72ste Jaargan* LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 13 October 1931 Derde Blad No. 21953 RADIO-PROGRAMMA. GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. DE WENDING. Van „L. F. C." is een verzoek ingeko men om de sub a genoemde perceelen wederom voor den tijd van vijf jaren te mogen huren, en wel voor den prijs van f.800 in totaal per jaar, d. i. plm. f.216 per H.A., en overigens onder de thans gel dende voorwaarden. In de huidige om standigheden kan met dezen prijs naar de meening van de Commissie van Fabricage en van B. en W. genoegen worden geno men. De R. K. Hoogere Burgerschool wenscht de huur van het perceel sectie O, No. 667 (ged.) voor den tijd van één jaar op den bestaanden voet, derhalve tegen een huurprijs van f.200 in totaal per jaar, te bestendigen. Tegen inwilliging bestaat h.i. geen be- ZUIDERKWARTIER EN DE STADSZAAL. Het bestuur van de Leidsche Speeltuin- vereeniging „Zuiderkwartier" vraagt het kosteloos gebruik van de groote zaal der Stads-gehoorzaal op een der eerste dagen van de maand December, zulks ten be hoeve van het houden van een ontspan- nings- of St. Nicolaasavond. Ingevolge de bepalingen van het con tract van verhuring van de gehoorzaal kan alleen ontheffing van zaalhuur wor den verleend, indien de bijeenkomst uit sluitend strekt ten algemeenen nutte. Dit laatste is in casu niet het geval. Maar al ware deze restrictie niet ge maakt, dan nog zouden B. en W. geen vrijheid kunnen vinden tot het nemen van eene gunstige beslissing te advisee- ren, omdat dit zeer zeker een precedent zou scheppen. Immers, er zijn hier ter stede tal van vereenigingen en commis- sie's, die jaarlijks St. Nicolaas-, Kerst feest- en Lentefeestvieringen organisee- ren en die zeker niet zouden nalaten eveneens vrijstelling van de betaling van zaalhuur te vragen. Zij geven dan ook,in overweging niet op het verzoek in te gaan. GEEN SUBSIDIE MEDISCH CONSULTATIE-BUREAU. Het Medisch Consultatiebureau verzoekt om een jaarlijksche subsidie van f. 500. Het Bureau werd in 1912 opgericht, doch het moest in 1924 om verschillende rede nen, waarvan wel de voornaamste was, gemis aan hulp bij het te verrichten werk, worden gesloten. Na aldus gedurende zeven jaren de werkzaamheden te hebben gestaakt, be sloot het bureau in den loop van dit jaar weder een poging te wagen tot hervatting van den arbeid. De inkomsten zijn echter onvoldoende om in de uitgaven te kunnen voorzien, terwijl toch blijkens de overge legde begrooting de kosten worden ge raamd op bijna f. 600 per jaar, kan het bureau als ontvangsten daartegenover slechts stellen een bijdrage van den Volks bond tegen drankmisbruik van f. 50 en een opbrengst van contributies van pl.m. f. 40. Tot dekking van het tekort aan middelen van pl.m. f. 500 doet het bureau een beroep op den financieelen steun van de gemeente. Zooals bekend is, heeft de bestrijding van het drankmisbruik reeds sedert tal van jaren de daadwerkelijke belangstelling van de gemeente. Telken jare wordt op de begrooting een bedrag van f. 600 uit getrokken ter verdeeling onder de in aan merking komende plaatselijke drank- bestrijdersvereenigingen. Hoezeer ook het streven van de onder havige instelling de sympathie heeft, zoo kunnen B. en W. toch geen vrijheid vin den, inwilliging van het verzoek thans reeds te bevorderen. Nog slechts enkele maanden geleden werd het bureau, zooals bleek, heropend, in dezen korten tijd heeft aan het bureau de gelegenheid ontbroken om te toonen, dat zijn werk, ook wat den omvang be treft, op den duur van zoodanig practisch nut en belang zal zijn, dat subsidieering uit de gemeentekas in dezen tijd, nu be perking van uitgaven zoo zeer geboden is, gemotiveerd zou zijn. Uit de rapporten blijkt o.m., dat het bureau met de verschillende vereenigln- I gen op het gebied van de drankbestrijding j nog weinig of geen contact heeft gehad, terwijl de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon mededeelt, dat sedert de heropening het bureau slechts drie ondersteunden onder zijn be scherming nam. Voorts vestigt deze Commissie terecht RECLAME. 