RECHTZAKEN.
blijft volkomen vrij alle pressie ontkent
spr., aanradend deze ideeën te volgen.
De heer SIMONIS beschouwt den brief
van den minister niet als een onvriende
lijkheid. alleen als een aanwijzing: schiet
eens wat op. Doch gelet op de kosten ena.
vraagt hij is met de regeering niet eens
te praten en te zeggen: voelt U niet voor
terrein en oude gevel, dan doet U er mee
wat U wilt. Misschien kan de regeering
er een aula voor de Universiteit achter
bouwen, die zoo hard noodig heet te zijn.
Wij zijn dan het zaakje kwijt en bouwen
een stadhuis elders.
Hierna schorsing.
AVONDZITTING.
De heer KNUTTEL begint te zeggen, dat
hij zeer sceptisch staat tegenover de op
lossing van het vraagstuk. De bourgeoisie
is geen macht meer om dergelijke vraag
stukken tot oplossing te brengen. De gang
van zaken getuigt daarvan. Er is geen
zelfvertrouwen, anders was men na 2 jaar
niet even ver als tevoren. De gestie van
B. en W., de openlijke zoowel als de stille,
werpt ook een eigenaardig licht op de
zaak. Het meeste daarover gezegd, kan
spr. onderschrijven. Er is door B. en W.
getraineerd uit zekere vrees. Hij is de
laatste, die het onbegrijpelijk zou achten,
dat de raad gekke dingen zou doen, on
deskundig als dit lichaam is, doch dat wet
tigt nog niet de vrees. Aan den anderen
kant is hij toch ook niet te bang. dat
de raad klakkeloos gekke dingen zou doen,
want daarvoor is de raad te bang om de
vingers te branden. Het gevoel zachtjes in
een bepaalde richting te worden gedreven
heeft ook geen goed gedaan.
In zekere mate is de architectenwereld
verantwoordelijk, doch niet geheel. Het
raadhuis als middelpunt der burgerij be
staat niet meer. hetgeen hij nader uiteen
zet. Wanneer hij thans met een plan komt
dan ligt dit daarin opgesloten. Spr. is niet
voor 't plan Dudok. hoewel dit veel goeds
bevat, want het ls niet bevredigend. Het
heet een uitvloeisel der moderne bouw
kunst, doch is dit niet door zekere trucjes
en loopjes die de zuiverheid van stijl aan
tasten. Juist de heer Dudok zelf geeft in
zijn toelichting duidelijk aan, hoe de voor
gevel er aangeplakt is.
Mogelijk blijft echter, dat hij straks toch
zijn stem zal geven aan 't plan Dudok als
hij nJ. de andere plannen nog slechter
vindt.
De strijd tegen 't plan Dudok is niet ge
weest tegen het onzuivere, doch tegen de
toren, de rooilijn etc. Wat betreft het adres
der vele intellectueelen, dit betreft alleen
het niet aanpassen bij de omgeving en dit
heeft weerklank gevonden bij vele raads
leden; 't gaf hun ruggesteun. De bouw
moest dus ondergeschikt worden aan het
knusse!
Het plan der S.D AP. kan spr. ook wei
nig bekoren. De rede van den heer v. Eek
maakt op spr. een eigenaardigen indruk.
Het verkeer oordeelt spr. toch geen be
zwaar voor de Breestraat. En wat goed
koop betreft, dat mag z.i. geen motief zijn,
al is dit altijd mee te nemen, als het zoo
uitkomt. Er ls geen sprake van een fonds
waaruit alleen geput kan worden.
De gunstige ligging van de Lammer
markt wordt niet aangetoond. Geen en
kele deskundige zal onderschrijven, dat
ieder raadslid de plaats kan beoordeelen,
dat is juist het moeilijkste. De plaats
heeft zijn sympathie niet. meer nog het
idee Dudok aan de Steenstraat, doch dan
zit men weer met. onteigening etc.. omdat
nog steeds het privaat bezit gehandhaafd
wordt.
De kostenberekeningen lijken hem ge
flatteerd voor de Breestraat en opge
schroefd voor de Steenstraat.
Bezwaarlijk is het kiezen van enkele
architecten, het zullen er 2 of 3 zijn. Zoo
slaat men niet den velllgsten weg in, want
ook weer een fout van 't kapitalisme
het werk van bekende architecten gaat
vaak achteruit en bovendien, tevoren kiest
men al dikwijls een richting. B.v. zal zekere j
Kropholler worden gevraagd, die zijn ver
diensten heeft gehad, doch nu zijn ver
trouwen niet meer heeft na Waalwijk
Zijn voorstel geeft iets meer kans, op
nieuwe aspecten als anderszins. Dat wij
alle inzendingen niet kunnen beoordeelen
en daarvoor een jury zal moeten worden
ingestëld zegt niets, want zoo'n jury is
evenzeer noodig bij beperkte meervoudige
opdracht. Partijdigheid etc. is bij het
laatste zelfs veel meer voor de hand lig
gend. Het op de lange baan schuiven,
blijft z.i. evenzeer gelijk of in ieder geval
zou het tijdsverlies niet veel grooter zijn.
