72sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 October 1931 Vijfde Blad No, 21951 LAND- EN TUINBOUW. WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN. OUDE BOUWKUNST RONDOM LEIDEN. VQ0R ONZE POSTZEGEL VERZAMELAARS^ De a.s. von Siebold-herdenking te Leiden. eenige geschiedkundige toelichtingen. Omtrent de invoering van gewassen uit Japan van 18241844. (Van een bijzonderen medewerker). IV. Thans zijn wij in het bezit der geheele ezending eener keuze van de schoonste zeldzaamste gewassen van Japan, 279 oomen en heesters, 149 oerinneerende ge nassen, 72 bollen van lelien en van andere ^wassen hebben wij voor ons staan in ostbare op Japan gewerkte kasten, doch ijna alle dood met uitzondering van eenige eesters en bolgewassen. 30 soorten en Pariteiten van Camellia's 22 variëteiten van zalea's; het prachtige Rhododendron Met- ernichii Viburnum plicatum eene soort -an sneeuwbal, de Forsythia suspensa of gek Siringe; de Daphne Genkwa met orenblauwe bloemen, de geurige riekende kimia Japonica, verscheidene nieuwe soor- en van Hydrangea, van Diervilla en de eeste in onze Flora Japonica beschrevene ierplanten en vele anderen zeldzame ge- assen, staan voor ons verdord en ver- leurd en nog thans wekken eenige dezer lantenmummien de aandacht en de bewon- ering der plantenliefhebbers. Wij bedoelen voornamelijk de prachtige niferen, zoo als de Sciadopitys verti- jllata. Abies bifida, de thujopsis dolobrata, e Retinispora obtusa en sqarrosa, de Ja- ansche cederboom, Cryptomeria Japonica n andere zeldzame gewassen, meestal unstmatig in potten gekweekt en afkomstig ?an de vermaarde kweekerijen te Ohosaka :n Mijako, en met groote kosten en door e krachtdadige medewerking van het pperhoofd van den Nederlandschen handel n Japan, den heer P. A. Bik, ons geacht id, uit deze ver afgelegene steden naar et eilandje Dezima gebracht. Ook be enden zich daaronder eenige dwergboom- jes van bevalligen groei en gedaante. In zulk eenen staat, helaas! hebben wij eze kostbare en zeldzame bezending voor Wgen; de eerste uit Japan onmiddellijk ntvangen gewassen, de uitkomst van vier- arige pogingen door den schrijver, den oogleeraar C. L. Blume en de heeren Pierot en Textor aangewend; de opbrengst jvan de duizenden guldens tot het gelukken -nzer algemeen nuttige onderneming be steed. Heden den 23 November, als wij deze regelen nederschrijven, is de laatste kist dezer bezending hier ter kweekerij ten teboeve van de K. N. Maatschappij tot aanmoediging van dentuinbouw aange- jkomen, zijnde dezglve 383 dagen van Japan Li.derweg geweest. Het is eene zoogenaamde luchtdigt ge- slotene houten, met glasramen overdekte jilantenkist. aanbevolen door Engelsche en andere Hortikulturen als het meest doel matig transport middel van levende ge- jwassen over zee; dat wij echter, tot onzen spijt, in meer dan dertig gevallen als het ware als een planten-doofpot bevonden |en als de meest ondoelmatige wijze van verzending van niet tropische gewassen uit verre gewesten hebben leeren kennen. Ook daarop zullen wij nader terugkomen, wanneer wij bij eene andere gelegenheid over het vervoer van planten over zee [zullen spreken. Slechts een klein getal van boom- en heestergewassen en eenige bollen zijn met deze groote en kostbare bezending uit |Japan levend mede overgekomen. Daaronder zijn toch nog eenige voor de kuituur belangrijke planten. Eene Ca mellia Japonica en Camellia Sasanqua, op wilde knoestige stammen veredeld, eene jKerria Japonica met zilverbonte bladen, eene variëteit van Paconia albiflora, het echte Porophyllum Japonicum Dec., een dwergboompje van Diospyros Kaki met Kleine vruchten; eene variëteit van Koel- rueteria Chinensis en eene Orchidea; dan eenige uitmuntende