Uit den Leidschen Raad,
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 29 September 1931
Derde Blad
No. 21942
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
FEUILLETON.
Het Geheim van de Oude Kast
Onderwijs- en werkloosheiddebat Bouw van Gemeentewoningen.
Tweemaal zitting met gesloten deuren.
Voorzitter: de burgemeester mr. A. v.
d. Sande Bakhuyzen.
Afwezig wethouder Tepe.
Na goedkeuring der notulen doet de
voorzitter mededeeling van eenige Inge
komen Stukken, w.o. missiles van Ged.
Staten, houdende goedkeuring van raads
besluiten etc.
Bij een adres inzake het Levendaal
vraagt de heer KOOISTRA of er spoed
betracht wordt. De VOORZITTER zegt, dat
deze zaak is in de C. v. F. Wethouder
SPLINTER hoopt nog dit jaar met een
voorstel te kunnen komen.
De motie-v. Eek inzake voorstellingen op
Zondag willen B. en W. volgende zitting
behandelen. De heer v. ECK vraagt zoo
mogelijk directe behandeling, daar nieuwe
argumenten toch niet meer kunnen wor
den aangevoerd en de motie immers ge
richt is aan het College.
De VOORZITTER zegt, dat geen beslis
sing kon genomen worden door het college
waar wethouder Tepe afwezig is, doch ver
moedelijk zal het college beslissen voor de
volgende zitting.
De heer v. ECK vraagt of het dan zeker
fs, dat de beslissing voor hem gunstig is?
Anders heeft de motie dan toch geen zin
meer.
De heer BERGERS is ook voor spoed,
gelet op de contracten voor belangheb
benden.
De heer v. ECK stelt voor behandeling
op heden.
De heer WILBRINK is voor uitstel tot
volgende zitting, opdat de raad nog eens
zich kan beraden.
De heer WILMER heeft het voorstel met
verwondering gezien, daar het toch ge
bruikelijk was bij de begrooting. Zoo had
hij ook nu verwacht. Zooveel haast, dat er
zelfs geen 3 weken kan worden gewacht,
is voor hem geheel onbegrijpelijk, vooral
na de toezegging van den voorzitter over
een beslissing.
De heer KNUTTEL: dan staat de raad
er buiten, daar de beslissing dan al ge
vallen is.
De heer WILMER: neen, die kan daarop
toch altijd terugkomen.
De heer BERGERS is tevreden met de
toezegging van den voorzitter. Het voor
stel v. Eek is z. i. een poging de eerste
te zijn.
De heer v. ECK trekt dan zijn voorstel
tot directe behandeling in.
Besloten wordt dus deze motie volgende
zitting te behandelen.
AGENDA.
Ie. Benoeming van twee Curatoren van
het Gymnasium. 1226)
Herbenoemd worden de heeren prof. dr.
P. C. T. v. d. Hoeven en dr. W. P. Jorissen.
2e. Benoeming van een tijdelijk leeraar
in het Nederlandsch aan de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes, voor den curusu
1931—1932. (227)
Benoemd wordt de heer drs. A. van
Slooten.
3e. Benoeming van een fröbelonderwij
zeres aan de school verbonden aan het
gesticht „Voorgeest". (2281
De heer v. ES heeft nog bezwaren tegen
deze benoeming en vraagt aanhouding,
opdat de Commissie van Onderwijs eerst
zich kan beraden in dezen.
De heer KNUTTEL is ook voor aanhou
den. evenals de heer GROENEVELD.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat benoe
mingen niet in de C. v. O. komen. Dit zou
dus een precedent scheppen, waartoe B. en
W. niet voetstoots bereid zijn. Wil de Raad
echter overigens aanhouding zonder ver
plichting tot het brengen in de C. v. O.,
dan zal het college zich niet verzetten.
De heer GROENEVELD ziet hierin een
onderwijszaak, naast de benoeming.
De heer MEYNEN ziet geen reden tot
uitstel.
De heer v. ES is tevreden met aanhou
ding zonder meer.
Het voorstel wordt aangehouden.
(Reeds geplaatst in een gedeelte
onzer vorige oplage).