De kwestie van al of niet ouden gevel
moet men z.i. aan de architecten over-
overlaten Zijn eigen meening is. dat van
een opportunistisch standpunt moet inne
men. Z.i. ziet men de waarde van wat er
nog is te zwaar in. doch is er een archi
tect die er wat mee kan bereiken, vooruit.
Doch in geen geval mag de oude gevel
domineeren ln het vraagstuk. Spr. vreest
echter voor een modern stadhuis op de
Breestraat daar dan licht een kunstmatig
pleintje zou ontstaan.
De heer WILMER heeft waardeering
voor B. en W.. al voldoen zij niet geheel
aan zijn verwachtingen. Spr. ziet drie fac
toren van overeenstemming tusschen het
voorstel Wilmer, Wilbrink en Huurman en
het voorstel van B. en W.
lo. de plaats waar;
2o. de vraag enkel of meervoudige op
dracht;
3o. hoe moet de opdracht zijn?
Wat 1 en 2 betreft, komen B. en W.
ongeveer overeen met het voorstel, bij 3 is
er één nuance n.l„ dat B. en W. willen
gaan tot de Koornbrugsteeg, hetgeen den
heer Dudok ook in zijn kansen benadeelt,
dat is juist.
De heer v. Eek was verontwaardigd en
dientengevolge was zeker de logica wat
zoek. Hij zelf verschilt met den heer
Dudok over de plaats, hetgeen hij dezen
niet euvel duidt, doch hij neemt dit B. en
W. en de raadsmeerderheid kwalijk!
Spr. vreest, gezien de uitlating van
inpeperen, dat de heer Schaper gelijk had,
toen hij in „Het Volk" schreef, dat helaas
zijn partijgenooten te Leiden de politiek
hodden gehaald in de Stadhuiskwestie.
Spr. kan zich wat de plaats betreft aan
sluiten bij den heer Knuttel. Ook zi. is de
Breestraat niet te,smal voor het verkeer
van een stadhuis. De historische plaats
blijft inderdaad de Breestraat.
Een uitbreidingsplan zegt niet veel, want
het is altijd de vraag, of het zoo gaat.
De heer SCHULLER: U praat tegen
beter weten in.
De heer WILMER zou met het oog op
gelijke kansen voor den heer Dudok willen,
dat voor gebruik van den ouden gevel het
zelfde terrein werd aangewezen als de heer
Dudok gebruikte.
Spr. wijst er op. hoe hij en de heer
Huurman van de beginne af aan waren
voor meervoudige opdracht doch ook in
wijziging van inzicht ziet hij niets vreemds.
De omstandigheden kunnen daartoe toch
leiden. Principieel ls enkelvoudige op
dracht te verdedigen, doch hier zijn zoo
vele omstandigheden en nu schijnt het dat
vele leden inderdaad een ander inzicht
hebben gekregen.
Het voorstel Knuttel gaat nog verder.
Was dit voorstel gekomen 2 jaar geleden,
dan was er meer voor te zeggen geweest,
al was hij er ook dan niet voor daar dan
bekenden licht niet meedoen en een te
groot aantal inschrijvingen komt en geen
uitgewerkte plannen.
Het schrijven van den minister kan spr.
er niet toebrengen met B. en W. mee te
gaan. De volle verantwoordelijkheid blijft
aan de Kroon, wil deze een besluit tot een
nieuwen gevel vernietigen, doch daarop
kan de raad niet vooruit loopen.
De heer Beekenkamp kon ook geen enkel
analoog geval aan de Leidsche kwestie
aanhalen. Zi. is er alles voor om belde,
oude en nieuwe gevel, altijd nog een ge
lijke kans te geven.
Het idee Simonis is spr. sympathiek,
doch hij betwijfelt of de raad er nog voor
te vinden is. Hoe de regeering er tegen
over staat? Hij vraagt daarom het oor
deel van B. en W. daarover.
De heer COSTER zal zijn stem geven
aan het voorstel tot meervoudige opdracht.
