DAROL FARGUHAR S NACHTWANDELING 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 Augustus 1931 Derde Blad No. 21910 m Buitenl. Weekoverzicht. Het weer en de depressies. GOUDEN HUWELIJKSFEEST TE KOUDEKERK. FINANCIEN. WETENSCHAPPEN. BURG. STAND VAN LEIDEN FEUILLETON. De finantieele crisis overheerschend. Als in een kringetje blijft men rond draaien in de groote kwestie van het cogenblik! Van alle zijden wordt de ernst van het treffen van maatregelen in plaats van al het gepraat in de ruimte erkend doch men schijnt onmachtig om de ma chinerie, die de maatregelen moet nemen, in beweging te brengen. Economisch zit oen volledig in het moeras; wie daaraan nog zou durven twijfelen, verwijzen wij naar het Layton-rapport. juist deze week ais resultaat van de besprekingen der ban, bers te Bazel gepubliceerd. Men bedenke hierbij wel, dat deze bankiersconferentie staat los van de z.g. Stillhalte-commissie. De laatste heeft Duitschland's credieten verlengd, de bankiers zouden nagaan, hoe Duit-schland verder te helpen was, daar met verlenging der credieten alleen Duitschland immers niet afdoende is ge baat. Welnu, deze bankiers, w.o. een Franschman, hebben unaniem vastgesteld, dat momenteel Duitschland niet te helpen is, daar het vertrouwen ontbreekt! Dat keert pas weder, wanneer het gansche vraagstuk van schadevergoeding en inter- geallieerde schulden opnieuw onder de ocgen is gezien en in beiderlei opzicht verlichting is aangebracht En dat is het werk der politici! Hoewel natuurlijk niet in zoo'n scherpen vorm en minder duidelijk omlijnd, is dit niettemin feitelijk de inhoud van het Layton-rapport en wij kunnen ons voor stellen, dat in Duitschland in regeerings- kringen en bevriende kringen dit rapport met groote ingenomenheid is begroet. Het geeft toch als remedie het middel, dat van Duitsche zijde reeds zoo lang is aange geven, doch dat men niet wilde aanvaar den. omdat men meende, dat Duitschland rich op handige wijze van zijn verplich tingen wilde afschuiven! Na dit rapport staat Duitschland wel bijzonder sterk, wanneer het beweert, dat het een Young-moratorium van noode heeft en dat wordt in Fransche kringen ook aldus gevoeld, gelet op de weinige ingenomenheid, daar aan den dag gelegd. Met dit al Is nu echter maar de vraag, hoe de kat de bel aan te binden, m. a. w. hoe dit alles-overheerschend vraagstuk moet worden aangesneden. Er is ongetwij feld een groote dosis tact en behendig heid voor noodig om dit zoo te doen, dat niemand der betrokkenen er aanstoot aan nemen kan. Vooreerst gelooven wij even wel den tijd voor een officieele stap nog niet rijp! Men zal langzaam maar zeker deze moeten voorbereiden en aan weers zijden van den haringvijver is men o.i. daaraan dan ook reeds bezig, zij het in losse en vage vormen. De groote vraag is hierbij nu, of dit uitstel voor Duitschland en dientengevolge voor ons gansche we relddeel geen gevaren in zicht bergt. Kan het Duitsche rijk zich zelf voorloo- pig nog redden, dat beheerscht de situatie Ir. dit opzicht volkomen en al te gerust zijn wij daarop niet, gelet op het feit, hoe bij onze Oosterburen de werkloosheid thans reeds weer sterk toeneemtHet langzaam zal dus slechts heel betrekke- h]i kunnen en mogen zijn, wil men niet te laat komen! De politici zullen veel gevoeligheden, waaraan de wereld trouwens reeds veel te lang heeft gelaboreerd, over boord moeten werpen en meer zich algemeen staatsman moeten toonen dan eigen- parochie-verdediger, gelijk tot dusver! luiks mede in eigen belang. Hoe moeilijk het zal zijn om tot resul taten te komen in een kwestie, waarbij zcoieel belangen op het spel staan, kan men afleiden uit het verloop van zaken in Engeland, waar men staat voor een bezuiniging van plm. 120 millioen om een sluitende begrooting te verkrijgen en al zijn daarbij heel wat minder partijen in het geding, hoeveel voeten