variëteiten van Ahorn: als van Acer dissectum palmatum, septem- lobum, allen nog in Europa onbekend, en 5 nieuwe Clematis soorten, die voor de Clematis azurea en bicolor niet zullen onder doen, zijn nog behouden. Ook eenige bollen zijn goed overgekomen, waaronder eenige soorten van Amaryllis en de Japansche Narcissus Tazetta, die reeds in bloei is, zeer keurig riekt en het Crinum maritimum. Over de overige bolgewassen kunnen wij nog niets met zekerheid mededeelen. Te oorueelen naar de Japansche etiquetten bevonden zich onder de bollen eenige zeer zeldzame Lilium's, doch de bollen waren in eenen ziekelijken staat, meestal ver welkt en verrot. Dusverre het geschiedkundig overzigt der invoering van Japansche gewassen van 1820 tot heden. Uit onze ter inzage openliggende ver- zendingslijsten blijkt, dat gedurende vijftien jaren 733 soorten van Japansche planten !m meer ^an exemplaren en nagenoeg 400 soorten zaden van daar naar Neder land zijn verzonden, verpakt in 56 kisten van onderscheiden maaksel. Daarvan zijn volgens ons nauwkeurig onderzoek 231 soorten of variëteiten levend overgekomen en uit zaad slechts 13 vaste plantensoorten gewonnen. Wij kennen daar van 204 soorten of variëteiten, die thans "og in 't leven zijn. Daar men nu de kosten voor het ver zenden en den aankoop te Japan, voor kisten en vracht over land en zee, en andere ongelden op ruim f.250 per kist kan begrooten, zou dit een somma van f. 14.000 bedragen; zijnde daaronder niet begrepen de persoonlijke diensten door ons zelve onzen agent te Japan en van andere Nederlandsch-Indische ambtenaren te Ba tavia hierbij bewezen. Volgens deze berekening kwam dus ieder nieuw ingevoerde soort of variëteit van Japansche planten nagenoeg op f. 60 te staan, voor men ze nog aangekweekt en vermenigvuldigd had. Daaruit is de hooge prijs van goede Japansche gewassen ver klaarbaar en men zal zich niet meer ver wonderen, enkele uit Japan nieuw inge voerde planten in onze prijslijsten hoog genoteerd te vinden. Door de samenstelling van onze kruid kundige naamlijst bedoelden wij. onze resp. leden met het grootste gedeelte van de thans in Europa aanw r!ge Japansche en Uifneesche gewassen bekend te maken. Welkom zal het dan ook zijn de prijzen «aarvan te vernemen. Van de meeste oud- ingevoerde planten zijn de prijzen in de nieuwste binnen- of Duitenlandsche prijs couranten bekend gesteld, en daarvoor zijn dezelve ook bij ons verkrijgbaar. Bij ae nieuw ingevoerde in 1842 aan H.H. leden bij wijze van inteekening afgegeven ge wassen. hebben wij de namen van H.H. bloemisten, kweekers en liefhebbers in Nederland gevoegd die aan de inteekening deel genomen hebben. De namen van kweekers van beroep hebben wij met diamant kapitale letters doen drukken met de bedoeling de aandacht van koop- liefhebbers bij voorkeur op hen te vestigen, die door hunne deelneming onze algemeen nuttige onderneming ondersteund hebben. De thans in eene afzonderlijke prijslijst ter inteekening en bij wijze van inschrij ving of voor vaste prijzen aan H.H. leden aangeboden gewassen, hebben wij in onze kruidkundige naamlijst met compacte let ters en zulke nieuw ingevoerde gewassen, die nog niet kunnen verkocht worden met Compact Cursief doen drukken. Wij hebben gemeend de laatst genoemde mede in onze kruidkundige naamlijst te moeten opnemen, zoowel om de prioriteit van invoering te waarborgen, als ook voor- lcopjg de aandacht van H.H. leden daarop te vestigen. De reden waarom wij dezelve thans niet ter koop aanbieden, zijn: of dat wij dezelve nog niet hebben vermenig vuldigd of dat wij ze hier nog niet hebben zien bloeien èn dus de variëteiten niet met zekerheid bestemmen kunnen. Om aan H.H. leden, kweekers van be roep