EEN NIEUWE PRIJSVRAAG*
7Z8Ïé Jaarsran?
ZATERDAG 17 OCTOBER 1931
No. 21957
TER OVERPEINZING.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
NEGEN JUBILEA BIJ DE N.Z.H.T.M.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel voor advertentiën uit Lelden en plaatsen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën
uitsluitend by vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueels opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:]
Voor Lelden per 3 maanden f. 2.35, per week t. 0.18
Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post f.2.35 4- portokosten.
Dit nummer bestaat uit ZES bladen
EERSTE BLAD.
Een nieuwe Dagblad-Prijsvraag! En een,
waarvan wij mcenen te mogen zeggen, dat
lij origineel is!
Wij zouden haar willen aanbevelen met
een variant op een bekende leus van den
Toeristenbond voor Nederland.
„Kent gij uw land?" vraagt de A.N.W.B.
Wij vragen: „Kent gij uw stad?" Kent
gij de Sleutelstad en haar omgeving met
haar tientallen mooie plekjes, haar oude
gevels, grachtjes en bruggen....?
Het is de moeite waard thans op een
mooien herfstdag rond te dwalen en
de nieuwe Dagblad-Prijsvraag heeft ten
deele dan ook tot strekking onze lezers
daartoe aan te zetten.
In welke mate zulks resultaten af kan
werpen is indertijd o.m. bewezen door de
beroemde Hofjes-prijsvraag, die heel Lei
den als het ware in opschudding heeft
gebracht. Wij meenen daarom ook nu op
ruime belangstelling te mogen rekenen, al
garandeeren wij bij voorbaat dat het op
lossen met eenige moeite gepaard zal gaan.
Wat wij vragen is: de weg vanaf de Kon.
Ned. Grofsmederij aan den Zuidsingel
(nabij de Heerengracht) naar de Leidsche
Zoutkeet (Oude Singel). In die route
mogen evenwel geen hef-, of draaibruggen
voorkomen. En juist daarin schuilt in
onze water- en bruggenrijke stad de moei
lijkheid!
Wij herhalen dus: wel over vaste, doch
niet over bruggen, die opengesteld kunnen
worden. Daarbij zoeke men het kortst
mogelijke parcours over den openbaren
weg, al beloven wij bij voorbaat in dit
opzicht schappelijk te zullen zijn. Op een
paar honderd meter komt het tenslotte
niet aan.
p
Lezer, kent gij Uw stad?
De Dagblad-Prijsvraag stelt U thans in
staat zulks te bewijzen.
De antwoorden moeten in ons bezit zijn
uiterlijk *ÏVIaandag 26 October a.s. 's mid
dags 12 uur.
Op de enveloppe vermelde men het
woord „Dagblad-Prijsvraag".
Als prijzen worden door ons beschikbaar
gesteld
Zes geldprijzen elk van f. 15.
Bij meerdere goede oplossingen zal het
lot beslissen.
IEDEREEN DOET HET.
In de twee eerste decennia der negen
tiende eeuw regeerde over het destijds
nieuw-bakken Neger-Keizerrijk van Haïti
een man, die zich door onverschrokken
dapperheid in den opstand der Negers
tegen het Fransche gezag op buitenge
wone wijze onderscheiden had. Van slaaf
was hij opgeklommen tot president-gene
ralissimus. Dit was hem nog niet genoeg.
Hij liet zich tot keizer van Haïti kronen.
Van zijn gedragingen als keizer zou een
zeer kluchtige revue-tekst te schrijven
zijn. In alles aapte hij de vorsten van
Europa na. D£ vrijgevochten zwartjes aan
het hof van den keizer moesten nu een
nof-etiquette in acht nemen, waarvan
de verschillende ingrediënten geleverd
waren door die van Europeesche, het
allermeest door die van het Fransche hof.
Het moet wel een heel malle vertooning
geweest zijn en het is dus geen wonder,
dat de in vrijheid gedresseerde manlijke
en vrouwlijke zwarten er spoedig meer
dan genoeg van hadden.
We zeggen een malle vertooning en
wanneer we ons er een voorstelling van
«laken, dan beginnen we te lachen,
t-atcu we het echter niet te gauw doen.
wanneer we rondzien in de wereld en we
nrf<f i*nks en rechts, voor ons en achter
Wv°pi d°eri en laten der menschen,
riJ „5 n,aaPeriJ vinden we dan niet over
wma!i frontlengte der menschelijke
mppnf xV1?f' Een naaPerÜ, welke men
voldoende te hebben gemotiveerd
met de verklaring: iedereen doet zoo, dus
doen wij het ook.