heeft het niet in de aarde,, om daar het gewenschte resultaat te bereiken. Zelfs in het kabinet heerscht geen volledige overeenstem ming; evenmin tusschen kabinet en la- bour-partij; laat staan dan tusschen regeering en oppositie, hoe loyaal deze zich overigens in algemeenen zin ook betoont. Het advies der voor bestudeering van het vraagstuk ingestelde commissie zal niet worden gevolgd, dat is zeker, daar deze voor meer dan de helft het benoo- digde bedrag wilde vinden door verla ting der werkloozen-ondersteuning en dat zou labour nooit hebben aanvaard. Doch hoe de regeering Mc Donald zich dan wel voorstelt het gat te stoppen, is nog on bekend, al doen reeds velerlei geruchten daaromtrent de ronde, waarin vermoede lijk wel een kern van juistheid. Een oogen- blik schijnt zelfs gedacht te zijn aan het invoeren van een tarief van 10 procent op alle ingevoerde goederen, waardoor de vrijhandel een gevoelige knauw zou heb ben gekregen (als ook Engeland dit prin cipe ontrouw werd. was het feitelijk dood!) doch het laat zich aanzien, dat daarvan zal worden afgezien, alhoewel de conser vatieven een dergelijken maatregel na tuurlijk van ganscher harte zouden steu nen. De Duitsche crisis, die ook Oostenrijk zoodanig heeft getroffen, dat dit land een onderzoek naar zijn levensvatbaarheid door den Volkenbond heeft gevraagd, welk onderzoek reeds gaande is, bracht tevens Hongarije in groote moeilijkheden, daar dit land zich speciaal naar de vroegere metgezellen in den oorlog economisch had georiënteerd. Krachtige maatregelen zijn ook daar genomen en nu de eerste ge varen het hoofd is geboden, is plotseling het ministerie Bethlen afgetreden. Het heet, dat de gezondheidstoestand van den premier was geschokt en waarschijn lijk zal dit wel juist zijn 10 jaar in omstandigheden als wij thans beleven een zoo geducht geknot en verminkt land te besturen maakt dit ook alleszins aanneme lijk doch of dit de eenige reden is? Er wordt gemompeld, dat Bethlen, die veel voor zijn land heeft gedaan en deswege populair is. voelde, dat de bakens meer in Franschen geest moeten worden verzet en voor Frankrijk is de afgetreden premier, die grootendeels ook buitenlandsche zaken beheerschte, geen persona grata. Voor besprekingen met en het aanknoo- pen van nauwer banden met Frankrijk heet de minister van buitenlandsche za ken graaf Julius Karolyi, nog slechts kort aan dit ministerie, meer geschikt en hem is dan ook de vorming van een nieuw kabinet opgedragen. Graaf Julius Karolyi. Uit het parlement, waar Bethlen over een groote meerderheid beschikte, is nog pressie uitgeoefend op den scheidenden premier, doch tevergeefs. Hij laat, al heeft hij zijn steun toegezegd, thans het bewind aan anderen over! i. Men kan bijna geen officieel weerbe richt onder de oogen krijgen of men komt daarin den naam ..depressie" tegen. Vele lezers zullen niet precies weten, wat daar mede eigenlijk bedoeld wordt en waar ik mij voorgenomen heb de lezers van het „Leidsch Dagblad" wegwijs te maken op het gebied der weerkunde, meen ik, dat het voor hen van nut kan zijn ditmaal te vertellen wat men in de weerkunde ver staat onder een depressie. Een man met een slecht humeur zeide eens tegen mijSedert men de depressies heeft uitgevonden, is het altijd slecht weer. Het zou juister geweest zijn te zeg gen; Sedert men de oorzaken van het slechte weer is gaan opsporen, heeft men de depressies ontdekt. In het algemeen is het slechte weer ten nauwste verbonden met de depressies, maar het zou verkeerd zijn deze stelling om te keeren. want niet elke depressie brengt slecht weer. Maar wat is dan een depressie? Wanneer men op een groot aantal plaat sen, verspreid over een uitgestrekt gebied, b.v. geheel Europa, op een bepaald oogen- blik den stand van den barometer afleest, en de afgelezen getallen op een landkaart opteekent bij die verschillende