DE DUITSCHE REGEERING BRÜNING HANDHAAFT ZICH. HISTORISCHE FIGUREN. DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN 14-21 OCTOBER, 20 UUR M. T. H. P. H. KEEREWEE 3 INGEZONDEN. FINANCIEN. VRAGENRIJRRIEK. De Regeering over de geheele linie overwinnares Een communistisch succesje! Toen wij gisteren onder de telegrammen meldden, dat de economische partij voor Brüning zou stemmen, was voor ons het pleit ten gunste van de regeering beslist en zoo is het geschied. Verklaring der economische partij. Het was bekend, dat de fractie de laatste dagen was bestormd met telegrammen, waarin verlangd werd. dat de economische partij zich bij de rechtsche oppositie zou aansluiten, doch evenzeer was het bekend, dat vele leden van de fractie besloten wa ren onder geen omstandigheden de tegen woordige regeering ten val te brengen en liever uit de partij zouden treden. De fractieleider heeft met groote politieke tact een uitweg uit dezen moeilijken toe stand gevonden door de formuleering. dat de economische partij aan den eenen kant den nadruk legt op de noodzakelijkheid, dat de tot de oppositie behoorende massa der nationaal gezinde jeugd betrokken zal worden bij verantwoordelijke medewerking der regeering. doch dat aan den anderen kant vastgesteld moet worden, dat onder de tegenwoordige omstandigheden een rechtsche regeering niet de voor een vruchtbaren arbeid noodige meerderheid heeft, zoodat de val van het tegenwoor dige kabinet, afgezien van alle andere schadelijke gevolgen, niet in het belang van de rechtsche nationale kringen zou zijn. In de verklaring werd er verder op gewezen, dat de rijkskanselier bil de on derhandelingen met de partij heeft toege zegd. dat met de gerechtvaardigde vorde ringen van een zelfstandigen middenstand rekening zal worden gehouden. In onwrik- baren trouw aan den riiksoresident zou de egonomische partij het ten val brengen van het door Hindenburg benoemde kabi net niet dulden. Door deze verklaring ver dween de onzekerheid over den uitslag van de stemming en stond het vast. dat de re geering een meerderheid zou verkrijgen. Nieuwe rede van Brüning. Nadat deze verklaring was afgelegd, nam dr. Brüning het woord, om kort de ver schillende sprekers te beantwoorden. Hij begon te verklaren, dat de regeering zich niet zal verzetten tegen wijziging van de noodverordening on sommige punten, doch aan den wezenlijken inhoud mag niet worden geraakt, aangezien anders de stut ten van het economisch gebouw weggeno men zouden worden. De maatregelen van de regeering moeten als een geheel wor den beschouwd. Een andere oplossing van de bestaande moeilijkheden is practisch door geen enkele der sprekers aan de hand gedaan. De rijkskanselier dankte dr. Ober- fohren. den spreker der Duitsch-nationa len en dr. Frick. den woordvoerder der nationaal-socialisten. voor den goeden toon, die zij tegenover zijn persoon in acht hadden genomen. Vele maatregelen zouden overbodig zijn. indien een dergelijke ver betering in den toon ook tot in de kleinste vergaderingen in de kleinste gemeenten haar invloed zou doen gevoelen. Het is de regeering niet aangenaam dwang op te leggen aan de pers en ook zij wenscht vurig den dag te zien, waarop een vrijwil lige controle van de pers zelf het moge lijk zal maken van dwang af te zien. Daarop keerde de rijkskanselier zich tot de landvolkpartij en betuigde zijn diepe teleurstelling over haar oppositioneele houding, waardoor de historische fout is begaan met het wantrouwen in het geheele kabinet ook wantrouwen te betuigen in een zoo ijverig verdediger van den land bouw als minister Schiele is. Vervolgens besprak de rijkskanselier nog een anoniem geschrift, dat verspreid is en tegen den rijkskanselier was gericht. Hij liet zich daarover in scherpe bewoordingen uit. Men kan het hem niet kwalijk nemen, indien hij niet op iederen aanval in een of ander obscuur blad antwoordt. Hij heeft belangrijker dingen te doen en heeft een te goede meening van het Duitsche volk dan dat hij dergelijke infame scribenten zou beantwoorden. Ook door andere ma noeuvres zal hij