Herziening van de Lager-Onderwijswet DAROLFARGUHARS NACHTWANDELING 72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 14 September 1931 Derde Blad No. 21929 WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN. SCHEEPSTIJDINGEN. RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. Overeenkomstig de voorstellen der Commissie-Rutgers. Een wetsontwerp is thans, naar het „Vad." meldt, bij de Tweede Kamer inge diend tot herziening van de Lager-Onder wijswet 1920, in verband met het rapoort der Staatscommissie-Rutgers, dat inder tijd uitvoerig in ons Blad is vermeld. De minister heeft in hoofdzaak de voor stellen van de commissie tot de zijne ge maakt. Wat de principieele punten be treft, wijkt het thans aangeboden ont werp niet van het rapport der commissie af. Verschillende voorstellen van de com missie zijn in het wetsontwerp opgeno men. Allereerst het voorstel om de thans geldende gedifferentieerde leerlingen- schaal te vervangen door een uniforme 45- en 26-schaal, respectievelijk voor scholen voor gewoon en voor uitgebreid lager onderwijs. Mede in verband met het geen voor de andere takken van onder wijs benoodigd is, acht de regeering bezuiniging een dringende eisch, waarbij h.i. in de eerste plaats als object van be zuiniging het aantal onderwijzers in aan merking komt, ten einde zoodoende den op het Rijk steeds meer drukkenden salaris last eenigermate te verminderen. De mi nister meent aan de bezuiniging, weike het voorstel van de meerderheid der com missie oplevert, te moeten vasthouden en elk stelsel te moeten afwijzen, dat de be zuiniging minder zou doen zijn. Wat het argument betreft dat de 45- en 26-schaal te weinig rekening houdt met de redelijke behoeften van de kleine scho len, zegt de minister dat de moeilijkheden voor de kleine scholen uit den aard der zaak voortvloeien en niet mogen leiden tot een aanvaarding van een stelsel, dat eén begunstiging van de kleine scholen houdt. Voorts heeft de minister de volgende voorstellen van de staatscommissie in be ginsel overgenomen: a. in zake geneeskundige keuring van de onderwijzers vóór hun eerste vaste aanstelling; b. betreffende verkorting van den duur van de aanspraak van de schoolbesturen op gemeentelijke vergoeding voor boven tallige onderwijzers; c. tot het formuleeren van een begren zing van de kapitaalsuitgaven bij aan schaffing van schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van bijzondere scholen en van de exploitatie-uitgaven; d. in zake centraliseering van het on derwijs in lichamelijke oefening. De mi nister heeft de bepalingen van het ont werp van de staatscommissie aangevuld en gewijzigd, in de eerste plaats door het voorschrift dat naburige gemeenten ge meenschappelijke scholen kunnen oprich ten en in standhouden of uitbreiden in dien zin, dat deze samenwerking ook op zichzelf staande gymnastieklokalen zal kunnen betreffen en dat ook gemeen schappelijke terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening kunnen worden ingericht, in de tweede plaats doordat den minister de bevoegdheid is gegeven om te bepalen, dat in een gemeente of in een door hem aangewezen gedeelte van een gemeente het onderwijs in lichamelijke