De heer BERGERS meent dat men
thans dichter bij een oplossing ls door de
huidige voorstellen. Hij is voor de Bree
straat. voor een vierkant (van voren en
van achteren even laag), met behoud van
de rooilijn, ouden gevel en torentje. Het
kost ook het minst aan onteigening en 't
kan best, het geeft ruimte genoeg.
Uitbreiding naar de Koornbrugsteeg zal
zi. niet meevallen.
Met de idee Simonis kan spr. niet mee
gaan.
i Tusschen spr. en den heer Schüller
ontstaat een eenigszlns warm debat over
wat spr. noemt het schelden van den heer
Schüller).
De heer BOSMAN wijst er op, hoe na de
publicatie van het plan Dudok lange tijd
niets gehoord werd. Tot plotseling van
rechts een voorstel kwam tot meervoudige
opdracht, hetgeen in ieder geval het
karretje van het Stadhuis weer op gang
bracht. Men wake echter voor te veel
vracht, zooals de heer Meynen wilde door
nu maar opeens te besluiten tot herstel
van den oude gevel. Z.i. is echter eerste
eisch een Stadhuis, waartegen weer met
bewondering is op te zien, ook door het
nageslacht. Wat den brief van den
minister betreft, spr. staat daarbij geheel
aan de zijde van den heer v. Eek. De
minister mag zorg dragen voor de oude
gevel, doch verder mag hij niet gaan.
Algemeen was eerst de indruk: geef ons
het oude terug, doch nu de tijd verstreek,
is dit gevoel veranderd. Z.i. zou dit ook
zelfs bij Monumentenzorg zoo zijn. al
spraken 2 groote architecten Berlage
en Pit zich direct pertinent uit tegen
den oude gevel, spr. citeert hun oordeel.
Voor den ouden gevel bij 'n nieuw Stad
huis heeft spr. nooit veel gevoeld en do
aangeplakte gevel van den heer Dudok
mishaagde hem altijd.
Wat het terrein zelf betreft, uitbreiding
naar de Koornbrugsteeg lijkt hem bij
handhaving van den ouden gevel geheel
verkeerd, opdat geen oud met nieuw worde
vermengd. Een nieuw Stadhuis moet
komen op een geheel vrij terrein. De
Lammermarkt oordeelt hij niet gelukkig,
doch hij geeft daaraan de voorkeur boven
de Breestraat.
Aanvankelijk was hij voor enkelvoudige
opdracht, doch het plan Dudok maakte
hem tot voorstander van meervoudige op
dracht. De heer Knuttel gaat hem weer
te ver.
De heer GROENEVELD zal aan de cita
ten van den heer Schüller geen nieuwe t
toevoegen. Het is ruimschoots voldoende i
als B. en W. deze Inslikken. De S.Ö.A.P.
was inzake enkelvoudige opdracht de j
bondgenoot van B. en W. en toonde zich
betrouwbaar, in tegenstelling met de 1
andere helft van den raad. B. en W.
maakten een volslagen salto mortale en I
staan feitelijk op hun kop. Eerst vonden
B. en W. het plan Dudok heel'mooi, later
zijn zij omgekeerd. De heer Dudok wordt
niet eerlijk behandeld. De raad nam ge
noegen dat hij geen mededinging wenschte
en nu wil men toch daartoe overgaan, al
is over het plan Dudok niet beslist. Zoo
lang dit laatste niet is geschied, mogen er
geen andere worden tusschengeschoven:
Hij wordt eenvoudig bedrogen, het is on
eerlijk. Beloften moeten vervuld worden.
De heer Beekenkamp heeft de kwestie
wat betreft den minister geheel onzuiver
gesteld. De minister heeft het recht den
ouden gevel te beschermen doch niet te
beslissen hoe en waar Lelden een stadhuis
zal bouwen.
Dat door den minister de autonomie der
gemeente niet wordt aangetast, is juist, als
men op hetzelfde standpunt staat als de
Kroon, zooals hier de heer Beekenkamp.
Integendeel ls de raad hier niet vrijge
laten: de minister zal wel voor den raad
besluiten. Misschien stelt de heer Beeken
kamp nog wel consequent voor den raad
maar af te schaffen en den minister er
voor in de plaats te stellen. B. en W. ope
nen nu ook de gelegenheid te gaan tot de
Koornbrugsteeg. doch dat keurt hij ten
sterkste af als men den ouden gevel wil.
zooals de heer Bosman reeds uiteenzette.
Een namaak-oude-gevel aan de Visch-
markt acht hij bovendien onwaarschijn
lijk. En hoe lang zou de onteigening
duren? 2 Jaar zeker! De kosten zijn voor
spr. ook een vraagstuk. Het voorstel van
B. en W. ls een sprong in 't duister, daar
geen cijfers zijn opgenomen. Onteigening
van zaken is zuiver kapitaalvernietiging
bovendien. Zonder noodzaak wil hij niet.
daaraan.
