72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 October 1931
Derde Blad
No. 21955
PARLEMENTAIR OVERZICHT
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
„ARNHEM"
12 r JARIG JUBILEUM VAN DEN HEER E. A. v. DAALEN.
FINANCIËN.
FEUILLETON.
Het Kostbare Meesterstukje
EERSTE KAMER.
NEDERLAND EN BELGIË.
Jhr. B. C. de Savornin Lohman,
In den laatsten tijd hebben allerlei ge
ruchten geloopen in verband met de on
derhandelingen tusschen Nederland en
België, en deze hebben aanleiding gegeven
tot de Interpellatie van den heer De Sa
vornin Lohman. (Gisteren reeds in het
kort vermeld. Red. ,i. D.").
De interpellant wees er op, dat volgens
die geruchten de Regeering eenigszins af
geweken zou zijn van haar vroegere stand
punt inzake het veelbesproken kanaal tus
schen Antwerpen en den Moerdijk en
stelde in verband daarmede een reeks
vragen, waarvan de kern was te weten te
komen hoe het nu eigenlijk stond met de
onderhandelingen en of de Regeering in
derdaad van opinie was veranderd
Minister Beelaerts van Blokland.
Minister Beelaerts van Blokland wees
er op, dat aan de Regeering het recht
toekomt te beoordeelen. wat zij over han- i
gende onderhandelingen zeggen kan. Dit
geldt, met name op het terrein der buiten-
landsehe aangelegenheden. De Minister
verklaarde dan ook. niet veel te kunnen
zeggen.
De Regeering houdt echter vast aan de
richtlijnen, welke zij voor het overleg
heelt aangegeven, en van hetgeen zij met
betrekking daartoe heeft gezegd, neemt zij
niets terug.
RECLAME.
de basis voor een zorgenvrij bestaan.
5646
Toch heeft de Minister nog gesproken
over liet open Schelde-vak, dat sommigen
wenschen als verbinding tusschen een
Nederlanasch en een Belgisch kanaal,
doch hij verklaarde uitdrukkelijk, dat
wat hij hierover zeggen zou, abstracte
mededeelingen waren, buiten eenig ver-
band met het hangende overleg. Reeds
vroeger heeft onze Regeering zich bereid
verklaard zich met België te verstaan over
een scheepvaart-verbinding tusschen Bath
en Dintelsas, en tevens, om tegemoet te
komen aan moeilijkheden, die binnen een
dergelijk tracé zich voor de scheepvaart
zouden opdoen. Met een dergelijke opzet
Pu ~.aldV? d? Minister zou het niet
in strijd zijn, indien ten Zuiden van een
dergelijke verbinding een werk in de
Schelde werd aangelegd, een strekdam,
om de binnenvaart van de zeevaart te
scheiden. De Minister gaf hierop een uit
voerige technisch-waterstaatkundige uit
eenzetting, waarvan de bedoeling was dui
delijk te maken, dat Nederland bereid
moet zijn binnen redelijke grenzen moei
lijkheden voor en belemmeringen van de
scheepvaart binnen de aangegeven gren
zen weg te nemen. De geest van het over
leg en de goede verstandhouding met Bel
gië vorderen, dat niet wordt vastgehouden
aan opzettelijk-noodelooze verkeersbelem-
meringen, wanneer die kunnen worden
weggenomen, zonder Nederlandsche be
langen te schaden. Een gesloten strekdam
met behoud van een toeleidings-kanaal
voor de ai Watering, zou mogelijk zijn.
De heer De Savornin Lohman consta
teerde in zijn repliek, dat de Minister op
geen enkele vraag een volledig antwoord
hact gegeven, doch hij trok toch de con
clusie, dat het aan te leggen kanaal zal
doorloopen met vermijding van de open
Schelde. Dit noemde hij zeer bedenkelijk.