oefening niet behoeft te worden gegeven, onder voorbehoud, dat althans onderwijs wordt gegeven in de vrije- en orde-oefe ningen der gymnastiek; e. in zake vervanging van de ouderver klaring door een verhooging van de waarborgsom voor stichting van bijzon dere scholen voor gewoon lager onder wijs van een beperkten omvang (scholen met minder dan 150 leerlingen). Ook wat de opleiding van de onderwij zers betreft, zijn in het wetsontwerp, be houdens wijziging of aanvulling op onder- deelen de voorstellen van de staatscom missie, tot handhaving van het thans gel dend stelsel, belichaamd. In twee opzichten wijkt de minister, echter van de voorstellen van de commis sie af, eerst doordat hij een bepaling heeft opgenomen, waardoor de oprichting van nieuwe bijzondere kweekscholen afhanke lijk wordt gesteld van de goedkeuring van de Kroon en in de tweede plaats doordat het rijk niet verplicht wordt om de ge bouwen der bestaande gemeentelijke kweekscholen tegen taxatieprijs te koo- pen. In dit opzicht blijkt dus eveneens van een zeker streven naar bezuiniging. Ook met betrekking tot het vraagstuk van het buitengewoon lager onderwijs heeft de minister zich, in beginsel met de voorstellen van de staatscommissie ver- eenigd, zoodat het wetsontwerp wèl ten aanzien van het onderwijs aan zwakzin nigen, zeer zwakzinnigen en schippers kinderen, een algemeene wettelijke rege ling bevat, maar, wat de overige vormen van buitengewoon onderwijs betreft, de bestaande toestand, gebaseerd op het par ticulier initiatief, vrijwel onveranderd wordt gelaten. Van de voorgestelde rege ling zal een verhooging van de rijksuitga ven, van pl.m. f. 1.000.000 het gevolg zijn. Ten aanzien van procedures over de L.O.-wet heeft de minister slechts hier en daar een vereenvoudiging aangebracht en voorts die wijzigingen voorgesteld, tot welke de Ambtenarenwet-1929 aanleiding gaf. Tot bedoelde vereenvoudiging be hoort de thans geldende tweeledige be roepsinstantie met betrekking tot de stichting van bijzondere scholen door een enkelvoudig beroep op de Kroon, te ver vangen met uitschakeling én van de be moeiing van Ged. Staten èn van de be voegdheid van ingezetenen om in beroep te gaan. De minister schaart zich ook wat de Mulo-school betreft aan de zijde van de meerderheid der staatscommissie. De omstandigheid dat in 1920 aan het type van de u.l.o.-school voorkeur is gegeven, mag geen reden zijn daarvan niet terug te komen, nu meer en meer blijkt, dat men van vele zijden ook op het m.u.l.o.-type prijs blijft stellen. Overeeenkomstig het voorstel van de staatscommissie heeft de minister de be staande regeling van het vervolgonderwijs vrijwel ongewijzigd gehandhaafd, ten einde niet vooruit te loopen op de behan deling van het aanhangig ontwerp der cursuswet. Het wetsontwerp stelt voor bij het vak algemeene geschiedenis eenige kennis van de inrichting en de werkwijze van den Volkenbond onder te brengen en wil voorts de mogelijkheid openen om in het vijfde en zesde leerjaar eener school voor gewoon lager onderwijs en in de daarmede overeeenkomende leerjaren van het nieuw ontwerpen type u.l.o.