Bij Pijnen 72ile Jaargang LE1DSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 Augustus 1931 Derde Blad No. 21916 GD Buitenl. Weekoverzicht. BRIEVEN UIT BERLIJN. DE KONINKLIJKE ONDERSCHEIDINGEN. HEEREN BAAI VOOR ONZE P0ST7FGEL- VERZAMELAARS. CRISIS IN ENGELAND FRANKRIJKS POSITIE VERSTERKT. Zware wolken hingen boven Engeland en de Labour-regeerlng spande zich tot het uiterste in, om deze te verdrijven. Om daartoe te geraken stond op den voor grond: veilig-stelling van het pond ster ling! Daarop moesten alle krachten wor den samengebonden. Allereerst was in dit verband noodig een sluitend maken der begrooting. Een 120 millioen moest worden gedekt; deels door bezuinigingen, deels door nieuwe belastingen. En hierbij is Labour gestruikeld: men kon het niet eens worden als gevolg van het feit, dat een deel van het kabinet, gesteund door de vakvereenigingen, niet wilde of kon in zien, dat het land offers vroeg over de gansche linie, dat van hoog tot laag ieder zijn steentje moest bijdragen tot redding. De vakvereenigingen wilden tot geen prijs laten tornen aan de sociale maatregelen en met name niet aan de werkloosheids- uitkeeringen en liever hebben zij daarop de regeering doen vallen. Na een ruim twee-jarig bewind bleek Labour niet te oeschikken over voldoende ruggegraat om ia een der benardste oogenblikken van het Sngelsche rijk een offer te brengen uit I eigen gelederen, al zij erkend, dat het een zwaar offer was. dat werd geèischt. Onder den drang der vakvereenigingen, die van geen verlaging der werkloosheidsuitkeerin- gen wilden weten, weigerde een deel der ministers de 10 pCt. verlaging, die Snow- den in zijn saneeringsprogram had opge nomen, goed te keuren; gevolg, dat Mc Donald's kabinet aftrad Toen heeft de koning blijkbaar persoon lijk ingegrepen en hij deed een beroep op McDonald en Snowden om zitting te nemen in 'n „nationale regeering", samen gesteld uit. alle partijen en voor dien aandrang rijn beiden en met hen nog enkele andere afgetreden Labour-ministers gezwicht. Een groot persoonlijk offer werd daarmede door hen gebracht! Zij wisten toch daarmede in te gaan tegen de zienswijze van eigen partij en fconden rekenen op verguizing en een verstooten uit eigen kring; aanvaarden beteekende niet minder dan hun politieke doodIn het landsbelang, zooals zij dat zagen, hebben zij echter eigen lot veil ge had! Straks zullen zij eenzaam en verlaten de woestijn worden ingezonden, is hun loopbaan geëindigd. Terecht is hun groote moed om voor hun meening te staan algemeen geprezen en geroemd, be halve natuurlijk in Labour zelf en bij de socialistische partijen op het continent, waar men Labour steeds indeelde als socia listen, trots de groote verschilpunten tus- schen hun zienswijzen: de verguizing heeft zelfs al een aanvang genomen! Mc Donald tcont thans ten tweeden male den moed zijner overtuiging: heeft hij in 1914 en daarna niet altijd zich verzet tegen Enge- land's deelnemen aan den oorlog, al stond hij ook toen bijkans moederziel alleen? Mc Donald heeft de nationale regeering gevormd met medewerking van conserva tieven en liberalen. Lloyd George is daarbij buiten blijven staan, doch louter en alleen tengevolge van zijn gezondheidstoestand. Doch kan men de nieuwe regeering feite lijk nog wel een nationale regeering noe men, nu Labour officieel de scherpste op positie heeft aangekondigd? Labour staat niet slechts afzijdig, zal met woord en daad ,'flfs het nieuwe kabinet Mc Donald be strijden, dat uit Labour slechts heel weinig steun zal