Niemand heeft ooit gedacht aan een ge
sloten strekdam. Spr. meende dat het
nieuwe plan wel degelijk in strijd zou
zijn met vorige toezeggingen. De open
Schelde moet niet worden vermeden. Ons
volk mag niet voor een voldongen feit
worden gesteld
Nadat de heer Van Embden had ver
klaard. dat deze aangelegenheid allereerst
bij de Tweede Kamer thuishoort, en niet
bii de Eerste, zei ook de heer Van Lan-
schot, dat aan het beginsel van de open
Schelde vastgehouden zal moeten worden,
liij vroeg of de Minister bereid was, met
het oog op het afwaterings-belang het
bestuur der provincie NooTd-Brabant te
hooren.
De heer De Zeeuw verklaarde, dat Rot
terdam huiverig zal zijn mee te helpen
aan een concessie voor Antwerpen, zoo
lang de Nederlandsche Regeering zich zoo
weinig aantrekt van Rotterdam; de heer
Koster verklaarde bij de begrooting op de
zaak te zullen terugkomen; de heer Briët,
die de interpellatie volkomen op haar
plaats achtte, en betreurde dat de Minister
niet mededeelzamer was geweest, trok de
conclusie dat de Regeering de nationale
belangen wil opofferen, waartegen hij
ernstig waarschuwde; de heer Blomjous
meende dat de Regeering streeft naar een
nieuw Moerdijk-kanaal en waarschuwde
ook zijnerzijds, en de heer Wibaut maakte
de opmerking, dat de Minister door zijn
mededeelingen stof heeft gegeven voor een
nieuwe nationale campagne tegen een
verdrag met België.
De Minister herhaalde ténslotte, dat de j
Regeering zal blijven binnen de richtlijnen t
van het memorandum van 1S29 Met de
provincie Noord-Brabant zal nog overleg
v/orden gepleegd.
En:
hierna werd de interpellatie gesloten,
die dus als resultaat heeft gehad de me-
dedeeling, dat de Regeering vermoedelijk 1
zal voorstellen in de Schelde een gesloten 1
strekdam aan te leggen ten bate der j
Belgische scheepvaart. Reeds nu is daar
tegen sterke oppositie gebleken.
TWEEDE KAMER.
MOBILISATIE-SLACHTOFFERS.
Nadat de interpellatie-Wijnkoop over de
verhouding met Frankrijk was afge
poeierd tot het begrootings-debat, heeft
de Kamer de behandeling van het ontwerp
inzake de mobilisatie-slachtoffers voort
gezet.
En:
nadat de heeren Joekes, Wijnkoop, Van
Dijk, Braat en mej. Westerman nog het
woord hadden gevoerd, heeft de Minister
van Defensie het wetsontwerp verdedigd.
Hij wees er daarbij op, dat het verder gaat
I dan de motie-Staalman, die in 1920 werd
I overgenomen. Eenerzijds moet rekening
i worden gehouden met de financieele om
standigheden des lands, anderzijds met
die van de betrokken slachtoffers. De uit-
keeringen zullen in den bestuurs-maat-
regel zóó worden geregeld, dat niemand
aan armoede wordt prijsgegeven; bij het
ontwerpen van dien maatregel zal de
regeling voor de oud-gepensionneerden tot
leiddraad strekken.
De Minister verklaarde overigens, dat hij
steeds tegenover de betrokken personen
zoo loyaal mogelijk is opgetreden en gaf
nog een overzicht van de regeling in
andere landen.
In zijn repliek verklaarde de heer K. ter
Laan niet bevredigd te zijn, maar natuur
lijk voor het ontwerp te zullen stemmen,
omdat het althans iets meer geeft dan de
bestaande regeling.
Ook andere sprekers repliceerden.
Op art. 1 hebben de heeren Ter Laan,
Tilanus, Schaepman en Van Dijk amende
menten verdedigd, die alle tot strekking
hebben de regeling te verbeteren, of nog
tot meer personen uit te breiden, maar
waar over al die amendementen eerst
Donderdag wordt gedebatteerd en beslist,
zullen wij de nadere bijzonderheden er van
bewaren tot ons volgend overzicht.
HAGENAAR.
