DE DUITSCHE REGEERING BRÜNING
HANDHAAFT ZICH.
HISTORISCHE FIGUREN.
DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN
14-21 OCTOBER, 20 UUR M. T.
H. P. H. KEEREWEE
3
INGEZONDEN.
FINANCIEN.
VRAGENRIJRRIEK.
De Regeering over de geheele linie overwinnares
Een communistisch succesje!
Toen wij gisteren onder de telegrammen
meldden, dat de economische partij voor
Brüning zou stemmen, was voor ons het
pleit ten gunste van de regeering beslist
en zoo is het geschied.
Verklaring der economische partij.
Het was bekend, dat de fractie de laatste
dagen was bestormd met telegrammen,
waarin verlangd werd. dat de economische
partij zich bij de rechtsche oppositie zou
aansluiten, doch evenzeer was het bekend,
dat vele leden van de fractie besloten wa
ren onder geen omstandigheden de tegen
woordige regeering ten val te brengen en
liever uit de partij zouden treden. De
fractieleider heeft met groote politieke
tact een uitweg uit dezen moeilijken toe
stand gevonden door de formuleering. dat
de economische partij aan den eenen kant
den nadruk legt op de noodzakelijkheid,
dat de tot de oppositie behoorende massa
der nationaal gezinde jeugd betrokken zal
worden bij verantwoordelijke medewerking
der regeering. doch dat aan den anderen
kant vastgesteld moet worden, dat onder
de tegenwoordige omstandigheden een
rechtsche regeering niet de voor een
vruchtbaren arbeid noodige meerderheid
heeft, zoodat de val van het tegenwoor
dige kabinet, afgezien van alle andere
schadelijke gevolgen, niet in het belang
van de rechtsche nationale kringen zou
zijn. In de verklaring werd er verder op
gewezen, dat de rijkskanselier bil de on
derhandelingen met de partij heeft toege
zegd. dat met de gerechtvaardigde vorde
ringen van een zelfstandigen middenstand
rekening zal worden gehouden. In onwrik-
baren trouw aan den riiksoresident zou de
egonomische partij het ten val brengen
van het door Hindenburg benoemde kabi
net niet dulden. Door deze verklaring ver
dween de onzekerheid over den uitslag van
de stemming en stond het vast. dat de re
geering een meerderheid zou verkrijgen.
Nieuwe rede van Brüning.
Nadat deze verklaring was afgelegd, nam
dr. Brüning het woord, om kort de ver
schillende sprekers te beantwoorden. Hij
begon te verklaren, dat de regeering zich
niet zal verzetten tegen wijziging van de
noodverordening on sommige punten, doch
aan den wezenlijken inhoud mag niet
worden geraakt, aangezien anders de stut
ten van het economisch gebouw weggeno
men zouden worden. De maatregelen van
de regeering moeten als een geheel wor
den beschouwd. Een andere oplossing van
de bestaande moeilijkheden is practisch
door geen enkele der sprekers aan de hand
gedaan. De rijkskanselier dankte dr. Ober-
fohren. den spreker der Duitsch-nationa
len en dr. Frick. den woordvoerder der
nationaal-socialisten. voor den goeden
toon, die zij tegenover zijn persoon in acht
hadden genomen. Vele maatregelen zouden
overbodig zijn. indien een dergelijke ver
betering in den toon ook tot in de kleinste
vergaderingen in de kleinste gemeenten
haar invloed zou doen gevoelen. Het is de
regeering niet aangenaam dwang op te
leggen aan de pers en ook zij wenscht
vurig den dag te zien, waarop een vrijwil
lige controle van de pers zelf het moge
lijk zal maken van dwang af te zien.
Daarop keerde de rijkskanselier zich tot
de landvolkpartij en betuigde zijn diepe
teleurstelling over haar oppositioneele
houding, waardoor de historische fout is
begaan met het wantrouwen in het geheele
kabinet ook wantrouwen te betuigen in
een zoo ijverig verdediger van den land
bouw als minister Schiele is. Vervolgens
besprak de rijkskanselier nog een anoniem
geschrift, dat verspreid is en tegen den
rijkskanselier was gericht. Hij liet zich
daarover in scherpe bewoordingen uit.
