Herziening van de Lager-Onderwijswet
DAROLFARGUHARS
NACHTWANDELING
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 14 September 1931
Derde Blad
No. 21929
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
SCHEEPSTIJDINGEN.
RADIO-PROGRAMMA.
FEUILLETON.
Overeenkomstig de voorstellen der Commissie-Rutgers.
Een wetsontwerp is thans, naar het
„Vad." meldt, bij de Tweede Kamer inge
diend tot herziening van de Lager-Onder
wijswet 1920, in verband met het rapoort
der Staatscommissie-Rutgers, dat inder
tijd uitvoerig in ons Blad is vermeld.
De minister heeft in hoofdzaak de voor
stellen van de commissie tot de zijne ge
maakt. Wat de principieele punten be
treft, wijkt het thans aangeboden ont
werp niet van het rapport der commissie
af. Verschillende voorstellen van de com
missie zijn in het wetsontwerp opgeno
men.
Allereerst het voorstel om de thans
geldende gedifferentieerde leerlingen-
schaal te vervangen door een uniforme
45- en 26-schaal, respectievelijk voor
scholen voor gewoon en voor uitgebreid
lager onderwijs. Mede in verband met het
geen voor de andere takken van onder
wijs benoodigd is, acht de regeering
bezuiniging een dringende eisch, waarbij
h.i. in de eerste plaats als object van be
zuiniging het aantal onderwijzers in aan
merking komt, ten einde zoodoende den op
het Rijk steeds meer drukkenden salaris
last eenigermate te verminderen. De mi
nister meent aan de bezuiniging, weike
het voorstel van de meerderheid der com
missie oplevert, te moeten vasthouden en
elk stelsel te moeten afwijzen, dat de be
zuiniging minder zou doen zijn.
Wat het argument betreft dat de 45- en
26-schaal te weinig rekening houdt met
de redelijke behoeften van de kleine scho
len, zegt de minister dat de moeilijkheden
voor de kleine scholen uit den aard der
zaak voortvloeien en niet mogen leiden tot
een aanvaarding van een stelsel, dat eén
begunstiging van de kleine scholen houdt.
Voorts heeft de minister de volgende
voorstellen van de staatscommissie in be
ginsel overgenomen:
a. in zake geneeskundige keuring van
de onderwijzers vóór hun eerste vaste
aanstelling;
b. betreffende verkorting van den duur
van de aanspraak van de schoolbesturen
op gemeentelijke vergoeding voor boven
tallige onderwijzers;
c. tot het formuleeren van een begren
zing van de kapitaalsuitgaven bij aan
schaffing van schoolmeubelen, leer- en
hulpmiddelen ten behoeve van bijzondere
scholen en van de exploitatie-uitgaven;
d. in zake centraliseering van het on
derwijs in lichamelijke oefening. De mi
nister heeft de bepalingen van het ont
werp van de staatscommissie aangevuld
en gewijzigd, in de eerste plaats door het
voorschrift dat naburige gemeenten ge
meenschappelijke scholen kunnen oprich
ten en in standhouden of uitbreiden in
dien zin, dat deze samenwerking ook op
zichzelf staande gymnastieklokalen zal
kunnen betreffen en dat ook gemeen
schappelijke terreinen voor het onderwijs
in lichamelijke oefening kunnen worden
ingericht, in de tweede plaats doordat den
minister de bevoegdheid is gegeven om te
bepalen, dat in een gemeente of in een
door hem aangewezen gedeelte van een
gemeente het onderwijs in lichamelijke
oefening niet behoeft te worden gegeven,
onder voorbehoud, dat althans onderwijs
wordt gegeven in de vrije- en orde-oefe
ningen der gymnastiek;
e. in zake vervanging van de ouderver
klaring door een verhooging van de
waarborgsom voor stichting van bijzon
dere scholen voor gewoon lager onder
wijs van een beperkten omvang (scholen
met minder dan 150 leerlingen).
Ook wat de opleiding van de onderwij
zers betreft, zijn in het wetsontwerp, be
houdens wijziging of aanvulling op onder-
deelen de voorstellen van de staatscom
missie, tot handhaving van het thans gel
dend stelsel, belichaamd.