zijnde, o.ok de gelegenheid te ver schaffen. nieuw ingevoerde gewassen zelve te kunnen aankweeken en door den verkoop daarvan eer en voordeel te behalen, zoo hebben wij eenige van de zeldzaamsce en schoonste, voor den handel het meest ge schikte planten zoowel Japansche als Javaansche geheel als eigendom te koop aangeboden, in bod "gesteld en de inschrij ving geopend, zullende, zoo als men het pleegt te noemen de geheele eflitie van een plantsoort met uitzondering van de moederplant, die wij in het Etablissement bewaren, aan den meest biedende afge staan worden. Zulke planten als ook (lie, welke bij wijze van inteekening verkocht worden, zullen door ons gedurende de eerstvolgende drie jaren na de aflevering niet in den handel worden gebracht. Ook verbinden wij ons, aan zoodanige leden der Maatschappij, die den tuinbouw als beroep uitoefenen, niet buiten 's lands gevestigd zijnde, de planten 25 pet. minder berekend dan aan buitenlanders af te staan. Daar wij voornemens zijn, van onze kruidkundige naamlijst van Japansche en Ciuneesche gewassen jaarlijks een vervolg te leveren, zoo noodigen wij H.H. leden liefhebbers en kweekers en voornamelijk ook de heeren Directeuren en hortulani van Botanische tuinen, beleefdelijk uit van Ja pansche of Chineesche gewassen, die wij hier overgeslagen hebben en die zij be zitten en met name kennen, ons de namen op te geven en van gewassen, die uit deze landen afkomstig zijn of aan welker af komst van daar getwijfeld wordt en waar van zij de systematische namen niet kennen, eene plant of eenen groenen of gedroogde tak of blad aan het adres van Von Siebold en Comp. franco ijl te zenden, zullende wij met de meeste nauwgezetheid den inzender uitsluitend met den uitkomst van ens onderzoek bekend maken en bij nieuwe of zeldzame gewassen zijnen naam (met zijne toestemming) in de voortzetting van onze naamlijst vermelden. Variëteiten van Camellia's, Azalea's Paoonia's en Chrysan themums te onderzoeken en te bestemmen is biiten ons oogmerk en bereik. Doch alle soorten van Liliums zullen wij gaarne nazien en met de onze waarvan wij eene talrüke verzameling bezitten, vergelijKen en den waren naam opgeven. Om verder H.H. leden liefhebbers en kweekers in de gelegenheid te stellen, zich ook andere, in onze naamlijst genoemde gewassen aan te schaffen, of wel de bij ons gekweekte plant met soortgelijke, die zij reeds bezitten, te vergelijken en zich van de onderlinge indentiteit te overtuigen zoo hebben wij de meeste daarvan voor eenen matigen prijs ter kweekerij ten behoeve von onze Maatschap pij verkrijgbaar gesteld; terwijl van zulke planten die niet meer in de kweekerij voorhanden zijn, mogten, op de eerste aanvrage zal kennis gegeven worden, bij welke H.H. leden, bloemisten en kweekers van beroep de echte, ge vraagde planten nog te koop zijn of van- we ar wij onze plant verkregen hebben. Ten slotte moeten wij opmerken, dat onze kweekerij ten behoeve van de Koninkl. Nederlandsche Maatschappij tot aanmoedi ging van den Tuinbouw opgericht, gesne voordeelen zoodis eenige H.H. leden schij nen te veronderstellen, uit de jaarlijksche contributie der H.H. leden der Maatschappij trekt. Hei bedrag dezer gelden dient, over eenkomstig art. 4 van het Koninkl. Besl. van den 18 October 1842, no. 58, uitsluitend tot bestrijding van kosten aam deze Maat schappij verbonden en bepaaldelijk tot bekostiging der jaarlijksche uitgave van eenen beredeneerden katalogus van eerst nieuw ingevoerde, zeldzame en nuttige gewassen welke aan de leden gratis zal worder. afgegeven. Eenen grooten onderstand geniet evenwel onze kweekerij door de begunstigingen en voorregten, die aan haar, als eene alge meen nuttige instelling, onder de bescher