R.-K. BOUWBLAD.
In het R.-K. Bouwblad treffen wij een
interessante beschouwing aan over de
„Restauratie en vergrooting van de Ned.
Herv. Kerk te Katwijk aan Zee", van de
hand van architect A. P. Smits. Het arti
kel is verlucht met diverse foto's en plat
tegronden.
ALS DIRECTEUR VAN DE GEMEENTEBEDRIJVEN TE KATWIJK.
t tegeltableau is vervaardigd door de plateelbakkerij „De Iris" te Gouda. De
ontwerper ervan is de heer P. Weerlee te Gouda. - In den linkerbovenhoek wordt
een voorstelling gegeven van het waterleidingbedrijf, rechts van dat van de elec-
triciteit. Het groote middenstuk geeft een reproductie van het gasbedrijf. Men ziet
de stokerij, de oliestokerij, een gashouder, de fitterij, enz. Verder staat er een
gedeelte van het Prins Hendrikkanaal met kaaimuur op. Het wordt geflankeerd
door de data 15 April 1919 en 15 October 1931. Er onder staat: Aangeboden door
het personeel van de bedrijven bij uw 12'/2-jarig jubileum.
NIEUWE UITGAVEN.
Verkade's Cactus Album.
In de serie overbekende Verkade's al
bums zal de 25ste de jubileum album
dus zonder eenigen twijfel een voor
name plaats innemen. Als onderwerp dei-
uitgave werd ditmaal de steeds meer in
populariteit winnende cactus genomen.
De schilders Voerman, Rol Sr. en Rol Jr.
hebben van het album een schitterend ge
heel gemaakt; zonder uitzondering mun
ten de groote en kleme plaatjes uit door
kleurenrijkdom en natuurgetrouwe na
bootsing, in welk verband de firma Van
Leer en Co. welke voor den druk dei-
plaatjes zorg droeg niet onvermeld mag
blijven. De heer A. J. van Laren droeg
zorg voor de soortenbeschrijving enz.
waarbij hij naast de Latijnsche namen
tevens Hollandsche benamingen aangaf,
hetgeen door cactussen-inzamelaars on
getwijfeld op hoogen prijs gesteld zal
worden.
Door de Centr. Commissie voor Bezuini
ging der Nederlandsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel is een brochure uit
gegeven. waarin de vraag behandeld wordt
hoe door herziening van de wetgeving, be
treffende het Lager Onderwijs op doelma
tige wijze bezuiniging is te verkrijgen.
RECLAME.
WIE IS DIE BROODMAGERE VRIEND
VAN JE, WILLY?
Waarschijnlijk weet hij wel, dat hij
door een paar maanden geregeld levertraan
te nemen, genoeg zou aankomen om er
weer als een normaal mensch uit te zien.
Vertel hem, dat hij die walgelijke lever
traan niet behoeft te slikken, omdat hij
precies dezelfde schitterende resultaten op
een geheel andere manier kan bereiken.
Zeg hem, dat hij Mc. Coy's Tabletten
koopt. Iedere apotheker en drogist ver
koopt ze a f. 1.95 en f0.95 per doos.
Iedereen kan drie pond aankomen, wan
neer hij deze tabletten gedurende een
maand gebruikt.
Een vrouw kwam zelfs vijftien pond aan
in zes weken. Kinderen worden flink en
sterk.
Eischt uitsluitend Mac Coy's Levertraan
Extract Tabletten, de origineele en eenige
echte. Weigert namaak. Wanneer niet
direct verkrijgbaar wendt U dan tot N.V.
Rowntree Handels Mij., Keizersgracht 124,
Amsterdam-C. 5794
Hedenmorgen om halfelf werd de direc
teur van de gemeentebedrijven, de heer
Van Daalen met mevrouw Van Daalen, in
het kantoor van de gasfabriek door het
gezamenlijke personeel der bedrijven ont
vangen. Dit had dezen dag. waarop de heer
Van Daalen 12V* jaar geleden zijn gewich
tige betrekking aanvaardde, niet onopge
merkt voor hem willen laten voorbijgaan.