5620 van den hoofdprijs f 5000,— of één der andere 1190 geldprijzen, die ge door deelname aan de nieuwe Sanella-Prijs- vraag kunt winnen! Vraag vandaag nog aan Uw winkelier meerdere gratis-exem plaren voor deelname. Iedere deelnemer ontvangt een Verkeerskalender voor 1932 de aandacht op de geringe bijdragen van particuliere zijde; ook blijkt uit de toe lichting niet, dat het bestuur gedaan heeft wat in zijn vermogen ligt om de bij dragen te doen toenemen. Kunnen B. en W. derhalve thans geen aanleiding vinden een voorstel tot toeken ning van subsidie te doen, wel zijn zij gaarne bereid de aangelegenheid nader te overwegen, zoodra het bureau zijn levens vatbaarheid en belang als instelling voor de bestrijding van het drankmisbruik vol doende heeft bewezen en tevens heeft aan getoond dat van particuliere zijde in die mate gesteund wordt, als in redelijkheid mag worden verlangd. DE CENTRALE RIOLEERING. In de Raadsvergadering van 24 Augustus 1931 werd besloten tot gedeeltelijke dem ping van de Middelstegracht en aanleg van een rioleering in die gracht. Het is wenschelijk tegelijk met de uitvoering van deze werken de aansluiting van het door de omgeving van Middelstegracht en Vestestraat gevormde gedeelte van wijk X (gelegen ten Westen van de Heerengracht) aan de centrale rioleering tot stand te brengen. De daartoe uit te voeren werk zaamheden zullen bestaan in het leggen van een 68 meter lang onderheid riool, wijd 50/75 c.M., in dpp Ouden Rijn (zuid zijde) met twee zinkers, inwendig wijd 600 m.M, een door de Uiterstegracht en een door de Middelstegracht, alsmede het maken van een nooduitlaat in den Nieu wen Rijn bij het zuidelijke einde van de Middelstegracht. Aldus zal de ontbrekende schakel tus- schen de ontworpen rioleering in de Mid delstegracht en het stamriool Oude Vest KoestraatOude Rijn, hetwelk nagenoeg gereed is worden verkregen. De kosten van de genoemde werken die van de rioleering in de Middelste gracht zijn reeds in 't boven aangehaalde Raadsbesluit van 24 Augustus 1931 begre pen worden geraamd op pl.m. f. 25.000, welk bedrag overeenkomstig het steeds gevolgde stelsel ten opzichte van aanslui ting van wijken aan de centrale rioleering uit geldleening zal kunnen worden-gevon den. BOUWRIJP MAKEN VAN GRONDEN. 30 Maart 1931 werd besloten tot aan koop van eenige gronden, gelegen bij de Cronesteinkade, tusschen de Roodenbur- gerstraat en de Stadsmolensloot. Deze gronden komen door hun ligging in aan merking om zoo spoedig mogelijk bouw rijp te worden gemaakt. Volgens het ont- werp-uitbreidingsplan, waarmede het stra tenplan overeenstemt, zal de voor bebou wing vrijkomende grond, ter grootte van pl.m. 10.075 M2, zijn te bestemmen voor z.g. half open bebouwing. Ontworpen zijn straten in het verlengde van de Cronesteinkade en van de Thor- beckestraat, alsmede een straat langs de Stadsmolensloot. Langs deze watering is voorts een wandeldreef gedacht, in ver band waarmede een breede berm is ge projecteerd. Ten einde de verbinding van de aan te leggen straten met het verdei zuidoostelijk gelegen stadsgedeelte tot stand te brengen, zal te zijner tijd een brug over de Stadsmolensloot moeten worden gebouwd, welke brug is gedacht tegenover de te verlengen Thorbeckestraat. De