4e. Praeadvies op het verzoek van Dr.
G. J. Thierry, om eervol ontslag als leeraar
in het Hebreeuwsch aan het Gymnasium.
(229)
Conform besloten.
5e. Praeadvies op het verzoek van A.
Horree, om eervol ontslag als onderwijzer
bij het openbaar Vervolgonderwijs. (230)
Conform besloten.
6e. Praeadvies op het verzoek van Prof.
Mr. G. André de la Porte, om ontslag als
Regent van het Geref. Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (231)
Conform besloten.
7e. Suppletoire begrooting, dienst 1930,
van het H. G. of Arme- Wees- en Kinder
huis. (232)
Goedgekeurd.
8e. Staat van af- en overschrijving op
de begrooting, dienst 1930, van die instel
ling. (232)
Goedgekeurd.
9e. Rekening, dienst 1930, van die in
stelling. (232)
Goedgekeurd.
10e. Rekening, dienst 1930, van den Ar
menraad. (232)
Goedgekeurd.
11e. Begrooting, dienst 1931, van het
Gemeent. Radio Distributie-Bedrijf. (233)
Goedgekeurd.
12e. Voorstel in zake het sluiten van
kasgeldleeningen gedurende het 4e kwar
taal 1931 en het le kwartaal 1932. (234)
Conform besloten.
13e. Voorstel tot het indienen van be
zwaren tegen aanslagen in de Forensen
belasting. (235)
Conform besloten.
14e. Voorstel:
a. tot ontbinding van de met H. L.
Speel aangegane huur van een strook
grond aan de Boommarkt;
Conform besloten.
b. tot verhuring van de sub a bedoelde
strook grond aan H. Hoppenbrouwer. (236)
Conform besloten.
15e. Praeadvies op het verzoek van de
N.V. Leidsche Duinwater-Maatschappij,
om toestemming tot het om niet afstaan
aan de gemeente Katwijk van'een strookje
grond, groot pl.m. 40 M2„ gelegen in de
Nieuwsteeg te Katwijk a. d. Rijn. (237)
Conform besloten.
16e. Voorstel tot verkoop aan den Staat
der Nederlanden van een gedeelte van het
perceel Sectie L No. 1351 nabij het Nieuw
Academisch Ziekenhuis. (238)
Conform besloten.
17e. Voorstel tot verkoop van een
strookje grond en te dempen sloot aan de
Waldeck Pyrmontstraat, Sectie N, Nis. 138
en 137, beide ged. (239)
Conform besloten.
18e. Voorstel tot wijziging van het raads
besluit van 7 Juli 1930, in zake den ver
koop:
a. van een terrein gelegen ten Noorden
van den Maresingel, voor den bouw van 8
beneden-, 16 bovenwoningen en 15 eenge
zinswoningen aan de Woningbouwvereeni-
ging „de Goede Woning";
Conform besloten.
b. van een terrein gelegen ten Noorden
van den Maresingel, voor den bouw van 5
beneden-, 5 bovenwoningen en 18 eenge
zinswoningen aan de Woningbouwvereeni-
ging „Ons Belang". (240)
Conform besloten.
ONDER WIJS-SUBSIDIES.
19e. Voorstel tot vaststelling:
a. van de vergoeding, bedoeld in art.
101, lid 1 t/rn. 7. van de Lager Onderwijs
wet 1920, over de jaren 1926, 1927 en 1928,
aan de besturen van verschillende bijzon
dere scholen;
b. van het alsnog, krachtens het 8e lid
van het sub a genoemd wetsartikel, uit te
keeren bedrag over de jaren 1924 t/m.
1926, 1925 t/m. 1927 en 1926 t/m. 1928, aan
de besturen van verschillende bijzondere
scholen
c. van het door de besturen van een
2-tal bijzondere scholen over de jaren 1925
tot en met 1927 in de gemeentekas te stor
ten bedrag;
d. van de verordening, houdende wijzi
ging van de verordening van 17 December
1914 (Gem.blad No. 32), houdende regle-
49. Nog nooit was in het kikkerland iets dergelijks
gebeurd. Iedereen wist, dat Tuimeltje de schuld ervan
was. Met gebogen hoofd liep hij in den stoet mee. En toen
hij bij den koning kwam was deze allesbehalve te spreken
over het gedrag van den kabouter. Tuimeltje, zei de
Koning, voor straf moet je een dag in het schandblok
staan.