-school, een vreemde taal te onderwijzen en wel in elk dier leer jaren tot een maximum van drie uren per week. Tegen het opnenem onder de vakken van lager onderwijs van het vak huis houdkunde voor meisjes, waarvoor in een minderheidsnota was gepleit, verzet de minister zich. In afwijking van het gevoelen van de minderheid, acht hij het voorts niet wen- schelijk het bestaande verbod van ambu- lantisme voor het hoofd der openbare school te handhaven. Ten opzichte van de vraag, of aan dit hoofd het onderwijs in een klasse moet worden opgedragen, behoort z.i. de wetgever zich geen partij te stellen; het betreft hier een zaak, die aan het besturen der school, c.q. aan het gemeentebestuur moet worden overge laten. Overigens verklaart mr. J. Terpstra zich geen voorstander van de opvatting dat de bevoegdheden der schoolvergade ring behooren te worden uitgebreid ten koste van de bevoegdheid van het hoofd als leider van de school. In dit verband zij ten slotte medege deeld, dat de minister zich niet vereenigt met het voorstel der staatscommissie om de eisch der wet, dat over de voordracht voor hoofd der school overeenstemming moet bestaan tusschen B. en W. en den inspecteur, te vervangen door het voor schrift. dat deze voordracht wordt opge maakt door B. en W. na overleg met den inspecteur. Hij vreest, dat uit die veran dering voor de openbare school groote na- deelen zouden voortvloeien en dat daar om het voorschrift, dat overeenstemming bij de voordracht eischt, gehandhaafd moet worden. Dit neemt niet weg, dat de minister voorstelt de procedure te wijzigen en wel in dien zin, dat de bepalingen betreffende het vergelijkend onderzoek, welke bedoeld zijn om den weg aan te geven, die tot overeenstemming zal leiden uit de wet vervallen en in plaats daarvan de uitwer king te regelen bij algemeenen maatregel van bestuur, wat hem beter voorkomt. De bedoeling is dat de wet op 1 Juli 1932 in werking zal treden. 23. Toen de onderwijzer weg was, greep kikker Karei den arm van Tuimeltje en zei: „Wil je eens zien hoeveel inktpotten ik op elkaar kan dragen?" „Heel goed", zei Tuimel, „ik zal ze wel aanreiken" en ze stapelden wel zes Inktpotten opeen. Tuimeltje vond het reusachtig en de twee ondeugden bemerkten niet eens, dat de deur openging. 24. Hun pret zou niet lang meer duren. Plotseling ging deur de open en de onderwijzer stond naast kikker Karei, die van schrik al de inktpotten op den grond liet vallen. „Ach meester," kermde kikker Karei, „ik kon er niets aan doen". „Dat zal ik je wel leeren", schreeuwde de onder wijzer. en zich tot Tuimeltje en Karei wendend zei hij: „Jullie zullen alles netjes schoon moeten maken en dan direct naar bed worden gebracht." MIJ. OCEAAN. PYRRHUS, R'dam n. Japan, pass. 11 Sept. Perim. AGAPENOR, Japan n. R'dam, 11 Sept. te Singapore. HECTOR, 11 Sept. v. Penang n. R'dam. EURYMEDON, vertrekt 12 Sept. v. Batavia n. Amst. ALCINOUS, 12 Sept. v. Amst. n. Java. JAVA—CHINA—JAPAN LIJN. TjIKEMBANG, 10 Sept. v. Shanghai n. Java. JAVA-NEW YORK LIJN. ATREUS, Java n. New York, pass. 11 Sept. Gibraltar BINNENDIJK, arr. 11 Sept. te Philadelphia. ROTTERDAM—Z.-AMERIKA-LIJN. ALPHACCA, thuisr., pass. 11 Sept. Tene- riffe. ALUDRA, thuisr., 11 Sept. v. Rio Janeiro. ROTT. LLOYD. BLITAR, thuisr., 11 Sept. te Marseille. PATRIA, uitr., 12 Sept. te Batavia verw. DJEMBER, uitr., 12 Sept. te Padang. 