Het kantoor was op kwistige wijze met
bloemen versierd.
Nadat de jubilaris met zijn echtgenoote
plaats genomen hadden, trad de oudste
in dienstjaren, de heer A. Kleinhout. naar
voren en sprak den jubilaris als volgt toe:
Ongetwijfeld mogen wij allen den dag
van heden met de uwen als een feestdag
beschouwen, waar gij thans den dag her
denkt van uw 12'/c-jarig jubileum als
Directeur der Gemeente-Bedrijven te
Katwijk.
Het is voor mij een niet gemakkelijke
taak om namens al het personeeel in korte
trekken aan te geven, hoe U in dat opzicht
èn om den persoon èn om de verhouding
die er tusschen u en het personeel bestaat,
gewaardeerd wordt, terwijl ook hetzelfde
gelden mag van de waaraeering. die u
tegenover het personeel koestert.
Het is dan ook geen wonder, dat wij
eenparig het plan hebben opgevat, om
dezen dag niet onopgemerkt te laten
voorbijgaan. Aangemoedigd door aller in
stemming werd besloten, om dien dag
daadwerkelijk te doen blijken van bijzon
dere belangstelling.
Tot dat doel moest een zeker bedrag
worden saamgebracht; het meest verras
send is wel 't feit, dat voor meer geld werd
geteekend. dan wij voor ons beoogde doel
noodig hadden. U ziet hieruit de werke
lijke behoefte, die zich had doen gevoelen,
een behoefte, die juist bij een gelegen
heid als deze in bijzondere mate naar
voren kwam. Een onzer medestrijders
opperde n.l. het idee om een tableau te
doen vervaardigen, waarop o.m. zou moe
ten voorkomen het gasbedrijf, waterbedrijf
en electriciteitsbedrijf. iets wat in zoo
nauwe betrekking staat met uw functie.
Wij koesteren den wensch, dat dit tableau
een plaatsje mag hebben in een uwer
kamers, steeds als een herinnering aan
dezen dag. waarmede wij u en de uwen
van harte gelukwenschen.
Het spreekt vanzelf, dat bij een feestdag
van een 12'/2-jarig jubileum als waarvan
hier gesproken wordt, in de eerste plaats
de jubilaris zelf op den voorgrond treedt,
wat niet zegt. dat mevr. Van Daalen geen
aanspraak maakt op een bewijs van bij
zondere sympathie, die ook het gezamen
lijk personeel haar toedraagt, en willen
daarom gaarne tegenover u onze oprechte
gevoelens toonen. Als blijk hiervan meen
den wij u met een bloemenmand te moeten
vereeren. waarin verschillende kleuren
zich vertoonen. Moge dit ook schijnen als
een symbool ten aanzien van hen, door wie
dit als een geschenk mag worden be
schouwd. en van wie ook gezegd kan wor
den. weliswaar van kleur te verschillen,
maar op dezen dag één te zijn. zooals ook
deze bloemenmand één geheel vormt.
En hiermede moge ik met deze toespraak
eindigen, met het verzoek aan onze vrien
den Hofkes en Kuyt den jubilaris het
tableau, en aan onze jongedame De Best
mevrouw Van Daalen de mand met bloe
men aan te bieden.
Met enkele woorden dankte de jubilaris
voor de vele blijken van belangstelling en
niet. in het minst voor de tot hem ge
richte woorden en de aangeboden ge
schenken.
LEVERING VAN TER BEURZE
GEKOCHTE FONDSEN.
Antwoord op de vragen van mr. Boon.