kosten van den thans voorgestelden straataanleg worden geraamd op pl.m f. 47.300, welk bedrag behoudens een na te noemen uitzondering ten laste van het Grondbedrijf moet worden gebracht. Bedoelde uitzondering betreft de per ceelen, kadastraal bekend als gemeente Leiden, Sectie M, Nis 4441 en 4158, uit makende een gedeelte ter halve straat breedte resp. van de verlengde Thor- leckestraat en van -de verlengde Rooden- burgerstraat. Deze perceelen, welke reeds vroeger door de gemeente in eigendom zijn overgenomen, waarbij wat het eerstge noemde betreft voor de kosten van straat- aanleg een bedrag van f. 1070 in de ge meentekas werd gestort, grenzen aan par ticuliere gronden, in verband waarmede de kosten van straataanleg op deze per ceelen. in totaal geraamd op pl.m. f. 3300 niet ten laste van het Grondbedrijf be- hooren te komen. Om praeadvies werd in handen van B. en W. gesteld een beroep van C. C. van den Bosch tegen de beschikking van B. en W. van 29 Juli 1931. waarbij hem vergun ning is geweigerd tot uitbreiding van de waseh- en strijkinrichting op het terrein nabij den Zoeterwoudschen Singel, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M. No. 1162. De afwijzende beschikking steunt op de overweging, dat het plan niet voldoet aan het bepaalde bij artikel 1. eerste alinea van de verordening op het bouwen en sloopen. Ook de billijkheid is volgens B. en W. volledig betracht. VOOR WOENSDAG 14 OCTOBER. Hilversum 298 M. Uitsl. VARA-Uitzen- clirig. 10.00 v.m. VPRO. 6.45—7.00: en 7.45: Gymnastiek o.l.v. G. Kleerekooper 800: Gramofoonpl. 10.00: Morgenwijding 10.15: Voor Arb. in de Continu-bedrijven. Minny Erfman (voordracht) en het Trio Drukker (viool, cello, piano) 12.00: Con cert VARA-septet o.l.v. Is. Eyl en Gramo- foonpl. 1.45- Pauze 2.15: P. J Kers: „Onze keuken" 3.00: „Maak het zelf" door Mevr. C. Schaake—Verkozen 1 3.30: „De gouden Kastagne", kindertooneel- stukjc door L. Roggeveen. Leiding W. van Capellen 4.30: Vraaguurtje door Oom Henk 5.30: Concert VARA-septet o.l.v. Is. Eyl 6.55: Mededeelingen inzake „Het Groote Volk" door Veenstra 7.00: Jood- sche uurtje mm.v. I. Alter (tenor) Amsterd. Joodsch koor o.l.v. S. H. Englander (te vens piano-begeleiding) 8.00: Concert VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. M.m.v. mevr. Hartog-Horneman (zane) 900: „De we<" liegt nooit" van R. Betsch. Het Groot Volkstooneel 10.30: Vervolg en slot concert 11 00: Nacky Mulder (Humo rist 11.30—12.00: Gramofoonpl. Huizen 1875 M. Uitsl. NCRV-Uitzending 8.00: Schriftlezing 8.15: Gramofoonpl. 10.00: Zang NCRV. Dameskoor 10.30: Ziekendienst 11.00—12.00: Harmonium- carc rt door M F. Jurjaanz. M;j A. Ge:st (sopraan) 12.00: Politieber. 12.15: Gramofoonpl. 12.30: .Concert Mej. N. Biersteker (sopraan), P. v. d. Hurk (fluit), W. Clemens (fluit) ,J. Monissen (piano) - 2.00: Gramofoonpl. 2.30; Lezen van Chr. Lectuur door mej. Wentink 3.00: Con cert mevr. M. Hoving-van Driel (sopraan), C. v. Driel (viool), H. Duinker (piano) 4.30—4.45: Gramofoonpl. 5.00: kinder uurtje 6.00: Voor de landbouwers. L. Eigeman: „Algemeene raadgevingen op het gebied van ziektenbestrijding bij planten" 7.00: Afgestaan 7.30: Politieber. 7.45: Ned. Chr. Persbureau 8.00—9.30: Vanui* de nieuwe Zuiderkerk te Den Haag: „De arbeid onder de verstrooide Gerefor meerden in Ned. Indië" 9.30—11.00: Concert H. Hermann (viool), IL v. d. Horst Jr. (cello), mevr. R. A. v. d. Horst-BIeek- rede (piano) 10.00: Vaz Dias 11.00- 11.30: Gramofoonpl. Daventy 1554 M. 10.35: Morgenwijding 10.50: Tijdsein. Berichten 11.05: Cau serie 12.20: Orgelconcert door Quentin Mac Lean 1.05: Gramofoonpl. 