Het voorstel zijner fractie, deugdelijk
voorbereid, verdient z.i. alleszins de voor
keur B. en W. hebben het voorstel steeds
stiefmoederlijk behandeld. Een eigenlijk
praeadvies is er zelfs niet over verschenen,
hier en daar eens een opmerking. Spr. pro
testeert tegen zoo'n wijze van behande
ling van zoo'n voorstel, dat gewoonweg ls
„gesluipmoord".
Spr. gaat dan over tot een verdediging
van het SJ3.A.P.-voorstel. De plaats is on
getwijfeld bij de huidige situatie niet zoo
erg geschikt, doch wie het uitbreidings
plan kent. zal anders oordeelen. want daar
komt een kruispunt van twee groote ver
keerswegen. Er ls ruimte meer dan ge
noeg, ook voor uitbreiding en dat man
keert aan de Breestraat. Én het plan ls
het goedkoopste.
Voor den heer MANDERS is de zaak
eenvoudig, daar het gaat in zijn lijn: hij
was voor behoud van den ouden gevel en
voor meervoudige opdracht. Gaarne zal hij
daarom voor B, en W. stemmen.
Den heer v. ECK wijst spr. er op, hoe
nu een kans wordt geschapen op werkver
schaffing, want de kosten voor afbreken
en opbouwen van den ouden gevel is zui
ver arbeidsloon.
De S.D.AP. heeft den heer Dudok warm
verdedigd; doch z.i. is het juist de beper
king in de opdracht, die een kunstenaar
siert. En dan die beperkingen zullen toch
ook voor anderen gelden.
De heer Knuttel gaf een betoog vol
kunstzin en grootendeels is hij het met
hem eens. Zijn voorstel komt thans ech
ter te laat.
De heer WILBRINK spreekt waardee
ring uit voor het plan der S.D.AP. Veel
werk ls door haar verricht in het gemeen
tebelang.
De heer GROENEVELD: U is de eerste.
De heer WILBRINK merkt op, dat dit na
tuurlijk niet insluit, dat men het er mee
eens is. Gezien de kosten, stond hij aan
vankelijk er sympathiek tegenover, doch
een beoordeeling van de plaats deed hem
van oordeel veranderen. Zoo arm ls Lei
den nog niet dat het zich met iedere
plaats tevreden moet stellen en de Lam
mermarkt zal binnen afzlenbaren tijd niet
zoodanig veranderen, dat daar een stad
huis van Leiden past.
Ten volle onderschrijft hij nog het voor
stel, door de heeren Wilmer, Huurman en
hem ingediend. Waarom moet de SJ3.A.P.
daartegenover zoo scherp fulmineeren?
Het geldt z.i.: beter ten halve gekeerd dan
ten heele gedwaald. Van een onbillijke be
handeling van den heer Dudok ls z.i. geen
sprake. Diens plan kon de overgroote
meerderheid der bevolking niet voldoen,
dus is het zJ. logisch, dat anderen worden
gehoord. De S.D.AP. zweert bij den heer
Dudok al keurde deze de Lammermarkt
af. Zelfs vraagt men hem daarvoor een
project. Hoe kan dat dan iets goeds wor
den? Blijkbaar werken aan de overzij ook
geheime krachten.
Het plan Dudok aan de Vischmarkt kon
hem van het begin af niet bevallen. Over
't algemeen werd het plan eerst goed ont
vangen, doch later kwam de terugslag,
zooals meer' voorkomt. De scheiding kost
nu f. 6000, doch dit is beter dan later meer
op te offeren. Ook het college liet in meer
derheid het plan Dudok los.
De VOORZITTER: Het college sprak zich
daarover nog niet uit.
De heer WILBRINK: Laten we dan
zeggen, dat het een publiek geheim is. In
leder geval komen B. en W. terug op de
enkelvoudige opdracht en dat apprecieert
spreker.
Voor den ouden gevel heeft spr. nooit
veel gevoeld. Hij is voor een nieuw gebouw
aan de Breestraat. Het nageslacht, dat
het oude niet kent, zal zJ. geen waardee
ring hebben voor een mengeling van oud
en nieuw. Bij bijzondere stagnatie wil hij
echter zijn standpunt ln dezen wel los
laten. Wil de raad geen nieuw plan, dan
zal hij ook met B. en W. meegaan. Be
zwaarlijk is voor hem het ingrijpen door
den minister, die den raad krachtig wil
beïnvloeden, zelfs een stok achter dc
deur zet.