De minister van Financiën, de heer De
Geer, heeft het volgende geantwoord op
de vragen van het lid der Tweede Kamer,
den heer Boon, betreffende de levering
van ter beurze gekochte fondsen:
De meening dat het bestuur van de Ver-
eeniging voor den Effectenhandel niet de
hand zou houden aan het reglementaire
voorschrift, dat de levering van verkochte
fondsen in het algemeen moet plaats heb
ben uiterlijk op den vierden dag na het
sluiten der transactie, miskent het karak
ter van bedoeld voorschrift. Van de in
dit voorschrift vervatte verplichting kun
nen partijen van elkander de nakoming
eischen. Zij zijn daartoe echter niet ver
plicht en het bestuur kan bezwaarlijk
partijen tot nakoming dwingen, ook als
zij zelve die nakoming niet wenschen.
De speculatie a la baisse heeft in hoofd
zaak plaats in fondsen, welke geleend kun
nen worden, zoodat, ook indien door bo
venvermeld bestuur tot levering genoopt
kon worden, de baisse-handel daardoor
niet afdoende zou worden onderdrukt.
Van het geven van dwingende voor
schriften, die verder zouden moeten gaan
dan thans de bevoegdheid van boven
vermeld bestuur reikt, meent de minister,
o.a. gehoord de Commissie van deskun
digen. bedoeld in artikel 8 van de Beurs
wet 1914, zich te moeten onthouden, zoo
wel omdat dergelijke voorschriften prac-
tisch niet zouden zijn te handhaven, als
omdat zij een belemmering van den beurs
handel zouden vormen, welke ziqh met het
toenemend internationaal karakter der
Amsterdamsche Beurs niet zou verdragen.
Uit het Engelsch door mej. C. M. G. de W.
2)
HOOFDSTUK II.
S. Gedge keek zijn nichtje wat vragend
of twijfelachtig aan. Hij ïiield itiet van
vrouwen en vooral niet van jonge vrou
wen. Maar één feit stond vast: hij had
het zich zelf op den hals gehaald. Bij
deze bittere gedachte spande hij zich in
om te bedenken, wat zijn beweegreden ge
weest was. Hij kende zich zelf zeer goed
en wist zeker, dat.er een reden voor ge
weest was en een goede reden ook voor
zulk een ernstig vergrijp. Plotseling her
innerde hij ziph de werkster en zijn ge
zicht klaarde een weinig op.
Laat mij je eens goed aankijken,
nichtje. Als een havik naar een winter
koninkje, zoo was de blik, dien hij door
zijn brilleglazen op Julie wierp.
Groot en sterk lijk je mij. Ik hoop
dat je niet opziet tegen hard werken.
Ik zie nergens tegen op. Oom Si, zei
het meisje op beslisten toon.
Je hoeft niet te antwoorden, zei S.
Gedge kortaf. Als je hier blijven wilt, dan
moet je op je tellen passen en werken
voor den kost. Hij zuchtte en trok met on
geduldig gebaar den bril van zijn neus.
Dat had ik gedacht. Ik kijk je aan met
mijn verkoopersblik. Maar voor dit kar
weitje heb ik mijn koopersoog noodig.
Tastende in de kolossale zakken van
zijn kamerjas, gelukte het den ouden man
een tweeden bril op de duiken. Met een
doos gezicht zette hij hem op zijn neus.
...77 Nu. kan ik beginnen je te zien. Je
lijkt op je vader. Een knappe vent is hij
nooit geweest, die vader van jou.
Vader is dood, Oom Si. Er was een
^an afkeuring in Julie's flinke stem.
het was een heel goede man. Een beter
vader dan vadertje is er nooit geweest.
Ja, een goede man zal hij wel ge
weest zijn. Hij heeft zijn vrouw nauwelijks
genoeg nagelaten om zijn begrafenis te
betalen.
Het was vaders schuld niet, dat hij
ongelukkig was in zijn zaken.
Ongelukkig? S. Gedge gaf een flin-
ken duw aan zijn „koop"bri!. Ik voor mij
geloof ook niet aan geluk.
U niet? zei Julie op eenigszins uitda-
genden toon.
Daar geef ik geen antwoord op.
Oom Si hield een waarschuwenden vin
ger op. Wat jouw geluk zal wezen is dat
je niet tegen werken op ziet. Als je hier
blijven wilt, dan moet je je best doen.