1.50: Orkestconcert 2.40: Berichten 2.45: Uitzending voor scholen 3.50: Sympho- nie-orkest 5.05: Orgelconcert door Regi nald New. 5.35: Kinderuur 6.20: Berichten 6.50: Piano-recital 7.10: 7.30 en 7.50: Causerie 8.35: B B.C. Sym- phonie-concert. Orkest en Solisten 10.40: Lezing 10.55—12.20: Dansmuziek. Langenberg 473 M. 6.25, 7.20: 10.00— 10.20; 10.20—10.35 en 11.20: Gramofoonpl. 12.25—1.50: Orkest en sc<istenconcert 4.205.20: Orkestconcert 7 20: Afscheids avond van Richard Tauber, m.m.v. Orkest o.l.v. Bruno Seidler Winkler (tevens be geleiding a. d. vleugel) 9.30—10.35: Avondconcert 10.35—11.20: Dansmuziek. Brussel 508 en 338 M. 508 M.: 5.20: Or- kcstconcert 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Vrcaal concert door het Zimmer-kwartet 9.25: Gramofoonpl. 10.10: Gramofoonpl. 338 M.: 5.20 Orkestconcert 6.50: Gra mofoonpl. 7.20: Orkestconcert m.m.v. Solisten 10.20: Berichten en sluiting. Parijs „Radio Paris" 1785 M. 8.05; 12.50; 1.25; 6.20: Gramofoonpl. 9.05: Wagner- concert. Gramofoonpl. van de Bayreuth- Opera o.l.v. Fr. v. Hoesslin. Kalundburg 1153 M. 11.20—12.35: Orkest concert 2.20—2.40: Orkestconcert -- 4.20—4.50: Gramofoonpl. 7.20—7.55: Wer ken van G. Bizet, m.m.v. het Omroeporkest j 7.55—9,25: Korsikaneren eller Casar den j yngre, comedie in 1 acte van G. B. Shaw i 6 40—10.30: Europeesche uitzending. Iersch concert door het radio-orkest. Zeesen 1635 M. 5.055.50: Berichten ca. 6.00—6.50: Gramofoonpl. 9.55 en 11.20: Berichten 11.20: Gramofoonpl. 12.15-120: Berichten 1 20—2 05: Gramo foonpl. 2.05—3.50: Lezingen 3.50— 4.50- Orkestconcert 4.50—7.20: Lezingen, lessen, enz. 7.20: Concert door het Pro Arte kwartet uit Brussel 7.50: Richard Tauber zingt 9.35: Berichten en hierna Dansmuziek uit Leipzig. BENOEMING EN ONTSLAG. In de vacature van lid der Gem. Com missie van Maatschappelijk Hulpbetoon, ontstaan door het overlijden van den heer S. J. Le Poole L.Gzn. bevelen B. en W. aan dé heeren: 1. P. C. Labrijn, 2. H. Kors- wagen Nzn. In de vacature van den heer W. F. de Bree als lid der Noordercommissie tot we ring van schoolverzuim bevelen B. en W. aan de heeren: 1. W. Caro, 2. L. Wester man. Op verzoek stellen B. en W. voor eervol ontslag te verleenen aan den heer M. J. Krop als hoofd bij het openb. vervolg onderwijs en aan den heer M. van Zalin gen als onderwijzer aan de opleidings school voor Gymnasium en H. B. S. HET INSTITUUT KERN. Het „Instituut Kern", dat van de ge meente de beneden- en bovenverdieping van den Noordelijken vleugel van het ge bouw ,,'s-Gravenstein" in gebruik heelt ontvangen, heeft, teneinde te kunnen voorzien in de behoefte aan meerdere ruimte, ook de beschikking gevraagd over de aangrenzende perceeltjes Dienders- poort 1 en 2. Het huisje Dienderspoort 2 is onlangs uit de huur gekomen, terwijl het pak- huisje Dienderspoort 1 tegen 1 Januari a.s. vrij van huur zal zijn. Tegen ingebruikgeving van de beide perceeltjes aan het Instituut bestaat bij B. en W. dan ook geen bezwaar. Echter dienen aan de panden eenige noodzake lijke verbeteringen te worden aange bracht, waarvan de kosten worden ge raamd op f. 800. Tegenover het treffen van deze voorzieningen is een verhooging van de tot nog toe geldende lage huren met f. 75 voor beide perceelen tezamen, billijk. De laatstelijk betaalde huren be droegen f. 50 per jaar voor het perceel no. 1 en f. 1.35 per week voor het perceel no. 2. De totaale huurprijs kan derhalve wor den bepaald op f. 195.20 per jaar. Het In stituut kan zich hiermede vereenigen en gaat er voorts mede accoord, dat de ver huring op dezelfde voorwaarden geschiedt als voor de reeds in gebruik zijnde loka len gelden. Ook de huurtermijn dient overeen te komen met dien van het loo pend