50. Zoo werd Tuimeltje oo de binnenplaats van het
kasteel gezet, met zijn hoofd tusschen twee planken. Hij
kon zich niet bewegen en zijn beentjes deden pijn van
het staan. De eenigste die hem kwam bezoeken was kikker
Karei, en iedereen die Tuimeltje kwam plagen, werd door
Karei weggejaagd.
ment op het beheer en bestuur der Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te
Leiden. (241)
De heer KNUTTEL zegt, dat zijn partij
in alle omstandigheden is tegen geld uit
de gemeentekas voor confessioneel onder
wijs; dat moeten de heeren zelf maar op
brengen. Doch hier geldt zijn afwijzing des
te erger nog, waar meer gegeven wordt
dan waartoe de wet verplicht, zooals hij
nader uiteenzet. Hier is met de grootste
zorg uitgezocht, hoe het bijz. onderwijs
zooveel mogelijk toe te stoppen was. En
dan wordt de leus bezuinigen aangeheven!
De heer GROENEVELD heeft ook eenige
bezwaren. Inderdaad is gezocht, hoe nog
iets was los te werken voor het bijz. onder
wijs, Men gaat daarbij wel wat ver, spr.
tracht dit nader met "voorbeelden aan to
toon en.
De heer BOSMAN heeft ook sterk den
indruk, dat een cijferij op touw is gezet
om te halen wat nog te halen is tusschen
de mazen door. Dat maakt geen sympa
thieken indruk. Narekenen kan de raad
de becijferingen feitelijk niet, meent hij.
Wethouder GOSLINGA: De C. v. O.
toch wel en die heeft het gedaan ook.
De heer VOS meent, dat hier iets min
der behoorlijks wordt gevraagd. Z.i. wil
men n.l. in enkele opzichten dubbele ver
goeding.
Wethouder GOSLINGA wijst den heer
Knuttel op zijn belofte van trouw aan de
rijkswetten, w.o. toch ook de onderwijs
wetten tot gelijkstelling van alle onder
wijs. Zijn uitlating van heden is daarmee
in flagranten strijd.
Overigens ontkent hij beslist, dat B. en
W. teveel vragen voor het bijz. onderwijs,
om dit maar toe te stoppen wat eenigszins
mogelijk is. B. en W. willen alleen het bijz.
onderwijs recht doen, meer niet. Nadert
becijfert hij dit. De bijz. scholen hebben
heel wat minder uitgegeven, logisch, waar
nu pas afkomt, wat men in 1926 en vol
gende jaren had kunnen uitgeven. Alles
berust op het gemeentelijk gemiddelde en
B. en W. meenen, dat daarbij alle kosten
mee moeten tellen, ook die, welke niet
direct op de onderwijsposten zijn te vin
den. B. en W. zijn bij hun berekening eer
der aan den lagen dan aan den hoogen
kant, nader zet hij dit uiteen. Van dubbele
vergoeding is geen sprake. Het bijz. onder
wijs bespaart zelfs de gemeente heel wat
kosten. Al te veel ligt in de critiek, dat het
bijz. onderwijs de gemeente niet aangaat,
doch dat is onjuist. Ook dit is een be
langrijk gemeentebelang. Ieder kan de
cijfers narekenen, tenminste als men thuis
is in de onderwijswetgeving, al is het een
tijdroovend iets, dat erkent spr. De C. v.O.
heeft zich ook met het voorstel accoord
verklaard
Van dé woorden „minder behoorlijk"
van den heer Vos wil hij bewijs of intrek
ken.
De heer MEYNEN oordeelde het recht
vaardiger als de heer Knuttel had gezegd,
dat gestreefd is naar gelijkheid tusschen
bijz. en openb. onderwijs ook daar. waar
daarvan tot dusver nog geen sprake was.
Zoo eischt het de pacificatie en eerlijk
heid.
