Wat de vrouw draagt.
De mode in vroegere tijden.
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 September 1931
Zesde Blad No. 21940
3XSZI
VOOR DE HUISVROUW.
VOOR 0-'7E P0*t_I^7.-
VEP7AWpl **PC
De beeldige nieuwe hoedjes zijn kapri-
cieuse dingetjes, die niet alleen origineel
zijn en een eigen stijl hebben, maar ook
het „bepaalde Iets" hebben, dat altijd
weer opnieuw bekoort.
Nog niet lang geleden beschouwde men
ai deze creaties, de jagerhoedjes, de postil
lon, de pompadourvormen als het voort
brengsel van een overwerkte fantasie, die
beslist geen opgang zouden maken. Van
daar dat het resultaat eenvoudig verbluf
fend is. En wat ons nog meer verrast
heeft, ls, dat de toonaangevende salons,
niettegenstaande de maatschappelijke
zoo moeilijke tijden, deze groote ommekeer
gewaagd en doorgezet hebben, wat voor
de nieuwe mode natuurlijk een gunstig
De reden van het groote succes ligt na
tuurlijk ook daarin, dat de vrouw ln 't
algemeen blij ls eindelijk weer eens een
hoed te kunnen dragen, waarin ze haar
persoonlijke smaak tot uiting kan bren
gen, 'want ze weet dat 'n mooi en elegant
hoedje van groot belang is, ja, aan haar
heele verschijning een ander aanzien kan
geven. Vaak zelfs is de hoed het belang
rijkste attribuut.
Daarom is men op dit gebied voor alles
wat hieraan nieuw is, licht toegankelijk,
temeer nog omdat een hoed meestal geen
al te groote uitgaven eischt, waardoor het
mogelijk is zonder belangrijke offers tel
kens weer eens iets anders te hebben.
In ieder geval staat het vast, dat de
nieuwe hoedjes niet alleen decoratief en
origineel zijn, maar ook erg flatteeren en
dit komt waarschijnlijk doordat ze de eene
'helft van het gezicht volkomen vrij laten,
terwijl aan den anderen kant het hoedje
diep in 't hoofd getrokken wordt, hetgeen
iets liefs, iets zachts en vrouwelijks geeft.
Men zou gaarne geneigd zijn te zeggen dat
met deze modelletjes een nieuwe periode
der „moderne koketterie" haar intrede
gedaan heeft, hetgeen ln dezen nuchteren
tijd van zakelijkheid en materialisme, een
welkomen gewaarwording is.
De naaste toekomst zal ons wel leeren
of deze hoedenmode een blijvend ver
schijnsel ls, of dat weer sprake was
van een „eendagsstijl". Wanneer het laat
ste het geval is, dan nog zal deze mode
aan geen enkele vrouw, die ook maar
eenigszins aan haar kleeding waarde
hecht, spoorloos voorbijgaan. Daarvoor is
deze ommekeer in de hoedenmode te
radicaal.
De nieuwe hoeden beheerschen echter
niet alleen de middag- en de avondmode,
doch ook bij de wandelkleeding spelen ze
een voorname rol. We zien telkens weer
iets anders, waardoor het makkelijk valt
te beoordeelen, hoe elegant, jeugdig en
smaakvol de nieuwe modelletjes kunnen
zijn, of ze nu van vilt, velours, fluweel en
zelfs van bont gemaakt zijn (zooals men
namelijk ln ingewijde kringen weet, heb
ben de groote huizen ook bonthoedjes in
bewerking genomen, die in harmonie zijn
of met de garneering van de daarbij te
dragen mantel, of met de lange bontjas en
natuurlijk ook met het moderne, korte,
Spencer bontjasje).
Van veel belang bij de nieuwe hoeden is
de garneering, want ook op dit gebied
kwamen groote veranderingen. Opeens
schijnen n.l. alle garneeringsmogelijkhe-
den in het middelpunt der belangstelling
te staan.
Hoofdzaak zijn en blijven evenwel
tenminste voor de naaste toekomst de
veeren; dagelijks wordt hierin weer iets
nieuws gebracht vol fantasie en afwisse
ling.