erlangen, al is nog niet precies te zeggen, hoe weinig! Deze scherpe oppo sitie grondt Labour, onder drang van de vakvereenigingen. blijkbaar speciaal op de officieel van alle zijden tegengesDroken bewering, dat het de bankiers zijn. die met alle geweld de verlaging der werkloos- heidsultkeering hebben doorgedreven en zich dus zouden hebben ingelaten met Engeland's binnenlandsche aangelegen heden Ongetwijfeld een zware beschuldi ging, zoo zij juist ware, doch, zooals ge zegd, deze is officieel beslist ontkend in afdoenden vorm! .Waardig als steeds heeft Mc Donald voor de radio het standpunt van Snowden en hem zelf uiteengezet, doch voor Labour heeft de stem van deze eens zoo geprezen leiders thans geen waarde meer De rdeuwe regeering. bestaande uit man nen, die stuk voor stuk gerekend moeten worden tot de corypheeën der Engelsche politiek en allen hun sporen op dit terrein hebben verdiend, heeft zich direct met alle kracht en macht gezet aan de oplossing van het eenige vraagstuk, waarvoor zij is ingesteld: de saneering der financiën en reeds met succes, gelet op de berichten over den financieelen steun, die haar uit Amerika en Frankrijk is toegezegd. Zij heeft vertrouwen en dat beteekent in de huidige omstandigheden veel, zoo niet alles! Is de saneering een feit geworden, dan beschouwt deze regeering haar taak als geëindigd en zal zij aftreden en plaats maken voor de regeering, die het kiezers corps dan aan het bewind zal brengen. Na het gebeurde is het niet twijfelachtig of dit zal een conservatief kabinet zijn. hetzij als meerderheidsregeering en dat beteekent dan het eind van den Engel- schen vrijhandel hetzij als minderheids- regeering met steun der liberalen. De Engelsche crisis heeft intusschen duidelijker nog dan ooit aangetoond den ernst van de algemeene toestanden in ons werelddeel, waar men het gevoel van saamhoorigheid slechts met den mond W'eet te huldigen. Frankrijk's toch reeds zco machtige positie is tengevolge van een en ander nog belangrijk versterkt en met nauwelijks bedwongen vreugde heeft men daar den val van de Labour-regeering begroet. Het is een situatie, waarmede Duitschland. schemer voorloopt aange wezen op ..self-help" dan ooit. rekening zal moeten houden Het bezoek der Fran sche ministers aan Berlijn komt er door in een bijzonder licht te staan! Doch eerst komt te Genève de Volkenbondsver gadering nog bijeen, waar Briand zijn ge schokt prestige schijnt te willen herstellen. Zijn kansen staan goed. Vrees, dat ook de ontwapeningsconfe rentie zou moeten worden uitgesteld, schijnt nog voorbarig. Een groote vraag is echter, of Henderson als voorzitter kan aanblijven, al heeft Italië zich reeds voor zijn handhaving uitgesproken. Zijn heen gaan zou een zware slag beteekenen RECLAME. 2617 Mijnhardt's Poeders. Doos 45 ct. Bij Uw Drogist." PESSIMISME TROEF. .1 onzen correspondent). Berlijn, 25 Augustus. Wanneer men eenige weken de enorme wereldstad Berlijn achter zich gelaten heeft en in en buiten Duitschland andere lucht heeft ingeademd, dan merkt men bij terugkeer eerst, hoe drukkend de at mosfeer in de rijke hoofdstad is, hoe overprikkeld en onvriendelijk de men- schen zijn, hoe ze hun wegen gaan als gebukt onder een loodzwaren last kort om, welk een ongelukkig leven de men sehen in Duitschlands groote steden eigenlijk leiden. We zitten nog in Augustus, de Rijn landers zijn met kind en kraai nog in de verlofdagen, „genieten" in het gebergte en aan Noord- en Oostzeekusten van een matige warmte, die al vaak voor storm of regen