Jullie erkende op nederigen toon, dat
zij haar best zou doen.
S. Gedge bleef haar aanstaren. Het was
hem duidelijk, dat hij een ontzettende
verantwoordelijkheid op zich genomen
had. Een levendig, scherpzinnig meisje,
negentien jaar oud, zoo'n echt moderne
ondeugd van een kind, met een eigen
opinie over alles, zou het leven voor hem
doen veranderen. Het diende nergens toe
dit feit onder stoelen of banken te schui
ven. maar een verstandig man had dit
eerder moeten bedenken.
De werkvrouw heeft een dag vrij, zei
hij, een einde makende aan zijn gepeins.
Ik zal je dus maar een handje helpen
met je koffer. Dan kun je een andere
jurk aan doen en aan het werk gaan. Als
je je wat moeite geeft voor je werk, dan
kan ik de werkvrouw misschien wel mis
sen. Die vrouw is maar een lastpost, zoo
als trouwens alle vrouwen. Maar zij is er
een van de ergste type. en ik heb al tien
jaar lang mijn best gedaan van haar af
te komen.
Stilzwijgend volgde Julie Oom Si naar
de keuken en trok in dien tijd een paar
zwart glacé handschoenen uit. Hij hielp
haar een koffer, die alles bevatte, wat ze
op de wereld bezat, een steil, smal wentel
trapje zonder looper op te dragen naar
een klein zolderkamertje, dat door een
beschot van een grootere kamer was af
gescheiden en licht ontving door een vuil
dakraampje. Er was een bedstede met een
matras, een latafel, een waschtafel en
een kapotte spiegel.
Als de jongen komt. zal hij je een
paar dekens brengen. Je kunt nu aan den
gang gaan, zoo gauw als je wilt.
Julie begon dadelijk haar koffer uit te
pakken. Daarna deed ze haar rouwjapon
uit en een oude japon aan, waarin ze van
plan was een aanvang te maken met haar
werk. De dood van haar moeder, nu een
maand geleden, had haar een gevoel ge
geven of zij alles verloren had, waar zij
prijs op stelde in de wereld. Niemand,
neen niets kon haar nu meer schelen.
Maar zij had beloofd zich dapper te hou
den; ze zou het leven aanvaarden met
moed en ze zou haar belofte gestand doen.
Daarom veroorloofde zij zich zelf ook
niet .veel tijd aan haar toilet te besteden.
Zij zou lust gehad hebben op den rand
van haar bed te gaan zitten in dat onge
zellige kamertje en aan haar tranen den
vrijen loop te laten. De toekomst was zoo
duister als een afgrond. Vooruitzichten,
plannen had zij niet. Zij had eerzucht, ja,
maar zij had geen opleiding gehad. Ze
had niets geleerd, waardoor zij zich een
weg kon banen door het leven, en al het
geld, dat zij ter wereld bezat, zat in haar
beurs, nog geen tweehonderd, vijftig gul
den: een rolletje muntjes en wat klein
geld. Er was niets meer overgebleven van
den verkoop van het huis, dat haar moe
der zoo angstvallig had behouden. En als
dat geld op was, zou ze moeten leven van
de weldadigheid van haar Oom Si, dien ze
steeds een hardvochtig mensch had hoo
ren noemen. Of ze moest werk zoeken om
in haar onderhoud te voorzien.
Zulk een toekomst zag er ellendig uit.
Maar terwijl Julie een andere jurk aan
deed, een oude huisjurk, drukte zij haar
lippen stijf op elkaar en nam zich voor
niet aan den dag van morgen te denken.
Oom Si had haar opgedragen de kachel
in de achterkeuken schoon te maken. Zij
hoopte dat te kunnen doen zonder
iemands hulp, heel alleen. En om die
ellendige pijn in haar achterhoofd niet te
voelen en niet na te denken, zou ze aan
niets anders denken dan aan het verrich
ten van haar werk.
