BESTUURSWISSELING IN INDIË. 72ste Jaargang ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1931 No. 21928 Gfficieele Kennisgevingen. TER OVERPEINZING. STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. DE ONTVANGST VAN Jhr. DE JONGE. LEIDS DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35, per week f. O.lt Buiten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18 Franco per post f. 2.35 4- portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat door de firma Gebroeders Dieben, bij H. M. de Koningin beroep is ingesteld tegen hun besluit van 17 Augustus 1931, waarbij aan genoemde firma en hare rechtverkrijgen den. ten aanzien van haar wasch- en str ij kinrichting in het perceel Witte Singel No. 13, Sectie M. No. 2164, nieuwe voorwaarden zijn opgelegd. 3600 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 12 September 1931. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van: a. A. J. van Berge Henegouwen, om ver gunning tot het uitbreiden van de sme derij in het perceel Hoogewoerd No. 169, kadastraal bekend Gemeente Leiden Sectie D No. 951. b. J. P. Mulder, om vergunning tot het oprichten van een boek- en steendrukkerij in het perceel Breestraat No. 70, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie G. No, 1185. c. J. Kleine om vergunning tot het op richten van een fabriek voor kunstwol en wolvulling in het perceel Schoolsteeg No. 11, kadastraal bekend Gemeente Leiden- Sortie G. No. 1310. Gelet op de artikelen 6 ei) 7 der Hin de rwet; Geven kennis aan het publiek, dat ge noemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd zijn; alsmede dat op Zaterdag 26 September 1931, des voormiddags te half elf uren in het perceel Breestraat 125 (Bureau van Gemeentewerken) gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen deze verzoe' ken in te brengen, terwijl zij er de aan dacht op vestigen, dat niet tot beroep ge rechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeente bestuur of een zijner leden zijn versche nen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 12 September 1931. DE ZIEL VAN HET WERK. Er is een tijd geweest in de primitieve dagen der menschheid, dat het geloof sterk was in het bezield zijn van alle dingen. De hoornen, de bergen, de stroo- men, maar ook de kleine dingen achtte men dragers van een geest, hield men voor op hunne wijzen levend evenals de mensch, die ze gebruikte, op zijn manier een leven leidde. Bezien in het licht van dat geloof kan men de legende verstaan van den beeldhouwer onder wiens handen een beeld door hem met groote liefde uit een blok marmer gehouwen tot een levend wezen werd: hij had zijn ziel in zijn werk gelegd. De ziel van het werk is de ziel, die in het werk gelegd wordt. Vergissen we ons, wanneer we zeggen, dat deze waar heid in vroeger dagen meer en beter be tracht werd dan in den tegenwoordigen tijd? Daarvoor zijn misschien heel wat oor zaken op te sommen. Maar de voornaamste is zeker wel de vermechaniseering en de rationaliseering van den arbeid. Veel moge misschien in het groote bedrijfsleven voor de nieuwe arbeidsmethoden pleiten; onge twijfeld heeft de liefde tot den arbeid daaronder geleden; heeft ook de ziel van het werk dadrdoor schade beloopen. Iets idieels werd geroofd, dat we niet weer terug zullen vinden. We denken even aan de dagen der oude gilden. In musea worden meesterstukken bewaard van werk door gildebroeders ver vaardigd. Oude stadhuizen en kerken be waren ze niet minder. Het was vaak niet gemakkelijk om in een gilde opgenomen te worden. De gezel moest een meester werk leveren en de meesters in het vak moesten het keuren. Dat daar niet zelden een groote dosis critische zin bij te pas kwam, behoeft nauwelijks betwijfeld te worden. De gedachte aan wat te wachten stond, moet zeer zeker den gezel, die mees ter worden wilde, aangespoord hebben om zijn gansche persoonlijkheid in dat mees terstuk te leggen; dat