moet plaats maken, en op de prachtige wateren rondom de hoofdstad des rijks bollen nog duizenden zegeljach- ten hun blanke zeilen en zoeken zich zeker tienduizenden peddelaars hun weg door bekrooste slooten en vaarten van idyllische schoonheid. Maar nog slechts een week en de herfstmaanden melden zich, de vacanties zijn voorbij, de harde werkelijkheid is troef. Niemand minder dan de zeer verdien stelijke tegenwoordige rijkskanselier dr. Heinrich Brüning, de eerst 46-jarige staatsman met de ongelooflijk-snelle car rière, heeft onlangs in een onderhoud met den hoofdredacteur van een Lon- densch blad binnen- en buitenland er op voorbereid, dat de aanstaande winter vermoedelijk de moeilijkste en gevaarlijk ste zal worden, die het Duitsche volk se dert 100 jaren zal hebben doorgemaakt. Dr. Brüning is een rustig en verstandig man met een voldoende dosis gezond verstand. Hij weet, dat een regeerend staatsman niet al te pessimistisch mag zijn, ja zelfs liever in gematigd optimisme moet doen om der massa een hart onder den riem te steken. En waagt hij zulke pessimistische voorstellingen als ditmaal, waarbij zelfs van 7 millioen werkloozen gesproken wordt, dan moet men er haast uit afleiden, dat hij voor zich zelf de ko mende situatie nog veel ernstiger aan ziet! Wij buitenlandsche beoordeelaars in Duitschland zijn in overgroote meerder heid stellig even pessimistisch geweest als thans de Duitsche Rijkskanselier. Voor ons gold het beginsel van optimisme- naar-buiten niet. En daarom waagden wij het reeds in 1924, toen de buitenlandsche credieten naar Duitschland stroomden en de Duitschers hun uiterste best deden ons er van te overtuigen, dat ze „over den berg heen waren", er waarschuwend op te wijzen, dat ze hun buitenlandsche verplichtingen met geleend geld nakwa men, dat het eveneens geleend geld was. waarmee ze hun steden verfraaiden, hun havens uitbaggerden, hun sluizen, sta dions, handelsvloten, fabrieken bouwden. En dat er een tijd moest komen van reactie, waarin de buitenlandsche geld schieters hun dikke duiden op hooge rente zouden terugverlangen. Die tijd is, door een ongedacht heftige crisis in vele an dere landen, in het bijzonder in Noord en Zuid-Amerika en in Groot-Brittannië, iets eerder gekomen dan te verwach ten was. Nu zit „Japie in de misère". En zelfs de Duitschers zijn het er over eens, dat de hulpmiddeltjes, waarmee men de won den voorloopig gesloten heeft, slechts enkele weken, hoogstens twee tot drie maanden, opluchting zullen geven, en dat de ellende tegen November nog nijpen der zal zijn, dan een jaar geleden en te gen Februari-Maart wellicht tot een catastrophe van onberekenbare gevolgen voeren zal. als men intusschen niet ver standiger geworden is en tot internatio nale maatregelen van zeer ingrijpenden aard besloten zal hebben Waarvoor de voorstellen, die de commissie-Colijn in dertijd vergeefs in Genève gedaan had, wellicht toch nog als voorbeelden zouden kunnen dienen. Voorloopig intusschen merkt men in Duitschland nog weinig of niets. Ja, men moet zelfs een zekere opluch ting bij de bevolking vaststellen. Dat is natuurlijk de uitwerking van de hulpactie van het buitenland, het mis lukken van het volksreferendum in Prui sen en de krachtige wijze, waarop de regeering-Brüning zich zonder parlement dictatorisch door alle moeilijkheden weet heen te slaan. Zomermaanden zijn niet geschikt voor groote ontevredenheid en nog minder voor uitbarstingen. Zoolang de zon nog fiksche warmte geeft en de massa's Zon dags buiten de stad