contract. WINKELHUIS VISCHMARKT 5. Op 31 December a.s. eindigt de huur van het winkelhuis aan de Vischmarkt No. 5, welke huur de gemeente overnam bij den aankoop van het perceel ingevolge raadsbesluit van 13 Januari 1930. De tegenwoordige huurster, de firma Van Zwieten en Co., is bereid het pand ook n& 1 Januari a.s. te huren, doch thans tegen een prijs van f.900 per jaar in plaats van f. 1100, zooals tot nog toe gold. Zij kan zich vereenigen met de aan de verhuring te verbinden voorwaarden, welke, behoudens enkele wijzigingen van ondergeschikt belang, overeenstemmen met de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden, waaronder de bepaling, dat de gemeente de huur tusschentijds met een termijn van drie maanden kan op zeggen. De huurster verzoekt ingeval van be stendiging van de huur eenige voorzie ningen aan het perceel te treffen, waar mede een bedrag van plm. f. 290 gemoeid zal zijn. Aangezien de gevraagde verbete ringen inderdaad noodig zijn, bestaan volgens B. en W. tegen het aanbrengen daarvan geen bedenkingen. Met een huurprijs van f.900 per jaar kan naar de meening van de Commissie van Fabricage en van B. en W. in de te genwoordige omstandigheden genoegen worden genomen. HUUR L.F.C. EN R.K. H B S. Op 31 December a.s. eindigen: a. de bij raadsbesluiten van 9 Augustus 1926 en 10 November 1930 mét de „Leid sche Football Club" tegen een jaarlijk- schen prijs van f. 1000, gesloten huur van de perceelen weiland in den Bosehhuizer- polder, samen groot plm. 3.69.85 H.A.; b. de bij raadsbesluit van 10 November 1930 met de Roomsch Katholieke Hoogere Burgerschool, alhier, tegen een jaarlijk- schen prijs van f200 aangegane huur van het niet aan „L. F. C." verpachte ge deelte, groot plm. 1 H.A. Een doodgewone brief was het, onopval lend een banale brief uiterlijk. Er waren er van dat soort honderden, duizenden, van kleur grijs-wit, van formaat een za kenbrief. Zóó gingen rekeningen de wereld door, aanbevelingen van allernieuwste monsters, prospectussen, onbeduidende be richten. De deftige, oude meneer heeft expres een dergelijk couvert gekozen, maar, hoe gewoon ook van uiterlijk, de inhoud onder scheidde zich zeer sterk van het gros. En nu ging juist deze brief verloren de brief met zooveel bedoeling! Het oude meneertje liep, in groote be zorgdheid, den weg van zijn huis tot naar het postkantoor opnieuw en nóg eens op nieuw. Waór toch had hij hem kunnen verliezen en hoe kon dat nu toch gebeurd zijn? Na een wanhopig-doorgetobden nacht, waarin hij met heel veel moeite den brief eindelijk had klaar gekregen, was hij 's morgens heel vroeg uitgegaan. Vermoe delijk had hij den brief, tegelijk met een anderen naar gewoonte in de zak van zijn overjas gestoken, ondanks dat deze een zoo groote, dringende beteekenis had. Wel had hij vol zorg telkens eens even zich van het bezit vergewist, door met de vin gers behoedzaam over het couvert te strijken. Op eenigen afstand van zijn huis rukte een verraderlijke herfstwind den hoed van zijn hoofd en bij het schielijk grijpen en bukken moest het gebeurd zijn, dat de brief onopgemerkt hem uit den zak was gegleden en op straat achtergebleven. T°en by- dichtbij het postkantoor, hem in de bus wilde gooien, voelde hij niets anders meer dan den anderen brief, den onbelangrijken. Die van zijn moeite en zorg en kommer was verloren v"?ders" waren heden ten oage met een lantaarntje te zoeken, hoe wel er veel verloren ging van onherstelbare waarde. Wat was in vergelijking daar mede dan nog waardevol te noemen? Het banale uitwendige, dat hij als bescherming had gedacht, werd nu misschien juist hei noodlot? Verloren lag nu ergens de brief op