De heer BERGERS vraagt of de school
besturen ook rentevergoeding krijgen voor
het verlies bij het lange wachten op het
geld.
De heer KNUTTEL herhaalt, dat de ge
meente geen verplichting heeft deze be
dragen (vrij aanzienlijk) uit te keeren en
dus moet de gemeente dit z. i. ook niet
doen. De heer Meynen oefende blijkbaar
zelf-critiek, want toen hij wethouder was,
werden deze bedragen ook niet uitgekeerd.
Voor hem is het zuiver een kwestie van
macht, niet van argumentatie.
De heer VOS moet na de verzekering
van den wethouder de woorden „minder
behoorlijk" terugnemen
De heer GROENEVELD meent, dat aan
de bijz. scholen gelden worden toegekend,
die deze zelf niet uitgeven, b.v. aan perso
neel door vacantie en pensioen. Hij blijft
dan ook tegenstander, al is hij voor gelijk
stelling.
De heer KNUTTEL: nog altijd, dan ben
ip hnrrilpprcoh
Wethouder GOSLINGA zegt, dat rente-
vergoeding niet wordt toegestaan volgens
de wet. De heer Groeneveld is blijkbaar
niet op de hoogte van de wetgeving, al is
hij lid der C. v. O., hetgeen hij nader tracht
aan te toonen.
Dat de wet niet tot deze uitgaven zou
verplichten, is onjuist; de wet draagt juist
in zich het streven naar de grootst moge
lijke gelijkheid en die is nu door B. en W.
heel serieus betracht.. Wat betreft de kwes
tie van macht, de raad heeft de macht een
onbillijkheid te begaan.
De heer KNUTTEL: de grootste onbil
lijkheid is de wet zelf.
De heer GOSLINGA: en toch beloofde u
daaraan trouw!
De heer KNUTTEL: dat heeft hiermede
niets te maken.
De WETHOUDER zal er niet verder op
ingaan. Met genoegen zag hij de intrek
king van den heer Vos.
Met klem werpt hij van zich, dat over
hetzelfde tweemaal wordt vergoed.
Het voorstel wordt aangenomen met
2011 stommen.
Tegen de S.D.A.P., behalve de heeren
Vallentgoed en Koole, en de heeren Knut
tel en Vos.
20e. Voorstel in zake de vaststelling
van het voorschot op de vergoeding, be
doeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet
1920, over het jaar 1931, aan de besturen
van verschillende bijzondere scholen. (242)
De heer KNUTTEL zegt, dat hierbij ook
is het vakonderwijs. Hem is gezegd, dat er
bij het openb. onderwijs 3 a 4 onderwijze
ressen zijn in de nuttige handwerken,
waaraan het bijz. onderwijs nu 't recht
ontleent deze er op na te houden in groote
getale. Is dit juist?
De heer GROENEVELD zou dit zeer be
treuren, temeer, waar het vakonderwijs bij
het openb. onderwijs toch is afgeschaft.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat vergoe
ding verplicht is, zoo er vakonderwijs is
bij het openb. onderwijs. De gemeente
heeft dus reden zuinig te zijn met vak
onderwijs! Er zijn nog enkele vakonder
wijzeressen in de nuttige handwerken, dus
heeft het bijz. onderwijs recht op vergoe
ding naar verhouding tot het aantal uren.
Het kost inderdaad geld, doch daaraan is
wettelijk niet te ontkomen. Met de school
besturen is wel naar een compromis ge
streefd.
De heer GROENEVELD zegt. dat dit al
zeer weinig heeft van gelijkstelling.
Conform wordt dan besloten.
CONCIERGE-WONING „LAKENHAL".
21e. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van het afbreken
van de tegenwoordige Concierge-woning
van het museum „de Lakenhal" aan den
Ouden Singel No. 30 en het inrichten van
perceel Oude Singel No. 28 tot Conciërge
woning en atelier van den Directeur van
het museum. (243)
De heer WILBRINK betreurt de beperkte
toelichting van B. en W. Het perceel Oude
Singel 28 is destijds gekocht voor f. 10.000.
Zat deze bedoeling toen al voor? En nu
een voorstel voor f. 3500 te verbouwen. Het
is z.i. een behoorlijk bedrag in deze tijden.