verstrooiing kunnen vinden, is voor opruiers geen werk te vinden. Dat desondanks de stemming nu reeds beneden het nulpunt is, geeft te meer reden tot ongerustheid voor de naaste toekomst. Steeds talrijker worden hier de centra van ineenstorting en catastrophe. Een zoo energieke handelsstad als Bremen heeft de laatste maanden klappen gekregen, die niemand voor mogelijk gehouden zou heb ben. Men behoeft slechts aan talrijke schandaalgevallen, aan de misere van de „Nordwolle". aan het achteruitgaan van de groote scheepvaart, de deconfiture van de Schröder-bank en vele andere ver schrikkingen te denken om zich te her inneren, dat Bremen diep in de put zit en tot draconische maatregelen zijn toevlucht moet nemen. Maar ook het veel voorzich tiger Hamburg spreekt van dreigende tee kenen. In een van de vele havens van Hamburg ligt een groot percentage van de handelsvloot stil en dit „kerkhof der scheepvaart" wordt met den dag omvang rijker. Men hoort hier dezelfde bezwaren, die internationaal in alle kringen van verstandige menschen geuit worden: over dreven nationalisme, onzinnig protectio nisme, gevaarlijke neiging van nieuwe sta ten om alles zelf te willen produceeren en zich van het buitenland onafhankelijk te maken. Het ligt natuurlijk niet op m ij n weg, daarover nader uit te wijden. Maar in een Berlijnschen brief in deze tijden mag niet verzwegen worden, dat ook in Duitschland de stemmen ten gunste van vrijhandel en internationale samenwerking dagelijks in sterkte toenemen en de ontevredenheid over de mentaliteit van heden meer dan groot is. Hoezeer de koopkracht van het Duitsche publiek verminderd is, blijkt ook uit het sterk afgenomen bezoek der inheemsche badplaatsen. Juist heden heeft de Duit sche regeering de extra-pasbelastting van 100 Mark voor Duitschers, die naar het buitenland wilden reizen, opgeheven. Deze maatregel was een voorbeeld van onver standig en overhaast regeeren en heeft zeer veel schade aangericht. Wat de regeering er eigenlijk mee voorhad, is tot heden niet erg duidelijk geworden. Men wilde in deze tijden van nood den Duit- scher blijkbaar verhinderen, zijn geld in het buitenland uit te geven. Vergat daar bij echter, dat rijke menschen zich door 100 Mark extra onkosten per hoofd niet lieten weerhouden, hun buitenlandsch va- cantie-centrum op te zoeken, en dat de overigen, die zoo gaarne eenige weken levenslust in gelukkiger landen opgedaan hadden, nu uit verbittering thuis bleven en er niet aan dachten, hun spaarduiten in Duitsche badplaatsen uit te geven. De hoteliers in Duitschland klagen steen en been over het seizoen, dat achter hen ligt. Binnenland Oost- en Noordzee heb ben over het algemeen slechts voor hoog stens 40 pCt bezette hotels en pensions gehad. Het slechte weer. de dreigende fi- nancieel-politieke situatie vooral in Juli, de algemeene opwinding over wat thuis wellicht gebeuren ging. hebben de sterk verminderde groepen vacantie-reizigers snel naar de eigen woning terugge jaagd. Ik was deze weken in tal van Duit sche vacantiecentra en kon daar een ga pende leegte ontwaren, waarbij de kell- ners en de hoteldirecteuren met bleeke gezichten achter de regennatte ruiten naar buiten staarden. Straks in September en October, zal de werkloosheid weer gaan toenemen. Geld is er niet in Duitschland. de sommen, die voor het zoo noodige bouwen van nieuwe woonhuizen ter beschikking staan, zijn uiterst gering. De bouwarbeiders, alle aan verwante bedrijven, zullen steeds meer der algemeenheid ten laste komen. In dustrie en