was de ziel van het werk; een stuk van eigen leven. We lazen eens het verhaal van een edelsmid, die zijn vak volkomen beheerschte. In zijn winkel stonden allerlei voorwerpen als zoovele bewijzen van zijn kunst te koop. Maar in een vertrek achter den winkel stonden ook smeedkunstetukken van zijn hand; die hij niet liet zien, maar die hij zelf met groote liefde kon beschouwen. Hij wilde ze niet verkoopen. Dat waren de werken waaraan hij bijzondere zorg had besteed, waarin hij zijn ziel had gelegd. Dat was de ziel van het werk geworden: iets levends voor hem, maar voor hem alleen. In den tegenwoordigen tijd is dat alles zooveel anders geworden. De doode machine heeft de ziel in het werk gedood. De mensch. die met de machine werkt, arbeidt feitelijk niet, maar laat de ma chine arbeiden en hij controleert haar arbeidskracht en haar productie. Het is hem niet meer mogelijk om zijn ziel in het werk te leggen. We spraken niet zonder reden van geestdoodend machinaal werk. Dan,om de productie op te voeren en kos ten uit te sparen, wordt menigen arbeid over veel menschen verdeeld. Die maakt dit onderdeel, deze weer een ander enz. enz., totdat tenslotte de man komt, die de onderdeelen tot het geheel samenstelt. We kunnen ons moeilijk voorstellen, dat deze menschen hun ziel in het werk kunnen leggen. Is het dan wonder, dat er nu in het algemeen gesproken geklaagd wordt over verminderde liefde voor zoo velerlei arbeid, omdat men den menschen in aller lei vormen en op zoo menig gebied de ge legenheid benomen heeft om de ziel in het werk te leggen, zoodat die andere tijden gekend hebben zeggen: dat de aardigheid van hun werk .af is. Want de ziel van het werk is geen andere dan de ziel, die men zelf daarin legt. Het werk is dood en zonder ziel zelfs geestdoodend. Maar het moet tot een levend iets gemaakt worden. Denk maar aan het verhaal van dien beeldhouwer uit het klassiek verleden, wiens beeld onder zijn bezielden arbeid bezield werd. Een legende, zeggen we, goed, maar één met rijke beteekenis. Zou het leven, dat toch voor een niet onbelangrijk deel in beslag genomen wordt door werk; dat naar zijn materieele zijde ook gedragen wordt door dat werk, niet veel lichter wezen en meer blijdschap hebben, wanneer meer gelet werd op de ziel van den arbeid. Er zou een wisselwer king uitgaan van het werk op die het vol brengt en van die arbeidt op het werk van zijn handen of van zijn geest. Waar door beiden ten zeerste zouden worden gebaat. Iedere arbeid, die waard is gedaan te worden, is ook waard goed gedaan te wor den. Dus luidt een ware spreuk. Zou de toepassing van deze spreuk ook en voor namelijk daarin bestaan, dat de mensch zijn ziel in zijn werk gaat leggen, waardoor ook dat werk bezield wordt? Is er iets beters voor den arbeid, van welken aard die dan ook is. dan dat hij een ziel heeft? We zeggen, dat de ziel het beste is in den mensch. Ongetwijfeld is ze ook het beste in den arbeid. En wij kunnen er voor zorgen, dat ons werk een ziel heeft door er onze ziel in te leggen. BEELDHOUWER TH. H. BOODE. Binnenkort 80 jaar. De heer Boocle. Onze bekende stadgenoot, de beeld houwer Th. H. Boode viert 22 September zijn SOsten verjaardag. Deze nog krasse oude heer, met zijn vriendelijk, eerbied waardig gezicht is bij talloozen hier ter stede bemind en geacht, vooral ook om zijn artistieke gaven. Gedurende een lange reeks van jaren heeft hij zich een uitstekende sympathie verworven als beeldhouwer van ornamenten, als ver vaardiger van diverse versieringen o.a. in trappenhuizen in voorname oude Leidsche patriciërswoningen. Zijn laatste uiterst verdienstelijk werk was zijn arbeid tijdens de restauratie der Marekerk, welke algemeen de aandacht trok. Zijn versieringen in oud-holland- sche stijl, veelal in samenwerking met den architect Jesse, hebben veelvuldig uitingen van waardeering opgewekt. De gezondheidstoestand van den a.s. jarige veroorlooft