Is zoo'n brandvrije gang nu wel zoo nood
zakelijk?
De heer BERGERS meent, dat destijds
toch gezegd is, dat de woning gekocht
werd als concierge-woning.
De VOORZITTER bevestigt dit laatste
en verdedigt voorts het voorstel met het
oog op brandgevaar.
De heer WILBRINK merkt nog op. dat
men dan voortaan bij aankoopen voor
zichtig moet zijn, als zoo gretig van de
gelegenheid gebruik wordt gemaakt.
De VOORZITTER oordeelt dit volkomen
menschelijk.
Conform wordt dan besloten.
22e. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van het aanbren
gen van antivries-transformatoren aan de
brandleiding van het tijdelijk Gemeente
huis. (244)
Conform besloten.
CONTROLE OP GEMEENTEWERKEN.
23e. Voorstel in zake de financieelé
controle op de boekhouding van verschil
lende gemeentediensten. (154 en 245)
De heer VERWEY geeft de voorkeur
aan het voorstel, vorige maal door B. en
W. aangeboden. Spr. ziet niet in, waarom
Gemeentewerken van de controle van het
verificatiebureau der gemeenten uit te
sluiten is. De argumenten van de Com
missie van Financiën lijken hem niet
steekhoudend.
De heer DE REEDE zegt, dat het voor
stel geheel in overeenstemming is met het
oordeel der Commissie van Fmanciën, die
meent, dat bij gemeentewerken een meer
op efficiency ingerichte controle noodig is,
waarvoor een accountant wel te vinden
zal zijn.
De heer GROENEVELD betreurt, dat de
Commissie voor Financiën den directeur
van het verificatiebureau een onderhoud
weigerde.
De heer SCHüLLER herinnert aan zijn
voorstel bij de begrooting 1930 tot controle
op Gemeentewerken. Dit werd verworpen
en nu toch dit oordeel van de Commissie
voor Financiën!
Wethouder GOSLINGA: dat laatste gaat
niet op, daar de heer Schüller toch be
doelde technische controle en dat bedoelt
de commissie ook niet.
B. en W. willen met de commissie van
Financiën een andere controle op Ge
meentewerken, opdat ook het bedrijfs
beheer onder de oogen kan worden gezien.
Wat gaf een onderhoud, wanneer de
commissie van andere opinie was dan de
directeur van dit bureau?
De heer VERWEY meent, dat het bureau
Oorspronkelijke schets in ouden trant
door A. DUYTS—GAYDOU.
6)
Silvia moest nu zelf handelen, zij dacht
niet aan de gevaren, aan de vermoeienis
sen, die zij en haar kind tegemoet gin
gen Haar man zoeken en redden
die gedachte alleen stond bij haar vast;
de vader van haar kind uit de gevangenis
bevrijden, dat was haar doel en zij wei
felde niet, zij vreesde niets; haar liefde
gaf haar moed en kracht om alles te
doorstaan, en zij bespoedigde de toebe
reidselen.
Toen alles klaar was. wekte zij den
kleinen jongen. Zij kleedde hem voor de
lange reis aan en na een kort avond
maal begaf zij zich naar het eerste bin
nenhof, waar de wagen gereed stond.
Twee ruiters waren al met de muil
ezels vooruit gereden, en Gnaltiero met
nog twee man, goed gewapend en van het
noodige geld voorzien, zouden dicht acn-
ter den wagen rijden. Rinaldo deed zijn
meesteres uitgeleide tot aan het laatste
binnenplein. Hij was diep bewogen, de
oude man, hoe gaarne was hij ook mede-
gegaan om zijn meester te hoeden, zijn
beminde Signora en den kleinen Alfonso
te beschermen
Maar hij eerbiedigde de bevelen van
Silvia, die hij bewonderde. En hij was
toch ook blij op het kasteel te mogen
passen, het kasteel waarin hij oud ge
worden was en dat evenals hij. niettegen
staande de hooge jaren, nog flink was
en recht stond.