1NDRAPOERA, thuisr., pass. 12 Sept. v.m. 5 uur Suez. KON. PAKETVAART MIJ. OMBILIN, arr. 10 Sept. te Hongkong. NIEUW ZEELAND, 10 Sept. v. Adelaide n. Singapore. HOLLAND-AMERIKA LIJN. MAASDAM, R'dam n. New Orleans, 10 Sept. te Galveston. HOLLAND—AUSTRALIË LIJN. TALISSE, uitr., 11 Sept. v. Messina TANIMBAR, uitr., 12 Sept. te Adelaide. KON. NED. STOOMB. MIJ. BARNEVELD, 10 Sept vt Talcahuna naar Corrai. JASON; 10 Sept. v. Guayaquil n. Payta. BODEGRAVEN, 11 Sept. v. Cristobal n. Curacao. DEUCALION, 12 Sept. v Bona te Londen. ILOS, Amst. n. Passages, pass. 11 Sept. Dungeness. NEREUS, 12 Sept. v. Danzig n. Hamburg. DOROS, 14 Sept. v. Spanje te Amst. verw. TITUS, 12 Sept. v W. Indië te Amst. POLLUX, 12 Sept. v. Amst. naar Rouaan (verkocht). VENEZUELA, 12 Sept. v Amst. n. Hamburg TRITON, 12 Sept. v Ariist. n. Malaga. PERSEUS, 12 Sept. v. Amst. n. Kopenhagen BRION, 11 Sept. v." La Pallice n. Amst. CRIJNSSEN, uitr., 11 Sept. te Barbados. HEBE, 11 Sept. v. Triest n. Viume. HERCULES, 11 Sept. v Gibraltar n. Genua. IRENE, uitr., 11 Sept. n.m. 6 u. Azoren gepasseerd. NERO, 11 Sept. v. Uddevalla n. Amst. OBERON, 11 Sept. v. San Felui naar Barcelona. PLUTO, arr. 11 Sept. te Aarhuus (verh.). POSEIDON, arr. 12 Sept. te Amst. VAN RENSSELAER, 11 Sept. v Paramaribo n. Amst. DELAMON, 11 Sept. v. Tarragona naar Genua. THESEUS, pass. 11 Sept. Holtenau naar Kopenhagen. VESTA, 11 Sept. v. Tanger n. Oran. MIJ. NEDERLAND. POELAU LAUT, 12 Sept. v. Amst. naar Hamburg. KON. HOLL. LLOYD. WATERLAND, thuisr., 11 Sept. van Rio de Janeiro. DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. OSIRIS, 10 Sept. v. Rosario n. Amst. WILLEMSPLEIN, 5 Sept. v. B. Aires n. Amst. TEESPOOL, Novorossisk n. Amst., pass. 4 Sept. Zea. PRIMULA, 8 Sept. v. Leningrad n. Amst. ATHEN, Donau n. Amst., pass. 4 Sept. Zea WITTE ZEE en ZWARTE ZEE, sleepb., Tyne n. Wellington, pass. 11 September Guardefui. ZAAN, 10 Sept. v. R'dam te Paramaribo. JANTJE R., arr. 9 Sept. te Aberdeen. JONGE ANTHONY, arr. 9 Sept. te Livorno KEILEHAVEN, 12 Sept. v. Londen via de Tyne n. Kovda. PARKHAVEN, Antwerpen n. Wilmington, pass. 11 Sept. Dungeness. AALSUM, 12 Sept. v. B. Aires te Antw. COLYTTO, 11 Sept. v. Montreal n. R'dam. HAGNO, 11 Sept. v. Montreal n. R'dam. JONGE JACOBUS, pass. 10 Sept. Finis- terre n. Londen. MIRACH, 10 Sept. v. R'dam te Archangel. PEURSUM, arr. 10 Sept. te Mobile. RANDWIJK, 11 Sept. v. Cuba n. New York TO WA, arr. 11 Sept. te Rosario. WESTPLEIN, Barrv n. Z Amerika, pass. 11 Sept. St. Vincent. AMSTERDAM, pass. 10 Sept. Holtenau n. Stockholm. UCKERMARK, Java n. Amst., 10 Sept. v. Singapore. VOOR DINSDAG 15 SEPTEMBER. Hilversum, 1875 M. Uitsl. AVRO-Uit- zending. 8 00: Gramofoonpl. 10.00: Morgenwijding 10.15: Gramofoonpl. 10.30: J. O. W. F. Rens: „Werkzaamheden in den tuin in het najaar". 11.00: Con cert. M Dankmeyer (piano) J. Fransman (declamatie). 11 45—12.00: Gramofoonpl. 12.00: AVRO-Kwartet o.l.v. D. Groene- veld. Ooggetuige-verslag van de opening der Staten Generaal door D. Hans 2.30: Gramofoonpl. 3 00: Dr. H. A. A. v. d. Lek: „Paddestoelen". 