We lazen dezer dagen in de mode-
rubriek van een onzer dagbladen, dat de
nieuwe wintermode op het gebied der
vrouwenkleeding niet was een nieuwe
mode, maar een revolutie beteekende.
Het zij zoo. We hebben er geen verstand
van. Maar constateeren bij voorbaat, dat
er een heele massa revolutionaire vrouwen
zullen wezen. Waarom? Omdat, wanneer
de toonaangevende personen op dit ge
bied zeggen „zus", men, niet „zoo" meent
te kunnen antwoorden. Bij de mannen
geldt dit v/eer op een ander gebied des
levens. Maar, hoe men het ook wendt of
draait, overal treffen we hetzelfde ver
schijnsel aan, dat zoo heel velen den moed
ontbreekt om zelfstandig te wezen en dat
men het zoo gemakkelijk vindt om maar
te doen, wat iedereen doet.
Het is ongetwijfeld één van de zege
ningen van den tegenwoordigen tijd, dat
men gebroken heeft met de sleur vaii
heel wat generaties. Oude vormen wer
den ledig bevonden en dus verworpen.
Oude opvattingen uitgehold en dus weg
gedaan. Oude toestanden vermolmd en
dus gesloopt. Er is inderdaad meer zelf
standigheid over de menschenwereld ge
komen. Men kan dat gemakkelijk iederen
dag om zich heen aanschouwen, wanneer
men althans oogen heeft om te zien.
Daarom zou men ook met reden mogen
verwachten, dat de stelregel: „wat ieder
een doet, wel, dat doe ik ook" minder
navolging gevonden zou hebben dan deze
inderdaad vindt. En toch is dit niet het
geval. Wat kan daarvan de oorzaak
wezen?
We meenen, dat de meest invloedrijke
oorzaak is, dat het veel gemakkelijker is
een gebaand pad te bewandelen dan
zichzelf een weg te zoeken. Het is al
meer dan een kwart eeuw geleden, dat
we bij het oude Commandantshuis op
den Dam te Amsterdam met eenige men
schen in stroomenden regen stonden te
wachten op de paardentram. Onder de
wachtenden was ook dr. Laurillard. De
tram kwam en was geheel bezet. Alleen
op het voor-balcon waren, onbeschut
voor den regen, nog enkele plaatsen. De
conducteur zei dan ook: alleen nog maar
voorop. De meesten wilden die onbe
schutte plaats niet. Ze bleven liever onder
hun parapluie wachten. Toen zeide de
geestige dichter-schrijver-predikant: „de
meeste menschen willen wel vooruit, maar
niet voorop". Daarmede heeft hij meester
lijk de mentaliteit van zoo heel velen
geteekend: ze volgen graag, maar gaan
niet graag voorop. Kuddedieren, welke
geleid willen worden en dan ook gewillig
gaan, waarheen de algemeene gang is.
En het is bij het overgroote deel dezer
zoo gewillige volgzamen niet anders dan
gemakzucht, welke hen tot dat volgen
aanzet. Alleen gaan en voorop gaan kost
immers zulke groote moeite en die het
durft heeft veel bekijks, dat is veel critiek,
te vreezen en heeft zich moeite en inspan
ning te getroosten.
Wie echter zedelijken moed bezit, moed
om tenslotte zichzelf te zijn en te blij
ven, die moet de verleiding kunnen weer
staan om dingen te doen, omdat iedereen
ze doet. Want inderdaad is het een ver
leiding en anders niet. Het is een verlei
ding om eigen meening en inzicht te ver
loochenen: Vaak ook om de inspraak van
ons geweten uit den weg te gaan. Want
even waar als het is, dat vele dingen ge
daan worden, omdat iedereen ze doet, even
waar is het ook, dat vele goede dingen
nagelaten worden, omdat niemand ze doet.
Wie een daad, een houding als goed erkend
heeft, hebbe ook den zedelijken moed om
die daad te doen of dat woord te spreken.
Daarvan zou geestelijke kracht uitgaan in
de wereld. Enkelen zouden als een keur
bende de spits moeten afbijten; Maar hun
moeite zou rijkelijk beloond worden door
duizenden, die dan ook durven zichzelf te
wezen in woord en daad.