scheepvaart klagen steen en been. Straks zullen we op de „Leipziger Herbstmesse" kunnen vaststellen, wat in dustrieel en afnemer van de situatie den ken en wat ze tegen de crisis meenen te moeten doen Engeland heeft zooeven al bewezen, dat het zonder verlaging van den levensstandaard der massa's niet mogelijk zal zijn, ir. de door de wereldcrisis het zwaarst getroffen landen een bolsjewisti sche omwenteling .te ontgaan. Ook hier in Duitschland wordt het communistische ge vaar voorloopig als het ernstigste be schouwd Donkere wolken trekken zich boven Midden-Europa samen. De economische barometer staat op „slecht" met een neiging naar „stormach tig Het woord is aan de heeren die ons regeeren willen. ROLAND. Ter gelegenheid van den verjaardag van H.M. de Koningin. Volgende onderscheidingen zijn o. m. toegekend Benoemd is tot Minister van Staat: dr. J. Th. de Visser. oud-Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen. Tot commandeur in de Orde van Oranje- Nassau: J. C. Pabst, gezant te Tokio; prof. mr V. H. Rutgers, voorzitter der Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk besluit van 2 Juli 1926 no. 120. tot herzie ning van de Lager-onderwijswet 1920. te Amsterdam Tot ridder in de Orde van den Neder- landschen Leeuw: C A. R. W. G. A. Graaf van Aldenburg Bentinck. gezant te Boedepest; dr. J. B. Hubrecht, gezant te Rio de Ja neiro; mr. E. N. van Kleffens, administrateur aan het Departement van Buitenlandsche mr. 'dr. W. A. J. M. Fick, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, te 's-Gravenhage; mr. dr. J. Wijnveldt, advocaat-generaal bij den Hoogen Raad der Nederlanden, te 's-Gravenhage; mgr. J. H. G. Jansen, aartsbisschop van Utrecht, te Utrecht: P. W. de Jong. lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, te Tilburg: mr. G. A. Boon. lid van de Tweede Ka mer der Staten-Geoeraal. te Schevenin- gen; mejuffrouw mr. C. F. Katz. lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Amsterdam; G H. Kersten, lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal, te Rotterdam; H. W. Tilanus, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gravenhage; C. van den Heuvel, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. te Heem stede; prof. dr. E. Reinders. hoogleeraar aan de Landbouw-Hoogeschool, te Wage- ningen; dr. K. Oestreich. hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht; dr. H. J. Backer, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen; dr. J. D. van der Waals Jr.. hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit te Am sterdam mr. dr. J. H. P. M. van der Grinten, hoogleeraar aan de Roomsch-Katholieke universiteit te Nijmegen; ir. F. Westendorp, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft; G. A. Groote Haar, inspecteur van het nijverheidsonderwijs, te 's-Gravenhage; prof. dr A. Noordtzij. voorzitter der commissie voor uitvoering van het Gere formeerd schoolverband, te Driebergen; ir. Jos Th. J. Cuypers, architect te Roer mond; prof. dr. C. U. Ariëns Kappers, directeur van het Centraal Instituut voor hersen onderzoek, te Amsterdam; ir. E. C Verschoor, directeur van het Rijksinkoopbureau te 's-Gravenhage; de generaal-majoors: M. Raaymaakers, inspecteur der genie; A. M. Vorstman, hoofdintendant, en P. Donk, commandant der Ille divisie; J. Oele, kolonel, chef van het korps ma riniers; G. B. Noothoven van Goor, reserve kolonel van den generalen staf; ir F. L. Schllngemann, te 's-Graven hage, hoofdingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat; A. B. van