zich niet op een dwaal spoor laten brengen. De vorming van een nationaal concen tratiekabinet is zoo lang onmogelijk, als de groote partijen verlangen, dat de re geering een gesloten front tegen de arbei ders zal vormen. Een politicus, die zich van zijn verantwoordelijkheid is bewust, moet Verhinderen dat in een tijd van nood als in de eerstvolgende maanden het ge val zal zijn en in een tijd van groote spanning op het gebied der buitenlandsche politiek, het Duitsche volk in twee kampen zal worden verscheurd. Daarom gaat het ook niet aan om, zooals de industrie heeft gedaan te midden van de pogingen tot onderhandelingen met een programma voor den dag te komen, dat terstond aan leiding zou geven tot de vorming van twee fronten onder het Duitsche volk. die el kaar zouden bestrijden. De regeering wil veeleer een vredelievende verzoening tus- schen de verschillende belangen en heeft tot dit doel ook den economischen raad ingesteld. De stemmingen. Toen volgden de stemmingen. Met 295 tegen 210 stemmen en onthou ding van drie Duitsch Hannoveranen is de gecombineerde motie van wantrouwen verworpen en met 336 tegen 233 stemmen de motie tot opheffing van de noodveror deningen. die uitgevaardigd in den tijd dat de Rijksdag niet bijeen was, thans de sanctie van het parlement hebben gekre gen. De moties van wantrouwen tegen de ministers Gröner, Schiele en Stegerwald werden met een meerderheid van onge veer 100 stemmen verworpen, terwijl de door de Duitsch nationalen, nationaal- socialisten en communisten ingediende motie tot ontbinding van den rijksdag met 320 tegen 252 stemmen verworpen werd. Bij de stemming over de moties van wantrouwen, ingediend door de nationalen, Duitsch-nationalen en de communisten, stemden met de nationale oppositie vooi- de communisten, het grootste aantal af gevaardigden van de landvolkpartij, de meeste leden van de Duitsche volkspartij en de socialistische arbeiderspartj. Tegen stemden de regeeringspartijen, centrum. Beiersche volkspartij, staats partij, conservatieve volkspartij, de so ciaal-democraten, de economische partij, de christelijk-socialen en de Beiersche boerenbond. De Duitsch-Hannoversche afgevaardig den stemden blanco. Van de afgevaardigden van de Duitsche volkspartij hebben geheimraad Kahl, Glat- zel. Kalle, Thiel en dr. von Kardorff voor de regeering gestemd, terwijl de afgevaar digden dr. Moldenhauer en dr. Schneider zich van stemming onthielden. Deze af wijking van de houding, welke van de leden na de fractiezitting te verwachten was, is een gevolg van de verklaring welke Kahl deed, dat hij na rijpe overweging het met zijn geweten kon overeen brengen, tegen de regeering te stemmen of zich van stemming te onthouden. Deze verklaring was voor vier zijner collega's aanleiding zijn voorbeeld te volgen, terwijl Molden hauer en dr. Schneider zich van stemming onthielden. De landvolkpartij heeft met uitzondering van den afgevaardigde Schlange tegen de regeering gestemd. De rede van den rijkskanselier maakte een diepen indruk, waardoor de indruk van de rede, die hij Dinsdag heeft gehouden, nog aanmerkelijk verhoogd werd. De rijks kanselier weerlegde de argumenten van zijn tegenstanders op buitengewoon krach tige en zakelijke wijze, zoodat er niet veel in te brengen was tegen hetgeen hij zeide. Vooral het argument, dat bij de beraad slagingen niemand een andere oplossing heeft voorgesteld dan den weg. dien de regeering tot nu toe heeft beschreden en waarop zij voort zal gaan, sloeg zeer in en werd van verschillende zijden met teeke nen van instemming ontvangen. Het prac- tische resultaat van de zitting is, dat de rijksregeering thans 4 maanden den tijd heeft om met alle kracht te streven naar een oplossing van de belangrijke vraag stukken op economisch gebied en dat der buitenlandsche politiek, die in den eerst- volgenden tijd behandeld moeten worden. Bij de stemming over de noodverorde ningen heeft de Beiersche volkspartij zich van stemming onthouden, omdat zij eerst de beslissing over haar amendementen wilde afwachten. De Nazis verdwijnen. Toen