Wenschelijker ware geweest, als hij een
voorstel tot steunverleening had bijge
voegd. Nu blijft alles vaag en hij vreest,
dat er voor Lelden niet veel aan steun zai
overschieten.
Hij handhaaft dus momenteel nog zijn
mede-onderteekend voorstel.
De heer DE REEDE zal met teruggrij
bleek dat ook op 17 Juli een hoeveelheid
vjeesch door B. was aangeboden wat Wel
van hot benoodigde stempel was voorzien
terwijl op 22 Juli d.a.v. eveneens 33 Ko'
was aangeboden waarvan men aan de
slachtplaats vergeten had een en ander van
de benoodigde stempejs te voorzien. Na
deze ontdekaing heeft de slagersknecht der
slachtplaats de heer St. thans als ge
tuige gehoord en dit een en ander beves
tigde des avonds in opdracht van den
hulpkeurmeester het genoemde vlcesch bii
B. in zijn winkel hangende in een ijskast
nog vpn atempels voorzien, hoewel men
hierbij met het aantal stempels blijkbaar
wat zuinig was geweest. Op een vraag van
den kantonrechter of In bedoelde partij van
38 K.G. eerstbedoelde hoeveelheid van
22 V? K.G. niet inbegrepen wgs geweest
verklaarde getuige ontkennend. Bij de partij
van 22 Juli bevond zich aldus getuig
bcvendien geen z.g. achtervoet wel bij de
partij van 25 Juli d.a.v. Verdediger stelde
getuige de vraag of genoemde 22ys KG
wel van een rijksmerk was voorzien zoo-
dat knoeierij was uitgesloten, hetwelk door
deze bevestigend werd beantwoord. De
ambtenaar en kantonrechter stelden geinige
tenslotte de vraag of het niet mogelijk
was dat het vleesch van zoo'n gering aan
tal stempels was voorzien dat deze zich
op het reeds verkochte of uitgesneden ge
deelte bevonden, wat getuige vrijwel uit-
gesloten achtte. Op een desbetreffende
vraag verklaarde hij echter wel positief
dat het vleesch overigens nooit ongekeurd
of ongestempeld de slachtplaats verlaat
De agent van politie v. O. als getuigen
gehoord verklaarde eveneens overeenkom
stig het verbaal. Op een vraag of hij later
bij verdachte een ander stuk vleesch ter
grootte van plm. 131/2 K.G. had gezien
waarop zich slechts 2 stempels bevonden
antwoordde deze bevestigend. Van een
kalislever waarop geen stempel voorkwam
,-. en wat B deze getuige had laten zien -
mag vragen of B. en W. er nog iets op wist getuige zich niet veel te herinneren
kunnen zeggen. -
Wethouder SPLINTER zet uiteen dat
B. en W. den goedkoopst mogelijken prijs
besteden.
Conform wordt dan besloten. De heer
Coster wil geacht worden te hebben tegen
gestemd.
15e. Voorstel ln zake wijziging van de
overeenkomst met de Sociëteit „Amlcltia",
betreffende de uitgifte in erfpacht van
een gedeelte grond nabij de Rijnsburger-
brug. (211)
Aangehouden.
16e. Praeadvies op het beroep van C. C.
van den Bosch, tegen de beschikking van
Burg. en Weth. van 29 Juli 1931, waarbij
hem vergunning is geweigerd tot uitbrei
ding van de wasch- en strijkinrichting op
het terrein nabij den Zoeterwoudschen
Singel, Sectie M no. 1162. (260)
De heer MANDERS handhaaft zijn
vroeger reeds ingenomen standpunt. Con
form wordt dan besloten.
17e. Motie van den heer van Eek in
zake de toepassing van de Zondagswet,
5634 (261)
Is ingetrokken.
Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden voor
de inrichting van een kinderspeeltuin
ten Zuiden van de Van der Duynstraat
en tot het aangaan van een overeen
komst ter zake met de Speeltuinveree-
niging „Noorderkwartier.
b. tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van de doortrekking van de
Van der Duynstraat tot de geprojec
teerde verlengde Julianastraat. (263)
Conform besloten.
Voorstel tot aankoop van eenige per-
ceelen weiland, huis, tuin, erf en kade,
gelegen in den Maredijkschen Polder en
tot beschikbaarstelling van de voor dien
aankoop benoodigde gelden. (262)
De heer KOOISTRA vraagt of juist is,
dat de grond te duur is, zooals in een in
gezonden stuk in het L. D. stond.
De VOORZITTER ontkent dit.
De heer WILMER meent, dat een raads
lid de meening van een niet-raadslid of
tot de zUnen moet maken of moet zwijgen.