Vaarwel, Rinaldo, God zij met u:
addio, mijn goeden vriend, ik hoop met
uw meester terug te komen, en zij reikte
hem de hand, die de trouwe dienaar eer
biedig kuste. Hij zweeg, zijn keel was
dicht gesnoerd en twee tranen vielen op de
blanke vorstelijke vingers van haar, die
hij had zien geboren worden....
Addio, Alfonsino, zei hij eindelijk, buon
viaggio!
Het was een prachtige avond, de laatste
zonnestralen hadden een zachten gloed
achter gelaten, die weldra in het violet
overging, en waarin de avondster als een
diamant schitterde.
Venus schitterde, en weldra werd een
andere ster zichtbaar, vervolgens een
derde en eindelijk flikkerde de hemel van
sterren, die de vertrekkende vrouw zouden
vergezellen.
In de verte, heel zacht, begon een klok
het Ave Maria te luiden; dat was de toren
van Massa en de klank verhelderde, naar
mate hij zich verhief; daarna volgde de
klok van Avenza en van meer naburige
dorpen, een concert van gebedsklanken.
De lippen van Silvia bewogen zich, zij
sprak het gebed halfluid uit, en drukte
haar zoontje dat rustig in haar armen
was ingeslapen, innig tegen zich aan.
Vaarwel, vaarwel. De nacht is aange
broken. Alles is donker op den weg. Mon-
tignoso is nog zichtbaar uit de verte; Ri
naldo heeft op den hoogsten toren een
licht ontstoken, opdat zijn meesteres nog
lang het ouderlijke huis zou kunnen aan
schouwen. En toen verdwenen ook de
oude torens in den donkeren nacht.
Silvia boog haar hoofd over haar sla
pend kind; heete tranen schitterden aan
haar lange wimpers. Zij sloot de oogen en
viel in een sluimering tusschen droomen
en waken.
De opeenvolgende tragische gebeurte
nissen van dien dag hadden van haar
krachten veel gevergd. Zij had in groote
zielspanning geleefd en moeten hande
len. Nu, zacht gewiegd in het rijtuig, kwa
men, door de omringende duisternis, de
stilte van den eenzamen weg, alleen maar
onderbroken door het eentonig; hoefge
trappel der paarden, haar zenuwen tot
ontspanning en zij was door een soort
hypnose bevangen.
Na ongeveer een uur haalde het rijtuig
de twee ruiters, die vooruitgereden waren
in en men stopte om te vernemen of de
weg veilig was; daarna werd de groote
tocht aanvaard.
De weg liep dicht langs het strand;
men hoorde de zee haar eeuwig eentonig
en toch nooit vervelend lied zingen, de
groote indrukwekkende stem van het on
eindigeAl de kreten van haar slacht
offers, al de liederen der matrozen, die
na een lange reis weer thuis komen, en
de klaagliederen van de weduwen die hun
mannen nooit meer zullen zien terug-
keeren, de gebeden, die ze uitspreken, als
alle hoop verloren is; dat alles weerklonk
zacht en weemoedig in het geluid der
tegen het strand brekende golven.
Silvia was uit haar sluimering ont
waakt. Zij wist eerst niet, waar ze was;
maar het warme lichaampje van haar
kind, tegen haar aangedrukt bracht haar
weldra alles wat dien dag gebeurd was,
in herinnering. Zij riep Gualtiero, die bij
het portier reed.
Zijn wij Avenza al gepasseerd?
vroeg ze.
O, dat ligt ver achter ons, Madonna.
Het zal niet lang meer duren of wij zul
len Spezia bereiken; daar moeten we
even rust houden. Is u een weinig beko
men, Madonna, verlangt gij niets? Ri
naldo heeft eenige flesschen Vin Santo
mede gegeven. U moet er wat van ge
bruiken
Dank, Gualtiero, ik verlang niets dan
maar zoo gauw mogelijk in Gent te ko
men. Kent gij den graaf, Gualtiero? Zal
hij ons helpen? Wie weet. hoe die arme
Walfried naar ons verlangt.
Houd goeden moed, Signora; ik ken
den graaf en ik twijfel nietAls hij u
ziet, zal hij zeker aan uw bede gehoor
geven en Walfried vrijlaten. Maar, zou het
verhaal van de Villanova waar zijn? Ik
vertrouw hem niet.