de communistische motie van wantrouwen in stemming zou komen, ver klaarde Dr. Frick. dat bij het verloop der beraadslagingen de nationaal-socialisten geen belang meer hebben bij de verdere behandeling door het parlement, zoodat zij den rijksdag zullen verlaten, om buiten het parlement er voor te werken, dat de laatste stutten voor dit regeeringssysteem weggeslagen worden. Prelaat Leicht deelde nog mede, dat het door den rijkskanselier gebrand merkte anonieme geschrift met onware verdachtmakingen door den nationaal-so- cialistischen afgevaardigde Münchmeyer is geredigeerd. Deze mededeeling werd met een krachtig gerojp „Schande" ontvangen. De Duitsch-nationalen en de drie dis sidente afgevaardigden van het Landvolk sioten zich bij de verklaring van Dr. Frick aan. waarop de leden van de rechtsche oppositie onder groote onrust in de zaal de zitting verlieten. De communistische afgevaardigde Stöcker riep de nationaal-socialisten na, dat zij en hun bijloopers huichelaars zijn en het volk misleiden. De sociaal-democraat Soll- mann zeide. dat de vlucht van de natio naal-socialisten veroorzaakt is door de vrees, dat zij de moties, welke ingediend zijn voor de eischen der buitenlandsche politiek en voor de bescherming van de arbeiders zullen moeten verwerpen. Deze partij bestaat slechts uit marionetten in dienst van het groot-kapitalisme en van de afgedankte vorstenhuizen. Een communistische motie tot staking van de Young-betalingen en het uittreden uit den Volkenbond werd verworpen. Al leen de communisten stemden voor deze motie. De stemming over de verdere moties werd tot kwart over acht verdaagd, ten einde intusschen het seniorenconvent ge legenheid te geven, een zitting te houden. Een communistisch succes. Na de heropening van de zitting werd gestemd over een communistisch voorstel, om den bouw van den pantserkruiser te staken en de aldus bespaarde gelden te be stemmen voor w)nterondersteuning. Deze motie werd met de 211 stemmen der socia listen van belde richtingen en van de com munisten, die thans, nu de rechtsche op positie ontbrak, in de meerderheid waren, aangenomen. Het aantal tegenstemmen bedroeg 181. Talrijke andere voorstellen, o.a. dat van de Beiersche Volkspartij, tot wijziging der noodverordening, werden naar de -be voegde commissies verwezen. De Rijksdag op reces. Tegen het verzet der communisten, die reeds Dinsdag a.s. een verdere Rijksdag zitting wilden beleggen, heeft op verzoek der Rijksregeering de Rijksdag zich daarna verdaagd tot 23 Februari 1932. Het winterrecès zal echter alleeh de ple naire vergaderingen gelden, want de com missies zullen de handen vol hebben met de bestudeering der verschillende voorstel len, die haar toegewezen zijn. DE OUDE DAME VAN THREADNEEDLE- STREET. Zij is zeer oud, deze dame. Oud en eer biedwaardig. Haar eerbiedwaardigheid is aan de geheele wereld, letterlijk aan de geheele wereld, bekend. Op haar ouderdom wordt niet gelet, wèl op haar eerbiedwaardigheid. En zij is zóó gezocht, trots haar ouderdom, dat aan geen vrouw zóó het hof wordt gemaakt, in Engeland en in de wereld, als aan deze „oude dame van Threadneedlestreet." Haar officieele naam is iets anders. Dit is maar haar „petname", het lievelings naampje, dat men haar geeft. In de offi cieele kringen heeft zij een naam, die even deftig klinkt, even imponeerend. als b.v. „de Notre-Dame", of „de Dom van Keulen", of „het Vaticaan", of „het Krem lin". Want zij heet eigenlijk.... de Bank van Engeland. „De Bank van Engeland"! Dat is de oude dame van Threadneedlestreet, van het „kruip door, sluip door"-straatje te Londen. De lezer zal moeten erkennen, dat er niets frivools aan haar is, integendeel. Zij is eerbiedwaardig, soliede .met een on berispelijk verleden, een verleden, dat ruim twee en een kwart eeuw oud is. Want zij werd geboren in het jaar 1694. Haar geschiedenis is een epos, een oud helden dicht, zooals de oude heldendichten rijk aan tragische en komische strophen. Laat ik er iets van vertellen. Zij, de oude dame, is een historische figuur, die in deze,dagen van financieele