In twee opzichten wijkt de minister,
echter van de voorstellen van de commis
sie af, eerst doordat hij een bepaling heeft
opgenomen, waardoor de oprichting van
nieuwe bijzondere kweekscholen afhanke
lijk wordt gesteld van de goedkeuring van
de Kroon en in de tweede plaats doordat
het rijk niet verplicht wordt om de ge
bouwen der bestaande gemeentelijke
kweekscholen tegen taxatieprijs te koo-
pen. In dit opzicht blijkt dus eveneens
van een zeker streven naar bezuiniging.
Ook met betrekking tot het vraagstuk
van het buitengewoon lager onderwijs
heeft de minister zich, in beginsel met de
voorstellen van de staatscommissie ver-
eenigd, zoodat het wetsontwerp wèl ten
aanzien van het onderwijs aan zwakzin
nigen, zeer zwakzinnigen en schippers
kinderen, een algemeene wettelijke rege
ling bevat, maar, wat de overige vormen
van buitengewoon onderwijs betreft, de
bestaande toestand, gebaseerd op het par
ticulier initiatief, vrijwel onveranderd
wordt gelaten. Van de voorgestelde rege
ling zal een verhooging van de rijksuitga
ven, van pl.m. f. 1.000.000 het gevolg zijn.
Ten aanzien van procedures over de
L.O.-wet heeft de minister slechts hier en
daar een vereenvoudiging aangebracht en
voorts die wijzigingen voorgesteld, tot
welke de Ambtenarenwet-1929 aanleiding
gaf. Tot bedoelde vereenvoudiging be
hoort de thans geldende tweeledige be
roepsinstantie met betrekking tot de
stichting van bijzondere scholen door een
enkelvoudig beroep op de Kroon, te ver
vangen met uitschakeling én van de be
moeiing van Ged. Staten èn van de be
voegdheid van ingezetenen om in beroep
te gaan.
De minister schaart zich ook wat de
Mulo-school betreft aan de zijde van de
meerderheid der staatscommissie. De
omstandigheid dat in 1920 aan het type
van de u.l.o.-school voorkeur is gegeven,
mag geen reden zijn daarvan niet terug
te komen, nu meer en meer blijkt, dat men
van vele zijden ook op het m.u.l.o.-type
prijs blijft stellen.
Overeeenkomstig het voorstel van de
staatscommissie heeft de minister de be
staande regeling van het vervolgonderwijs
vrijwel ongewijzigd gehandhaafd, ten
einde niet vooruit te loopen op de behan
deling van het aanhangig ontwerp der
cursuswet.
Het wetsontwerp stelt voor bij het vak
algemeene geschiedenis eenige kennis
van de inrichting en de werkwijze van den
Volkenbond onder te brengen en wil
voorts de mogelijkheid openen om in het
vijfde en zesde leerjaar eener school voor
gewoon lager onderwijs en in de daarmede
overeeenkomende leerjaren van het nieuw
ontwerpen type u.l.o.-school, een vreemde
taal te onderwijzen en wel in elk dier leer
jaren tot een maximum van drie uren
per week.
Tegen het opnenem onder de vakken
van lager onderwijs van het vak huis
houdkunde voor meisjes, waarvoor in een
minderheidsnota was gepleit, verzet de
minister zich.
In afwijking van het gevoelen van de
minderheid, acht hij het voorts niet wen-
schelijk het bestaande verbod van ambu-
lantisme voor het hoofd der openbare
school te handhaven. Ten opzichte van
de vraag, of aan dit hoofd het onderwijs
in een klasse moet worden opgedragen,
behoort z.i. de wetgever zich geen partij
te stellen; het betreft hier een zaak, die
aan het besturen der school, c.q. aan het
gemeentebestuur moet worden overge
laten.
Overigens verklaart mr. J. Terpstra
zich geen voorstander van de opvatting
dat de bevoegdheden der schoolvergade
ring behooren te worden uitgebreid ten
koste van de bevoegdheid van het hoofd
als leider van de school.