Ontegenzeggelijk is het waar, dat dit
„iets niet durven doen om de critiek van
zoovelen" ook zijn nut heeft gehad en wel
dit nut, dat het zwakke naturen weer
houden heeft om op verkeerde wegen te
gaan. Veel jonge menschen werden daar
door voor jeugdige afdwalingen bewaard;
afdwalingen, waarvan de schade niet op
gewogen zou hebben tegen het voordeel
van de wijsheid, welke door schade en
schande verkregen wordt. En daarom
klemt de eisch aan de zedelijk sterken,
dat zij, die een lichtend voorbeeld kunnen
wezen, in zelfstandig doen en laten voor
gaan, oodat and°ren kunnen volgen. Wel
niet misschien in hetzelfde .spoor, maar
dan toch naar hun hoog voorbeeld.
STEUNT HET NEDERL. ROODE KRUIS
Plet Bestuur van de afd. Leiden van het
„Nederlandsche Roode Kruis" verzoekt ons
mede te deelen, dat op Woensdag 21 Octo-
bes a.s. hier ter stede zal worden gehouden
een collecte langs de huizen en vlaggetjes
verkoop op straat, teneinde het „Roode
Kruis" in staat te stellen zijn vredestaak
naar behooren te vervullen. Waar vroeger
de taak van het „Roode Kruis" was, uit
sluitend hulp te verleenen in tijden van
oorlog, heeft het zijn werkzaamheden uit
gebreid tot het in vredestijd bevorderen
van de volksgezondheid, hygiëne en hulp
verleening bij nationale rampen, enz.
Hiervoor is veel geld noodig! Wij sporen
iedereen aan naar vermogen bij te dragen
om het „Nederlandsche Roode Kruis" in
staat te stellen zijn vredestaak te vervul
len wat aan het geheele Nederlandsche
volk ten goede zal komen»
GEMEENTELIJKE DIENST VOOR
SOCIALE ZAKEN.
Jaarverslag over 1930.
Aan dit jaarverslag van den directeur,
den heer P. C. G. A. Wijkmans is het vol
gende ontleend:
Het verslag geeft nog eens de werk
zaamheden, aan dezen nuttigen tak van
Dienst opgedragen, de samenstelling der
Commissie etc., waarna het resultaat van
den cursus voor opleiding van rieter tot
stucadoor uitvoerig wordt geschetst.
Bij den aanleg van De Leidsche Hout is
in totaal uitgekeerd f. 38.012.18, 335 bons
voor 1 H.L. parelcokes zijn verstrekt en de
Kerstgave vorderde f. 102.
Afgegeven werden 1695 arbeidskaarten
voor jeugdige mannelijke arbeiders, 1378
voor jeugdige vrouwelijke arbeiders en
330 voor gehuwde vrouwelijke arbeiders.
Ook in 1930 werd van het Bureau Be
roepskeuze slechts een zeer matig gebruik
gemaakt. Een twintigtal adviezen omtrent
den aard en de vereischten voor verschil
lende beroepen werden verstrekt.
Een enkele jongeman kon door relaties
van het Bureau met het Waterschouts
ambt te Rotterdam op de groote vaart ge
plaatst worden.
Opvallend is het, dat hoofdzakelijk
ouders van kinderen met lichamelijke of
geestelijke afwijking zich tot het bureau
wendden. Het scheen, alsof men alleen
voor onvolwaardigen ons advies noodig
had. De groote vraag naar jeugdige ar
beidskrachten en de vrije hooge loonen,
welke aan dezen werden uitbetaald, wa
ren oorzaak, dat door de ouders minder
gelet werd op de plaats waar hun kind
terecht kwam, dan wel op het loon, dat
direct kon worden verdiend.
Aan steun werd in totaal via de organi
saties uitgekeerd f. 87.802.97, waaronder
begrepen f. 933.87 als huurtoeslag,
f. 981.30 als Kerstuitkeering aan uitgetrok-
kenen en f. 529.63 als Kerstuitkeering aan
die gehuwden, kostwinners en alleen
staande personen die op Zaterdag 20 Dec.
1930 trekkend waren van hun werkloozen-
kas en reeds van 1 December 1930 af on
afgebroken werkloos zijn geweest, voor
zoover deze werkloozen na uitgetrokken
te zijn, voor steunuitkeering in aanmer
king zouden komen.
Aan diverse steunbedragen, bestaande
uit aanschaffing kleeding, schoeisel, enz.,
vergoeding van of tegemoetkoming in
verhuiskosten enz. werd uitgegeven
f. 1703.72. Hiervan werd terugbetaald
f. 226.74, blijft f. 1476.98.