Beers, te Amsterdam, inspec teur in algemeenen dienst, aangewezen als directeur van het postkantoor aldaar: mr. Aug. Philips, te 's-Gravenhage; mr. H. A. van Nierop, directeur der Naamlooze Vennootschap Amsterdamsche Bank, te Amsterdam; B. W. T. van Slobbe, Gouverneur van Curacao Raden Adipati Aria Achmad Djajadi- ningrat, lid van den Raad van Neder- landsch-Indië; J. W. Meyer Ranneft, voorzitter van den Volksraad', P. J. Gerke, algemeen secretaris; mr. I J. Dermout. president der beide hooge gerechtshoven in Nederlandsch- Indië; J. B. Hartelust, Gouverneur van West- J. G. Larive, Gouverneur der Molukken, met buitenlandsch verlof; J. C. Koster, generaal-majoor der in fanterie, hoofd van den generalen staf; R. Oostingh, gepensionneerd generaal- majoor-titulair van het Nederlandsch- Indisch leger, voorzitter van den genees kundigen raad; Tot officier in de Orde van Oranje Nassau: Jac. Smits voorzitter van den Bond van plantenhandelaren en in 1930 voorzitter van den Nederlandschen Tuinbouwraad, te Naarden; C. F. Westermann. predikant bij de Hersteld Evangelisch Luthersche gemeente te Amsterdam, voorzitter van de Alge meene Kerkelijke Commissie van het Her steld Evangelisch-Luthersch Kerkgenoot schap: C. J. van Ledden Hulsebosch, weten schappelijk adviseur bij den opsporings dienst te Amsterdam; ds. E. L. Nauta. legerpredikant; mr. dr. C Sleeswijk, voorzitter van het „Fonds tot aanmoediging en ondersteu ning van den gewapenden dienst in de Nederlanden"; H. Walaardt Sacre, te 's-Gravenhage. al gemeen secretaris van de Koninklijke Ne- derlandsche Vereeniging voor Luchtvaart, algemeen secretaris van het Vde Inter nationale Luchtvaartcongres te 's-Graven hage; A. Labouchere, wonende te Vogelenzang, gemeente Bloemendaal. president-com missaris der Delftsche Aardewerkfabriek „De Porceleyne Fles", te Delft; A. F. J. Dijkgraaf, wonende te Wasse naar, directeur der Rotterdamsche Droog dok Maatschappij, te Rotterdam; H. F. R. Snoek, te 's-Gravenhage, secre taris der Vereeniging Nederlandsch fabri- kaat en der Nederlandsche Vereeniging voor Tentoonstellingsbelangen; Tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau dr. W. J. M. Engelberts. predikant bij de Nederduitsch-Hervormde gemeente te Amsterdam: j J. Goslinga, predikant bij de Neder- duitsch-Hervormde gemeente ie Utrecht. B. Zoete, predikant bij de Nederduitsch- Hervormde gemeente Avereest; D. Ringnalda, predikant bij de Gerefor meerde Kerk 's-Gravenhage-Oost; W D. Linthout, predikant bij de Vrije Evangelische gemeente te Apeldoorn, voorzitter van den Bond van Vrije Evan- gelische gemeenten in Nederland; J. W. Haarman, commissaris van politie te Amsterdam; J. Vlfelander, lid der Provinciale Staten van Zuidholland te Numansdorp; C. Warnaer, lid der Provinciale Staten van Zuidholland, wethouder der gemeente Dirksland: H. A. Schreuder, wethouder der ge meente Schoonhoven, voorzitter der Ka mer van Koophandel en Fabrieken te Gouda, oud-lid der Provinciale Staten van Zuidholland: J. A. Donker, wethouder der gemeente j Gouda; H. H. van der Kloot Meyburg, oud-wet- I houder der voormalige gemeente Ouds- hoorn, te Alphen ad. Rijn; A. D. van der Schans, lid van het hoofd bestuur van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond, burgemeester der gemeente Andel. te Andel; C. van Baar, penningmeester van den R.K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond, te Haarlem; E. Habers. lid van het hoofdbestuur van den Christelijken Boeren- en Tuinders- bond, te 's-Gravenhage: ds. dr. N. G. Veldhoen, lid van de ge westelijke landstormcommissie „Zuid-Hol- land-West", te Voorburg (Z.