ming van Zijne Majesteit Koning Willem de Tweede zoo wel 'in het Vaderland als in Nederlandsch-Indië zijn toegekend ge worden; voorregten, die het haar, die als het ware de bakermat van nieuwe, uit- heemsche voortbrengselen voor de Horti- kultuur is, ook mogelijk inaken, de bouw stoffen op te leveren, waardoor de Maat schappij haar oogmerk den tuinbouw en plantenhandel in Nederland aan te moedi gen, bereiken kan. Leyden in de maand Nov. 1844. (w.g.) VON SIEBOLD. o VOOR KLEINE TUINEN. Najaarswerk in onzen groententuin. Het aanhoudende natte weer is mede oorzaak dat het onkruid in onze tuinen welig tiert. Schoffelen heeft voor on- kxuidbestrijdlng nu weinig zin; toch doen we het. om de door regen dicht geslagen grond weer voor lucht toegan kelijk te maken. Het onkruid moet liefst uitgetrokken worden, en in elk ge val moet dit gebeuren voordat het zaad gaat geven. Waar veel onkruid staat, en dit mogelijk is, spitten we de grond een voudig om. Op lage terreinen moeten vooral greppels en draineering goed functloneeren opdat het water spoedig weg kan. Greppels en slootkanten wor den daarom nu nog eens schoon gemaakt. 67. weer ylde ae suoet vcraer. ze wisten me*c meer waarheen. Overal brachten ze onheil. De kikkers kwamen van alle kanten uit de ramen hangen. Een dichte drom zat hen op de hielen en geen uitweg ziende, vluchtten ze een kruidenierswinkel binnen. Weer nieuwe schrik onder de bewoners. De kruidenier stond op een trap busjes te rangschikken en rolde op de toonbank. Alle busjes gingen over de vloer en werden beschadigd. 68. Maar dat was een kleinigheid. Daar was ook een groote ton stroop gekanteld en weldra was de heele win kelvloer bedekt met een dikke laag van dat kostelijke goedje. De kruidenier kermde en wilde naar Tuimeltje en Karei vliegen om hun een pak slaag te geven, maar hij plakte aan den grond vast en stond machteloos tegenover de ondeugden. Vrijgekomen land in onzen moestuin kan nog benut worden voor enkele late groentensoorten. We kunnen nog veldsla zaaien, welke clan in den winter of het vroege voorjaar pas kan worden geoogst. Hetzelfde geldt voor winterspinazie. Beide groentensoorten zaaien we liefst op een beschut hoekje van onzen tuin. Bij zeer strenge vorst kunnen we, zoo noodig, eenig rijs voor beschutting op het gezaai de leggen. Ook kunnen we nog late andij vie uitplanten. Deze zal buiten wel niet meer tot vollen wasdom komen, maar kan bij invallende koude, met een kluit, wor den overgeplaatst in onze bakken, waar ze onder een lichte bedekking nog door zullen groeien en lang goed te houden zijn. Onze eerste sluitkoolsoorten worden reeds geoogst We kappen geregeld de rijpste exemplaren vóór deze gaan ber sten Ie er te veel om direct te gebruiken dan draaien we de rijpe kool een slag om, zoodat een groot gedeelte der fijne wor tels afbreken Hierdoor wordt de groei aanmerkelijk gestremd en dientengevolge spoedig bersten voorkomen. We plukken nog steeds boonen voor direct gebruik en inmaak. Vooral snijboonen en inzonder heid pronkboonen moet men op tijd oog sten. daar deze spoedig stug worden. Van te laat gelegde boonen beginnen we nu pas te plukken. Wanneer we eenige ra men over hebben kunnen we deze boven de laatst gelegde stamboonen aanbren gen, het zetten der vrucht zal er door worden bevorderd, zoodat de opbrengst grooter wordt. Bovendien plukken we dan veel mooiere boonen. Men kan zoowel voor late als voor vroege oogst stamboo nen in bakken teelen; bij helder weer moet dan veel worden gelucht, daar de bloesem en de jonge Vruchten gemakke lijk gaan rotten. Ook moet men dan zeer voorzichtig zijn met gieten. A. G. NOORDWIJK-BINNEN. I. Het is bijtend, dat tal van plaatsen, aan de zee of aan een rivier