Eenvoudige veertjes wisselen af met de
bontste versieringen, die uit talrijke
veertjes zijn samengesteld en in hoofd
zaak op wandelhoedjes aangebracht wor
den. Af en toe zien we de eerste teekenen
van de uit veertjes samengestelde „vleu
gels", welke echter voorloopig nog in
kleine afmetingen gemaakt worden en nog
maar vaag doen herinneren aan de gigan
tische veereffecten, die in het begin van
deze eeuw modern waren en als geweldige
„gebouwen" op de hoeden van onze
mama's prijkten.
Ook de bloemen hebben, niettegenstaan
de het vergevorderde seizoen nog lang
niet afgedaan, doch het zijn dan meestal
gestileerde soorten in de belangrijkste
modetinten en dan van vilt, bont, leer of
iets dergelijks gemaakt.
Voor zoover een hoed niet zooals wij
zeiden heelemaal van bont gemaakt is,
is een platte bontstrik of lus hierop een
gewilde garneering. Zooals reeds gezegd.
werd voor de avondmode de struisveer-
garneering voorgeschreven. Met deze novi
teit zijn wij allen zeer ingenomen en de
vrouw zelf niet het minst, want de varia
ties, die geboden worden, zijn eenvoudig
ongelooflijk. Bovendien is de struisveer-
garneering uiterst decoratief, de schoon
heid van het profiel wordt er ongetwijfeld
door verhoogd en dit is iets waar reeds
lang naar gezocht werd.
De hier afgebeelde modelletjes kunnen
we. beschouwen als de markante vertegen
woordigers der nieuwe hoedenmode.
Links boven: het „jagershoedje", dat bij
de robe-manteau, mantel en mantelpak
gedragen wordt en dan in de tint van het
betreffende kleedingstuk gehouden is. De
kleur van het veertje behoort dan hier
mee in contrast te zijn.
Daarnaast het „postlllonmodel" van
breitschwanz of geperst lamsvel (eventueel
ook van dun veulenbont, waarbij de hoed
zooals we hiervoor reeds zeiden over
eenstemmen moet met de garneering van
het kleedingstuk waarbij zij gedragen moet
worden. Het dopje links beneden stelt een
velours middaghoedje voor met platte
bontstrik.
Rechts beneden hebben we den aparten
fluweelen hoed voor den avond met de in
teressant doorgestoken struisveder, die tot
het vervullen van een groote rol bestemd
schijnt te zijn.
Een origineele shawl zooals we hier af
gebeeld hebben ls makkelijker te maken,
dan men zou denken. Ze wordt ln hoef
ijzermodel gewerkt, terwijl ln het midden
een gat uitgesneden wordt om het hoofd
door te laten. Op deze wijze ontstaat een
klein omhulseltje, dat ter afwerking bij het
middag- en avondtoilet origineel en ele
gant staat. Hiervoor kan men zoowel gaas,
als alle soorten zijde en zelfs brocaat
nemen.
Het valt niet te ontkennen, dat het
nieuwe model zooals op de schets ver
kleind is afgebeeld, ln staat is met be
trekkelijk weinig materiaalverbruik, voor
treffelijke effecten te verleenen.
Daar heeft U mij nu toch pleizier mee
gedaan, vriendelijke huisvrouw, dat U mij
Uw recept zondt voor het maken van
gelei van druiven.
Aangezien lk het adres niet meer heb
van de briefschrijfster, die mij vroeg wat
zij met al haar druiven beginnen moest,
geef lk het antwoord nu maar in dezen
brief. Vermoedelijk hangen er nóg wel
dikke trossen aan Uw wijnstok! Welnu, de
huisvrouw die mijn vraag: „Wat moeten
we met overvloed van druiven beginnen?"
gelezen had, schrijft mij, dat zij in een
oud receptenboekje over 't verduurzamen
van groenten en vruchten het volgende
vond over druivengeleiNeem geheel rijpe
vruchten, die goed zoet zijn; pluk ze van
de trossen, wasch ze en laat ze daarna
goed uitdrutoen. Vervolgens perst U ze uit
door een helderen, linnen doek. Op iedere
liter sap gebruikt U 3 ons suiker. Kook
nu het sap net zoo lang tot het goed
dikke stroop is en bewaar de gelei ln her
metisch afgesloten potjes.