In dit verband zij ten slotte medege
deeld, dat de minister zich niet vereenigt
met het voorstel der staatscommissie om
de eisch der wet, dat over de voordracht
voor hoofd der school overeenstemming
moet bestaan tusschen B. en W. en den
inspecteur, te vervangen door het voor
schrift. dat deze voordracht wordt opge
maakt door B. en W. na overleg met den
inspecteur. Hij vreest, dat uit die veran
dering voor de openbare school groote na-
deelen zouden voortvloeien en dat daar
om het voorschrift, dat overeenstemming
bij de voordracht eischt, gehandhaafd
moet worden.
Dit neemt niet weg, dat de minister
voorstelt de procedure te wijzigen en wel
in dien zin, dat de bepalingen betreffende
het vergelijkend onderzoek, welke bedoeld
zijn om den weg aan te geven, die tot
overeenstemming zal leiden uit de wet
vervallen en in plaats daarvan de uitwer
king te regelen bij algemeenen maatregel
van bestuur, wat hem beter voorkomt.
De bedoeling is dat de wet op 1 Juli
1932 in werking zal treden.
23. Toen de onderwijzer weg was, greep kikker Karei
den arm van Tuimeltje en zei: „Wil je eens zien hoeveel
inktpotten ik op elkaar kan dragen?" „Heel goed", zei
Tuimel, „ik zal ze wel aanreiken" en ze stapelden wel
zes Inktpotten opeen. Tuimeltje vond het reusachtig en
de twee ondeugden bemerkten niet eens, dat de deur
openging.
24. Hun pret zou niet lang meer duren. Plotseling ging
deur de open en de onderwijzer stond naast kikker Karei,
die van schrik al de inktpotten op den grond liet vallen.
„Ach meester," kermde kikker Karei, „ik kon er niets aan
doen". „Dat zal ik je wel leeren", schreeuwde de onder
wijzer. en zich tot Tuimeltje en Karei wendend zei hij:
„Jullie zullen alles netjes schoon moeten maken en dan
direct naar bed worden gebracht."
MIJ. OCEAAN.
PYRRHUS, R'dam n. Japan, pass. 11 Sept.
Perim.
AGAPENOR, Japan n. R'dam, 11 Sept. te
Singapore.
HECTOR, 11 Sept. v. Penang n. R'dam.
EURYMEDON, vertrekt 12 Sept. v. Batavia
n. Amst.
ALCINOUS, 12 Sept. v. Amst. n. Java.
JAVA—CHINA—JAPAN LIJN.
TjIKEMBANG, 10 Sept. v. Shanghai n.
Java.
JAVA-NEW YORK LIJN.
ATREUS, Java n. New York, pass. 11
Sept. Gibraltar
BINNENDIJK, arr. 11 Sept. te Philadelphia.
ROTTERDAM—Z.-AMERIKA-LIJN.
ALPHACCA, thuisr., pass. 11 Sept. Tene-
riffe.
ALUDRA, thuisr., 11 Sept. v. Rio Janeiro.
ROTT. LLOYD.
BLITAR, thuisr., 11 Sept. te Marseille.
PATRIA, uitr., 12 Sept. te Batavia verw.
DJEMBER, uitr., 12 Sept. te Padang.
1NDRAPOERA, thuisr., pass. 12 Sept.
v.m. 5 uur Suez.
KON. PAKETVAART MIJ.
OMBILIN, arr. 10 Sept. te Hongkong.
NIEUW ZEELAND, 10 Sept. v. Adelaide
n. Singapore.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
MAASDAM, R'dam n. New Orleans, 10
Sept. te Galveston.
HOLLAND—AUSTRALIË LIJN.
TALISSE, uitr., 11 Sept. v. Messina
TANIMBAR, uitr., 12 Sept. te Adelaide.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
BARNEVELD, 10 Sept vt Talcahuna naar
Corrai.
JASON; 10 Sept. v. Guayaquil n. Payta.
BODEGRAVEN, 11 Sept. v. Cristobal n.
Curacao.
DEUCALION, 12 Sept. v Bona te Londen.
ILOS, Amst. n. Passages, pass. 11 Sept.
Dungeness.