bekommernissen voor Engeland en de geheele wereld en waarin 't Engelsche pond sterling zijn onaange taste positie ziet verzwakken, sterk in de aandacht der publieke belangstelling naar voren treedt en dus een historische figuur van groote actualiteit is geworden. Wij, gelukkige menschen van het mo derne wereldverkeer van thans, die inge schreven zijn als bezitters van een post gironummer, kunnen ons leven haast doorbrengen zonder klinkende munt te zien. Het uitgeven en het ontvangen van geld geschiedt op papier. Een briefje aan de giro-centrale engij betaalt uw schuldeischers; een briefje van anderen te uwen gunste aan dezelfde centrale en gij ontvangt, wat anderen schuldig zijn. Inbrekers worden overbodige verschijnse len: wie heeft er nog bankpapier en ge munt metaal in huis?! Maar vroeger was het anders. Toen plachten kooplieden hun geld te bewaren in met ijzer beslagen kisten, door scherp zinnig gecompliceerde sloten verzekerd, en hun schuldeischers in harde ducaten of kronen uit te betalen: baar op de toon bank. Maar de tijden veranderen. De welstand werd grooter; er kwam meer geld in omloop. Ook in Engeland. De goud smeden te Londen, in Lombard-street, werden langzamerhand bankiers, bekend als zij waren met de edele metalen. Geld wisselkantoren verbonden zich aan de juwelierswinkels en goed gemetselde kel ders verborgen de schatten aan goud en zilver, zoo gemunt als ongemunt. De oude koopheden en de Engelsche aristocraten pruttelden wel wat tegen het feit dat de goudsmeden de schatmeesters der stad Londen werden, maar het was nu eenmaal zoo en de vereeniging der twee beroepen bespaarde veel tijd en legde den grond slag tot een degelijk Lorrdensch bankwe zen. Daaruit kwam aan het einde der zeventiende eeuw de gedachte voort, een „nationale bank" te stichten. Er waren glorierijke voorbeelden: de Bank van den Heiligen Joris in Genua o.a., die al geld bewaarde en crediet verleende, toen Columbus nog niet eens den weg naar Amerika had gevonden. En dan de Am- sterdamsche Bank, die zelfs heel moeilijke tijden met moed en shcces, had door staan, toen de legers van Lodewijk XIV onze Republiek binnenvielen. Waarom zou Engeland geen Bank van Engeland kun nen stichten? Er kwamen allerlei voorstellen in. De meeste opmerkzaamheid trokken die van den Schot William Paterson. Hij had lange jaren in Holland gewoond, daarna op de Bahama-eilanden vertoefd als zende ling, zeiden sommigen; als avonturier beweerden anderen en hij was een scherpzinnig en ondernemend man, op de hoogte van den geldhandel en, behalve I werkzaam, zeer bespraakt. Toen de Engelsche regeering door den oorlog met Frankrijk en Ierland schulden had gemaakt, legde Paterson haar zijn plan voor. De uitvoering werd echter vertraagd, omdat het Engelsche volk op vrede aan drong en niet veel voelde voor een Hol- landsch systeem van bankwezen: „Wij hebben buitendien al te veel Hollandsch gedoe in het land", heette het schamper, wat niet erg beleefd en welwillend was jegens den koning-stadhouder Willem III, die den Engelschen een vreemde bleef, al v/as hij dan ook de grootste koning, dien zij ooit hadden gehad, 't Is waar. Willem III kon soms snakken „naar een paar uren op de Haagsche kermis", maar het verhin derde niet, dat hij een goed regeerder was voor de Engelschen, zoodat de regeering van „William and Mary" nog steeds een hoogtepunt beteekent in de Engelsche geschiedenis. Intusschen met tegenzin tegen een banksysteem worden geen oorlogsschulden betaald. Dus vatte de regeering de onder handelingen weer op. toen de bekwame financier Montague het project van Pater son goedgekeurd en aangeprezen had. Een kapitaal, uit leening verkregen, groot 1.200.000 pond sterling, zou bijeengebracht worden: het zou 8 pCt. rente doen, wat in dien tijd niet zeer hoog was, en aldus zou zich een geprivilegieerde maatschappij vormen. Toen het plan bekend werd, werd er ge bruld van woede. De Tories meenden, dat dit het einde was der monarchie. Koningen en Banken konden niet naast elkaar be staan. De Whivs daarentegen vreesden het tegenovergestelde. Zulk een geld-onder- nemine zou een wapen worden in de hand der ..tyranny". De goudsmeden en de geld schieters zaeen hun zaak benadeeld en verzetten zich. Maar het hieln niet. Het plan werd door het Lagerhuis aange nomen. nadat met scherpe bewoordingen benaald was. dat de Bank nimmer geld aan de Kroon zon toestaan zonder goed keuring van het Parlement, Ook het Hoo- gerhuis ging toen mee. ©EERSTE ©VOLIE MAAN CA LAATSTE KWARTIER 0NIEUWE MAAN ZUBD VENUS MARS <3> JUPITER SATURNUS Zaterdag 17 komt het E.K. juist om 8 u. boven den Z.Z.W.