Men kan het hem niet kwalijk nemen,
indien hij niet op iederen aanval in een
of ander obscuur blad antwoordt. Hij heeft
belangrijker dingen te doen en heeft een
te goede meening van het Duitsche volk
dan dat hij dergelijke infame scribenten
zou beantwoorden. Ook door andere ma
noeuvres zal hij zich niet op een dwaal
spoor laten brengen.
De vorming van een nationaal concen
tratiekabinet is zoo lang onmogelijk, als
de groote partijen verlangen, dat de re
geering een gesloten front tegen de arbei
ders zal vormen. Een politicus, die zich
van zijn verantwoordelijkheid is bewust,
moet Verhinderen dat in een tijd van nood
als in de eerstvolgende maanden het ge
val zal zijn en in een tijd van groote
spanning op het gebied der buitenlandsche
politiek, het Duitsche volk in twee kampen
zal worden verscheurd. Daarom gaat het
ook niet aan om, zooals de industrie
heeft gedaan te midden van de pogingen
tot onderhandelingen met een programma
voor den dag te komen, dat terstond aan
leiding zou geven tot de vorming van twee
fronten onder het Duitsche volk. die el
kaar zouden bestrijden. De regeering wil
veeleer een vredelievende verzoening tus-
schen de verschillende belangen en heeft
tot dit doel ook den economischen raad
ingesteld.
De stemmingen.
Toen volgden de stemmingen.
Met 295 tegen 210 stemmen en onthou
ding van drie Duitsch Hannoveranen is
de gecombineerde motie van wantrouwen
verworpen en met 336 tegen 233 stemmen
de motie tot opheffing van de noodveror
deningen. die uitgevaardigd in den tijd
dat de Rijksdag niet bijeen was, thans de
sanctie van het parlement hebben gekre
gen. De moties van wantrouwen tegen de
ministers Gröner, Schiele en Stegerwald
werden met een meerderheid van onge
veer 100 stemmen verworpen, terwijl de
door de Duitsch nationalen, nationaal-
socialisten en communisten ingediende
motie tot ontbinding van den rijksdag
met 320 tegen 252 stemmen verworpen
werd.
Bij de stemming over de moties van
wantrouwen, ingediend door de nationalen,
Duitsch-nationalen en de communisten,
stemden met de nationale oppositie vooi-
de communisten, het grootste aantal af
gevaardigden van de landvolkpartij, de
meeste leden van de Duitsche volkspartij
en de socialistische arbeiderspartj.
Tegen stemden de regeeringspartijen,
centrum. Beiersche volkspartij, staats
partij, conservatieve volkspartij, de so
ciaal-democraten, de economische partij,
de christelijk-socialen en de Beiersche
boerenbond.
De Duitsch-Hannoversche afgevaardig
den stemden blanco.
Van de afgevaardigden van de Duitsche
volkspartij hebben geheimraad Kahl, Glat-
zel. Kalle, Thiel en dr. von Kardorff voor
de regeering gestemd, terwijl de afgevaar
digden dr. Moldenhauer en dr. Schneider
zich van stemming onthielden. Deze af
wijking van de houding, welke van de
leden na de fractiezitting te verwachten
was, is een gevolg van de verklaring welke
Kahl deed, dat hij na rijpe overweging het
met zijn geweten kon overeen brengen,
tegen de regeering te stemmen of zich van
stemming te onthouden. Deze verklaring
was voor vier zijner collega's aanleiding
zijn voorbeeld te volgen, terwijl Molden
hauer en dr. Schneider zich van stemming
onthielden. De landvolkpartij heeft met
uitzondering van den afgevaardigde
Schlange tegen de regeering gestemd.