niet meer, dat hij zijn geliefd vak nog kan uitoefenen. Zijn scheppingen zullen echter nog gedurende vele generaties in onze stad blijven voort leven. Ongetwijfeld zullen velen 22 Sep- i tember hun opwachting maken bij den jubilaris. Oude Vest 119, wien wij alvast onze hartelijke en welgemeende geluk- wenschen aanbieden. BIOSCOPEN. Casino-Theater. Liana Haid, die in den laatsten tijd één der vooraanstaande plaateen in de filmwereld inneemt, ver vult de hoofdrol in „Met vuur gespeeld" en ze doet dit op de haar eigen bekoorlijke wijze. Als tegenspeler in deze vlot ge speelde film heeft ze thans Fred. Lerch. In bovengenoemde film weet ze, op een reisbureau werkzaam, een overval te ver ijdelen, waardoor ze de aandacht van de politie op zich vestigt. Deze roept haar bemiddeling in voor de arrestatie van een gauwdief, die een diamant in zijn bezit heeft. Hoewel ze nog tal van moeilijkhe den ondervindt door haar van niets we tenden verloofde, die haar telkens ach terna reist, slaagt ze erin op handige wijze de diamant aan den dief te ontfut selen. Van een heel ander genre is de film na de pauze „Talu, de halfbloed", waarin o.a. Louis Wolheim, de onlangs overleden acteur, die in „lm Westen nichts Neues" nog zulk prachtig spel le verde, een hoofdrol speelt. Het begin van deze soms wel wat ruwe film, die zich ge heel in het hooge Noorden, in Alaska, afspeelt, is tamelijk zwak en naïef van opzet; en vol met komische gebeurtenis sen, die heelemaal niet als zoodanig be doeld zijn. Eerst in het goudgraverskamp in Nome bereikt de film een normaal peil. En ver volgens treffen we tegen het einde mooie ijsvelden als decor aan, zoodat de film toch wel bevrediging schenkt. Trianon-The ater. Als tegenhanger van Schoedsack's „Chang" produceerde hij „Rango". Beide spelen zich af in de jungle, doch dat is ook het eenige punt van overeenkomst, want op alle andere onderdeelen verschillen de beide films hemelsbreed, evenveel als de jungle zelve. „Rango" is de zoon van Tua, een orang-oetang, die in de nabijheid van Ali, den ouden tijger jager en diens zoon Bin woont. Op een zekeren nacht, wan neer de oude Ali op jacht is, zwerft een tijger rond om de paalwoning, waarin de jongen slaapt. Doch Rango, die door Bin gevangen is, wordt in zijn natuurlijke angst voor den koning der jungle wak ker en wekt Bin, die den tijger op de vlucht jaagt. Den volgenden dag weet Tua zijn zoon te bevrijden, doch Bin laat zijn speelkameraadje niet los en zet een achtervolging in. Plotseling kruist een machtige koningstijger zijn pad. Bin snelt onmiddellijk in de richting van een tijgerval en weet deze iets eerder te be reiken dan zijn viervoetige achtervolger, die door de lange messen wordt gedood. Op het gebrul komt het wijfje af, doch Bin maakt zijn karbouw los, het eenige dier, dat niet bang is voor een tijger. Er volgt in de woeste jungle een strijd op leven en dood, waarin de tijger het on derspit delft. De schitterende natuur opnamen en de vermakelijke scènes der apenkolonies stempelen deze film tot een voortreffelijk product der Paramount. We kunnen „Rango" bij het publiek hartelijk aanbevelen. Na de pauze draait als tweede hoofdfilm „Rhapsodie der liefde", de geschiedenis van een talent vollen beeldhouwer, die verliefd wordt op de verloofde van zijn beschermer en haar tenslotte voor zich wint. Het journaal en een aardige teeken film completeeren het programma. Luxor-Theater. Hoewel er den laat sten tijd vele, zelfs zeer vele operette films vervaardigd zijn en voor een groot deel ook in de verschillende Leidsche theaters vertoond werden, zagen wij zei den een zoo goed geslaagde als „Die Brautigams Witwe" („Het vroolijke Weeuwtje". Van de eerste meter tot de laatste toe is de film eeii en al humor. Humor van een zoodanigen aard, dat soms het gelach van het publiek het. volgen der film on mogelijk maakt. Zonder eenigen twijfel doet het een ieder goed in deze