Aan steuntrekkenden, die, na langen
tijd werkloos te zijn geweest, werk buiten
de gemeente vonden, werd voor één of
meer weken vergoeding van reiskosten
verleend. In totaal werd aan reisgeld uit
gegeven f. 255.30.
In totaal werden 3975 brandstoffenbons
verstrekt, hetgeen een uitgave vorderde
van f. 3045.20.
Aan het eind van 1930 waren te Leiden
5895 arbeiders behoorende tot 65 werk-
loozenkassen, tegen werkloosheid verze
kerd. Op 31 December 1929 was het totaal
verzekerden 5519. Het ledental vermeer
derde dus in 1930 met 376.
Gedurende het jaar 1930 werd door de
kassen aan bijdragen ontvangen een be
drag van f. 69.342.66, waarop door Rijk en
Gemeente ieder 50 pet. subsidie werd ver
strekt. Aan de landarbeidersbonden werd
een extra subsidie van 25 pet. toegekend.
Het aandeel van de Gemeente in deze
subsidie zal vermoedelijk plm. f. 34.000
bedragen.
In 1929 werd door de gemeente Leiden
een subsidie verstrekt tot een bedrag van
f. 33.182.60.
In 1930 bedroegen de ontvangsten ver
moedelijk f. 138.915.32 (contributie en
subsidie), terwijl aan uitkeeringen
f. 157.659.34 werd uitgegeven. Over 1929
waren deze bedragen respectievelijk
f. 156.751.54 en f. 131.274.01.
In 76 gevallen werd door B. en W. be
zwaar gemaakt tegen uitkeering en terug
gevorderd werd f. 1073.20.
Het totale aanbod van mannen en
vrouwen bedroeg 11479 in 1930, tegenover
8937 in 1929, een vermeerdering van 2542
of 28 pet.
Het cijfer der aanvragen voor de afdee-
ling mannen geeft een vermindering aan
van 115, voor de afdeeling vrouwen even
wel een vermeerdering van 178; over het
geheel is dus een vermeerdering te con
stateeren van 61 aanvragen.
Niettegenstaande de slechte arbeids
markt, bleef de bemiddeling zich in stij
gende lijn bewegen, daar het algemeene
plaatsingscijfer een vermeerdering aan
geeft van 24 pet., waarvan het grootste
deel (180) op rekening komt van de af
deeling vrouwen.
Hoewel deze sty ging lager is dan in 1929
(471) mag hieruit geconcludeerd worden,
dat het resultaat van de bemoeiingen der
Arbeidsbeurs over 1930 niet onbevredi
gend kan worden genoemd, terwijl mag
worden aangenomen, dat bij een beteren
economischen toestand het plaatsings
cijfer aanmerkelijk hooger zou zijn ge
weest.
Het aantal aanbiedingen van mannen
bedroeg, met de overgeblevenen op 31 De
cember 1929 9905 tegen 7682 in 1929, een
vermeerdering van 2223 of 29 pet.
Het aantal plaatsingen in 1930, bedroog
2716 of 67 meer dan in 1929 (2649).
Het aantal aanvragen van werkgevers
liep van 3213 in 1929 terug tot 3098 in
1930, een vermindering van 115 of 3Vi pet.
Het aantal voldane aanvragen vermeer
derde evenwel met 113, daar door het
grootere aanbod aan meer aanvragen kon
worden voldaan.
Bleven in 1929 607 aanvragen onvol
daan, in 1930 bedroeg dit aantal 279,
waarvan 188 op rekening kwamen van de
groep jonger dan 18 .jaar"»
Het tekort aan aanbod van deze perso
nen, hetwelk zich ook in 1930 voordeed,
kan wel als een chronisch verschijnsel
worden beschouwd.
Door de geringe werk-gelegenheid en
het groote aanbod, van valide arbeiders,
konden in het afgeloopen jaar slechts
enkele onvolwaardigen geplaatst worden.
Buiten de stad werden 13 personen ge
plaatst. Wat de vrouwen betreft: Bij deze
afdeeling bedroeg het aantal aanvragen
van werkgevers (geefsters) over het af
geloopen jaar 1388 tegen 1212 over het
jaar 1929, zijnde een vermeerdering
van 176.
Het aantal aanbiedingen van werk
zoekenden 1574 tegen 1255 over het jaar
1929, zijnde een vermeerdering van 319.