Zeer stel lk de medewerking van deze
huisvrouw op prijs, want zij gaf mij
bovendien nog een recept voor het inmaken
van tomaten, dat zeer zeker velen te pas
zal komen, nu deze, thans zoo populaire
vruchten, zoo bijzonder goedkoop zijn.
Kies de mooiste en gaafste vruchten uit:
zij moeten goed rijp zijn, maar niet over
rijp; snij het steeltje en andere groene
deelen weg: wrijf dan de vruchten met
een doek goed schoon. Leg ze daarna in
een zuiveren steenen pot in lagen op
elkaar. Bereid een zoutoplossing (keuken
zout lost bijna even goed in koud als in
warm water op), die zóóveel zout bevat,
dat een versch ei er op blijft drijven en
giet dan deze pekel over de tomaten.
Bindt den pot goed dicht en zet hem op
een koele plaats. U kunt deze vruchten
's winters als versche gebruiken
De pekellaag moet zóó dik wezen, dat de
vruchten geheel overdekt zijn.
Is het geen echt leuk ouderwetsch
recept?
Dan vraagt een andere lezeres mij om
het patroon van een gemakkelijk en vlug
te breien onderjurk voor een meisje van
6 jaar.
Voor herfst-regendagen is onder alle
omstandigheden een practische mantel
noodig en het is verstandig dan één te
kiezen, die niet uitsluitend voor den regen
is, maar juist in het overgangstijdperk ook
uitstekend als wandeljas dienst kan doen.
Meestal besluit men tot een waterdichte
j paletot van moderne tweedstof, welke
Met de maat is het lastig, want ik weet
niet hoe lang en dik uw zesjarige is! Hier
heeft u een patroon dat ik onlangs door
een klein meisje van 9 jaar zag dragen.
Probeer het eens even; als u vindt, dat het
model te groot wordt, zet dan wat minder
steken op. Het wordt gebreid met naalden
no. 2'/i; noodig heeft U ongeveer 200 gram
wol. Zet voor den voorkant op: 140 steken
U begint onderaan het rokje. Het patroon
hiervan is aldus: 1ste naald: 1 averecht
7 recht; op het eind: 1 averecht. 3 recht;
2de naald: 7 recht 1 averecht; einde:
4 recht. Het rokje, dat lk zag was 54 rib
bels lang; misschien moet het voor de
zesjarige iets korter worden.
Daarna gaat u de helft van de steken
afminderen voor het lijfje; dan blijven
er dus 70 steken op den naald. Nu 8 naal
den in den tricotsteek breien; deze steek
breit u: 1 naald recht, 1 naald averecht
enz. Daarna breit U tot aan het armsgat
44 ribbels, dat zijn 88 naalden. Meet maar
af naar een onderjurkje van de kleine
hoe haar lengte is. Voor het armsgat moet
U minderen: 12 naalden breien met een
gelijke mindering van 4 steken aan beide
kanten. De hals wordt met gaatjes ge
breid aldus: 1 recht, draad-omslaan, min
deren (2 steken samenbreien)dit her
haalt u tot het einde. Dan breit u recht
terug. Oo die wijze ontstaat één rij
gaatjes. Ga nu zoo voort tot u vier rijen
gaatjes boven elkaar heeft. Dan is de
hals klaar en begint u aan den schouder.
Deze breit u op 8 gaatjes aan weerskanten
van Uw naalden; laat dus eerst 8 gaatjes
op uw naald zitten; kant de middelste
steken af voor den hals en houdt ook aan
het eind van uw naald 8 gaatjes er op.
Hierop breit u weer gaatjes tot 6 rijen
hoog (één schouderbandje), kant af en
werk op de andere 8 gaatjes eveneens
6 rijen gaatjes voor het 2de bandje.
Nu moet nog de rug worden gebreid.
Deze gebeurt nét als de voorkant; alleen
moet U bij het armsgat ln plaats van 12
naalden nu 24 naalden breien met een
stoffen tegenwoordig en eigenlijk reeds
gedurende langeren tijd heel gewild zijn.