De rede van den rijkskanselier maakte
een diepen indruk, waardoor de indruk van
de rede, die hij Dinsdag heeft gehouden,
nog aanmerkelijk verhoogd werd. De rijks
kanselier weerlegde de argumenten van
zijn tegenstanders op buitengewoon krach
tige en zakelijke wijze, zoodat er niet veel
in te brengen was tegen hetgeen hij zeide.
Vooral het argument, dat bij de beraad
slagingen niemand een andere oplossing
heeft voorgesteld dan den weg. dien de
regeering tot nu toe heeft beschreden en
waarop zij voort zal gaan, sloeg zeer in en
werd van verschillende zijden met teeke
nen van instemming ontvangen. Het prac-
tische resultaat van de zitting is, dat de
rijksregeering thans 4 maanden den tijd
heeft om met alle kracht te streven naar
een oplossing van de belangrijke vraag
stukken op economisch gebied en dat der
buitenlandsche politiek, die in den eerst-
volgenden tijd behandeld moeten worden.
Bij de stemming over de noodverorde
ningen heeft de Beiersche volkspartij zich
van stemming onthouden, omdat zij eerst
de beslissing over haar amendementen
wilde afwachten.
De Nazis verdwijnen.
Toen de communistische motie van
wantrouwen in stemming zou komen, ver
klaarde Dr. Frick. dat bij het verloop der
beraadslagingen de nationaal-socialisten
geen belang meer hebben bij de verdere
behandeling door het parlement, zoodat zij
den rijksdag zullen verlaten, om buiten
het parlement er voor te werken, dat de
laatste stutten voor dit regeeringssysteem
weggeslagen worden.
Prelaat Leicht deelde nog mede, dat
het door den rijkskanselier gebrand
merkte anonieme geschrift met onware
verdachtmakingen door den nationaal-so-
cialistischen afgevaardigde Münchmeyer is
geredigeerd. Deze mededeeling werd met
een krachtig gerojp „Schande" ontvangen.
De Duitsch-nationalen en de drie dis
sidente afgevaardigden van het Landvolk
sioten zich bij de verklaring van Dr. Frick
aan. waarop de leden van de rechtsche
oppositie onder groote onrust in de zaal
de zitting verlieten.
De communistische afgevaardigde Stöcker
riep de nationaal-socialisten na, dat zij
en hun bijloopers huichelaars zijn en het
volk misleiden. De sociaal-democraat Soll-
mann zeide. dat de vlucht van de natio
naal-socialisten veroorzaakt is door de
vrees, dat zij de moties, welke ingediend
zijn voor de eischen der buitenlandsche
politiek en voor de bescherming van de
arbeiders zullen moeten verwerpen. Deze
partij bestaat slechts uit marionetten in
dienst van het groot-kapitalisme en van
de afgedankte vorstenhuizen.
Een communistische motie tot staking
van de Young-betalingen en het uittreden
uit den Volkenbond werd verworpen. Al
leen de communisten stemden voor deze
motie.
De stemming over de verdere moties
werd tot kwart over acht verdaagd, ten
einde intusschen het seniorenconvent ge
legenheid te geven, een zitting te houden.
Een communistisch succes.
Na de heropening van de zitting werd
gestemd over een communistisch voorstel,
om den bouw van den pantserkruiser te
staken en de aldus bespaarde gelden te be
stemmen voor w)nterondersteuning. Deze
motie werd met de 211 stemmen der socia
listen van belde richtingen en van de com
munisten, die thans, nu de rechtsche op
positie ontbrak, in de meerderheid waren,
aangenomen. Het aantal tegenstemmen
bedroeg 181.
Talrijke andere voorstellen, o.a. dat van
de Beiersche Volkspartij, tot wijziging der
noodverordening, werden naar de -be
voegde commissies verwezen.
De Rijksdag op reces.
Tegen het verzet der communisten, die
reeds Dinsdag a.s. een verdere Rijksdag
zitting wilden beleggen, heeft op verzoek
der Rijksregeering de Rijksdag zich daarna
verdaagd tot 23 Februari 1932.
Het winterrecès zal echter alleeh de ple
naire vergaderingen gelden, want de com
missies zullen de handen vol hebben met
de bestudeering der verschillende voorstel
len, die haar toegewezen zijn.