NEREUS, 12 Sept. v. Danzig n. Hamburg.
DOROS, 14 Sept. v. Spanje te Amst. verw.
TITUS, 12 Sept. v W. Indië te Amst.
POLLUX, 12 Sept. v. Amst. naar Rouaan
(verkocht).
VENEZUELA, 12 Sept. v Amst. n. Hamburg
TRITON, 12 Sept. v Ariist. n. Malaga.
PERSEUS, 12 Sept. v. Amst. n. Kopenhagen
BRION, 11 Sept. v." La Pallice n. Amst.
CRIJNSSEN, uitr., 11 Sept. te Barbados.
HEBE, 11 Sept. v. Triest n. Viume.
HERCULES, 11 Sept. v Gibraltar n. Genua.
IRENE, uitr., 11 Sept. n.m. 6 u. Azoren
gepasseerd.
NERO, 11 Sept. v. Uddevalla n. Amst.
OBERON, 11 Sept. v. San Felui naar
Barcelona.
PLUTO, arr. 11 Sept. te Aarhuus (verh.).
POSEIDON, arr. 12 Sept. te Amst.
VAN RENSSELAER, 11 Sept. v Paramaribo
n. Amst.
DELAMON, 11 Sept. v. Tarragona naar
Genua.
THESEUS, pass. 11 Sept. Holtenau naar
Kopenhagen.
VESTA, 11 Sept. v. Tanger n. Oran.
MIJ. NEDERLAND.
POELAU LAUT, 12 Sept. v. Amst. naar
Hamburg.
KON. HOLL. LLOYD.
WATERLAND, thuisr., 11 Sept. van Rio
de Janeiro.
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN.
OSIRIS, 10 Sept. v. Rosario n. Amst.
WILLEMSPLEIN, 5 Sept. v. B. Aires n.
Amst.
TEESPOOL, Novorossisk n. Amst., pass.
4 Sept. Zea.
PRIMULA, 8 Sept. v. Leningrad n. Amst.
ATHEN, Donau n. Amst., pass. 4 Sept. Zea
WITTE ZEE en ZWARTE ZEE, sleepb.,
Tyne n. Wellington, pass. 11 September
Guardefui.
ZAAN, 10 Sept. v. R'dam te Paramaribo.
JANTJE R., arr. 9 Sept. te Aberdeen.
JONGE ANTHONY, arr. 9 Sept. te Livorno
KEILEHAVEN, 12 Sept. v. Londen via
de Tyne n. Kovda.
PARKHAVEN, Antwerpen n. Wilmington,
pass. 11 Sept. Dungeness.
AALSUM, 12 Sept. v. B. Aires te Antw.
COLYTTO, 11 Sept. v. Montreal n. R'dam.
HAGNO, 11 Sept. v. Montreal n. R'dam.
JONGE JACOBUS, pass. 10 Sept. Finis-
terre n. Londen.
MIRACH, 10 Sept. v. R'dam te Archangel.
PEURSUM, arr. 10 Sept. te Mobile.
RANDWIJK, 11 Sept. v. Cuba n. New York
TO WA, arr. 11 Sept. te Rosario.
WESTPLEIN, Barrv n. Z Amerika, pass.
11 Sept. St. Vincent.
AMSTERDAM, pass. 10 Sept. Holtenau n.
Stockholm.
UCKERMARK, Java n. Amst., 10 Sept. v.
Singapore.
VOOR DINSDAG 15 SEPTEMBER.
Hilversum, 1875 M. Uitsl. AVRO-Uit-
zending. 8 00: Gramofoonpl. 10.00:
Morgenwijding 10.15: Gramofoonpl.
10.30: J. O. W. F. Rens: „Werkzaamheden
in den tuin in het najaar". 11.00: Con
cert. M Dankmeyer (piano) J. Fransman
(declamatie). 11 45—12.00: Gramofoonpl.
12.00: AVRO-Kwartet o.l.v. D. Groene-
veld. Ooggetuige-verslag van de opening
der Staten Generaal door D. Hans 2.30:
Gramofoonpl. 3 00: Dr. H. A. A. v. d.