Het aantal plaatsingen over het af
geloopen jaar bedroeg 974 tegen 794 over
het jaar 1929, zijnde een vermeerdering
van 180.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Nieuwe inschrijving::
Stalhouderij de Jong, Hoogewoerd 164,
Leiden. Eigenaar L. P. de Jong, Leiden.
Garage Gebr. de Jong, Hoogewoerd 164,
Leiden. Verhuurinrichting, stalling, repa-
ratiën, handel ih auto's. Vennooten: P. B.
Th. de Jong, Leiden en A. J. de Jong,
Leiden.
Wijzigingen:
le Noordwijksche Stoom Wasch- en
Strijkinrichting „Thijswijk", Pickéstraat
35a, Noordwijk. Bovengenoemde handels
zaak is omgezet in een naamlooze ven
nootschap onder den naam: Naamlooze
Vennootschap Stoomwasch- Strijk- en
Badinrichting en Inrichting voor Che
misch Reinigen „Thijswijk". Ned. Stscrt.
van 17 Augustus 1931, bijvoegsel Nr. 2190.)
Directeur: J. J. Chr. A. Thyssen, Noord-
wijk-Binnen en L. van Wijk, Noordwijk a.
Zee. Maatsch. kapitaal f. 50.000, geheel ge
plaatst en gestort.
R.K. Coöp. Bakkerij en Verbruiksver.
„Eendracht" U. A., Korevaarstraat 13,
Leiden. Uittredend 2e penningmeesterJ.
C van Britsum, Leiden. Uittredend 2e se
cretaris: K. W. P. Krom, Leiden. Nieuwe
2e secretaris: J. C. van Britsum, Leiden.
Nieuwe '2e penningmeester: B. C. Klein,
Leiden.
Wed. W. G. A. WeyermanCarlier,
Rijnsburgerweg 128. Leiden Octrooihouders
Deze zaak is verplaatst naar Rotterdam,
Rochussenstraat 327a.
BINNENLAND.
De nood in de haringvisscherij; be
sprekingen tusschen werkgevers en werk
nemers. (Binnenland, 2e Blad.)
De splitsing van streeknetten in het
telefoonverkeer; het standpunt van den
minister. (Binnenland, 2e Blad.)
Financieele plannen te Amsterdam.
(Binnenland, 2e Blad.)
Mislukte overval op een bank te Rotter
dam; één der gemaskerde en gewapende
roovers na een sensationeele achtervolging
gegrepen. (Gemengd, 2e Blad.)
Inbraak te Wassenaar; voor een waarde
van f. 15.000 aan juweelen gestolen. (Ge
mengd, '2e Blad.)
Ons parlementair overzicht. (2e Blad.)
Mr. dr. R. H. baron de Vos van Steen-
wijk, griffier der Tweede Kamer, benoemd
tot commissaris der Koningin in Drenthe*
(Laatste Berichten, le Blad.)
BUITENLAND.
Brüning's overwinning in den Duitschen
Rijksdag (3e Blad en Buitenl., le Blad.)
De candidaatstelling in Engeland voor
de a.s. verkiezingen. (Buitenland, le Blad)
Protest van den Paus tegen het optre
den der Spaansche regeering. (Buitenland,
le Blad.)
Het Chineesch-Japansche conflict.
(Buitenland, le Blad.)
Gisteravond heeft in het gebouw „Concordia" de feestehjke huldiging plaats gevon
den van negen beambten in dienst bij de N. Z. H. T. M. in het complex Lelden.
Hierboven de foto's van de jubilarissen, t. w. le rü van 1. n. r.: de heeren P. Hoogen-
doorn (gepenslonneerd conducteur) te Voorburg, en W. G. H. Dien (remise-beambte
d.d. machinist) te Hillegom, beiden 40 ja ar in dienst, alsmede A. Heyboer, wagen-
voerder alhier, 25 jaar in dienst, 2e ry van 1. n. r.: de zilveren jubilarissen A. H.
Meinderts, chef onderhoudsmonteur alhie r, H. de Kloet, werkmeester te Rijnsburg
en D. v, Velsen, conducteur te Hillegom. 3e ry van 1 n. r.: J. Th, Zandvliet,
voorwerker, Hillegom, A, D. Siglé, onderh oudsman te Voorburg en J. Hoogland,
ploegbaas te Voorburg, alle drie 25 jaar in dienst. Voor het verslag der huldD
■ging verwijzen vrij naar het eerste blad van dit nummer.