3.30: Aansluiting Grand-Hotel „Central" te Den Haag: Con cert door orkest o.l.v. W. Honsbeek 4.305.00: Radio-Kinderkoorzang o.l.v. J. Hamel 5.00—6 40: Concert. Omroeporkest o.l.v. N. Treep. Russisch Cabaretgezelschap „Feuervogel' 6.40—710: Dr. C. H. Slui ter: „De sterrenhemel op Septemberavon- den 7,10—7.50: Vervolg concert. Omroep orkest 7.50: Modepraatje door mevr. I. tie Leeuw-Van Rees 8.00: Gramo foonpl. 9.00: Optreden van Nono 9.10—9 25: Kovacs Lajos en zijn orkest. Betty v. d. Bosch-Schmidt (zang) 9.15: Nor.c draagt voor „De Poppenkast' 10.00: Vaz Dias 10.15—11.00: Kovacs Lajos en zijn orkest 11.00—12.00: Gra mofoonpl. Huizen, 298 M. Uitsl. KRO-Uitzending 8.00—9.15 en 10.0011.30: Gramofoonpl. II.30: Godsd. Halfuurtje door Pater Lector* J. Dito OP. 12.00: Politieber. 12.15 2.00: Aansi. Jaarbeurs-Restaurant, Utrecht: Concert KRO-Sextet o.l.v. P. Lustenhouwer 2.00: Vrouwenuurtje 3.00—3.30: Gra mofoonpl. 4 00—5.00: Zang door Dames koor o.l.v. O. de Vaal 5.00—6.30: Con cert KRO Kunstensemble o.l.v. P. Lusten houwer 6.30: Gramofoonpl. 7.00: Dr. J. F. M. Sterck: „Hugo de Groot' 7.30: Politieber 7.45: Verbondskwartier- tje 8.00—11.00: Concert KRO-orkest o.l.v. J. Gerritsen. Fr. Boshart (piano) ca. 9.15: Vaz Dias 11.00—12.00: Gra mofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 10.35: Morgen wijding 11.05. Lezing 12.20: Orgel spel door E. O. Henry 1.20: Orkest concert 2.15: Televisie 2.25—2.50: Gramofoonpl. 4.20: Concert. Sonia Mol- dawsky (viool), Esther Fisher (piano) 4.50. Orkestconcert 5 35: Kinderuurtje 6.20: Berichten 6.50: Zang door Evelijn Arden en George Parker 7.10—7.40: Lezing 7.50: Lezing 8.20: Concert. Orkest, Margot Hinnenberg-Lefèbre (sopr.), R. Henderson (bariton), Cyril Scott (piano) 10.00: Berichten 1015: Berichten 10.20: Lezing 10 35—12.20: Dansmuziek. Paris „Radio-Paris". 1725 M. 8.05: Gramofoonpl. 12 50: Gramofoonpl. 1.25: Gramofoonpl. 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Orkestconcert 9.05: Zang 9.50: Zang- en orkestconcert. Langenberg, 473 M. 7.208.20: Gra mofoonpl. 1035—11.20: Gramofoonpl. 12.30: Gramofoonpl. 1.25—2.50: Orkest- concert 5 20—6 20: Orkestconcert en zang 8.20—8 50: Orkestconcert 8.50: Orkest- concert, tooneel en toespraak. Kalundborg, 1153 M. 12.25—2.20: Or kestconcert 3.20^-5.20: Orkestconcert en voordracht 8.209.20: Orkestconcert 9.20—10.20: Radio-tooneel 10.35—11.05: Kamermuziek 11.0512 50: Dansmuziek. Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.:' 5.20: Orkestconcert 6 50: Gramofoonpl. 8.20: Gramofoonpl. 9.20: Gramofoonpl. 10.05: Dansmuziek. 338.2 M.: 5.20: Or kestconcert 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Orkestconcert en zang. Zeesen, 1635 M. Ca. 7.007.50: Gra mofoonpl. 10.30: Schooluitzending 10.55: Berichten 12 05: Vergadering der Gustav Adolf Stichting 12.30: Fransche les 12.50: Gramofoonpl. 1.152.20: Berichten 2.203.20: Gramofoonpl. 3.20—4 50: Lezingen 4,50—5.50: Concert 5.50—8.20: Lezingen 8.20: „Wir wollen helfen", Rijksuitzending 10.550: Berich ten en Sluiting. Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr. G. KELLER. 