DE OUDE DAME VAN THREADNEEDLE-
STREET.
Zij is zeer oud, deze dame. Oud en eer
biedwaardig. Haar eerbiedwaardigheid is
aan de geheele wereld, letterlijk aan de
geheele wereld, bekend. Op haar
ouderdom wordt niet gelet, wèl op haar
eerbiedwaardigheid. En zij is zóó gezocht,
trots haar ouderdom, dat aan geen vrouw
zóó het hof wordt gemaakt, in Engeland
en in de wereld, als aan deze „oude dame
van Threadneedlestreet."
Haar officieele naam is iets anders. Dit
is maar haar „petname", het lievelings
naampje, dat men haar geeft. In de offi
cieele kringen heeft zij een naam, die
even deftig klinkt, even imponeerend. als
b.v. „de Notre-Dame", of „de Dom van
Keulen", of „het Vaticaan", of „het Krem
lin". Want zij heet eigenlijk.... de Bank
van Engeland.
„De Bank van Engeland"! Dat is de
oude dame van Threadneedlestreet, van
het „kruip door, sluip door"-straatje te
Londen. De lezer zal moeten erkennen, dat
er niets frivools aan haar is, integendeel.
Zij is eerbiedwaardig, soliede .met een on
berispelijk verleden, een verleden, dat
ruim twee en een kwart eeuw oud is. Want
zij werd geboren in het jaar 1694. Haar
geschiedenis is een epos, een oud helden
dicht, zooals de oude heldendichten rijk
aan tragische en komische strophen. Laat
ik er iets van vertellen. Zij, de oude dame,
is een historische figuur, die in deze,dagen
van financieele bekommernissen voor
Engeland en de geheele wereld en waarin
't Engelsche pond sterling zijn onaange
taste positie ziet verzwakken, sterk in de
aandacht der publieke belangstelling naar
voren treedt en dus een historische figuur
van groote actualiteit is geworden.
Wij, gelukkige menschen van het mo
derne wereldverkeer van thans, die inge
schreven zijn als bezitters van een post
gironummer, kunnen ons leven haast
doorbrengen zonder klinkende munt te
zien. Het uitgeven en het ontvangen van
geld geschiedt op papier. Een briefje aan
de giro-centrale engij betaalt uw
schuldeischers; een briefje van anderen
te uwen gunste aan dezelfde centrale
en gij ontvangt, wat anderen schuldig zijn.
Inbrekers worden overbodige verschijnse
len: wie heeft er nog bankpapier en ge
munt metaal in huis?!
Maar vroeger was het anders. Toen
plachten kooplieden hun geld te bewaren
in met ijzer beslagen kisten, door scherp
zinnig gecompliceerde sloten verzekerd, en
hun schuldeischers in harde ducaten of
kronen uit te betalen: baar op de toon
bank. Maar de tijden veranderen. De
welstand werd grooter; er kwam meer
geld in omloop. Ook in Engeland. De goud
smeden te Londen, in Lombard-street,
werden langzamerhand bankiers, bekend
als zij waren met de edele metalen. Geld
wisselkantoren verbonden zich aan de
juwelierswinkels en goed gemetselde kel
ders verborgen de schatten aan goud en
zilver, zoo gemunt als ongemunt. De oude
koopheden en de Engelsche aristocraten
pruttelden wel wat tegen het feit dat de
goudsmeden de schatmeesters der stad
Londen werden, maar het was nu eenmaal
zoo en de vereeniging der twee beroepen
bespaarde veel tijd en legde den grond
slag tot een degelijk Lorrdensch bankwe
zen. Daaruit kwam aan het einde der
zeventiende eeuw de gedachte voort, een
„nationale bank" te stichten. Er waren
glorierijke voorbeelden: de Bank van den
Heiligen Joris in Genua o.a., die al geld
bewaarde en crediet verleende, toen
Columbus nog niet eens den weg naar
Amerika had gevonden. En dan de Am-
sterdamsche Bank, die zelfs heel moeilijke
tijden met moed en shcces, had door
staan, toen de legers van Lodewijk XIV
onze Republiek binnenvielen. Waarom zou
Engeland geen Bank van Engeland kun
nen stichten?