straat, onbeschermd, onverzorgd. Ieder, die maar wilde, kon zich er meester van maken. Nieuwsgierigheid loert altijd eenigermate; begeerte, om anderen in de kaart te zien. Verwachting schept nieuws gierigheid. speurt geheimzinnigheid, waar niet anders dan alledaagschheid leeft. De allervreselijkste nacht van zijn lange en tot nu toe zeer respectable leven was aangebroken. Zijn hart sloeg in waanzin nigen angst in zijn keel als hij aan den komenden morgen dacht, die hem voor de laatste beslissing stellen zou. Als bij een worsteling, kromde zich de verouderde, bleeke handen; in stomme vertwijfeling staarden de oogen kleurloos voor zich uit. Niet alléén zijn naam zou men morgen door de straten sleuren: óók dien van den geadresseerde. De oude heer bezat een zoon, die door de slechte tijdsomstandigheden sedert jaren reeds zonder vaste betrekking was gebleven, hoewel hij de hoogeschool be zocht had en goed stond aangeschreven. Steeds dieper was deze met de zijnen in zorgen geraakt, zoodat hij nauwelijks meer een uitweg zag. Zijn oude vader zelf bezat niet anders meer dan een klein ouderdomspensioen, en hoewel hij de Zorgelijke omstandigheden van zijn kind zag en dubbel zwaar mee leed, hem helpen kon hü onmogelijk. Tot het uiterste gedreven door herhaald verlies van verdiensten, had de zoon op naam van zijn vader en diens eer een som gelds opgenomen, die door hooge renten en steeds hernieuwde termijnstellingen bedenkelijk accresseerde totdat de man, die het voorschot gaf. zelf benauwd werd en meedoogenloos op afbetaling aandrong. Toen had de jonge man het laatste geld-, alles wat hij in zijn droeve woning nog bijéén kon verzamelen, als uiterste red middel naar de speelbank meegenomen, waar hij niet alleen alles in een korten tijd verloor, doch ook in het koortsachtige moeten-handelen nóg een som geld ver speelde, die niet gedekt was. Wat moest er gedaan worden? Zou zich eindelijk niet iets voordoen, dat uitredding bracht? Morgenmorgen eindigde de laatste termijn van schuld-betaling. En gisteren eerst had de zoon den vader alles gebiecht, hem vergiffenis gesmeekt, om hulp gebeden. Een uitweg goede hemel, een uitweg! Waar? Het eenige, wat ze samen, na vele uren van wanhopige beraadslaging meen den gevonden te hebben, was met recht een absolute onmogelijkheid. In dezelfde stad woonde een jeugd vriend van den ouden heer. Niet denkbaar was het vroeger geweest, dat ooit deze twee van elkaar zouden vervreemden en toch het gebeurde, toen de lieve, mooie Ina in beider leven was gekomen en bij beiden een diepe genegenheid had gewekt. De vriendschap der twee mannen veran derde in een stille verwijdering, die zelfs na den dood van Ina. die de vrouw van den toen nog jongen professor was ge worden, zich niet wijzigde. De vriend van vroeger stond algemeen als rijk bekend; zijn fabrieken brachten veel geld op; hij kon zich alle mogelijke weelde veroorloven en men verwonderde er zich alleen over, dat hij ongetrouwd was gebleven. Hoewel er bijna een menschenleven voor bij was gegaan sedert de breuk en het einde hunner vriendschap, dacht de oude vader, dat hij niet bij den vroegeren vriend zou worden ontvangen, daarom besloot hij tot een brief. Het handschrift, dacht hij, zou de vriend niet meer herkennen, het grijs-witte, banale enveloppe zou niet verraden, wat het in zich droeg en aldus zou het moei lijke verzoek niet onmiddellijk worden af gewezen. Hij bezat nog een beeldig medaillon, dat vroeger ook door den vriend zeer was be wonderd en dat een erfstug was van de moeder zijner diepbetreurde vrouw. Zij had het steeds als heilig relekwie be waard. Hoe zeer de nood hem ook had ge drukt, hoeveel er ook in vreemde handen