plaatsen, zal men in vele gevallen iets merkwaar digs kunnen opmerken. Het zal n.l. blij ken. dat in een klein gedeelte van het waarnemingsgebied laten wij als voor beeld aannemen het Zuidelijk gedeelte der Noordzee, dus vlak bij ons land, de laagste barometerstanden zijn waargeno men. Van dit kleine gebied uitgaande vindt men overal hoogere barometerstan den en wel steeds hoogere, naarmate men zich verder verwijdert van dit centrale gebied. Het blijkt dus, dat vanaf dit cen trale gebied de luchtdrukking naar alle kanten geregeld toeneemt. Zoo was b.v. op Zondagmorgen 9 Augustus J.I. de baro meterstand op de Noordzee ten Noorden van ons land 745 mM„ te De Bilt 750 mM„ te Londen ongeveer 755 mM„ boven de Iersche Zee 760 mM„ en aan de Westkust van Ierland 765 mM. Boven de Noordzee lag dus een luchtdruk-minimum en van de Westkust van Ierland in de richting der Noordzee heerschte, zooals men dat in de weerkunde noemt, een sterk verval in luchtdrukking. Maar ook aan andere kanten van het luchtdruk-minimum heerschte zulk een luchtdruk-verval. Het geheele gebied, waar men een luchtdruk-verval naar de Noord zee toe kon waarnemen, omvatte het Brit- sche Rijk, de Noordzee zelf, Nederland, België, N.-Frankrijk, N.W.-Duitschland, Denemarken en een gedeelte van Z.-Zwe- den, m. a. w. over dat gebied lag een „de pressie", d.w.z een luchtdruk-verdeeling, waarbij in het „centrum" de luchtdruk het hoogst was en vandaar af in alle rich tingen steeds grooter was. Een depressie is dus in de eerste plaats een luchtdruk-stelsel met lage luchtdruk king in het centrum of de kern en hoo gere luchtdruk daarbuiten. In deze de pressie heerscht derhalve in het centrum een lagere drukking, vandaar de naam depressie. Deze omschrijving van de depressie is niet volledig. Er komt nog veel meer bij. Volgens een bestaande natuurwet moet lucht, die onder een hoogere drukking staat, naar de plaats, waar de druk kleiner is, stroomen. De lucht in de depressie moet aan deze natuurwet gehoorzamen en doet dat ook, maar op een zeer ingewik kelde manier, die in een kort artikel niet volledig beschreven kan worden. Daarom zal ik mij er thans toe bepalen te ver melden, dat de luchtstroomen in de aller onderste luchtlagen, dus langs den aard bodem, niet rechtstreeks van een plaats met hoogeren druk naar het centrum der depressie vloeien, maar dat hun bewe gingsrichting zeer sterk naar rechts af wijkt. Onze landgenoot Buys Ballot, die dat nauwkeurig onderzocht heeft, kwam op grond van een groot aantal waarne mingen en theoretische overwegingen in 1856 tot de slotsom, die hij in de later naar hem genoemde z.g. barische wind- wet als volgt formuleerde: Keert men op het Noordelijk Halfrond den rug naar den wind, dan ligt de plaats, waar de lucht drukking het laagst is (dus ons depressie centrum i in de richting van den een wei nig naar achteren uitgestrekten linker arm. de plaats met den hoogsten druk in de richting van den een weinig naar voren uitgestrekten rechterarm. Men behoeft er niet lang over na te denken om in te zien, dat dus de wind als het ware om het centrum der depressie heen waait, evenwel een weinig daarheen gericht is, en wel in een richting tegen gesteld aan de beweging van de wijzers van een horloge, dat men op de tafel legt. De depressie is dus in de tweede plaats een windstelsel, waarbij de wind om het centrum heen waait. Wanneer men, zooals in de weerkunde gebruikelijk is, de windrichtingen, die op de verschillende waarnemingsstations op genomen zijn, door pijltjes aanteekent, die met den wind meevliegen, zal men al deze pijltjes rondom het centrum der depres sie gegroepeerd zien alsof zij zich daar omheen bewegen, daarbij evenwel het cen trum meer en meer naderen. Uit het bovenstaande volgt, dat aan de Westzijde van het centrum der depressie de wind Noordelijk, aan de Zuidzijde Wes telijk. aan