Er kwamen allerlei voorstellen in. De
meeste opmerkzaamheid trokken die van
den Schot William Paterson. Hij had lange
jaren in Holland gewoond, daarna op de
Bahama-eilanden vertoefd als zende
ling, zeiden sommigen; als avonturier
beweerden anderen en hij was een
scherpzinnig en ondernemend man, op de
hoogte van den geldhandel en, behalve
I werkzaam, zeer bespraakt.
Toen de Engelsche regeering door den
oorlog met Frankrijk en Ierland schulden
had gemaakt, legde Paterson haar zijn plan
voor. De uitvoering werd echter vertraagd,
omdat het Engelsche volk op vrede aan
drong en niet veel voelde voor een Hol-
landsch systeem van bankwezen: „Wij
hebben buitendien al te veel Hollandsch
gedoe in het land", heette het schamper,
wat niet erg beleefd en welwillend was
jegens den koning-stadhouder Willem III,
die den Engelschen een vreemde bleef, al
v/as hij dan ook de grootste koning, dien
zij ooit hadden gehad, 't Is waar. Willem III
kon soms snakken „naar een paar uren op
de Haagsche kermis", maar het verhin
derde niet, dat hij een goed regeerder was
voor de Engelschen, zoodat de regeering
van „William and Mary" nog steeds een
hoogtepunt beteekent in de Engelsche
geschiedenis.
Intusschen met tegenzin tegen een
banksysteem worden geen oorlogsschulden
betaald. Dus vatte de regeering de onder
handelingen weer op. toen de bekwame
financier Montague het project van Pater
son goedgekeurd en aangeprezen had. Een
kapitaal, uit leening verkregen, groot
1.200.000 pond sterling, zou bijeengebracht
worden: het zou 8 pCt. rente doen, wat in
dien tijd niet zeer hoog was, en aldus zou
zich een geprivilegieerde maatschappij
vormen.
Toen het plan bekend werd, werd er ge
bruld van woede. De Tories meenden, dat
dit het einde was der monarchie. Koningen
en Banken konden niet naast elkaar be
staan. De Whivs daarentegen vreesden het
tegenovergestelde. Zulk een geld-onder-
nemine zou een wapen worden in de hand
der ..tyranny". De goudsmeden en de geld
schieters zaeen hun zaak benadeeld en
verzetten zich. Maar het hieln niet. Het
plan werd door het Lagerhuis aange
nomen. nadat met scherpe bewoordingen
benaald was. dat de Bank nimmer geld
aan de Kroon zon toestaan zonder goed
keuring van het Parlement, Ook het Hoo-
gerhuis ging toen mee.
©EERSTE
©VOLIE MAAN
CA LAATSTE KWARTIER
0NIEUWE MAAN
ZUBD
VENUS
MARS <3>
JUPITER
SATURNUS
Zaterdag 17 komt het E.K. juist om 8
u. boven den Z.Z.W.-lijken horizont kij
ken; Dinsdag den 20en staat het om dien
tijd laag in het Z„ in den meridiaan.
Men dient er rekening mede te houden,
dat in werkelijkheid het Oosten rechts en
Westen links van den toeschouwer is,
wanneer deze met den rug naar 't Zuiden
en het gelaat naar 't Noorden gewend
staat; men pleegt echter bij sterrekaarten
dit om te keeren, om geen spiegelbeeld
van den hemel te krijgen. Wil men nu
b.v. de sterrebeelden aan den Oosthemel
opzoeken, dan neme men dat deel van
den kaarthorizon, waar OOST staat voor
zich. zoo, dat de Poolster (aan het einde
van den Kleinen Beer) van den toeschou
wer is afgewend: men zal dan voor het
NO-lijke vierdepart van de kaart de
sterrenbeelden zien, juist zoo, als zij aan
den hemel staan.