sombere, koude regenachtige dagen een derge lijke, klaterende en fonkelende film te gaan zien. Reeds als de meisjes-klasse het A-B-C leert het eerste beeld der film neemt deze door het pakkende begin, de lange aankondiging van sterren, foto grafen, regisseurs enz. is gelukkig ach terwege gelaten, een ieder voor zich in. Zeer goed is de scène der geestenbezwe ring, waarbij de muziek juister is misschien een opeenvolging van vreemde geluiden zich uitstekend aansluit. Voor de pauze draait de film „Een kus uit wraak", spelend in Spaansch Ame rika. Scherp komt hier de willekeur van een enkeling tot uiting, waardoor de be- woners van een geheele streek op de meest schandelijke wijze worden behan deld. Gelukkig is er een die zich verzet ten durft; doch derhalve oogenblikkelijk vogelvrij verklaard wordt. Hij zet even wel door, wordt weliswaar gevangen* ge nomen, doch weet zich op een wonder baarlijke wijze in vrijheid te stellen. Naast de sensatie dienen de zang en de foto- grafje in deze film vermelding. Aan beide films gaan behalve het journal een grappige teekenfilm „De Houtvlotten" en een komische twee- acter „Summerville in Rusland" vooraf. Alles tezamen een uitstekend programma, dat iedere bioscoopliefhebber dient te gaan zien. INDONESISCHE KUNSTAVOND. Ter gelegenheid van het Oriëntalisten- congres. Er bestond gisteravond enorme belang stelling voor de lezing van prof. P. Saba- moorthy uit Madras in de kleine Stads- zaal. Deze sprak over „Indische muziek" en lichtte het gesprokene toe met zang, vioolspel en eenige composities op de In dische fluit. Naar men weet is prof. Saba- moorthy hoogleeraar in de musicologie en bezet tijdelijk een leerstoel in de verge lijkende muziek aan de universiteit te München, waar hij nog gedurende onge veer 6 maanden zijn colleges zal geven. Met groote aandacht beluisterden de aan wezigen, waarvan er zich velen met een staanplaats moesten tevreden stellen, zijn hoogst interessante, zij het dan noodzake lijkerwijs zeer beknopte uiteenzettingen, terwijl de merkwaardige, rythmisch inge wikkelde melodieën, veelal verbazing wek ten Natuurlijk liep het oordeel over het geboctene sterk uiteen. Ongetwijfeld kunnen de Westersche componisten in menig opzicht van de In diërs leeren. Het was voor nog niet ingewijden de moeite waard kennis te nemen van deze Indische compostiies, die door de Wester lingen tot nu toe te sterk verwaarloosd werden. Prof. Sabamoorthy werd ingeleid door prof. dr. Vogel en trad op in het Indische costuum met tulband en over de schou ders neerhangende witte slippen, waarin wij hem nu reeds sinds eenige dagen door de Leidsche straten zagen gaan. Prof. Sabamoorthy bespeelde zijn viool, zittend met gekruiste beenen, terwijl het instrument daarbij op den grond rustte. De viool werd nu ongeveer 150 jaar gele den voor het eerst in Indië bespeeld en maakte onmiddellijk grooten opgang, daar zij gemakkelijker te bespelen is, dan de inheemsche instrumenten. Uit het gezon gene viel duidelijk op te merken, hoezeer de Indische muziek in overeenstemming is met het gevoelsleven van den Indiër. Prof. Vogel sprak tenslotte woorden van dank, die met een luid applaus vergezeld gingen. In de groote zaal vond vervolgens een voorstelling plaats van de Wajong Poerwa en de Wajong Wong, waarover wij nog kort geleden uitvoerige beschouwingen gaven. Ditmaal werden zij uitgevoerd on der de artistieke leiding van Raden Soe- ratno Hardjoediringgo en onder regie van den heer L. D. Petit, secretaris van de Ver. Oost en West, afd. Amsterdam. Ook deze spelen, o.a. de strijd tusschen den held Ardjoeno en den duivel Mina Tjoe- wari, trokken in hooge mate de belang stelling van buitenlanders, zoowel als landgenooten. Zonder in critiek te willen vervallen, moet ons echter toch van het hart, dat de voorstellingen der Wajang- Wong (de menschen-wajang), bij vorige gelegenheden, o.a. ten bate van het Me- rapi-comité, op ons