-H.); H. P. N. van der Kuil, directeur-hoofd redacteur der Nieuwe Arnhemsche Cou rant, te Arnhem; dr. J. H. O. Reys, directeur der kweek school tot opleiding voor de akten van bekwaamheid in de lichamelijke oefening te 's-Gravenhage; W Andriessen, toonkunstenaar, te 's-Gravenhage; Cor Ruys, tooneeldirecteur en tooneel- speler, te 's-Gravenhage; L. H. Perquin. te Amsterdam, voorzit ter van den Katholieken Radio-omroep. A. J. M. van Iersel, directeur der Naam looze Vennootschap Kwatta, Breda: L. A. Roozen, directeur van het hotel „Witte Brug", te 's-Gravenhage; F. L. van der Bom. voorzitter der Ver eeniging van Christelijke Werkgevers en Groothandelaren in Nederland, te Am sterdam; A. Bos. te Rotterdam, 2de voorzitter der Vereeniging van den Christelijken Han- deldrijvenden en Industrieelen Midden stand in Nederland: W. Strijbis Pzn., voorzitter van den Ne derlandschen Bond van Christelijke Fa- brieks- en Transportarbeiders, te 's-Gra- venhage Toegekend de eeremedaille verbonden aan de Oranje-Nassau-orde in goud aan: C. J. A. Schrassert Bert, secretaris-pen ningmeester van de burgerwacht te Voor schoten In zilver aan: M. Quartel. bedrijfsleider op een boer derij der familie Reinders Folmer, te Haarlemmermeer; In brons aan: W. J. Koot, klokkenist in dienst der ge meente Zoeterwoude, te Zoeterwoude; F. Klein, wonende te Soest, voorheen be heerder van het groothandelfiliaal te Am sterdam der Naamlooze Vennootschap zil- verfabriek „Voorschoten" voorheen J. M. van Kempen en Zonen; Koninklijke Ne derlandsche Fabriek van gouden en zil veren werken; G. Zijdeman, meesterknecht bij de Naamlooze Vennootschap voorheen D. Bremmer Jzn., te Waddinxveen; G. v. 't Wout, bedrijfsleider bij de firma Boonstoppel en Co., te Waddinxveen; K Kranenburg, smid op de scheepswerf Vis. te Waddinxveen. De volgende titulaire rangsverhoogingen zijn verleend- de titulaire rang van schout-bij-nacht: aan den gepensionneerden kapitein ter zee jhr. S de Ranitz; de titulaire rang van luitenant-generaal: aan den gepensionneerden generaal- majoor J. E. Roorda: de titulaire rang van generaal-majoor: aan den gepensionneerden kolonel-titu lair J. W. von Henning: de titulaire rang van reserve-generaal- majoor aan den gepensionneerden reserve-kolo nel jhr H. F. van Kinschot. RECLAME. ECHTE FRIESCHE 20 - 50 ct. perons^ punten aa- voor Trladt Aardenxrk en Koperwerk. 2574 De invloed van een postzegel. Waarom er geen Nicaragua-kanaal is gegraven. Onder bovenstaande titel schrijft H. P. een artikel in Postzegelnieuws. welk arti kel belangrijk genoeg is. om er het volgen de uit te citeeren: Men schreef het jaar 1902. Het Panama kanaal was in wording, doch dreigde een I mislukking te worden. De door de Lesseps op touw gezet gezette onderneming was op de smadelijkste wijze gefailleerd. De I curator in het faillissement had wel ge- tracht de zaak op den ouden voet voort te zetten, doch het publiek vertrouwde j haar niet meer en de beurzen der groot kapitalisten bleven eveneens hermetisch gesloten, hoeveel moeite er ook gedaan werd om het nog benoodigde kapitaal van 500 millioen francs bijeen te brengen, i Strijdensmoede zag de curator zich ge- j nookzaakt het bijltje hier houweel en spade er bij neer te leggen en, om tenminste nog iets te redden, aan de Ver- i eenigde Staten te vragen of zij ook lust hadden den faillieten boedel tegen een civiel prijsje over te nemen. Hij was daar- mede. gelijk hij wel vermoed