de Oostzijde Zuidelijk en aan de Noordzijde Oostelijk is. Met behulp van de windrichting, die men zelf waarneemt en met toepassing van de windwet van Buijs Ballot kan men dus altijd zelf be palen in welke richting het centrum der depressie ligt Weet men ook hoe de wind richting op een andere plaats is, dan zou men ook weten hoe het centrum der de pressie ten opzichte van die plaats is ge legen en men zou dan natuurlijk ook precies de plaats van het centrum kunnen aangeven. Waarom dit van belang is te weten hoop ik in het volgende artikel uiteen te zetten. -,-t Het e ntpaar W. Schellingerhout en A. Oudshoorn te Koudekerk hoopt Dinsdag a.s. zijn 50-jarig huwelijksfeest te vieren. Als bijzonderheid kan hierbij worden ver meld, dat het echtpaar 50 jaar in hetzelfde huis heeft gewoond en de man als fabrieksarbeider 49 jaar op dezelfde fabriek, namelijk bij de Firma Van Leeuwen (panr.enfabrikanteni werkzaam is geweest. - Van verschillende zijden ontvangt het echtpaar veel blijken van belangstelling. (Nadruk verboden). KÜCHENMEISTER's ULTRAPHON. Surséance var. betaling aangevraagd. J Namens de N V. Küchenmeister's In- j ternationale Ultraphoon Maatschappij I gevestigd en kantoorhoudende aan de i Keizersgracht 305 te Amsterdam is door den Procureur Mr. C. J. Pekelharing, kan- j toorhoudende te Amsterdam, aan de Hee rengracht 274, bij de Arrondissements rechtbank te Amsterdam ingediend een verzoekschrift om surséance van betaling. De Rechtbank, Vacantie-kamer, heeft bij hare beschikking d.d. 20 Augustus 1931 benoemd tot bewindvoerders Mrs. J. F. Th. varj Valkenburg en S. S. de Koe, advocaten en procureurs te Amsterdam, Keizersgracht 305309. en het verhoor bedoeld in art. 216 der Faillissementswet bepaald op Donderdag 24 September 1931. des voormiddags te 11 uur, in de Raadkamer der Eerste Kamer in het Paleis van Justitie aan de Prinsengracht. Dr. BENDIEN S KANKERONDERZOEK. Volgens de „Daily Herald" heeft de 25-jarige dr. Harry Coke. onafhankelijk van dr. Bendien, eenigen tijd geleden een soortgelijke methode voor de diagnose van kanker gevonden. Dr. Coke was sedert 1929 medewerker van den bacterioloog S. G. Billington te Leamington wiens onderzoekingen hij voortzette. Sedert April van dit jaar is hij verbonden aan St. Mary's Hospital te Paddington. Hij hgeft besprekingen met dr. Bendien gevoerd bij diens verblijf in Engeland. Dr. Coke verklaarde: Toen ik eenigen tijd geleden een ge schrift van dr. Bendien las, ontdekte ik, dat wij min of meer parallel werkten. Toen dr. Bendien onlangs in Engeland was, hebben wij de zaak besproken. Bendien's diagnose is ongetwijfeld de meerdere van de onze, maar onze behandeling is beter dan de zijne. Ik beweer niet, dat mijn be handeling volledige genezing brengt, maar wij hopen veel te bereiken GEBOREN: Suzanna, D. v. W. J. van den Berg en C. van Kampen. Petronella Cornelia, D. v. J. J. Rozier en C. H. Witkamp. Willem, Z. v. C. van Hemert en T. Blok. Anna Maria Theresia, D. v. J. A. Reekers en M. H. Rodenburg. ONDERTROUWD. M. L. Kalff jm. 31 j. en A. A. Colen brander jd. 27 j. B. S. Zoetelief Tromp jm. 27 j. en A. de Sitter jd. 23 j. J. van Es jm. 28 j. en J. Gijzenij jd. 27 j. RECLAME. BIJ AAMBEIEN, verstopping, darm- scheuren, abcessen, urine-aandrang, stu wingslever, pijn in den onderbuik, be nauwde borst, hartkloppingen, aanvallen van duizeligheid, brengt het gebruik van natuurlijk ,Franz-Josef"-bitterwater steeds aangename verlichting, dikwijls zelfs vol komen genezing. Bij Apoth. en Drog. verkr. 2181 Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr G. KELLER. 