tuinbouw uit zelfbehoud nieuwe wegen moeten inslaan en zoo ja, welke? De voorzitter concludeerde, dat de ver gadering gewenscht vond, dat men zich tot de Regeering zal wenden met de mede deeling, dat de toestand van den land bouw onhoudbaar is en men haar verzoekt met maatregele te komen ten einde ver betering te brengen. De bedoeling is, dat de Regeering de bevoegdheid krijgt tot het voeren van wat uit de vergadering ge noemd werd, een nationale politiek. Het bestuur werd overgelaten den vorm waarin dit verzoek aan de Regeering zal worden gedaan, zelf te kiezen. Onderteekening! S. Gedge sprak dat woord echt sarcastisch uit. En er waren oogenblikken, dit had Julie reeds opge merkt, dat de oude man echt sarcastisch kon wezen. Je zoekt zeker naar de onderteekening van Hobbema? Ik ben bang dat je op dat punt niet goed wijs bent. Neen mijnheer, zei Willem met zijn vnendelijke stem, ik geloof niet dat dit stukje van Hobbema is. O neen, werkelijk niet? Om zijn op komend gevoel van boosheid te bedwingen zag hij zijn nichtje schouderophalend aan. Je bent niet goed wijs mijn beste jongen, en hij tikte op zijn voorhoofd. Waarom verspil je je tijd met zoeken naar een handteekening op een ding dat je voor drie gulden hebt gekocht in een oude uitdragerswinkel! Je zou wél zoo verstandig ,zijn een aardig voordeeltje van twee honderd percent in je zak te steken en er niet langer over te denken. Toen Willem zich den volgenden dag naar Tunbridge begaf was hij echter nog steeds eigenaar van het stukje. En in ver band met hetgeen volgen zou, was dat een feit van groote beteekenis. In den loop van dien morgen, terwijl Julie bezig was met haar oom Si het winkelraam schoon te maken kwam er een komiek, oud- grappig mannetje bin nen, met een bruinen flambard achter op zijn hoofd en een paar beejien zoo krom als de pooten van een Louis XV stoel. Zij vond hem dadelijk een type voor Dickens. Morgen mijnheer Gedge, sprak deze zonderlinge bezoeker. Morgen mijnheer Thornton, zei mijn heer Gedge op beleefden toon. Julie spitste de ooren. De klank van oom Si's scherpe stem, waar men altijd een verzachtend klankje in wenschte, deed dadelijk vermoeden, dat de mijn heer niet de eerste de beste was. Als inleiding tot de boodschap waar voor hij kwam, wat die boodschap ook wezen mocht, wierp de heer Thornton een oog, als een klein glimmend kraaltje, op het Afgodsbeeld zullen we het maar noe men, dat door zijn grooten omvang de helft van den winkel in beslag scheen te nemen. Met eenigszins spottende waar deering mompelde hij: Dat ding hoort in het Britsch Museum thuis. Ja, dat ben ik met u eens mijnheer Thornton. S. Gedge keek zijn bezoeker strak aan. 't Is een bewonderenswaardig toonbeeld van Polynesische kunstnijver heid. Van vroegere Polynesische kunstnij verheid. Het kleine mannetje streek met de hand over den buik van het afgods beeld, opgetogen en voorzichtig, zooals andere mannen een paard weieens aaien. En een eenig exemplaar voor zijn soort. Ja, dat zou ik ook wel denken, mom pelde het mannetje met de kromme bee- nen, terwijl hij zijn oogen opensperde. Toen voegde hij er bij, alsof het hem nu pas inviel: Ik kwam eigenlijk even aan om het schilderstukje te bekijken waar u gis teren over sprak. O. dat ding mijnheer Thornton, zei S. Gedge op zulk een onverschilligen toon alsof dit van zoo bitter weinig belang was dat hij er niet meer aan gedacht had. Ik moest het maar even voor u ha len. En met een merkwaardige vlugheid, bepaald verrassend voor iemand van zijn leeftijd, ging de oude man den winkel uit, terwijl Julie met bonzend hart voort ging met het schoonmaken van het uit stalraam. Minder dan drie minuten daarna kwam Willem's schilderijtje voor den dag, onder den arm van Willem's baas. Hier heeft u het mijnheer Thorn ton. Zijn toon was honingzoet. Julie