zal hebben, 1 aan het goede adres. Want de Vereenigde Staten aasden er eigenlijk reeds lang op. Amerika wilde ook de Oceanen door een kanaal met elkander verbinden en men j had reeds vele jaren van te voren daar- I toe het oog laten vallen op een kanaal dwars door Nicaragua, waarbij met groot voordeel gebruik zou kunnen worden ge maakt van het Nicaragua-meer. In het Zuidelijk deel des lands dicht bij de West kust gelegen. Reeds in 1890 was een maatschappij op gericht om, met gebruikmaking van het meer en de in Westelijke richting er uit stroomende Rio San Juan. bedoeld kanaal te graven, doch 'n faillissement had deze poging doen mislukken. Toen werden er verschillende commissies in het leven ge roepen om kanaalplannen te ontwerpen, welke intusschen op niets uitliepen. Ten- slotte droeg president Mac Kinley aan een commissie op. verslag uit te brengen zoo wel over een Nicaragua- als over een Pa namakanaal Op grond van financieele overwegingen kwam deze commissie tot de slotsom, dat een Nicaragua-kanaal den voorkeur verdiende. Immers een Nicara- gua-kanaal werd geschat op 189 millioen dollar: een Panama-kanaal zou 144 mil lioen kosten, doch de Fransche Panama- maatschappij vroeg voor de overdracht van haar rechten de kleinigheid van 100 millioen dollar, wat met andere bijwerken de kosten voor het geheel zou doen stij gen tot 253 millioen Dat scheelde toch te veel en dus werd ten gunste van Nicara- 1 gua geadviseerd Maar de hier bovenge noemde curator koos toen eieren voor zijn geld: de advies-commissie had de waarde van het Panama-kanaal in wording oo niet meer dan 40 millioen dollar geraamd. Best. zei hij. daarvoor kunt ge de zaak, zooals ze reilt en zeilt, ook van ons over nemen. De commissie liet zich daardoor bepraten en haar eindadvies luidde ten gunste van een Panama-kanaal. Doch het Amerikaansche Huis van Af- gevaarden bleek van een andere meening te zijn en ongevraagd machtigde het den president, den toen kort te voren benoem den Roosevelt, om voor ruim 180 millioen dollar het Nicagarua-kanaal te doen gra ven. Het was nu de vraag hoe de Senaat er over zou denken en die toonde van an- j dere meening te zijn. Het verhaal gaat. i dat dit staats-lichaam zich heeft laten 1 overtuigen door een postzegel! Een I der ingenieurs van de Fransche Panarna- I onderneming, Bunau Varilla, vertelt in zijn geschiedenis van de wording van het Pa nama-kanaal, hoe hij op den inval kwam aan alle leden van het Congres een Nica ragua postzegel van 1 Centavo (ongeveer cent) te zenden. Deze zegel was ver sierd met een afbeelding van den vulcaan Monotombo in werking en Bunau Varitta teekende daarbij aan: „een officieel bewijs van het vulkanisch karakter van Nicara gua" De leden van het Congres zouden daardoor dermate onder den indruk ztin gekomen, dat zij weigerden gelden toe te staan voor een kanaal, waarvan het be staan door vulkanische uitbarstingen zou worden bedreigd. Senator Spooner diende een amendement in om den president te machtigen tot den aanleg van een kanaal door Panarha en dit werd met groote meerderheid aanvaard. Het Huis van afge vaardigden was intusschen ook met Niea- raguaansche postzegels gebombardeerd en vereenigde zich met het amendement- Spooner. Roosevelt teekende toen op 28 Juni 1902 de wet. waarna tot verdere uit voering van het plan kon worden over gegaan. Maar nooit zal een handvol cen- tavo's zoo grooten invloed hebben uitge oefend als bij deze gelegenheid ongetwij feld het geval was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9