-lijken horizont kij ken; Dinsdag den 20en staat het om dien tijd laag in het Z„ in den meridiaan. Men dient er rekening mede te houden, dat in werkelijkheid het Oosten rechts en Westen links van den toeschouwer is, wanneer deze met den rug naar 't Zuiden en het gelaat naar 't Noorden gewend staat; men pleegt echter bij sterrekaarten dit om te keeren, om geen spiegelbeeld van den hemel te krijgen. Wil men nu b.v. de sterrebeelden aan den Oosthemel opzoeken, dan neme men dat deel van den kaarthorizon, waar OOST staat voor zich. zoo, dat de Poolster (aan het einde van den Kleinen Beer) van den toeschou wer is afgewend: men zal dan voor het NO-lijke vierdepart van de kaart de sterrenbeelden zien, juist zoo, als zij aan den hemel staan. De sterren in bovenstaand kaartje, die een gekartelden rand hebben zijn van de ie grootte of helderder; de dikke ronde stipnen zijn sterren van de 2e grootte en al de andere, kleinere stippen zijn sterren van de 3e of van een, lagere grootteklasse, De kooplieden juichten. De leening werd binnen tien dagen volteekend en het be drag er van volledig gestort, nog voordat de eerste termijn van betaling verschenen was. Zoo was de geboorte der Bank voor spoedig. „Eeiac woonde zij in een klem-armelijk huisje. Haar schatkist was niet veel groo ter dan een gewone matrozenkist. Men begon met een neel klein getal ambtenaren. Eenige menschenleeftijden lang bleef zij een lichaam met „whigsch" karakter, wane de Stuarts moesten niets van dat instituut hebben. Toch was de invloed van de Bank zeer groot, zóó groot, zegt Macaulay, dat zij bijna even veel invloed had als de Kerk, die in de handen der Tories was. Toch bedreigden de Bank ernstige ge varen. In 1707 b.v., toen een aanslag op den troon gevreesd werd, en in 1745 toen prins Charles Edward Stuart in Lancashire binnenrukte. Toen kwamen van alle zijden de schuldeischers van de Bank opzetten om hun deposito's op te vorderen. Maar de directeuren van de Bank waren listig. Zij lieten hun eigen agenten aan de loketten komen om groote sommen op te vragen, betaalden die uit en lieten door een ach terdeur het geld weer terugbrengen. Dat deed tijd winnen en het gaf vertrouwen., In 1780, toen er anti-katholieke onlusten waren, werden eerst de katholieke kapellen en de winkels der kaarsenverkoopers ge plunderd en daarna ging het op de Bank af. Maar hier wachtte een afdeeling sol daten de komenden af; de ambtenaren hadden hun looden inktkokers tot kogels versmolten en verdedigden zich krachtig, zoodat de aanval werd afgeslagen. Sedert dien Engeland is vol aardige, oude ge bruiken heeft de Bank eiken avond een militairen wachtDOst. waarvan de offi cier met twee vrienden het recht heeft op eenavondeten! Ook de Revolutie-jaren aan het einde der 18e eeuw waren moeilijk, zóó moeilijk, dat de regeering de Bank van de verplich ting moest ontheffen, hoogere biljetten dan van 20 shilling uit te betalen. Weer later in 1832 is er een „run", uit gelokt door aanplakbiljetten met een po litieke beteekenis: „To stop the Duke, go for Gold!" („Wilt ge den hertog lam slaan haal dan uw goud op!") De „duke" was de hertog van Wellington. Hij was weinig bemind en aangezien gevreesd werd, dat hij een ministerie zou vormen, sloeg de oproep in. En dan van moeilijkheden gesproken! de vervalschingen der bankbiljetten! Ze beslaan vele donkere bladzijden in het levensboek van „de oude dame van Tread- needlestreet". De eerste vervalsching die bekend geworden is, werd gepleegd door een garenhandelaar uit