48) Ze ging naar het venster; de binnen- ramen waren niet gesloten en zij ontsloot de openslaande benedenramen. Zij deed haar mantel dicht en stapte op het bal- con. Zij liet haar blikken waren over het landschap; alles was koud, doodstil en haast helderder verlicht dan overdag. De maan was vol en de straatlantaarns brandden alle; dat kostte haar niets, daar in deze bergstadjes het water de kracht voor de electriciteitsverzorging levert. Die lantaarns maakten den indruk van een snoer van glanzende juweelen, zich langs de hellingen omhoog kron kelend. Terwijl Sheila met de eene hand haar mantel dicht hield, steunde zij met de andere op den rand van het balcon. Zij hief haar oogen op naar de maan en liet daarna haar blikken gaan over het be sneeuwde landschap, waartegen daken en boomen zich als donkere schaduwen afteekenden, Al die schaduwen zien er uit alsof zij uit blik waren gesneden, dacht Sheila. Wanneer ik straks terugdenk aan Zwit serland. zal ik altijd zich tegen de sneeuw afteekenende schaduwen zien. Overdag is alles helblauw of wit, des nachts donker indigo op wit. Hè, wat is dat? De doodsche stilte werd door een geluld verbroken. Dat geluid kwam van dichtbij. Zij boog zich voorover naar rechts. Daar zag zij op een balcon. drie of vier balcons van her hare verwijderd, een gestalte naar buiten komen en een oogenblik later stilstaan. Het was de gestalte van een in een pyama gehulden man. Plotseling legde hij een van zijn lange beenen over de leuning en scheen aanstalten te maken om naar be neden te kiimmen. Een oogenblik later voerde hij dien gymnastischen toer uit, zonder mis te stappen. En met een door verbazing gesmoorde stem prevelde Sheila: Neen maar, 't is Darol Farquhar! HOOFDSTUK XXVII. Slaapwandelaar. Farquhar kon dien bijna gefluisterden uitroep niet gehoord hebben. Maar had hij haar ook niet gezien? De nacht was haast zoo helder als den dag. Zij had zich op haar balcon voorover gebogen, terwij! zij haar- oogen niet afhield van den man, die behoedzaam met vlugge, katachtige bewegingen over zijn balcon was geklom men en nu zich omlaag liet zakken. En intusschen keek hij met wijd openge sperde oogen, die het maanlicht weer kaatsten, recht naar haar toe, blijkbaar zonder haar te zien! Zonder een kik te geven trad Sheila ijlings terug van haar balcon, snelde naar de deur, die op den gang uitkwam en holde een verdieping hooger, waar zij aan een deur klopte. Mevrouw Power, riep zij zacht met dringende stem, slaapt u al? Neen Wie is daar? Lieve hemel! Jij, Sheila? Kom binnen! Wat is er aan de hand? Mevrouw Power ging rechtop in haar bed zitten, haar zilverwit haar door kam metjes opgestoken en een nauwsluitend kanten mutsje omsloten. Wat is er kind, ben je ziek? Neen, ik niet, maar ik geloof dat een ander dit wel is. Ik keek daarnet uit mijn raam, mevrouw, en ik zag. hoe kapitein Farquhar bezig was uit zijn raam te klim men. Ik ben bang. dat hij een ongeluk zal krijgen.... Plotseling legde hij een van zijn lange beenen over de leuning. Mevrouw Power sprong uit bed en trok een peignoir aan. Maak je niet al te ongerust, snoes, ga met me mede. We doen het best den graaf te roepen; zijn kamer is hier vlak tegenover. Zij klopten den jongen Franschman op. Er is iets niet in orde met kapitein Farquhar? Kom