gelegen een naam dragen, waarvan een gedeelte bestaat uit het woord wijk: Wijk-aan-Zee, Wijk-bij- Duurstede, Harderwijk, Stompwijk, Reeu- wijk. Katwijk, enz. Het is een algemeen Germaansch ver schijnsel, De Noren hebben er voor vik. de Angelsaksen wich. De naam Noordwijk is vroeger eveneens aldus verklaard. Men bracht Noordwijk en Zuidwijk, tusschen de Haagsche Schouw en Den Deyl, in verband met Katwijk, de Noordelijke en de Zuidelijke woonplaats der Cattl. Deze naamafleiding is evenwel een ver zinsel. De onderzoekingen der geleerden hebben aangetoond, dat de naam Noord wijk eerst schriftelijk is vastgelegd in de 15de eeuw. Daarvóór luidde de naam heel anders en wordt volgens prof, Muller in 33 ver schillende transcripties overgeleverd, waar in niet de lettergreep wijk, maar wel die van ga. go, ge, tike, dike, deke, enz. voor komt. Dus Northga. Northgo, Northeke, Nor- tich, met allerlei varianten, omdat er nu eenmaal in de Middeleeuwen geen of wei nig eenheid van schrijftaal bestond. Zeer vermoedelijk hebben we hier dus dezelfde naamsvorming als bij tal van Friesche dorpen; Oudega, Nijega, Parrega, Eester- ga, enz. en beteekent ga of go hier streek of dorp. Dit ga of go Is in den loop der eeuwen in de volksmond verbleekt tot een vrij wel toonlooze uitgang. Northgo zou dan beteekenen streek of gouw gea zegt men in Friesland in 't Noorden van Zuid-Holland; nauwkeuri ger: gouw ten Noorden van het oorspron kelijke moerasgebied van den ouden Rijn mond. Alleen de Gooweg herinnert nog aan den ouden naam. Kanselarij ambtenaren hebben het tot Nortlch verbleekte Nordgo verlatijnscht tot Nordvicus, wat in t Hollandsch weer her leid werd tot Noordwijk. Als de kanselarij niet zoo angstwekkend conservatief was, had men reeds lang van Noordwijk weer Nordgo. van Oegstgeest weer Oestgeest. van Stavoren weer Stave ren gemaakt, enz. Er bestaat een prachtig boek van den heer J. Kloos. in 1928 uitgegeven onder den titel „Noordwijk in de loop der eeuwen"., dat lk ledereen. die meer en algemeener van Noordwijk wil weten, dan deze vluchtige en uit den aard der zaak in sommige opzichten oppervlakkige schetsen kunnen geven, ten zeerste ter lezing aanbeveel. Men kan in dit werk, rustend op een nauwgezetten speurzin, met liefde en dus boeiend geschreven, van alles lezen over de belangwekkende geschiedenis van dit mooie dorp. En wanneer wij dan ook verschillende zakelijke gegevens er aan ontleenen, moge dit tevens dienen den lezer op te wekken er kennis van te nemen. De oude Sleu telstad en het oude Noordgo hebben in den loop der eeuwen steeds zooveel contact gehad op allerlei gebied, dat de plaats voor de Leidenaars van niet minder belang is. dan andere dorpen in den omtrek. Noordgo is zeer oud. Reeds in den Romeinschen tijd zijn hier nederzettingen geweest, hetgeen men af leidt uit het vinden van scherven en mun ten van Romeinschen oorsprong, voorwer pen, welke te voorschijn zijn gekomen uit „De Nes" gelegen in den hoek van de dui nen en de oude „Breloftsweg, thans Nieu we Zeeweg aan het Zuideinde van het Langeveld. en verder in de „Brunst" of Bronsgeest, gelegen aan den Oostelijken binnenweg naar Northgohout. Op dezelfde plaatsen vond men antiqui teiten van Germaanschen oorsprong. In de tijden der volksverhuizing werd de streek ten deele bevolkt door Schot- sche nederzettingen, die mede de verove raars opleverden, die in de eerste helft der 5de eeuw het Zuiden van Groot-Brit- tanië bezetten, waarop onmiddellijk weer de Salisehe Franken zich naast de Sak sen aan het kustgebied neerzetten. In „De Klei" en „De Krom" halverwege Noordgo en Rijnsburg heeft men de sporen gevon den van een Frankisch grafveld. Wij bren gen verder in herinnering, dat men in het „Cleynduin" te Katwijk en eveneens ten Zuid-Westen van Rijnsburg uitgestrekte grafvelden uit den Merovingischen tijd heeft gevonden, die er getuigenis van af leggen, dat er een gemengd Heidensch en Christelijke bevolking heeft gewoond, die tevens bestond uit Franken en Saksen. Men leidt er verder uit af. dat in het laatst der 5de eeuw hier reeds Angelsak sische geloofpredikers hebben vertoefd, wier taal natuurlijk niet zoo heel veel af week van die der bewoners dezer streken. Dat al deze grafvelden weer geruimen tijd door het zeewater overspoeld zijn ge worden en de bewoners der nederzettingen of omkwamen of zich ten deele verplaat sten. wordt gewettigd doordat de historie melding maakt van geweldige watervloe den in 435 en 516 en het „tempeest" van 584. Geeft de bodem dus het getuigenis, dat ter plaatse of in de omgeving van Noordgo reeds vanaf het begin onzer jaartelling groepen van menschen woonden, het eerste schriftelijke getuigenis geeft ons weer de herhaaldelijk genoemde blafferd van het stift van St. Maarten te Utrecht, samengesteld tusschen 777 en 866. met „In Northgo VII" Imansi). Deze zeven hoeven die ieder minstens 3 en een halve H.A. groot moeten zijn geweest, werden in dien tijd waarschijnlijk bewoond door Frie zen, die gelijk men zich herinnert, zich tijdens de Volksverhuizing hadden geves tigd van de Eems tot het Zwin. Northgo is dus een der oudste parochies van Rijn land. Of er reeds in den Merovingischen tijd door Angelsaksische predikers een kapel- leke was gesticht is niet zeker, doch even min onwaarschijnlijk. In de 6de eeuw waren er reeds Evangeliepredikers ge weest. Verder herinneren we ons, dat Wil- librord later, in 738 de kerk te Oegstgeest zou hebben gesticht en dat hij Engelmun- dus en Adalbertus verder belastte met de Evangelisatie in Kennemerland. De Friezen waren evenwel in dien tijd een weerbarstig volk en de houten kerk jes. voor en na verrezen, werden herhaal delijk afgebrand. Of zooiets ook te Noordgo is gebeurd, weten we niet, maar het ligt voor de hand. Onder de gepanserde vuist van Karei den Grooten was het evenwel met het ver zet van het heidendom gedaan en we mo gen aannemen, dat het uitoefenen van den Christelljken godsdienst toen in Noordgo veilig was. Echter, alles is betrekkelijk. En wat de Friezen niet meer deden, dat ondernamen in den loop der 9de eeuw de Noormannen. Ik kom thans tot de overleveringen omtrent St. Jeroen, in het midden der 9de eeuw, de Apostel van Kennemerland, aan wiens nagedachtenis Noordgo voor een groot deel zijn opkomst en aanzien in de Middeleeuwen heeft te danken. RECLAME. Zijn uw aangedaan^p^l kkalmeert hoesten ►maakt slijm los! ^brengt verlichting vraag tet oordeel ^an uw dokter A6fWTÏN FT 8.HElN0tBSMA KN HAA6 5493 TWEEDE UITGAVE VAN BARCELONA. 'iweede uitgave van Barcelona, be staande uit: 1, 2, 5, 10, 15, 20,-"25, 30, 40, 50 c. 5 c. en luentpost 1920, 4 stuks. In omioop van za April tot 5 Mei, ter wijl er ook nog brieven bestaan op den 7en van deze maand. De uitgave ervan kan beschouwd worden als een protest tegen het decreet van Madrid van 26 April en als een teeken dat de regeering van de „generaliteit" van Barcelona zich niet wenscht te voegen naar de wenschen van de centrale regeering van Madrid. Zooals we boven reeds zeiden, waren deze uitgaven (behalve de Tweede van Barcelona) reeds vóór de uitroeping der republiek voorbereid. (Men leze hierover I het artikel van 19 Sept. j.1.1. Daarom bestaat er geen officieel docu ment, dat het gebruik dier zegels goed keurt, daar de overdrukken waren gemaakt door comité's, die geen wettelijke macht hadden. Toen de nieuwe regeering de macht tot zich trok, vond zij vele andere problemen, waarvan de oplossing veel noodiger