maakte zich zoo klein mogelijk tusschen een Chineesch kabinetje en een ander voorwerp in de diepste vensternis. Van hier uit had zij het voorrecht alles wat er in den winkel gebeurde te kunnen zien en hooren. Mijnheer Thornton nam het schilder stukje stilzwijgend van oom Si aan, hield het vlak voor zijn oogen, perste de lippen opeen, nam een vergrootglas uit zijn zak en bekeek het nauwkeurig van voren en van achteren, keerde het om en om en klopte er verscheidene malen op. Dat hij aan dit alles zooveel zorg besteedde, begon Julie zenuwachtig te maken. Daar zit wat goeds in, zei hij ein delijk. Wat goeds? Ja, dat zou ik denken, antwoordde oom Si met zijn verkoopers- stem, zooals Julie het noemde. Ja, dat zal wel waar zijn. Maar het mist één ding, en dat is jammer. Het kleine mannetje zag er meer dan ooit uit als een slimme vos; hij koos ieder woord met de grootste nauwgezet heid. Het is jammer heel erg jammer het is niet onderteekend, er staat geen naam onder. Niet. onderteekend! De stem van den ouden man had den spottenden toon van den vorigen avond heelemaal verloren. Maar mijnheer Thornton. Hij dacht er zeker niet aan, dat Julie zoo dicht in de buurt was als wij de onderteekening van Hobbema daar onderaan in het lin kerhoekje vonden op dat zwarte plekje wat zou het dan waard zijn, dunkt u? Mijnheer Thornton antwoordde niet da delijk op die vraag. En toen het antwoord kwam, was zijn stem zoo zacht, dat Julie het haast niet verstaan kon. Dat zou ik niet zoo dadelijk kunnen zeggen, mijnheer Gedge. Mosky heeft verleden jaar een Hobbema naar New York gezonden, maar wat hij er voor gekregen heeft weet ik niet. Ik heb gehoord 28.000 dollar. Dat heb ik ook gehoord, maar ik be twijfel het. En toch, de Amerikanen beta len er tegenwoordig grof geld voor. Heeft u dat ding van Mosky gezien? Ja, het was een beetje grooter dan dat, maar er was niet zooveel werk aan geweest. Nu, maak het eerst wat beter schoon; en als u mij dan de onderteekening van Hobbema kunt aanwijzen met den datum, op de plaats waar ik mijn vinger leg, dan kunnen wij er misschien eens over onder handelen, mijnheer Gedge. Ik denk zeker dat ons dat gelukken zal, zei de oude man op zulk een optimis- tischen toon, dat Julie er bepaald versteld van stond. De ander hoopte, dat dit het geval zou wezen en hierop daalde de stem van Oom Si zoo zeer, dat zijn nichtje moeite had om hem te verstaan, hoe gespannen zij ook luisterde. Maar de quaestie van de onderteeke ning daargelaten, zou u dan lust hebben er een bod op te doen, zooals het er nu uitziet? Het was een langdurige en gespannen pauze, die nu volgde, en toen daarna hoorde Julie de voorzichtige stem van den man met het slimme gezicht, fluisteren: Mogelijk wel mijnheer Gedge ja, mis schien wel. Maar voordat ik er aan kan denken dat te doen, moet ik eerst aan een van mijn vrienden vragen het te ko men zien Hij heeft heel veel verstand van die dingen en weet wat hij er mee doen kan. U hebt groot gelijk, mijnheer Thorn ton, antwoordde S. Gedge opgewekt en als een echt man van zaken. Als u mij zeggen kunt, wanneer uw vriend lust heeft om te komen, dan zal ik hier wezen om hem te ontvangen. Willen wij zeggen morgenochtend om tien uur? Goed, mijnheer Gedge. Mocht mijn vriend verhinderd zijn, dan zal ik u tele- foneeren. S. Gedge liet hem al buigende den win kel uit met een beleefdheid, waar Julie verbaasd van stond. Zij kon haast niet gelooven. dat dit toonbeeld van beleefd heid Oom Si was. En inderdaad, het was of de oude man heelemaal veranderd was. Vlug als een jong mensch door den win kel stappende, bracht hij het schilderijtje naar den zolder terug, terwijl Julie in ge dachten verdiept naar de keuken ging om de aardappelen voor het middagmaal klaar te maken. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9