Strafford. Hij han delde niet uit armoede. Neen. Hier was het: „cherchez la femme", de vrouw in het spel. Hij wilde voor een jonge dame den rijken man uithangen. Het bracht hem aan de galg. Maar in het groot werd vervalsching gepleegd door een man, die als „Old Patch" bekend stond, met een gezicht als van een gemoedelijken grootpapa, die geen kip kwaad zou doen. „Old Patch" maakte zijn eigen papier, had zijn eigen volledige druk kerij en hij vervalschte daarmede bank biljetten. Toen hij de Bank voor tweehon derdduizend pond zegge twee millioen vierhonderd duizend gulden had bedro gen, werd hij gepakt en opgesloten. Toen hing hij zichzelf maar op, voordat de justitie het kon laten doen. Nog één man wil ik noemen; om dezen gaat een legende. De bankier Fauntleroy, een levenslustige epicurist, bedroog de Bank tot een bedrag van 360.000 pond. Hij werd gepakt en te New Gate ongeknoopt, maar. zoo zegt de volksmond, hij had zich een zilveren buisje in de keel gestoken, was niet dood gegaan, had weten te ont snappen en was naar Parijs gevlucht. Nu, op dit oogenblik en de financieele crisis van Engeland en van de geheele wereld verandert daaraan niets is „de oude dame van Theadneedlestreet" de deftigste matrone van Engeland. Nu kijkt de meest hooghartige Tory en de meest democratische Whig naar haar met oogen vol bewondering en eerbied. In de kelders van haar woning, in goede gewelven be waakt door alles wat de veiligheid kan bevorderen, liggen de millioenen aan goud en zilver, in munten en in staven. Mis- schien liggen er thans niet precies zóóveel als noodig ware geweest om de verzwak king van het pond sterling te verhoeden, maar de goudvoorraad, die van het zilver, is toch van een zóó respectabele waarde, dat bij het voorzichtig financieel beleid der Bank en met vermijding van onbere- deerde en ongerechtvaardigde handelingen van de zijde van het publiek de toekomst zoowel dezer groote financieele instelling als die van het Engelsche crediet nog geen groot gevaar loopt. Die voorraad van goud en zilver ligt veilig in het imposante ge bouw. dat de bescheiden behuizinge van den aanvang verving. Zelfs de gouverneur van de Bank kan alleen niet bij de schat ten komen. De drie sleutels der schatka- meren zijn in handen van drie hoogwaar- digheidsbekleeders, die slechts het slot kunnen openen, wanneer zij gelijktijdig daartoe medewerken. De Bank drukt haar circulatie-papier zelf: de tot haar terugkeerende biljetten, hoe proper ook, worden ingehouden, vijl jaar lang bewaard en dan verbrand. Van daar het vele nette Engelsche bankpapier, dat in omloop is. Ook daarin is „de oude dame" een voorbeeld. Haar liefdesbriefjes zijn smetteloos. Zelfs dat maakt haar sympathiek. Hoewel gehuwd, ben ik niet bang dit zwart op wit van haar in het openbaar te verklaren. A. J. BOTHENIUS BROUWER. RECLAME. BEGRAFENISSEN Tel. i auto-transport mèMAT Aalmarkt 16.' CREMATIE (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. PROTEST TEGEN GRONDAANKOOP. Geachte Heer Redacteur! Met groote verbazing energernis la! ik gisteren in Uw geacht Dagblad, dat a.s Maandag in den Gemeenteraad zal be handeld worden een voorstel van B. en W tot aankoop van 5.1160 H.A. land in hel verlengde van de Mariënpoelstraat en d( Oegstgeesterlaan, voor slechts!! f. 122.225.- Mocht de raad den moed missen om dil van weinig zuinigheid getuigend voorste, te verwerpen, dan hoop ik, dat zich een comité uit de brgerij zal vormen om bij Gedeputeerde Staten te reclameeren en t< protesteeren ter voorkoming, dat een even tueel besluit tot aankoop zal worden goed gekeurd. Met dank voor de plaatsing, J. A. VAN HAMEL Leiden, 16 October 1931. ZUIDER HANDELMIJ. TE VAALS FAILLIET. De rechtbank te Maastricht heeft de N.V. Zuider Handelsmaatschappij, te Vaals, aan welke op 12 September surséance van be taling werd verleend tot en met 31 De cember 1932, In staat van faillissement verklaard. Abonné. - Wendt U eens tot den Dienst voor Sociale Zaken, alhier. Waarschijnlijk kan men U daar volledig Inlichten. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10