Lek: „Paddestoelen". 3.30: Aansluiting
Grand-Hotel „Central" te Den Haag: Con
cert door orkest o.l.v. W. Honsbeek
4.305.00: Radio-Kinderkoorzang o.l.v. J.
Hamel 5.00—6 40: Concert. Omroeporkest
o.l.v. N. Treep. Russisch Cabaretgezelschap
„Feuervogel' 6.40—710: Dr. C. H. Slui
ter: „De sterrenhemel op Septemberavon-
den 7,10—7.50: Vervolg concert. Omroep
orkest 7.50: Modepraatje door mevr.
I. tie Leeuw-Van Rees 8.00: Gramo
foonpl. 9.00: Optreden van Nono
9.10—9 25: Kovacs Lajos en zijn orkest.
Betty v. d. Bosch-Schmidt (zang) 9.15:
Nor.c draagt voor „De Poppenkast'
10.00: Vaz Dias 10.15—11.00: Kovacs
Lajos en zijn orkest 11.00—12.00: Gra
mofoonpl.
Huizen, 298 M. Uitsl. KRO-Uitzending
8.00—9.15 en 10.0011.30: Gramofoonpl.
II.30: Godsd. Halfuurtje door Pater Lector*
J. Dito OP. 12.00: Politieber. 12.15
2.00: Aansi. Jaarbeurs-Restaurant, Utrecht:
Concert KRO-Sextet o.l.v. P. Lustenhouwer
2.00: Vrouwenuurtje 3.00—3.30: Gra
mofoonpl. 4 00—5.00: Zang door Dames
koor o.l.v. O. de Vaal 5.00—6.30: Con
cert KRO Kunstensemble o.l.v. P. Lusten
houwer 6.30: Gramofoonpl. 7.00:
Dr. J. F. M. Sterck: „Hugo de Groot'
7.30: Politieber 7.45: Verbondskwartier-
tje 8.00—11.00: Concert KRO-orkest
o.l.v. J. Gerritsen. Fr. Boshart (piano)
ca. 9.15: Vaz Dias 11.00—12.00: Gra
mofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35: Morgen
wijding 11.05. Lezing 12.20: Orgel
spel door E. O. Henry 1.20: Orkest
concert 2.15: Televisie 2.25—2.50:
Gramofoonpl. 4.20: Concert. Sonia Mol-
dawsky (viool), Esther Fisher (piano)
4.50. Orkestconcert 5 35: Kinderuurtje
6.20: Berichten 6.50: Zang door Evelijn
Arden en George Parker 7.10—7.40:
Lezing 7.50: Lezing 8.20: Concert.
Orkest, Margot Hinnenberg-Lefèbre (sopr.),
R. Henderson (bariton), Cyril Scott (piano)
10.00: Berichten 1015: Berichten
10.20: Lezing 10 35—12.20: Dansmuziek.
Paris „Radio-Paris". 1725 M. 8.05:
Gramofoonpl. 12 50: Gramofoonpl.
1.25: Gramofoonpl. 6.50: Gramofoonpl.
8.20: Orkestconcert 9.05: Zang 9.50:
Zang- en orkestconcert.
Langenberg, 473 M. 7.208.20: Gra
mofoonpl. 1035—11.20: Gramofoonpl.
12.30: Gramofoonpl. 1.25—2.50: Orkest-
concert 5 20—6 20: Orkestconcert en zang
8.20—8 50: Orkestconcert 8.50: Orkest-
concert, tooneel en toespraak.
Kalundborg, 1153 M. 12.25—2.20: Or
kestconcert 3.20^-5.20: Orkestconcert en
voordracht 8.209.20: Orkestconcert
9.20—10.20: Radio-tooneel 10.35—11.05:
Kamermuziek 11.0512 50: Dansmuziek.
Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.:'
5.20: Orkestconcert 6 50: Gramofoonpl.
8.20: Gramofoonpl. 9.20: Gramofoonpl.
10.05: Dansmuziek. 338.2 M.: 5.20: Or
kestconcert 6.50: Gramofoonpl. 8.20:
Orkestconcert en zang.