We krijgen dan de „neutrale chic" gepaard
aan absolute „waterdichtheid", hetgeen
wel de weg tot groot succes moet zijn. (2)
Veel dames kiezen de cape van water
dichte effen zijde, die over mantel, man
telpak of japon gedragen kan worden en
op deze wijze een volkomen beschutting
biedt. Het is dan niet noodig nog een
zware en bovendien waterdichte stofjas te
nemen, die eigenlijk alleen maar op koele
dagen gedragen kan worden.
(De nieuwe regencape ziet U links).
W. U.
iisritrir v.~
Dit 1860 tafreeltje stelt voor Grootmoe
der, moeder en kleinkind! Ziehier de be
schrijving dezer drie verschillende cos-
tuums: Het kleine meisje is gekleed in
een rose japonnetje met een geruite sjaal
om de schouders; de jonge vrouw in het
midden heeft een prachtig manteltje aan
met fijn Engelsch borduursel versierd op
een donkergroen zijden stof. De oude
dame in den leunstoel heeft een toilet
aan van zilvergrijze atlas-zijde met don
kerblauw satijnen linten gegarneerd. Al
deze toiletten waren even kostbaar, zoowel
van materiaal, als van zeer ingewikkelde
coupe, die zooveel tijd opelschte; maai
de dames, die zoo mooi aangekleed waren,
zagen er uit als Prinsessen uit sprookjes!
C. V.
Opdruk Madrid.
De serie bestaat uit 1, 2, 5, 10, 15, 20, 20
en 25 c.
In omloop van 15 tot 25 April. Het hoofd
postkantoor te Madrid was de eerste amb
telijke Instelling, welke de republlkeinsche
vlag heesch en was daarmee de andere
eenlge uren voor. Reeds ln den laatsten
tijd, gedurende de monarchie nog, hadden
de post- en telegraafbeambten op alle
mogelijke wijze het republlkeinsche comité
gesteund, door nu eens de regeeringsbe-
richten achter te houden, dan weer van
die berichten copleen te geven aan het
genoemde comité Ze wisten dus, dat de
uitroeping der republiek spoedig zou plaats
vinden en daarom gaven zij, zonder nader
bevel van hoogerhand, op 15 April de post
zegels met den opdruk „Republica" uit. De
zegels zijn niet uitgegeven voor propa-
ganda-doeleinden, maar getuigden slechts
van het enthousiasme voor de republiek.
Op den 15den April, de dag, die tot een
nationalen feestdag werd verklaard, wer
den ze ln beperkten voorraad aan de loket
ten verkocht en daarna tot den 25sten
Aoril voor de frankeering toegelaten, op
welken dag de verdere gebruikmaking per
circulaire werd verboden.
Eerste opdruk Barcelona.
Met grooten horizontalen opdruk „Re-
buplica". De serie bestaat uit 1, 2, 5, 10,
15, 20. 25, 30, 40-50 c. 1 pes en 5 en 20 ct.
In omloop van 15 tot 25 April.
In Barcelona gebeurde ongeveer het
zelfde als in Maart. Alle beambten waren
er republikeins gezind en ze bepaalden
zich niet alleen tot het uitroepen der repu
bliek, maar ze zetten alle hoogere ambte
naren. die niet reeds vroeger republlkein
sche ideeën hadden aangehangen, af en
stelden hen als ondergeschikte beambten
weer aan. De overdrukte zegels werden ook
daar den 15den April ten verkoop aange
boden, maar dienden niet alleen voor de
correspondentie van Barcelona, maar ook
van Cervera. Lerida, Martorell San Felice
de Slobregat, Molins del Rey en andere
plaatsen. Deze plaatsen liggen alle in de
buurt van Katalonie, ook in Zaragoza en
Guadalajara werden ze gebruikt door lie
den, die de zegels waarschijnlijk in Bar
celona hadden gekocht.
(Wordt vervolgd.)
Nieuwe uitgaven.
Nederland. - Nadat de nieuwe zegels
van 36 en 70 ct., die deze of volgende week
in circulatie zullen komen, ls er volgens
berichten van de Berner Postunie binnen
afzienbaren tijd weer een nieuw zegel
voor ons land te verwachten en wel een
vredeszegel. Voor een ontwerp van dit zegel
zal een Internationale prijsvraag worden
gehouden.