De sterren in bovenstaand kaartje, die
een gekartelden rand hebben zijn van de
ie grootte of helderder; de dikke ronde
stipnen zijn sterren van de 2e grootte en
al de andere, kleinere stippen zijn sterren
van de 3e of van een, lagere grootteklasse,
De kooplieden juichten. De leening werd
binnen tien dagen volteekend en het be
drag er van volledig gestort, nog voordat
de eerste termijn van betaling verschenen
was. Zoo was de geboorte der Bank voor
spoedig.
„Eeiac woonde zij in een klem-armelijk
huisje. Haar schatkist was niet veel groo
ter dan een gewone matrozenkist. Men
begon met een neel klein getal ambtenaren.
Eenige menschenleeftijden lang bleef zij
een lichaam met „whigsch" karakter, wane
de Stuarts moesten niets van dat instituut
hebben. Toch was de invloed van de Bank
zeer groot, zóó groot, zegt Macaulay, dat
zij bijna even veel invloed had als de Kerk,
die in de handen der Tories was.
Toch bedreigden de Bank ernstige ge
varen. In 1707 b.v., toen een aanslag op
den troon gevreesd werd, en in 1745 toen
prins Charles Edward Stuart in Lancashire
binnenrukte. Toen kwamen van alle zijden
de schuldeischers van de Bank opzetten
om hun deposito's op te vorderen. Maar de
directeuren van de Bank waren listig. Zij
lieten hun eigen agenten aan de loketten
komen om groote sommen op te vragen,
betaalden die uit en lieten door een ach
terdeur het geld weer terugbrengen. Dat
deed tijd winnen en het gaf vertrouwen.,
In 1780, toen er anti-katholieke onlusten
waren, werden eerst de katholieke kapellen
en de winkels der kaarsenverkoopers ge
plunderd en daarna ging het op de Bank
af. Maar hier wachtte een afdeeling sol
daten de komenden af; de ambtenaren
hadden hun looden inktkokers tot kogels
versmolten en verdedigden zich krachtig,
zoodat de aanval werd afgeslagen. Sedert
dien Engeland is vol aardige, oude ge
bruiken heeft de Bank eiken avond een
militairen wachtDOst. waarvan de offi
cier met twee vrienden het recht heeft op
eenavondeten!
Ook de Revolutie-jaren aan het einde
der 18e eeuw waren moeilijk, zóó moeilijk,
dat de regeering de Bank van de verplich
ting moest ontheffen, hoogere biljetten
dan van 20 shilling uit te betalen. Weer
later in 1832 is er een „run", uit
gelokt door aanplakbiljetten met een po
litieke beteekenis: „To stop the Duke, go
for Gold!" („Wilt ge den hertog lam slaan
haal dan uw goud op!") De „duke" was de
hertog van Wellington. Hij was weinig
bemind en aangezien gevreesd werd, dat
hij een ministerie zou vormen, sloeg de
oproep in.
En dan van moeilijkheden gesproken!
de vervalschingen der bankbiljetten!
Ze beslaan vele donkere bladzijden in het
levensboek van „de oude dame van Tread-
needlestreet". De eerste vervalsching die
bekend geworden is, werd gepleegd door
een garenhandelaar uit Strafford. Hij han
delde niet uit armoede. Neen. Hier was
het: „cherchez la femme", de vrouw in
het spel. Hij wilde voor een jonge dame
den rijken man uithangen. Het bracht
hem aan de galg.
Maar in het groot werd vervalsching
gepleegd door een man, die als „Old Patch"
bekend stond, met een gezicht als van een
gemoedelijken grootpapa, die geen kip
kwaad zou doen. „Old Patch" maakte zijn
eigen papier, had zijn eigen volledige druk
kerij en hij vervalschte daarmede bank
biljetten. Toen hij de Bank voor tweehon
derdduizend pond zegge twee millioen
vierhonderd duizend gulden had bedro
gen, werd hij gepakt en opgesloten. Toen
hing hij zichzelf maar op, voordat de
justitie het kon laten doen.