De heer KOOISTRA zegt, dat hij toch
pen in de geschiedenis van den stadhuis- zien en bij gegronde klachten zal dit na
bouw, een lijdensgeschiedenis, waarmede j tuurlijk weer gebeuren,
niemand tevreden kan zijn, al wordt aan j J7e heer MANDERS verdedigt de parel
den anderen kant overdreven. Men moet cokes.
niet vergeten, dat bij een stadhuisbouw
altijd moeilijkheden zich voordoen. Steeds
heeft hij het standpunt ingenomen den
ouden gevel te bewaren, als het eenigszins
mogelijk was. De brief van den minister
betreurt spr. echter, daar door dezen z.i.
wel degelijk de vrijheid van den raad
wordt aangetast.
De hulpkeurmeester bracht hierbij in het
midden dat men dit stempel van de lever
had verwijderd, hierbij een uiteenzetting
gevende dat dit zeer goed mogelijk was.
Getuige Stapper verklaarde als boven door
ons reeds gereleveerd, hoewel hij toegaf
met het aantal stempels misschien wat
zuinig te zijn geweest. Als slot werd nog
gehcord den slager R. H. over deze stem-
pelgeschiedenis uit wiens verklaringen of
mededeelingen o.m. het zelfde naar voren
kwam van de niet gestempelde lever van
een graskalf wat zooals door ons hiervoor
reeds weergegeven door den hulpkeur
meester werd bestreden.
De ambtenaar van het O.M. hierop zijn
requisitoir nemende, overwoog allereerst dn
vraag of het ten laste gelegde bewezen was
en ten 2e in hoeverre het Juridisch ver
weer tijdens het verhoor opgeworpen al
of niet juist was. In de eerste plaats
bracht de ambtenaar naar voren dat het
blijkbaar met het stempelen in Alphen niet
is gegaan zooals wenschelijk is en men
wel wat al te zuinig was geweest. Ver
dachte B. zegt wel dat de schuld bij den
keurmeester ligt, doch ten le hebben de
slagers eveneens het recht meerdere sta
pels te vorderen, terwijl ten 2e vleescl n
aangetroffen dat niet gestempeld was, bui
ten de schuld van den Keurmeester. Van hot
bewijs dat het vleesch oorspronkelijk wel
gestempeld was heb ik hier, aldus spr,
nog weinig gezien. Mr. K. heeft wel 2
getuigen naar voren gebracht waarvan
getuige G. verklaard heeft dat zich
op een ander stuk vleesch slechts 2 stem
pels bevonden doch getuige H.
i is in zijn verklaringen ook wat de kalfs-
lever betreft niet pertinent. Het Juridische
De heer BERGERS vestigt de aandacht I argument heb ik lang overwogen speciaal
op den toestand in de Brandewijnstraat, wat betreft art. 35 der vleeschkeuringswel
de heer GROENEVELD nog eens op het j betreffende het goedkeuringsmerk
SPOEDEISCHEND VOORSTEL.
Wethouder ROMIJN stelt namens B.
en W. voor, ook deze winter wederom
brandstof (parelcokes) te verschaffen aan
werklooze hoofden van gezinnen en kost
winners; er zullen meer bons gegeven
worden gelet op de toegenomen nood. De
kosten zijn begroot: voor den socialen
dienst f. 7.000, voor Maatsch. Hulpbetoon
f. 13.000 samen f. 21.000. f. 4.000 meer dan
vorig jaar. De voorziening zal zich uit
strekken over 22 weken, zooals steeds.
De heer v. STRALEN vraagt in plaats
van p'arelcokes, gewone cokes met het oog
op de klachten.
De heer KNUTTEL steunt dit.
Wethouder ROMIJN zegt, dat dit niet
mogelijk is. met het oog op de Lichtfa
brieken, die op levering van parelcokes
hebben gerekend.
Wethouder GOSLINGA zegt nog, dat de I
klachten steeds onjuist gebleken zijn be
halve in één geval en toen is daarin voor
Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen,
nadat nog mevr. BRAGGAAR de klachten
niet geheel ongegrond heeft verklaard.
RONDVRAAG.
Engros: Fa. C. J. KROMWIJK, Leiden.
6122
KANTONGERECHT ALPHEN.