Een minuut of tien nadat ze naar bo
ven gegaan was, kwam ze de zoldertrap
af. Ze had zelfs een werkschort aan, die
ze nog geaarzeld had in te pakken; ze
was zoo voorzichtig geweest het ding toch
maar mee te nemen.
Waar zijn de borstels en stoffers, Oom
Si, en de vuilnisbak?
In de kast in de achterkeuken. Het
geluid van die stem kwam uit de pak
kist, gevolgd door de verschijning van
een hoofd van een monster.
En ben je klaar met de keuken
kachel. dan kun je deze rommel oprui
men en daarna wat aardappelen koken
voor ons middagmaalals je tenminste
weet hoe je dat doen moet.
Ja natuurlijk weet ik dat
Je moeder schijnt je nog al goed op
gevoed te hebben. Als je je verstand bij
je werk gebruikt en je bent niet bang je
handen vuil te maken, dan denk ik dat
wij het best zonder $e werkvrouw kun
nen doen.
Moedig, met opgeheven hoofd ging ze
naar de bijkeuken, terwijl S. Gedge voort
ging steeds dieper en dieper in de pak
kist te duiken.
Eerst haalde hij er een porceleinen kom
uit, tikte er met zijn nagel tegen en hield
hem tegen het licht.
Dat is een mooi stuk, zei hij in zich
zelf. Eén ding moet ik van dien jongen
zeggen hij heeft er een goed oog op Ik
ben benieuwd wat hij hiervoor betaald
heeft. Maar ik zal het zoo aanstonds wel
hooren. En S. Gedge zette de kom op een
stoel tegenover de gravure „naar" P. Bar-
tolozzi.
Hij zette zijn onderzoek voort, maar er
volgde niet veel meer. Dat kon hij ook niet
verwachten. Hij had Willem maar vijftig
gulden meegegeven en dat was de kom
alleen wel waard. Het speet den ouden
man eigenlijk, dat hij Willem niet meer
had toevertrouwd. Er kwam nog een
koperen kolenschop voor den dag; als die
goed opgepoetst werd kon hij er nog wei
drie pond. dus zes en dertig gulden voor
krijgen, en een stel haardijzers en andere
kleinigheden, die nu wel niet zooveel
waard waren, maar alles bij elkaar bewees
toch wel dat de vijftig gulden goed be
steed waren.
Nichtje, riep Oom Si, toen de kist
eindelijk leeg was, kom eens hier en help
mij een handje.
Opgewekt en flink hielp Julie den boel
op te ruimen en de pakkist naar den
achtertuin te sleepen.
Toen dit alles naar wensch was afgeloo-
pen, zei de oude man:
Zie zoo, ga nu eens zien wat je van
aie aardappelen terecht brengt. Kook ze
maar met schil en al. Dan gaat er minder
verloren en het is lekkerder.
Hoe laat eten we. Oom Si?
Om één uur precies.
Dit zeggende deed S. Gedge zijn boord
om, trok zijn morgenjapon uit en zijn
winkeljas aan en schuifelde naar den
wmkel met de gelaatsuitdrukking van een
man, die zijn tijd niet verbeuzelen kan.
Tot nu toe ging alles goed. Het meisje
scheen welwillend te zijn en geschikt
voor haar werk en hij hoopte, dat zij
onderdanig zou blijven. Dat lag echter
niet in den geest van den tijd.
De meisjes van den tegenwoordigen tijd
waren vreeselijk onafhankelijk. Ze zouden
je brutaal aanspreken en je durven aan
kijken. er was geen twijfel aan. ze wisten
veel meer dan hun grootmoeders. Met het
eenige kind van zijn halfbroeder, die heel
weinig te beduiden had. had S. Gedge
zich heel wat moeite op den hals gehaald.
Toch kon hij niet ontkennen, dat Julie
begonnen was zich van haar taak heel
goed te kwijten en indien hij den volgen
den morgen tot de werkster kon zeggen:
VroUw Ranciman. je kunt nog een dagje
blijven, en naar een andere betrekking
uitzien, dan zou hij een gelukkig man
wezen.
(Wordt vervolgd).