291 Ik heb hem nog geen hulde gebracht, 'ervolgde mevrouw Power, voor zijn Prachtige prestaties op het ijsfeest van 'anmorgen. Vond u het niet schitterend, tcoals hij, na vijf minuten te voren van ™t geval in kennis te zijn gesteld, is in gevallen voor den kampioen-kunstrijder? zou toch wel eens willen weten, hoe net zit dat hij, dien ik altijd heb gehou den voor een tennisser van de bovenste Pjank, blijkt ook zoo'n kranig kunst- tjder te zijn, dat hij allen ver achter Sch laat. Hij munt uit in elke soort van sport, entwoordde de graaf met groote warmte. *fij heeft mij medegedeeld, dat hij in Canada, waar hij als kleine jongen twee laar heeft gewoond, het schaatsenrijden neeft geleerd. Zijn moeder, zooals u weet danseres Doralo Zabelle, had toen een Mgagement in de Vereenigde Staten en Je had hem, Darol, in de buurt van Mon treal in den kost gedaan. Het was een Pracht van een gelegenheid voor hem om °P het ijs thuis te geraken Heeft u het eok niet kranig gevonden juffrouw Cur tis. hoe onze vriend de graaf maakte Pm gebaar met de hand om zijn woorden toe te lichten heel zijn lichaam bijna in één lijn uitstrekte, alsof hij met het hoofd vooruit het ijs wilde doorboren? Knap werk, en wat wist hij zich mooi in evenwicht te houden! Heeft u het ook niet kranig gevonden? O, zeker. Maar zij zeide dit zonder een spoor van haar vroegere opgewon denheid. Was die zoo spoorloos verdwe nen? Zonder van bijzondere belangstel ling blijk te géven, bijna onverschillig liet zij er op volgen: Is hfj een uwer vrienden? Een van mijn beste vrienden, een brave vent. Ik heb allerprettigste weken met hem doorgebracht, ever-'s mijn jon gere broeders, toen hij In den afgeloopen zomer ons op ons kasteel had opgezocht. Dat ligt in Bretagne Onmiddellijk nadat hij was weggegaan uit het hotel Magnifi- que. waar ik hem als tennisleeraar had leeren kennenJa. waarom niet? U kijkt wat verwonderd op, mademoiselle, maar u weet toch ook wel, dat heel wat van onze officieren van beschaving der gelijke baantjes hebben moeten aanne men? Een uitstekende leermeester was hij. Hij heeft mij heel wat geleerd en ik zou graag nog meer les van hem willen hebben. Toen Darol overhaast zijn vlucht had genomen, zijn baantje ln den steek had gelaten En alle gasten van het hotel in he" onzekere had gelaten omtrent de reden van zijn verdwijnen, viel mevrouw Power hem in de rede. Ik wil wel bekennen, dat ik door nieuwsgierigheid werd verteerd en ik dolgraag had willen weten, waarom kapitein Farquhar er van door was ge gaan. kwam hij bij ons. Het was een allerprettigste logé en moeder beweerde, dat als zij hem twintig jaar vroeger had leeren kennen zij misschien verliefd op hem was geworden en graag met nem had willen trouwen. Een prachtkarak- ter! Geen betere vriend was er te wen- schenHij zou misschien wel langer bij ons zijn gebleven, maar, helaas, aan alle goede dingen komt een einde. Toen de winter aanbrak, hebben we ons kasteel verlaten en zijn te Parijs komen wonen. Op mijn raad besloot Darol het wintersei zoen aan de Riviera door te brengen. Zoo. is hij dus ook aan de Rivicra geweest? viel mevrouw hem weder in de rede, en onder haar zilverwitte haren gingen haar donkere wenkbrauwen om hoog en haar oogen glinsterden alsof zij op het punt stond een groot geheim te vernemen. Blijkbaar vond zij wat zij hoopte te hooren van bijzonder gewicht. Ik heb dat nooit geweten(zij hield even op om den kellner toe te fluisteren', ja, ja, de andere heer komt over een paar minuten). Ik heb nooit geweten, dat hij aan de Riviera is geweest. Zeker. Ik had hem er op gewezen, dat hij daar vermoedelijk heel wat van zijn vroegere klanten zou aantreffen, daar het voor het grootste deel menschen zijn, die de zon opzoeken", verklaarde de jonge graaf. Onwillekeurig luisterde Sheila naar hem zonder een woord te verliezen. Al wat dien bewusten persoon betrof boe zemde haar instinctmatig belang in. Zou, sinds zij hem, naaf zij hoopte, voor het laatst te Londen had gezien, de jonge Farquhar zijn zwerftochten over heel het vasteland hebben uitgestrekt? Ik schreef, vervolgde de graaf, aan een der hoteldirecteuren, dat hij