LUUU cwuiöUbaob. UC lieer VüjJjJJ nog eens op net liet gwuneuiiiiKSiueiiv van
Aanvaardt men de oude plaats aan is nJet branden na 12 uur van de lantaarn rijkswege en de gemeentelijke keuring*
vT®r? 2.^ ouden jjevel te Jierbou- aan Musschenbroekstraat. i dienst. Volgens art. 16 2e lid is het voor-1
1 zien van dit merk voorgeschreven. Komende I
tot de strafmaat zegt de ambtenaar dat hij I
den indruk krijgt dat de Vleeschkeurings- I
dienst niet bijster gelukkig is geweest en I
een aantal slagers de keuringsdienst waar- I
van ook verdachte er 1 is, dwars willen I
zitten. Na voor een en ander ernstig te I
j hebben gewaarschuwd eischte de ambte- f
i naar een geldboete van f. 30 sub. 10 d
j Mr. A. Korver die als verdediger een zeer I
uitvoerig verweer en pleidooi hield wilde f
niet met het Juridische argument beginnen I
doch wilde voorop stellen dat van dwars-1
zitten der slagers geen sprake is, doch de I
feiten uitmaken dat het feitelijk andersom I
is en er geen gemeente in Nederland ls
waar de Vleeschkeuringswet zoo wordt I
toegepast als hier ter plaatse. Wat de I
bewijslast betreft is volgens ons strafrecht I
het bewijs nog altijd te leveren door den
ambtenaar. Wat de ambtenaar heeft gezegd f
over het bij brengen van bewijs heb ik I
nog niet veel gezien, behoeft immers niet I
Het 's avonds ingevoerde vleesch moet men I
eerst niet naar de slagers brengen hier- f
door wordt de verordening niet gehand-1
haafd men moet een en ander rechtstreeks I
naar het keuringslokaal brengen. Doch dat I
kan blijkbaar niet, want dan is er te veel I
personeel noodig en moet de keuringsdienst I
worden uitgebreid wat den gemeenteraad f
niet wil. Deze kwestie geniet bovendien I
biizcndere belangstelling Van de plaatse-1
löke slagersvereeniging. Hoewel verd°d:ger P
niet twijfelt aan de goeder trouw van I
den hulpkeürmeester die juist in functie
was getreden, bestrijdt hij bovendien de I
bevoegdheid van stempelen door den sla- j
gersknecht van de gemeentelijke slacht
plaats. Volgens art. 35 der Riiksvleesch-
keuringswet is verdachte volgens ver
dediger niet in overtreding zooriat vrij- I
spraak zal moeten volgen, als hij dan nog
gezondigd heeft is het tegen de gemeente-1
liike verordenmg doch niet tegen genoemd
artikel, hoewel de feiten niet kloppen met I
de tenlastelegging Tenslotte verzocht ver
dediger den kantonrechter bij schu'digvr'
klaring van verdachte deze dan bij een
eventueele veroordeeling schuldig te ver
klaren zonder toepassing van straf, N3
re- dupliek van Ambtenaar en van ver
dediger waarbij beiden elkaar over d?
verschillende artikelen en
b°strpdon b~paaide d? kantonrecht""*
schriftelijk vonnis op Woensdag 0r' j
as. Tijdens dc behandeling dezer -3'1"
bestond op de nubllcke tribune van dc 1
zijde der plaatselijke shifters, zooals be
grijpelijk, veel belangstelling.
- - - "Oli lYlUOÖLllCUUIUCKÖWatll).
wen. Het plan Dudok heert zijn volle Te i, 1/4 uur vnlt?t einitinir
sympathie doch waar in den raad thans le 111/4 uur yol& dan sluiting,
geen meerderheid daarvoor ls te vinden, j
oordeelt hij het kennen van andere juist.
De kosten zijn voor hem niet onover
komelijk daar het nageslacht daaraan
ook kan meebetalen, doch zij mogen niet
worden overdreven boven hetgeen noodig
is. Daarom oordeelt spr. uitbreiding tot
de Koornbrugsteeg ongemotiveerd.
Persoonlijk is spr. dus niet veranderd
doch om genoemde redenen zal hij met B.
en W. meegaan.
De heer HUURMAN kan kort zijn, daar
B. en W nu grootendeels voorstellen het
geen de heeren Wilmer, Parmentier en
spr. 2 jaar geleden al wilden. Steeds heb
ben zij gepleit voor meervoudige opdracht
en met genoegdoening ziet hij dan ook B.
en W. nu daartoe zijn bekeerd.
Het is spr. echter nog niet duidelijk hoe
B. en W. met den ouden gevel willen
gaan tot de Koornbrugsteeg Dit lijkt hem
bezwaarlijk. Hij vraagt voorts aan B. en
W. of zij niet willen overnemen de alinea
uit het voorstel Wilmer, Wilbrink en
Huurman ook een plan te doen maken
met een nieuwen gevel.