Ik evenmin, Gualtiero, en daarom
ben ik op reis gegaan; o, indien gij
alles wist!
Maak u zich maar niet bezorgd,
Signora ik begrijp en weet meer dan u
vermoedt, denk niet aan het verleden; de
toekomst ligt voor u, en zoolang ik voor u
zorgen mag, zal niemand u durven belee-
digen of eenig leed doen.
Gij zijt een trouwe vriend. Gualtiero,
en ik vertrouw u volkomen. Te Genua
woont de jongste zuster van mijn vader,
de markiezin Spinola. Wij zullen haar op
zoeken; zij kan ons helpen, mogelijk heeft
zij eenig bericht van Walfried. Een harer
zoons was cok naar Vlaanderen gegaan.
Ik zie eenige lichten daar bij de zee, is dat
niet de Golf van Spezia?
Ja, dat is Spezia. gij wilt er niet
overnachten nietwaar? Het is beter, om
na eenige rust onzen weg te vervolgen;
er is een goede herberg, de kleine Alfonso
zal daar melk kunnen krijgen. Ik rijd
even vooruit om de manschappen en de
muilezels halt te laten houden bij de
„Croce di Maita".
Wij verlaten hier onze reizigers en kee
ren naar Montignoso terug.
Nadat hij zijn meesteres vaarwel had
gezegd, liet Rinaldo de poorten sluiten en
de ophaalbrug optrekken. Hij deed ver
volgens de ronde door het kasteel om zich
te overtuigen, dat alles rustig was. Toen
keerde hy naar den linker vleugel terug,
waar hij den page trouw op zijn post
vond. en gaf aan den knaap verlof, zich
ter ruste te begeven.
Rinaldo zou zelf de wacht houden in de
anti-chambre van de Villanova. Hij liet
zich op een rustbank neervallen en bleef
langen tijd in gepeins verzonken.
Welke houding zou hij den volgenden
dag tegen den senor de Villanova aan
nemen? Hij begreep wel, dat de Span
jaard met een bepaald doel naar Silvia
was gekomen; er moest een reden voor
zijn. Den ring van Walfried had hij mee
gebracht als bewijsmaarhoe
kwam hij daaraan? Zou hij zijn meester
van het leven beroofd hebben? Die Span
jaarden, ze waren tot alles in staat om
aan geld te komen, en als de liefde er nog
bij kwamliefde? Neen, daarvoor is
een Villanova niet vatbaar, hartstocht,
mogelijk wel, maar vooral hebzucht
Hoe kan ik er achter komen? Hij slaapt
zeker nog vast!
Rinaldo opende heel zacht de deur van
het slaapvertrek. Het was een ruime ka
mer, met rijke meubelen, de wanden be
hangen met fijn damast, behalve één, die
met mooie fresco's was beschilderd, nym-
fen en satyrs, die in een bosch speelden;
een bron van helder water sprong tus
schen rotsen en varens zoo natuurlijk, dat
men zou meenen het ruischen te hoo-
renHet plafond was beschilderd met
amors en godinnen.
De Villanova lag in het statige bed met
de zware fluweelen gordijnen. Hij sliep
vast en snurkte.
Droom jij maar van godinnen, don
Juan, fluisterde Rinaldo, ik zal je kleeren
onderzoeken!
Hij zag een soort wijde broek van zacht
leder en voorzien van een paar breede
zakken daaruit haalde Rinaldo een
klein wapen, een kleine Spaansche sti
letto, fijnpuntig en scherp; een beurs met
gouden munten gevuld en nog een klein
Italiaansch medaillon van mozaïk met
het wapen van de Montignoso's. Rinaldo
ontstelde hevig. Dat medaillon bevatte
een haarlok van Alfonso. Silvia had het
haar man gegeven, toen hij vertrokken
was Indien hij nog leefde of vrij was.
zou hij dat kleinood nooit afgestaan hec-
ben De oude man bleef een oogenblik
verbijsterd; maar hij herstelde zich wel
dra, nam alles mee en verliet zachtjes de
kamer, .(Wordt vervolgd.)