Dit lijkt ons absoluut overbodig. Wij be
zitten een prachtig Vredespaleis, dat een
uniek onderwerp is voor een vredeszegel.
Een zegel met dit paleis er op zou zelfs eén
van de beste zoo niet d e beste van
ons land zijn.
België. - Van de te Antwerpen uitge
geven tentoonstellingszegel bedraagt de
geheele oplage slechts 50 000 exemplaren.
Een waardevol object voor degenen, die er
eenige van bezitten.
Vereenigde Staten. - Ter herinnering
aan George Washington zullen tegen den
lsten Jan. de volgende 12 nieuwe waarden
verschijnen: '/t, 1. IV:, 2, 3, 4, 5. 6, 7, 8, 9
en 10 cents.
No. XXVI 1860.
gelijke afmindering van 4 steken aan
beide kanten. De hoogte van het schou
derbandje wordt hier nu slechts 4 gaatjes
in plaats van 6. Naai nu voor- en achter
zijde aan elkaar en werk hals en arms
gaten met een picotje van 1 vaste, drie
lossen, 1 vaste af. U ziet: het is een heel
eenvoudig patroon, waarvan u zelf lengte
en breedte gemakkelijk berekenen kunt.
Wilt U er nog een praktisch directoirtje
bij werken? Zet dan 236 steken op en
brei eerst de boord van 2 recht, 2 averecht;
in de derde toer maakt u de gaatjes voor
het doorrijgen van een band of elastiek;
daarna nog 10 toeren. De rest van het
broekje werkt u in tricotsteek: eerste
naald: 10 steken recht. 15 steken averecht
terug: omkeeren. 20 st. recht. 25 st. aver,
terug; omkeeren. 30 st. recht; zoo verder
gaan tot er 110 st. recht gebreid zijn.
Verder nog 118 toeren. Zet nu de steken
op 2 naalden en brei 28 naalden. Vervol
gens de 110 steken op vier naalden zetten
en in het rond breien: 1ste toer 3 st. recht,
1 minderen: zoo afbreien tot op 5 steken
na: dan 1 st. minderen. 3 st. recht; 2 toe
ren overbreien; deze drie toeren nog
8 maal herhalen. Daarna nog 23 gewone
toeren. Dan 12 toeren: 2 recht 2 aver,
voor den boord; afkanten. De andere pijp
net zoo. Voor het lapje tusschen de pijpen
28 st, opzetten en 37 naalden breien. Af
kanten en in de broek naaien.
In een van onze vorige artikelen maakten
wij melding van den opdruk „Republica"
op de Spanje-zegels. Verschillende bladen
gaven toen berichten, dat deze uitgave
niet vanwege de Republikeinsche regeering
zou plaats gehad hebben. Wij hebben in
deze een eenigszins afwachtende houding
aangenomen, totdat meer officleele be
richten zouden komen. Deze bleven ook
niet uit en wij hebben bereids dit bericht
onder onze rubriek opgenomen.
De Spaansche handelaren zijn over die
z.g. valsche opdruk-berichten zeer uit hun
humeur, en terecht, want wat is grievender
dan voor zwendelaar of vervalscher te
worden uitgemaakt, terwijl er in het geheel
niets van waar is.
Zooals blijkt, zijn enkele streken van
Spanje tot een opdruk-ultgave overgegaan.
Wij achten het niet meer als een plicht
om, daar wij ook het eerste bericht hebben
overgenomen, ook het thans verschenen
schrijven der Spaansche handelaren over
te nemen.
Opdruk Almerla.
Horizontale opdruk „Republica". De serie
bestaat uit de 1, 2, 5. 10, 16. 20, 20 en 25 c.
Deze zegels waren van 18 tot 24 April ln
omloop en er bestaat een document,
waarin de postdirecteur van Almeria toe
staat, dat deze zegels gebruikt worden voor
frankeeren voor alle soorten correspon
dentie, zoowel voor binnen- als voor het
buitenland. Dit document draagt het
stempel van de socialistische partij groep
„Almeria", een stempel van de republi
keinsche bondspartij „Almeria" en de
onderteekening van verscheidene personen
die tot deze partij behooren.
r