De heer VERWEY meent, dat het Stad
huisvraagstuk er al was toen het oude
raadhuis er nog stond. Het was toch veel
te klein geworden.
Is met die oude bezwaren rekening te
houden bij den bouw van een nieuw stad
huis daar ter plaatse? Dat wil bij spr. er
niet in. Daarom is hij voor een andere
plaats.
Aan den heer Dudok zit de S. D. A. P.
niet vast, het voorstel kwam van B. en
W. doch een gemaakte afspraak moet
worden nagekomen.
De heer DONDERS kan kort zijn, de
heer Huurman zei het reeds, waar het
voorstel van B. en W. thans grootendeels
aanvaardt het standpunt der vroegere
minderheid in den raad.
Door in te gaan op de idee Schüller
(keuze plaats) heeft z.i. het college de
kwestie erg getraineerd. Beter was ge
weest steeds vast te houden aan de Bree
straat, zooals B. en W. ook aanvankelijk
deden. Z.i. blijft de Breestraat altijd de
kern der stad. De vraag ls maar hoever
men moet gaan: nemen de oude plaats of
ook uitbreidingsmogelijkheid tot de
Koornbrugsteeg. Het laatste lijkt hem zeer
gewensdht, met het oog op het verkeer en
ook uit aesthetlsch oogpunt. Een nadeel
is echter ongetwijfeld de flnantieele zijde.
Zijn deze meerdere kosten gerechtvaar
digd? Het plan Dudok heeft toch in leder
geval aangetoond dat een goed stadhuis
op de oude plaats mogelijk ls.
Is daarom niet beter ook den nieuwen
architecten opdracht te geven op het
zelfde terrein als de heer D. gebruikte met
supplementair de mogelijkheid van uit
breiding tot de Koornbrugsteeg in de toe
komst? Dat lijkt hem het meest practische
en dit geeft hij in overweging.
Wanneer dan het college van B. en W.
aan het woord komt, stelt de VOORZIT
TER voor het debat te schorsen tot dc vol
gende zitting over 14 dagen.
Aldus wordt besloten.
Wederom een Vleeschkeuringskwestie
voor het Kantongerecht.
De uitvoering en naleving van de Rijks-
vleeschkeuringswet zoomede de plaatselijke
verordeningen te dier zake heboen in de
gemeente Aip..en onder verschillende krin-
gens zooals onze lezers reeds meerdere
malen zullen hebben opgemerkt reeds dik
wijls de gemoederen in beweging gebracht.
Ook ter jongste strafzitting kwam weer
een dergelijke aangelegenheid aan de orde,
waarvan de behandeling niet minder dan
plm. 2V2 uur tijd vorderde. Thans had zich
te verantwoorden de slager D. J. B. bij
wien de hulpkeurmeester v. K., vergezeld
van den agent van poiitie v. G. op 25 Juli
j.l. v.m. 11 uur in de ijskast in den winkel
van verdachte een 3 tal stukken vleesch van
221/2 K.G. in voorraad had aangetroffen,
die niet was voorzien van het vereischte
keuringsstempel van de gemeente Alphen
a. d. Rijn. Het betrof hier z.g. Deensch
vleesch dat dus uit een andere plaats was
ingevoerd en wel was voorzien van een
rijksmerk doch niet van een z.g. invoer-
stempel. Ter toelichting diene dat al het
in onze gemeente ingevoerd vleesch ter
keuring moet worden aangeboden aan de
gemeentelijke slachtplaats en dan van een
stempel wordt voorzien van den keurings
dienst der gemeente Alphen a. d. Rijn.
Als getuigen in deze zaak werden gehoord
de betrokken hulpkeurmeester, agent van
politie, zoomede de slagersknecht van de
gemeentelijke slachtplaats en den slager
R. H. terwijl als verdediger voor ver
dachte optrad mr. A. Korver alhier.
Het verweer van verdachte kwam feitelijk
hierop neer, dat hij bedoeld vleesch wel
had laten keuren, doch door de betrokken
ambtenaren van den gemeentelijken keu
ringsdienst vergeten was na keuring het
vleesch van de benoodigde en vereischt
wordende stempels te voorzien. De hulp-
keurmeester, die het eerst als getuige werd
gehoord, bevestigde het in het verbaal
omschrevene. Uit zijn verdere verklaringen
ONBEVOEGD UITOEFENEN DER
GENEESKUNDE.
De Hooge Raad heeft verworpen I
cassatieberoep van L. S.. zoon van wiF" f
het Staphorster Boertje, die dooi CJ
rechtbank te Maastricht is veroordeeld v
t. 300 boete wegens onbevoegd uitoefen* f
der geneeskunde te Hoensbroek.
2-5