een dieperen indruk gemaakt hebben. Zoowel de aankleeding der costuums als de meer verfijnde uit voering stonden toen zeker op hooger peil, al weten wij, dat er verschil bestaat tusschen de volksdansen en die aan de hoven (dessa en kraton). Het was voor meerderen tevens interessant met het ga- melangorkest kennis te maken. De me dewerkenden haddén bij het overtalrijke publiek een groot succes! BINNENLAND. Het petitionnement der Nederlandsché Dagbladpers voor internationale ontwape ning zal Woensdag of Donderdag aan den voorzitter der Volkenbondsvergadering worden aangeboden. (Binnenland, 2e BI.) Het bezoek van Prinses Juliana aan het nieuwe Nederlandsche paviljoen te Parijs. (Binnenland, 2e Blad). De bestuurswisseling in Indië. (Ie Blad) De meening der Kon. Ned. Automobiel club over een eventueele invoering van een benzine-belasting. (Binnenland, 2e Blad). De Brabantsche industriedagen; rede van minister Verschuur. (Binnenland, 3e Blad). Doodelijk auto-ongeluk bij Denekamp. (Gemengd, 2e Blad). De sluiting van de zitting der Staten" Generaal. (Laatste Berichten, le Blad). De slotzitting van 't 18de internationale oriëntalistencongres. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. Een resolutie der kleine mogendheden inzake stopzetting der bewapening. (Bui tenland, le Blad). Bijzonderheden omtrent de bezuiniging in Engeland. (Buitenl. le Blad). Een orkaan in Britsch-Honduras; hon derden dooden en gewonden. (Buitenl. Gemengd, 2e Blad). PSYCHOPAAT ONTVLUCHT. Te Rotterdam aangehouden. Van het hoofdbureau van politie te Rot terdam, werd gistermiddag te één uur de politie te Overschie opgebeld, dat een ge vaarlijke psychopaat uit het gesticht alhier was ontvlucht. Nauwelijks had de Overschiesche politie de haak van de telefoon neergehangen of men zag juist een persoon als opgegeven achter op een vrachtauto passeeren. On middellijk sprongen eenige agenten in een politie-auto en men achtervolgde den vrachtauto, die in de richting Rotterdam reed. Op den Coolsingel gekomen, sprong de psychopaat van den vrachtwagen om loopend zijn weg te vervolgen. Veel stap pen heeft hij echter niet gedaan, want terstond werd hij door de politie uit Over schie met assistentie van een Rotterdam- damschen agent van politie gegrepen en naar het Hoofdbureau overgebracht, al waar het gevaarlijk heerschap om half twee reeds arriveerde. In den namiddag is hij op transport ge steld naar Leiden. Jhr. De Graeff, de man, die heengaat. BATAVIA, 12 Sept. (Aneta) Vanaf 't ochtendkrieken heerschte overal drukte en de kade was vol van het ingehouden feestgedruisch. Overal in Batavia wapper den vlaggen. Een luchtmacht vliegt de „Patria" tegemoet. De „Patria" wendt den steven naar de haven van Tandjong Priok waar alle schepen zijn gepavoiseerd. Om 6 uur 20 donderen onder den blau wen wolkenloozen hemel de eerste saluut schoten van de oorlogsschepen. Klokslag 7 uur begeeft zich een deputatie met den gouverneur van West-Java, den heer Har- telus aan het hoofd, aan boord om den nieuwen G. G., namens jhr. De Graeff geluk te wensehen met zijn behouden aankomst. Dan zet de muziek het Wilhel mus in, dat door jhr. De Jonge in stramme Jhr. De Jonge, de nieuwe gouverneur- generaal. houding met de hand aan den steek wordt aangehoord. De op de kade verzamelde menschenmenigte zet nu een driewerf hoera in, de kustbatterij geeft saluutscho ten. Om 7 uur 10 vertrekt de extra-trein die het gezelschap naar Batavia zal ver voeren. Intusschen is de zaal van den Volksraad reeds volgepakt met voorname belangstel lenden. Er heerscht een nerveuse maar toch prettige sfeer. De zetels der regee- ringsgemachtigden zijn geheel bezet ook de zetels der Volksraadsleden zijn alle in genomen. Om 8.15 zakt het gonzend rumoer. Na hamerslag van den voorzitter den heer Meyer Ranneft. is de vergadering geopend. De voorzitter verzoekt den secre-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1