bezoek zou krijgen van een tennisleeraar, een kennis van mij. Daarop moest hij een wedstrijd houden met drie vakspelers van andere hotels, om te laten zien wat hij kende. Hij speelde singles en bleef de baas. Het was niet schitterend, schreef hij mij, maar het was voldoende. Men nam hem aan. Wanneer was dat? vroeg mevrouw Power, heimelijk de feiten die zij kende en die ze nu hoorde met elkaar in ver band brengen. Nu, dat zal ongeveer een maand ge leden zijn. Hij werd voor het geheele sei zoen aangenomen.... En hij ging weg. terwijl het tennis sen in vollen gang was! Waarom heeft hij dat gedaan? Ik weet er evenveel van als u, me vrouw Power. Ik kom hier, om hem aan te treffen als een hartstochtelijk schaat senrijder. Blijkbaar beviel het hem niet aan de Cote d'Azur En weer is hij er van door gegaan, er tusschen uitgeknepen. Blijkbaar behoort dat tot zijn ge woonten! riet> de Amerikaansche lachend uit. Wat zou de bedoeling daarvan zijn? De Franschman haalde even de schou ders op, terwijl hij antwoordde: Vraag het hem zelf, mevrouw. Hij zal nu wel op ko mende wegen zijn Komt hij bij ons? vroeg Sheila uiter lijk volkomen kalm. (Hij!) Ja, ik had kapitein Farquhar aan tafel genoodigd, in het bijzonder om u aangenaam te zijnKijk, daar komt hij juist Met haar keurig gemanicureerde handje wuifde mevrouw Power naar iemand, die even te voren de zaal was binnengetreden. Wat een aangename verrassing voor hem, wanneer hij zulk een bekoorlijke landgenoote hier aantreft, zei met een vriendelijk glimlachje de graaf, die zijn sympathie voor dit verlegen Engelsche meisje voelde groeien. Inderdaad zag zij er nu op haar voordeeligst uit. Zoo leven dig! Met schitterende oogen en wangen met een even verhoogd blosje! Had zij dat reeds te danken aan haar verblijf in de open lucht? Of lag het enkel aan de op winding van een pretje? Wat was de oor zaak van dien toestand van opwinding' Niets anders dan toorn! Sheila voelde zich vertoornd, dat hij zich zou nederzet ten aan haar tafel. Die kerel? Die gehate, beleedigende valschaard, die diamenthan- delaar uit dat griezelige kantoor in Hat- ton Garden? Zou hij dat wagen? Die kerel, die de oorzaak was van den zwart- sten dag in Sheila's leven? Al een half Jaar lang had zij zitten broeden over die beleedigende woorden: „Als u het niet ge weest is, wie kan het dan anders zijn, juf frouw Curtis?" In haar ziel klonken die woorden nu duizendmaal bitterder dan toen zij pas waren uitgesprokenEn nu zou zij hem hier ontmoeten, zou hij aan een vriendendisch aan haar worden voorgesteld. Van alle kennissen had hij de eer genoten uitgenoodigd te worden, met de speciale bedoeling om haar een ple ziertje te doen (nu vraag ik je!) En dien man had zij kunnen vermoorden! Want zoo blikken een vijand zouden kunnen dooden, ware kapitein Farquhar ontzield ter aarde gevallen op de vuile vloer van het kantoor van Mackenzie en Moss op het oogenblik dat zij een laatsten blik naar hem wierp, toen zij voor goed uit dat kantoor was weggejaagd. Zonder naar den ingang te kijken voel de Sheila zijn nadering terwijl hij zich een weg baande tusschen de tafels. H!j zou naast haar komen zitten en Sheila zou zich geplaatst zien tusschen den man, die haar beschuldigde van diefstal van papieren en dezen Franschman, die tot zijn vrienden behoorde Hij was trou wens ook zeer bevriend met de Ameri kaansche dame, zij noemden hem beiden Darol en zij waren vol sympathie voor hem. Ze moesten hem eens kennen! Maar wat zou er nu gaan gebeuren? Met spanning wachtte Sheila dit af. ter wijl Farquhar ten slotte aan hun tafel belandde. Du muziek daverde in vroolijke klanken door de zaal, steeds luider werd het geroe zemoes der gesprekken en de champagne- kurken knalden. „Hallo!" riep de Fransch man en de kleine mevrouw Power riep blijde: „Eindelijk!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9