ons even te hulp, maar gauw! Een oogenblik Met sneeuwschoenen en een leeren jas aan en met ongekamde haren voegde de Franschman zich bi] hen in den gang. Loopt de lift niet? Dan maar gauw de trap af! De portier zal wel kunnen helpen. In de voorhal vonden zij den gemoede lijken nachtportier half slapend in zijn hokje. Knlpoogend keek hij met verwon dering naar dat nachtelijk bezoek. In drie talen werd zijn hulp gevraagd; hij haalde zijn bos sleutels voor den dag, deed de ketting van de deur en op verzoek van den Franschman ging hij met dezen mee naar buiten, U blijft binnen dames! Wacht maar hier, het komt alles in orde. De graaf en den portier stapten samen de koude nachtlucht in. Een tooverach- tigen aanblik leverde de verlichting van het landschap op. Terwijl de volle maan haar zilveren stralen er over uitgoot, con trasteerde daarmede het geelachtige licht der talrijke straatlantaarns. Het twee- mal mannen had echter geen oogen daarvoor, zij spoedden zich over de sneeuw naar den voorgevel van het hotel en daar zagen zij een menschelijke ge daante in een pyama blootvoets behoed zaam ais een kat naar omlaag klimmen. Ik denk, dat hij op zijn tocht een of andere hinderpaal heeft ontmoet. Hij heeft zeker op een der balcons stil gehou den op zoek naar iets. anders zou hij al lang den beganen grond hebben bereikt, dacht Jean. Zij zagen nu, hoe hij, als een schooljon gen op een nachtelijke escapade uit de slaapzaal weggeslopen, zich langs een der pilaren naar beneden liet glijden. En dat in een pyama in die bittere koude! Zijn lichaam scheen daarvoor geen gevoel te hebben. Het had er evengoed een zoele Juninacht voor kunnen zijn! Nu beroer den zijn voeten den besneeuwden grond. Maar zijn voetzolen schenen daarvan niets te bemerken. Onbewust van de wer kelijkheid stond hij op en richtte zijri schreden naar de beide mannen. Hij wendde zijn gelaat naar hen toe, zijn donkere wenkbrauwen waren smartelijk samengetrokken boven de oogen, die niets zagen, al scheen het volle maanlicht er ook in. Maak hem in 's hemels naam niet wakker, meneer, fluisterde de portier. Hij is maanziek; het zou gevaarlijk zijn hem te wekken! Jawel, dat weet ik. Kom niet dichter bij, laat mij maar begaan. Zijn geest is elders. Darol draaide zich nu om, schreed voort in de richting van het ijzeren hek, dat den voortuin van het hotel scheidde van den openbaren weg. Behoedzaam volgde Jean hem. En ik die dacht hem zoo goed als mezelven te kennen, bepeinsde hij, voor zichtig achter hem aansluipend, ik die dacht van zijn aard en gesteldheid tot in bijzonderheden op de hoogte te zijn. Al dadelijk gevoelden wij ons tot elkaar aan getrokken en hij werd een boezemvriend van meweken achtereen verbleef hij bij ons op het kasteel en van 's morgens vroeg tot des avonds laat heb ik dat ge laat kunnen bestudeeren, maar ik had zelfs geen vermoeden, dat hij er zoo rampzalig en somber zou kunnen uitzien. Wat kwelt hem toch? Hij wordt door smart verteerd.maar waarom' Ik map- geen woord tegen hem zeggen, heet het, en als ik het nu toch eens deed' Zacht noemde hij hem bij zijn naam: Darol. (Wordt vervolgd). J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9