was overgegaan dit kleinood was gebleven Nu echter had hij het als onderpand willen geven, als bewijsstuk van de onont koombare moeilijkheden. En de brief, die van dit alles moest ge tuigen, dien had hij verloren Om de drie dagen kwam 'n oude schoon maakster naar den ouden meneer om diens huishoudinkje wat op streek te houden. Toen ze vandaag ten arbeid toog. was ze eenigermate verrast den huissleutei op het afgesproken, verborgen plaatsje te vinden, hoewel het nog vroeg in den mor gen was. Ze had eerst tevergeefs gebeld en zich over den ouden man ongerust ge maakt, dat hem een ongeluk was over komen; ook aan den zoon had ze gedacht, die op geruimen afstand in een kleine voorstad woonde en in zorgen verkeerde. Hoe opgelucht voelde zij zich, doch ook hoe verbaasd, over het vroege uitgaan van haar meneer en hoe groeide die verwon dering, toen ze midden in de kamer een brief vond liggen, waarop een heel bekend adres uit de stad. Hoekende meneer dien rijken industrieel? Maar dat ging haar ook niets aan! Zij zou alleen maar zorgen, dat de brief aanstonds naar het bekende adres werd gebracht, nu ze toevallig juist in die voor name wijk moest zijn. Den volgenden morgen met de eerste post, werd er hard bij den ouden professor gebeld. „Nu is het zoover, nu hamerde het in zijn afgemartelde hersenen. Bevend over het lieele lichaam strom pelde hij nagenoeg machteloos naar de voordeur, om open te doen. Voor hem stond de brievenbesteller en bracht met een vriendelijk knikje bericht van den vriend. Het duizelde^den ouden man. Haastig grepen de magere, bleeke handen naar het naaste hou-vast. Het hart bonsde nog sterker dan daar straks, maar nu betee- kenden de slagen: hulp, redding redding van den vriend Nóg een en nóg eens las hij de woorden van sympathie, die den brief omhelsden, nam hij uit een tweede enveloppe het te ruggezonden médaillon, kuste het een als het ander vol innigen dank en trachtte tevergeefs zijn rust te vinden. Had dus dan toch zijn zoek-geraakte brief zijn vriend bereikt? Hoe kan dat alles? Wie had hierin de hand gehad? Hoe weldadig ademt hij nu na al die doorgestane smarten, de zorgen! Hoe heeft alles hem gedrukt en hoe heeft hij gele den! Hij zou niets liever willen dan den „eerlijken vinder aan zijn hart drukken en hem van zijn vriendschap willen over tuigen, zonder schroom. Want de mooie daad van den onbe kende kwam hem beteekenisvoller voor dan de hulp van den vriend. Er wordt aan de deur geklopt en de werkvrouw verschijnt, die hem vertelt van den gevonden brief en hoe ze hem aan het adres bezorgde. Ze had geen tijd gevonden het 's avonds nog te komen meedeelen, vulde ze aan. Totaal van streek keek de oude man haar aan en zij voelde een angst in zich opkomen om dien blik. Moeizaam vroeg ze wat meneer toch scheelde! Dus dan was de brief alreeds in zijn eigen huis aan zijn zekere hand ontglipt, hoewel hij in zijn smartelijke opgewonden heid geloofd had, dat hij hem bij zich had gestoken. Zijn wankelende geest had hem dus feiten doen vermoeden, die maar al te zeer zijn angsten tot iets ondragelijks hadden vergroot. Hoe alles ten slotte zich mocht hebben toegedragen, hij was ten einde met zijn kracht. Hij kón niet meerals levens loos viel hij achterover. Een diep-gevoeld medelijdijen greep de eenvoudige werkster aan. Zij deed wat ze kon en ze begreep. De oude heer ademde weer, heel, heel zacht. Zij bracht hem voorzichtig naar bed vond woorden ter geruststelling. De oude man brabbelde als een kind Noodzakelijke werkzaamheden, vorder den de oude werkvrouw op, juist vandaag Zij telefoneerde af toen belde zij den zoon op. ■o-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9