Zeesen, 1635 M. Ca. 7.007.50: Gra
mofoonpl. 10.30: Schooluitzending
10.55: Berichten 12 05: Vergadering der
Gustav Adolf Stichting 12.30: Fransche
les 12.50: Gramofoonpl. 1.152.20:
Berichten 2.203.20: Gramofoonpl.
3.20—4 50: Lezingen 4,50—5.50: Concert
5.50—8.20: Lezingen 8.20: „Wir wollen
helfen", Rijksuitzending 10.550: Berich
ten en Sluiting.
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. G. KELLER.
48)
Ze ging naar het venster; de binnen-
ramen waren niet gesloten en zij ontsloot
de openslaande benedenramen. Zij deed
haar mantel dicht en stapte op het bal-
con. Zij liet haar blikken waren over het
landschap; alles was koud, doodstil en
haast helderder verlicht dan overdag. De
maan was vol en de straatlantaarns
brandden alle; dat kostte haar niets,
daar in deze bergstadjes het water de
kracht voor de electriciteitsverzorging
levert. Die lantaarns maakten den indruk
van een snoer van glanzende juweelen,
zich langs de hellingen omhoog kron
kelend.
Terwijl Sheila met de eene hand haar
mantel dicht hield, steunde zij met de
andere op den rand van het balcon. Zij
hief haar oogen op naar de maan en liet
daarna haar blikken gaan over het be
sneeuwde landschap, waartegen daken
en boomen zich als donkere schaduwen
afteekenden,
Al die schaduwen zien er uit alsof zij
uit blik waren gesneden, dacht Sheila.
Wanneer ik straks terugdenk aan Zwit
serland. zal ik altijd zich tegen de sneeuw
afteekenende schaduwen zien. Overdag is
alles helblauw of wit, des nachts donker
indigo op wit. Hè, wat is dat? De doodsche
stilte werd door een geluld verbroken.
Dat geluid kwam van dichtbij. Zij boog
zich voorover naar rechts. Daar zag zij op
een balcon. drie of vier balcons van her
hare verwijderd, een gestalte naar buiten
komen en een oogenblik later stilstaan.
Het was de gestalte van een in een pyama
gehulden man. Plotseling legde hij een
van zijn lange beenen over de leuning en
scheen aanstalten te maken om naar be
neden te kiimmen. Een oogenblik later
voerde hij dien gymnastischen toer uit,
zonder mis te stappen. En met een door
verbazing gesmoorde stem prevelde
Sheila:
Neen maar, 't is Darol Farquhar!
HOOFDSTUK XXVII.
Slaapwandelaar.
Farquhar kon dien bijna gefluisterden
uitroep niet gehoord hebben. Maar had hij
haar ook niet gezien? De nacht was
haast zoo helder als den dag. Zij had zich
op haar balcon voorover gebogen, terwij!
zij haar- oogen niet afhield van den man,
die behoedzaam met vlugge, katachtige
bewegingen over zijn balcon was geklom
men en nu zich omlaag liet zakken. En
intusschen keek hij met wijd openge
sperde oogen, die het maanlicht weer
kaatsten, recht naar haar toe, blijkbaar
zonder haar te zien!
Zonder een kik te geven trad Sheila
ijlings terug van haar balcon, snelde
naar de deur, die op den gang uitkwam
en holde een verdieping hooger, waar zij
aan een deur klopte.
Mevrouw Power, riep zij zacht met
dringende stem, slaapt u al?
Neen Wie is daar? Lieve hemel! Jij,
Sheila? Kom binnen! Wat is er aan de
hand?
Mevrouw Power ging rechtop in haar
bed zitten, haar zilverwit haar door kam
metjes opgestoken en een nauwsluitend
kanten mutsje omsloten.
Wat is er kind, ben je ziek?
Neen, ik niet, maar ik geloof dat een
ander dit wel is. Ik keek daarnet uit mijn
raam, mevrouw, en ik zag. hoe kapitein
Farquhar bezig was uit zijn raam te klim
men. Ik ben bang. dat hij een ongeluk zal
krijgen....
Plotseling legde hij een van zijn lange
beenen over de leuning.