was, dan decreten over het gebruik van post zegels en toen het leven weer normaal was, werd het gebruik dier zegels door een circulaire van de postdirectie ver boden, om het verschijnen van andere opdrukken van separatistisch karakter (zooals de Tweede uitgave van Barcelona) te vermijden, daar de pers meedeelde dat Galicië, de Baskische provinciën, Anda- lusië en Oud-Castillië, de autonomie, binnen de grenzen van een federale repu bliek. wilde hebben. Intusschen had het ministerie der pos terijen de directie van de „Cascu de la Moneda" de Spaansche Staatsdrukkerij mondeling bevolen, alle nog voorhanden postzegels met „Republics Espanola" te overdrukken. Ook hiervan bestaat geen officieel decreet. De „Casa de la Moneda" moest de opdruk plaatsen op alle zegels die zij nieuw drukte en niet op die welke reeds gedrukt, geperforeerd en gegomd waren. Totdat een nieuwe teekening voor de zegels was vastgesteld, worden dus nog de zegels met de beeltenis van den koning en de opdruk „Republics Espanola" ge drukt. Toen het bureau der directie, die de zegels uitdeelt aan de provinciën een zending van de „Casa de la Moneda" kreeg, vonden de beambten dat de zegels van 25 centimes met „Republics Espanola" I waren overdrukt, zonder dat zij daarvan i een mededeeling hadden ontvangen. Op den 22en Mei werden 50.000 stuks van die opdrukzegels naar Barcelona gestuurd en werden deze op den 23en Mei door het postkantoor daar, aan handelaren in Madrid verkocht. Toen deze handelaren de aangeteekende brieven met deze post zegels gefrankeerd, op het postkantoor brachten, werden de stukken geweigerd, daar de ambtenaren bevel hadden gekre gen. de na den 25en April overdrukte zegels niet voor frankeering aan te nemen. Omdat op dien dag, 't was een Zaterdag, de afdeeling van het bureau dat de zegels had verkocht, gesloten was (en dat was ook het geval op 24, 25 en 26 Mei) en men derhalve de beambten aan het loket voor de aanteekende brieven niet kon bewijzen, dat de zegels door de post zelf waren verkocht, verklaarden deze. zelfs na overleg met superieuren, dat ze de brieven niet konden accepteeren. Daardoor gebeurde het dat de zegels die door de post zelf op 23 Mei waren ver kocht, tot den 27en Mei voor het frankee- ren niet mochten worden gebruikt. Briefkaarten. Met de briefkaarten is iets dergelijks gebeurd, daar de kaarten met opdruk „Republics Espanola" reeds op den 22sten Mei aan het loket werden verkocht. Op een vraag van een Duitschen hande laar van overdrukte briefkaarten, kreeg deze dit antwoord, dat een officieel stem pel van 1 Juni droeg van de „Amministra- cion del correo central": „In antwoord op uw brief van den 27sten van de vorige maand deel ik u mede, dat de briefkaar ten dezelfde zijn die voor de uitroeping der republiek werden verkocht, daar tot nu toe slechts de postzegels van 25 ct. met „Republics Espanola" overdrukt zijn". De brief was onderteekend door den chef van de afdeeling boekhouding van het verkoopkantoor. Hieruit blijkt dus dat acht dagen na den offlcleelen verkoop van de briefkaarten dit feit aan dien chef nog niet bekend was. Deze briefkaarten zijn in het begin alle met machine-opdruk verschenen, later zijn echter eenige honderden met een gummistempel overdrukt. Hierbij vindt men verschillende afwijkingen: het woord „Republica" ontbreekt of een der beide woorden staat verkeerd of is dubbel ge drukt. De kaarten bestaan eveneens met opdrukken van Madrid en Barcelona. „Postzegelnleuws". Correspondentie. H. J. A. v. G., Leiden Met de uitgifte van het door U gevraagde zijn wij nog niet begonnen; binnen zeer korten tijd zal ik er nader op terug komen. Uw naam heb ik .genoteerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 17