Nog één man wil ik noemen; om dezen
gaat een legende. De bankier Fauntleroy,
een levenslustige epicurist, bedroog de
Bank tot een bedrag van 360.000 pond. Hij
werd gepakt en te New Gate ongeknoopt,
maar. zoo zegt de volksmond, hij had zich
een zilveren buisje in de keel gestoken,
was niet dood gegaan, had weten te ont
snappen en was naar Parijs gevlucht.
Nu, op dit oogenblik en de financieele
crisis van Engeland en van de geheele
wereld verandert daaraan niets is „de
oude dame van Theadneedlestreet" de
deftigste matrone van Engeland. Nu kijkt
de meest hooghartige Tory en de meest
democratische Whig naar haar met oogen
vol bewondering en eerbied. In de kelders
van haar woning, in goede gewelven be
waakt door alles wat de veiligheid kan
bevorderen, liggen de millioenen aan goud
en zilver, in munten en in staven. Mis-
schien liggen er thans niet precies zóóveel
als noodig ware geweest om de verzwak
king van het pond sterling te verhoeden,
maar de goudvoorraad, die van het zilver,
is toch van een zóó respectabele waarde,
dat bij het voorzichtig financieel beleid
der Bank en met vermijding van onbere-
deerde en ongerechtvaardigde handelingen
van de zijde van het publiek de toekomst
zoowel dezer groote financieele instelling
als die van het Engelsche crediet nog geen
groot gevaar loopt. Die voorraad van goud
en zilver ligt veilig in het imposante ge
bouw. dat de bescheiden behuizinge van
den aanvang verving. Zelfs de gouverneur
van de Bank kan alleen niet bij de schat
ten komen. De drie sleutels der schatka-
meren zijn in handen van drie hoogwaar-
digheidsbekleeders, die slechts het slot
kunnen openen, wanneer zij gelijktijdig
daartoe medewerken.
De Bank drukt haar circulatie-papier
zelf: de tot haar terugkeerende biljetten,
hoe proper ook, worden ingehouden, vijl
jaar lang bewaard en dan verbrand. Van
daar het vele nette Engelsche bankpapier,
dat in omloop is. Ook daarin is „de oude
dame" een voorbeeld. Haar liefdesbriefjes
zijn smetteloos. Zelfs dat maakt haar
sympathiek. Hoewel gehuwd, ben ik niet
bang dit zwart op wit van haar in het
openbaar te verklaren.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
RECLAME.
BEGRAFENISSEN Tel. i
auto-transport
mèMAT
Aalmarkt 16.'
CREMATIE
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
PROTEST TEGEN GRONDAANKOOP.
Geachte Heer Redacteur!
Met groote verbazing energernis la!
ik gisteren in Uw geacht Dagblad, dat a.s
Maandag in den Gemeenteraad zal be
handeld worden een voorstel van B. en W
tot aankoop van 5.1160 H.A. land in hel
verlengde van de Mariënpoelstraat en d(
Oegstgeesterlaan, voor slechts!! f. 122.225.-
Mocht de raad den moed missen om dil
van weinig zuinigheid getuigend voorste,
te verwerpen, dan hoop ik, dat zich een
comité uit de brgerij zal vormen om bij
Gedeputeerde Staten te reclameeren en t<
protesteeren ter voorkoming, dat een even
tueel besluit tot aankoop zal worden goed
gekeurd.
Met dank voor de plaatsing,
J. A. VAN HAMEL
Leiden, 16 October 1931.
ZUIDER HANDELMIJ. TE VAALS
FAILLIET.
De rechtbank te Maastricht heeft de N.V.
Zuider Handelsmaatschappij, te Vaals, aan
welke op 12 September surséance van be
taling werd verleend tot en met 31 De
cember 1932, In staat van faillissement
verklaard.
Abonné. - Wendt U eens tot den Dienst
voor Sociale Zaken, alhier. Waarschijnlijk
kan men U daar volledig Inlichten.
2—3