Mevrouw Power sprong uit bed en trok
een peignoir aan.
Maak je niet al te ongerust, snoes,
ga met me mede. We doen het best den
graaf te roepen; zijn kamer is hier vlak
tegenover.
Zij klopten den jongen Franschman op.
Er is iets niet in orde met kapitein
Farquhar? Kom ons even te hulp, maar
gauw!
Een oogenblik
Met sneeuwschoenen en een leeren jas
aan en met ongekamde haren voegde de
Franschman zich bi] hen in den gang.
Loopt de lift niet? Dan maar gauw
de trap af! De portier zal wel kunnen
helpen.
In de voorhal vonden zij den gemoede
lijken nachtportier half slapend in zijn
hokje. Knlpoogend keek hij met verwon
dering naar dat nachtelijk bezoek. In drie
talen werd zijn hulp gevraagd; hij haalde
zijn bos sleutels voor den dag, deed de
ketting van de deur en op verzoek van
den Franschman ging hij met dezen mee
naar buiten,
U blijft binnen dames! Wacht maar
hier, het komt alles in orde.
De graaf en den portier stapten samen
de koude nachtlucht in. Een tooverach-
tigen aanblik leverde de verlichting van
het landschap op. Terwijl de volle maan
haar zilveren stralen er over uitgoot, con
trasteerde daarmede het geelachtige licht
der talrijke straatlantaarns. Het twee-
mal mannen had echter geen oogen
daarvoor, zij spoedden zich over de
sneeuw naar den voorgevel van het hotel
en daar zagen zij een menschelijke ge
daante in een pyama blootvoets behoed
zaam ais een kat naar omlaag klimmen.
Ik denk, dat hij op zijn tocht een of
andere hinderpaal heeft ontmoet. Hij
heeft zeker op een der balcons stil gehou
den op zoek naar iets. anders zou hij al
lang den beganen grond hebben bereikt,
dacht Jean.
Zij zagen nu, hoe hij, als een schooljon
gen op een nachtelijke escapade uit de
slaapzaal weggeslopen, zich langs een der
pilaren naar beneden liet glijden. En dat
in een pyama in die bittere koude! Zijn
lichaam scheen daarvoor geen gevoel te
hebben. Het had er evengoed een zoele
Juninacht voor kunnen zijn! Nu beroer
den zijn voeten den besneeuwden grond.
Maar zijn voetzolen schenen daarvan
niets te bemerken. Onbewust van de wer
kelijkheid stond hij op en richtte zijri
schreden naar de beide mannen. Hij
wendde zijn gelaat naar hen toe, zijn
donkere wenkbrauwen waren smartelijk
samengetrokken boven de oogen, die niets
zagen, al scheen het volle maanlicht er
ook in.
Maak hem in 's hemels naam niet
wakker, meneer, fluisterde de portier.
Hij is maanziek; het zou gevaarlijk
zijn hem te wekken!
Jawel, dat weet ik. Kom niet dichter
bij, laat mij maar begaan. Zijn geest is
elders.
Darol draaide zich nu om, schreed
voort in de richting van het ijzeren hek,
dat den voortuin van het hotel scheidde
van den openbaren weg. Behoedzaam
volgde Jean hem.
En ik die dacht hem zoo goed als
mezelven te kennen, bepeinsde hij, voor
zichtig achter hem aansluipend, ik die
dacht van zijn aard en gesteldheid tot in
bijzonderheden op de hoogte te zijn. Al
dadelijk gevoelden wij ons tot elkaar aan
getrokken en hij werd een boezemvriend
van meweken achtereen verbleef hij
bij ons op het kasteel en van 's morgens
vroeg tot des avonds laat heb ik dat ge
laat kunnen bestudeeren, maar ik had
zelfs geen vermoeden, dat hij er zoo
rampzalig en somber zou kunnen uitzien.
Wat kwelt hem toch? Hij wordt door
smart verteerd.maar waarom' Ik map-
geen woord tegen hem zeggen, heet het,
en als ik het nu toch eens deed'
Zacht noemde hij hem bij zijn naam:
Darol.
(Wordt vervolgd). J